Inhoud
149 3
Spieren
Halsspieren3.1 Oppervlakkige hals- en gezichtsspieren, aanzicht rechts-lateraal. [12]
3.2 Halsspieren, vooraanzicht. [20]
Venter frontalis van dem. occipitofrontalis
Galea aponeurotica
M. orbicularis oculi (pars orbitalis)
M. levator labii superioris enm. levator labii superioris alaeque nasi
Mm. zygomatici major en minor
M. orbicularis orisM. depressor labii inferioris
M. risorius
M. depressor anguli oris
M. transversus menti (var.)
Venter anterior van de m. digastricus (doorschijnend)
Platysma
M. omohyoideus (doorschijnend)
M. stylohyoideus
Venter posterior van de m. digastricus
M. thyreohyoideus
Venter superior van de m. omohyoideus
M. levator scapulae
M. sternohyoideus
M. scalenus medius
M. scalenus anterior
Venter inferior van de m. omohyoideus
M. trapezius
M. sternothyreoideus
M. trapezius
Caput sternale
Caput claviculare
Lamina superficialis van de fascia colli
M. sternocleidomastoideus
Venter posterior van de m. digastricus
Venter occipitalis van de m. occipitofrontalis
Fascia parotideomasseterica
M. sternocleido-mastoideus
A Afb. 4.5
>
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.1
3 HalsHalsspieren 13.1 Oppervlakkige hals- en gezichtsspieren, aanzicht rechts-lateraal. [12]
Inhoud
149 3
Spieren
Halsspieren3.1 Oppervlakkige hals- en gezichtsspieren, aanzicht rechts-lateraal. [12]
3.2 Halsspieren, vooraanzicht. [20]
Venter frontalis van dem. occipitofrontalis
Galea aponeurotica
M. orbicularis oculi (pars orbitalis)
M. levator labii superioris enm. levator labii superioris alaeque nasi
Mm. zygomatici major en minor
M. orbicularis orisM. depressor labii inferioris
M. risorius
M. depressor anguli oris
M. transversus menti (var.)
Venter anterior van de m. digastricus (doorschijnend)
Platysma
M. omohyoideus (doorschijnend)
M. stylohyoideus
Venter posterior van de m. digastricus
M. thyreohyoideus
Venter superior van de m. omohyoideus
M. levator scapulae
M. sternohyoideus
M. scalenus medius
M. scalenus anterior
Venter inferior van de m. omohyoideus
M. trapezius
M. sternothyreoideus
M. trapezius
Caput sternale
Caput claviculare
Lamina superficialis van de fascia colli
M. sternocleidomastoideus
Venter posterior van de m. digastricus
Venter occipitalis van de m. occipitofrontalis
Fascia parotideomasseterica
M. sternocleido-mastoideus
A Afb. 4.5
< >
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.2
3 HalsHalsspieren 23.2 Halsspieren, vooraanzicht. [20]
Inhoud
150
1
2
3
4
5
6
7
A
Halsspieren
3.3 Halsspieren, aanzicht rechts-lateraal. [20]
Venter anterior van de m. digastricus
M. stylohyoideus en glandula submandibularis
Os hyoideum
M. sternohyoideus
Venter superior
Venter inferior
M. sternothyreoideus
Caput sternale van dem. sternocleidomastoideus
Caput claviculare van de m. sternocleidomastoideus
M. omohyoideus
M. trapezius
Protuberantia occipitalis
externa
M. levator scapulae
Mm. splenius capitis en splenius cervicis
M. sternocleidomastoideus
M. scalenus medius
M. scalenus anterior
Ä De m. sternocleidomastoideus dient als hoofdstructuur bij operatieve ingrepen in het halsgebied.
