77
Kroniek 2018 De natuur der dingen Literaire en kunstzinnige observaties Januari Dagelijks op stap gewapend met scherpe blik, gespitst verstand, geheugen en camera. En zo mogelijk de elektrisch aangedreven fiets. Mijn beslommeringen omvatten: kijken, onthouden, reflecteren, verbazen, verwonderen en achterna noteren wat bij me is gebleven. Luisteren doe ik ook, maar minder dan ik gewoon was. Dit talige boek bevat impressies van mijn dagelijkse dingen in het licht van literatuur, beeldende kunst, fotografie, natuur. Ik onderzoek wat berichten uit dagbladen, tijdschriſten aan mij toevoegen. Soms probeer ik mijn inzichten aan deze bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en aeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het bestaan. Parallel aan deze Kroniek 2018 komen ongetwijfeld verhalen in me boven. De bron van mijn proza is wellicht in deze Kroniek 2018 te ontwaren. Ter Verpoozing, Peize isbn 978-9492546-26-5 Kroniek 2018 De rerum natura Gerard Stout j a n u a r i Gerard Stout

126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

Kroniek 2018De natuur der dingen

Literaire en kunstzinnige observaties

Januari

Dagelijks op stap gewapend met scherpe blik, gespitst verstand, geheugen en camera. En zo mogelijk de elektrisch aangedreven fiets. Mijn beslommeringen omvatten: kijken, onthouden, reflecteren, verbazen, verwonderen en achterna noteren wat bij me is gebleven. Luisteren doe ik ook, maar minder dan ik gewoon was.

Dit talige boek bevat impressies van mijn dagelijkse dingen in het licht van literatuur, beeldende kunst, fotografie, natuur. Ik onderzoek wat berichten uit dagbladen, tijdschriften aan mij toevoegen. Soms probeer ik mijn inzichten aan deze bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders.

Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het bestaan.

Parallel aan deze Kroniek 2018 komen ongetwijfeld verhalen in me boven. De bron van mijn proza is wellicht in deze Kroniek 2018 te ontwaren.

Ter Verpoozing, Peizeisbn 978-9492546-26-5

Kroniek 2018 D

e rerum natura

G

erard Stout januar i

Gerard Stout

170 breed

Page 2: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

Kroniek 2018

Januari

Page 3: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

isbn 978-9492546-26-5nur 320

© Gerard StoutAlle foto’s en vormgeving: Gerard Stoutwww.gerardstout.nlOplage 20 exemplaren

Contact: [email protected]

Druk: Biblion, ZoetermeerEerste druk: 2018Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm, digitale bestanden of op welke wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 4: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

Kroniek 2018

Januari

Gerard Stout

Page 5: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

Inhoudsopgave

Inleiding 5Niels Lyhne 8Zonder titel 10Safari ya Upendo 14Doorstart 16Robin 17Seltsam 17Caspar Janssen 18Onlanden 19Russische roulette 20Onlanden 22Stad 23Onze Talen 24Noordsche Veld 25The Nigger of the ‘Narcissus’ 26Blow 30Greyness is all 30Idealisten 32Conrad 32Katjes 33Heimsuchung 34Verveling 36Lach om de feiten 37God en de tandarts 38Jenny Erpenbeck 39Ree 40Tête à tête 41Interieur 42Aufwachraum I 44Les Faux-Monnayeurs 45Geroerd 49Zeevaarder 50Herstel 50Het Goed 51Lopend verband 52Bildts 52

Lichaamstaal zwijgt nooit 53Intimiteit 54Rauw vlees 55Harm Mulder 56TLS & Conrad 57Zijschroef 58Zelfportret 59Alledaags 60Chinees 61Mene tekel 62Elvis 64Hoog water 65Uitkijk 66

Doorstart 68

Page 6: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

5

Inleiding

In deze Kroniek 2018 orden ik mijn belevenissen en mijn gedachten. Wie wil kan parallellen zien met Goof Petreaus, kroniek 2016.

Ik kies enkele invalshoeken.

1. In literaire bijdragen vertel ik wat me in boek, krant of tijdschrift heeft getroffen. Ruimhartig citeer ik uit literatuur. In mijn commentaar laat ik zien wat me bezighoudt.

2. Met enige regelmaat reageer ik op wat ik heb gelezen. Niet elke ingezonden brief, niet elke opiniebijdrage haalt de eindstreep. In deze Kroniek 2018 zeg ik wat ik kwijt wil.

3. Soms laat ik me door een schrijver of kunstenaar inspireren. Zo vindt u in Januari rubrieken in de geest van Caspar loopt. Caspar Janssen doet schooljaar 2017 - 2018 in de Volkskrant dagelijks verslag van zijn buitenleven tijdens zijn wandeling door de Twaalf Provinciën. Analoog maak ik dag- en fietstochten. Ik schets mijmeringen en observaties.

4. Foto’s laten een deel van mijn blikveld zien.

5. Deels vertaal ik Engelse, Duitse en Franse citaten.

Mijn drijfveren voor dit project – een jaar lang een dagboek bijhouden zonder in trivialiteiten en persoonlijke beslommeringen te vervallen – zijn mij bij aanvang niet helemaal helder. Deze Kroniek 2018 laat (mij) wellicht meer helderheid zien.

Parallel aan deze Kroniek 2018 schrijf ik korte verhalen en een roman. Deze literaire activiteiten beïnvloeden elkaar. Ik ken – deels – de dwarsverbanden. Wie wil kan ze proberen te ontdekken. De bundel verhalen verschijnt eind 2018.

Ik ben van plan (twee)maandelijks een boek uit te brengen. De twaalf maanden bundel ik in een hardcover. Dat is het doel; belangrijker is een aangename weg naar een waarheid van 2018.

Wie mee wil lezen, kan me dat laten weten. Ik kan niet garanderen dat ik elke maand een boek uitbreng. Een verzameld werk van twaalf maanden staat me wel voor ogen.

Page 7: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

6

Page 8: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

7

Nabij Onlanderij 8 januari 2018

Page 9: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

8

Niels Lyhne

Niels Lyhne bezat een zekere lome bezonnenheid, kind van een instinctmatige tegenzin tegen waaghalzerij, kleinkind van een onduidelijk gevoel van ontbrekende persoonlijkheid. Hij was in een voortdurend gevecht gewikkeld met die bezonnenheid, nu eens kwam hij er zelf tegen in opstand door haar lage namen toe te kennen, dan weer poogde hij haar af te schilderen als een deugd die het nauwste contact onderhield met zijn diepste natuur, of zelfs meer dan dat: die eigenlijk de voorwaarde was voor wat hij was en wat hij kon. Maar wat hij er ook van maakte, hoe hij haar ook bekeek, hij haatte haar als de geheime handicap die, hoe goed ook verborgen voor de wereld, voor hem toch nooit verborgen kon blijven, maar er altijd was om hem iedere keer dat hij echt alleen was, te vernederen. Wat benijdde hij dan die zelfverzekerde onbezonnenheid niet die zo gemakkelijk het soort woorden hanteert dat handeling en gevolgen met zich meebrengt waar zij geen gedachte aan wijdt totdat ze erdoor overvallen wordt. De mensen die zo waren, kwamen hem voor als centaurs, man en paard uit één stuk, gedachte en sprong één, de sprong iets heel anders.

Dit is de openingsalinea van hoofdstuk 8 uit Niels Lyhne van Jens Peter Jacobsen (1847 - 1885). De Deense schrijver studeerde biologie aan de universiteit van Kopenhagen en werkte, volgens de beknopte biografie in het boek, als botanist. Hij droomde van een bestaan als kunstenaar. Zijn gezondheid verhinderde een loopbaan als botanist.

Hij wijdde zijn korte leven aan literatuur. Een romantische naturalist met grote belangstelling voor religie. Hij had grote invloed op Rainer Maria Rilke, Henrik Ibsen, Sigmund Freud, Hermann Hesse, Stefan Zweig en Thomas Mann. In 1885 overleed Jacobsen aan de gevolgen van de tbc die hij in zijn jeugd had opgelopen.

Langs overwoekerde paden, om met Henrik Ibsen te spreken, kwam ik bij Niels Lyhne terecht. De schrijver Jens Peter Jacobsen, met lof en waardering van groten uit de literatuur, zou me richtlijnen en inspiratie kunnen bieden voor mijn eigen verhalen. Voor mijn verhaal.Misschien vind ik in zijn boek en in andere boeken antwoorden op vragen als: wat zijn mijn drijfveren? Hoe ben ik op de plek terechtgekomen waar ik me nu bevind? Kan ik mezelf en mijn plek in de wereld leren kennen? Hoe verhoud ik me tot mijn omgeving, tot de levende en de dode natuur. Hoe verhoud ik me tot mijn naasten en tot de verwijderden? Welke rol spelen mijn kindertijd, sprookjes, ervaringen, vermeende werkelijkheden en religie in mijn huidig handelen.Hoe houd ik mijn gedachten in toom? Is het nodig mijn gedachten in toom te houden? Hoe vermijd ik valkuilen, wat heb ik dataangaande opgestoken en verinnerlijkt? Hoe raak ik met mezelf – met mijn kwaliteiten – op een prettige, leerzame en onderhoudende manier in gesprek over dagelijkse zaken en over etherische voorkomendheden? Welke rol speelt (wereld)literatuur bij de ordening van mijn gedachten? Hoe vermijd ik chaos zonder de aanzetten tot chaotische

Page 10: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

9

associaties uit de weg te gaan? Hoe doe ik recht aan wat mijn geest me opdient? Welke boeken staan in mijn erfelijke bibliotheek?

Een deel van mijn ‘overwoekerde paden’ kan ik reconstrueren, maar veel niet. Op vergetelheid scoor ik bovengemiddeld, veronderstel ik.Mijn gang door de literatuur lijkt er een van willekeur en van een educated guess met adviezen en tips van lezers die ik hoog heb. – Voor een deel vanwege hun studie, voor een belangrijker deel omdat ik me met die vertrouwde ander kan identificeren. –

Via het Nedersaksische circuit kwam ik terecht bij Plattdeutsch en via het dialect van onze oosterburen vond ik een route naar schrijvers uit Nedersaksen. In een boekhandel raakte ik in ongeremde koopdrift en met vijf boeken in het Duits was de drempel genomen. Rainer Maria Rilke kwam ik tegen in Konzert ohne Dichter, een roman van Klaus Modick over een kunstenaarskolonie in het veen van Worpswede boven Hamburg. De ongebonden eigenzinnige dichter met een minnares in Rusland ging zijn eigen gang, af en toe ‘in de weg gelopen’ door beminnelijke vrouwen. Waar had ik dat eerder gezien? Waar sloot het verhaal aan bij mijn eigen ervaringen?Brieven aan een jonge dichter van Rilke gaven mij na Konzert ohne Dichter inzicht in de filosofie van de dichter. Uit dat laatste boek, met brieven van Rilke aan adspirant-dichter F.X. Kappus, komt een andere man tevoorschijn dan de bon vivant uit Worpswede. Filosofische

antwoorden op filosofische vragen. De correspondentie bevat enkel de brieven van Rilke. De brieven aan hem zijn verloren gegaan. De ontvanger bewaarde de brieven van Rilke.In een van die brieven noemt Rilke de Deense schrijver Jens Peter Jacobsen als groot voorbeeld voor schrijvers. Na drie weken dralen kocht ik de roman en ook de bundel met korte verhalen, met de novelle Mogens. Mogens, zijn debuut, werd als eerste thuisbezorgd. Ik las snel en onzorgvuldig, zoals ik vaker een boek lees. Mijn haast is te groot om mijn aandacht bij het verhaal en bij de stijl te houden. Ik weet nog niet waarnaar ik zoek in een boek. Mijn snelheid is mijn gebrek.Een paar dagen later viel Niels Lyhne in de bus. Romantische naturalist. De botanist laat zich zien met bosanemonen, narcissen en andere bloemen en planten. Jacobsen schrijft over wat hij kent, over wat hij weet. Hij schrijft over zonsondergang, wolken, regen, wind, over licht door herfstbladeren. Hij schrijft over zielenroerselen van kind, puber, adolescent en over zielenroerselen van volwassenen, al is niet helder wat die generieke term betekent; volwassenheid.In de roman wordt regelmatig gestorven.Ziekte eist slachtoffers. De dood is nooit ver weg. Nooit ver weg zijn gedachten over eigen gedrag, over eigenheid, over verhouding tot de omringende wereld.Nooit ver weg zijn uitvergrotingen van onhandigheden en van onvermijdbaar onbezonnen gedrag.Onvermijdbaar zijn keuzes in de omgang met anderen. Niels Lyhne laat zich als puber meeslepen door een dominant

Page 11: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

10

vriendje. Hij ‘vergeet’ zijn eigen inborst. Als adolescent raakt hij verliefd op een onbereikbare oudere vrouw met een eigen dramatisch verhaal. Hij weet dat de liefde zich nooit zal materialiseren en toch blijft hij hopen – en handelen – tegen beter weten in. De dichter in zijn hoofd verlangt naar liefde in de praktijk, maar de etherische gedachten blijven overheersen. Waar en wanneer heb ik dat eerder gezien?

Na dood van zijn vader – heb ik hem wel voldoende aandacht gegeven? – en na het ziekbed en de dood van zijn moeder – heb ik haar wel voldoende aandacht en liefde gegeven? – leiden de overwoekerde paden van het toeval hem naar zijn bruid, die – net als hun kindje – voortijdig haar laatste rustplaats vindt.Het onvermijdelijke slot is de dood van Niels Lyhne. Hij neemt vrijwillig dienst in het leger en raakt gewond. De dood is een verlossing. Een romantisch verhaal met veel gevoelens, veel natuur en veel liefde – als dat zo mag heten – en met veel dood.

1 januari 2018

Zonder titel

De dood. Langs overwoekerde paden, met de trein en te voet, ga ik naar museum de Fundatie in Zwolle. Op de valreep bekijk ik het werk van Wolfgang Mattheuer. Ook tijdens deze Kultur-tocht heb ik dubbele agenda’s, ongewild, maar onvermijdelijk, verdeel ik mijn aandacht. Ik heb een compact camera gekocht. Ik wil weten wat ik met de aanwinst kan. Niet de schilderijen en de bronzen zijn mijn doel. Op de voorgrond duwt het digitale geheugen van de Japanner. Onderweg fotograferen en thuis kijken waar je was. Wanhoop is mij vreemd, maar bij toeren voel ik wanhoop om de hoek kijken. Hoe leer ik mezelf om me aan één activiteit over te geven, als ik buitenshuis ben. Eenmaal achter mijn schrijfdesk valt de buitenwereld weg, dan is er slechts één passie die alle aandacht krijgt. Literatuur, schrijven, formuleren, ordenen, associëren zijn mijn vaste begeleiders. Ze kunnen niet zonder mij. Ik houd van mijn gasten. In de bus naar het station – ik kies zo mogelijk voor ‘achteruit rijden’ op de man-met-stok-stoel – observeer ik gezichten. Halflang blond haar, krullend aan het einde, donkere ogen, een dunne bovenlip boven een forse onderlip, afhangende schouders, een zilveren hanger op een effen blouse. Knoopjes dicht. Craquelé gezichtspoeder. Een rond gezicht met bolle wangen, een smalle lichtgekromde neus met neusopeningen naar voren, als van een speenvarken. Wijsvinger en duim spelend met de nagels van de vingers aan de andere hand. Weduwenringen. Hoe schrijf ik op wat ik zie, zonder in amandelogen en zinnelijke mond te vervallen?

