Het KLIN© Atelier
Hans van Balkom en Hanneke van Bakel
Het KLIN© Atelier
Ondersteunde Taalverwerving en Geletterdheidvoor kinderen met
Communicatief Meervoudige Beperkingen
Hans van Balkom en Hanneke van BakelRadboud Universiteit Nijmegen
Stichting Milo: Wegbereiders in communicatie
Koninklijke Kentalis
3
Masterclass Programma
KLIN© Atelier Speel- en leeromgeving VVE en Reggio Emilia, Dynamisch Assessment,
Ondersteunde Communicatie (OC) Communicatief Meervoudig Beperkte kinderen
Uitgangspunten Communicatie: Zicht op totale ontwikkeling Kritieke massa hypothese Natuurlijke taal compensatie
Werkwijze Communicatie Competentie Profiel (CCP) Dynamische Assessment (DA) Ankergestuurde Instructie
Kernvaardigheden Woordennetwerk, woordepisode Ondersteunde Geletterdheid (4-12 jaar)
Praktijkworkshop
4
KLIN© Atelier ontzorgt
Het KLINc-Atelier werd ontwikkeld om de ontwikkeling van taal-, communicatie en vroege geletterdheidvaardigheden van kinderen met ernstig meervoudige beperkingen te stimuleren binnen een speciaal ontwikkelde speel-/leeromgeving. De focus van het ankergestuurde interventieprogramma was gericht op het stimuleren van de taalontwikkeling door middel van woordenschatontwikkeling en de inzet van ondersteunde communicatie. Door middel van dynamisch assessment werd de ontwikkeling van de kinderen nauw gevolgd en konden individuele leerdoelen worden opgesteld. Uit de resultaten bleek dat de tien deelnemende kinderen tijdens de twee jaar durende interventie een grotere ontwikkelingsgroei doormaakten dan in de periode voor de interventie. Daarnaast bleken ze zich sneller te ontwikkelen dan een controlegroep met kinderen die de interventie niet ontvingen. Vervolgonderzoek van de kinderen in de interventiegroep een jaar na afloop van de interventie, liet zien dat de ontwikkeling van de kinderen significant vertraagde. De resultaten van effect onderzoek tonen dus aan dat een vroege interventie de taalontwikkeling van kinderen met meervoudige beperkingen kan versnellen. Het blijkt echter ook van belang om een interventie voor een langere periode voort te zetten en om deze in te zetten in verschillende settings die achtereenvolgende het leren van kinderen stimuleren (zoals kinderdagverblijven en scholen), om zo de positieve leereffecten te
behouden. Van der Schuit, M., Stoep, J. & Van Balkom, H. (2012). Kinderen Leren Initiatieven Nemen in communicatie (KLINc) : Vroege taalinterventie in een speel-/leeromgeving voor kinderen met meervoudige beperkingen. Onderzoek en Praktijk, 51 (7-8), 350-367
Doelgroep: Communicatief MeervoudigeBeperkingen (CMB), 4-12 jaar oud
CMB
Ontwikkelingsstoornis en cognitieve beperking
NeurologischNeuropsychologisch
GenetischNeurobiologisch
Degeneratief
Down sydroomAngelmann
Rett SyndroomPräder Willi
VCFFragiele X
Verworven hersen-beschadiging
Landau-KleffnerKinderafasie
1. Anartrisch/dysarthrisch2. Taalbegripsproblemen met lage non-
verbale intelligentie3. Problemen met verwerken van
vluchtige informatie4. Auditieve agnosie, corticale
woorddoofheid5. Bypass (OC) is nodig voor
communicatie
AangeborenVerworven
Typo
logie
Aan
vulle
nd
e ke
nm
erke
n
CommunicatieCompetentieProfiel (CCP)
OndersteundeCommunicatie (OC),
Technologie
Betekenisvolle, ankergestuurde
instructie
DynamischAssessment (DA) ,
kernteams en Goal Attainment
Scaling (GAS)
Stimuleren op maat; zone van
aangrenzendeontwikkeling
Spelen en werkenin hoeken.
