25
ontwerpen Ontwerp en realisatie: Pedagogische Begeleidingsdienst stad Gent in samenwerking met MOS Vlaanderen www.lne.be www.storylinegent.be Verhalend Ontwerp naar aanleiding van 10 jaar Dikketruiendag, schooljaar 2013-2014, met dank aan de Meervoudige Intelligentieschool De Letterdoos, Oostakker, de klassen van juf Lut en meester Stijn. Het mysterie van Mister C Doelgroep: 9- tot 14-jarigen

Verhalend ontwerp: elaba

  • Upload
    vumien

  • View
    235

  • Download
    4

Embed Size (px)

Citation preview

on

twe

rpe

n

On

twe

rp e

n r

ea

lisa

tie

:

Pedagogis

che B

egele

idin

gsdie

nst

sta

d G

ent

in s

am

en

werk

ing

me

t M

OS

Vla

an

de

ren

ww

w.ln

e.b

e

ww

w.s

tory

line

ge

nt.b

e

Ve

rhal

en

d

Ontwerp naar aanleiding van 10 jaar Dikketruiendag, schooljaar 2013-2014, met dank aan de Meervoudige Intelligentieschool De Letterdoos, Oostakker, de klassen van juf Lut en meester Stijn.

Het mysterie van Mister C Doelgroep: 9- tot 14-jarigen

Verhalend Ontwerp rond duurzaamheid op school

Met dit lespakket willen we leerkrachten uit het basisonderwijs op weg helpen om werk te maken van Educatie voor Duurzame Ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling wordt vaak omschreven als “een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van de huidige generaties zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om in hun eigen behoeften te voorzien”. Wat een mondvol! Nogal abstract ook, zeker voor jonge kinderen. Kort gezegd betekent dit: “genoeg, voor altijd, en voor iedereen”. Het is wel duidelijk dat de opgroeiende generatie voor een grote uitdaging staat. De kinderen van nu zullen moeten rechtzetten wat bij de huidige en vorige generaties is misgelopen. Ze staan voor de opdracht de ecologische schade op onze planeet te herstellen én tegelijk de sociale onrechtvaardigheid een halt toe te roepen. Als we daar naar streven, speelt de leerkracht hier en nu een cruciale rol. Alle studies wijzen uit: de leerkracht doet er toe! (R. Marzano, What Works in Schools: Translating Research into Action, 2003). Dit lespakket wil een bijdrage leveren aan Educatie voor Duurzame Ontwikkeling op school. Het wil kinderen laten werken aan competenties die nodig zijn om, elk op hun manier, bij te dragen aan een meer duurzame toekomst. Verhalend ontwerpen is een stapje in de richting van het verwerven van cruciale elementen van Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (=EDO): EDO vereist nieuwe kennis EDO bevordert systeemdenken en een geïntegreerde aanpak

EDO is gericht op waardeontwikkeling

EDO houdt rekening met emotionele aspecten

EDO is actiegericht Verhalend ontwerpen

Verhalend Ontwerpen – wat is het? Deze benadering van leren is meer dan dertig jaar geleden ontstaan in Schotland. Men noemt het daar Storyline Approach. Verhalend Ontwerpen of Storyline Approach is een krachtige techniek om klasprojecten op te bouwen met de betrokkenheid van alle leerlingen. Het levert aantrekkelijk en kwaliteitsvol onderwijs dat in de regel net zo spannend is als een goed boek. Het Storyline-principe wordt toegepast van kleuter tot hoger onderwijs, in trainingen in het bedrijfsleven, in educatie en vorming. Kenmerkend is dat, in plaats van een studie uit te voeren die cirkelt rondom één centrale vraag of thema, een Verhalend Ontwerp lineair verloopt. Het volgt een verhaallijn, een Storyline. Deze verhaallijn kan gebaseerd zijn op een boek, maar kan een leerkracht ook zelf verzinnen. In de beide ontwerpen “Trui” en “Mister C” werden de verhaallijnen zelf verzonnen. Deze grote lijn in het verhaal legden we op voorhand vast in een scenario, gebaseerd op doelstellingen en eindtermen. Een Verhalend Ontwerp lijkt misschien wat op een truc, al is het dan een goeie. Leerlingen komen als vanzelf terecht in een reeks gebeurtenissen en zijn zowel met hoofd, hart en handen bij de zaak betrokken…zonder zich ervan bewust te zijn. De verhaallijn en de sleutelvragen bieden een kader (the teacher’s rope). De leerkracht heeft de verhaallijn als een soepel touw in handen. Dit touw kan gevierd worden als leerlingen helemaal opgaan in het verhaal en voorstellen doen die misschien verder gaan of anders zijn dan de activiteiten die jij als leerkracht in gedachten had. Het touw kan ook strakker aangehaald worden als de kinderen op een zijspoor dreigen te belanden. De rest is de speeltuin van de leerlingen. En reken mar dat ze deze speelruimte met enthousiasme zullen inpalmen! Het is als oefenen voor de echte wereld in een fictieve omgeving, een wel doorleefd “doen alsof”.Een goed verhalend ontwerp levert onderwijs op dat voor kinderen spannend en aantrekkelijk is. Alles wat ze kunnen, doen de kinderen zelf. De rol van de leerkracht is zorgen voor een aanbod dat kinderen actief maakt en hulp en structuur bieden waar dat nodig is.