Page 12: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

11

Alsof kunstminnend Nederland weet dat de schilderijen van Mattheuer worden verhangen. Ik zie drommen van zaal naar zaal. Ik zie bonte olieverven met naturalistisch en vertekende beelden. Een landschap achter een Autobahn, een industriegebied aan de oever van een meer. Icarus met kapotte vleugels in de bergen. Een steen rolt terug na gedane Arbeit. Zinloze Arbeit. Arbeit die nicht frei macht. De ddr ten voeten uit. Ontsnappen is niet mogelijk, dromen zijn bedrog. Schik je in je lot.En dan een schilderij van een kamer als doodskist. Uit de opening springt een man ins freie hinein. Geh aus deinem Kasten.Kunst doet zijn eigen ding. Ik dacht: dit bijschrift onthoud ik wel. Ik onthoud niets. De strekking van het beeld blijft: er is geen voorschrift. Er is een pad. Kom uit je kist.Ik kijk schichtig om me heen. Een suppoost zit me op de hielen, beter, ze staat op mijn tenen. Lange ranke vrouw in het zwart. Zwart jasje, zwarte lange broek. Donkere ogen achter een donker montuur. Diep kastanjerood, tegen het zwart, opgeknoopt haar. Haar staart wijst naar boven, als van een merrie met gember onder de staart, als doet ze mee aan een arena-dressuur. Paradepaardje. De zalen zijn haar podium. Ik ben haar publiek. Ze knikt en lacht naar mij zoals ze naar alle bezoekers knikt en lacht; als is ze im Wettkampf mit Mattheuer.De dood ontsnapt uit de sarcofaag van Geh aus deinem Kasten. Ik ga naar de volgende zaal. De ramen zijn beslagen. Fraaie vochtdriehoeken in gulden snede op het glas. Ze komt me na.

11

Page 13: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

12

Ik heb genoeg gedigitaliseerd. Mijn hoofd zoekt andere bezigheden. Mijn ogen willen weg van het Friese Paard hoog op haar zwartgesokte hakken. De lift zet me kreunloos op begaanbare grond.

In de Broere Kerk, nu tempel van boekhandel Waanders, schreef ik ooit een kort verhaal. Zonder titel. Ik leende de titel van het verhaal van de kunstenares. Else maakte grafiek. Else maakte etsen. Ik kreeg verslag met haar. We spraken over kunst en over onze culturen. Ze had drie kinderen. Ik zat nog zonder. Veel woorden hadden we niet nodig. Else en ik. Ik deed haar een aanzoek. Ze aarzelde. Ik vroeg opnieuw. Ze aarzelde en bij de derde keer gaf ze me een ansicht met een afbeelding van haar ets. Haar leven ingevreten in zink en koper. Johannes de Doper was ik. Zoutzuur.Op de plek van haar etsen staan rekken met ansichtkaarten en cadeauprullaria die niemand nodig heeft; door iedereen met graagte gekocht. Alles wat duurzaam is, is eenmalig. Vernieuwing, vernieuwing!!In het koor van de literaire tempel is een overvol restaurant. Ik schuif aan de stamtafel met tijdschriften. Leesexemplaar Waanders. De Groene, de Elegance en een tijdschrift over de beste camera.Ik probeer De Groene. Actualiteit voor academici met een voorkeur voor beleidsproza. “In het perspectief van de mondiale ontwikkelingen...”Een jonge vrouw met een smal hoofd, zware wenkbrauwen, donkerbruine ogen, lichtgestifte lippen (bovenlip beetje dunner dan de onderlip) met een ontspannen glimlach en drie vertikale

12

Page 14: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

13

denkrimpeltjes boven haar neus, kleine zilveren bolvormige oorbellen en doorgeprikte oorlellen, vraagt wat ik gebruiken wil.“Boerenkool,” zeg ik. “Boerenkoolsalade met blauwschimmelkaas, uitgebakken spek en walnoten. Doet U er een glas karnemelk bij. Heeft U dat?”Ze heeft alles wat ik nodig heb. Leven. Er zit leven in deze vrouw op het priesterkoor van de kerk. Ik blader door de Elegance. Niemand te zien. Overgestileerde vrouwen, een enkele zwarte. Het fotomagazine laat ik liggen. Ik wil niet lezen van mijn miskoop. Ik twijfel na besluiten, vooraf heb ik geen aarzelingen. De camera ligt onder mijn pet. Mijn geheim wapen.

“En?” vraagt ze. “Heeft het gesmaakt?”“Beetje bitter,” zeg ik, “Als het leven.”Ze lacht haar rimpeltjes weg. Ik ruik haar lichaam.“In Nedersaksen heet dit Volksgerecht Grünkohl mit Pinkel,” zeg ik, erudiet als ik ben.Alles wil ik haar vertellen over Grünkohl mit Pinkel. Ook wat ze niet wil weten. Ze legt haar hand kort op mijn schouder. “Ik heb het nog niet geproefd,” zegt ze, “de bitterheid. Morgen. Morgen neem ik deze salade als lunch.”

In de eerste klas krijg ik gezelschap van een Brit. Rond gezicht, lichtrood aangelopen met blauwe adertjes. Wit hemd met lichtbesmeurde boord en vlinderdasje als van Winston. Halflange jas van runderleer. Zilveren knopen. Open. Een insigne op de jas. No cigar smell.

‘Hello,” knik ik. De Brit lacht meewarig beleefd. Every inch a gentleman. Silence, zegt het raam.Naast hem op de bank The Daily Telegraph. In zijn handen Daily Mail, newspaper of the year met Christine Keeler 1942-2017 op de voorpagina. De minnares van John Profumo staat ook – in zwartwit – op de voorpagina van The Daily Telegraph. Donkerblond dik golvend haar tot op haar naakte schouders. Amandelvormige donkere ogen onder zware wenkbrauwen. Voluptueuze lippen. Bloot zit ze schrijlings op een keukenstoel. Bovenarmen voor haar borsten. De leuning laat te raden over: guess who?De Brit knikt naar me als we in Assen Licht en Kracht achter ons laten. Als hij de stiltecoupé heeft verlaten neem ik Christine Keeler in mijn handen. Pro forma. Tussen de kranten vind ik een brief op getint papier met in sepia een cottage. Joan’s Acre.

Dear Simon,Many, many thanks for the Top Gun day at London. I haven’t enjoyed a day more this year. It really is a magical spot and the relaxed atmosphere added up to a memorable occasion.Added to which – I seemed to get lucky with the draw. Never had a thin stand.So, despite events later in the day, I returned home ‘tired and happy’.We sure to get on this lost cause (though you missed nothing last Saturday which was freezing : pitiless)Yours, EverAnn

2 januari 2018

13

Page 15: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

14

Safari ya Upendo

Ik ben op bezoek. Ik mijmer over bezoeking terwijl de gastvrouw elektrisch over linoleum heen en weer naar de keuken rijdt. Op een bijzettafel liggen papieren van zorgverzekeraars over vergoedingen, verplichtingen en overbodigheid. Geen woord over 2 gram blauw poeder uit China.

Afrika Steunfonds Witte Paters stuurde een acceptgiro en een folder.

MisintentiesVan bijgaande acceptgiro kunt U, behalve voor uw gift, ook gebruik maken om intenties op te geven voor H.H. Missen, die U wilt laten opdragen. Wilt U dit dan berichten per brief of e-mail?

Safari ya Upendo = een liefdestocht. De Witte Paters, samen met de Afrikaanse mens, op weg naar een betere wereld.

Op het aanrecht slaat de waterkoker af. Het water is heet, de thee wordt gesmeed.

In Tanzania bood het trouwboekje, ‘Familia Yetu’, ruimte voor een nageslacht van 14 kinderen.

In Tanzania was het geen uitzondering dat in de loop van een huwelijk alle pagina’s beschreven waren. Helaas was het ook geen uitzondering dat bij de helft van die namen een kruisje gezet was: overleden. De helft overleed aan malaria, buikloop, tyfus; de andere helft had gewoon meer geluk.

Page 16: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

15

* De economen zeggen: ‘Zorg voor meer bedrijvigheid en meer verdiensten. Dan komt er meer geld voor verantwoorde voeding, medicijnen en voor scholing’.

* De medici zeggen: ‘Geef goede voorlichting over geboortebeperking en een voorbehoedsmiddelen programma’, tot ergernis van de bisschoppen.

* De antropoloog zegt: ‘Ach, het is hun cultuur. Ze zijn hier gewend dat de helft dood gaat. De natuur moet zijn werk doen’.

Mijn gastvrouw rijdt als door goddelijke hand voortbewogen naar me toe. Dienblad met twee glazen. Een pot met rooibos aan een touwtje.

De missionaris ziet dat leed van dichtbij wanneer hij weer aan een open graf staat en zegt: ‘Het kan toch niet waar zijn, dat het de wil van God is dat zijn kinderen na een paar jaar al weer naar huis

gehaald worden!’

De mensen zelf ? Het vreet aan hen, maar toch is er ook berusting: “Morgen zal het vast beter

gaan”.

‘HET GrooTSTE VAN ALLES IS DE LIEFDE’ (1 Kor. 13:13)

‘Wacht maar,’ zeg ik. Ik sta op een haal koude oliebollen uit de koelkast.‘De poedersuiker staat in de aanrechtkast. Kan ik beter bij. Naast de Jif. Hoef ik niet te rekken.’ Mijn gastvrouw heft haar handen naar de hemel.Als ik terugloop naar mijn thee en Witte Paters in de vetpapieren zak op het

bijzettafeltje zegt ze: ‘Haal twee bordjes. Neem ook de keukenrol mee.’Nee, wij beiden houden niet van vette vingers.

In 2016 is er € 31.567,00 aan giften ontvangen.

‘De witte pater is uitgetreden,’ zegt ze. ‘Hij is met Gertrud, mijn Afrikaanse vriendin, getrouwd. Gertrud is zijn tweede vrouw. Bij de eerste heeft hij een jongen en een dochter. Hij is van zijn eerste gescheiden, ze bleek lesbisch. Met Gertrud heeft hij geen kinderen. De witte pater. Hij dementeert.’Wie niet, denk ik. Nee, voor een roman hoef ik geen verhaal te bedenken. Alle scenario’s liggen op straat te wachten; op de bezemwagen.

3 januari 2018

Ik schreef een kort verhaal naar aanleiding van mijn bezoeken. Hierna volgen de eerste alinea’s.

Page 17: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

16

Doorstart

‘Ik lees enkel nog klassieken,’ zegt ze, ‘één boek in de week. En met de tijd die me nog rest heb ik aan wereldliteratuur meer dan genoeg. Boeken die eeuwen hebben overleefd zijn allicht beter dan wat er de komende jaren aan “literatuur” verschijnt.’ Josepha Schoffelmeijer sprak “literatuur” uit alsof ze een oprisping voelde aankomen, maagzuur of een boer na te snel eten of na te zwaar tafelen. Zwaar tafelen was al jaren niet meer voor haar weggelegd. ‘Literatuur,’ ging ze verder, ‘is al eeuwen van hetzelfde niveau. Wat dat aangaat lijkt het op IQ.’ Ze fronste haar voorhoofd, geheel tegen haar wil, als was het een natuurlijke reactie op haar bewering die uit het onbestemde, uit het niets, in haar hoofd boven was gekomen, zoals alles dat zich manifesteert uit een onbekende bron tevoorschijnkomt.

‘Het gemiddelde is altijd 100,’ sprak ze verder. ‘Uitschieters naar boven en veel meer uitschieters naar beneden. Altijd 100. Het is de kunst om de toppen te selecteren; niet alleen de toppen van literatuur.’ Een fluisterkuchje volgde, als wilde ze een verdubbelde punt achter haar zin zetten. Het woord was aan de ander.

‘Evenveel,’ zei de ander.Robert Scherpenzeel speelde het spel

op zijn manier mee. Hij kende het IQ van Josepha en hij kende haar literaire voorkeuren. Over zijn eigen IQ was hij in het ongewisse; een teken van hoge intelligentie, vond hij. Intelligente mensen spraken bij voorkeur niet over hun begaafdheid. Elke verwijzing naar IQ deed afbreuk aan die eigenschap. Robert Scherpenzeel was al jaren in onzekerheid

of een hoge intelligentie een voordeel was of dat slimheid eerder tegen de mens werkte, tegen hemzelf in het bijzonder. Uit die innerlijke strijd tussen domheid en superioriteit had hij na een halve eeuw zijn kaarten voorlopig op harmonie gezet, met onder de veroverde harmonie een ingetogen betweterigheid in een geprangd gemoed, met op de achtergrond een zeurderige angst voor het avontuurlijke onbekende. Om de analogie door te zetten: zijn innerlijke harmonie had trekken van een kaartenhuis; elk moment kon hij va banque spelen. Zonodig kon hij alle jokers inzetten. Maar als het even kon zou hij pokeren vermijden. Elke gok kon immers als een boemerang op zijn hoofd terugkomen. Van de regen in de put. Op dat terrein van onbezonnen roekeloosheid was hij ervaringsdeskundige met een handvol verdronken kalveren. Hij was een gewaarschuwd man. Alles of niets. Beide zouden in zijn ogen verlies betekenen.

Het verhaal Doorstart staat inde bundel Russische roulette

en in dit boek pag. 64.

Page 18: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

17

Robin

Redacteur Margot Poll signaleert (in NRC) welke boeken er ook nog zijn verschenen en kiest er steeds zes om kort te bespreken.

Margot Poll 4 januari 2018

Robin en de meesteres beschrijft een dag uit het leven van de jonge dichter roelfVetkoper, alias robin (roodburstie) Spicker. Samen met de oudere en vaderlijkeBertus Bolland, ‘veurzitter van het renommeerde instituut van bovenprovinciale gezaomenlijke literaire tijdschriften’, verzandt de dag in een meertalig toneelstuk – dan weer in het Drents, dan weer in het Nederlands of een andere Europese taal.Het verhaal speelt zich af in (de thee-uutspanning’ van) het dierenpark Emmen.op zijn weg wordt Spicker achtervolgd door Meesteres Chimpansee en WolharigeMammoet. Schrijver Gerard Stout leeft zich uit in vrije associaties met(wereld)literatuur of flarden songteksten.Gerard Stout: Robin en de meesteres. TerVerpoozing, 106 blz. € 10

NRC 5 januari 2018

Seltsam

IJdelheid, zucht naar beroemdheid. Manifestatiedrang. Als ik langer nadenk en mijn haast onder controle krijg bedenk ik nog meer trefwoorden die al dan niet van toepassing zijn. Ik stuurde Robin en de meesteres naar de boekenbijlagen van landelijke dagbladen. NRC las het boek. De signalering van de redacteur is meer dan een parafrase van de achtertekst. Mijn boek is gelezen. Ik krijg respons van een mij onbekende redacteur.

...verzandt de dag in een meertalig toneelstuk –

Ik laat het zand voorlopig rusten. Mijn gedachten blijven haken bij toneelstuk. Inderdaad. Ik schreef een toneelstuk. Zo had ik het verhaal nog niet bekeken. Dat is winst.Een bespreking is – als het meezit – een onthulling van elementen die voor mij nog in het ongewisse, in de duisternis, in de schemering bivakkeerden.De dichtregel (gebruikt in Matglaozen dreum) kwam de laatste dagen bij me boven. Ook dit is de associatie uit de signalering.

Seltsam im Nebel zu wandernkeiner sieht den andern, jeder ist allein.

Variant op dichtregels van Hermann Hesse.

Schrijven is wandelen in de mist. En tijdens het schrijven trekt de mist op. Langzaam komen contouren van gedachten op papier. Langzaam treedt

Page 19: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

18

verheldering op, niet steeds expliciet. Geheimnisvoll. Ik weet wat er staat – niet altijd – en verberg mijn nieuw inzicht in een verhaal zodat de veelheid aan verborgen schatten behouden blijft. Voor ieder is er een schat te ontdekken. Niet ieder is op zoek naar een ontdekking.Ook wil ik niet eendimensionaal noteren wat er in me rondwaart. De werkelijkheid kneed ik in verdragelijke fragmenten. Mild voor mezelf.Ik bestel voor verwachte verkoop 10x Paradigmaverschuiving en 10x Robin en de meesteres. Volgende week heb ik de boeken in huis.

6 januari 2018

Caspar Janssen

Er staan bijzondere verhalen in het boek (Erica waer besto bleven?). En ik zie er ook weer in bevestigd dat niet alleen iedere provincie, maar ook iedere streek en ieder dorp en stad een eigen ‘volksaard’ heeft, of althans door het landschap en de geschiedenis ingegeven eigenschappen en cultuur. Dat is ook een van de redenen waarom ik soms lichtelijk wanhoop tijdens mijn tocht door het land: ik scheer slechts oppervlakkig over de materie heen. Ik heb een maand per provincie, mijn stukjes gaan vooral over natuur en landschap, en zelfs dan ben ik al gedwongen om harde keuzes te maken en hele delen over te slaan. Het is duidelijk: wil je werkelijk een goed beeld geven dan moet je vermoedelijk je hele leven door het land blijven reizen. Er komt zeer waarschijnlijk inderdaad een boek van dit project. Niet alleen een bundeling van stukjes, maar ook een boek waarin ik zal proberen om de veranderingen in het landschap te verklaren. En waarin ik dieper zal ingaan op mijn aarzelingen tijdens deze tocht. Ik kijk er naar uit om ooit het land nog eens te doorkruisen zonder de druk om er dagelijks stukjes over te schrijven. Uw boek zal dan in Drenthe zeker een leidraad zijn.

