Het jihadistisch internet. Kraamkamer van de hedendaagse jihad AIVD
Text of Het jihadistisch internet
Het jihadistisch internet Kraamkamer van de hedendaagse
jihad
Inhoud Voorwoord3 1.De werking van het jihadistisch internet 5
1.1 Kernfora als motor globale jihadistische beweging 6 1.2
Jihadisten ook actief op secundaire fora 7 1.3 Oppervlakteweb
beperkt gebruikt 8 2.Meeste dreiging door twee kernprocessen 9 2.1
Het proces van radicalisering en jihadisering 9 2.2 Het proces van
netwerkvorming 11 2.3 Unieke sociale dynamiek 15 3.Meeste dreiging
door enkele soorten actoren 17 3.1 Leden van jihadistische
organisaties 17 3.2 Vertegenwoordigers van jihadistische
organisaties 17 3.3 Jihadistische producenten 17 3.4 Jihadistische
consumenten 19 3.5 Jihadistische eenlingen 20 3.6 Internationale
dreiging door interactie op virtuele marktplaats 21 4.Versterking
jihadistisch internet door twee ontwikkelingen 23 4.1 Globalisering
van de virtuele jihad 24 4.2 Professionalisering van de virtuele
jihad 24 5.Conclusies 27 1
2
Voorwoord De laatste tien jaar heeft een stroom aan
contraterroristische maatregelen en acties ervoor gezorgd dat de
mogelijkheden van jihadistische organisaties om het Westen te
treffen, zijn beperkt. De aantrekkingskracht van het jihadistisch
gedachtegoed dat deze organisaties aanhangen, is echter nog
onverminderd groot. Dit gedachtegoed blijft met name jonge moslims
wereldwijd inspireren en aanzetten tot gewelddadige actie. Het
belangrijkste medium dat zorgt voor de verspreiding van dit
gedachtegoed is het internet. De doorbraak vanaf 2002 van nieuwe
interactieve en anonieme webtech- nieken, veelal aangeduid onder de
noemer Web 2.0, heeft ervoor gezorgd dat het jihadistische
gedachtegoed ruim baan krijgt. De virtuele interactie tussen de
aanhangers van dit gedachtegoed heeft een radicaliserend effect en
leidt tot de vorming van nieuwe netwerken en aanslagcellen.
Hierdoor is het internet anno 2012 uitgegroeid tot de kraamkamer
van nieuwe jihadisten en jihadistische netwerken. De AIVD doet,
binnen de kaders van de Wet op de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten 2002, onderzoek naar deze jihadisten en
jihadistische netwerken op internet. Deze publicatie heeft tot doel
de kennis over het jihadistisch gebruik van internet te vergroten
en bij te dragen aan het juist kunnen inschatten van de dreiging
die dit gebruik anno 2012 genereert. Hoewel er niet letterlijk
zoiets bestaat, wordt in deze publicatie voor de duidelijkheid wel
gebruikgemaakt van de term het jihadis- tisch internet. De AIVD
bedoelt hiermee de virtuele plekken waar jihadisten actief zijn.
Hoofdstuk 1 behandelt deze virtuele plekken. Hoofdstuk 2 schetst de
processen die daar plaatsvinden en hoofdstuk 3 de personen
(actoren) die daarbij een rol spelen. Hoofdstuk 4 beschrijft twee
ontwikkelingen die het jihadistisch internet de laatste tien jaar
hebben versterkt en hoofdstuk 5 bevat de conclusies. Deze
publicatie is een vervolg op eerdere openbare publicaties van de
AIVD, in het bijzonder De gewelddadige jihad in Nederland uit 2006.
De huidige publicatie gaat niet alleen in op de dreiging tegen
Nederland, maar ook op de dreiging tegen het Westen als geheel.
Voor deze publicatie is geput uit operationeel onderzoek van de
AIVD naar Nederlandse en buitenlandse jihadisten en de virtuele
plekken waar zij zich begeven. Daarnaast is gebruikgemaakt van
relevante openbare bronnen. Waar in deze publicatie (citaten uit)
openbare bronnen worden aangehaald, is dit illustratief voor wat de
AIVD in eigen onderzoek ook heeft gezien. De AIVD verwacht dat het
jihadistisch internet in de komende jaren een cruciale,
samenbindende en organiserende factor zal zijn bij een substantieel
deel van de aanslagplots gericht tegen het Westen en westerse
staatsburgers en belangen in het buitenland. Het jihadistisch
internet blijft daarom op de korte en middellange termijn een
belangrijke factor in het nationale en internationale
dreigingsbeeld. De AIVD tracht de dreiging die het jihadis- tisch
internet genereert te reduceren door 3
de virtuele en fysieke activiteiten van jihadisten te
onderzoeken. Gezien het grensoverschrijdende karakter van het
jihadistisch internet werkt de AIVD in dit onderzoek nauw samen met
buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ook wordt nauw
samengewerkt met diverse nationale partners, waaronder de Nationaal
Cordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Zij worden
onder meer met enige regelmaat over de stand van zaken van dit
onderzoek genformeerd. Hierdoor worden zij in staat gesteld
beleidsimplicaties vast te stellen. In specifieke gevallen tracht
de AIVD samen- werkingspartners te mobiliseren tot actie. Zo worden
ambtsberichten uitgebracht waardoor een straf- of
vreemdelingrechte- lijk onderzoek kan worden gestart tegen
specifieke personen. Ook worden nationale samenwerkingspartners of
internationale collega-diensten genformeerd over specifieke
dreigingen, zodat beveiligings- maatregelen kunnen worden
getroffen. R.A.C. Bertholee, Hoofd Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst 4
1. De werking van het jihadistisch internet Hoe ziet het
jihadistisch internet eruit en hoe functioneert het? De
interactieve mogelijkheden van het internet leiden ertoe dat
jihadisten wereldwijd elkaar snel kunnen vinden. Zij treffen elkaar
op openbare virtuele plekken zoals sociale media, webfora en
chatprogrammas maar ook op semi-openbare of besloten virtuele
plekken. Op deze laatste plekken vinden jihadistische activiteiten
en processen plaats waar de meeste dreiging van uitgaat. Deze meer
besloten virtuele plekken maken voor een belangrijk deel onderdeel
uit van het Invisible web (door wetenschappers ook wel aangeduid
als het Deep web, Darknet of Undernet). Dit onzichtbare web
refereert aan dat deel van het world wide web dat (nog) niet is
gendexeerd en niet terugvindbaar is met behulp van openbaar
toegankelijke zoekmachines zoals Google. Het zichtbare deel van het
internet, ook wel opper- vlakteweb genoemd, is dat deel van het
internet dat wel terugvindbaar en doorzoek- baar is. Wetenschappers
schatten in dat het onzichtbare web 550 keer groter is dan het
zichtbare web.1 Dit wil zeggen dat het onzichtbare web meer dan
99,8% van het totale web uitmaakt en dat dus minder dan 0,2% van
het web tot het zichtbare deel behoort. 1 Zie de studie van de
University of California getiteld How much information? 2003,
www2.sims. berkeley.edu/research/projects/how-much- info-2003. Voor
zover bekend bij de AIVD zijn er geen recentere wetenschappelijke
schattingen. Het onzichtbare web wordt vaak gevisualiseerd aan de
hand van een ijsberg waarvan slechts een klein deel zichtbaar is
aan de oppervlakte. 5
1.1 Kernfora als motor globale jihadistische beweging
Jihadisten duiken net als bijvoorbeeld criminelen en hackers onder
in het onzichtbare web en doen er alles aan om hun activiteiten
niet-terugvindbaar te maken. Verborgen in het onzichtbare web
bevinden zich virtuele verzamelplaatsen die door fanatieke
jihadisten zelf gebouwd, beheerd en afgeschermd worden. Veelal
hebben deze jihadisten geen formele banden met jihadistische
organisaties. Het gaat wereldwijd naar schatting om enkele
honderden jihadistische platforms: websites en webfora. Bepaalde
webfora zijn erg invloedrijk en vormen de facto de kern en de motor
van de wereldwijde virtuele jihadistische beweging. De AIVD schat
dat ongeveer 25.000 jihadisten afkomstig uit meer dan 100 landen
lid zijn van deze groep kernfora. De invloed van een kernforum is
deels afhankelijk van de goedkeuring die jihadistische organisaties
via hun mediaor- ganisaties aan deze fora geven. De belang- rijkste
jihadistische mediaorganisatie is momenteel Al Fajr Media Centre,
de officieuze distributeur van onder meer Al Qaida-propaganda. De
accreditatie van een kernforum door Al Fajr Media Centre (of door
andere jihadistische mediaorganisa- ties) geeft jihadisten de
zekerheid van de authenticiteit van propagandamateriaal. Een
dergelijke accreditatie wil echter niet zeggen dat een kernforum
het eigendom is van een jihadistische organisatie. Er wordt alleen
handig gebruikgemaakt van de al bestaande infrastructuur en
achterban van dergelijke fora. Kernfora kunnen dus bijvoorbeeld
niet betiteld worden als Al Qaida-websites. Een van de krachtigste
eigenschappen van de kernfora is dat alle leden kunnen deelnemen
aan groepsdiscussies over een breed palet aan themas. Zo worden
actuele nieuwsthemas besproken vanuit een jihadistisch perspectief,
nieuw uitgekomen jihadistisch propagandamateriaal wordt
becommentarieerd, individuele forumleden doen suggesties voor
mogelijke doelwitten van aanslagen en jihadistische martelaren
worden vereerd. Deze interactieve groeps- discussies vormen de
basis voor het radicale discours2 dat oproept tot en toewerkt naar
gelegitimeerd geweld tegen de vijanden van de ware islam. Dit
discours leidt binnen deze kernfora tot processen van
ideologievorming en -versterking en ideologische indoctrinatie.
