59
Jos Cöp Onderwijs en ICT 2010 Beter woordenschatonderwijs met ICT

Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

  • Upload
    jos-cop

  • View
    4.101

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Jos Cöp

Onderwijs en ICT 2010

Beter woordenschatonderwijs met ICT

Page 2: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT
Page 3: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Een beperkte woordenschat leidt bijna altijd tot slechte schoolresultaten (o.a. Anderson & Nagy 1992 ; Biemiller 2003).

Waarom woordenschatonderwijs?

Page 4: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Bij bijna alle vakgebieden op school speelt woordenschat een doorslaggevende rol.

Waarom woordenschatonderwijs?

Page 5: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Waarom woordenschatonderwijs?

Bij bijna alle vakgebieden op school speelt woordenschat een doorslaggevende rol.

Page 6: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Waarom woordenschatonderwijs?

90% van de woorden moet bekend zijn, want anders is een tekst niet te begrijpen.

'n Ding

Ik liep laatst over straat en ik zag een ding staanIk liep laatst over straat en ik zag een ding staanHet was een ding met iets daaraan en daar dan van die dingen aanIk liep laatst over straat en ik zag een ding staan

Waarom zijn al die dingen daar ineens maar neergezet?Is er een dingenmotie aangenomen, of een dingenwet?Dat in elke straat en elke laan voortaan een soort van ding moet staanIk liep laatst over straat en ik zag een ding staan

Page 7: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Informatie halen uit teksten

Om informatie uit teksten te kunnen halen, moet minstens 90% van de woorden bekend zijn.

Bron: Jeroen van Merwijk, Een ding, youtube.nl

Page 8: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Er zijn enorme verschillen tussen taalrijke en taalarme leerlingen en deze nemen in de loop der jaren vaak nog toe.

Het woordenschatgat

Page 9: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

De grootste verschillen

Verder is er een enorme variatie in de woorden die bekend zijn, bijvoorbeeld door verschillen in interesse.

Page 10: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Enorme verschillen

”Er is geen vakgebied waarbij de verschillen tussen leerlingen groter zijn dan bij woordenschatontwikkeling.”

Page 11: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Individuele onderwijsbehoeften

Woordenschatonderwijs afstemmen op individuele leerlingen is zeer lastig. Ook een leerkracht heeft maar twee handen.

Page 12: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Daar waar de menselijke mogelijkheden de beperking zijn, wordt steeds gekeken of technologie kan ondersteunen.

ICT in de samenleving

Page 13: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

In het onderwijs is ICT vaak iets extra’s. Het komt erbij, maar biedt meestal geen ondersteuning van bestaande processen.

ICT in het onderwijs

Page 14: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Buitenlands onderzoek

Woordenschatinstructie met behulp van de computer is in sommige gevallen effectiever dan traditionele instructie.

Mc Cardle (2004)

Page 15: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Binnenlands onderzoek

Woordenschatsoftware kan het rendement van 30% brengen naar 50-60%. De cruciale factor is effectieve leertijd (leertijd besteden aan woorden die je nog niet kent).

Van Lieshout (2004)CorstiaensenCorstiaensen(2007)(2007)

Page 16: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Zolang als er computers in de klas staan, is de kwaliteit van het digitaal leer-materiaal al één van de grootste zorgen.

De kwaliteit van digitaal leermateriaal

Page 17: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

De basisinzichten die gelden voor effectief onderwijs, gelden ook voor het leren met educatieve software.

Effectief leren en educatieve software

Page 18: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

De 7 schakels van effectief onderwijs

1.Zonder leerdoel geen leren.2.Betrokkenheid is een voorwaarde

om te komen tot leren.3.Interactie leidt tot efficiënter leren. 4.Gericht leren vraagt om een

effectief lesmodel: introductie, instructie, oefening, evaluatie.

5.Differentiatiepunt 1 is instructie en begeleiding.