Caspar Janssen, mail in de eerste week van januari. Wandelaar van de Volkskrant)Na zijn tocht door Drenthe reageerde ik met een brief over aarzelingen die ik proefde in zijn dagelijkse schetsen.

Page 20: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

19

Onlanden

Het water staat hoog. Uit het oosten waait een Siberische wind. Op deze zondag laten wandelaars hun hond uit en vice versa. Hooglanders staan met de kont naar de wind. Ze negeren de bezoekers. De ijswind waait tussen de ribben van mijn helm. Ik verlang naar een bivakmuts.Ik sla linksaf. Zijwind over mijn ribben. Aan de rand van de sloot hurkt een jongen van een jaar of twaalf. Hij legt een kluit over het ijs. Ik ben het. Met een stok schiet hij een kluit in het wak. Ik fiets voorbij, mijn oren gespitst op een plons, op krakend ijs. Elektrisch en met droge voeten fiets ik door zonder om te kijken.De uitkijktoren is een succes, op zondagen, de parkeerplaats is vol. In groepen wandelen kinderen met ouders en verzorgers naar grote hoogte. Misschien is er een vos te zien. Fazanten, eenden, ganzen, reigers, witte en andere. In formatie vliegen ganzen naar het westen, en terug.Mooi dat de natuur is aangelegd. Een goede gelegenheid voor Stadjers en andere passanten om levende natuur te beleven. Nu in de winter, straks weer in de lente, alsof er geen eind komt aan de opvolging van seizoenen. Is ook zo.Klimaatverandering doet het waterpeil in de Onlanden stijgen. Muizen en mollen leggen het loodje. Reigers en ooievaars kunnen hun geluk niet op.Dat geldt ook voor mij. In hoogste versnelling, vol stroom rijd ik met wind in de rug als een hazewindhond naar huis. Warmte van gas uit de bibberende bel.

7 januari 2018

Page 21: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

20

Russische roulette

Ik bedacht een onderwerp voor een kort verhaal. Samen uit, samen thuis. En echtpaar besluit samen uit het leven te stappen. De vrouw des huizes heeft op de nachtkastjes de Chinese drankjes klaargezet. In lijkpyama zitten ze naast elkaar. Overdag. De zon schijnt naar binnen en valt op een grote foto van een Noors fjord. Vakantieherinneringen.Beide echtelieden met een kussen in de rug tegen de buitenmuur. Hier volgt het begin met de eerste versie van 7 januari 2018.

Russische roulette‘Zullen we dan maar,’ zegt de vrouw.‘We hebben het zo gewild,’ zegt de man. ‘Ik ben klaar voor de dood? Jij ook?’‘Ik ook,’ zegt de vrouw. ‘We hebben samen een fantastisch leven gehad.’‘Rijk, inspirerend, creatief,’ zegt de man die het tot hoogleraar had geschopt. Weliswaar in de sociologie, maar toch. Hij weet nog heel goed hoe zijn vrouw, meer dan vijftig jaar bij elkaar, hem daar op gezette tijden aan herinnerde, vooral na zijn affaire met zijn secretaresse. Een uitspatje dat in de ogen van de emeritus niets, maar dan ook werkelijk niets, om hakken had gehad. Niet meer dan een droge zoen na een receptie. Hij had zijn handen en zijn mond thuisgehouden. Wat de secretaresse had gedaan met haar handen, en met haar mond, dat was niet zijn zaak geweest.‘Cognitieve dissonantie,’ had zijn wettige echtgenote gezegd. ‘Ze had vaak en intens naar zijn discours geluisterd.

De enige smet. Had niet iedereen recht op een enige smet. Ja toch. Nou dan. Om toch.Ze had hem de smet op zijn toga vergeven.Ze had hem vergeven met haar ogen op de kinderen en kleinkinderen. Twee meisjes en een jongetje. Beide meisjes zijn naar haar vernoemd. Cécilia en Lia die op papier ook Cécilia heet, als tweede naam. Nee, en hij, die naast haar op het bed zat met de advertentietekst van hun beider verscheiden in zijn handen, hij was niet vernoemd. De erfopvolger heet Maarten en zo heet de emeritus niet.

Laatste berichtEr is een tijd van komen en gaan. Saluut lieve mensen. Het ga jullie goed.We laten ons plekje op deze overvolle aarde graag aan jullie, onze kinderen en de kleinkinderen. Maar ook aan de egel, de olifant, de merel, de vlinder en de bijen, want de restjes van onze groene wereld hebben ook zij hard nodig om te leven.

Het was haar tekst.‘Fijn dat je zonder wrok,’ zegt hij, alsof hij op de valreep nog een rekening wil vereffenen, ‘je leven met me hebt geleefd.’‘Tot de dood zich over jou en mij ontfermt,’ zegt ze, ‘houd ik van jou.’ En om haar man te citeren, zoals ze gewend was om te doen, laat ze volgen: ‘Sociologisch gezien, natuurlijk.’ Ze neemt de beker met het groene drankje in haar hand en knikt opzij. Een roodborstje zoekt een strohalm van het wilde gras. De pluim danst in de wind. Het roodborstje wuift mee. De zon schijnt in tegenlicht zilver door de aren.

Page 22: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

21

Emeritus neemt zijn beker van zijn nachtkastje. Hij buigt voorzichtig naar opzij.‘Een laatste zoen,’ zegt hij. ‘Ciel, een laatste zoen.’Zij van naast-hem, zij, de-vrouw-van, strijkt met haar droge tong langs haar kersenrode lippen. Ze had zich mooi gemaakt. Bij elke afscheidsreceptie hoort grandeur, ja toch, nou dan, om toch.Ciel keert haar man – van meer dan vijftig jaar bij elkaar – haar wang toe. Hij drukt zijn lippen op haar lederhuid, waar hij haar damals met tederheid beroerde.Als hij zijn rug opnieuw tegen het kussen duwt, zegt hij: ‘Zullen we ruilen?’ Hij knikt naar de beker in de hand van zijn vrouw – van meer dan vijftig jaar bij elkaar.‘Ruilen?’ vraagt ze. ‘Wat bedoel je, ruilen?’Cécile had de drankjes klaargezet. Een half theekopje vol was genoeg volgens de bijsluiter. Ze had de dubbele hoeveelheid aan het aanrecht bereid. Toeval bestaat niet als de dood in zicht komt. Ze had het groene poeder gestaag en kalm roerend opgelost in lauwwarm water en twee scheppen suiker toegevoegd. Voor haar emeritus vijf zoetjes, de laatste uit het doosje.‘Ik de jouwe en jij mijn beker,’ zegt de emeritus sociologie. Als bloedbroederschap, zoals bij de Indianen.Is dit ook dissonantie? gaat door haar hoofd. Ze spreekt de zin niet uit. Het vraag- en antwoordspel zou gemakkelijk in een geanimeerd gesprek, of in een heftige discussie kunnen uitmonden en een discussie zou gemakkelijk tot uitstel kunnen leiden. Juist nu de dood zo

dichtbij is. Nog nooit zo dichtbij.‘Als je wilt,’ zegt ze met enige aarzeling in haar stem. ‘Als jij liever mijn beker leegdrinkt.’In haar stem klinkt licht venijn. Het roodborstje vliegt weg en keert terug alsof het getuige wil zijn van wat zich in de slaapkamer afspeelt.‘Het is niet dat ik je niet vertrouw,’ zegt de emeritus. ‘Jij bent voor mij de enige vrouw...’ Hij maakt zijn zin niet af. De tijd vliegt. De aarde keert de zon de rug toe, langzaam. De sparren aan de overkant van de straat snijden de zonnestralen af. De grasaren wuiven grauw verder in de oostenwind. Nog nooit was de nacht zo dichtbij, ondanks het lengen van de dagen.‘Ik heb je nooit een strospier in de weg gelegd,’ zegt Cécile. ‘Nooit. Ja toch. Nou dan. Om toch.’Ze reikt haar beker met Catrien naar haar man – van meer dan vijftig jaar bij elkaar. Ze neemt met haar vrije hand de beker met Donald Duck op het geglazuurde witte keramiek. Cadeautjes voor oma en opa van Cécile en van Lia, die volgens het geboorteregister Cécile als tweede naam heeft.

Zo groeit een (kort) verhaal of een roman. Ik hevel het vervolg over naar Russische roulette. Wie wil kan daar eind 2018 het vervolg lezen. In deze kroniek doe ik af en toe kond van de voortgang.

7 januari 2018

Page 23: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

22

Onlanden

Veel uv en veel koude wind. Ingepakt en het hoofd leeg om natuur in ogenschouw te nemen. Wie de natuur wil beheersen, moet haar gehoorzamen. Teveel stikstof in de bodem levert veel brandnetels. Ook pitrussen houden van bemeste grond. Het land staat deels onder waterijs. Ik heb het niveau hoger gezien, het eerste jaar van oplevering van de Onlanden.Als ik mezelf wil beheersen is gehoorzaamheid aan mijn aard geboden. Het twaalfde gebod. Ik kende er al elf.Koperwieken en kramsvogels vliegen over. Eenden schuilen voor de rietkraag tegen de koude wind. Ze kakelen kort als ik over de brugleuning rek om een foto te maken. Het is te koud om te vluchten. Aan de andere kant van het bruggetje meerkoeten in formatie. Het lijkt alsof ze naar me toe zwemmen. Ze kennen me.Ik fiets terug naar het westen en sla verderop rechtsaf. In mijn hoofd zingt Paperback writer. I’m a paperback writer. Bij de stuw staat water aan beide kanten bijna op gelijke hoogte. Koud schuim. Het molentje aan de paal met zonnecellen geniet razend van de wind. Ik krijg het warm als ik ernaar kijk.Aan de andere kant van de Groninger-straatweg verandert het lied. Nu zing ik onhoorbaar Dans ik de hele nacht met jou, afgewisseld met Iedere dans is een kans dat ik vraag: wil je niet graag altijd bij me zijn? Ik vergeet nooit het grote moment dat ik heb gekend toen ik je kussen wou.Het is er niet van gekomen, zoals met zoveel zaken.

8 januari 2018

FOTO

Page 24: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

23

Stad

De vorst is weg. Het water in de Onlanden vindt haar weg naar Reitdiep en naar zee. Gemis van water laat bomijs aan de slootrand hangen; mat, wit en breekbaar. Warme zuidenwind.In Stad laat ik mijn tijdschrift achter bij ISIS. Theo is verguld met Poze, Onze Talen. Hij is in beeld in het magazine. ‘Wat moet je ervoor hebben?’Uit de schappen van het antiquariaat haalt hij Encyclopedie van de sociologie. Een klant luistert mee.‘Ken ik u ergens van? vraag ik. ‘U hebt een bekend gezicht.’ Hij zegt wie hij is. Ik vergeet zijn naam.‘Uit het literaire circuit?’ probeer ik.‘Ik heb me opgegeven,’ zegt hij. Boomgroot en getekend, ‘voor een literair weekend in Den Haag.’ Hij knikt en loopt richting de rekken tweedehands. ‘Nee, ik schrijf niet, ik dicht niet.’We blijven onbekende lezers enkel door romans verbonden.Voor de UB staan op straat cohorten te roken waar de universiteit dat niet wil. Meer dan 15.000 onzichtbare studenten. Vijftien rokers in beeld als visitekaart, samen met duizenden natglimmende fietsen in de Broerstraat. Schoonmaak is aanstaande. De rijwielen winnen van het depôt onder de UB. Boekenbanden verdwijnen uit de UB, fietsenbanden nemen de plek. Het platte wint van het diepe.Op het Martinikerkhof staat mijn fiets openbaar bewaakt. Er is een minister op bezoek. Een overdaad politie beschermt de politieke rookmaker. Wiebes heeft

geen trillende handen, niets beeft aan hem. Geen borrel en geen gas in zijn ingewanden. Onberoerd.Ik wacht in de Prinsenhof. Nergens kwaad te ontdekken. Een Berg stapt treden naar benêe vanaf de verhoging in het restaurant. Ik knik naar de oude man.‘Ken ik U?’ vraagt de afgedankte koning van Stad.‘Uw naam gonst overal waar U zich vertoont.’ Panta rhei. Hij glimlacht. De vorst is weg.‘Ik ken U niet,’ zeg ik. ‘Is dat een gemis?’

Minister Eric Wiebus was 10 januari in Groningen, na de beving onder en rond Loppersum op 8 januari. Max van den Berg; stamgast in de Prinsenhof. Hij doet overal aan mee. Niemand luistert naar hem.

10 januari 2018

Page 25: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

24

Onze Talen

Onze Talen is de deur uit. Heftige onbezonnenheid om met Jens Peter Jacobsen te spreken. Eerst doen, daarna op zoek naar bezinning.Wat heeft Poze 12 – Onze Talen – me opgeleverd?* Onrust. Op de achtergrond speelt – nog steeds – de kostprijs in Euro’s. Ik heb het geld. Genoeg saldo om in veelvoud aan boeken, tijdschriften en aan nieuwe camera’s te besteden. Genoeg om de portokosten te dekken. Toch zeurt veel te vaak de financiële afrekening door mijn hoofd. Alsof ik me bij een ander moet verantwoorden. Ook wil ik me wat dit aangaat niet meer bij mezelf verantwoorden.* Tevredenheid over mijn produkt. Tevreden over reacties, vooral van auteurs. Tevreden over deelname van anderen.* Teleurstelling over verwacht uitblijven van, ja, van wie. Een illusie dat Onze Taal, andere media gelijk bellen om me te complimenteren en te bevragen. Ik kan me nog niet los maken van die verwachtingen. Ik ben nog afhankelijk van de buitenwacht. L’art pour l’art versus affectiehonger.Net als ik, zijn anderen vooral met zichzelf gaande. Zoals Han opmerkte: Verandering lukt als degene die wil veranderen het idee heeft dat minstens 75% van de nieuwe gedachten uit eigen bron komt. Wat een derde heeft bedacht doet niet mee, tenzij die derde erin slaagt de ontvanger te laten geloven dat de ontvanger bijna alles zelf heeft bedacht.

De provocatieve pleaser in me is nog aanwezig.*Angst. Mijn angst, overtreed ik (maatschappelijke en persoonlijke) grenzen? Wanneer volgt afrekening? Het roomse zondebesef is hardnekkig.* Creatief denkwerk en diverdatie tijdens de montage.* Ordening en verheldering van thema’s, lijnen, inhoud van Russische roulette, de roman / novelle die ik begonnen ben en die dagelijks groeit.

Wat ik wilde zeggen heb ik gezegd, voorlopig.

Poze nr. 12 Onze Talen, een model voor een uitgave van Onze Taal (www.onzetaal.nl). De nieuwe directeur vroeg suggesties. Ik reageerde met Poze 12, oplage 50. Naar media en noordelijke bestuurders.

11 januari 2018

Page 26: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

25

Noordsche veld

De zon staat laag aan de middaghemel. Ik draag een helm en een beschermingsfactor, gevoelig als ik ben. Een specht roffelt tegen een stam. Tussen bladerloze bomen hangt grijsblauw waas. Spreeuwenzwermen negeren me. Onder dekzeilen wachten suikerbieten op verlaat transport. Aardappelen in rillen overwinteren met ijsschotsen in de voren. Gele droge stengels op de heuvels. Blauwgrijs licht hangt tussen naakte bomen.Een uur zit ik stil van binnen op een bank naast het Noordsche veld. Grafheuvels verraden mijn verleden. Mijn voorouders rusten hier. Niemand te zien. Niemand. Bruine heide. Aan de andere kant pijpenstroheide met de berkenboomslingertak voor kinderen. Laag genoeg om met gebogen knieën aan te hangen. Slingeren in eeuwige tijd.Tien jaar geleden liet ik mijn olieverfgezicht onder deze tak achter in het zeuvenbargieszand.Vanaf het hunebed trekken voren naar het oosten. Ver weg, immer alert, witte ganzen met gestrekte halzen. Pas op, kijk uit.Ik fiets naar de einder. Time is on my side klinkt in mijn hoofd. Tihaihaihaime is on my side. Uitgerekte tijd.‘Bijna zomer,’ zeg ik tegen het bakkerijmeisje.‘Duurt nog heel lang. De zomer,’ zegt de tiener terwijl ze mij het broodje reikt. ‘Wel een half jaar.’‘Voor jou duurt het lang,’ zeg ik onkwetsbaar, ‘voor mij duurt het maar even.’

