1
prospective I column what you share S potify is een verademing voor muziek- liefhebbers. Tegen een bescheiden maandelijks bedrag kun je onbeperkt muziek luisteren. Maar sinds het een drietal maanden geleden gelanceerd werd in België ben ik het mikpunt van spot in mijn vrien- denkring. Een van de standaard opties in Spotify is namelijk het realtime delen van de muziek die je beluistert binnen het Spotify netwerk en - nog meer openbaar - op Face- book. Dat maakt het erg makkelijk mij te ont- maskeren als een fervent David Guetta, P!nk en Bruno Mars luisteraar. En de meeste van mijn vrienden kijken daar wat op neer. Al in 2003 schreef Wired over dit fenomeen. Playlitism (een samensmelting van elitisme en playlist) is discriminatie, niet op basis van ras, sekse of religie, maar op basis van iemands rampzalige muzieksmaak. Het ont- stond toen het op openbare netwerken van universiteiten steeds makkelijker werd om iTunes playlisten van anderen te bekijken en te delen. Studenten begonnen te besef- fen dat om hun imago te handhaven, ze ook hun playlists overeenkomstig moesten gaan managen. Dit gedrag wordt ook wel ‘social guilt’ ge- noemd. Hoe bewuster we zijn dat we iets delen en hoe opener dit is, hoe meer we ons gedrag aanpassen. En nu we meer en meer online beginnen te delen, merken we steeds meer de effecten. Via Foursquare checken we niet overal in, maar alleen op de plekken die cool zijn om te delen. We zien dan ook een oververtegen- woordiging van bars, vliegvelden en restau- rants en een ondervertegenwoordiging van supermarkten, scholen... of van SOA klinie- ken. Via Instagram en Facebook delen we alleen de leukste foto’s en we untaggen ons als we niet bevallig genoeg op een foto staan. Dat heeft nogal wat consequenties. Nu meer en meer consumentenonderzoek gedaan wordt op basis van sociale media, zullen we er steeds meer rekening mee moeten houden dat dit onderzoek enorm ‘biased’ is door playlitism en social guilt. Data waarvan we niet bewust zijn dat we ze delen en die niet direct openbaar zijn, wor- den daarmee steeds waardevoller. Denk aan ruwe locatiedata van mobiele telefoonmas- ten, Google zoekgedrag en aankoopgedrag in winkels. Het oppert ook de vraag of consumenten ook onderhevig zijn aan social guilt en playlitism wanneer ze in de komende jaren steeds meer hun daadwerkelijke aankoopgedrag online gaan delen. Gaan we andere dingen kopen in Delhaize, in Mediamarkt of bij Thomas Cook als we weten dat anderen meekijken? Tot slot heb je het niveau van de persoonlijk- heid. Rond de jaarwisseling sprak ik met een maatschappelijk werkster in Amsterdam die daar regelmatig jongeren uit de betere lagen van de bevolking behandelde. Deze - vooral meisjes - konden er niet tegen dat hun vrien- den een geweldig leuk leven hadden en zijzelf niet. Elke keer dat ze hun Facebook- pagina openden, werden ze geconfronteerd met het geweldig boeiende leven van hun vriendinnen, wat ze prompt een slechter ge- voel gaf over hun eigen leven. Het geweldige Facebook-leventje dus dat enkel een karika- tuur is van hun echte leven... Het geeft een akelige bijsmaak aan de quote “may your life someday be as awesome as you pretend it is on Facebook”. We are not what we share. Polle de Maagt, strateeg en consultant 165 I FEBRUARI ‘12 I 97 You are not Hoe bewuster we zijn dat we iets delen en hoe opener dit is, hoe meer we ons gedrag aanpassen. MM165p97.indd 97 7/02/2012 19:03:39

"You are not what you share" - Column for MediaMarketing (Belgium/Dutch)

Embed Size (px)

Citation preview

prospective I column

what you share

Spotify is een verademing voor muziek-liefhebbers. Tegen een bescheiden maandelijks bedrag kun je onbeperkt

muziek luisteren. Maar sinds het een drietal maanden geleden gelanceerd werd in België ben ik het mikpunt van spot in mijn vrien-denkring. Een van de standaard opties in Spotify is namelijk het realtime delen van de muziek die je beluistert binnen het Spotify netwerk en - nog meer openbaar - op Face-book. Dat maakt het erg makkelijk mij te ont-maskeren als een fervent David Guetta, P!nk en Bruno Mars luisteraar. En de meeste van mijn vrienden kijken daar wat op neer. Al in 2003 schreef Wired over dit fenomeen. Playlitism (een samensmelting van elitisme en playlist) is discriminatie, niet op basis van ras, sekse of religie, maar op basis van iemands rampzalige muzieksmaak. Het ont-

stond toen het op openbare netwerken van universiteiten steeds makkelijker werd om iTunes playlisten van anderen te bekijken en te delen. Studenten begonnen te besef-fen dat om hun imago te handhaven, ze ook hun playlists overeenkomstig moesten gaan managen. Dit gedrag wordt ook wel ‘social guilt’ ge-noemd. Hoe bewuster we zijn dat we iets delen en hoe opener dit is, hoe meer we ons gedrag aanpassen. En nu we meer en meer online beginnen te delen, merken we steeds meer de eff ecten. Via Foursquare checken we niet overal in, maar alleen op de plekken die cool zijn om te delen. We zien dan ook een oververtegen-woordiging van bars, vliegvelden en restau-rants en een ondervertegenwoordiging van supermarkten, scholen... of van SOA klinie-ken. Via Instagram en Facebook delen we alleen de leukste foto’s en we untaggen ons

als we niet bevallig genoeg op een foto staan. Dat heeft nogal wat consequenties. Nu meer en meer consumentenonderzoek gedaan wordt op basis van sociale media, zullen we er steeds meer rekening mee moeten houden dat dit onderzoek enorm ‘biased’ is door playlitism en social guilt. Data waarvan we niet bewust zijn dat we ze delen en die niet direct openbaar zijn, wor-den daarmee steeds waardevoller. Denk aan ruwe locatiedata van mobiele telefoonmas-ten, Google zoekgedrag en aankoopgedrag in winkels. Het oppert ook de vraag of consumenten ook onderhevig zijn aan social guilt en playlitism wanneer ze in de komende jaren steeds meer hun daadwerkelijke aankoopgedrag online gaan delen. Gaan we andere dingen kopen in Delhaize, in Mediamarkt of bij Thomas Cook

als we weten dat anderen meekijken?Tot slot heb je het niveau van de persoonlijk-heid. Rond de jaarwisseling sprak ik met een maatschappelijk werkster in Amsterdam die daar regelmatig jongeren uit de betere lagen van de bevolking behandelde. Deze - vooral meisjes - konden er niet tegen dat hun vrien-den een geweldig leuk leven hadden en zijzelf niet. Elke keer dat ze hun Facebook-pagina openden, werden ze geconfronteerd met het geweldig boeiende leven van hun vriendinnen, wat ze prompt een slechter ge-voel gaf over hun eigen leven. Het geweldige Facebook-leventje dus dat enkel een karika-tuur is van hun echte leven... Het geeft een akelige bijsmaak aan de quote “may your life someday be as awesome as you pretend it is on Facebook”. We are not what we share.

Polle de Maagt, strateeg en consultant

165 I FEBRUARI ‘12 I 97

You are not

Hoe bewuster we zijn dat we iets delen en hoe opener dit is, hoe meer we ons gedrag aanpassen.

MM165p97.indd 97 7/02/2012 19:03:39