6.Differentiatiepunt 2 is leertijd.7.Differentiatiepunt 3 is didactische

aanpak.

o.a.Vernooij (2006) Gamoran (1992) Manzano (2001)

Page 19: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Als educatieve software niet uitgaat van leerdoelen, wordt het werken met de computer doel in plaats van middel.

1. Zonder leerdoel geen leren

Page 20: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Niet alle software die iets doet met woordbetekenissen is woordenschatsoftware.

Zoek de verschillen:appels - peren

1. Doelgerichte woordenschatsoftware

Page 21: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Minimaal enkele honderden woorden. Verder is het rendement veel belangrijker dan het aantal.

1. Het aantal woorden in de software

20.000 woorden en definities! (?)

Page 22: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Als educatieve software niet in staat is om leerlingen te boeien, zullen de doelen minder snel behaald kunnen worden.

2. Betrokkenheid als voorwaarde

Page 23: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Zonder betrokkenheid is het moeilijk om tot leren te komen. Maar betrokken zijn is op zichzelf nog geen leren.

2. Betrokkenheid als voorwaarde

Page 24: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

2. Aantrekkelijkheid

Hoe aantrekkelijk kan / moet educatieve software zijn? Wanneer gaat aantrekkelijkheid over in teveel afleiding?

Page 25: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

2. Motivatie door resultaten

De computer is in staat om zeer gedetailleerd resultaten vast te leggen in de database en de leerkrachtmodule.

Page 26: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Ook leerlingen moeten hun woorden-schat zien groeien. Beloningen (bonusspel, mop, etc.) motiveren ook.

2. Motivatie door resultaten

Page 27: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Gerichte interactie zorgt voor de prikkels om te blijven nadenken. Hoe interacteert de software met de leerling?

3. De interactieve didactiek

Page 28: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Digitaal leermateriaal blijft te vaak hangen in verouderde didactieken waar-van we weten dat ze niet goed werken.

3. Achterhaalde didactieken

Page 29: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Voordoen en nadoen is een te eenzijdige aanpak. Kopiëren leidt niet snel tot een blijvend leerresultaat.

3. De voordoen-nadoen-didactiek

Page 30: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

De paplepeldidactiek is achterhaald. Leerlingen zijn geen passieve holle vaten die leren door er iets in te pompen.

3. De paplepeldidactiek

Page 31: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Leerlingen leren ook niet door alleen maar drillen en oefenen. Dit stamt uit de tijd dat het geheugen een black box was.

3. De drill and practice-didactiek

Page 32: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Ook trial and error is geen efficiënte aanpak. Als je het juiste antwoord niet al weet, kom je niet verder en leer je niets.

3. De trial and error-didactiek

Page 33: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Leren is een actief proces geworden. Toch staat niet het doen maar het blijven denken centraal.

3. De veranderende kijk op leren

Page 34: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Leren is het gericht leggen en onderhou-den van verbindingen in de hersenen. Kennis wordt dus actief geconstrueerd.

3. De didactiek van kennis construeren

Page 35: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Leren kan alleen in de zone van de naaste ontwikkeling. Andere dingen ken je al of ze zijn nog te moeilijk.

3. De zone van de naaste ontwikkeling

Page 36: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Goede educatieve software slaagt erin om kinderen voortdurend te prikkelen in de zone van de naaste ontwikkeling.

3. Software, interactie en leren

Page 37: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Alle kinderen dezelfde doelwoorden onderwijzen leidt op groepsniveau tot lessen met een laag rendement.

Ken ik al.

Snap ik niet.

3. Welke woorden leren we aan?

Page 38: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

3. Individuele woordselecties

Kunnen leerlingen zelf niet aangeven of ze een woord wel of niet kennen?

Page 39: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Bekende woorden worden alleen kort getoetst. Bij onbekende woorden volgt een intensieve aanpak met instructie.

3. Individuele woordselecties

Page 40: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Het programma kan ook uitgaan van een voortoets. Op basis hiervan volgen basiswoorden of extra woorden.

3. Individuele woordselecties

Page 41: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Bij het aanleren van nieuwe woorden is het VSCC-model, afgeleid van directe instructie, een effectieve aanpak.