11 januari 2018

Page 27: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

26

The Nigger of the ‘Narcissus’

The Nigger of the ‘Narcissus’/Typhoon and other StoriesEen Penguin Modern Classics uiteen-gevallen met bruingetinte pagina’s; bruiner aan de randen dan midden op de pagina’s. Conrad had geen bruin leven, als ik op de biografie afga. Ik laat die levensloop achterwege. Het boek begint met een Preface to The Nigger of the ‘Narcissus’. ‘Narcissus’ is de naam van een zeeschip. Conrad bracht jaren door op zee. Ik noteer het voorwoord in het Engels. Conrad schrijft over kunstenaarsschap en wat de echte schrijver verplicht is aan zijn stiel. Zijn (lang) voorwoord raakt me.

PREfaCE TO

ThE NiGGER Of ThE ‘NaRCissus’

A work that aspires, however humbly, to the condition of art should carry its justification in every line. And art itself may be defined as a single-minded attempt to render the highest kind of justice to the visible universe, by bringing to light the truth, manifold and one, underlying its every aspect. It is an attempt to find in its forms, in its colours, in its light, in its shadows, in the aspects of matter, and in the facts of life what of each is fundamental, what is enduring and essential – their one illuminating and convincing quality – the very truth of their existence. The artist, then, like the thinker or the scientist, seeks the truth and makes his appeal. Impressed by the aspect of the world the thinker plunges into ideas, the scientist into facts – whence, presently, emerging they make their appeal to those qualities of our being that fit us best for the hazardous enterprise of living. They speak authoritatively to our common sense, to our intelligence, to our desire of peace, or to our desire of unrest; not seldom to our prejudices, sometimes to our fears, often to our egoism – but always to our credulity. And their words are heard with reverence, for their concern is with weighty matters: with the cultivation of our minds and the proper care of our bodies, with the attainment of our ambitions, with the perfection of the means and the glorification of our precious aims.It is otherwise with the artist.

26

Page 28: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

27

Confronted by the same enigmatical spectacle the artist descends within himself, and in that lonely region of stress and strife, if he be deserving and fortunate, he finds the terms of his appeal. His appeal is made to our less obvious capacities: to that part of our nature which, because of the warlike conditions of existence, is necessarily kept out of sight within the more resisting and hard qualities – like the vulnarable body within a steel armour. His appeal is less loud, more profound, less distinct, more stirring – and sooner forgotten. Yet its effect endures for ever. The changing wisdom of successive generations discards ideas, questions facts, demolishes theories. But the artist appeals to that part of our being which is not dependent on wisdom; to that in us which is a gift and not an acquisition – and, therefore, more permanently enduring. He speaks to our capacity for delight and wonder, to the sense of mystery surrounding our lives; to our sense of pity, and beauty, and pain; to the latent feeling of fellowship with all creation – and to the subtle but invincible conviction of solidarity that knits together the loneliness of innumerable hearts, to the solidarity in dreams, in joy, in sorrow, in aspirations, in illusions, in hope, in fear, which binds men in each other, which binds together all humanity – the dead to the living and the living to the unborn.It is only some such train of thought, or rather of feeling, that can in a measure explain the aim of the attempt, made in a tale which follows, to present an unrestful episode in the obscure lives of a few individuals out of all the disregarded

multitude of the bewildered, the simple, and the voiceless. For, if any part of truth dwells in the belief confessed above, it becomes evident that there is not a place of splendour or a dark corner of the earth that does not deserve, if only a passing glance of wonder and pity. The motive then, may be held to justify the matter of the work; but this preface, which is simply an avowal of endeavour, cannot end here – for the avowal is not yet complete.Fiction – if it at all aspires to be art – appeals to temperament. And in truth it must be, like painting, like music, like all art, the appeal of one temperament to all the other innumerable temperaments whose subtle and resistless power endows passing events with their true meaning, and creates the moral, the emotional atmosphere of the place and time. Such an appeal to be effective must be an impression conveyed through the senses: and, in fact, it cannot be made in any other way, because temperament, whether individual or collective, is not amendable to persuasion. All art, therefore, appeals primarily to the senses, and the artistic aim when expressing itself in written words must also make its appeals through the senses, if its high desire is to reach the secret spring of responsive emotions. It must strenuously aspire to the plasticity of sculpture, to the colour of painting, and to the magic suggestiviness of music – which is the art of arts. And it is only through complete, unswerving devotion to the perfect blending of form and substance; it is only through an unremitting never-discouraged care for the shape and ring of sentences that an approach can be made to plasticity, to colour, and that the light

27

Page 29: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

28

of magic suggestiviness may be brought to play for an evanescent instant over the commonplace surface of words: of the old, old words, worn thin, defaced by ages of careless usage.The sincere endeavour to accomplish that creative task, to go as far as his strength will carry him, to go undeterred by faltering, weariness, or reproach, is the only valid justification for the worker in prose. And if his conscience is clear, his answer to those who in the fulness of a wisdom which looks for immediate profit, demand specifically to be edified, consoled, amused; who demand to be promptly improved, or encouraged, or frightened, or shocked, or charmed, must run thus: My task which I am trying to achieve is, by the power of the written word to make you hear, to make you feel – it is, before all, to make you see. That – and no more, and it is everything. If I succeed, you shall find there according to your deserts: encouragement, consolation, fear, charm – all you demand – and, perhaps, also that glimpse of truth for which you have forgotten to ask.To snatch in a moment of courage, from the remorseless rush of time, a passing phase of life, is only the beginning of the task. The task approached in tenderness and faith is to hold up unquestioningly, without choice and without fear, the rescued fragment before all eyes in the light of a sincere mood. It is to show its vibration, its colour, its form; and through its movement its form, and its colour, reveal the substance of its truth – disclose its inspiring secret: the stress and the passion within the core of each convincing moment. In a single-minded

attempt of that kind, if one be deserving and fortunate, one may perchance attain to such clearness of sincerity that at last the presented vision of regret or pity, of terror of mirth, shall awaken in the hearts of the beholders that feeling of unavoidable solidarity; of the solidarity of mysterious origin, in toil, in joy, in hope, in uncertain fate, which binds men to each other and all mankind to the visible world.It is evident that he who, rightly or wrongly, holds by the convictions expressed above cannot be faithful to any one of the temporary formulas of his craft. The enduring part of them – the truth which each only imperfectly veils – should abide with him as the most precious of his possessions, but they all: Realism, Romanticism, Naturalism, even the unofficial sentimentalism (which like the poor, is exceedingly difficult to get rid of), all these gods must, after a short period of fellowship, abandon him – even on the very threshold of the temple – to the stammerings of his conscience and to the outspoken consciousness of the difficulties of his work. In that uneasy solitude the supreme cry of Art for Art itself loses the exciting ring of its apparent immorality. It sounds far off. It has ceased to be a cry, and is heard only as a whisper, often incomprehensible, but at times faintly encouraging.Sometimes, stretched at ease in the shade of a roadside tree, we watch the motions of a labourer in a distant field, and after a time, begin to wonder languidly as to what the fellow me be at. We watch the movements of his body, the waving of his arms, we see him bend down, stand up, hesitate, begin again. It may add to

28

Page 30: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

29

the charm of an idle hour to be told the purpose of his exertions. If we know he is trying to lift a stone, to dig a ditch, to uproot a stump, we look with a more real interest at his efforts; we are disposed to condone the jar of his agitation upon the restfulness of the landscape; an even, if in a brotherly frame of mind, we may bring ourselves to forgive his failure. We understood his object, and, after all, the fellow has tried, and perhaps he had not the strength – and perhaps he had not the knowledge. We forgive, go on our way – and forget.And so it is with the workman of art. Art is long and life is short, and success is very far off. And thus, doubtful of strength to travel so far, we talk a little about the aim – the aim of art, which, like life itself, is inspiring, difficult – obscured by mists. It is not in the clear logic of a triumphant conclusion; it is not the unveiling of one of those heartless secrets which are called the Laws of Nature. It is not less great, but only more difficult.To arrest, for the space of a breath, the hands busy about the work of the earth, and compel men entranced by the sights of distant goals to glance for a moment at the surrounding vision of form and colour, of sunshine and shadows; to make them pause for a look, for a sigh, for a smile – such is the aim, difficult and evanescent, and reserved only for very few to achieve. But sometimes, by the deserving and the fortunate, even that task is accomplished. And when it is accomplished – behold! – all the truth of life is there: a moment of vision, a sigh, a smile – and the return to eternal rest. 1897 J.C.

29

Page 31: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

30

Blow

Grijs, grijs, mijn leven is grijs sinds jij er vandoor ging. Het zou een passende melodie zijn geweest, maar onderweg naar de vistrap zingt One way wind door mijn hoofd. Het is windstil en grijsbewolkt, alsof het geen dag wil worden. Houd op met die clichés!Mijn vormingsjaren liggen in Afrika. ‘Can I blow my nose? Sir.’Bij gebrek aan zakdoeken mochten leerlingen het leslokaal uit. Ze snoten hun neus – als boven een kattenbak – met hun neusgaten om beurten geblokkeerd. Ze draalden, snoten opnieuw hun neus en zochten hun plek achter hun tafeltje. Afrikaans alternatief voor ‘even naar de wc’. De abolution blocks stonken – twee uur, zelfs met tegenwind – tot in de leslokalen. Niemand die in de bruine spoelingloze ruimtes wilde zijn. Leerlingen poepten achter schaarse bosjes. Ik preekte natuur en wetenschappen voor en tegen zwarte bosjeskinderen. Mijn goddeloze roeping.Bij de vistrap is de natuur met shovels opzijgeschoven. Beheer geeft andere dan de tot gisteren gevestigde planten een kans. Ik snuit mijn Afrikaanse neus op de brug over de vistrap. In het Sterrenbos remmen modderige zandpaden me af. Let op. Kijk uit! Val niet. Blijf weg. Ga over gebaande paden. De natuur spreekt.Twee preekstoelen ken ik in de regio. Eén naast de Oostervoortsche Diep. De andere leunt voorover naar het Lieverense Diep. Water stroomt traag door eindig laagland. Ik beklim de kansel. Ik snuit mijn neus.

12 januari 2018

Greyness is All

De eenden wachten niet tot ik de camera uit mijn binnenzak heb gehaald. Ze zwieren in de grijze lucht. Ze roepen naar elkaar en naar mij. Ik weet niet wat ze willen zeggen. Ik hoor ze, ik zie vluchtpatronen in tegenlicht.In mijn hoofd zingt: Iedere dans is een kans dat ik vraag, zeg wil je niet graag altijd bij me zijn. Ik vergeet nooit het grote moment dat ik heb gekend toen ik je kussen wou. Of is het lied: Toen jij mij kussen wou?Bij de brug schuilen de eergistereenden in de windluwe rietzoom. Uit de verte komt ze in sportpak naar me toegeijld. Ze glimlacht, keert me kort de rug toe, neemt een foto van de meerkoeten aan de lijzijde van het bruggetje. Ze knikt. Ze kucht. Ze ijlt naar de Onlanden. Weg van mij. Alles onder koud water. Silhouet in tegenlicht zegt het display. Mijn camera weet alles.

Ik kende het gedicht in een vorig leven uit mijn hoofd. Flarden komen bij me, bij grauwblauwe kou.

In De Rietschans steek ik op. Ik bestel een cappuccino. Ze is jong, mooi, verzorgd. Paardenstaart. Gulle mond. Liza Minelli.‘Wilt u er iets lekkers bij?’‘Voor alles voorbij is,’ zeg ik.

Page 32: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

31

Greyness is all

If black were really black not greyIt might provide some depth to prayAgainst and we could hope that whiteWould reach a corresponding height.

But, as it is, we melt and droopWithin the confines of our coop;The mind stays grey, obtuse, inert,And grey the feathers in the dirt.

If only some black demon wouldInfuse our small grey souls we couldAt least attempt to break the wireThat bounds the Gadarene hens’ desire.

But, as it is, we needs must waitNot for some demon but some fateContrived by men and never knownUntil the final switch is thrown

To black out all the worlds of menand demons too but even thenWhether that black will not prove greyNo one may wait around to say.

Louis McNeice

Ik fiets terug met wind achter. Alles gaat vanzelf. Ik probeer me het nieuws van het gisterenjournaal te herinneren. Ik zie de nieuwslezeres in een strak surfpak van beige katoen of wol. Hoge hakken, een pratende mond op golven. Achtuurjournaal. Greyness is all.

Op het voetpad langs het meer wandelt een lange stramme man achter een hoge rollator. Stap voor voet, voet voor stap. Een jonge vrouw met aangelijnde bouvier en herder komt hem in de muut. De honden blaffen tegen de afwijking van de lokale doorsneemens, zoals trouwe huisvrienden blaffen tegen zwarten en tegen hoofddoekjes. Honden lijken op hun bazen. De vrouw houdt de honden op handbreedte van bijtafstand. Ik knik. Ik kuch. Mijn angst geeft gas. Weg. De zon breekt door. Bij Dunnewind koop ik lekkers, voor bij de thee. Voor thuis.

13 januari 2018

31

Page 33: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

32

Idealisten

In nrc van 13 januari lees ik een interview met Louise O. Fresco. Deel 3 van haar trilogie. De idealisten, speelt deels in Congo. Inhoudelijk een mooi boek, lijkt me. Verwant aan mijn Babs. Ik lees pagina’s op de website van de uitgever. Ik ga het boek niet kopen en niet lezen. De stijl en de zinsbouw staan me tegen. Ik lees als een corrector, niet als een dromer. Jammer.

Conrad

Joseph Conrad heeft me ontregeld. Zo gemakkelijk gaat dat. Wie schrijver wil zijn, een goede schrijver wil zijn proeft de woorden en zinnen in herhaling. Geen half werk. Het beste. Ik meen dat ik dat doe. Conrad zaait twijfel.Wetenschappers en filosofen – denkers – kijken naar buiten. Ze ontdekken de samenstelling van de wereld en de verbanden. Die zoektocht resulteert in wetten. In Niels Lyhne zegt Jens Peter Jacobsen dat wetten niets voorstellen. Het zijn de grenzen van de huidige kennis. (Ik zocht de passage, tevergeefs). Ook Paul Valéry laat mensen bivakkeren aan de grenzen van hun kunnen. Interessante gedachten.Conrad zegt dat schrijvers niet naar buiten kijken. Schrijvers kijken naar binnen. Wat ze daar ontdekken komt in hun boeken. De inhoud van die boeken komt in de vergetelheid. Onderliggende gedachten en inzichten bepalen de voortgang. Het woord beschaving staat niet in zijn Preface.Ik voel me geremd door zijn inzichten. Misschien is het dat ik de stroom nog niet heb gevonden. Misschien weet ik nog niet wat ik wil zeggen, misschien geef ik me nog niet over aan wat mijn innerlijk (nog) niet prijs wil geven. Ik weet wel waar Russische roulette (novelle / roman) over gaat. In mij groeit de moed om onder ogen te zien wat in me roert. Ik zeg het niet. Nog niet. Ik zeg het in Russische roulette.

14 januari 2018

32

Page 34: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

33

Katjes

Katjes bloeien langs de snelweg naar de Vrijbuiter; lichtgroen waas in een wereld vol grauw. In de onbeklante winkel laat ik me op een bank zakken. Ik kijk naar de verkoopster en wijs vervolgens naar mijn schoenen. ‘Deze,’ hoor ik mijn vader zeggen. ‘Een paar van deze. Twee.’Ik zeg: ‘Ik wil graag een paar nieuwe schoenen, graag dezelfde als die ik nu draag. Deze passen en bevallen me goed. Al vijf jaar. Hebt u dezelfde?’In vijftig jaar heeft beschaving enkele stappen gezet.