Tevens wordt hier jihadistisch propaganda- materiaal gemaakt en
aangeboden. Daarnaast vormen zich er (virtuele) netwerken en worden
aanslagen gepland en voorbereid. Deze kernfora bieden boven- dien
een unieke mogelijkheid voor westerse jihadisten om in contact te
komen met gelijkgestemden in jihadistische strijdge- bieden als
Afghanistan of Jemen. Door dergelijke contacten kunnen zij genspi-
reerd raken en begeleid worden bij een eventuele jihadgang of
ingezet worden voor een eventuele aanslag in het Westen. 2 Het
woord discours kent een aantal betekenis- sen. De AIVD gebruikt in
deze notitie de in de sociale wetenschappen gangbare betekenis van
dit woord: het spreken van een bepaalde groep op een bepaald niveau
waarmee de betreffende groep de werkelijkheid structureert en
daarmee (impliciet) vastlegt wat zij voor moraliteit en waarheid
houdt.6
1.2 Jihadisten ook actief op secundaire fora Deelnemers van de
kernfora hebben vaak al een lange virtuele weg afgelegd. De opmaat
van hun radicalisering loopt via andere websites en -fora die een
rol spelen binnen het jihadistisch internet. Vaak gaat het hierbij
om minder radicale platforms met een van oorsprong salafitisch
karakter die deels onderdeel uitmaken van het onzicht- bare web.
Deze platforms voeren wel een radicaal discours, maar deelnemers
noch discussies zijn uitgesproken gewelddadig van aard. Het
jihadistisch gedachtegoed ondervindt op deze platforms ook meer
tegengeluid. De dynamische, interactieve processen die de kernfora
kenmerken vinden hier niet of slechts deels plaats. Deelnemers
hebben veelal geen directe toegang tot jihadisten in de
strijdgebieden. Waar de kernfora de motor en het kloppend hart
vormen van het jihadistisch internet, worden dergelijke minder
radicale platforms in deze publicatie aangeduid als secundaire
fora. Secundaire fora spelen een belangrijke rol bij de verdere
distributie van nieuw jihadistisch propagandamateriaal. Individuele
leden van de kernfora plaatsen hier namelijk (weblinks naar) nieuw
jihadistisch materiaal. Individuele sympa- thisanten op deze
secundaire fora herdistri- bueren de propaganda verder naar het
zichtbare oppervlakteweb door ze via onder meer sociale media als
Facebook en YouTube aan te bieden. Hiermee vervullen deze
secundaire fora een brugfunctie tussen de kernfora en het
oppervlakteweb. Het distributieproces van jihadistische propaganda
van de kernfora via secundaire fora naar het oppervlakteweb. 7
1.3 Oppervlakteweb beperkt gebruikt Uiteraard zijn jihadisten
ook actief op het oppervlakteweb. Hier maken zij gebruik van
bijvoorbeeld sociale media en diverse applicaties zoals e-mail-,
internettelefonie- en chatprogrammas. Op deze virtuele plekken en
via deze communicatiemiddelen dragen zij actief het jihadistische
gedachte- goed uit, werven zij nieuwe jihadisten en wordt actief
propagandamateriaal gedistri- bueerd en aan de man gebracht.
Jihadisten die actief zijn op het oppervlakteweb zijn bang dat
zijzelf en hun activiteiten worden onderkend. Daarom vindt hier
niet of slechts op beperkte schaal de dynamische interactie plaats
die de kernfora kenmerkt. Ook ten aanzien van sociale media zijn
jihadisten tamelijk terughoudend. De open, individuele communicatie
die sociale media kenmerkt, staat op gespannen voet met het
heimelijke en gewelddadige karakter van de internetactiviteiten van
jihadisten. De AIVD stelt vast dat personen die radicaliseren
vroeger of later hun accounts op sociale media wissen. Zij
beschouwen de (veelal Amerikaanse) sociale media als sites van de
kuffar (ongelovigen) die hierdoor onacceptabel en niet veilig zijn.
Een forumlid waarschuwt hiervoor tijdens een discussie over het
gebruik van JewTube, hiermee refererend aan de joodse achtergrond
van een van de oprichters van YouTube. Deze discussie werd
overgenomen door de SITE Intelligence Group, een commercile
Amerikaanse denktank die radicale uitingen op het internet
analyseert. Dit forumlid stelt: Your talk on youtube can be
monitored by the Kuffar. Many a brother were arrested based on
intelligence from YouTube, they will not hesitate to handover your
IP details to Kuffar. Therfore, it is NOT the place you should be
social networking.3 Ten slotte speelt mee dat op sociale media
ongewenste uitingen actief door moderators worden verwijderd. Door
deze beperkingen worden sociale media vooral gebruikt voor de
(tijdelijke) herpubli- catie van jihadistische propaganda. 3 Citaat
van een forumlid in een publicatie van de SITE Intelligence Group:
J hadists strategize to evade YouTube censorship, 28 april 2011.