Het eigen initiatiefoptimaliseren
Interactief voorlezen; ‘Milo & Lana’ digitale
prentenboeken
Home Literacy, gebaren,
ouderbegeleiding
Reggio Emilia Co-creatie
Hoofdproces KLIN©Week 1/2 Week 3 Week 4 Week 5/6 Week 7 Week 8 Week 9 Week 10 Week 11 Week 12
©
Startactiviteit uitvoeren
anker
DvdStartactiviteitAnker klaar
Groepsruimte inrichten
anker
Activiteiten ontwikkelen
anker
Ankerboek ontwikkelen
anker
Thema volgend anker
bepalenvoorbereiding
Woordweb volgend anker
bepalenvoorbereiding
Activiteiten ontwikkelen
anker
Inhoudelijke bijeenkomst
teamanker
Planning kernteam
voorbereiding
Selectie+keuze boeken
volgend ankervoorbereiding
Activiteiten ontwikkelen
anker
Startactiviteit volgend anker
bedenkenvoorbereiding
Activiteiten ontwikkelen
anker
Reflectie-bijeenkomst
teamanker
Startactiviteit uitwerken
voorbereiding
Oefeningen ontwikkelen
anker
Gebaren selecteren
volgend ankervoorbereiding
Pictogrammen selecteren
volgend ankervoorbereiding
Pictogrammen archiveren en verspreiden
voorbereiding
Woordenlijst ouders makenvoorbereiding
Brainstorm voorbereiden voorbereiding
Woordenlijst versturen naar
oudersvoorbereiding
Ontwikkeling activiteiten
voorbereiding
Script instructie dvd ontwikkelen
voorbereiding
Plan inrichting ruimte
volgend anker voorbereiding
Woordkaarten ontwikkelen
volgend anker voorbereiding
Draaiboek startactiviteit samenstellen voorbereiding
Nieuwsbrief ouders
voorbereiding
Scannen prentenboek
volgend anker voorbereiding
Audio-opname woorden en prentenboek
voorbereiding
Video-opname woorden en prentenboek
voorbereiding
Aanschaf materialen
voorbereiding
Kernteam-bespreking
voorbereidenvoorbereiding
Brainstorm nieuw anker +
verslag voorbereiding
PWT + AWT ontwikkelen
volgend anker voorbereiding
Digitaliseren audio-opnamevoorbereiding
Bewerken video-opname voorbereiding
Kernteam-besprekingen voorbereiding
Overleg nieuwe
ankercyclusvoorbereiding
Digitaliseren prentenboek
voorbereiding
Digitaliseren gebaren-filmpjes
voorbereiding
Tentoon-stellinganker
Verslagen kernteam-bespreking
voorbereiding
Ccp per kind bijstellen
voorbereiding
Instructie dvd samenstellen voorbereiding
Startactiviteit doorspreken
voorbereiding
Activiteiten ontwikkelen
voorbereiding
Afnemen PWT + AWT
7
Verslag PWT + AWT
Script ontwikkelen ankerboek
www.stichtingmilo.nl
8
Basisprinicipe 1: Communicatie en totale ontwikkeling
Inzicht in de ontwikkeling van communicatie biedt zicht op de totale ontwikkeling van het kind in relatie tot persoonlijke en omgevingsfactoren.
Basisprinicipe 2:Leren is activeren
Je leert alleen als je aandacht mentaalgeactiveerd wordt, dus betrokken bent.
Basisprincipe 3: Ankergestuurde cyclus
Kinderen krijgen gelegenheid om binnen tijdspanne van 12 wekenankergestuurde activiteiten uit te voeren met de nadruk op herhaling, consolidering en verbreding
Anker als startpunt
Werkwijze en ondersteuning zijn verankerd in:
• Authentieke leerervaring
• Ontwikkelingsleeftijd, rekening houdend met kalenderleeftijd, beleving en interessewereld
• Activiteit die de kinderen ‘grijpt’ en vragen oproept, uitdaagt tot onderzoeken en ontdekken
• Cultuur en taalaanbod van de opvoedkundige omgeving thuis
• Basis om met elkaar verbonden activiteiten te ontplooien vanuit verschillende invalshoeken
• Leidt tot netwerk van met elkaar samenhangende begrippen in verschillende uitingsvormen, gekoppeld aan eigen ervaringen en belevingen zodat dat beter beklijft dan ‘losse’ kennis
Ankergestuurde cyclus
Gezamenlijke beleving:
ankeractiviteit
Fase 1:
Ervaren
Fase 2:
Exploreren
Fase 3:
Verdiepen
Fase 4:
Associëren/ relaties leggen
U
Fase 5: Ordenen,
evalueren en presenteren
Thema’s
Drie Ankercycli: 1. Bouwen2. Koken3. Familie
Vastgelegd in: Verantwoording 3 Ankercyclus-beschrijvingen Activiteitenkaarten
Basisprincipe 3:Samen beleven en ontdekken
• Zorg voor de ingrediënten: materialen en instructie met picto’s
• Laat kinderen samen exploreren
• Lok uit en doe zelf mee
• Ondersteun elk kind op eigen wijze
• Creëer uitdagende gelegenheden
• Doe voor en voer daarna de handeling samen uit
• Perspectief van waarnemen, verwerken en handelen geschiedt altijd vanuit het kind
Basisprincipe 4: Uitdagen, uitlokken
• Niet star vasthouden aan je eigen plan
• Volg het kind in zijn waarneming en handeling
• Zorg voor passend materiaal en uitdagende omgeving; passend bij ontwikkeling, beleving, interesses en vaardigheden
• Co-creatie: Benoem, bevraag, becommentarieer en lok uit
Benoem: Kijk dit is Milo. Milo heeft een mooie muts op …. Hmmmm …Hij wil suiker (wijzend op bus met poedersuiker) voor op de …. ?Bevraag: Kun je de suiker even pakken? (handeling uitlokken) en aan Milo geven?Commentaar (uitbreidend): Strooien. Milo wil de suiker op de pannenkoek strooien. Kom we helpen hem hierbij. Goed zo! Uitlokkend: Jouw pannenkoek moet ook nog … Vraag Milo maar of hij je helpt?
(woord-episode)
Basisprincipe 5:Creëer veiligheid, geborgenheid
Kinderen leren om:• vanuit eigen veilige omgeving (waarneming en
ordening/verwerking) leren om van de ene naar de andere activiteit over kunnen gaan (van setting naar setting)
• zelf activiteiten kunnen kiezen vanuit eigen waarneming, ordening en situatie (bv. voorwerpen als verwijzers)
• Zelfstandig de nieuwe activiteit herkennen en beginnen
• zelf toegang kunnen krijgen tot speelmaterialen• op hun manier met anderen over en binnen hun
activiteiten kunnen communiceren• de kans krijgen om in contact te komen met
anderenDit vereist aanpasbare speel- en leeromgeving
Basisprincipe 6:Dwarsverbanden leren leggen
• Alle activiteiten zoveel mogelijk in het kader van het anker(thema/beleving) plaatsen
• Teruggrijpen op ankerervaring in alle hoeken door:
– Kiezen van situationele en belichaamde verwijzers vanuit de (anker)beleving/interesse kind
– Associatie/koppeling met functionele voorwerp en/of foto’s
– Terugkijken van filmfragment over beleving en ervaring van activiteit/handeling uit ankerervaring (associaties, betekenisverlening)
– Op maat aangemaakte computeroefeningen passend bij zone van aangrenzende ontwikkeling
– Na-doen, na-vertellen met behulp van Ondersteunde Communicatie (OC)
Basisprincipe 7: Kies perspectief van het kind
De meeste kinderen starten bij KLIN© vanuit lichaamsgebonden ensituatiegericht gedrag. Hun lichaam fungeert als oriëntatiepunt.Biedt overzicht via structuur, plan systemen en mogelijk ook scripts (vanuit het waarnemings- en verwerkingsperspectief van het kind) vanwege voorspelbaarheid ….