In de tuin hebben struiken knoppen, helleborus bloeit, de eerste sneeuwklokjes. Koolmezen zingen voor het eerst. Kraaien roven duiveneieren.Uit een doos pak ik de skihelm met voering. Mijn hoofd blijft op temperatuur. Mijn lichaam volgt als ik fiets. Zwart, rond, groot met strakke kinriem. In de spiegel in de hal zie ik een Duitse soldaat met een Wehrmachthelm. Van alle markten ben ik thuis. In de krant staat: Katten zijn ziekteverwekkers en moordenaars. ‘Vertel mij wat nieuws,’ zegt een bekende stem.

15 januari 2018

33

Page 35: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

34

Heimsuchung

Op het omslag van de roman heimsuchung van Jenny Erpenbeck staat een langwerpig raam door spijlen in achttien vakken verdeeld. Elk vak is voorzien van gekleurd glas. Geen raam om door naar buiten te kijken.Het is het raam van een huis aan een meer in de buurt van Berlijn. Wie woonden in dat huis? Wat is het verhaal van het huis aan het meer? Bewoners, voorbijgangers, bezoekers, eigenaren, soldaten, Russen, buren. Van voor de oorlog tot erna. Joden. ddr. Kreeften tijdens feesten. Onteigening. Moord. Leven.

Beim Krebse-Essen begann mal er, mal sie mit dem Geschichtenerzählen, und je geübter sie wurden, desto müheloser fiel der eine dem andern wie zufällig ins Wort, um das Gelächer der Gäste zu steigern, desto sicherer gelangen ihnen die Pointen. Haben wir euch noch nicht erzählt? Wie er ihr, und wie sie ihn, wie er daraufhin, und wie sie, wie er ihr, wie sich sich wunderte, wie sie buchstäblich gedacht habe, daβ, und er dan schlieβlich, also wirklich, sagt sie und schüttelt, um die Pause zu füllen, die jetzt mit Sicherheit eintritt, nur stumm den Kopf. Ihr Mann setzt hinzu, sie wirft ein, er ergänzt, aber sie muβ noch sagen, dass, und er gibt iht recht. Kurz vor dem Hohepunkt lacht sie selbst schon im voraus, dann kommt endlich die Pointe, alles lacht, lacht und lacht, noch ein Bier, noch ein Glas Wein, gern, für mich bitte nicht, vielleicht ein Glas Wasser. So vertrieben der Architekt uns seine Frau an vielen Abenden sich selbst und ihren Gästen die Zeit.

Geen vrolijk boek. Een waarachtig boek. Overtuigend in feiten en in emoties. Onderkoeld. Ingehouden. Alles. Beschrijvend. Zo is het. Zo is het geweest. Dit is het. Meer is het niet. Minder is het niet.Heimsuchung: niet; waartoe zijn wij op aarde. Heimsuchung: we zijn op aarde. We zijn op aarde tot we zijn vertrokken. Heimsuchung: nooit thuiskomen.Heimsuchung: Fernweh.

‘Dat is het verschil tussen jou en mij,’ zegt ze. We eten soep en salade (appel, olijven, feta, sla, avocado, een kruid waarvan ik de naam niet onthoud). ‘Ik leef in het nu. Jij wilt nog wat bereiken, najagen. Ik weet niet wat.’Ik vroeg wat ze had onthouden van het interview met Remco Campert. Alles. Ik niets. Campert dicht over vandaag, over wat hij op tv ziet, in de krant leest.Jij zoekt in interviews, in boeken, in gesprekken iets van je gading. Je leest, ziet en luistert niet naar wat zich voordoet. Je wilt kennis verwerven, groeien. Ik niet. Ik lees wat er staat. Ik kijk en ik zie wat zich voordoet.’Ik leg haar woorden in de mond. Heimsuchung. Ik noem het woord niet.Vandaag.

Hätte es nicht diese eine Nacht gegeben, diese eine Nacht in dem von ihrem Mann eigens für sie entworfenen begehbaren Schrank, würde sie vielleicht noch immer glauben, daβ ihr Mann ihr damals, als er ihr den Kaufvertrag für die Unterschrift hinschob, ein Stück Ewigkeit gekauft hat, and daβ diese Ewigkeit an keiner Stelle ein Loch hat.

Page 36: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

35

En dan komt een Russische soldaat.

...sie selbst hatte sie mit den letzten Vorräten und etwas Wasser im begehbaren Schrank hinter der doppelten Tür eingerichtet. Und dann war der russe gekommen.Sie will das Wort nicht denken, das Wort, mit dem er sie rief, das undenkbare Wort, mit dem er für alle Ewigkeit ein Loch in ihre Ewigkeit bohrte. Ihr zu der Zeit schon unfruchtbarer Körper hatte ihn, der das Wort gewuβt hatte, das sie entmachtete, mit aller Gewalt an sich gerissen und ungefähr für die Dauer einer Geburt ihr Lachen, das ihm so lange im Weg gestanden hatte, erstickt, in dieser Nacht in dem verborgenen Schrank, den ihr Mann eigens für sie gebaut hatte, weil es sich damals, als sie noch ein Zirkusprinzessin war, so wünschte, war sie endlich zum Feind übergelaufen. Erst nach dem Fall der reichshauptstadt gelang es ihrem Mann, zu ihr hinaus zu kommen, er fand einen zertrampelten Garten vor und einen Gärtner, der über die Verwüstungen weinte. Seine Frau teilte mit ihm den halben Laib Brot, den der russe ihr dagelassen hatte.

15 januari 2018

Page 37: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

36

Verveling

Een paard staat met de kont naar de wind en naar mij. Een baal hooi biedt beschutting. Hoeven in de modder. Een bord waarschuwt voor ziektes en besmetting. Blijf weg van de paarden. De hele dag stilstaan in de modder. Niets doen. Geen vermaak.Een buizerd op een paal. In volle wind. Schapen dichtbij de drassige grond tussen gras en russen. In een molshoop een staak en een bordje van de eigenaar. “Ik let goed op mijn schaapjes, U ook?” gevolgd door een mobiel nummer.Eenden in formatie. Als ze boven me vliegen veranderen ze van positie. De ene V verschuift naar twee V’s, naar een lange streep met drie eenden in de voorhoede.De reiger langs het pad met uitgeleefd verenkleed zet een pas naar de sloot. Als ik blijf fietsen vliegt de reiger niet weg. Alle mollen en muizen verdronken.Zes zwanen bij elkaar in een afwateringssloot. Vaste stek. Bon dia.Vanachter een boom fotografeer ik ganzen. Hun vaste stek. Langzaam lopen ze weg van mij. Gestrekte halzen. Canada ganzen. Good morning. Een hond snuffelt aan mijn broekspijp.‘Deurloopn Dora,’ zegt de baas. Ik kan niet nagaan of hij naar zijn vrouw roept, ook met hond aan touw.Ik draai linksaf. Wind volop in mijn gezicht. Niemand op mijn pad. Twee fazanten in de berm.In het Dagblad staat dat een zeeforel door het Peizer Diep naar zee zwemt, en terug.

16 januari 2018

36

Page 38: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

37

Lach om de feiten

anders lachen de feiten u uitBegrip gaat boven taal

Jean Pierre Rawie staat pal voor het Nederlands. Daniël Lohuis kiest er niet voor ambassadeur van het Drents te zijn. Neerlandica Irma de Ronde (DvhN 16 januari 2018) pleit voor afzien van Engels als voertaal aan universiteiten en hogescholen. Een vergeefs achterhoede-gevecht voor behoud van een ‘zuivere’ taal. Omarm de veranderingen en zeur niet.

Het heeft er alle schijn van dat onder taalliefhebbers twee kampen tegenover elkaar staan. De ene partij pleit voor behoud van (welk?) Nederlands als omgangstaal op universiteiten en hogescholen. De andere partij wijst op belang van onvermijdelijke internationalisering, contacten met andere culturen en mondiale veranderingen in talen. De Rijksuniversiteit onderzoekt mogelijkheden tot vergaande samenwerking met een universiteit in China. Groningen is een belangrijke, maar kleine speler in het academisch milieu. Met krimp van de bevolking in de regio is toestroom uit andere landen noodzakelijk om de hoge kwaliteit te behouden. Aangezien veel buitenlanders geen Nederlands, gain Grunnegs en gien Drèents beheersen is een andere lingua franca noodzakelijk. Momenteel is Engels dat universitaire dialect, in de toekomst wellicht Mandarijn-Chinees. So be it.Verspreiding van literair gedachtengoed uit de regio hoort bij de culturele ontwikkeling van datzelfde erfgoed. Jean Pierre Rawie heeft de mogelijkheid om in Engels dialect over zijn werk te spreken laten passeren. Tant pis. Een

gemiste kans. Ik weet niet of hij vertaling van zijn poëzie naar het Chinees zal verhinderen. Misschien had hij zijn lezing in het Latijn kunnen houden, of in de taal van Vondel.De teloorgang van Drents en Gronings is een goed voorbeeld voor veranderingen in gebruik van Nederlands. Eerst treedt verdunning op door veelvuldig gebruik van leenwoorden, daarna is het karakter van regiotalen niet meer herkenbaar. Daniël Lohues vertaalde Nijntje in het Drents (DvhN 16 januari 2018) en geeft aan geen ambassadeur van deze streektaal te willen zijn. Terecht. Het is zaak om liefhebbers van taal aan te spreken en te verleiden met taal, niet met zinloze en oeverloze discussies over welke regiotaal de beste is. Bij gebruik van eigen en andermans taal staat communicatie voorop. Ria Westerhuis, schrijfster in Drents en in Nederlands, heeft een eigen taal ontwikkeld. Haar eRWeens is een mixture van Drents, Nederlands, Zuid-Afrikaans en van wellicht nog meer talen. Ze oogst – vooral in de ‘Hollandse’ Randstad – veel succes met haar voordrachten in het eRWeens (ook op YouTube). That’s the way to go.Een vruchtbare anpak is alle taal binnen Nederland waarmee communicatie en begrip plaatsvindt als Nederlands te bestempelen. Deze Mischung van regiotalen, inclusief de taal van Vondel en Brederode, kan prachtige songs, raps, romans en interesting poetry opleveren. Stop met de oeverloze en zinloze discussie over behoud van wat onvermijdelijk verandert. Spreek je moerstaal om elkaar te verstaan, ook als die taal is gecomponeerd met woorden van andere culturen.

16 januari 2018 verstuurd naar DvhN

Page 39: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

38

God en de tandarts

Vanuit de bus zie ik achter een dunne houtwal de ijsbaan. In het kalme water 24 palen als een ovaal geplant om zwierig rond te schaatsen, misschien.Op elke paal zit een meeuw. Ze kijken me aan. Ik tel 48 meeuwen. Voor ik kan groeten is de bus de ijsbaan voorbij. Elk wateroppervlak kent een kritische invalshoek. Wie gehurkt naar een plas kijkt kan de bodem niet zien. Natuurwetten van lichtbreking, hoek van inval, hoek van terugkaatsing verhinderen inkijk. Wie de bodem van een plas wil zien staat bij voorkeur tot de enkels in het water.We spreken tijdens de lunch over Whitehead, wiskundige en filosoof. God is creativiteit. De creativiteit van Whitehead’s god heeft in het boek de zetduivel een drukje gegeven.The touchstone of god is the intuition of beauty, harmony, that nothing good is lost.... touchstone of good is the intuition...

In de derde druk verander ik god in good. Up .. that nothing god is lost.In het Dagblad lees ik dat mijn tandarts dood is. In Ningtien (Anno Ludwig), mijn geromatiseerde biografie, heet hij Koeze (Drents voor kies). Ruim een jaar geleden schreef ik bij zijn afscheid Tandartsroman met zijn naam op het omslag. In de kast staan gesigneerde exemplaren. Nooit kwam hij erop terug. Andere zaken aan zijn hoofd en in zijn bloedbaan.Eeuwigheidswaarde, wellicht tegen zijn wil. De Tandartsroman als ongewenste intimiteit.God hebbe zijn geest. Ik ga voor in gebit.

17 januari 2018

38

Page 40: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

39

Jenny Erpenbeck

Ze vertelt. Ze neemt in heimsuchung geen blad voor de mond. Ze vertelt zoals het is gebeurd. heimsuchung. Ik durfde niet verder te lezen, bang als ik was voor geweld en wreedheden. Nadat ik gisteren tijdens de lunch mijn angsten had benoemd, en mijn gevoeligheden, zakte de angst. – Herlees je wel eens een boek? – Niet dat mijn vrees verdwenen was, nee. Ik was bang voor dat woord. Dat (nog)ongenoemde woord waar de vrouw bang voor is.

Der RotarmistDe Russische soldaat, tiener nog, zijn hele familie door Duitsers vermoord, ontdekt de dubbele deur in de kledingkast. In het donker, in de stank van kots en stront, in de donkere kast ontdekt hij de vrouw van kamferballen en muntolie.

Da wird er ruhig, und ruhig beginnt er, die Lippen zu küssen, die er nicht sehen kann, er, der noch nie jemanden auf den Mund geküβt hat, küβt diesen mit gröβter Wahrscheinlichkeit deutschen Mund, der voll ist und vielleicht ein wenig welk, aber das kann er nicht einschätzen, weil er noch nie jemanden auf den Mund geküβt hat, dann gibt er die Arme frei und streicht der Frau über den Kopf, sie wehrt sich nicht mehr, aber er hört, wie sie zu weinen beginnt, er streicht ihr über den Kopf, wie um sie zu trösten, und weiβ dan nicht mehr weiter, obgleich er schon oft gesehen hat, was seine Männer in vergleichbare Situationen getan heben. Mama sagt er, ohne zu wissen was er sagt, so dunkel ist es, dass man nicht einmal seine eigenen

Worte sehen kann, dan stöβt sie ihn von sich, er stolpert, fällt hin, sie tritt nach ihm, er versucht, sie wieder zu halten, umfaβt dabei ihre Knie, da steht sie still, dan zieht sie langsam ihr Kleid ein wenig nach oben, er legt seine Stirn an ihren Leib, unter dem Kleid scheint sie nackt zu sein, er zieht den Geruch nach Leben, der aus dem krausen Haar dringt, tief ein.

Mama.Ik was bang voor Mama.

Ik lees het hoofdstuk Der Rotarmist opnieuw. Gedetailleerd begin. Gruwelijkheden als aanzet tot hogere en lagere driften. Koel en feitelijk beschrijft ze zijn voorgeschiedenis. Indringend door het onderkoelde. Lange zinnen, veel bijzinnen, tussenvoegsels.Die stijl ga ik proberen te volgen in hoofdstuk 3 van Russische roulette.Het is tijd om niet als een leermeester vast te houden aan vermijding van worden, nog, maar, en, weer, die, dat en al die andere woorden die ik me heb afgeleerd omwille van een vlot leesbaar en aantrekkelijk verhaal. Het is tijd om mijn zelfbedachte en mijn zelfvoorgeschreven richtlijnen los te laten.

IntellectueelDat brengt mij op opmerkingen en verwijten over mijn kennis, mijn belezenheid, mijn leermeesterachtige stijl, mijn encyclopedische kennis; verondersteld door lezers. Blijkbaar verras ik lezers met nieuwigheden, of herinner ik ze aan hun eigen beperkte kennis op het terrein dat ik tot mijn speelveld heb gemaakt.

Page 41: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

40

Destijds – in dat andere leven – heb ik geprobeerd moeilijke woorden te vermijden tijdens lessen. Niet heel lang heb ik me die beperkingen opgelegd. (Ooit maakte ik woordenboekjes en lijsten met uitleg van begrippen.) Immers; hoe zou een student nieuwe woorden kunnen leren als ik ze telkens uit de weg zou gaan?Nieuwsgierigheid en onderzoekingsdrang. Dat zou mooi zijn. Wie met mij mee wil gaan, die moet mijn manieren (leren) verstaan.

OmarmingHet Dagblad heeft vandaag mijn opiniebijdrage afgedrukt. Omarm de veranderingen in de taal.Mooi resultaat.