Een voorbeeld van een YouTube-kanaal waarop jihadistische
propaganda wordt geherpubliceerd. 8
2.Meeste dreiging door twee kernprocessen Er zijn diverse
(sociale) processen te onderscheiden die binnen het jihadistisch
internet plaatsvinden. De AIVD onder- scheidt twee kernprocessen
waarvan de meeste dreiging uitgaat en die leiden tot (de
facilitering van) gewelddadige actie. Dit zijn de processen van
radicalisering en jihadise- ring, en netwerkvorming. 2.1 Het proces
van radicalisering en jihadisering De AIVD beschouwt radicalisering
als een sociaal fenomeen dat vaak zowel in het fysieke als in het
virtuele leven plaatsvindt. Internet is hierbij slechts een middel,
de plek waar een deel van het radicaliserings- proces zich
voltrekt. Door het internet komt men sneller in contact met
gelijkge- stemden, kan men sneller ideologische ideen uitwisselen
en een bevestiging krijgen van de eigen ideologie. Radicalisering
is daarmee vooral een groepsproces dat zich deels of in enkele
gevallen geheel online kan voltrekken. Aan het uiteinde van het
radicaliserings- spectrum ontstaat jihadisering: het proces waarbij
de radicalisering van personen uitmondt in de bereidheid om zich in
woord en daad in te zetten voor de gewelddadige jihad. De AIVD
constateert dat personen die onder invloed van het jihadistisch
internet radicaliseren vaak een aantal fasen doorlopen. Naarmate
hun radicalisering vordert, verschuiven hun virtuele activi- teiten
steeds meer naar het onzichtbare web, worden ze veiligheidsbewuster
en krijgen hun activiteiten een heimelijker karakter. Vaak
onderscheiden personen die radicali- seren zich als eerste op het
oppervlakteweb en dan met name op sociale mediasites en op
mainstream (moslim-)sites binnen hun eigen taalgebied. Zij vallen
daar op door hun radicale statements en ze consumeren en
distribueren op het oppervlakteweb gevonden jihadistisch
propagandamate- riaal. Op deze sites vinden ze al snel
gelijkgestemde individuen met wie zij over hun radicale passie
kunnen praten en die hen helpen en sterken in hun ideologische
vorming. Een verdere verdieping in het jihadistische gedachtegoed
brengt hen vaak dieper het onzichtbare web in, waar zij steeds meer
in een internationale omgeving terecht- komen. Vaak worden ze lid
van een secundair forum. Hier vinden ze een overvloed aan
jihadistisch propaganda materiaal en andere gelijkgestemde
individuen. Het radicale discours dat daar wordt gevoerd, voedt hen
en sterkt hen verder in hun ideologie en begrenst ook steeds meer
hun denkkaders. Wanneer het discours op de secundaire fora
radicaliserende individuen nog niet ver genoeg gaat, maken ze de
overstap naar de kernfora. De kernfora zijn broedplaatsen van
jihadisering: zij scheppen een klimaat waarin de gewelddadige jihad
en het martelaarschap worden verheerlijkt. 9
2.1.1 Virtuele eendenkooi De processen van radicalisering en
jihadisering die plaatsvinden binnen het jihadistisch internet kun
je vergelijken met een virtuele, ideologische eendenkooi waarbij
het gedachtegoed van de geweld dadige jihad als lokroep fungeert.
Een zeer heterogene groep voelt zich wereldwijd aangetrokken tot
deze lokroep. Gevoed door de jihadistische propaganda en het
discours dat jihadisten op het internet voeren, is er voor iedere
fase van radicalise- ring een overvloed aan jihadistische content
en een poel aan gelijkgestemden beschik- baar. De virtuele
eendenkooi mondt uit in de kernfora: een door jihadisten zelf
gecreerd ideologisch getto voor de virtuele jihadistische elite
waarbinnen alle processen elkaar versterken en gericht zijn op
gewelddadige actie. Slechts een beperkt deel van alle radicale
moslims die actief zijn op het internet bereikt dit smalste eind
van de eendenfuik. Hier is actieve participatie ten behoeve van de
jihad in woord dan wel daad gewenst. Zo stelt de voormalige
moderator van het toenmalig kernforum al-Hesbah, Humam al-Balawi4 ,
in een verklaring op enkele kernfora na zijn zelfmoordaanslag op
zeven CIA-medewerkers en een Jordanir: Beware, beware that you are
satisfied with writing on the forums without going to the
battlefield in the Cause of Allah I see no path to this [paradise]
except for death in the Cause of Allah.5 Gewelddadige actie is dus
het beoogde einddoel van de kernfora. 4 Op het jihadistisch
internet beter bekend onder zijn alias Abu Dujana al-Khorasani. 5
inSITE van januari 2010, Vol. 2, No. 10, blz. 20. Het kernproces
van radicalisering en j hadisering van het oppervlakteweb, via
secundaire fora naar de kernfora. 10
De ervaring leert dat slechts een beperkte groep daadwerkelijk
hiertoe overgaat. Het overgrote deel van de kernforumleden
ondersteunt de jihad alleen in woorden en ontleent hier inspiratie
aan. Hen ontbreekt het veelal (nog) aan de wil, de kennis, de kunde
of de connecties om hun woorden om te zetten in jihadistische
daden. 2.1.2 Kraamkamer De kernfora stellen individuen dus in staat
om een individuele bijdrage te leveren aan de wereldwijde
jihadistische beweging. Voor vele forumleden gaat die bijdrage ver:
zij brengen al hun vrije tijd door op de kernfora en hun
participatie is een soort verslaving. De SITE Intelligence Group
citeert een nieuw forumlid hierover: If you had seen me five months
ago, you would never ever imagine that today I am spending almost
12-15 hours on Islamic forums and sites - from morning till night
just thinking about my role in the Jihad movement Once I started,
it was like lost purpose of my life, addiction from day one. I was
like a small kid who received his favourite toy after a long wait.
It did not only change my life style but changed my approach toward
the ultimate goal of my life. All of sudden every previous
achievement became irrelevant.6 Het radicaliserings- en
jihadiseringsproces dat zich deels of soms geheel via internet
afspeelt, zorgt voor een continue stroom aan nieuwe individuen die
zich in willen zetten voor de jihadistische zaak. Hiermee is het
jihadistisch internet anno 2012 uitgegroeid tot de kraamkamer van
nieuwe individuele jihadisten en jihadistische netwerken. 6 Citaat
van een forumlid in inSITE van april 2010, Vol. 2, No. 11, blz. 4.
2.2 Het proces van netwerkvorming De AIVD constateert dat naast de
ideologi- sche ook de organisatorische ontwikkeling van
jihadistische netwerken en individuen zich in toenemende mate
afspeelt op of met hulp van het internet. Individuen die onder
invloed van internet zijn geradicaliseerd en binnen het
jihadistisch internet actief zijn, vormen doorgaans netwerken. Het
gaat om netwerken die zich voor een groot deel virtueel ontwikkelen
en waar een grote dreiging vanuit kan gaan. Dergelijke virtuele
jihadistische netwerken zijn vaak veel groter dan fysieke
jihadistische netwerken en hebben een meer internationaal karakter.
Daar netwerkvorming veelal aan geweld dadige actie voorafgaat,
beschouwt de AIVD netwerkvorming als een van de belang- rijkste
processen die binnen het jihadistisch internet plaatsvinden. Binnen
de jihadisti- sche kernfora zijn de condities voor dit proces
optimaal en komt het tot volledige wasdom. Het begrip jihadistisch
netwerk wordt door de AIVD gedefinieerd als een flude, dynamische,
vaag afgegrensde structuur die een aantal personen (radicale
moslims) omvat die onderling een relatie hebben, zowel op individu-
eel niveau als tussen groepen (of cellen). Zij worden ten minste
tijdelijk door een gemeenschappelijk belang verbonden: het
nastreven van een jihadistisch doel. Personen die deel uitmaken van
het jihadistische netwerk worden door de AIVD aangemerkt als lid.
Men is lid als men binnen de grenzen van het netwerk actief is en
bewust een bijdrage levert aan de realisering van het jihadistische
doel. 11
2.2.1 Vijf niveaus van netwerkvorming Om deze grotendeels
virtuele netwerken beter te begrijpen en hun eigenschappen te
doorgronden, kan het netwerkmodel worden gebruikt van de
Amerikaanse wetenschappers John Arquilla en David Ronfeldt.7 Dit
model draait om twee essentile vragen: wat houdt een netwerk bij
elkaar en wat zorgt ervoor dat een netwerk functioneert? Aan de
hand van dit model kan de AIVD vijf kritische succesfac- toren
onderscheiden, die flude netwerken zonder centrale aansturing toch
in staat stellen gerichte collectieve acties voort te brengen.
Arquilla en Ronfeldt stellen dat de kracht en de effectiviteit van
een netwerk afhankelijk zijn van het functioneren op vijf niveaus.