inleiding

Verhalend Ontwerpen – waarom?

…omdat je een goed verhaal nooit meer vergeet!

Immers, Verhalend Ontwerpen of Storyline Approach… plaatst leerlingen centraal in plaats van het curriculum zet aan tot actief en coöperatief leren laat beleven, genieten…en leren (zowel voor leerlingen als leerkrachten) maakt het mogelijk te differentiëren heeft het voordeel van een herkenbaar patroon, met oneindig veel variaties doe je omdat verhalen vertellen al zo oud is als de mens laat talenten oefenen in een bijna-echte wereld laat je kijken door andermans ogen ...laat je lopen in andermans voetstappen kan elke leerkracht leren is altijd een groepsgebeuren is niet nieuw, maar raakt ook nooit versleten

Verhalend Ontwerpen – de opbouw De schematische opbouw van “Trui” en Mr C” vind je op de volgende pagina’s van deze handleiding. Hier volgt een woordje uitleg over de opbouw. Concreet bestaat een Verhalend Ontwerp altijd uit vaste ingrediënten: De plot is waar het allemaal om draait. In deze ontwerpen is dat Educatie voor Duurzame Ontwikkeling. Elk ontwerp is gebaseerd op een verhaallijn: de grote lijn in de belevenissen van de hoofdpersonen. In “Trui” is de verhaallijn een versje, in Mr C wordt de verhaallijn kort omschreven en door de leerkracht aangebracht. De verhaallijn is opgedeeld in episodes die vloeiend in elkaar overgaan. Episodes zijn als hoofdstukken in een boek. Binnen elke episode worden kinderen actief. De leerkracht zorgt voor de overgang naar een andere episode door het stellen van sleutelvragen: die bieden kinderen ruimte om actief te worden én structuur om betekenissen te zien. Alles wat kinderen tijdens een verhalend ontwerp maken, wordt in de klas opgesteld of chronologisch aan de wand opgehangen. Zo ontstaat een wandfries. Dit biedt een overzicht van de voortgang van de verhaallijn en helpt daarmee de draad weer oppakken in een ander lesuur bv. Het maakt bovendien de kracht van groepswerk zichtbaar en zorgt voor mooie en waardevolle voorwerpen in de klas. De rol van goede sleutelvragen Het stellen van goede sleutelvragen is cruciaal om een Verhalend Ontwerp te laten slagen. Tegelijk is het misschien ook wel het moeilijkste onderdeel ervan. In het onderwijs worden heel wat vragen gesteld om kinderen naar een ‘goed’ antwoord te leiden (meestal het antwoord dat de leerkracht al op voorhand in gedachten had). Sleutelvragen doen dat niet: zij bieden kinderen de ruimte om zelf met antwoorden te komen. Het zijn vragen die tot nadenken stemmen. Echte vragen, dus.