Controleren

Consolideren

Semantiseren

Voorbewerken

Toetsen, 2 à 3 keer

Inoefenen, 7x herhalen

Betekenis uitleggen

Motiveren, netwerk openen

Bron: VSCC-model van Verhallen en verhallen (2000)

4. Een effectief lesmodel

Page 42: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Voorbewerken met de computer heeft z’n beperkingen. Vaak is het een verhaal beluisteren en woorden verzamelen.

4. Een effectief lesmodel

Page 43: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Voorbewerken kan ook vanuit een voorafgaande mondelinge activiteit, bijvoorbeeld vanuit een methode.

4. Een effectief lesmodel

Page 44: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Woorden kunnen op een veelzijdige manier (beeld, geluid, omschrijving, contextzin, relatieschema) uitgelegd (gesemantiseerd) worden met een woordenhulp.

4. Een effectief lesmodel

Page 45: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Woorden kunnen, met name voor jongere kinderen, ook uitgelegd worden in de feedback. Bij een fout wordt naast het woord ook een omschrijving gegeven als uitleg.

4. Een effectief lesmodel

Page 46: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Voor jongere kinderen kunnen woorden ook uitgelegd worden met een eenvoudig beeldwoordenboek: tekening, foto, geluid.

4. Een effectief lesmodel

Page 47: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Effectieve software stemt de hoeveelheid instructie en begeleiding af op de onder-wijsbehoeften van individuele leerlingen.

5. Instructie en begeleiding op maat

Page 48: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

De woordenhulp kan gebruikt worden als er behoefte aan is. Zo vaak als nodig is.

5. Instructie en begeleiding op maat

Page 49: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

De software laat de onbekende woorden intensief terugkomen tot deze beheerst worden.

5. Instructie en begeleiding op maat

Page 50: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Leertijd is vaak de onderscheidende factor. Voor risicoleerlingen is het nodig om veel meer tijd in te roosteren.

6. Extra leertijd

De onderste 10% van de kinderen heeft meestal 2,5 tot 6 keer zoveel tijd nodig om iets te leren, dan dat voor de bovenste 10% van de kinderen het geval is.

Ward (1987)

Page 51: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

De onbekende woorden blijven terugkomen in een intensieve, semantiserende aanpak.

6. Extra leertijd

Page 52: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Woorden waarbij kinderen veel fouten maken tijdens het oefenen, kunnen extra terugkomen. Hierdoor wordt de leertijd verlengd.

6. Extra leertijd

Page 53: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Het aantal malen dat een woord terugkomt kan instelbaar zijn. Hiermee kan de leertijd verlengd worden.

6. Extra leertijd

Page 54: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Boeken, digiborden, mediaspelers en pc’s kunnen elkaar versterken als het gaat om het uitbreiden van de leertijd.

6. Extra leertijd

Page 55: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Pas als meer instructie en meer leertijd geen resultaat opleveren, is het zinvol om de leerstof anders aan te leren. Met ICT?

7. Anders aanleren van woorden

Page 56: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Mede dankzij het digitale schoolbord wordt het gebruik van woordenschat-software flexibeler. Experimenteer!

Organisatievormen en de computer

Individueel leren

Samenwerkend leren

Begeleidleren

Page 57: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Is de software leerdoelgericht? Maakt de software leerlingen

betrokken? Gaat de software uit van een

moderne interactieve didactiek en individuele woordselecties?

Gaat de software uit van een effectief lesmodel voor woordenschatontwikkeling?

Checklist woordenschatsoftware

Page 58: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Biedt de software instructie en begeleiding op maat?

Verlengt de software de leertijd als het nodig is?

Biedt de software meerdere manieren om woorden uit te leggen?

Checklist woordenschatsoftware

Page 59: Beter woordenschatonderwijs door het gebruik an ICT

Terugblik en meer informatie

Ga voor de presentatie, films, artikelen en meer naar: http://allesdraaitomwoordenschat.blogspot.com