Dat zijn de interne communicatie- (systemen), de organisatorische
vormge- ving, de sociale cohesie, het ideologisch bestaansrecht en
de gezamenlijke methoden en strategien. Deze vijf niveaus verhouden
zich niet hirarchisch tot elkaar, maar benvloeden elkaar wel. Een
optimale onderlinge benvloeding van deze vijf niveaus leidt tot
beter presterende netwerken. Volgens het model van Arquilla en
Ronfeldt zijn de effectiefste netwerken die netwerken waarvan de
technische en organisatorische vormgeving wordt ondersteund door
een stevige sociale cohesie, een krachtig verhaal en een sterke
doctrine. Hieronder volgt aan de hand van dit model een
beschrijving van de kenmerken van de netwerken die binnen de
jihadistische kernfora actief zijn. 7 Zoals onder meer verwoord in
hun boek Networks and netwars: the future of terror, crime, and m
litancy (2001) en hun artikel Networks, netwars, and the fight for
the future in het e-journal First Monday, Vol. 6, No. 10 1 October
2001. 2.2.2 Niveau 1: interne communicatiesystemen Een essentieel
kenmerk van jihadistische netwerken die op internet actief zijn, is
dat zij zich vormen op webfora. De communica- tiemogelijkheden die
de kernfora bieden en de (technische) middelen die deze commu-
nicatie kunnen afschermen, anonimiseren en verbergen, bevorderen de
intensieve interactie tussen de leden van deze netwerken. Hierdoor
kunnen snel nieuwe virtuele netwerken ontstaan. 2.2.3 Niveau 2:
organisatorische vormgeving De jihadistische netwerken die op de
kernfora actief zijn, kenmerken zich door een platte, interactieve
organisatievorm bestaande uit fanatieke jihadisten die allen
vrijelijk met elkaar kunnen communiceren. In tegenstelling tot wat
vaak wordt gesuggereerd, is bij deze netwerken nauwelijks centrale
cordinatie te onder- kennen (bijvoorbeeld door Al Qaida). Er zijn
dan ook geen aangestelde organisatorische leiders, een formele
hirarchie of centrale aansturing ontbreekt en de netwerken vormen
geen hechte eenheid. Wel valt een informele machtstructuur te
onderkennen (zie hoofdstuk 3). Deze jihadistische netwerken
kenmerken zich door hun zelforganiserend en zelfsturend vermogen.
De netwerken hebben een flude karakter: nieuwe netwerken komen snel
op maar verdwijnen ook weer net zo snel. Hetzelfde geldt voor de
jihadisten die dergelijke netwerken vormen. Door deze flude
organisatievorm zijn de netwerken veerkrachtig en hebben ze een
groot aanpassingsvermogen. 12
2.2.4 Niveau 3: sociale samenhang De jihadistische netwerken
die op de kernfora opereren, vormen een krachtige sociale beweging.
Een sociale beweging die in staat is jihadisten wereldwijd met
verschillende achtergronden intensief met elkaar te doen
samenwerken. Waar in het fysieke leven bloedbanden, jeugdvriend-
schappen of gedeelde (strijd)ervaring voor sterke groepscohesie
garant staan, hebben de meeste leden op de kernfora elkaar nog
nooit fysiek ontmoet. Desondanks is het onderlinge vertrouwen
binnen de kernfora groot en zelfs essentieel voor de samenhang en
de interactie die daar plaatsvindt. De AIVD noemt dit fenomeen
virtueel vertrouwen. Hoe ontstaat dit virtueel vertrouwen? De
(technische) middelen die de interactieve communicatie binnen de
kernfora beschermen, het scherpe discours en de (zelf)censuur (zie
hieronder), zorgen ervoor dat de leden van deze kernfora het gevoel
hebben onder gelijken te zijn. Velen van hen voelen zich in hun
fysieke en virtuele leven opgejaagd. Ze letten continu op of hun
jihadistische levenswijze de aandacht van de overheid trekt. Ook
telt mee dat zij aan het begin van hun radicaliseringsproces vaak
in conflict zijn gekomen met hun directe omgeving. Dit leidt ertoe
dat zij zich langzaam terugtrekken uit hun oorspronke- lijke
maatschappelijke omgeving en zich omringen met nieuwe vrienden die
hen sterken in hun ideologische motivatie. Door het interactieve
karakter van het internet vinden zij deze nieuwe vrienden sneller
en vaker online dan in het fysieke leven. Wanneer zij na hun
virtuele omzwervingen terechtkomen bij de jihadistische kernfora,
ervaren velen dit als een warm bad. Ze vinden hier gelijkgestemde
vrienden en rolmodellen die zij in hun fysieke leven nauwelijks
(meer) hebben en die zij kunnen vertrouwen. De leden van de
netwerken die zich binnen de kernfora vormen, krijgen het gevoel
dat zij behoren tot een wereldwijde elite die strijdt voor de goede
zaak. Deze strijd maakt hen tot betere moslims. Hun virtuele
activiteiten geven weer betekenis en doel aan hun leven, geven hen
het gevoel onderdeel te zijn van een groter geheel. Met name
jihadisten die in het Westen wonen en het besef hebben in de
fysieke wereld niet geslaagd te zijn, ervaren dat ze virtueel wel
het juiste pad bewandelen. Deze ervaring wordt door de onderlinge
interactie op de kernfora continu versterkt en verdiept.8 Het
virtuele vertrouwen tussen leden van dergelijke netwerken kan zo
groot zijn dat zij besluiten elkaar ook offline te ontmoeten,
waarmee zij elkaars ware identiteit leren kennen. De AIVD stelt
vast dat een dergelijke overgang een verhoogde dreiging met zich
mee kan brengen. 2.2.5 Niveau 4: ideologisch bestaansrecht Verreweg
de belangrijkste bindende factor van de netwerken die op de
kernfora actief zijn, is de jihadistische ideologie. In een
notendop komt deze ideologie erop neer dat de islam verdedigd moet
worden tegen actoren die de islam in de visie van de jihadisten
bedreigen, waaronder het Westen. Niet-gewelddadig protest is
volgens jihadisten ineffectief en niet gewenst; alleen via het pad
van geweld is er een kans op succes. 8 De sociale betekenis die
kernfora kunnen hebben voor jihadisten, wordt zeer treffend
beschreven in het boek van forensisch psychiater dr. Marc Sageman
Leaderless Jihad: Terror Networks in the Twenty-First Century.
13
Iedere moslim is verplicht dit pad in te slaan. Moslims die aan
deze plicht gehoor geven, behoren tot de uitverkoren voor- hoede
van de zuivere, ware islam. Einddoel is de stichting van het
wereldkalifaat, waarin de sharia volledig wordt nageleefd. Deze
ideologie mobiliseert tot geweld: het is een oproep tot
gewelddadige actie en spreekt moslims persoonlijk aan op hun daden.
Van deze oproep gaat een sterke aantrekkingskracht uit. Binnen de
jihadistische kernfora ondervindt deze ideologische boodschap geen
tegengeluid. Sterker nog, doordat binnen deze fora alleen
gelijkgestemden actief zijn, worden afwijkende meningen ook niet
geaccepteerd. Leden die dergelijke geluiden wel laten horen, worden
van het forum verbannen. Dit proces van (zelf)censuur leidt ertoe
dat deelnemers menen het ideologische recht aan hun zijde te
hebben. Dit ideologisch gelijk vormt de basis voor de vele virtuele
netwerken binnen de kernfora die ervoor zorgen dat een constante
stroom van nieuw jihadistische propagandamate- riaal wordt
geproduceerd, verspreid en geconsumeerd. Het jihadistisch magazine
Inspire verbeeldt de individuele keuze die moslims volgens
jihadisten hebben tussen de j had en het paradijs (jannah) aan de
ene kant en de hel en verdoemenis aan de andere kant. Onderaan de
afbeelding worden Taimour Abdulwahab (de man die op 11 december
2010 twee bommen tot ontploffing bracht in Stockholm, Zweden en
daarbij om het leven kwam) en Roshonara Choudhry (de vrouw die op
14 mei 2010 het Britse parlementslid Stephen Timms neerstak) als
voorbeeld gesteld. Deze eenlingen maakten volgens de makers van
Inspire de juiste keuze: het pad van de jihad.14
2.2.6 Niveau 5: gehanteerde methoden en strategien Door de
platte organisatievorm van de jihadistische netwerken die op de
kernfora actief zijn, ontbreken genstitutionaliseerde methoden om
de jihadistische doelen te bereiken. Discipline kan niet centraal
worden afgedwongen en controlemecha- nismen om tussentijds bij te
sturen bestaan niet. Ook is er geen eenduidige strategie hoe de
jihadistische doelen te bereiken. Dit gebrek aan command and
control wordt echter deels gecompenseerd door de hierboven
beschreven zelfsturende en zelforganiserende processen. De sterke
sociale cohesie binnen deze netwerken, de (zelf)censuur, de grote
mate van ideologi- sche verkokering en het ultieme besef van hun
ideologisch gelijk, brengen een krachtige mate van (zelf)discipline
voort. Forumleden controleren zichzelf en elkaar continu en geloven
in een goddelijke sanctie op afwijkend gedrag of verraad. Het
fanatieke discours tussen de verschillende forumleden zorgt tevens
voor een wildgroei aan ideen en plannen over de door jihadisten te
gebruiken methoden en strategien. Enkele daarvan worden (door
anderen) verder geperfectioneerd en in de praktijk gebracht.