Een goede sleutelvraag heeft de volgende kenmerken: Er is meer dan één antwoord mogelijk. Ze zet aan tot analyseren en nadenken. Ze stimuleert de verbeelding. Ze zet aan tot actie. Ze biedt kansen om voorkennis op te rakelen. Ze wordt gesteld binnen een veilige context. Ze geeft kinderen verantwoordelijkheid. Ze leidt tot nieuwe vragen, ook van de kinderen. Met het stellen van de juiste sleutelvragen staat of valt een verhalend ontwerp. De juiste formulering is daarom heel belangrijk! Sleutelvragen vormen de verbinding, de sleutel, om vanuit de verhaallijn op een natuurlijke manier de deur te openen naar de gepaste leeractiviteit. Andere vragen roepen andere ideeën op in de hoofden van je leerlingen. Wees je bewust van het belang van goede sleutelvragen en stel ze met zorg. En verder… We vatten elk van beide ontwerpen samen in een overzichtstabel. Deze is voor de leerkracht handig om in de klas bij de hand te houden, want ze vat telkens de verhaallijn samen, met bijhorende sleutelvragen en de daaruit voortvloeiende leeractiviteiten. Er is een pagina per episode. Tijdens de try-outs van deze ontwerpen kwamen ook vele vragen opborrelen van leerkrachten. Deze FAQ’s vind je telkens na de overzichtstabellen. De try-out van Trui gebeurde in een derde kleuterklas, deze van Mr C in een zesde leerjaar. Staat jouw vraag er niet tussen en brand je van nieuwsgierigheid? Stel dan je vraag aan [email protected] of [email protected] of via www.storylinegent.be Tot slot vind je ook een reeks bijlagen, die je nodig hebt voor de uitvoering in de klas.

Verhalend Ontwerp:

Het mysterie van Mister C

Plot : educatie voor duurzame ontwikkeling Doelgroep : 9- tot 14- jarigen

Kernwoorden : energie, CO2-uitstoot, klimaatverandering, MOS, educatie voor duurzame ontwikkeling, systeemdenken Dit ontwerp werd gemaakt in het kader van de 10e Dikketruiendag

Episode 1: Een spannend bericht

Verhaallijn Sleutelvragen Leeractiviteiten Materialen Doelstellingen

De leerkracht stapt de klas binnen met een verontrustend bericht. Het is een bericht van Staatswelzijn. Zij verspreiden het volgende bericht:

Gezocht: *Mister C *laatst gezien in …(vul zelf je gemeente of stad in) *is in het bezit van enkele vreemde voorwerpen en een QR-code.

Wie informatie heeft rond deze persoon en zijn activiteiten, gelieve contact op te nemen met het departement Staatswelzijn.

Wat is “Staatswelzijn”? Waarom zoekt Staatswelzijn Mister C? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat het departement Staatswelzijn deze persoon vindt?

Groepsgesprek

De leerkracht wordt hoofdinspecteur en organiseert zijn speurdersteam.

Bericht van Staatswelzijn, computer, beamer

ICT: ICT gebruiken om de eigen ideeën creatief vorm te geven.

Zelfstandig leren in een door ICT ondersteunende leeromgeving

ICT gebruiken om doelmatig te communiceren

WO Techniek:: Een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen

Een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren

Taal:

Reflecteren op de betekenis van woorden en woordgroepen

Sociale vaardigheden:

De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken

Over welke talenten beschikt een speurder?

De speurders kunnen alvast stage lopen om het speurdersvak te leren kennen. Zie opdrachten: http://staatswelzijn.blogspot.be/#!/p/snelcursus-

speurder.html en via de werkblaadjes techniek: “Wie heeft het gedaan?” (zie bijlage)

Computer

Werkblaadjes, vloeistoffen, custardpoeder, rodebietensap…

Over welke woordenschat beschikt een speurder?

De speurders maken kennis met ”Het woordenboek voor speurders” en spelen het “gooi- een- woord- spel” (zie bijlage)

Zakwoordenboekje voor speurders: zie bijlage

“Gooi-een-woord” instructies

Hoe ziet Mister C eruit?

De speurders maken een robotfoto van Mister C via http://www.pizap.com/ De profielen worden doorgestuurd naar [email protected]

1

Computer

1 Alleen tussen 1 en 16 februari kan u effectief een antwoord van Departement Staatswelzijn (Milieuzorg Op School) verwachten.

Buiten deze periode zal je zelf voor ambtenaar van staatsveiligheid moeten spelen.

Episode 2: Op onderzoek uit

Verhaallijn Sleutelvragen Leeractiviteiten Materialen Doelstellingen

Het onderzoek start, op de wandfries hangen de eerste aanwijzingen. (http://www.lne.be/campagnes/dikke-

truiendag/aan-de-slag/verhalend-ontwerp/documenten/afbeeldingen-aanwijzingen.pdf)

De “C-files” worden ontdekt. (QR-code verwijst naar: http://secretfilesmisterc.blogspot.be)

Wat weten we al van Mister C? Beschrijf de aanwijzingen: waarmee hebben deze te maken? Wat is een QR-code?

