3-1zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Getallen tot 100 miljard
blok 3 • les 2
108 miljoen km
2871 miljoen km
778 miljoen km
4498 miljoen km
Saturnus km
Aarde km
Zon
PlaneetAantal km tussen de zon en de planeet
Precies Afgerond tot op 1 miljoen
Uranus 2 870 972 200 2 871 000 000 of 2871 miljoen 2,871 miljard
Mars 227 936 640 of miljoen miljard
Mercurius 57 910 000 of miljoen miljard
Neptunus 4 498 252 900 of miljoen miljard
Aarde 149 597 870 of miljoen miljard
Jupiter 778 412 010 of miljoen miljard
Saturnus 1 426 725 400 of miljoen miljard
Venus 108 208 930 of miljoen miljard
Ons zonnestelsel bestaat uit de zon en acht planeten. Elke planeet heeft zijn eigen plaats in de ruimte. In de tabel lees je de afstand van elke planeet tot de zon. Vul de tabel aan. Vul ook de gegevens bij de afbeelding aan.
1
Naam Datum
3-2 zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
49,5 miljard 45 500 000 000 4500 miljoen
49 miljard
40 miljard 500 000 000 10 000 000 000
50 miljard
69,3 miljard 0,2 miljard 2 miljard
73 000 000 000
20 000 000 000 74 800 000 000 55 miljard
75 miljard
110
van 1 miljard is 100 miljoen.
0,01 miljard.
100 000 000.
14
van 10 miljard is 2,5 miljoen.
2,5 miljard.
2 500 000 000.
10 miljoen minder dan 1 miljard is 990 miljoen.
99 miljard.
0,9 miljard.
100 miljoen meer dan 49,9 miljard is 50 000 000 000.
50 miljard.
59 900 miljoen.
0,974 miljard 700 miljoen 625 miljoen
750 miljoen 0,3 miljard
26 miljoen miljard
1 000 000 000
14
Welke getallen vormen samen het getal in de ster? Geef die twee getallen telkens eenzelfde kleur. Gebruik een verschillende kleur voor elk duo. Er blijft telkens één getal over. Schrijf in het lege vak het getal dat bij het overblijvende getal past.
2
Kruis alle juiste antwoorden aan.3
3-15zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Breuk als verhouding
blok 3 • les 23
Hoeveel suikerbonen zitten er in een doosje, als er vier suikerbonen met een amandel in het doosje zitten?
aantal suikerbonen met chocolade
aantal suikerbonen met een amandel
totaal aantal suikerbonen
In een doosje zitten suikerbonen.
% van de suikerbonen zijn suikerbonen met chocolade.
% van de suikerbonen zijn suikerbonen met een amandel.
Het aantal suikerbonen met een amandel is .___.
van het aantal suikerbonen met chocolade.
Hoeveel doosjes kun je vullen met 1 kg suikerbonen met chocolade (240 stuks)?
doosjes
Hoeveel suikerbonen van elke soort heb je nodig? Vul de verhoudingstabel aan.
aantal suikerbonen met chocolade 60 600
aantal suikerbonen met een amandel 32 64
totaal aantal suikerbonen 16 160 400
Een doosje doopsuiker wordt gevuld met twee soorten suikerbonen. Per vier suikerbonen zijn er drie met chocolade en één met een amandel.
1
Naam Datum
3-16 zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
aantal hoorntjes
aantal potjes
aantal waterijsjes
totaal aantal ijsjes
Om acht pannenkoeken te bakken heb je de volgende ingrediënten nodig: 250 g bloem, 2 eieren en 0,5 l melk.
In de koelkast staat nog 2 liter melk. Hoeveel pannenkoeken kan mama daarmee bakken en hoeveel heeft ze nodig van de andere ingrediënten?
3
Mama kan pannenkoeken bakken.
Ze heeft daarvoor kg bloem en eieren nodig.
Antwoord:
Vul in.
3___10
van de verkoop bestaat uit . Dat is %.
10 % van de verkoop bestaat uit .
% van de totale verkoop zijn hoorntjes. Dat is .___.
.
De volgende dag verkoopt de ijsventer in totaal 210 ijsjes. Hoeveel hoorntjes heeft hij dan verkocht?
hoorntjes
Per tien verkochte ijsjes zijn er zes hoorntjes, drie potjes en één waterijsje. Mario verkoopt op zijn ronde 21 potjes. Hoeveel ijsjes heeft hij in totaal verkocht?
2
3-9zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
blok 3 • les 14
Plaats de dominostukken in de juiste volgorde, zodat ze een ketting vormen. Het begin- en eindgetal zijn al gegeven.
