Valeriana officinalis L.• Valeriana officinalis L.
Valeriaan
Valerianaceae
Valeriaan
• Van deze plant: gedroogde ondergrondse delen (wortel, rhizoom) gedroogd <40°C
• vochtige omgevingen in Europa (grachten, rivierbedding), ook geteeld
• Inhoudsstoffen– sesquiterpenen en iridoiden
• sesquiterpenen: cyclopentyl-carboxylzuren– valeriaanzuur = valereenzuur, acetoxyvaleriaanzuur en
hydroxyvaleriaanzuur: stabiel en niet vluchtig– vluchtige: bvb valeranon– niet wateroplosbaar
Inhoudsstoffen
isoVisovaleraat
Inhoudsstoffen (vervolg)
• Iridoiden = valepotriaten– zeer specifiek– niet geglycosyleerd, lipofiele esters van triolen
• valtraat, isovaltraat, acevaltraat• dihydrovaltraat• iso-valeroxy-hydroxy-dihydrovaltraat
– moeilijk oplosbaar mengsel– onstabiel, ontbinden onder invloed van licht,
hitte en zuur, na 2 weken bij 20°C blijft slecht 1/3 valepotriaten over
Farmacologische eigns
• Mineur kalmeermiddel
• verantwoordelijke substantie is niet gekend, waarschijnlijk combinatie– valepotriaten:
• vermindering in motorische act• minder agressie• spasmolytisch
– in vitro: inhibitoren van nucleinezursynthese, zeer cytotoxisch, mutageen en teratogeen, waarschijnlijk geen risico in vivo door afbraak valepotriaten in GI-tractus
Farmacologische eigns
– sesquiterpenen• valeranon: sedatief, hypotensief en anticonvulsief• valereenzuur: spasmolyticum
• Meest recente onderzoeken op totaal extract– in vitro:
• stimulatie van vrijstelling en heropname van GABA (gamma-aminoboterzuur) in zenuwuiteinden
• inhibitie van GABA receptoren door valereenzuur
Farmacologische eigns
– in vivo:• objectief bewijs dat de slaaptijd verhoogd• verbetering slaapkwaliteit• afname alertheid• geen residuele effecten
Gebruik
• In de gebruikte Galenische vormen, geen valepotriaten aanwezig
• verbeteren symptomen van neurotonische aandoeningen: minuere slapeloosheid
• overspanning
• GI-krampen
Farmaceutische specialiteiten
• bevatten alle valeriaanextract en worden verkocht voor hun kalmerend en slaapinducerend effect: – Dormiplant, – Noctisan, – Relaxine, – Sediphym, – Seneuval, – Tranquophym, – Valdispert en Valerial.
Echinacea purpurea L.• Echinacea purpurea L.
Rode zonnehoed
Asteraceae
Echinacea
• Van deze plant: gedroogde ondergrondse delen, als tinctuur
• Inhoudsstoffen– essentiele olien– pyrrolizidine alkaloiden– fenolische bestanddelen afgeleid van caffeïnezuur– onverzadigde alifatische verbindingen:
• alifatische amides,• isobutylamides van polyenyne en polyeenzuren
– polysacchariden
Farmacologische eigns
• Uitwendig: wondhelend
• inwendig: pijnstillend en antitussief
• Farmacologische indicaties zijn niet bewezen
Gebruik
• bij griepachtige toestanden• verhoging van weerstand tegen infecties van de
bovenste luchtwegen• preventie en behandeling van verkoudheden en
griep• adjuvant therapie bij chemotherapie• profilactiesch tegen opportunistische infecties bij
immuungesupprimeerde patiënten• mag behandeling met antibiotica NIET vervangen
Zingiber officinalis Roscoe• Zingiber officinalis Roscoe
Gember
Zingiberaceae
Gember
• Van deze plant: gedroogde wortelstok als farmaceutische grondstof
• voorkomen: inheems in Indië en gecultiveerd in Indië, China, Azië
• Vrij veel gebruikt in voeding:– zeer scherpe en verfrissende smaak– in Oosterse keuken bvb bij Sushi, wok
gerechten– soft-drinks vooral in VS: “Ginger ale”...