Groepsgesprek

Inscannen van en decoderen van de QR-code.

De speurders gaan op zoek gaan naar de verzamelplaats van de “C-files”

QR-code, QR-scanner, QR-handleiding (zie bijlage), computer.

ICT:

Informatie zoeken met behulp van ICT

Zelfstandig leren in een door ICT ondersteunende leeromgeving

Leren leren

De leerlingen kunnen op systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken.

Sociale vaardigheden:

De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.

Hoe gaan we ons organiseren zodat de geheime informatie zo vlug mogelijk doorzocht wordt?

De speurders splitsen zich in groepjes. De leerkracht zorgt voor de groepsindeling.

Elk groepje buigt zich over een “C-file”

“C-files”, computer, papier, stiften

Hoe maken we een goede mindmap over onze informatie?

De informatie wordt verzameld en gevisualiseerd via een mindmap

Hoe maak ik een mindmap/breinkaart?: zie bijlage en op http://staatswelzijn.blogspot.be/#!/p/snelcursus-speurder.html

Episode 3: Het mysterie opgelost?

Verhaallijn Sleutelvragen Leeractiviteiten Materialen Doelstellingen

De hoofdinspecteur zet zijn/ haar speurdersteam aan tot enige spoed…

Het speurdersteam verzamelt zich rond de wandfries. Elk subteam licht de volledige speurdersgroep in over hun “file”. De speurders krijgen de opdracht om te zoeken naar verbanden tussen de verschillende files…

Welke informatie haalde je uit jouw “file”?

Afwerken van de dossiers.

Presenteren van de gevonden informatie.

mindmaps

computer

WO: Milieu: Kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met het milieu

Kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren dat aan milieuproblemen vaak tegengestelde belangen ten grondslag liggen

Niet-levende natuur: kunnen met enkele voorbeelden aantonen dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet-levende systemen en kunnen daarvan de energiebronnen benoemen

Taal: Spreken: De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze over een op school behandeld onderwerp aan de leerkracht verslag uitbrengen

Luisteren: De leerlingen kunnen de informatie achterhalen in een uiteenzetting of instructie van een medeleerling, bestemd voor de leerkracht

ICT: ICT gebruiken om doelmatig te communiceren

Wat is de link tussen al deze “files” ? Wie is Mister C nu eigenlijk? Welke informatie kunnen wij doorspelen aan Staatswelzijn? Hoe gaan we dit doen?

Patronen ontdekken tussen de files (systeemdenken)

conclusies trekken.

Informatie doorspelen aan Staatswelzijn.

[email protected]

computer

2 Alleen tussen 1 en 16 februari kan u effectief een antwoord van Departement Staatswelzijn (Milieuzorg Op School) verwachten. Buiten deze periode zal je zelf voor ambtenaar van staatsveiligheid moeten

spelen.

Episode 4: Tijd brengt raad…

Verhaallijn Sleutelvragen Leeractiviteiten Materialen Doelstellingen

Het speurdersteam ontvangt een bericht van Staatswelzijn. Zij hebben speurden verder in de databanken van hun departement aan de hand van de profielen die zij ontvangen hebben. Via de website komen de speurders het commentaar te weten op hun ingestuurde profielen. Heeft het speurdersteam enige raadgevingen voor deze verdachten?

Wat heeft Staatswelzijn allemaal ontdekt over onze verdachten?

Groepsgesprek

Profielen met bijbehorende tekst opgestuurd door Departement Staatswelzijn.

Voorbeelden zie bijlage

Leren leren:

De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systemematische en inzichtelijke wijze oplossen.

WO:

Milieu: Tonen zich in hun gedrag bereid om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met afval, energie, papier, voedsel en water

ICT:

ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven

ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen

ICT gebruiken om doelmatig te communiceren

Welke raad kunnen we aan de Mister C’s geven om hun CO2-uitstoot te beperken?

Hoe zullen we de boodschap naar al onze Mister C’s brengen?

Welke media zijn geschikt?

Elkéén zoekt naar oplossingen voor zijn/haar Mister C.

Eigenlijk blijkt dat we allemaal wel een beetje Mr C zijn…

Deze boodschap willen we verspreiden via een filmpje, een geluidsopname, een tekst, een PPT, een lied, een rap…die we plaatsen op zoveel mogelijk platformen!