18 januari 2018

Ree

Ik zag de witte spiegel van een ree rechtsover zwarte natte akkers dansen. Gebleekte spijkerbroek, chloor en peroxide op de billen sjansen. Hierben ik.

#MeToo.

Vruchtbaar reebeeld voor me op de fiets, met scheuren in haar in jeans.

Linksvoor sneeuw- hagel- en regen-buien; wissel op mijn mijn toekomst. Heide en Zeuven Bargies liet ik wachten. Koude handen, natte broek.

Achter me. Tot nietsverplicht, zacht dwingend. Ik keer.

#AtHome.

Kont in de krib.

Bij thuiskomst wachtten gedichten op www.nederlandvertaalt.nlPoëzie, vertaling van de ziel. Mijn ziel.Aan mij is geen groot dichter verloren gegaan. Ook geen kleine.

19 januari 2018

Page 42: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

41

Tête à tête

In K38 in Roden is een tentoonstelling van schilderijen van docenten van de Schildersgroep Roden. Cursisten zijn suppoost. Een half woord is genoeg voor een toelichting – bij eigen werk. Op iPhone en tablet is al het werk beschikbaar. Abstract, figuratief, braaf en minder braaf.‘En dat schilderij...’ Ik knik naar een acryl van een docent.‘Die probeert De Ploeg (Groninger Kunststroming – Werkman, Alting,...) door te zetten. Landschap in Groningen. Vind ik niks.’‘Dit vind ik mooi. Zo schilder ik zelf. Niet op doek. Ik schilder landschappen op MDF.’ Op z’n telefoon laat pensionado werktuigbouwer een riviertje in herfstig Brabant zien. ‘Nee, niet de Dommel.’ Hij was in Nuenen.’Van Gogh is niets voor mij. Te duur. Overgewaardeerde naam.’‘Honden, schilder ik. Als ze dood zijn. Portret voor de baas.’

Bij Daan Nijman koop ik Verandering. Zes boerderijen in Groningen. Fotoboek. De helft van de foto’s is van Harry Cock. De andere foto’s zijn van Marieke Kijk in de Vegte, geboren in Oss. Ze woont verderop in de straat. Ik ben niet van fotoboeken. Vanwege haar koop ik het boek.Een scheefgetrokken vrouw wijst met trillende hand naar het omslag van mijn aankoop. ‘Mooi land,’ zegt ze, ‘met de hovo was ik daar. De Ploeg schilderde het landschap. Jammer dat alles beeft.’

zaterdag 20 januari 2018

Page 43: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

42

Page 44: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

43

Thijs Wolzak stopte 20 januari 2018 in NRC met de foto’s van bijzondere interieurs.

Page 45: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

44

aufwachraum I

ach wär ich nur im aufwachraum gebliebentraumverloren tropfgebunden unter weißen

laken neben andern die sich auch nicht fandeneine herde schafe nah am schlaf noch nah an

gott und trost da waren große schwesterntiereunsre hirten die sich samten beugten über uns -

und stellten wir einander vor das zahlenrätselmensch: von eins bis zehn auf einer skala sag

wie groß ist dein schmerz? – und wäre keinegrenze da in sicht die uns erschließen könnte

aus der tiefe wieder aus dem postnarkotischengeschniefe – blieben wir ganz nah bei diesem

ich von andern schafen kaum zu unterscheidendie hier weiden neben sich im aufwachraum

Uljana Wolf (1979)

www.nederlandvertaalt.nl19 januari 2018

ontwaakkamer 1

ach was ik maar in de recovery geblevendroomverloren droppelkoppel onder wit

laken naast anderen die zich ook niet terugvondentegen de slaap aan van een kudde schapen, noch

aan god en troost aan grote zusterdierenonze herderinnen die zich over ons bogen –

en daagden wij elkaar uit met cijferraadselmens: op een schaal van één tot tien vertel

hoe groot is je leed? – en als er geengrens te zien was die zich voor ons kon openen

uit de diepte opnieuw van het postnarcotischegesnuif – zouden wij strak aanschurken met deze

ik nauwelijks te onderscheiden van de andere schapen die hier naast elkaar grazen in de recovery

Uljana Wolf (1979)

versie 30 januari

44

Page 46: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

45

Les Faux-monnayeurs

Vorig jaar las ik Les faux-monnayeurs van André Gide. Deze Franse schrijver (1869 - 1951) ontving de Nobelprijs voor literatuur in 1947. Hoe ik op zijn spoor kwam weet ik niet meer. Ik las zijn Reis naar Congo, waarin ik veel elementen herkende uit mijn jaren in Kameroun (1973) en in Zambia (1975-1977) In mijn boek Paradigmaverschuiving citeer ik uit Reis naar Congo. Die reisbeschrijving maakte me nieuwsgierig. Via contacten met de afdeling bijzondere collecties van de UB van de RUG (De UB ontvangt alle uitgaven van Ter Verpoozing.) kreeg ik de Franse uitgave in twee delen van Les faux-monnayeurs. Gallimard, 1923.Tot mijn genoegen en verbazing bleek mijn kennis van de Franse taal voldoende om het boek te kunnen lezen. Zoals Han van der Krogt, oud-leraar Frans, schreef: “De hbs was een prima opleiding.” Ik las beide delen en kwam veel interessante passages tegen. Het boek is deels een raamvertelling: een verhaal binnen een verhaal. De schrijver Édouard wil een boek schrijven, tegelijkertijd is hij ook onderdeel van de roman. Af en toe richt de alwetende verteller zich rechtstreeks tot de lezer. Het boek bevat ook brieven en dagboekfragmenten. In zijn tijd (rond 1925) was dat nieuw en ontregelend. Ook springt het verhaal in tijd en perspectief. Naast deze verteltechnieken komt homoseksualiteit naar voren. – André Gide was een gehuwd homoseksueel. –Het kostte me enige moeite de karakters uit elkaar te houden en de familie- en vriendschapsrelaties te volgen. Vandaag vond ik op het Franse web een schema met alle betrokkenen. Reden om het boek

nogmaals te lezen. Af en toe verwacht ik in deze kroniek op de herlezing terug te komen.

In Tome I (Deel I) tref ik aantekeningen bij sommige passages en ook is er een los papier met aantekeningen van een vorige lezer/eigenaar, waar ik niet wijzer van word.

De roman is moeilijk samen te vatten door de grote verwevenheid van karakters. Ik geef enkel hoofdlijnen (deels ontleend aan het Franse web) en daarna commentaar over mijn bevindingen, met af en toe citaten van passages die me hebben getroffen,

Op de eerste pagina maakt de lezer kennis met Bernard Profitendieu, student voor zijn examen middelbare school.

La famille respectait sa solitude; le démon pas.

Die zin op de grens van pagina 7 en 8 nam me mee in de roman. Feest der herkenning.Bernard is een van de drie voornaamste karakters. Wat een intrigerende naam. Batenvangod, als familienaam. In Frankrijk is deze naam niet bekend. Een variant op Dieudonnée – door God gegeven –, een meisjesnaam, of met een e minder een jongensnaam. (In het Pools is dat Bogdan.) Het web geeft geen uitsluitsel over Profitendieu.

De vriend van Bernard heet Olivier. Beide jongens hebben (homoseksuele) gevoelens tegenover elkaar, maar spreken deze niet uit. Olivier Molinier is het

Page 47: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

46

hoofdkarakter. Deze jongen is verliefd op zijn oudere oom Édouard. Ook de gevoelens tussen deze mannen worden door hen niet uitgesproken.

Bernard Profitendieu vindt in een kastje een liefdesbrief aan zijn moeder. De brief is van voor zijn geboorte. Op slag is hem duidelijk: hij, Bernard, is het kind van een minnaar. Albéric Profitendieu is niet zijn biologische vader.Voor Bernard een drastisch besluit uitvoert – met een afscheidsbrief voor zijn vader – gaat hij eerst naar zijn vriend Olivier.

Mais avant de l’écrire, je sens un immense besoin d’aérer un peu mes pensées – et d’aller retrouver mon cher olivier, pour m’assurer, provisoirement du moins, d’un perchoir. olivier, mon ami, le temps est venu pour mois de mettre ta complaisance à l’épreuve et pour moi de montrer ce que tu vaux. Ce qu’il y avait de beau dans notre amitié, c’est que, jusqu’à présent, nous ne nous étions jamais servis l’un de l’autre. Bah! un service amusant à rendre ne saurait être ennuyeux à demander. Le gênant, c’est qu’olivier ne sera pas seul. Tant pis; je saurais le prendre à part. Je veux l’épouvanter par mon calme. C’est dans l’extraordinaire que je me sens le plus naturel.

In vrije onvolkomen vertaling

Maar voordat ik het opschrijf, voel ik een enorme behoefte om een frisse neus te halen en mijn gedachten te ordenen - en terug te gaan naar mijn dierbare olivier, om er tenminste voor te zorgen dat ik een

tijdelijk onderkomen heb. olivier, mijn vriend, de tijd is nu al maanden verstreken om je zelfgenoegzaamheid op de proef te stellen en om te laten zien wat je waard bent. Het mooie van onze vriendschap was dat we elkaar tot nu toe nooit nodig hadden. Bah! Een leuke dienst vragen zou niet saai zijn om te doen. Het vervelende is dat olivier niet alleen zal zijn. Niet erg, ik zou hem onder vier ogen kunnen spreken. Ik wil hem schrik aanjagen met mijn kalmte. Het is in het buitengewone dat ik me het meest natuurlijk voel.

Niet enkel de laatste zin doet me in het boek blijven.

Bernard vraagt of hij een nacht bij zijn vriend Olivier kan slapen. Vervolgens schrijft hij een brief aan zijn niet-biologische vader. De brief volgt in het Frans. Na de Franse tekst mijn vrije vertaling.

“Monsieur,“J’ai compris, à la suite de certaine découverte que j’ai faite par hasard cet après-midi, que je dois cesser de vous considérer comme mon père, et c’est pour moi un immense soulagement. En me sentant si peu d’amour pour vous, j’ai longtemps cru que j’étais un fils dénaturé; je préfère savoir que je ne suis pas votre fils du tout. Peut-être estimez-vous que je vous dois la reconnaissance pour avoir été traité par vous comme un de vos enfants; mais d’abord j’ai toujours senti entre eux et moi votre différence d’ égards, et puis tout ce que vous avez fait, je vous connais assez pour savoir que c’était par horreur du scandale, pour cacher une situation qui

Page 48: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

47

ne vous faisait pas beaucoup d’honneur – et enfin parce que vous ne pouviez faire autrement. Je préfère partir sans revoir ma mère, parce que je craindrais, en lui faisants mes adieux définitifs, de m’ attendrir et aussi parce que devant moi, elle pourrait se sentir dans une situation –ce que me serait désagréable. Je doute que son affection pour moi soit bien vive; comme j’ étais le plus souvent en pension, elle n’ a guère eu le temps de me connaitre, et comme ma vue lui rappelait sans cesse quelques chose de sa qu’elle aurait voulu effacer, je pense qu’elle me verra partir avec soulagement et plaisir. Dites-lui, si vous en avez le courage, que je ne lui en veux pas de m’ avoir fait bâtard; qu’au contraire, je préfère ça à savoir que je suis né de vous. (Excusez-moi de parler ainsi; mon intention n’ est pas de vous écrire des insultes; mais ce que j’en dis va vous permettre de me mépriser, et cela vous soulagera.)“Si vous désirez que je garde le silence sur les secrètes raisons qui m’ ont fait quitter votre foyer, je vous prie de ne point chercher à m’ y faire revenir. La décision que je prends de vous quitter est irrévocable. Je ne sais ce qu’ a pus vous coûter mon entretien jusqu’à ce jour; je pouvais accepter de vivre à vos dépens tant que j’ étais dans l’ignorance, mais il va sans dire que je préfère ne rien recevoir de vous à l’avenir. L’idée de vous devoir quoi que ce soit m’est intolérable, et je crois que, si c’était à recommencer, je préférerais mourir de faim plutôt que de m’asseoir à votre table. Heureusement il me semble me souvenir d’avoir entendu dire que ma mère, quand elle vous a épousé, était plus riche que vous. Je suis donc libre de penser que je n’ai vécu qu’à sa charge. Je la

remercie, la tiens quitte de tout le reste, et lui demande de m’oublier. Vous trouverez bien un moyen d’expliquer mon départ auprès de ceux qui pourraient s’en étonner. Je vous permets de me charger (mais je sais bien que vous n’attendrez pas ma permission pour le faire).“Je signe du ridicule nom qui est le vôtre, que je voudrais pouvoir vous rendre, et qu’il me tarde de déshonorer.“Bernard Profitendieu.

” P.S. Je laisse chez vous toutes mes affaires qui pourront servir à Caloub plus légitimement, je l’espère pour vous.”

In vrije onvolkomen vertaling

“Meneer,Als gevolg van enkele toevallige ontdekkingen die ik vanmiddag heb gedaan, heb ik begrepen dat ik u niet langer als mijn vader kan zien, en dat is een grote opluchting voor mij. omdat ik zo weinig liefde voor u voelde, heb ik lang geloofd dat ik een bastaardzoon was; ik geef er liever de voorkeur aan te weten dat ik helemaal niet uw zoon ben. Misschien denkt u dat ik u dank verschuldigd ben voor uw behandeling van mij als een van uw kinderen; maar om te beginnen heb ik altijd verschil tussen hen en mij gevoeld, en dan alles wat u hebt gedaan, ik ken u goed genoeg om te weten dat het uit afschuw van het schandaal was, om een situatie te verbergen die u niet veel eer zou brengen - en tenslotte omdat u niets anders kon doen. Ik wil liever weggaan zonder mijn moeder nog eens te zien, omdat ik bang ben, door haar te zeggen dat dit mijn laatste afscheid zal zijn, dat zij mij tegen

Page 49: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

48

zou houden en ook omdat ze zich door mij opgelaten zou kunnen voelen - wat ik heel onaangenaam zou vinden. Ik betwijfel of haar genegenheid voor mij springlevend en goed is; aangezien ik het grootste deel van de tijd in het internaat zat, had ze niet veel tijd om mij te leren kennen, en omdat mijn gezicht haar bleef herinneren aan iets wat ze wilde wissen, denk ik dat ze me met opluchting en plezier zou zien vertrekken. Vertel haar, als u de moed hebt, dat ik haar niet verwijt dat ze met mij een bastaard in de wereld heeft gezet; integendeel, ik weet liever dat ik uit haar geboren ben dan een kind van u te zijn. (Vergeef mij dat ik zo spreek; het is niet mijn bedoeling u te beledigen, maar wat ik zeg zal u helpen mij te verachten, en het geeft u een beter gevoel.Als u wilt dat ik zwijg om de geheime redenen die mij ertoe hebben gebracht uw huis te verlaten, probeer me dan niet terug te laten keren. Mijn besluit om u te verlaten is onherroepelijk. Ik weet niet wat mijn onderhoud u tot nu toe heeft gekost; ik kon aanvaarden om op uw kosten te leven zolang ik in onwetendheid was, maar het spreekt vanzelf dat ik in de toekomst liever niets van u ontvang. Het idee om u iets verschuldigd te zijn is voor mij onacceptabel en ik denk dat als het opnieuw zou gebeuren, ik liever de hongerdood zou sterven dan aan uw tafel te zitten. Gelukkig meen ik me nog te herinneren dat mijn moeder, toen ze met u trouwde, rijker was dan u. Het staat mij dan ook vrij te denken dat ik alleen op haar kosten heb geleefd. Ik dank haar, laat u al het andere achterwege en ik verzoek haar mij te vergeten. U zult een manier vinden

om mijn vertrek uit te leggen aan degenen die misschien verrast zijn. U kunt me met met alles belasteren (maar ik weet dat u niet op mijn toestemming zit te wachten om dat te doen).“Ik teken met uw belachelijke naam, die ik u graag terug wil kunnen geven en die ik oneervol draag.“Bernard Profitendieu.

” P.S. Ik laat al mijn spullen achter die Caloub (half-broer) beter kan gebruiken, dat hoop ik voor u”.

Een heftige brief. Nee, zo’n brief heb ik nooit aan mijn vader geschreven, ook niet aan mijn moeder. In ons gezin was schrijven uitzondering, net als lezen.