Inhoudsstoffen
• Zeer rijk aan zetmeel (60%)
• proteïnen
• vetten, dit zijn alle reservestoffen voor de plant
• essentiële oliën– sespuiterpeen koolhydraten 30-70 % van de
essentiële olie: (-)-zingibereen, (+)-ar-curcumeen, (-)--sesquiphellandreen, E,E--farneseen, -bisaboleen
Inhoudsstoffen
Scherpe smaak1-(3’-methoxy-4’-hydroxyfenyl)-5-hydroxyalkaan-3-onen = GINGEROLEN[3-6]-, [8]-, [10]- en [12]-resp zijketen van7-10, 12, 14 of 16 koolstoffen
Inhoudsstoffen
• essentiële oliën (vervolg)– monoterpeen aldehyden (citrals)– alcoholen– glycosiden– scherpe smaak: gingerolen
Farmacologische eigns
• Reeds lang gebruikt als GM in Indië en China– experimenten bij de RAT tonen aan:
• cholesterol verlagende werking• cholagoge • hepatoprotectieve werking• anti-ulceratief• anti-inflammatoir, zouden inwerken op
prostaglandine en leukotrieenproductie (NSAID) => gunstig effect op reuma
Farmacologische eigns
– studies bij de MENS tonen aan:• anti-emetisch bij reisziekte, postoperatieve
nausea en ochtendmisselijkheid bij een dosis van 1 tot 2 gram/dag
• spasmolytisch• bevordert pijsvertering: intestinale peristaltiek,
speeksel en maagsecreties• niet toxisch• geen eveneffecten• niet gebruiken in dosissen hoger dan voeding
tijdens zwangerschap en lactatie
Aconitum napellus L.• Aconitum napellus L.
Blauwe monnikskap
Ranunculaceae
Aconitum napellus L.
• Van deze plant: gedroogde wortel• voorkomen: voldoende in natuur voor oogst,
komen voor in bergachtige gebieden van West-Europa tot in de Himalaya-gebergten
• Inhoudsstoffen– rijk aan suikers (zetmeel, 50-60%)– alkaloïden (0.5 - 1.5%):
• aconitine = diëster alkaloïde nl. Geacetyleerde en gebenzoyleerde derivaat van aconine
• aconine: diterpeen, pentagehydroxyleerd alkylamine• gerelateerde structuren vb hypaconitine
Inhoudsstoffen
Farmacologische eigns
• Aconitine, – eerst exciterend daarna paralyse van perifere
zenuwuiteinden en hersenstam– vertraagt ademhaling– dooft atriale impulsen in AV knoop– werd gebruikt als pijlengif en als vergif tegen
wilde dieren en knaagdieren– gebruikt bij moorden– zeer populair als GM in China en Indië
Farmacologische eigns
• In Westerse wereld:– aconiettinctuur:
• decongestivum in versch GM zoals siropen bij onproductieve hoest. In combinatie met andere ingredienten
– aconitine wordt niet meer als zuivere stof gebruikt
Farmacologische eigns
• In Oosterse wereld:– anti-rheumatisch– analgetisch bij posttraumatische pijnen, breuken– anesthetisch– door de bereidingsprocedures treed hydrolyse
op waardoor minder toxisch
Toxiciteit van de plant
• Één van de meest toxische planten: – 2-4 gr wortel, of 3 mg aconitine = lethaal– intoxicaties uitzonderlijk in Europa, wel in
Azie (verkeerde bereiding of overdosis) ook in emigratenwijken van grote steden door gebruik in Aziatische geneeskunde
– symptomen: • tintelingen in lippen, tong, keel en aangezicht• angst, gevoelloosheid, naussea en myastenia• hartritmestoornissen => ventrikelfibrilate =>
– geen antidoot