We brengen alvast onze bevindingen over aan onze school en onze ouders

Opnamemateriaal, computer

Verhalend Ontwerp Het mysterie van Mr C-FAQ Dit verhalend ontwerp werd uitgetest in een zesde leerjaar. Hier volgt een overzicht van mogelijke vragen die je je als leerkracht kunt stellen. Staat jouw vraag er niet tussen en brand je van nieuwsgierigheid? Stel dan je vraag aan [email protected] of [email protected] of via www.storylinegent.be Welke rol speel je als leerkracht in dit verhalend ontwerp? De rol is eigenlijk dubbel: in de klas ben je hoofdinspecteur van het speurdersteam. De groep speurders staat dus onder jouw leiding. Neem deze rol dan ook serieus: spreek je speurders toe alsof ze echte detectives zijn, bv “Speurder Annelies, vertel me: wat zijn jou bevindingen in deze mysterieuze zaak?” Anderzijds moet je ook de rol van Staatswelzijn opnemen achter de schermen en inloggen op de website om commentaar toe te voegen aan de robotfoto’s of om een bedanking sturen. Uiteraard gebeurt dit stiekem na schooltijd, want dit weten de leerlingen niet. Wat is de rol van de wandfries in dit Verhalend Ontwerp? Als het speurdersteam eenmaal georganiseerd is, doet de wandfries dienst als een plaats waar de speurders overzicht hebben op het volledige onderzoek, een soort “storyboard” in een “briefing room” van de politie. Net als in de spannende TV-series (denk aan Witse of Lewis) kunnen de speurders hier hun informatie verzamelen, ordenen, er logische verbanden op aanduiden. Het is dus best om als hoofdinspecteur van de speurders elke episode op te starten en/of af te sluiten met de wandfries, om alle speurders van de laatste ontwikkelingen op de hoogte te stellen. Hoe kan je gemakkelijk in episode 1 in de rol kruipen van hoofdinspecteur en dus leider worden van een speurdersteam? Een accessoire zoals een hoed, een pijp, een jasje … schept duidelijkheid wanneer de leerkracht in de huid van hoofdinspecteur kruipt. Voor de leerlingen is het duidelijk dat, als dit accesoire verschijnt, de leerkracht de rol van hoofdinspecteur opneemt en automatisch worden zij dan de speurders. Ze gaan zich ook meteen zo gedragen. De leerlingen werken in episode 1 een 20-tal minuten aan één onderdeel van de speurdersstage en schuiven dan door.

Op welke details moet ik als hoofdinspecteur letten in episode 2? Aan de wandfries: staakwoorden noteren bij de vreemde voorwerpen en telkens de verbinding maken met Mister C. Hou als hoofdinspecteur de speurders in de hand om niet al te wild te gaan fantaseren: verbeelding mag en is noodzakelijk, maar als speurder moet je je wel schikken naar de feiten van het onderzoek. “C- files”: leerlingen hechten belang aan de initialen van Mister C: H. C. Houd deze initialen in het achterhoofd voor het vervolg in de derde episode Laat de speurders informatie uit de dossiers, de “C-files”halen:

De tekst:

Echte speurders lezen ook aandachtig de begeleidende tekst!

Het filmmateriaal: geef je speurders volgende instructies:

1. Stel , na het kijken, de vraag: waarover gaat het? De speurders noteren een paar staakwoorden.

2. Hier en daar zit er een lange film tussen. Zodra je weet waarover de film gaat mag een speurder die stop zetten.

3. Engelstalig filmmateriaal: beelden spreken evenveel als woorden. Over het algemeen levert dit geen problemen op

en pikken de speurders hier ook de hoofdgedachte op.

Mindmap maken: Wijs als hoofdinspecteur de speurders op de indeling van de “C-files”. Dezelfde structuur kan ook gebruikt worden bij het maken van de mindmaps. Op welke details moet ik als hoofdinspecteur letten in episode 3? Geef als hoofdinspecteur bij de voorstelling van de mindmaps volgende opdracht aan de overige speurders, die luisteren:

1. Luister goed naar de informatie die je hoort. 2. Probeer verbanden te zien met de informatie die jouw speurdersgroep verzamelde: wat is gelijk? Wat niet? 3. Duid deze verbanden tussen aan op je eigen mindmap. Gebruik en vertel wat je opgemerkt hebt bij je eigen voorstelling.”

