Presentatie expertenforum Hans Bruyninckx_ALV 2013

Preview:

DESCRIPTION

Op de Algemene Ledenvergadering van VRP (21 maart 2013, Brussel) gaf Hans Bruyninckx (toekomstig directeur van het Europees Milieuagentschap) een lezing. Als internationaal milieudeskundige en professor aan de KULeuven maakt hij deel uit van het 'expertenforum' dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen aan een kritische wetenschappelijke analyse heeft onderworpen. Naast Bruyninckx bestaat het team uit Georges Allaert (UGent), Linda Boudry (Kenniscentrum Vlaamse Steden), Tom Coppens (Artesis Hogeschool Antwerpen/Associatie Universiteit Antwerpen), Hubert Gulinck (KULeuven), Griet Celen (Vlaamse Landmaatschappij), Dirk Lauwers (UGent), Bart Steenwegen (team Vlaams Bouwmeester) en Peter Swinnen (Vlaams Bouwmeester). Het expertenforum heeft in kaart gebracht wat volgens hen de belangrijkste toekomstige uitdagingen zijn. Zij willen de ruimtelijke vraagstukken scherper stellen en de urgente rol benadrukken van ruimtelijke planning in de aanpak ervan. Bruyninckx licht de analyse van het expertenforum toe en kadert het verhaal in een Europese context. Achteraf is er tijd voor vragen en debat.

Citation preview

Uitdagingen en opgaven voor het Beleidsplan Ruimte

Expertenforum Beleidsplan RuimteGeorges Allaert, Tom Coppens, Griet Celen, Hans Bruyninckx, Dirk Lauwers, Linda

Boudry, Peter Swinnen, Bart Van Steenwegen, Hubert Gulinck

19 03 2013

Het BRV Expertenforum

Inhoud

• Onze lezing van demaatschappelijkeuitdagingen uit hetgroenboek.

• Is het huidigeplanningskaderachterhaald?

• Breekpunten voorhet beleidsplan

VAN 6 NAAR 7 MILJOEN

Bevolkingsgroei 2009-2030

Bron: VITO 2011

Bebouwde ruimte inVlaanderen in hetBAU

1976 7.2%1988 12%2000 18%2013 25%2050 40%

IN BEWEGING BLIJVEN

vervoerswijzekeuze Vlaanderen versusintrastedelijk (OVG)

Boussauw, K, 2011

‘autoverplaatsingen nemen 77% voor hun rekening in totaal afgelegde kilometers’’86% van de Vlaamse huishoudens bezit minstens 1 auto’

‘in 2009 stonden automobilisten bijna 4 miljoen uren in de file’

KLIMAAT

Bron: Ccaspar 2012

Bron, Bomans,2012 op basis van VITO + Ccaspar

Bron, P Meire, 2013

Bron: administratie gezondheidszorg

BIO-DIVERSITEIT &BIO-PRODUCTIEVE RUIMTE

Bron: Urban Unlimited, 2012

RUIMTE VOOR ECONOMIE

GEBIEDEN MET BOVENLOKALEECONOMISCHE BETEKENIS

GEBIEDEN MET LAGEREECONOMISCHE DENSITEIT

DE ECONOMISCHE KERNGEBIEDEN

Bron infrastructuren: GIS-basisbestand RSV

-ECONOMISCHE DENSITEIT IN VLAANDEREN

INCLUSIEF BELANGRIJKE INFRASTRUCTUREN

50

Km

0 25

INFRASTRUCTUREN

AUTOSNELWEGSPOORWEGWATERWEG NIVEAU 1

Bron. Cabus, P, Allaert, G en Van Haverbeke, W., 2001

Tekort in hectaren(netto ha)

100 ha

Overschot in hectaren(netto ha)

100 ha

500 25

Kilometers

Balans ijzeren voorraad bouwrijpe terreinenNetto ha

251% tot 566% (11)73% tot 251% (27)0% tot 73% (35)

-51% tot 0% (57)-77% tot -51% (80)