Basisprincipe 8:Ondersteun taalaanbod
Vaak is er te veel nadruk (onbewust) op spraakaanbod. Temporiseer dat spraakaanbod (langzaam tempo, meer klemtoon en intonatie, korte zinnen, situationeel taalgebruik). Zoveel mogelijk NmG gebruiken en waar mogelijk ook concrete verwijzers (vanuit kind!) en voor het kind herkenbare foto’s en pictogrammen. Leg eerst uit voordat je iets gaat doen.
Basisprincipe 9: Alle gedrag is in potentie communicatie
Beschouw alle vormen van gedrag, ook signalen van in zichzelf gekeerd gedrag en dolend lopen op bijvoorbeeld het schoolplein, in potentieals communicatie signalen. Communicatie is meer dan spraak en andere conventionele uitingsvormen.
Basisprincipe 10:Creëer overzicht, dat biedt inzicht
Overzicht helpt bij ‘zich veilig voelen’ en ‘de weg kunnen vinden’. Het ondersteunt gerichte en gedeelde aandacht, waarneming. Cognitief gezien is overzicht nodig om relaties, patronen te kunnen zien en onderscheid te kunnen maken in verschillende signalen en activiteiten. Het is met name nodig om te kunnen komen tot betekenisverlening en associatieve verbanden of dwarsverbanden kunnen (gaan) zien. Zonder overzicht, geen inzicht!
Spelen en werken in hoeken
Welkom
Ontdekhoek
Leeshoek
HuishoekExpressiehoek
Multimediahoek
Doehoek
Bouwhoek
Van tweeën één: KLIN© Effectstudie
Non-verbale intelligentie:PVI = .398, t(8) = -2.98, p = .018, d = -2.113
Taalbegrip: PVI = -.006, t(8) = -2.90, p = .020, d = -2.05
Productieve syntax: PVI = -.170, t(8) = -4.04, p = .004, d = -2.86
Productieve woordenschat:PVI = .053, t(8) = -3.29, p = 0.011, d = -2.33
Van der Schuit
23
Toegang tot communicatie, taal en geletterdheid
• Ontwikkel- en leerpotentieel kind
- Communicatie Competentie Profiel (CCP)
• Doelformulering
- Handelings- en ondersteuningsplan
• Werkwijze
- Plan van aanpak
• Evaluatie en bijsturing
- Dynamische Assessment (DA)
24
Communicatieve competentieals uitgangspunt
Wetenschappelijke premisses
Inzicht in ontwikkeling van communicatie biedt zicht op de totale ontwikkeling van het kind in relatie tot persoonlijke – en omgeving gerelateerde factoren
Taal is een communicatieverschijnsel en ontstaat in het brein
Communicatieve competentie stuwt taalverwerving
Tien ontwikkelingsdomeinen
AandachtArousal Corticaal, vigilantie;
gericht, gedeeld, aanhoudend
Waarneming Gehoor, visus, geur/smaak,
tast, druk, kinesthesie,
Werkgeheugen visueel-spatiële geheugen,
Volgorde/fonologisch of
auditief geheugen
Cognitie Verbaal en nonverbaal,
Betekenisverlening, conceptvorming,
Ordeningsrelaties (w.o. vergelijken)
Redeneer- en probleemoplossend
vermogen
Oriëntatie Lichaam, tijd,
plaats, sociaal
Zelfredzaamheid Zelfverzorging, Activiteiten van het
Dagelijks Leven (ADL), autonomie, zelfregie, planmatig handelen
Adaptatie Aanpassingsvermogen,
flexibiliteit, zelfvertrouwen,
meegaand
Socio-Emotioneel Theory of Mind (ToM)
Ik-besef, zelfreflectie, zelfregulatie,
eigen waarde, inlevingsvermogen
Motoriek/Mobiliteit Sensomotoriek coördinatie, praxis,
bewegingsapparaat.
COMMUNICATIE
SOCIALE NETWERK;
TAALAANBOD;
GELEGENHEDEN EN KANSEN
ONDERSTEUNING
OMGEVING SITUATIONELE
CONTEXT
Van Balkom (2009), gebaseerd op Fröhlich (1989)
Kern- en Ontwikkelingsdomeinen
Communicatieve
Competentie
Taal
Nature-Nurture-Culture
Nature Nurture
(Aanleg)(Opvoeding)
Nativisme Connectionisme Constructivisme Behaviorisme
Taalisgenetisch
bepaald,onafhankelijk
vansociaal-culturele
omgeving.
Chomsky,N.(1959).AReviewof
B.F.Skinner’sVerbalBehavior.
Language,35(1),26-58.