Pagina 61 in Les Faux-monnayeurs bevat een dialoog tussen schrijver Robert Passavant en zijn vriendin Lilian Griffith. De passage is door de vorige lezer met rode pen gemarkeerd.

– Dois je rougir? dit il.– Avec moi ce n’est pas la peine d’essayer. Vous ne pourriez pas.El vida son verre, puis:– Voulez-vous que je vous dise mon cher. Vous avez toutes les qualités de l’homme de lettre: vous êtes vaniteux, hypocrite, ambitieux, versatile, égoïste...– Vous me comblez.– oui, tout cela c’est charmant. Mais vous ne ferez jamais un bon romancier.– Parce que?...– Parce que vous ne savez pas écouter.

Page 50: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

49

Moet ik blozen? zei hij.Bij mij is het niet het proberen waard. Je zou het niet eens kunnen.Ze dronk haar glas leeg, en zei:Wilt u dat ik u het u zeg, mijn liefste. U hebt alle kwaliteiten van een man van de letteren: u bent ijdel, hypocriet, ambitieus, veelzijdig, egoïstisch....U vleit me.Ja, alles wat ik zeg is charmant. Maar u zult nooit een goede romanschrijver worden.omdat....?omdat u niet weet hoe u moet luisteren.

Geroerd

heb je geroerd?’

ik heb geroerd.’

Ik las een interview met Frans van Dixhoorn over zijn minimalistische dichtbundel

Verre uittrap.

De Volkskrant 22 januari 2018.

Page 51: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

50

Zeevaarder

Ik krijg een uitnodiging voor de presentatie van een bundel gedichten.Uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld. De uitnodiging is per mail. Als alle vrienden en vriendinnen, alle dichters en prozaïsten, alle stille en jaloerse minnaars, als alle teleurgestelden in de schone kunsten komen wordt het druk.De dichter (v) heeft Ulysses gelezen. Dat pleit voor haar en voor haar poëzie. Ik weet niets te bedenken wat tegen haar pleit. Alles wat ze voor heeft, heeft ze niet achter.In haar mailbericht staat van harte, hartelijk, hartelijk. Ik ben van harte welkom.Deze bundel is een monument voor een verloren geliefde, een relaas over geluk en afscheid. De gedichten verbeelden een zoektocht voorbij de grens tussen leven en dood.Op het toepasselijk grijs van de bundel staat een verwoest huis van een zeeslak. Ieder kan naar binnenkijken. Het huisje is leeg.... en is daarnaast een indrukwekkend persoonlijk document geworden.Hoeveel vrijheid geeft een weggeslagen dak....Met De reis van de zeevaarder zet ze nadrukkelijk een stap naar een breder poëziepubliek.Ik kom niet Molly. In mijn haven heb ik een dak boven mijn hoofd.

23 januari 2018

Herstel

23 januari 2018

So skraps is ek toegerus vir die daaglikse lewe,vol aarseling, verbasing en met een argaïsche grief,dat ek aan niemand, nie eens my vertrouwde lief,‘n hawe kan bied met geborgenheid stewig omgewe.

So aantasbaar bedag op die gisting van blinde geweldbedolwe in stellings wat weterige stemme beweerof klokhelder weerlê, dat elk liefs ‘n moment wil noteeraan weldaad gewy en derhalwe die volgende meld:

dat ek siek was, geleidelik weer beter gewor het, dat ektoe die asbleek plafon om half-sewe afskif uit die nagin my bors iets voel kriewel het soos die begin van ‘n lagen onverwags my spiere met vreugde kon strek.

Elisabeth Eybers, Teëspraak

50

Page 52: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

51

Het goed

De zelfanalyse is niet compleet. Wie ben ik? Wie kan ik zijn? Immer komt er een aanvulling op de beschrijving van de geest. In de jaren 70 las ik Wie is van hout? Ik meen van Jan Foudraine. Een korte gang door de psychiatrie en door de psychologie. Ik las het boek tweemaal. Feest der herkenning: Ik was gek. Extramuraal.Opnieuw komen trefwoorden voorbij: introvert, pleaser, hoofdlever, secundair reagens, grensoverschrijdend gedrag – niet naar anderen, soms –, rust, berusting als voorbereiding op de dood. Alleen op de wereld.En honderd andere termen wachten op ontdekking om te weer te geven wat zich aan beschrijving onttrekt. Literatuur is een boei.

Ik fiets naar Roden. Bij een brievenbus filmt een jonge vrouw hoe ze een dikke envelop achter de snijtanden van de brievenbus laat glijden. Opgetekend. Wegdoen en tegelijkertijd behouden. Afscheid als thuiskomen.

De novelle/roman Russische roulette krijgt langzaam vorm. Ik leen van de groten. Ik leen van Jenny Erpenbeck. Ik las de inleiding bij Een alledaagse gebeurtenis van de Russin Zinaïda Hippius. Androgyn, exotisch, monomaan, manisch, profeet van een eigen religie. Mijn onrust verzamelt zich in mijn roman. Terechte plek.

woensdag 24 januari 2018

So skraps is ek toegerus vir die daaglikse lewe,vol aarseling, verbasing en met een argaïsche grief,dat ek aan niemand, nie eens my vertrouwde lief,‘n hawe kan bied met geborgenheid stewig omgewe.

So aantasbaar bedag op die gisting van blinde geweldbedolwe in stellings wat weterige stemme beweerof klokhelder weerlê, dat elk liefs ‘n moment wil noteeraan weldaad gewy en derhalwe die volgende meld:

dat ek siek was, geleidelik weer beter gewor het, dat ektoe die asbleek plafon om half-sewe afskif uit die nagin my bors iets voel kriewel het soos die begin van ‘n lagen onverwags my spiere met vreugde kon strek.

Elisabeth Eybers, Teëspraak

Page 53: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

52

Lopend verband

Proza. Bezonnen, meerduidig. Gerard stuurde het verhaal Lopend verband bij de foto uit Mook (fotokatern Poze 12.)

Lopend verband begint met een bezoek van een nieuwsgierige oudere man aan een bouwvallig huis. Hij betreedt verboden terrein en wordt getroffen door het ambachtelijke werk van de metselaar. De stenen zijn neergelegd in lopend verband; de lagen zijn een kwart verschoven ten opzichte van elkaar.Uit onverwachte hoek komt de tegenspeler, een man op leeftijd met een stok. De man is pianist. De familie van zijn broer heeft in dat ouderlijk huis gewoond. De pianist heeft over de wereld gezworven en overal verdienstelijk gespeeld. Na het einde van zijn loopbaan woont hij drie jaar in het nu bouwvallige huis. Hij logeerde er vaak. Hij speelde voor familie; en eenmaal op de oude stek blijkt hij – ondanks zijn leeftijd en stramme leden – perfect te spelen. Zijn laatste levensjaren vallen samen met de harmonie van zijn kindertijd en stijgen uit boven zijn prestaties tijdens zijn werkzaam leven. Hoe dat kan, weet de pianist niet.De bezoeker suggereert impliciet een relatie tussen het ambachtelijke lopend verband van het metselwerk en de muzikale loopbaan en het slotakkoord van de muzikant. De pianist laat in het midden of hij deze parallel ook zo ervaart.

Ambachtelijkheid op diverse terreinen vindt elkaar in bouwkunst en in

muziek. De jeugdjaren lijken de basis voor harmonie op oudere leeftijd. Het (ouderlijk) huis staat op de rol om gesloopt te worden. Alles gaat voorbij. Wat geweest is en wat zich heeft onwikkeld sterft uiteindelijk in schoonheid, ook als het soms even zoeken is naar die schoonheid van de ouderdom. Het verboden terrein wordt verkend.

Een mild, rustig en contemplatief verhaal, waarin beide karakters meer samenvallen met elkaar dan ze willen weten of vermoeden. Een pleidooi voor een open oog voor schoonheid en rust.

Rustige verteltoon van een aandachtig observateur.

Zo wil ik wel meer verhalen lezen.

BildtsIn de vpro-gids (#4) een verhaal over Bildts. Ik stuurde Poze 12 naar de hoofdpersonen; Gerard de Jong en Durk Gorter.

25 januari 2018

Page 54: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

53

Lichaamstaal zwijgt nooit

Vandaag is gedichtendag. Een kurk rijmt niet, maar dicht wel. Ongerijmde poëzie van mijn vader.Ik was in het Groninger stadhuis met zes dichters die om beurten hun gedichten in de raadszaal naar voren brachten. De senior (man) dichtte over zijn vader en dat hij (de zoon) steeds nader tot zijn vader kwam. In de kosmos, en in zijn beleving. Ik doe de dichters onrecht met mijn gehoor. Ik lees in stilte liever proza. Een dichteres gaf me met heldere dictie een regel mee: Lichaamstaal zwijgt nooit.

Nina Werkman (1947) schonk me twee van haar bundels: Wizzelbörg (2009) en Antidata (2009), de laatste bundel is in het Nederlands.Antidata behandelt tijd, niet reguliere, niet vanzelfsprekend navolgbare tijd. Tijd die verbanden legt, die haakt aan omgeving, situaties, die verstrijkt of verstreken lijkt. Situaties die op hun beurt ontstaan doordat tijd zich niet laat vastleggen en zelf niet bindt. En tijd de op zijn beurt opnieuw blijft steken.

De achtertekst is geen poëzie.

Ze raakte mijn boven-arm. Mijn linkerboven-

arm raakt ze. Mijn lichaam zwijgt

nooit.

25 januari 2018

Page 55: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

54

Intimiteit

De Drentse dichter heeft een biografie. In het Dagblad van het Noorden van vandaag lees ik over zijn levensverhaal. Nooit was ik vriendjes met de nestor. In de Literaire Olde laandschap is het gemakkelijk om met niemand vriendjes te zijn. De neuzen van eenieder zijn lang genoeg om overal in te steken. De geuren staan me tegen; ook nu wetenschappelijk is vastgesteld dat we in de taal onvoldoende rechtstreekse termen hebben om geuren te benoemen. Op wrang en weeïg na.In de krantbespreking van de biografie staat niets over neuzen. Voor de dichter mag ik hopen dat in het boek zijn neus is overgeslagen. – Telkens als ik over de dichter lees denk ik aan De neus van Gogol. –Ik lees over vechtscheiding, over cruisen, niet-voltooide zelfmoordplannen, en over homo-verkrachting; niet altijd in een literaire context. In literatuur is alles geoorloofd, voor een biografie gelden andere spelregels. Enkel wat relevant is om het werk te begrijpen, los van sensatie. Details mogen verdicht en geromantiseerd in poëzie en in proza.

De beschrijving van man en paard door Joep van Ruiten houdt me scherp. Niet op de man spelen, maar op het gedicht, op het verhaal, op de inhoud, op de vorm, op de structuur en op de stijl. Een geur van verrotting mag opstijgen; niet uit privé-zaken.Romans, verhalen en gedichten hoeven geen afspiegelingen te zijn van eigen jeugdzondes, van al dan niet vermeende

misstappen in puberteit, adolescentie, (vecht)huwelijken, kroostmishandeling, wisselende contacten. Natuurlijk mag dat wel, maar graag zo vervormd en naar een hoger plan getild, zodat het particuliere is vervluchtigd. Ik wil geen rancuneuze geuren van bederf in mijn neus. Liever ging ik naar de barbier in Sint Petersburg, waar op 25 maart een bijzondere gebeurtenis plaatsvond. Lees De Neus van Gogol erop na.Ik citeer de slotalinea’s van Joep van Ruiten over de biografie.

‘De waarde van Dat ik besta komt door de taal is daardoor op de eerste plaats provinciaal.Dat woord verwijst naar de provincie. Het betekent eerder doorvoeld, weloverwogen, rustig en bedeesd, dan groots, meeslepend, lawaaierig en spectaculair.Veel Drentser krijg je het niet.’

Vrijdag 26 januari 2018

Page 56: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

55

Rauw vlees

Filet americain, tartaar. Het duurde lang voor ik begreep dat ik rauw vlees at. Diverse soorten boterhamvlees hoorden tot mijn rauwe werkelijkheid. Tijdens mijn eerste kampeervakantie, met (jonge)mannen onder elkaar, aten we rauwe half-om-half gehakt. Ik meende dat dat gerecht bestond uit de helft beschuitkrummels en de helft vlees. Ik zag mijn onbenul. Niemand wist hoe dat vlees te bereiden.In Athene trof ik – twintiger – op het vliegveld een vreemdeling met trek. Hij vroeg me naar de aard van het vlees op een broodje ham. No idea, zei ik. Ik had nog nooit een mohammedaan gezien.

Op vleesgebied, en op kookterrein bleef ik lang leek. Van mijn eerste liefde leerde ik dat magere gehakt minder vettig was. Zij kon koken, en bakken, en braden.

Ik maak een ‘vleesbrochure’ voor sme, Sustainable Meat Ethiopia. De folder is een ondersteuning bij fondsenwerving om in Ethiopië voor vlees een kwaliteitsbewaking op te zetten van producent naar consument. Ketenbeheer. Op naar betere hygiëne. Contrôle en bewaking van vlees bij elke productiestap, van ei naar filet. Oude mannen houden van rauw vlees, staat in de brochure. In Ethiopië.Ik ben omnivoor. Geef mij een boterham met rauwmelkse kaas.

26 januari 2018

Page 57: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

56

Harm Mulder

In de novelle Russische roulette die ik parallel aan deze Kroniek schrijf, laat ik karakters om beurten aan het woord. Dat spel kan tot in het absurde doorgaan. Ieder heeft zijn/haar eigen verhaal. Het is onmogelijk en onwenselijk om iedereen aan het woord te laten. Onmogelijk vanuit de beperkte ruimte en tijd. Onmogelijk aangezien niemand kan vertellen wat hem/haar bezighoudt en stuurt en vormt.Onwenselijk; om van het verhaal geen draak te maken. Niet vertellen wat een lezer kan bedromen. Hier wilde ik een hoofdstuk schrijven dat ik niet in Russische roulette opneem, ongeveer bij hoofdstuk 11. De strekking: Harm Mulder vrijt – bewijs van vertrouwen – met Annie voor hij toezegt haar vader uit de weg te (laten) ruimen. Van wie het verwekte kind is, is onhelder. Opnieuw een Russische roulette.Misschien verwerk ik die gedachte in de roman. De tijd zal het leren. Teveel al dan niet grappige onwaarschijnlijkheden maken de roman drakerig, ongeloofwaardig en voorspelbaar. Misschien kan ik een goede vorm vinden.

27 januari 2018

56

Page 58: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

57

TLS & Conrad

Ik kocht bij Van der Velde TLS (The Times Literary supplement, January 19 2018 No. 5990. Op pagina 3 schrijft Elisabeth Lowry over The nigger of the ‘Narcissus’.

Old man of the sea bespreekt twee boeken over Conrad’s The Nigger of the ‘Narcissus’. Allan H. Simmons verzorgde de editie met achtergronden, referenties naar literaire en historische bronnen, kaarten en wijzigingen in de teksten. Ik lees dat als ‘uitleg’ bij het boek. Onder de titel The dawn watch geeft Maya Jasanoff uitgebreide achtergronden en duidingen van het boek. In Amerika is de titel van Conrad’s boek The Children of the Sea. Het N-woord is taboe in The States. Maar nog niet rond 1900. De uitgever dacht dat een boek met Nigger op het omslag slecht zou verkopen.De boeken zijn bijna evenveel pagina’s Het eerste boek is aan de prijs. 93 Euro.

Maya Jasanoff citeert T.E. Lawrence ... that his (JC) writing was “not built in the rhythm of ordinary prose, but on something existing only in his head, and as he can never say what he wants to say, all his things end in a kind of hunger” adding astutely, “He’s as much of a giant of the subjective as Kipling is of the objective’. An anguished apprehension of the unreliability of all narratives suffuses Conrad’s work: by the insistence on “truth” in the preface of The Nigger of the ‘Narcissus’ (zie pag. 26 in deze kroniek)he meant that he didn’t simply want to

achieve a vivid surface verisimilitude, but to offer an insight into the radical instability of appearances themselves. (...) “‘The Nigger’ is not an episode of the sea; it is a final expression of the pathology of Fear”.Fear, indeed Conrad’s suspicion of language, of the storytelling itself, is a deeply seated anxiety, troubling every level of his fiction. It troubles his fiction to the extend that it must have troubled his life, his very sense of what and who he was.