-100% tot -77% (98)

BESLUIT

Besluit

• Het Business as usual- model is niet houdbaaromwille van– Verlies aan ecosysteemdiensten

– Congestie

– Leefmilieu en gezondheid

– Versnippering en fragmentatie

– Klimaatadaptatie

-> dwingend karakter van verweving, verknoping,verdichting en vernetting als fundamenteletoetsstenen van ruimtelijk beleid

VerdrogingVergrijzingVerlies van natuurwaardenHoge gronddrukKansen voor energieproductieKansen voor grensoverschrijdendenatuur en watersystemen

Extreme druk op ruimteVersnipperingOverstromingenCongestieDruk op vastgoedprijzenKansen voor verwevingKansen voor Transit oriented developmentKansen voor stedelijke landbouwKansen voor verrassende alliantiesNood aan ruimte voor bedrijven

Verlies aan cultuurwaardenVersnipperingKansen voor cultuurwaardenen landschapsontwikkeling

Overstromingen en watertekortVergrijzingPotenties voor windenergieDruk op ecologische waarden

VersnipperingVerlies aan cultuurwaardenVerdrogingKans voor waterboerenKansen voor waterlandschappen

Intensief landbouwgebiedDruk op milieuKansen voor enegerieboeren

Erosie, vervlakking landschapKansen voor voedselproductie

Economische dragers?Kansen voor energieproductieKansen voor biodiversiteit

WAT BLIJFT VAN HET RSV OVEREIND?

Het RSV en de nieuwe woonopgave

Het RSV en klimaatadaptatie

RSV en de open ruimte

RSV en economische ruimte

10 BREEKPUNTEN

Breekpunten binnen eentoekomstgericht Vlaamse ruimte

• Term breekpunt vanuit een dubbelebetekenis:

– Breekpunt in beleid: we gaan het op een aantalvlakken behoorlijk anders moeten doen. Dusbreken met het huidige beleid(smodel)

– Breekpunten in de zin dat zonder deze elementeneen Vlaams ruimtelijk beleid naar onze meningonmogelijk is in het licht van de toekomstigeuitdagingen en ontwikkelingen

Breekpunt 1

De bijkomende verstedelijking zal, gelet op dedemografische ontwikkelingen, haarhoogtepunt kennen voor 2030 en reedsaanzienlijk zijn voor 2020.

-> Het beleidsplan moet vandaag eenhaalbare strategie en instrumentenbevatten om op korte termijn detoekomstige verstedelijking te sturen

Breekpunt 2

In tegenstelling tot algemeen gesteld is het bestaand aanbodaan bouwpercelen voor wonen en bedrijven veel groter dan detoekomstige behoefte. Maar het aanbod ligt verspreid en infunctie van een duurzaam en spaarzaam ruimtegebruik vaakop de ‘foute’ plaats.

-> Het beleidsplan dient via een grond- en pandenbeleidhet wonen in centrale locaties en op OV-locatiesbetaalbaar, veilig en leefbaar te houden. De overheid moetvia een locatiebeleid het aanbod voor wonen sturen naarmeer duurzame locaties en zodoende ruimte sparen voorandere essentiële functies

Breekpunt 3

Gescheiden beleids- en planningsprocessen voor essentiëlefuncties (wonen, mobiliteit, werken) blijven leiden tot slechtverspreide en slecht geïntegreerde allocatie van functies enactiviteiten. Dit zal uitmonden in ondraagbare maatschappelijkekosten en een structurele congestie van het wegennet.

->Het ruimtelijk beleid dient terug een integrerende rol op tenemen tussen verschillende beleidsdomeinen, met in hetbijzonder de integratie tussen mobiliteits- eninfrastructuurplanning en het ruimtelijke beleid.

Breekpunt 4

Klimaatextremen onder vorm van ondermeer overstromingen,droogte en hitte zullen ook Vlaanderen steeds zwaardertreffen en daarom zullen grondige adaptievebuffermaatregelen moeten ontwikkeld worden in deeerstkomende decennia, niet in het minst om gewapend te zijntegen de verzwaring van deze problematiek in de verderetoekomst.