Ondanks het feit dat er binnen de jihadisti- sche netwerken die op
de kernfora actief zijn geen genstitutionaliseerde, centraal
aangestuurde methoden en strategien zijn te onderkennen, zorgt de
dynamische, fanatieke en platte interactie tussen de kernforumleden
ervoor dat deze gebreken deels worden gecompenseerd. Het niveau van
de methoden en strategien blijft echter het minst ontwikkeld van
bovengenoemde vijf niveaus. 2.3 Unieke sociale dynamiek De AIVD
stelt vast dat het samenspel tussen de hierboven beschreven vijf
niveaus van netwerkvorming leidt tot een unieke sociale dynamiek.
Deze brengt netwerken voort die gericht zijn op gewelddadige actie.
Contraterroristische maatregelen tegen deze dynamiek en tegen
dergelijke netwerken zijn volgens de AIVD alleen succesvol als zij
zich tegelijkertijd richten op meerdere van deze vijf niveaus.
Optreden tegen n niveau alleen miskent de complexiteit die ten
grondslag ligt aan de dreiging. Zo heeft het neerhalen van
jihadistische websites en -fora (niveau 1) alleen, weinig tot geen
duurzaam effect. De beheerders van deze platforms antici- peren
doorgaans op dergelijke verstoringen en de platforms zijn vaak
binnen enkele dagen weer online, meestal vanaf een andere locatie.
Dit is een modus operandi van internetjihadisten die de AIVD al
enige jaren signaleert en die het voortbestaan van het jihadistisch
internet garandeert. Zelfs het tegelijkertijd neerhalen van de vier
belangrijkste kernfora in 2008 heeft slechts kortstondig de
dynamische interactie tussen jihadisten wereldwijd benvloed.
Sterker nog, de maatregel heeft geleid tot een groter
aanpassingsvermogen van de jihadistische netwerken die zich via
dergelijke fora vormen (zie hoofdstuk 4). Ook de verspreiding van
een ideologische tegenboodschap (niveau 4) heeft als
contraterroristische maatregel weinig nut als die niet wordt
ondersteund door (gelijktijdige) internationale maatregelen op de
vier andere niveaus. 15
De professioneel vormgegeven titelpagina van een bekende
jihadistische handleiding voor het maken van explosieven. 16
3. Meeste dreiging door enkele soorten actoren Uiteenlopende
individuen (actoren) spelen een belangrijke rol in de hierboven
beschreven processen. Op basis van hun invloed en de dreiging die
zij genereren, onderscheidt de AIVD vijf actorgroepen: leden van
jihadistische organisaties, vertegenwoordigers van jihadistische
organisaties, producenten, consumenten en eenlingen. Deze
actorgroepen zijn voornamelijk actief binnen de kernfora. Uiteraard
kan er enige mate van overlap zijn tussen deze actorgroepen en
kunnen bijvoorbeeld consumenten als eenling overgaan tot een
(gewelddadige) actie. 3.1 Leden van jihadistische organisaties Er
gaat een grote dreiging uit van personen die heimelijk actief zijn
binnen het jihadis- tisch internet en behoren tot jihadistische
organisaties zoals bijvoorbeeld kern-Al Qaida, Al Qaida in de
Islamitische Maghreb (AQIM), Al Qaida op het Arabisch Schiereiland
(AQAS), Al Shabaab of Islamic Jihad Union.9 Dit is een zeer kleine
groep die op internet nauwelijks te onderkennen is. De virtuele
dreiging die van leden van jihadistische organisaties uitgaat, ligt
vooral in het feit dat zij via het internet in contact kunnen komen
met in het Westen verblij- vende jihadisten en hen kunnen
begeleiden bij hun jihadgang of de uitvoering van een aanslag. De
AIVD kent enkele van dergelijke gevallen. 9 In de rest van deze
publicatie voor de duidelijk- heid leden van jihadistische
organisaties genoemd. Indirect vormen leden van jihadistische
organisaties ook een dreiging doordat zij de kernfora voeden met
uniek propagandamateriaal. 3.2 Vertegenwoordigers van jihadistische
organisaties Jihadistische organisaties worden op het internet ook
vertegenwoordigd door en zijn aanspreekbaar via tussenpersonen.
Deze informele vertegenwoordigers zijn goed ingevoerd in de fora en
worden vertrouwd door de leden van jihadistische organisaties. Zij
vormen een brug tussen deze twee werelden. Deze kleine groep is
moeilijk te onderkennen. Ook van de virtuele contacten tussen
dergelijke vertegenwoor- digers en westerlingen kan een substantile
dreiging uitgaan. 3.3 Jihadistische producenten De organisatoren
achter het jihadistisch internet zijn dus geen (leden van)
jihadisti- sche organisaties, maar een groep die de AIVD aanmerkt
als de producenten van het jihadistisch internet. Deze middelgrote
groep fanatieke jihadisten onderhoudt en voedt (ideologisch) de
belangrijkste pleisterplaatsen van het jihadistisch internet en
stelt deze beschikbaar. De belangrijkste en meest invloedrijke
producenten zijn de beheerders (administra- tors) en de moderators
van de kernfora. De beheerders zijn de financiers en bouwers van de
kernfora. De moderators zijn vaak de fanatiekste gebruikers. Zij
hebben hun ideologische positie en loyaliteit bewezen en bewaken de
inhoud en richting van het jihadistisch discours. 17
De AIVD heeft met name de laatste vijf jaar een reeks van
opmerkelijke voorbeelden gezien van beheerders en moderators die
zijn overgegaan tot gewelddadige jihadistische actie. Een aantal
van deze voorbeelden is ook in de media verschenen. Zo is er de
eerder genoemde Humam al-Balawi, de voormalig moderator van een
jihadis- tisch forum die een zelfmoordaanslag pleegde op zeven
CIA-medewerkers en een Jordanir. Voorts Malika al-Aroud, de
voormalig administrator van een jihadistisch forum die een
Belgische jihadist uit de gevangenis wilde bevrijden, en Haitham
bin Muhammad al-Khayyat, de voormalig administrator van diverse
jihadistische fora die door een luchtaanval in Afghanistan om het
leven kwam. Tot slot Khattab al-Thaqafi, de voormalig administrator
van een jihadistisch forum die werd gedood tijdens de jihadistische
strijd in Afghanistan. Niet alleen personen die tot de organisatie
van een kernforum behoren kunnen worden aangemerkt als producent.
Ook bepaalde forumleden die een meer inhoudelijke bijdrage leveren,
behoren tot deze categorie. Het gaat hier bijvoorbeeld om
jihadistische ideologen wier kennis, opinie en raad zeer worden
gewaardeerd en die een radicaliserende invloed hebben. De AIVD kent
verschillende voorbeelden waarbij leden van kernfora rechtstreeks
in contact kwamen met jihadistische ideo- logen. Dergelijke
contacten kunnen forumleden inspireren om over te gaan tot
gewelddadige actie. Daarnaast kan een aantal forumleden vanwege hun
deskundigheid en ervaring als producent gekwalificeerd worden. Het
gaat bijvoorbeeld om explosievenexperts die het jihadistisch
internet voeden met een continue stroom aan handleidingen voor
onder meer het maken van explosieven, ontstekingen en bomgordels.