Terwijl ik deze zinnen type overvalt me een soort prettige zelfingenomenheid. Er komt een glimlach op mijn gezicht; een soort prettigheid, voldaanheid, tevredenheid met wie ik oproep. Ik ben ook JC (Jezus Christus), maar dan op mijn manier. In Goof Petreaus – mijn kroniek over 2016 – en ook in deze kroniek, geef ik mijn bronnen prijs. Ik geeft overwegingen en vondsten na de dagelijkse zoektochten in mijn hoofd. Het is een offerfeest der herkenning. Ik meet me af aan groten, en dat is de juiste weg naar ontplooiing en creativiteit.De “Narcissus” heeft niet voor niets de naam van de eigenliefde. De bemanning op de ‘Narcissus’ komt van de hele wereld, de zeilboot is een wereld in het klein, met alle elementen van de mondiale samenleving. Ik maakte een begin met het boek. De scheepstermen stopten mijn eerste gang. In de bespreking zie ik dat Conrad zeer gelaagd proza schrijft dat niet gemakkelijk toegankelijk is. Een stimulans om opnieuw te beginnen.

Page 59: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

58

Zijschroef

Gisteren was ik met Gerard in het Scheepvaartmuseum. Ik zag (model-)boten, restanten van zeilschepen, een roer, het kasteel (de verhoging op de achterplecht met ruimte voor een kippenras met korte poten zodat ze niet van het schip zouden waaien. Met ruimte voor varkens zodat zeelui onderweg over vers vlees konden beschikken.).In de machinekamer de geur van smeerolie. Dieselmotoren van na Conrad’s reizen. Stoommachines met drie cilinders met steeds grotere diameter zodat afgekoelde stoom toch nog voor een arbeidsslag kon dienen. Verderop gedieselificeerde stoommachines. 50 pk voor voortstuwing van een schip. Een luxe wagen heeft 500 pk.Ik zag een binnenvaartschip met een zijschroef. Feest der herkenning. Ik zag ze in de Verlengde (Hoogeveense) Vaart. Nog geen tiener was ik. Binnenvaartschepen met aardappelen, bieten, turf.

28 januari 2018

58

Page 60: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

59

Zelfportret

Lezen is altijd voor de elite geweest, zegt Mizzi van der Pluijm in NRC (27/28 jan. 2018). Ze is met onmin vertrokken bij de uitgever die dertig jaar haar salaris betaalde. Ze is voor zichzelf begonnen met in haar kielzog grote namen. En twee nieuwe van wie we nog gaan horen. De onenigheid sla ik over. Ik schrijf haar geen brief om me in haar stal te dringen.Lezen is altijd voor een beperkte groep geweest, dat blijft waarschijnlijk zo. Literatuur is voor liefhebbers van diepere gedachten, voor mensen op zoek naar hun plek in het heelal. Niet iedereen heeft behoefte om aan plaatsbepaling te doen. In Brieven aan Lucilius schrijft Seneca (de brieven stuurt hij aan zichzelf): Tien procent van de mensen speelt in de arena. De anderen zitten op de tribune. Tegenwoordig zijn de camera en het oog op de tribune gericht. De camera in de hand van de tribunezitter. Het lijkt niet de bedoeling om met de foto de geografische plaats te bepalen; dat gebeurt door een App. Eerder lijkt de bedoeling: kijk eens wat ik kan? Ik kan mezelf fotograferen. Artiesten, schilders, kunstenaars, schrijvers kijken met enige verbazing naar de tribune. Is dit kunst, is dit literatuur?In mijn eigen en andermans literatuur probeer ik mezelf te ontdekken. Mijn verhalen en romans zijn mijn selfie. Een enkeling kijkt mee in mijn spiegel en ziet mij en/of zichzelf. Soms praat iemand tegen mijn literair beeld.‘Ik begrijp je niet. Ik heb je weggelegd.’Ik knik. Overkomt me vaker.

28 januari 2018

Page 61: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

60

Alledaags

In de Volkskrant (21/01/2018) las ik lof over Een alledaagse gebeurtenis vier verhalen van Zinaïda Hippius. Ik lees haar verhalen. De Russische tekst staat links. De vertaling staat op de rechterpagina. Ik spiek af en toe. Mijn tong is de sj- en tsj-klanken vergeten. Ik lees in stilte het Cyrillische schrift. Bijvak Russisch.Zonder de inleiding krijg ik geen greep op de verhalen. Als ik na lezing de inleiding opnieuw lees, denk ik: Oh ja. De verhalen raken me niet, ook al zijn ze schrijnend. In het titelverhaal verliest een hoogleraar (biologie met een hang naar Darwin; juist in opkomst) zijn kind. Het kind sterft. De vader is bang. Niet zijn kind telt; zijn angst staat vooraan. Maanden na de dood van zijn zoontje doet de vader alsof er niets is gebeurd. Zo samengevat is het verhaal schrijnend. Ik lees met droge ogen. De schrijfstijl pakt me niet, de entourage is me vreemd.In De geesteszieke vertoont de echtgenote vreemd gedrag. Haar man probeert er alles aan te doen om zijn vrouw te behouden. Hij kan haar niet bereiken. Uiteindelijk belandt ze vrijwillig in het ‘gekkenhuis’. Nou, ja, denk ik. Zo kan dat gaan. Voorbeelden te over; ook van verbeeldingszieken. Niemand weet wat de oorzaak is van haar gedrag en hysterie. Geen leek of arts kent een remedie voor ongevaarlijk onaangepast gedrag. Bidden helpt niet. Al wordt daar op het ‘achterlijke’ Russische platteland anders over gedacht. Een jonge arts die ziektes wil tegengaan door verbetering van hygiëne krijgt een pak slaag.

... en ik zei: ‘jullie kunnen beter nadenken over desinfecteren, begrijpen jullie dat?’ ‘Hoezo kunnen we dat niet begrijpen?’ riepen ze, ‘jij gelooft in kalk in plaats van in God.’De verteller, zoals vaker in Russische verhalen, stort tijdens een toevallige ontmoeting in een postkoets zijn hart uit bij een onbekende. Op een gegeven moment is de plek van bestemming bereikt. Het verhaal is klaar; de situatie is onveranderd. Het leven gaat door.Ik onthoud een enkele zin.Zinaïda Hippius was een androgyne vrouw/man en leefde met haar man en een kunstenaar in een driehoeksverhouding. In Parijs, waar ze terechtkwamen na de Russische revoluties. Ze begon een literaire salon. Een van de bezoekers was de filosoof Nikolaj Berdjajev. Ik las zijn boek Mijn weg tot zelfkennis (1940). In Babs citeer ik hem.

In de inleiding van de verhalenbundel, nr. 29 uit de reeks Slavische Cahiers staat:Hippius’ houding ten opzichte van nazi-Duitsland was ambivalent. Ze haatte elke vorm van despotisme, noemde Stalin en Hitler ‘duivelse broers’, beschreef de laatste als ‘een idioot met een muis onder zijn neus’, maar hoopte toch dat Duitsland een einde zou maken aan het verderfelijke Sovjetrijk.

Zondag 28 januari 2018

60

Page 62: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

61

Chinees

Op de menukaart staan vooral Thaise gerechten. Diamant is met de tijd meegegaan. De serveerster in glimmend blauw satijn is niet dezelfde als bijna vijftig jaar geleden. De naam van de Chinees heeft de tand des tijds doorstaan. Ook het interieur is niet gewijzigd, Mijn studententijd is hier stil blijven staan, op de menukaart na.Tijdens mijn studie in Groningen had ik enige ervaring opgedaan met de Chinese keuken. Veelal nasi rames, foe yong hai en nasi gewoon. De prijs maakte de keuze gemakkelijk. Ook had ik nog milde symptomen van de erfelijke eigenschap: wat een boer niet kent, dat eet hij niet.Met mijn bul in de kast liet ik in 1975 have en goed achter me. Het afscheidsdiner vond plaats in de Chinees in de Hoofdstraat in Emmen. Op de eerste verdieping van een hoekpand, schuin tegenover bakker Ten Napel. Ik nam geheel volgens traditie gado gado met rijst. Mijn vader, die, als het erop aankwam, nog nooit buiten de deur had gegeten, bestelde patat met karbonade.De inlandse gerechten waren blijkbaar nieuw voor de Chinees. De tijd verliep. De familie was al bezig de sorbet te laten smelten. Vader keek ongemakkelijk om zich heen. Hè, hè, eindelijk, daar kwamen de aardappelen (in frietvorm weliswaar) en daar was de schouderkarbonade. Appelmoes uit blik met een zachtroze kers. Vers, heel vers vlees van de slager om de hoek.Dankbaar was vader toen ik vroeg of ik zijn kers mocht.

Maandag 29 januari 2018

Page 63: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

62

Mene tekel

In de Fundatie in Zwolle bekijken we schilderijen van de Duitse schilder Neo Rauch. Ontregelende fantasie, surrealisme. Het is moeilijk greep op de doeken te krijgen. Groot, kleurrijk.Op de muren staan uitspraken van Neo Rauch in drie talen. Kunst is als een plant, nadere uitleg is niet nodig. Een plant kan zonder toeschouwer. Ik kijk. Ik lees. De schilderijen zijn mensgroot, kleurig, wild, chaotisch als mijn geest. De associaties verschillen van de mijne. Ik kan geen greep krijgen op de voorstellingen, netzomin als ik de honderden ganzen (Nijl-, brand-) in de vanochtendonlanden kon pakken. Bruin en kleurig. Ze blijven in het nutteloze land dat niet op mijn blik, niet op mijn instemming, niet op mijn afkeuring, niet op mijn oordeel wacht. Onland is mij onverschillig.Rauch schildert fragmenten. Groot en klein, man, vrouw, androgyn in onpassende kleuren en maten. Rauch – een nette man – laat op de film zien hoe een werk totstandkomt. Komt me bekend voor. Er is geen plan. Er is een beeld. De kunstenaar zorgt voor gelijkenis met het beeld in zich. Ik heb een woord. Ik hoor een zin. Ik schrijf.Rauch schildert mensen. Vrouwen met een mannenhoofd. Veel koppen lijken op elkaar. Honderd zelfportretten. Honden met een mensgezicht. Dier als mens. In twee gevouwen handen ontwaar ik tussen knokkels een gezicht.

De gezichtsherkenning van mijn fotoprogramma vraagt “Is dit Hitler?” als ik natuurfoto’s laad. Hitler in kronen van bomen. Is dit Rauch? Ben ik het?Ik ben al mijn karakters en al die karakters samen geven (mij) een beeld van mezelf. Rauch verft mij. Een ander ziet misschien zichzelf.

30 januari 2018

Page 64: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

63

Page 65: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

64

Elvis

De dichter moet op zoek naar het hoogste, schrijft Kees ‘t Hart in de Volkskrant van 29 januari. Hij brengt treffend onder woorden wat met mij waarschijnlijk velen denken. Poëzie is een ambacht.Mijn favoriete dichters zijn Tomas Tranströmer, Elisabeth Eybers, Seamus Heaney, Bernlef, Vestdijk. Ik leerde hun gedichten by heart. Uit het hoofd; in het hart.Kees ‘t Hart ken ik van vroeger. Hij was ooit docent aan de hogeschool in Leeuwarden. Hij woonde in de binnenstad, een paar straten verder dan het Schoenmakersperk waar ik in gedichten woonde.We troffen elkaar op het plein bij het politiebureau. Ik had juist boodschappen gedaan en tijdens het praatje zette ik mijn tas op de klinkers.Bovenin de tas lag een pakje half-om-half gehakt keurig verpakt onder plastic. Te gebruiken voor morgen en koel te bewaren.Het hondje van Kees ‘t Hart likte over mijn vlees.“Hij heet Elvis,” zei de schrijver, die vertrouwd is met muziek.

Ik stelde me voor aan Elvis. Het genoegen was wederzijds. Ik nam mijn boodschappentas en liep via het hoogste punt van Leeuwarden langs het huis van Mata Hari bergafwaarts richting de Koperen Tuin.Hond in de pot. Die avond at ik hond in de pot.

30 januari 2018

Page 66: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

65

Hoog water

Om 17.23 reed ik rug naar de rijrichting over de Waal naar mijn nachtbestemming. Hoog water. Boven Brabant hingen blauwgrijze wolken met een opening naar het heelal, geflankeerd door gele en rode kieren. Een boot schroefde zich in Götterdämmerung naar Duitsland. De rode zonsgloed gleed mee met de trein. Rode ribbels over het water, de dijken, de waterige takken. Hoe breed kan water zijn? Koningskinderenbreed.In New York Review of Books (December 21, 2017 - January 17, 2108) lees ik over Johann Wolfgang von Goethe. Dat von heeft hij later toegevoegd. Over de hele wereld zijn meer dan 150 Goethe instituten om Duitse cultuur te verspreiden. De enige ware god van de Duitse cultuur was atheïst. Hij had scheisse aan religie. Een hufter, een eigengereide zak was Goethe volgens recensent Ferdinand Mount van Goethe: Life as a Work of Art. (Uit het Duits vertaald. Kunstwerk des Lebens.) Johann Wolfgang sneed het gezicht van zijn baas uit een olieverfdoek en stak zijn eigen hoofd door het gat. De grote dichter maakte scabreuze versjes als:

Hättest du Mädchen wie deineKanäle, Venedig, und FotzenWie die Gässchen in dir, wärst dudie herrlichste Stadt.

Onhelder is of Goethe inderdaad pas op veel latere leeftijd het genot van de zinnelijke liefde heeft gesmaakt, of dat hij er vroeg bij was. Van een beroemdheid blijft weinig verborgen.

Goethe laat Hansworst zeggen:“Sie mögen fressen und ich will vögeln.”Volgens de auteur Rüdiger Safranski trok Goethe zich van niemand iets aan.Uit een toneelstuk komt het citaat:

“You alone are free, you whose great soul is sufficient unto itself and has no need either to obey or to rule in order to be something.”

Goethe beschouwde zijn leven als een kunstwerk.Befaamd is Die Leiden des jungen Werthers. De held schoot zich dood met het pistool van de verloofde van de vrouw die hij begeerde; Lotte, onthoud die naam.Goethe bleef wonen, alweer volgens de recensent, in Weimar, provinciestadje met destijds 6000 inwoners, klein als Peize. In een kleine plaats ben je snel een godheid, zegt de bespreker. Meer beroemde kunstenaars woonden langer of korter in Weimar: Wieland, Herder, Lenz en Schiller.Ik las Argus, veertiendaags periodiek van oud-journalisten die het schrijven niet kunnen laten. Een artikel over De Geiten Pers, uitgeverij in Brummen met boeken over Brummen. Beroemde schrijvers uit een plaats met minder dan 8620 inwoners. Beroemde passanten doen ook mee. Nelleke Noordervliet, Kees ‘t Hart, Jan Brokken, Wim Brands, Peter van Straaten, ....

Er gloort hoop aan de horizon, geel en rood in donker blauwgrijs. Het water is niet te diep.

31 januari 2018

65

Page 67: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

66

Uitkijktoren Onlanden 1 februari 2018

Page 68: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

67

Page 69: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

68

Doorstart

‘Ik lees enkel nog klassieken,’ zegt ze, ‘één boek in de week. En met de tijd die me nog rest heb ik aan wereldliteratuur meer dan genoeg. Boeken die eeuwen hebben overleefd zijn allicht beter dan wat er de komende jaren aan “literatuur” verschijnt.’ Josepha Schoffelmeijer sprak “literatuur” uit alsof ze een oprisping voelde aankomen, maagzuur of een boer na te snel eten of na te zwaar tafelen. Zwaar tafelen was al jaren niet meer voor haar weggelegd. ‘Literatuur,’ ging ze verder, ‘is al eeuwen van hetzelfde niveau. Wat dat aangaat lijkt het op IQ.’ Ze fronste haar voorhoofd, geheel tegen haar wil, als was het een natuurlijke reactie op haar bewering die uit het onbestemde, uit het niets, in haar hoofd boven was gekomen, zoals alles dat zich manifesteert uit een onbekende bron tevoorschijnkomt.

‘Het gemiddelde is altijd 100,’ sprak ze verder. ‘Uitschieters naar boven en veel meer uitschieters naar beneden. Altijd 100. