Upload
countus
View
149
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
!" AKKER NOORDENvan het
‘Het gaat om de passie’, zegt de boer. ‘Uren maken en je hele ziel en zaligheid in het bedrijf leggen.’ Ad van Schendel boert in maatschap met echtgenote Aly (54) en zoon Martijn (27). In de afgelopen kwart eeuw kwam er elk jaar grond bij. Anno 2016 heeft het bedrijf een bovengemiddelde omvang. In een straal van tien kilometer rond het bedrijf grond ligt een mix van koop-, pacht- en huurgrond.De goede grondpositie biedt het bedrijf mogelijkheden. Op ruimere bouwplanrotaties, om duurzamer te kunnen werken, om meer opbrengst te halen, maar vooral ook om teelt-, oogst- en afzetrisico’s te spreiden. Van Schendel zegt dat risicosprei-ding diep ingebakken zit in het den-ken en handelen van de maatschap. ‘Het loopt als rode draad door ons bedrijf. We zoeken spreiding in alles: in gewassen, in rassen, in teelt- en bewaarlocaties, in rassen, in grond-soort, in afzetkanalen, in leningen, in momenten van zaaien en oogsten en zelfs in commissionairs.’Het Flevolandse akkerbouwbedrijf
teelt pootaardappelen, suikerbieten, witlofpennen, winterwortels, zaaiuien, tweedejaars plantuien, wintertarwe en consumptie- en zetmeelaardappelen. ‘Die telen we erbij om de aaltjesproblematiek de kop in te drukken.
Elke maand geldDe keus voor elf verschillende gewassen en spreiding in ras, teeltmoment en afzetkanaal zorgt ervoor dat er elke maand geld binnenkomt. ‘Ik was altijd een beetje jaloers op melkveehouders, die maandelijks keurig hun melkgeld krijgen overgemaakt. Wij proberen ons akkerbouwbedrijf zo in te richten dat we dat ook krijgen’, zegt Van Schendel.Het bedrijf wacht met de verkoop van een gewas niet op dat ene piekmoment, maar spreidt de verkoop zoveel mogelijk over het jaar. ‘Zo doen we elke maand wel ergens mee in de markt en maken we onze eigen Van Schendel-pool. Op die manier proberen we con-tinuïteit in liquiditeit te krijgen. Al moet ik zeggen dat het de
ene keer beter lukt dan de andere.’De suikerbieten gaan naar Cosun, de aardappelen doen mee in de pools van Agrico en Avéris. De uien, de consumptieaardappelen en de worte-len verkoopt Van Schendel op de vrije markt. Telen op contract doet hij, op de witlof na, niet. ‘Je kunt beter niks doen dan telen op contract. Of je verdient niks of je bent te duur voor de contractgever. Wij zitten liever op de vrije markt, waarbij de spreiding van risico’s in teeltmoment en gewas-sen ons vangnet is. Dan kun je een stootje verdragen.’
RisicospreidingHet spreiden van risico’s zit in alles. Vrijwel alle gewassen worden op verschillende locaties geteeld en bewaard. Tweedejaarsplantuien hebben ze erbij vanwege het vroege oogsttijdstip. Dat betekent eerder geld. De suikerbieten rooien ze om die reden op drie verschillende tijdstippen. Ook telen ze van bijna
#$%&'(%)*+,($,-.%/0,1%Elf jaar geleden kwam de meeste omzet nog uit de pootgoedtak. Nu is dat, ondanks een areaalvergroting, nog maar de helft. De andere 50 procent komt uit tien andere gewassen. ‘Het past bij onze strategie van risicospreiding’, zegt akkerbouwer Ad van Schendel (57) uit Marknesse.
234(145.%/)67,8$8(9%7,54-1''1%633193,$:,$78;&,(%,(37<=Op de akkerbouwavonden afgelopen winter lieten bedri-jfsadviseurs van Countus de aanwezige ondernemers zien dat de spreiding in bedrijfsresultaten op pootgoedbedrijven enorm is. ‘Velen geloofden niet dat tussen vergelijkbare bedrijven soms wel ! 200.000 verschil in bedrijfsresultaat zit. Toch is het zo’, zegt bedrijf-sadviseur Jan Lucas Spijkman. Hij stelt dat omzet en schaalgrootte belangrijk kunnen zijn, maar niet
leidend. ‘Ik zie ook genoeg bedrijven met gemiddelde omvang die een goed resultaat neerzetten. Stuk voor stuk slagen ze erin om goed vakmanschap te combineren met goed ondernemer-schap.’ Bij goed ondernemerschap hoort volgens Spijkman ook inzicht in de geldstromen op het bedrijf. Ook helpt het om te kijken hoe je bedrijf het doet in vergelijking met collega’s. ‘Wij gebruiken hiervoor de Countus Signaal Analyse (CSA). Dat is een instrument om mogelijkheden voor verbetering
in de bedrijfsvoering in beeld te krijgen. Dat kunnen tips op gebied van teeltmanagement zijn, tips om de bewerkingskosten te optimalis-eren, maar ook het kiezen van een juiste afzetstrategie en manieren om de risico’s te spreiden.’ Spijk-man vertelt dat CSA ook de basis vormt voor de studiegroepen. ‘Het is mooi om te zien dat akkerbou-wers in zo’n groep zich door het verkregen inzicht en de discussie zich aan elkaar optrekken.’