Ook forumleden die naar eigen zeggen participeren in de
jihadistische strijd in landen als Afghanistan, Pakistan, Jemen of
Somali en hierover corresponderen of jihadistisch videomateriaal
beschikbaar stellen, staan in hoog aanzien. Dergelijke
correspondenten staan aan de basis van de eerder beschreven
propagandacyclus binnen het jihadistisch internet. Wanneer zij op
fora verslag doen van hun activiteiten aan het jihadistische front,
kunnen zij rekenen op veel bijval. Wanneer dergelijke ervaren
strijders als martelaar sterven, blijven zij voor veel forumleden
een iconische rol vervullen. Zo reageert een forumlid op de
martelaarsdood van een prominent lid van diverse fora: I feel so
ashamed of myself that I am one of those who is left behind.10 Een
ander forumlid schrijft: My heart rips apart seeing others I know
achieve the greatest success while I am still here sitting on my
buttocks.11 Je hoeft niet altijd afkomstig te zijn uit een Arabisch
land om een gerespecteerd en invloedrijk producent te zijn binnen
deze kernfora. Enkele recente casussen bewijzen dat in het Westen
verblijvende personen de status van producent kunnen verkrijgen. 10
Citaat van een forumlid te vinden in inSITE, november 2009 Vol. 2,
No. 9, blz. 23. 11 Citaat van een forumlid te vinden in inSITE
Western Jihadist Forums, februari 2010, blz. 5.18
Een bekend voorbeeld is de Spanjaard Faical Errai die op 27
augustus 2010 werd gearres- teerd op verdenking van het beheer van
een kernforum en de virtuele rekrutering van jihadisten voor de
strijd in Afghanistan, Pakistan en Tsjetsjeni. Dergelijke westerse
producenten zijn door hun virtuele machts- positie in staat om
andere westerse jihadisten in contact te brengen met ervaren
jihadisten die zij via het internet kennen. Alleen door intensief
inlichtingenonderzoek naar het fysieke en virtuele leven van deze
westerse producenten, kan een juiste inschatting worden gemaakt van
de dreiging die van hen uitgaat. Deze inschatting kan luiden dat
zij in hun fysieke omgeving nauwelijks dreiging genereren maar dat
van hun virtuele activiteiten een substantile dreiging uitgaat,
bijvoorbeeld doordat zij anderen aanzetten tot gewelddadige actie
of hen in contact brengen met geweldsbereide jihadisten. 3.4
Jihadistische consumenten Bovengenoemde groepen gerespecteerde en
invloedrijke producenten maken een kernforum mede tot een succes.
Zij bezitten hierdoor een grote, informele machtspo- sitie binnen
het jihadistisch internet. Een dergelijke machtspositie is erg
gewild bij de grote restgroep van gebruikers, de consu- menten.
Deze groep consumeert de inhoudelijke activiteiten van de produ-
centen. Het ontbreekt consumenten veelal (nog) aan specifieke
jihadistische kennis, kunde of connecties om hun dromen over jihad
om te zetten in daden. Vaak zijn zij dagelijks urenlang online en
consumeren alle jihadistische informatie die zij maar kunnen
vinden. Consumenten zijn vaak ook (nog) actief op het
oppervlakteweb. Zij spelen een belangrijke rol bij de herpubli-
catie van propaganda op dit oppervlakteweb en zijn hiermee de
dragers van het jihadis- tisch gedachtegoed op het internet.
Consumenten vallen regelmatig op door hun gretige bijdragen aan en
bedreigingen op de kernfora. Zij geven aan als martelaar te willen
sterven voor de goede zaak, vragen om hulp bij hun jihadgang,
stellen allerhande doelwitten voor mogelijke aanslagen voor en
zetten andere forum- leden aan tot het plegen van gewelddadige
acties. De consument Abu Omar schrijft in 2008 op een kernforum
over zijn drang om dergelijke oproepen en bedreigingen te uiten:
From the moment I wake up until the moment I go to sleep, this is
what I go throughout the day. My thoughts are limited to the
following questions: How can I terrorize the enemy, at this time
and with this machine [his computer]? Can this thing be adjusted to
be used against the enemies of Allah. Frankly I do not watch TV..
In my spare time I occupy myself by thinking about a new terrorist
idea12 Deze bijdrage en andere bijdragen van consu- menten worden
regelmatig onderkend door denktanks, bloggers en wetenschappers die
het jihadistisch internet monitoren. Via hen bereiken dergelijke
uitingen van consu- menten vaak de traditionele media. Online
oproepen en bedreigingen van consumenten dragen bij aan het
onrustige dreigingsbeeld in het Westen. Doordat het hen veelal
ontbreekt aan de kennis, kunde of connecties om dergelijke oproepen
in harde acties om te zetten, is de werkelijke dreiging die van
deze groep uitgaat een stuk geringer dan hun oproepen doen
vermoeden. 12 Citaat van een forumlid opgenomen in inSITE van
januari 2010, Vol. 2, No. 10, blz. 21. 19
Dit betekent echter niet dat hun oproepen geen weerklank kunnen
vinden bij anderen. Consumenten kunnen zelf, vroeger of later,
steun verwerven om hun jihadistische aspiraties om te zetten in
daden. Bijvoorbeeld door op te klimmen binnen de informele
hirarchie op de fora. Bovengenoemde Abu Omar wist een jaar later
Irak te bereiken. Hij werd daar gedood tijdens een luchtaanval, nog
voordat hij een door hem gewenste zelfmoordaanslag kon uitvoeren.13
De AIVD onderkende met name de laatste vijf jaar vele voorbeelden
van jihadistische consumenten die uiteindelijk overgaan tot geweld.
Zoals hierboven vermeld, zijn het respect en de invloedrijke
machtspositie van produ- centen binnen het jihadistisch internet
erg gewild. Er zijn diverse voorbeelden bekend van consumenten die
opvallen door hun enorme gretigheid om te participeren binnen de
jihadistische beweging, terwijl het hen vooral om de virtuele
aandacht is te doen. Dergelijke aandachttrekkers zijn vaak continu
online aanwezig, posten veel en uiten zich virtueel zeer radicaal.
Maar noch in hun virtuele, noch in hun fysieke leven zijn zij
invloedrijk of gaat er een dreiging van hen uit. Het gaat
dergelijke individuen vooral om de virtuele aandacht en het
virtuele respect die zij binnen dergelijke kernfora krijgen. Het
inschatten van de dreiging die uitgaat van de activiteiten van
consumenten en bovengenoemde aandachttrekkers is meestal een
ingewikkelde en tijdrovende taak. Vaak kan de AIVD slechts na de
langdurige inzet van bijzondere inlichtin- genmiddelen de doeners
van de schreeu- wers onderscheiden. 13 Zie inSITE van januari 2010,
Vol. 2, No. 10, blz. 21. Diverse invloedrijke personen in het
openbare debat over het jihadistisch internet, onder wie
wetenschappers en journalisten, schatten de dreiging van
jihadistische consumenten regelmatig te hoog in. Zij gaan veelal
uit van het concept dat het jihadistisch internet wordt aange-
stuurd door Al Qaida en aan Al Qaida gelieerde organisaties en dat
de consu- menten dus door deze organisaties worden aangestuurd (zie
paragraaf 1.1). Een dergelijke aanname kan leiden tot een vertekend
beeld van de slagkracht van de groep jihadistische consumenten.
Deze invloedrijke personen trappen in de propagandaval van
jihadisten die een centrale aansturing suggereren en de invloed en
de dreiging van de wereldwijde jihadistische beweging overdrijven.
3.5 Jihadistische eenlingen Binnen inlichtingen- en
veiligheidsdiensten wordt veel gesproken over het fenomeen
eenlingen (ook wel lone wolves genoemd). Veelal wordt deze term
gebruikt voor individuen die niet binnen een fysiek netwerk actief
zijn en die vanuit een jihadistische motivatie in hun eentje
overgaan tot (gewelddadige) actie. Vaak zijn eenlingen voorafgaand
aan hun daad niet tot nauwelijks bekend bij politie of
inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De term eenling wordt pas
gebruikt nadat een individu over is gegaan tot een al dan niet
geslaagde (gewelddadige) actie. De AIVD onderkent dat eenlingen
dikwijls zelfstandig een (gewelddadige) actie plannen en uitvoeren
maar zelden helemaal zelfstandig zijn geradicaliseerd. Zoals
hierboven is beschreven, stelt de AIVD dat radicalisering een
sociaal fenomeen is. Dit geldt veelal ook voor eenlingen. 20
Vaak wordt na de (gewelddadige) actie van eenlingen
geconstateerd dat zij in hun fysieke leven nauwelijks contact
hadden met gelijkgestemden, maar via het internet wel. Achteraf
wordt dan geconstateerd dat deze contacten en de consumptie van de
jihadistische propaganda en het online discours hebben bijgedragen
aan hun radicalisering en (mogelijk) ook de inspiratie zijn geweest
voor een dergelijke (gewelddadige) daad. Participatie aan
celvorming of het inroepen van assistentie voor de uitwerking van
de plannen blijft dan achterwege. De collectieve online droom is
(gelijk) omgezet in een individuele fysieke daad. De kansen van
opsporings- dan wel inlichtingen- en veiligheidsdiensten om
eenlingen vroegtijdig te onderkennen, zijn hierdoor zeer beperkt.