Chomsky,Noam(1965).Aspects
oftheTheoryofSyntax.Cabridge,
MA:MITPress.
Relatietussencognitive
enneurofysiologische
architectuurenfuncties
vanCZS.
Rumelhart,D.E.,&McClelland,J.
L.(1986).ParallelDistributed
Processing:explorationsinthe
microstructureofcognition.MIT
Press,Cambridge
Pinker,S.,andMehler,J.(1988).
ConnectionsandSymbols,
CambridgeMA:MITPress
Geenaangeborenrol
vantaalsysteem.Taal
wordtgezienalseen
communicatievefunctie
Bates,E.(1979).TheEmergence
ofSymbols:Cognitionand
CommunicationinInfancy.New
York:AcademicPress.
Tomasello,M.(2003).
ConstructingaLanguage.
Cambridge,MA:Harvard
UniversityPress
Taalisnietaangeboren,
maarontstaatuit
imitatievangedraguit
deomgeving.
Skinner,B.F.(1957).Verbal
Behavior. NewYork:Appleton-Century-Crofts.
Sociaal interactionisme / Transactioneelmodel
Uitgedaagde taalproductie (pushed output; Swain, 2005)
Betekenisvolle interacties
Wederzijdse ‘onderhandeling’ over intenties en betekenis
Kindgerichte spraak (motherese)
Scaffolding
Jerome Bruner Catherine Snow
• Evidentie voor deze zienswijze in breinonderzoek
Patricia Kuhl
Causal Model Communication andLanguage Competence
Bishop, D.V.M. & Snowling, M.J. (2004). Developmental Dyslexia and SpecificLanguage Impairments, Psychlogical Bulletin, 130(6), 858-886
Communicatie en taal in het brein
Figuur A: Communicatieve Intentie, niet
beïnvloedbaar door linguïstische complexiteit.
Omschrijving van begrip, waarbij de spreker
inspeelde op de door hem gekende
voorkennis over het woord/ begrip bij de
luisteraar.
Figuur B: Linguïstische complexiteit,
waarbij de spreker niet kon uitgaan van
aanwezige voorkennis over een
woord/begrip.
-------------------
Willems,R., & Varley,R. (2010). Neural Insights into the relatiion between language and communication. Frontiers in Human Neuroscience, 2010
(4), 1-8. http://www.frontiersin.org
Neuronale netwerken voor taal en lezen ontstaan vanuit communicatie
ExecutieveControle
Socio-EmotioneleStatus
RedenerenKennis, Rekenen
Woord Decoderen
WoordenschatGeheugen
ConceptvormingGrammaticaFonologischbewustzijn
Woordenschat explosie: Kritieke Massa Hypothese
Chronological Age
MLU
: Gra
mm
ar in
dic
atio
n
(Bateson et al., 1994; Bates & Goodman, 1997; Leonard & Deevy, 2004)
Lexicon en grammatica zijn sterk afhankelijk qua ontwikkeling;
woordenschatontwikkeling en grammaticale ontwikkeling
versnellen elkaars ontwikkeling vanaf een kritieke woordenschat van
50 tot 80 verschillende begrippen (actief)
Chronological Age (days)
Mea
sure
d N
um
ber
of
Wo
rds
Kritieke massa van
ca. 50-80 verschillende
begrippen (concepten)
en woorden
32
Semantisch netwerk voor ‘aardbei’
De Deyne & Storms, 2008
33
Uitbreiding semantisch netwerk
Verhallen & Verhallen, 2010
Simple View of Reading (SVR)
Woordherkenning +Taalbegrip –
Woordherkenning +Taalbegrip +
Woordherkenning –Taalbegrip –
Woordherkenning –Taalbegrip +W
oo
rdh
erke
nn
ing
Wo
ord
bee
ld
Taalbegrip
+
+−
Hoover, W.A.,& Gough,P.B.,1990. The Simple View of Reading.Reading and Writing: An Interdisciplinary Journal, 2, 127-160
2016 | KLIN© Atelier | Hans van Balkom & Hanneke van Bakel |Ondersteunde taalverwerving en geletterdheid bij kinderen met CMB
Woord Decoderen (WD) x Taalbegrip (TB) = Begrijpend Lezen (BL)
Context van betekenisverlening
Lexical Quality Hypothesis
Auditieve Waarneming
Decodeervaardigheid
Fonologisch Bewustzijn
Woordbeeld (Patroon) Herkenning
Teken-/Testbegrip
Spraakaanbod
Tekstaanbod
Perfetti, Ch., & Stafura, J. (2014). Word Knowledge in a Theory of Reading Comprehension, ScientificStudies of Reading, 18(1), 22-37.
Woorden Netwerk en Woord Episodes
Woordennetwerk bij ankercyclus Prentenboek en woordepisodes bij ankercyclus
Een koe is een dier, ze
loopt in de wei. Ze vindt
gras heel lekker. Met haar
lange staart slaat ze de
vliegen van haar lijf. Toen
ik bij opa was, heb ik ook
een koe gezien. Opa heeft
een foto gemaakt van de
koe; die hangt nu op mijn kamer.
BetekenisassociatieDe woorden in het semantisch netwerk zijn allemaal via betekenis-associaties en ervaringen met elkaar verbonden.
Mini-verhaalDat is niet het enige; ze hebben ook allerlei betekenisrelaties onderling. Je zou kunnen zeggen dat bij ieder woord een beleving of ‘miniverhaal’ hoort. Dat kan een omschrijving of definitie zijn, maar ook een herinnering aan een persoonlijke ervaring waarbij dat begrip een belangrijke rol speelde.