<
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.3
3 HalsHalsspieren 33.3 Halsspieren, aanzicht rechts-lateraal. [20]
Inhoud
151 3Bovenste tongbeenspieren
Spieren
3.4 Bovenste tongbeenspieren (mm. suprahyoidei), aanzicht rechts-lateraal. [20]
3.5 Frontale uitsnede van het hoofd in het gebied van de premolaren, doorsnede van de suprahyoïdale spieren. [20]
M. depressor labii inferioris
M. buccinator
Platysma
Lamina superficialis van defascia colli
Venter anterior van de m. digastricus
M. mylohyoideus
M. geniohyoideus
M. genioglossus
M. hyoglossus
Pars ceratopharyngea van de m. constrictor pharyngis
medius
M. stylopharyngeus
M. stylohyoideus
Venter posterior van de m. digastricus
Processus mastoideus
M. styloglossus
Pars glossopharyngea van de m. constrictor pharyngis
superior
Venter anterior van de m. digastricus
M. mylohyoideus
Bindweefsellus in het gebied van de tussenpezen
Os hyoideum
Angulus mandibulae
Ä Odontogene abcessen kunnen doorbreken in de aangrenzende bindweefselruimte (submandibulaire loge, sublinguale loge).
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.4
3 HalsBovenste tongbeenspieren 13.4 Bovenste tongbeenspieren (mm. suprahyoidei), aanzicht rechts-lateraal. [20]
>
Inhoud
151 3Bovenste tongbeenspieren
Spieren
3.4 Bovenste tongbeenspieren (mm. suprahyoidei), aanzicht rechts-lateraal. [20]
3.5 Frontale uitsnede van het hoofd in het gebied van de premolaren, doorsnede van de suprahyoïdale spieren. [20]
M. depressor labii inferioris
M. buccinator
Platysma
Lamina superficialis van defascia colli
Venter anterior van de m. digastricus
M. mylohyoideus
M. geniohyoideus
M. genioglossus
M. hyoglossus
Pars ceratopharyngea van de m. constrictor pharyngis
medius
M. stylopharyngeus
M. stylohyoideus
Venter posterior van de m. digastricus
Processus mastoideus
M. styloglossus
Pars glossopharyngea van de m. constrictor pharyngis
superior
Venter anterior van de m. digastricus
M. mylohyoideus
Bindweefsellus in het gebied van de tussenpezen
Os hyoideum
Angulus mandibulae
Ä Odontogene abcessen kunnen doorbreken in de aangrenzende bindweefselruimte (submandibulaire loge, sublinguale loge).
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.5
3 Hals
Bovenste tongbeenspieren 23.5 Frontale uitsnede van het hoofd in het gebied van de premolaren,
doorsnede van de suprahyoïdale spieren. [20]
<
Inhoud
152
1
2
3
4
5
6
7
A
Tongbeenspieren: functie3.6a,b Suprahyoïdale en infrahyoïdale spieren. [20, 44]
3 Trekspieren schildkraakbeen: m. sternothyreoideus, trekrichting van de oesophagus en van de trachea
a De werkingsrichtingen van de spieren zijn aangegeven door pijlen
b Hefspieren en trekspieren van het tongbeen en het strottenhoofd
Ligamenta anularia van de trachea
M. constrictor pharyngis inferior
M. stylopharyngeus
M. stylohyoideus
M. constrictor pharyngis superior
Venter posterior van de m. digastricus
Venter anterior van de m. digastricus M. geniohyoideus
M. mylohyoideusM. thyreohyoideus
M. omohyoideus
M. sternohyoideus
M. sternothyreoideus
Oesophagus
3 Hefspieren tongbeen: m. constrictor pharyngis superior en medius, m. stylohyoideus, m. geniohyoideus, m. digastricus, m. mylohyoideus
3 Hefspieren schildkraakbeen: m. palatopharyngeus, m. stylopharyngeus, m. thyreohyoideus, m. constrictor pharyngis inferior
3 Trekspieren tongbeen: m. thyreohyoideus, m. omohyoideus, m. sternothyreoideus, m. sternohyoideus
I Tongbeen en strottenhoofd hangen door de spierlussen van de bovenste en onderste tongbeenspieren in labiel evenwicht.