3.6 Internationale dreiging door interactie op virtuele marktplaats
De AIVD beschouwt het jihadistisch internet als een virtuele
marktplaats waar de jihadistische vraag en aanbod elkaar ontmoeten
en die gericht is op de geweld- dadige jihad. Ervaren jihadisten
gaan hier contacten aan met jonge enthousiaste wannabes die willen
afreizen naar de jihadistische strijdgebieden. Gerespecteerde
ideologen voorzien in de grote vraag naar het jihadistisch
gedachtegoed en een persoonlijke uitleg daarvan, explosievenex-
perts voorzien in de vraag naar te gebruiken aanslagmiddelen en
correspondenten voldoen aan de grote honger naar nieuw
propagandamateriaal. Al deze actoren gaan kortere of langere
verbintenissen met elkaar aan. Door de achtergronden van deze
actoren en de grenzeloosheid van het internet betreft het een
internationale dreiging. Op 2 maart 2011 schoot de eenling Arid Uka
op het vliegveld van Frankfurt twee Amerikaanse militaire piloten
dood en verwondde hij twee andere. Uka, die werkzaam was op het
vliegveld, sprak hen aan voor een legerbus en vroeg hen of zij op
weg waren naar Afghanistan. Toen hier bevestigend op werd
gereageerd, begon hij te schieten. Uka ontleende zijn inspiratie
voor deze aanslag naar eigen zeggen aan een jihadistische
propagandavideo waarin Amer kaanse soldaten moslimvrouwen
verkrachten. Hij had deze beelden de ochtend van de aanslag
bekeken. 21
Deze illustratie werd via een kernforum verspreid. Hij
verkondigt beeldend de boodschap dat het uitoefenen van de jihad in
Nederland de toestemming heeft van Allah. 22
4.Versterking jihadistisch internet door twee ontwikkelingen De
dynamische interactie tussen de in hoofdstuk 3 beschreven actoren
is specifiek gericht op en/of mondt uit in (de facilitering van)
gewelddadige actie. Het gaat hierbij met name om jihadgang naar
strijdge- bieden om daar een training te volgen en/of deel te nemen
aan de strijd, celvorming met als doel aanslagen te plegen en
virtuele activiteiten om gewelddadige acties te ondersteunen. Op
dit moment wordt een prominent deel van deze activiteiten
genitieerd vanuit het jihadistisch internet. Hoe heeft het
jihadistisch internet de afgelopen tien jaar kunnen uitgroeien tot
zon krachtige katalysator voor de interna- tionale gewelddadige
jihad? Hoofdstuk 4 beschrijft twee belangrijke ontwikkelingen die
het jihadistisch internet hebben versterkt: de globalisering van de
virtuele jihad en de professionalisering van de virtuele jihad.
Groei van het aantal internetgebruikers in een aantal islamitische
landen in percentages over de periode 2001 2011 (bron:
www.internetworldstats.com). Groei internetgebruikers Landen
(2001-2011) Afghanistan 99.900% Algerije 9.300% Egypte 4.374% Irak
2.500% Jordani 1.268% Koeweit 633% Libanon 264% Libi 3.439% Marokko
13.113% Oman 1.527% Pakistan 15.158% Qatar 1.779% Saoedi-Arabi
5.600% Somali 52.900% Syri 14.796% Tunesi 3.500% Verenigde
Arabische Emiraten 383% Jemen 15.560% 23
4.1 Globalisering van de virtuele jihad De AIVD constateert dat
de wereldwijde groei van het aantal internetgebruikers heeft geleid
tot een globalisering van de virtuele jihad. Steeds meer mensen uit
steeds meer landen komen via het internet in contact met het
jihadistisch gedachtegoed en raken hierdoor genspireerd.
Jihadistische organisaties zoals Al Qaida spelen bij deze
ontwikkeling slechts een inspirerende en nauwelijks een
(aan)sturende rol. Met name in de islamitische landen in het
Midden-Oosten, Noord- en Oost-Afrika en Zuid-Azi is het
internetgebruik de laatste tien jaar exponentieel gegroeid. In deze
regios is een hele nieuwe generatie online gekomen waarvan een deel
via het internet radicaliseert. Het aantal jihadistische
consumenten op de kernfora afkomstig uit deze regios is dan ook de
laatste jaren sterk toegenomen. Het internetgebruik groeit het
snelst in de jihadistische hotspots Afghanistan, Pakistan, Somali
en Jemen. Vanuit deze landen komen steeds vaker de meer ervaren
jihadisten online. Zij versnellen en verrijken de dynamiek binnen
het jihadistisch internet met hun kennis, kunde en connecties en
overbruggen hiermee een kennis- en ervaringskloof. Westerse
consumenten en bovengenoemde nieuwe groep consumenten uit de
islamitische landen komen in toenemende mate in direct contact met
deze ervaren jihadisten. Hierdoor worden deze consumenten steeds
vaker in staat gesteld om uit te reizen naar bovengenoemde hotspots
voor deelname aan jihadistische activiteiten. Zij kunnen daar een
dreiging vormen tegen westerse belangen of na hun eventuele
terugkeer tegen het Westen zelf. Op de virtuele marktplaats van het
jihadis- tisch internet komen anno 2012 al deze (nieuwe)
actorgroepen uit geografisch verspreide gebieden bij elkaar. Hier
vormen zij wijdvertakte, internationale, virtuele netwerken waarvan
een grote dreiging uit kan gaan. Binnen deze netwerken wordt de
geografische afstand tussen de leden niet als een belemmerende
factor ervaren. Door de globalisering van de virtuele jihad is het
jihadistisch internet anno 2012 groter en meer gefragmenteerd dan
ooit. Er zijn meer platforms, die vooral internationaal gericht
zijn, de internationale jihad prediken en hierdoor een
internationaal publiek trekken. Binnen het jihadistisch internet
zijn Arabisch en Engels de gangbare voertalen. Het aantal nationale
jihadistische platforms en de invloed ervan zijn in vergelijking
met een aantal jaren geleden afgenomen. Doordat het jihadistisch
internet globaliseert, kan de dreiging gericht tegen het Westen
afkomstig zijn uit een groot aantal landen. Het herkomstge- bied
van de dreiging tegen het Westen is de laatste tien jaar dus
vergroot. 4.2 Professionalisering van de virtuele jihad Jihadisten
die op internet actief zijn, hebben zich de laatste tien jaar op
verschil- lende vlakken weten te professionaliseren. Zo heeft een
stroom aan contraterroristi- sche acties wereldwijd geleid tot een
toenemend veiligheidsbewustzijn, ook binnen het jihadistisch
internet. Dit veiligheidsbewustzijn uit zich in een agressieve
promotie van veilig online- gedrag en een toename van het gebruik
van veelal gratis verkrijgbare software om de technische toegang
tot en de inhoudelijke 24
participatie aan het internet te versleutelen. Steeds meer
jihadistische actorgroepen zijn hierdoor steeds beter in staat om
hun identiteit, hun locatie en de inhoud van hun communicatie te
verhullen. Als gevolg hiervan zijn de activiteiten van jihadisten
steeds minder zichtbaar en moeilijker herleidbaar tot een individu.