Woordepisode
Perfetti en Reichle (2003): Morphology in Word Identification:A Word-Experience Model That Accounts for Morpheme Frequency Effects. Scientific Studies of Reading, 7(3), 219–237.
KLIN© niveaus voor kind-activiteiten
Intervent ie Niveau Omschrijving communicat ie- en taalkenmerken
1 Voorschools Toeleidend Referentieel; ldirect aan lichaam-/persoon gebonden en
situationeel bepaald (direct waarneembaar en met ondersteunende begeleiding); maar nog niet
intentioneel bedoeld (vooral explorerend van aard).
2 Vroegschools Beginnend Referentieel-intentioneel, niet meer louter aan de
persoon of lichaamgebonden, maar wel nog situationeel bepaald (ook zelfstandig uitvoerend, in nabijheid van
vertrouwde begeleider, in vertrouwde setting)) 1-
woordsuitingen (benoemend, uitlokkend); Concreet
waarneembaar in hier-en-nu.
3 Schools Gevorderd Symbolisch en intentioneel vaak vanuit situationeel
gedeelde ervaringen; meerdere periodes die zelfstandig
uitvoerend zijn opeenvolgende 1-woordsuitingen, beschrijvende 2-3 woorduitingen met
actiewerkwoorden. Beperkt in (na)vertel- en
verhaalvaardigheid met OC (foto’s, picto’s, tekeningen,
boek, film, Visual Scene Displays).
4 Master Combineert meerdere woorden/symbolen/gebaren
Vertel- en verhaalvaardigheden buiten hier-en-nu en buiten gedeelde referentiekader, wel met OC.
5 Expert Initieert zelf communicatie (eigen thema’s, eigen drive). Grote woordenschat: ook zichtbaar in gebruik van
dynamische OC-systemen (met menusturing); Stelt
boodschappen op een creatieve manier samen. Heeft
creatieve vertel- en verhaalstijl (associatief) in gesprekken.
39
Cliënt
Perspectief
Aandacht
Waarneming
Werkrgeugen
Cognitieve
Oriëntatie
Adaptatociaal-emotioneel
Zelfredzaamheid
Motoriek en mobiltei
Taal
- taa;begrip
- Taalproctie
- Woordenschat
Omgeving
Perspectief
Sociale Netwerk
Eigen Kracht
Aanpassingen:
- Marerieel
- Fysiek
- Sociaal
Beperkingen en
Belemmeringen
Vaardigheden en
MogelijkhedenGelegenheden en
kansen
Transities en
zônes van
aangrenzende
ontwikkeling
Window of
opportunities
Compensatie
Accommodatie
Revalidatie
Leren & OntwikkelingAdaptatie
Potentieelschatting CCP
Rick H. overzicht CCP: Sterkten en Zwakten CCP Rick : Angelman Syndroom (UBE3A, lokalisatie 15q11.2-q13); KL: 6;4 jaar.
Geschatte OL: 1;8 jaar (Cogn+SEO)
Sterkte
1-op-1,Voorkom aud. + vis. afleiding,co-actief bewegen, co-creatie, oogcontact
Propriocepsis,kinesthetisch, visueel-tactiel, Spraakverwerking vereist aangepast, vertraagd spraakaanbod
Er is meer structuur, voorspelbaar-heid, overzicht nodig. Ritme, Concrete verwijzers en Plansysteem
Interesse, motivatie, nieuwsgierig Actie-ReactieObject-Perm.Ervarings-gericht leren,Categoriseren
Contact met vertrouwde volwassenen > rituelen, routines, belichaamde cognitie, situationeel
Coregulatie, gerborgen-heid, veilig gevoel, comfortzone, imitatie
Voorbereiding op verande-ringen nodig; onzeker, angstig > naar binnen gekeerd gedrag
Planning met plansysteem en concrete verwijzers in bekende dagelijkse situatie (niet alleen ADL)
Intentioneel + referentieel(ver)wijzen grijpen, reiken, geven (richting) met hulp + onder-steuning
Situationeleconceptvorming,Deictischegebaren Oogcontact, Presentatie >Representatie
overtuigend X
voldoende X X X X
twijfel X X X X X
KernDomeinenCCP
Aandacht Waarneming Geheugen Cognitie Oriëntatie SociaalEmotioneel
Adaptatie ZelfredzaamAutonomie
Motoriek en Mobiliteit
Taal enLexicon
Invoer & Opslag Inhoud & Verwerking Uitvoer Taal
licht
matig X X X X
ernstig X X X X X X
Zwakte
Corticaleregulatie; Snel afgeleid; Executieve Functies
Auditief+ Vestibulair; SI,Figuur-AchtergrondDiscriminatie (Aud+Vis)
Volgorde, Fonologisch+ Fonematisch+ Procedureel Geheugen
Oorzaak-Gevolg,Associëren, Vergelijken,Patroon herkenning, Redeneren
Lichaams-schemaTijd+RuimteOverzichtSociaal (in zichzelf gekeerd)
Inlevings-vermogen,Zelfbeeld;Zelfregulatie,Vertrouwen (angstig, afhoudend)
Omgaan met plotselingoptredendeverandering in activiteit, personen, situatie
ADL-planningAutonoonhandelen, Sociale omgang en relaties (vriendschap)
LopenCoördinatieAtaxieArticulatie(onzeker) >HypermobielAfstemming
Niet-sprekend.Lexicon(situationeel + omvang), zwak qua intentie en referentieel
Hans van Balkom | CCP | www.stichtingmilo.nl
STAP 1Oriëntatie op het
lichaam, veiligheid, geborgenheid
STAP 2Verbeterdeaandacht en
bewegen
STAP 3Propriocepsis, tast
Co-activief+CAR1-op-1 setting
STAP 4Volgorde Geheugen,
RitualiserenActiviteiten Scripts
STAP 5Oorzaak-Gevolg
VergelijkenAssociëren
STAP 6Zelfbeeld, ZelfregulatieWoordenschat+PODD
Scripts/scenario’s
Rede