169 + 75,5
93,55 + 89,99
9 x 239
693 : 7
8 x 0,98
466 + 199
478 - 389
265 + 199,45
7,67 - 1,99
294 - 49,5
12,9 + 10,3
2,9 x 8
534 : 6
467,35 - 2,9
2450 - 299
156 : 4
273 : 7
3,7 + 1,98
19 x 35
9 x 3,5
3,99 x 46
8,83 - 0,99
99
31,5
Maak alle bewerkingen. Schrijf telkens het resultaat in de steen.1
Naam Datum
3-10 zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Vlieg naar Marrakech
voor € 49 p.p.
• De familie Vleugels wil graag op vakantie naar Marrakech. Ze zijn met vijf personen. Hoeveel zullen ze moeten betalen voor de vliegtickets?
Reken uit:
Antwoord:
• In Marrakech heeft papa een hotel voor een week geboekt. In totaal heeft hij € 1490 voor het hele gezin betaald. Hoeveel kost het hotel per persoon?
Reken uit:
Antwoord:
• De familie Vleugels heeft ook een auto gehuurd. Daarvoor heeft papa € 199 betaald. Hoeveel heeft de familie Vleugels voor het hotel, de huurwagen en de vliegtickets samen betaald?
Reken uit:
Antwoord:
Los de vraagstukken op.2
3-11zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Breuken, kommagetallen en percentages
blok 3 • les 19
Knip de twaalf kaarten uit en maak daarmee een rechthoek (drie rijen van vier kaarten), zodat de getallen in de driehoeken die tegen elkaar liggen gelijk zijn.
Let op: de kaarten moeten zo liggen dat de getallen horizontaal leesbaar zijn!
150 %
5 %
8___10
0,45
7___10
0,01
15 %
0,35
50 %
80 %
40 %
30 %
0,75
20 %
50 %
0,9
0,7
45 %
1___8
3___5
80 %
0,6
0,5
12,5 %
3___4
3___10
1,5
1___5
90 %
0,33
4___5
4___10
1
1___2
6___10
0,1
1___4
3___4
25 %
60 %
1 %
0,15
35___100
100 %
75 %
10 %
33 %
1___20
Het breuk-komma-percentage-gelijkheidsspel! 1
0,5
50 %
60 %
1___2
3___6
0,6
Naam Datum
3-13zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 3 • les 19
1___6
. 20 % 30 % . 0,25 80 % . 4___
5 3___
4 . 65 %
0,25 + 6___8
= 2,95 - 3___4
=
1,65 - 2___5
= 1___3
+ 0,2 =
7___2
+ 9,5 = 9,125 - 1___8
=
7 % 1___8
1___3
120 %
Plaats 5___4
en 20 % in de reeks, zodat de rangschikking van klein naar groot
behouden blijft.
3
Reken uit. 4
Los de volgende vraagstukken op.5
• Van een bol kaas van 3,5 kg snijdt Hendrik 3___4
kg af. Hoeveel kg weegt de kaasbol nu nog?
• Siska perst 1 en 1___4
liter fruitsap voor bij het ontbijt.
Fien drinkt 1___5
liter en Siska drinkt 0,5 liter. Hoeveel liter fruitsap is er nog over?
Antwoord:
Antwoord:
Vul in: .2
Je mag telkens kiezen: kommagetallen of
breuken.
Naam Datum
3-3zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Inhoud, gewicht en geld
blok 3 • les 5
hartjes
€ 5,25/kg
smarties
€ 13/kg
gummetjes
€ 8,60/kg
snoepspek
€ 9,60/kg
Product Prijs Korting Korting Ik betaal …
kaas € 4,00 20 % € €
soepgroenten € 3,75 40 %
vleessla € 1,60 25 %
In totaal heb ik € korting gekregen.
200 g hartjes kost € .
400 g smarties kost € .
250 g gummetjes kost € .
125 g snoepspek kost € .
Snelverkoop. Vul de tabel aan.1
Bepaal de prijs van ...2Je mag een
verhoudingstabel gebruiken!
Naam Datum
3-4 zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
€ 2,60
€ 0,90200 g + 50 g
gratis 100 g
+ 25 % gratis
Nu slechts: euro/kg
Normaal: euro/kg
Nu slechts: euro/kg
Normaal: euro/kg
Bereken de prijs per kg.3
Vul het etiket in.4
spinazie
PRIJS
€ 2,70
Prijs/kg
3,60 euro
Gewicht
kg
oesterzwammen
PRIJS
€
Prijs/kg
8 euro
Gewicht
400 g
vruchtensap
PRIJSPrijs/l
1 euro
Inhoud
cl € 0,30
3-15zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 3 • les 17
Winst en verlies
Garageverkoop in de wijk!
• Lies verkoopt koekjes. Ze heeft de koekjes voor € 0,60 gekocht en verkoopt ze voor € 1.
Vul het schema aan.
Hoeveel winst heeft Lies per koekje gemaakt?