!"#$%&'("
Tekst: Jelle FeenstraFoto:
25AKKER NOORDENvan het
elk gewas meerdere rassen, zoals in
de pootaardappels. Van Schendel
teelt vijftien verschillende rassen,
voor Agrico. De grondpositie
van de maatschap heeft als
voordeel dat het bedrijf in relatie
tot zetting en ziektegevoeligheid
de rassen ook zoveel mogelijk op
de juiste grondsoort kan telen.
Een tweede voordeel is dat grond
op verschillende locaties minder
kwetsbaar maakt voor extreme
regen- of hagelbuien. ‘Die vallen nooit
overal tegelijk.’
Bui van 144 millimeterVan Schendel spreekt uit ervaring. In
1997 zorgde een stortbui met 144
millimeter water dat de volledige
oogst verdronk. Bedrijven iets
verderop kregen maar een paar
druppels te verwerken. In dat jaar
was het vechten om het hoofd boven
water te houden. ‘Eigenlijk zijn we
vanaf 1997 weer opnieuw begonnen.
Sindsdien boeren we met in het
achterhoofd dat morgen de oorlog
kan uitbreken. We reserveren geld
en spreiden de risico’s, zodat er
altijd een geldstroom is. Boeren op
oorlogsscenario noemen we dat.’
Hij wijst naar de lucht: ‘Die klep
die daar open en dicht gaat
is erg bepalend
voor het succes
van een
akkerbouwbedrijf.’ Daarom lopen er
nu overal greppels en geulen over
de kopakkers. Verder kilveren en
draineert Van Schendel veel, zaait hij
volop groenbemester en gebruikt hij
met spuiten bijna elk jaar dezelfde
rijsporen. Alles om de bodem in
optimale conditie te hebben en de
gevolgen van extreme regenval
zoveel mogelijk te beperken. Dat
lukt overigens bijna nooit helemaal.
‘Eigenlijk hebben we elk jaar wel
ergens waterschade in een gewas.’
maatschap op alle fronten te
realiseren. Voorbeelden zijn: grote
percelen met vaak maar één ras,
ruimtes en kisten dubbel benutten
en voldoende machinecapaciteit
om op tijd veel te kunnen oogsten.
Het bedrijf investeerde recent in een
speciale stortbak en een kistenvuller
om al vroeg te kunnen sorteren.
de geldstromen in september
en oktober. ‘We sorteren
al bij het inschuren van de
pootaardappelen voor en
dan pak je de dikke maten
eruit. Daarvan heb je dan
vroeg in het seizoen toch
je spaart ruimte en
gaat om de passie’bewaarkosten uit en het geeft meer
gemak bij het sorteren.’
Bodem gezienUit het gesprek met Van Schendel
komt duidelijk naar voren dat de
strategie van risicospreiding een
achtergrond heeft. ‘Mijn vader
Adri, een polderpionier, over-
leed toen ik 15 was. Na een paar
overgangsjaren kon ik in 1980 het
pachtbedrijf overnemen. We heb-
ben nooit iets cadeau gekregen,
altijd geld moeten lenen om vooruit
te komen en ook een aantal keren
De bovengemiddelde bedrijfsom-
vang die er nu is en het schaken
op verschillende borden, maakt
dat het bedrijf een stootje kan
verdragen. Maar het heeft ook zo
zijn keerzijde, erkent Van Schendel.
‘Je moet misschien wel een beetje
gestoord zijn om op deze manier
akkerbouwer te zijn. Het vraagt
gigantisch veel uren, alleen al
om in zo veel verschillende
teelten bij te blijven. Daarom
onderstreep ik waar ik mee
begon: Het gaat om
de passie. Als je die
niet hebt in dit
vak, moet je snel
wat anders gaan
doen.’
Ad van Schendel: ‘Wij proberen ons akkerbouwbedrijf zo in te richten dat er maandelijks geld binnenkomt.’