1. Kies rustige 1op1 setting die vertrouwd is;2. Reduceer achtergrond geluid (werkt verstorend op aandacht);3. Om (gerichte en aanhoudende) aandacht te verbeteren, adviseren we de inzet van co-actief bewegen en gebaren maken (kinesthesie, tast, diepe druk verbeteren doorgaans
alertheid; co-actief gebaren maken verbetert ook oog-oogcontact en patroonherkenning;4. Er is vertrouwen vooral in ouders en grootouders (thuissituatie). Interventie start dan ook vanuit thuissituatie;5. Vergroot overzicht, voorspelbaarheid, dag- en activiteitenplanning;6. Train dagelijkse activiteiten en situaties naar routines, rituelen vooral van eigen beleving en ervaring (verhoogt de voorspelbaarheid en overzicht en leidt daardoor naar
toenemend vertrouwen, inzicht in wat komen gaat en biedt rust);7. Zet die routines en rituelen in planschema’s.8. Kies een voorwerp als concrete verwijzer, dat Rick met die setting/activiteit associeert. Dat voorwerp wordt ingezet bij het plansysteem en bij keuze-opties.9. Fotografeer het voorwerp (tegen neutrale achtergrond) en zoek bijbehorend symbool/picto (Sclera of PCS, want die worden op school ook gebruikt)10. Maak plankast van 5 tot maximaal 7 vakken (verticaal) waarin de voorwerpen volgens het dagschema geordend worden11. Zet voorwerp, samen met foto en pico in de plankast op de bedoelde plek12. Vertraag spraakaanbod richting Rick. Ga tegenover Rick zitten, pak zijn handen, start met praten en samen gebaren maken op moment van oog-oogcontact.13. Ga naar plankast en vraag Rick wat hij wil gaan doen. Help bij de keuze door aan te wijzen. 14. Maak handelingsscript voor activiteiten. Rick gaat met verwijzer van de plankast naar de situatie waar activiteit uitgevoerd wordt. veHij zet daar dan de verwijzer neer en krijgt
het handelingsscript aangereikt (niet meer dan 3 tot max 5 stappen)
Redeneerschema voor interventieplanning vanuit Communicatie Competentie Profiel (CCP) van Rick H.Rick: Syndroom van Angelman (UBE3A, lokalisatie 15q11.2-q13); KL: 6;4 jaar. Geschatte OL: 1;8 jaar (Cogn+SEO), niet-sprekend, ernstige verstandelijke beperking, epilepsie,
rolstoel, aandachtregulatie problemen, snel auditief overprikkeld, probleemgedrag bij onbegrip, onzekerheid, plotse veranderingen.
Hans van Balkom | CCP 2014 | www.stichtingmilo.nl
Aandacht regulatie via co-actief handelen >gerichte aandacht
Tastzin+Visus, 1op1, reductie omgevingsgeluid
Ritme+ritualiseren+ structuur+planning>voorspelbaarheid
Liedjes, Rijm, Scripts eigenErvaring+beleving, betekenisverlening
Meer overzicht > meer inzicht ADL, zelf kunnen kiezen
Omgeving meewerkendOC-toe willen passenAangepast Taalaanbod
Diepe druk, tast, kinesthesie en samendoen
Geborgenheid, basisvertrouwen, eigen ontw.niche,Co-regulatie
Van matchen en categoriseren naarvergelijken en ordenen, Van meer overzicht naar inzicht, betekenisverlening
Van Actie > Reactie naarinzicht in Oorzaak > GevolgReguleren, anticiperenPlanmatig werken vergrotenBeurtgedrag stimuleren
Van intentioneel naarreferentieel, verwijzend;Inzet van concrete verwijzers en vandaar naar foto’s en grafische symbolen
Operationele scripts vanuit plansysteem
Presentatie >Representatie;PODD metverwijzers, foto’s en picto’s
Afname van probleemgedrag en niet-begrepen worden
Toename van initiatieven, motivatie, behoeften en betrokkenheid, toename van situationele kennis,zelfvertrouwen en zelfregie
42
Dynamische AssessmentZicht op potentieel
Procesvolgende diagnostiek of ook welontwikkelingsvolgende diagnostiek omleerpotentieel meetbaar te maken.
Het procesmatig in meten van de mate waarin iemand onder invloed van training, onderwijs en interventie aantoonbaar en verifieerbaar vooruit gaat.
Structuur: Baseline, Training/Interventie, Poststest, inzet van video-feedback. Zichtop ‘zone van naaste ontwikkeling’.
Tzuriel, 2001
43
Statische vs Dynamische Assessment
Statisch Dynamisch
• Momentopname • Gericht op leer- en
/ontwikkelingspotentieel
• Meet ‘oude’ kennis • Toekomstig te verwerven
• Weinig voorspellende waarde
toekomst
• Vooruitkijkend, predictief,
hypothesestellend
• Geen oog voor
omgevingsfactoren
• Adaptiviteit vanuit omgeving is
onderdeel
• Hoge mate van instabiliteit in
prestaties
• Grote intra- en interindividuele
variaties in de prestaties jonge
kinderen onzichtbaar
• Procesvolgend op individueel
adaptief ontwikkel- en
leerproces
• Sterk kwalitatief
• Moet samengaan met
genormeerde tests
Resing, 2006
Bridge-NL kenmerk: Dynamische assessment
DynamischeAssessment
I II
III
Beperkingen(aard,ernst)Aandacht,waarneming,
geheugen,cogni e,taalvermogen,mobiliteit,
motoriek,emo e,oriënta e,adapta e,
gezondheidstoestand
Belemmeringen(aard,ernst)Leren,wonen,werken,dagbesteding,recrea e,mobiliteit,zelfverzorging,taakuitvoeringengedrag,socialeinterac e,par cipa e.