Stuur tenslotte de mindmaps door aan Staatswelzijn via de website.

Op welke details moet ik als hoofdinspecteur letten in episode 4? De leerkracht logt op voorhand in op de website en becommentarieert de ingestuurde robotfoto’s van de leerlingen. Bij het begin van episode 4 kondig je als hoofdinspecteur aan dat Staatswelzijn zeer opgetogen was met de robotfoto’s, en hier verder opzoekwerk over deed. Zij kwamen tot onthutsende resultaten. Let erop dat alle namen van de verdachten de initialen H.C. dragen, bv: Hendrik Cattoir: Fabriekseigenaar. De machines draaien dag en nacht om een zo groot mogelijke productie te verzekeren. Alle afval wordt verbrand en het afvalwater wordt in de nabij gelegen beek geloosd. Hub Collin: Is 11 jaar en is heel erg verwend. Koopt en krijgt voortdurend hele dure en nieuwe digitale spullen zoals een wii, een smartphone… Telkens iets uit de mode is of licht verouderd gooit hij het weg en krijgt hij het allernieuwste ter vervanging. In de bijlagen vind je nog meer voorbeelden, er kunnen er natuurlijk nog andere verzonnen worden. Laat de speurders zelf het commentaar ontdekken, waaruit blijkt dat iedereen eigenlijk een beetje Mr C kan zijn! De verdachten in deze zaak blijken immers geen klassieke misdadigers, maar doodgewone mensen…Dit doet een belletje rinkelen. Wie van ons heeft geen Mr C in ons? Welke boodschap moeten we dan aan onze verdachten (en aan onszelf) geven? Zorg tot slot voor een bedanking van “Staatswelzijn” voor het geleverde werk. Laat de leerlingen hun avontuur ook brengen aan de gehele school en de ouders. Daaruit kunnen enkele maatregel en voor de school uit voortvloeien…opdat iedereen de Mr C in zichzelf een halt kan toeroepen!

Wat is een QR code?

Een QR code is een tweedimensionale streepjescode die de fysieke en digitale wereld met elkaar verbindt. De code op zich zegt in eerste instantie niets. Het is niet meer dan een abstracte, vierkante barcode. Die scan je in met je mobiele telefoon. Het programmaatje op je mobiele telefoon vertaalt de code vervolgens in een: hyperlink die een website, afbeelding of app store aanroept e-mailadres leesbare tekst sms telefoonnummer

Bijlagen bij Mr C

Hoe lees ik een QR code?

Met speciale, gratis software op je mobiele telefoon: Barcode Scanner (Android) Neoreader (iPhone) Kaywa (Symbian, Java) Activeer het programma, richt de camera op de QR code en neem een ‘foto’. Het programma vertaalt de code vervolgens. Het pakt deze als het ware uit in een begrijpbaar formaat. Dat is dan bijvoorbeeld een site, e-mailadres, tekst of telefoonnummer. http://www.youtube.com/watch?v=U02cVZ5pUYo

Wil je zelf een QR code maken? Dit kan gratis, op speciaal daarvoor gemaakte websites. Er zijn talloze sites te vinden. Hieronder geef ik een eenvoudige Nederlandse site.

NL - QRcode.nu

Nu heb je de QR code, maar je moet hem nog publiceren. Dat doe je eenvoudig op een of meerdere van de onderstaande dragers, op een visitekaartje, sticker, briefpapier, website, poster, MMS, flyer, verpakking, reclamebord,…

Speurderswoordenboek

De speurder, de rechercheur, de detective Iemand die intensief naar iets of iemand zoekt. Iemand die voor de recherche of een detectivebureau speurwerk verricht. Het delict, het misdrijf Wat volgens de wet niet mag Het storyboard, de wandfries Het onderzoek in beelden. Bedoeld om de speurders zicht te geven op het verloop van het onderzoek. Er wordt bijvoorbeeld op aangegeven wanneer wat gebeurt. Het dossier (the file) Alle informatie over hetzelfde onderwerp De verdachte Iemand die ervan wordt verdacht iets strafbaars te hebben gedaan Het signalement Uitvoerige beschrijving van hoe iemand, een verdachte, eruitziet De robotfoto aan de hand van enkele gegevens geconstrueerde afbeelding van een persoon wiens opsporing men verzoekt Het alibi Bewijs dat je niet bij een misdrijf aanwezig was en dus onschuldig bent De getuige Iemand die een gebeurtenis heeft meegemaakt of op andere wijze, een verklaring kan geven ten aanzien van de ware toedracht van een zaak. De getuigenis verklaring van een getuige over wat hij of zij gezien heeft. Het bewijsstuk Voorwerp of document waarmee je iets kunt bewijzen Het spoor, de aanwijzing (the clue) Iets waaruit blijkt dat iets of iemand op een bepaalde plaats geweest is.