Deze anonimi- sering jaagt het jihadistisch discours verder aan: de
anonieme en niet te lokaliseren gebruikers geven een steeds
gewelddadigere boodschap af. Ook de propagandaproductie, die voor
het jihadistisch internet cruciaal is, heeft de laatste tien jaar
een belangrijke professiona- lisering doorgemaakt. De komst van
gratis datahosting en snelle en goedkope internet- verbindingen via
vaste en mobiele appa- raten, alsmede de opkomst van jihadistische
mediaorganisaties en sociale media, hebben geleid tot een sterke
toename en verspreiding van het jihadistisch gedachte- goed op het
internet. Deze professionalise- ring is bovendien zichtbaar in de
opkomst van geavanceerde jihadistische propaganda voor gsms,
smartphones en andere mobiele apparaten. De inhoud van de
jihadistische propaganda, met name van het beeldmateriaal, is ook
sterk verbeterd. Hier speelt de komst van De afname van het aantal
nationale jihadistische websites en -fora en de tanende invloed van
deze platforms, is ook in Nederland zichtbaar. Het aantal actieve,
Nederlandstalige jihadistische platforms is tegenwoordig zeer
beperkt. Hiervoor zijn drie redenen te noemen. Ten eerste zijn
lokale netwerken in Nederland sinds 2006 flink verzwakt, al tijden
weinig actief en kennen zij een beperkte aanwas. Een gecor- dineerd
preventief en actief terrorismebeleid gericht tegen de (virtuele)
activiteiten van Nederlandse jihadisten heeft dit mede mogelijk
gemaakt. Het draagvlak voor Nederlandstalige jihadistische
platforms is dus flink afgenomen: er zijn nauwelijks producenten om
deze platforms op te zetten en de groep Nederlandstalige consumen-
ten is beperkt. Ten tweede zijn Nederlandse jihadisten zich de
afgelopen jaren vooral gaan richten op de jihad buiten Nederland.
Dit komt tot uiting in contacten met buitenlandse jihadisti- sche
groeperingen en de wens om deel te nemen aan de jihad in
strijdgebieden elders. Deze contacten vinden Nederlandse jihadisten
in de virtuele wereld niet op nationale maar wel op internationale
jihadistische platforms. Ten derde speelt mee dat Nederlandse
jihadisten vaak voldoende de Engelse of Arabische taal machtig
zijn, zodat zij kunnen participeren binnen deze internationale
omgeving. Zij hebben dus geen Nederlandstalige jihadistische
platforms nodig. De beperkte groep Nederlandse jihadisten die
binnen het jihadistisch internet actief is, manifesteert zich dus
vooral op de internationale jihadistische websites en -fora. Zij
spelen daar veelal een marginale rol.14 14 De eerste twee redenen
in deze alinea worden uitgebreid besproken in de AIVD-publicatie
Lokale jihadistische netwerken in Nederland uit 2009. 25
snelle en goedkope internetverbindingen eveneens een rol. Het
uploaden en down- loaden van professioneel videomateriaal is zelfs
in de meest afgelegen strijdgebieden geen probleem meer. Tevens is
ander beeldmateriaal zoals magazines geprofessio- naliseerd. De
jihadistische propaganda is zich met name de laatste vijf jaar ook
steeds meer gaan richten op specifieke doelgroepen. Deze
narrowcasting van propaganda richt zich bijvoorbeeld op
jihadistische vrouwen, een specifiek taalgebied of een bepaalde
regio. Vooral de narrowcasting van propaganda gericht op in het
Westen verblijvende moslims is van belang voor het dreigings-
beeld. Dergelijke propaganda roept steeds vaker op tot het plegen
van aanslagen in het Westen door daar woonachtige moslims en geeft
laagdrempelig aan met welke middelen dit kan worden gedaan. Deze
boodschap lijkt in toenemende mate westerse moslims te inspireren
tot gewelddadige actie. Met name het Engelstalige magazine Inspire
doet dit heel wervend met artikelen als Make a bomb in the kitchen
of your mom. De AIVD stelt vast dat dergelijke propaganda steeds
vaker wordt samengesteld door westerse jihadisten zelf die virtueel
carrire hebben gemaakt binnen de kernfora. Tevens signaleert de
AIVD dat westerse jihadisten die in de jihadistische strijdgebieden
vechten in toenemende mate in propaganda-uitingen figureren. Het
jihadistisch magazine Inspire is een voorbeeld van de narrowcasting
van propaganda gericht op in het Westen verblijvende moslims. De
professionele vormgeving van de in Amer ka opgegroeide Samir Khan
draagt mede bij aan de aantrekkingskracht van dit magazine. 26
5.Conclusies De AIVD concludeert dat het jihadistisch internet
anno 2012 en de netwerken, groeperingen en individuen die
daarbinnen participeren over een sterk aanpassingsver- mogen
beschikken. De globalisering van de virtuele jihad heeft ervoor
gezorgd dat de dreiging die het jihadistisch internet anno 2012
genereert, afkomstig kan zijn uit veel verschillende landen en van
nieuwe actorgroepen. De professionalisering van de virtuele jihad
heeft ervoor gezorgd dat steeds meer jihadistische actorgroepen in
staat zijn om hun identiteit, hun locatie en de inhoud van hun
communicatie te verhullen. De professionalisering van de virtuele
jihad zorgt ook voor een overvloed aan hoogwaardige jihadistische
propaganda die in toenemende mate in staat is individuen wereldwijd
te radicaliseren. De globalisering en professionalisering van de
virtuele jihad hebben de werking van het jihadistisch internet dus
versterkt. Hierdoor heeft het jihadistisch internet kunnen
uitgroeien tot de kraamkamer van nieuwe jihadistische netwerken en
individuele jihadisten. De AIVD constateert dat jihadistische
organisaties als Al Qaida gebruikmaken van en putten uit deze
virtuele poel van nieuwe jihadisten. Hiermee vormt het jihadistisch
internet een (potentile) reddingsboei voor deze
organisaties,waarvan de fysieke speelruimte in de laatste tien jaar
sterk is beperkt. In 2006 sprak de AIVD in de openbare publicatie
De gewelddadige jihad in Nederland nog voorzichtig van een
virtualisering van de gewelddadige jihad en stelde dat: de trend
van virtualisering voor een belangrijk deel de toekomstige
jihadistische dreiging tegen Europa en Nederland gaat bepalen. Nu,
zes jaar na de verschijning van deze publicatie, constateert de
AIVD dat de ideologische en organisatorische ontwikke- ling van
jihadistische netwerken en individuen zich inderdaad voor een
belangrijk deel afspeelt op en met behulp van het internet. De
virtualisering van de jihad bepaalt in 2012 voor een belangrijk
deel de jihadistische dreiging tegen het Westen. Deze afbeelding
benadrukt het gebruik van encryptie voor een veilige onderlinge
communicatie. 27
Zo constateert de AIVD dat een niet gering aantal van de
(verijdelde) aanslagplots, gericht tegen westerse doelen, van met
name de laatste drie jaar een prominente virtuele component heeft.
Ook stelt de AIVD vast dat het anonieme discours en de
professionele propaganda op het jihadis- tisch internet steeds meer
jihadistische actorgroepen inspireren tot (gewelddadige) actie. Een
toenemend aantal jihadistische producenten (met name beheerders en
moderators) zet hun virtuele dromen over jihad om in geweldsdaden
of jihadgang. Steeds meer jihadistische consumenten verwerven, na
intensieve deelname aan het jihadistisch internet, de kennis, kunde
en connecties die ze nodig hebben voor het uitvoeren van hun
gewelddadige intenties. Ook neemt het aantal eenlingen toe dat,
genspireerd door het radicale discours en de propaganda op het
jihadistisch internet, zelfstandig tot gewelddadige actie overgaat.
Dit alles zorgt anno 2012 voor een internati- onaal, diffuus en
complex dreigingsbeeld. De AIVD verwacht dat het jihadistisch
internet op de korte en middellange termijn een belangrijke rol in
het nationale en internationale dreigingsbeeld zal blijven spelen.
Naar verwachting zal het jihadistisch internet in de komende jaren
een cruciale, samenbindende en organiserende factor zijn bij een
substantieel deel van de aanslagplots gericht tegen het Westen en
westerse staatsburgers en belangen in het buitenland. De AIVD
tracht onder meer door het tijdig informeren en mobiliseren van
(inter)nationale samenwerkings partners, deze dreiging te
reduceren. 28
Colofon Dit is een uitgave van: Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst www.aivd.nl januari 2012