VaardighedenofactueelWaarneembaargedragvoortkomenduitnatuurlijkecompensa eofnatuurlijkeaccommoda evanhettaalvermogen.
I II
IIIIV
StoornisdoorAandoening
Ziekte,ongeval
VerworvenofAangeboren
Poten ëlemogelijkhedendiemethulpvanderdenofaanpassingen(technologie)
vanuitvaardighedenkunnenwordenaangeleerd.
• StartmetCCP• Aanvullendoptests• Retrospec ef(tests)enProspec ef
• Hypothesetoetsend• Grensverleggend
• Ontwikkelingsgericht• Ervaringsgericht• Effectonderzoek,valorisa e
• Cliënt-enomgevingsperspec ef• ZônevanAangrenzendeOntwikkeling
Concrete verwijzers (situationeel)
Inpuzzelen vanuit eigen ervaring/beleving van ‘t meest centrale, functionele voorwerp dat direct naar de activiteit verwijst, word ingepuzzeld om als concrete verwijzer dienst te gaan doen.
Op de tast kunnen pakkenVanuit PODD en Plankast
Plankast in woonkamer
Aanwijskaart vanuit PlankastMet matching foto+Picto en drie begrippen die daarmee samen-hangen (uitbreiding lexicon)
Klapper met alle foto’s, picto’sdie Rick begrijpt uit omgeving
PODD: Pragmatic Organization of DynamicDisplay : Boek en Keuzekaarten
Ondersteunde Communicatie (vervolg)
Handelingscript (foto’s) Language Activity Cards
ProxTalker met verwijzers
tolhuisje
plankasthoeken KLIN©
situationele gerichtheid waarnemen
verwijssysteem voor hoeken
voorbeeld: concrete verwijzer ‘blokje’ voor bouwhoek
begrippen-/woordenmuur in KLIN© Atelier. Activiteit per kernwoord (om in gesprek te komen in hoeken), gebaseerd op actieve en passieve begrippen van KLIN© kinderen per anker.
Inpuzzel- en keuze-lades per kind in de hoeken. Bovenop ladeblok ligt inpuzzel- en keuzekaart
In keuzelade ligt per kind een ‘Taal Aktiviteiten Kaart’ met richtlijnen voor aktiviteiten en spel.
inpuzzelenverwijzer op inopuzzel- en keuzekaart door kind.
PODD Boek vanuit ouder, verzorger, behandelaar of leerkracht
samenstellen TAK uit PODD per kind per hoek (vanuit woormuur)
verwijssysteem voor hoeken
51
Interactief voorlezen (1)
Sociale interactie
Initiatiefname
Beurt geven en beurt nemen
Het kind bij het boek betrekken
Motiveren, relateren aan ‘anker’-ervaring
Verhaal- en vertelvaardigheid kind bevorderen
OC bij taalaanbod en bij taalgebruik kind
52
Interactief voorlezen (2)
Peuters leren vooral van gesprekken rondom boeken
Boeken gerelateerd aan eigen ervaringen
Creëer gelegenheden en kansen om met peuters over hun eigen ervaringen te vertellen
Ga door op datgene wat het kind wil vertellen
Visualiseer (film, foto’s, pictogrammen, vertelplaat)
53
Variatie in onderwerpen
Plaatjes in het boek
Koppeling met ervaring
o Ankersturing
o Gesprek 1-op-1(aandacht)
o Film/foto’s ankerbeleving
Parafraseer het verhaal
Bij groep: Stimuleer beurtgedrag en initiatief names
Woordbetekenissen associatief uitbreiden en uitleg geven
Problemen/oplossingen aanreiken
o Visualiseer en verwijs: Wijzen, gebaren, attributen uit verhaal of ankerervaring
o Teken of illustreer je verhaal tijdens gesprek
Koppel verhaal aan gedeelde ervaringen
54
Andere strategieën
Bekijk samen de kaft
Voorspel samen de loop van het verhaal
Gebruik concrete verwijzers bij verhaal
Pictogrammen op kernbegrippen (3 tot 5 per pagina/prent)
Grafisch gesprek
Uitleg bij moeilijke woorden
Praat na over het verhaal in het boek
55
Boekkeuze
Steeds weer datzelfde boek.....
Verschillende boeken waarmee het kind aanknopingspunten heeft
Anker(foto)boek
Maak boek toegankelijk en interactief (bv. klitteband met picto’s)
Rijm en lied
Beweging (ritme en aandacht)
Zinnen of spreuken die herhaaldelijk terugkomen
Voorspellingen doen en bevragen
Taalniveau biedt uitdaging en herkenning
56
Voor-Bereiding(anker en toegang boek)
Introductie(teruggrijpeneigen en gedeelde ervaring)
Voorlezen en vertellen(ondersteun met gebaren, picto’s of tekenen terwijl je voorleest).