152
1
2
3
4
5
6
7
A
Tongbeenspieren: functie3.6a,b Suprahyoïdale en infrahyoïdale spieren. [20, 44]
3 Trekspieren schildkraakbeen: m. sternothyreoideus, trekrichting van de oesophagus en van de trachea
a De werkingsrichtingen van de spieren zijn aangegeven door pijlen
b Hefspieren en trekspieren van het tongbeen en het strottenhoofd
Ligamenta anularia van de trachea
M. constrictor pharyngis inferior
M. stylopharyngeus
M. stylohyoideus
M. constrictor pharyngis superior
Venter posterior van de m. digastricus
Venter anterior van de m. digastricus M. geniohyoideus
M. mylohyoideusM. thyreohyoideus
M. omohyoideus
M. sternohyoideus
M. sternothyreoideus
Oesophagus
3 Hefspieren tongbeen: m. constrictor pharyngis superior en medius, m. stylohyoideus, m. geniohyoideus, m. digastricus, m. mylohyoideus
3 Hefspieren schildkraakbeen: m. palatopharyngeus, m. stylopharyngeus, m. thyreohyoideus, m. constrictor pharyngis inferior
3 Trekspieren tongbeen: m. thyreohyoideus, m. omohyoideus, m. sternothyreoideus, m. sternohyoideus
I Tongbeen en strottenhoofd hangen door de spierlussen van de bovenste en onderste tongbeenspieren in labiel evenwicht.
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.6 a,b
3 HalsTongbeenspieren: functie3.6a,b Suprahyoïdale en infrahyoïdale spieren. [20, 44]
Inhoud
153 3Diepe laterale halsspieren
Spieren
3.7 Prevertebrale en diepe laterale halsspieren, lateraal vooraanzicht. [6]
Corpus ossis sphenoidalis
Pars basilaris ossis occipitalis
Processus styloideus
M. rectus capitis anterior dexter en sinister
M. longus capitis
M. longus colli dexter en sinister
Ligamentum longitudinale anterius
M. scalenus anterior
Porus acusticus externus
Processus mastoideus
M. rectus capitis lateralis
M. splenius capitis
Venter posterior van de m. digastricus (res.)
M. levator scapulae (res.)
M. iliocostalis cervicis
M. longissimus cervicis
M. scalenus medius
M. scalenus anterior
M. scalenus posterior
Scalenuspoort
Costa I
Costa II
I De doorgang van de plexus brachialis en de a. subclavia is zichtbaar in de scalenus-poort tussen de m. scalenus anterior en m. scalenus medius (A Afb. 3.65).
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.7
3 HalsDiepe laterale halsspieren3.7 Prevertebrale en diepe laterale halsspieren, lateraal vooraanzicht. [6]
Inhoud
154
1
2
3
4
5
6
7
A
Halsfasciën3.8 Spierfasciën van de hals, vooraanzicht. [45]
Fascie van de m. sternocleidomastoideus
V. jugularis interna
A. carotis communis
Snijrand van het oppervlakkige blad van de halsfascie
Vagina carotica
Prominentia laryngea
M. omohyoideus
Lamina media = pretrachealis van de fascia colli
Lamina profunda = prevertebralis van de fascia colli
Caput sternale en caput claviculare van de m. sternocleidomastoideus (res.)
M. sternocleidomastoideusTrigonum clavi – deltoideo – pectorale= groeve van Mohrenheim
Fascia pectoralis
Fascia nuchae
M. trapezius
Lamina superficialis van de fascia colli
Glandulasubmandibularis
Platysma
Os hyoideum
Ä De halsfasciebladen en de daardoor begrensde bindweefselruimten zijn hoofdstructuren bij operatieve ingrepen in het halsgebied (bijvoor-beeld bij nekdissecties).