De tipgever, de informant Iemand die een belangrijke aanwijzing verstrekt. Iemand schaduwen Iemand volgen zonder dat hij of zij het merkt. De conclusie, de slotsom Het besluit na onderzoek of goed nadenken De ontknoping Afloop, oplossing, ontwarring van een ingewikkeld verhaal, waardoor je het verhaal snapt Op heterdaad betrappen Iemand betrappen terwijl hij of zij de verdachte feiten uitvoert.

Breinkaart Doel: Een visuele presentatie van informatie geven. Onderzoeken hoe verwante ideeën met elkaar in verband staan. Materiaal: Pen, potlood, kleurpotloden, papier De opdracht:

Teken /schrijf je onderwerp in het midden van het papier.

Rondom je onderwerp komen subonderwerpen die te maken hebben met het hoofdonderwerp.

Pijlen, bruggen, takken van het ene onderwerp naar het andere geven aan dat zij op één of andere manier met elkaar in verband staan.

Je kunt nog ondersteunende tekeningetjes toevoegen om de beste breinkaart te maken!

Bronnen: Het complete MI boek Spencer Kagan en Miguel Kagan RPC educatieve uitgaven Wat werkt in de klas Marzano, Pickering en Pollock Bazalt

Speurders-stageopdracht: Wie heeft het gedaan? (+ bijhorend werkblad “wie heeft het gedaan”)

opdracht: Iemand heeft een kleurloze vloeistof gemorst op de keukenvloer en de speurders moeten onderzoeken wie het heeft gedaan. Er zijn vier mogelijke knoeipotten met vier verschillende vloeistoffen: 1. Moeder Yvonne met lampolie, 2. Vader Hans met schoonmaakazijn, 3. Snuffie de poes met water, 4. Of zus Pauline met spa rood. Wat moeten de speurders doen? Het onderzoek bestaat uit drie stappen, waarbij de speurders drie verschillende proefjes doen. Daarbij vergelijken ze de vier vloeistoffen met de gemorste vloeistof X (schoonmaakazijn).Per stap komen de speurders erachter, dat vloeistof X niet overeenkomt met één van de vieronderzochte vloeistoffen. Per stap valt er één vloeistof en dus één dader af. De speurders krijgen bij het begin een formuliertje mee met plaatjes van de mogelijke daders.Na elke stap kan er één mogelijke dader worden doorgestreept. Wat gebeurt er per stap? Stap 1 Kijken: Bij deze stap zien de speurders dat spa rood bruist en vloeistof X niet. Daaromis vloeistof X niet spa rood en Pauline heeft dus niet gemorst. Schoonmaakazijn, water en lampolie blijven nog over. Stap 2 Waterig?: Bij deze stap doen de speurders custard bij de vloeistoffen. Als er water in een vloeistof zit kleurt custard geel. Lampolie bevat geen water en daarom blijft de custard wit. Vloeistof X kleurt de custard wel geel. Daarom is vloeistof X niet lampolie. Moeder Yvonne heeft dus ook niet gemorst. Schoonmaakazijn en water blijven nog over.

Stap 3 Zuur?: Nu doen de speurders een beetje rodekoolsap bij de vloeistoffen. Rodekoolsap kleurt rood/roze in een zure vloeistof. Het rodekoolsap blijft paars in water en kleurt rood/roze in schoonmaakazijn. Vloeistof X kleurt het rodekoolsap ook rood/roze. Vloeistof X is daarom schoonmaakazijn, wat betekent dat vader Hans de dader is en Snuffie de poes onschuldig. Wat heb je allemaal nodig? Per stap kan een tafel worden ingericht. Per tafel zijn de volgende materialen en stoffen nodig: Tafel 1 Stap 1: Kijken - Plasticbeker met vloeistof X (schoonmaakazijn) - Plasticbeker met lampolie - Plasticbeker met schoonmaakazijn - Plasticbeker met water - Plasticbeker met spa rood - Werkbladen Tafel 2 Stap 2: Waterig? - Plasticbeker met vloeistof X (schoonmaakazijn) - Plasticbeker met lampolie - Plasticbeker met schoonmaakazijn - Plasticbeker met water - Plasticbeker met spa rood - Plasticbeker met custardpoeder - 5 pipetten - Theelepel voor de custard - Werkbladen Tafel 3 Stap 3: Zuur? - Plasticbeker met vloeistof X (schoonmaakazijn)