Ingaan op het verhaal(uitbreiden, verwijzers +picto’s, lok initiativen uit)
Doorgaan op het thema (gebruik anker-foto-boek, associatief, uitbeeldend)
Vijf stappen van interactief voorlezen
57
Lees het boek zelf eerst een keer door, en probeer de volgende
vragen te beantwoorden:beer erachter te komen:
Stap 1: Voorbereiding
Waar gaat het boek over?
Wat zijn de thema’s in het boek
Welke woorden vindt het kind misschien moeilijk (zie ook woordenlijsten)
Welke materialen heb je nodig om het boek levendig te maken
Welke (OC)materialen kan het kind gebruiken om deel te nemen aan de interactie?
58
Laat het kind kennismaken met het boek en de meest belangrijke woorden op de volgende manier:
Stap 2: Introductie van het boek
Laat het kind spelen met poppen en voorwerpen die iets met het boek te maken hebben
Blader samen het boek door, en bekijk wat er op de tekening staat
Lees het boek in je eigen woorden voor
Leg moeilijke woorden uit met behulp van voorwerpen, bewegingen, foto’s, pictogrammen, gebaren, en door erover te praten
Laat de kinderen kennismaken met het boek en de meest belangrijke
woorden op de volgende manier:
59
Praat met het kind over het boek en de dingen die het kind zelf heeft
meegemaakt
Stap 3: Voorlezen en vertellen
Laat het kind zelf praten
Stel open, uitnodigende vragen:
Wat heb jij gezien in de kinderboerderij?
Reageer op datgene wat het kind zegt
Schep ruimte voor het kind om te praten: kijk verbaasd, laat een stilte vallen, of zeg iets geks
60
Lees het boek gedurende een aantal weken herhaaldelijk voor, en
kijk samen met het kind naar het probleem in het verhaal, en de
manier waarop het probleem wordt opgelost:
Stap 4: Ingaan op het verhaal
Wat is er mis?
Wat gebeurt er allemaal?
Hoe loopt het nu af?
Wat kon … nog meer doen?
61
Lees het boek weer voor, of praat met de kinderen over het boek,
en laat het tot leven komen op de volgende manieren:
Stap 5: Doorgaan op het thema
Speel samen met de voorwerpen die je bij het boek hebt verzameld
Zing een liedje of zeg een versje dat past bij het boek
Knutsel samen iets dat met het boek te maken heeft
Lees een ander boek over hetzelfde thema
62
12 gouden voorleestips KLIN© Atelier
1 Ga uit van gedeelde ervaring, beleving
2 Weet wat je leest!
3 Voorbereiding van eigen voorleesritueel
4 Bekijk samen de kaft
5 Laat het kind vertellen, initiatieven nemen
6 Speel in op reacties: verbreden, uitbreiden
7 Voorspel samen het verhaal
8 Besteed aandacht aan moeilijke woorden
9 Maak het levendig
10 Praat na over het boek
11 Visualiseer, ondersteun je taalaanbod en de taal van het kind (‘moodboard’, picto’s, tekenen, gebaren, voorwerpen)
12 Lees het boek meerdere keren voor
63
Aanpassingen interactief voorlezen Knieboeken
Boekenstandaard of Kamishibai
Picto’s met klittenband in boek
Woordkaarten met pictogrammen of foto’s
Post-its of picto-stickers met klittenband
Zelf een boekje maken naar aanleiding van een gedeelde ervaring
(Hand)poppen
Voorwerpen die in het boek voorkomen
Panto(mime), uitbeeldende lichaamssignalen
Liedjes, rijmpjes en muziek (ritme, melodie)
Naspelen, rollenspel/simulatiespel
Knutselen
64
Andere ideeën
• Sprekende boeken (Eelke Verschuur)
• Foto-albums met geluidsopname
• Boeken met geluiden (knoppen indrukken)
• Verfilmde prentenboeken: Dikkie Dik, Z@ppelin Logeerboek via Uitzending Gemist en YouTube
65
Lees- en schrijfhoek: materialen
Schrijfmaterialen
Stempels
Papier
Pennen
Labels
Flapover
OC-materialen
Woordkaarten
66
Logeerkoffer
Prentenboek
Picto’s
Speelmaterialen
Voorleestips
Spelvormen
Attributen
Gebareninstructies
Logboekje
67
ICT/Multimedia
• Mogelijkheden voor herhaald voorlezen vergroten
• Digitale prentenboeken
• iPad apps
68
Ervaringsgericht vertellen en lezen*
• Ik lees wat ik al weet, waar we samen over gepraat hebben.
• Vanuit deze kennis ontstaat herkenning van symbolen in de tekst (woorden/gebarenplaatjes)
• Foto’s, tekeningen, picto’s ondersteunen het leesbegrip
• Film vertelt het verhaal (FaOC)
*Pullens & Stoep, 2009; Essers, 1995
69
12 Gouden Voorleestips bij KLIN©
1 Ga uit van gedeelde ervaring of beleving (anker-beleving)
2 Weet wat je leest! Het belang van voorbereiding
3 Maak een eigen voorleesritueel
4 Bekijk samen de kaft
5 Laat het kind vertellen en breidt uit
6 Speel in op reacties
7 Voorspel samen het verhaal
8 Besteed aandacht aan moeilijke woorden
9 Maak het levendig
10Ondersteun, visualiseer het eigen taalaanbod en taalgebruik van het kind (gebaren, picto’s, tekenen, foto’s of film)
11 Praat na over het boek
12 Lees het boek meerdere keren voor
Radboud University Nijmegen, The Netherlands
Stichting Milo, Nijmegen, The Netherlands
Royal Kentalis, Sint-Michielsgestel, The Netherlands