Het platysma is aan beide zijden losgemaakt en naar craniaal verplaatst. Aan de rechter lichaamshelft is het oppervlakkige hals-fascieblad boven de m. sternocleidomas-toideus geopend. Aan de linker lichaamshelft is de aanhechting van de m. sternocleido-mastoideus losgesneden en naar craniaal verplaatst. Om het middelste halsfascieblad en de bloedvatzenuwschede weer te geven is het oppervlakkige halsfascieblad gedeeltelijk verwijderd.
154
1
2
3
4
5
6
7
A
Halsfasciën3.8 Spierfasciën van de hals, vooraanzicht. [45]
Fascie van de m. sternocleidomastoideus
V. jugularis interna
A. carotis communis
Snijrand van het oppervlakkige blad van de halsfascie
Vagina carotica
Prominentia laryngea
M. omohyoideus
Lamina media = pretrachealis van de fascia colli
Lamina profunda = prevertebralis van de fascia colli
Caput sternale en caput claviculare van de m. sternocleidomastoideus (res.)
M. sternocleidomastoideusTrigonum clavi – deltoideo – pectorale= groeve van Mohrenheim
Fascia pectoralis
Fascia nuchae
M. trapezius
Lamina superficialis van de fascia colli
Glandulasubmandibularis
Platysma
Os hyoideum
Ä De halsfasciebladen en de daardoor begrensde bindweefselruimten zijn hoofdstructuren bij operatieve ingrepen in het halsgebied (bijvoor-beeld bij nekdissecties).
Het platysma is aan beide zijden losgemaakt en naar craniaal verplaatst. Aan de rechter lichaamshelft is het oppervlakkige hals-fascieblad boven de m. sternocleidomas-toideus geopend. Aan de linker lichaamshelft is de aanhechting van de m. sternocleido-mastoideus losgesneden en naar craniaal verplaatst. Om het middelste halsfascieblad en de bloedvatzenuwschede weer te geven is het oppervlakkige halsfascieblad gedeeltelijk verwijderd.
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.8
3 HalsHalsfasciën3.8 Spierfasciën van de hals, vooraanzicht. [45]
Inhoud
155 3Halsfasciën en bindweefselruimte
3.9 Reconstructie van de fasciën en de bindweefselruimte van de hals door middel van een horizontale doorsnede.
3.10 Sagittale doorsnede van de hals ter hoogte van het strottenhoofd. [15]
Spatium suprasternale
Spatium previscerale
Spatium para- = lateropharyngeum
voorste septum
middelste septum
achterste septum
Fascieloge van dem. sternocleidomastoideus
Spatium retropharyngeum
Spatium laterale
Fascieloge van de m. levator scapulae
Fascieloge van dem. trapezius
Spatium retropharyngeum
Spatium suprasternale
Spatium previscerale
Vaginacarotica
Fasciën van de hals(fascia colli = cervicalis)
Spierfasciënf oppervlakkige blad (lamina superficialis van de fascia colli superficialis) f middelste blad (lamina media = fascia colli pretrachealis)f diepe blad (lamina profunda = fascia colli prevertebralis)
f Carotisschede (vagina carotica = schede van de vaatzenuw) a. carotis communis – a. carotis externa – a. carotis interna v. jugularis interna n. vagus truncus sympathicus (craniale deel) en ganglion cervicale superius
Orgaanfasciën(fasciae viscerales)f algemene orgaanfascief speciale orgaanfascie = orgaankapsel
F
Fasciën van de hals(fascia colli = cervicalis)
f oppervlakkige blad
f middelste blad
f diepe blad
f algemene orgaanfascie
f speciale orgaanfascie
F
Binnen de bindweefselruimten tussen de halsfasciebladen kunnen bloedingen en abcessen zich uitbreiden en afdalen naar caudaal in het mediastinum (dalingsabcessen).