->Er zullen nieuwe inrichtingen en investeringen nodig zijndwars doorheen de publieke en de private ruimte(bijvoorbeeld groenblauwe stadsontwerpen tegen hitte-eilanden, systematisch ingerichte erosiebuffers, grondige“ontpitting” van overstromingsarealen enz.).

Breekpunt 5In de pikorde van de ruimtelijke waarden in Vlaanderen komende open ruimte en de zogenaamd “zachte functies” nog steedsop de tweede plaats en als reserve voor “harde functies”. Openruimte blijft krimpen. Dit is niet langer houdbaar, omwille vandiverse verantwoordelijkheden inzake ondermeerbiodiversiteit, behoud van graden van zelfvoorziening enreductie van onze hoge ruimtelijke voetafdruk.

->Het fysisch systeem en de open ruimte moeten veel meerals vertrekbasis beschouwd worden voor de organisatie vanruimtelijke functies in Vlaanderen. De ecosysteemdiensten(in ruimste betekenis) zijn bovendien te vertalen als eenopgave die niet alleen de open ruimte betreft maar ook destad, de privéruimte, de bedrijventerreinen en deinfrastructuren

Breekpunt 6

De extreme fragmentatie van het Vlaamse territorium legt zwarebeperkingen op toekomstige ruimtelijke systemen, producties enecosysteemdiensten zoals riviersystemen, klimaatmigratie vanplant- en diersoorten, ketens in landbouw en voeding, enz.. Metde huidige moeizame afbakeningen van landbouwareaal, bos,natuur en stedelijke zones enz. gaan we er niet komen.

->Het beleidsplan dient een vernieuwd palet van principes,en instrumenten te ontwikkelen in functie van ontsnippering:herinrichting en gebiedsreconstructie, selectieve afbraak,nieuwe erfdienstbaarheden, versnelde inzet opnatuurverbinding en ecologische netwerken, multifunctionelelandbouwarealen en -parken en functieverweving in hetalgemeen.

Breekpunt 7

De ijzeren voorraad is een achterhaald principe.Het leidt tot verdere verspilling en versnipperingvan ruimte, en tot onderbenutting van kansen totherbruik en verweving.

->Het beleidsplan dient af te stappen van de ijzeren voorraad,ruimte te bieden voor een veranderende economie, zonder datbijkomende greenfields worden aangesneden en maximaal in tezetten op brownfieldreconversie

Breekpunt 8

Vlaanderen heeft logistieke troeven en beleids- en economischeambities op dit vlak. Reeds decennia zorgt een modal shift innegatieve richting ervoor dat de logistiek in toenemende mategericht is op wegtransport en te weinig op binnenvaart en spoor.Dit heeft een bijzondere negatief impact op de leefbaarheid.

->Absolute voorwaarden voor een performant logistieknetwerk zijn een veel efficiënter gebruik van de huidigecapaciteit en diversiteit van de infrastructuur. Investeringenmoeten gericht worden op een positieve kentering in demodal split en ondermeer het terugdringen van hetvrachtwagenvervoer

Breekpunt 9

Vitale systemen (demografie, economie, waterbevoorrading,klimaatimpacten enz.) zullen steeds meer de grenzen vanVlaanderen overschrijden. Het huidige ruimtelijk beleid isoverwegend “intern” en is daar niet op voorbereid.

->Het Vlaamse ruimtelijke beleid dient samen met de burenruimtelijke ontwikkelingen grensoverschrijdend aan tepakken.

Breekpunt 10

Hoewel het nodig is om op lange termijn te denken kan deplanhorizont 2050 ons een vals comfortgevoel geven.

->Een sterke visie op gewenste ruimtelijke ordening kan zichniet beperken tot de lange termijn (horizon 2050) , een visieop korte termijn is een voorwaarde voor een beleidsomslagop lange termijn

Recommended