• Lies verkoopt ook flesjes water. Ze heeft de flesjes voor € 0,40 gekocht en wil ze verkopen met 25 % winst.
Wat is de winst per flesje?
0 % 100 %
Hoeveel vraagt Lies voor de flesjes water aan haar kraam?
Naam Datum
3-16 zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
• Mama verkoopt enkele boeken die ze voor € 5 per boek heeft gekocht. Ze maakt 25 % verlies.
Wat is het verlies per boek?
0 % 100 %
Hoeveel vraagt mama voor de boeken aan haar kraam?
• Vic, de broer van Lies, verkoopt zijn strips. Hij heeft de strips voor € 3/stuk gekocht en verkoopt ze nu voor € 2,70/stuk.
Vul het schema aan.
Hoeveel verlies maakt Vic per strip?
Hoeveel procent verlies maakt Vic per strip?
0 % 100 %
De inkoopprijs stemt altijd overeen met 100 %.
3-19zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 3 • les 20
Snelheid
Wat is de gemiddelde snelheid in km per uur? Reken uit en vul in.
afstand
tijd
Antwoord:
afstand
tijd
Antwoord:
afstand
tijd
Antwoord:
afstand
tijd
Antwoord:
1
Ik loop 1 km in 3 minuten.
Ik loop 0,5 km in 30 seconden.
Ik loop 10 000 m in 12 minuten.
Ik loop 400 m in 20 seconden.
Naam Datum
3-20 zoWISo, leerjaar 6 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Een cheeta haalt een topsnelheid van 105 km/uur. Dat kan hij slechts 60 seconden volhouden. Welke afstand (in meter) heeft hij in die tijd afgelegd? Reken uit met je .
afstand
tijd
Antwoord:
Een antilope loopt met een gemiddelde snelheid van 80 km/uur. Hij legt een afstand van 800 m af. Hoelang heeft hij over die afstand gedaan? Reken uit met je .
afstand
tijd
Antwoord:
2
3
Ik loop 105 km/uur.
Ik loop 80 km/uur.
1 minuut = 60 seconden
zoWISo, rekenspellen leerjaar 6 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen8
Rekenhandenspel • Spelregelsblok 3
Aantal spelers: 2, 3 of 4
Materiaal: spelbord, dobbelsteen, ondoorzichtig zakje met opdrachtkaarten, kladblad
en 2, 3 of 4 pionnen
Begin
- Zet alle pionnen op de vijfde hand.
- De leerling met de kleinste hand mag beginnen.
Verloop
- Als je aan de beurt bent, gooi je met de dobbelsteen. Zet je pion het gegooide aantal
ogen vooruit. Pas op, als je twee gooit moet je twee plaatsen achteruit!
- Je trekt een opdrachtkaart uit de zak.
- Je maakt de bewerking met het getal waarop je pion staat. Je mag een kladblad
gebruiken.
Voorbeeld: Je staat op de hand met het getal 930. Je trekt de kaart met : 5.
Je maakt de bewerking 930 : 5.
- De andere speler(s) controleren.
Juist? Goed zo! Ga één plaats vooruit.
Fout? Ga een stap achteruit.
- Stop de opdrachtkaart terug in de zak.
- De volgende speler is aan de beurt.
Einde
De speler die als eerste de eindstreep overschrijdt is de winnaar.
9zoWISo, rekenspellen leerjaar 6 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Rekenhandenspel • Spelbordblok 3
6010
2,9
35
460 000
310 000
100 000
16 500
285
4040
84,5
0,1
1200
90 300
17
360
7500
54 000
930
82506,5
760 000
510
48 100
290
92030,6
5800
Start
15 000
240 000
48
5600
73 000
1,2
430
zoWISo, rekenspellen leerjaar 6 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen10
blok 3
Rekenhandenspel • Opdrachtkaarten
: 10 : 10 : 10 : 10 : 10
: 100 : 100 : 100 : 100 : 100
: 0,5 : 0,5 : 0,5 : 0,5 : 0,5
: 5 : 5 : 5 : 5 : 5
: 50 : 50 : 50 : 50 : 50
: 25 : 25 : 25 : 25 : 25
: 4 : 4 : 4 : 4 : 4
0,5 x 0,5 x 0,5 x 0,5 x 0,5 x
5 x 5 x 5 x 5 x 5 x
50 x 50 x 50 x 50 x 50 x
1,5 x 1,5 x 1,5 x 1,5 x 1,5 x
15 x 15 x 15 x 15 x 15 x
4 x 4 x 4 x 4 x 4 x
25 x 25 x 25 x 25 x 25 x
0,1 x 0,1 x 0,1 x 0,1 x 0,1 x
0,01 x 0,01 x 0,01 x 0,01 x 0,01 x
✂
✂