- Plasticbeker met lampolie - Plasticbeker met schoonmaakazijn - Plasticbeker met water - Plasticbeker met spa rood - Plasticbeker met rodekoolsap - 6 pipetten - Werkbladen Hoeveel heb je van alles nodig? Voor ieder kind is er per stap ongeveer 1 ml nodig van iedere vloeistof. Van de custardpoeder zijn er per kind twee theelepels custard nodig, dat is ongeveer 1 gram. Bij stap 2 en 3 is de spa rood eigenlijk niet meer nodig, hetzelfde geldt voor de lampolie bij stap 3. Het is toch raadzaam om alle vloeistoffen bij iedere stap te zetten, omdat de speurders anders al vooruit kunnen kijken wie er afvallen. Hoe maak je rodekoolsap? Het rodekoolsap wordt gemaakt door klein gesneden stukjes rodekool 10 minuten te koken in water. Vervolgens wordt de rodekool afgegoten en wordt het sap opgevangen. Na afkoelen is het klaar voor gebruik. Het rodekoolsap begint na 3 dagen te bederven; het werkt dan nog wel maar het stinkt behoorlijk. Het wordt daarom aangeraden het rodekoolsap niet te ver van te voren te maken. Waar moet je extra opletten? 1. Na een paar uur bruist de spa rood bijna niet meer en moet ververst worden. 2. Niet alle speurders weten hoe een pipet werkt, leg dat voor de zekerheid nog even uit. 3. De speurders moeten echt druppelen en niet meteen de hele pipet leegspuiten. 4. De pipetten moeten worden teruggezet in het juiste bekertje. 5. Als de activiteit enkele dagen achter elkaar wordt gedaan kan het zijn dat sommige speurders al weten wie de dader is. Het is mogelijk om dan water als vloeistof X te gebruiken, zodat de poes de dader wordt. Omdat de spa rood en de lampolie al in de eerste 2 stappen afvallen kunnen deze niet worden gebruikt als vloeistof X.

Bijlage :Tekst bij robotfoto’s Hans Coppens: Hij houdt van zijn grote, mooie, blinkende auto. Daar rijdt hij overal mee naar toe: naar de bakker, naar het grootwarenhuis om de hoek, naar Antwerpen… Hij laat zijn mooie auto graag aan iedereen zien terwijl hij in het weekend plezierritjes maakt. Hendrik Cattoir: Bezit een winstgevende fabriek. De machines draaien dag en nacht om een zo groot mogelijke productie te verzekeren. Alle afval wordt verbrand en het afvalwater wordt geloosd in de nabij gelegen beek. Helena Coussement: huisvrouw. Zij houdt van een warm, gezellig nest maar ook van frisse lucht. Als ze de ramen open zet om het huis te verluchten gaat de verwarming een graad of twee hoger. Hubert Ceuterick: Adviseert de minister van energie. Hij is voorstander van het behoud van de kerncentrales; er is immers geen geld genoeg om alternatieve energie te onderhouden en te subsidiëren. Hassan Claeys: Heeft een gezin met 3 kinderen. Alle gezinsleden nemen elke dag een lekker warm bad. Zij dragen hygiëne hoog in het vaandel en houden van water. Buitenshuis ligt een verwarmd zwembad. Harry Callebout: Is hoofd van een evenementenbureau. Het bureau specialiseert zich in grootschalige lichtprojecten. Ook bij kleinere evenementen is licht troef! Henk Coubergs: Verhuurt quads en andere voertuigen voor amusement zoals speedboten, jetski’s… Snelheid is top! Hella Coontjes: Is 11 jaar. Zij krijgt van haar ouders steeds de nieuwste, up-to-date spullen zoals een Wii, een Smart-Phone…. Telkens als iets uit de mode is of licht verouderd gooit zij het weg. Daar kan zij toch op school niet mee aankomen! Hans Carette: Eigenaar van een bedrijf die tropisch hout invoert en verwerkt tot meubels.