Ä
Spieren
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.9
3 Hals
Halsfasciën en bindweefselruimte 13.9 Reconstructie van de fasciën en de bindweefselruimte van de hals
door middel van een horizontale doorsnede.
>
Inhoud
155 3Halsfasciën en bindweefselruimte
3.9 Reconstructie van de fasciën en de bindweefselruimte van de hals door middel van een horizontale doorsnede.
3.10 Sagittale doorsnede van de hals ter hoogte van het strottenhoofd. [15]
Spatium suprasternale
Spatium previscerale
Spatium para- = lateropharyngeum
voorste septum
middelste septum
achterste septum
Fascieloge van dem. sternocleidomastoideus
Spatium retropharyngeum
Spatium laterale
Fascieloge van de m. levator scapulae
Fascieloge van dem. trapezius
Spatium retropharyngeum
Spatium suprasternale
Spatium previscerale
Vaginacarotica
Fasciën van de hals(fascia colli = cervicalis)
Spierfasciënf oppervlakkige blad (lamina superficialis van de fascia colli superficialis) f middelste blad (lamina media = fascia colli pretrachealis)f diepe blad (lamina profunda = fascia colli prevertebralis)
f Carotisschede (vagina carotica = schede van de vaatzenuw) a. carotis communis – a. carotis externa – a. carotis interna v. jugularis interna n. vagus truncus sympathicus (craniale deel) en ganglion cervicale superius
Orgaanfasciën(fasciae viscerales)f algemene orgaanfascief speciale orgaanfascie = orgaankapsel
F
Fasciën van de hals(fascia colli = cervicalis)
f oppervlakkige blad
f middelste blad
f diepe blad
f algemene orgaanfascie
f speciale orgaanfascie
F
Binnen de bindweefselruimten tussen de halsfasciebladen kunnen bloedingen en abcessen zich uitbreiden en afdalen naar caudaal in het mediastinum (dalingsabcessen).
Ä
Spieren
155 3Halsfasciën en bindweefselruimte
3.9 Reconstructie van de fasciën en de bindweefselruimte van de hals door middel van een horizontale doorsnede.
3.10 Sagittale doorsnede van de hals ter hoogte van het strottenhoofd. [15]
Spatium suprasternale
Spatium previscerale
Spatium para- = lateropharyngeum
voorste septum
middelste septum
achterste septum
Fascieloge van dem. sternocleidomastoideus
Spatium retropharyngeum
Spatium laterale
Fascieloge van de m. levator scapulae
Fascieloge van dem. trapezius
Spatium retropharyngeum
Spatium suprasternale
Spatium previscerale
Vaginacarotica
Fasciën van de hals(fascia colli = cervicalis)
Spierfasciënf oppervlakkige blad (lamina superficialis van de fascia colli superficialis) f middelste blad (lamina media = fascia colli pretrachealis)f diepe blad (lamina profunda = fascia colli prevertebralis)
f Carotisschede (vagina carotica = schede van de vaatzenuw) a. carotis communis – a. carotis externa – a. carotis interna v. jugularis interna n. vagus truncus sympathicus (craniale deel) en ganglion cervicale superius
Orgaanfasciën(fasciae viscerales)f algemene orgaanfascief speciale orgaanfascie = orgaankapsel
F
Fasciën van de hals(fascia colli = cervicalis)
f oppervlakkige blad
f middelste blad
f diepe blad
f algemene orgaanfascie
f speciale orgaanfascie
F
Binnen de bindweefselruimten tussen de halsfasciebladen kunnen bloedingen en abcessen zich uitbreiden en afdalen naar caudaal in het mediastinum (dalingsabcessen).
Ä
Spieren
Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007
Afb. 3.10
3 HalsHalsfasciën en bindweefselruimte 23.10 Sagittale doorsnede van de hals ter hoogte van het strottenhoofd. [15]
<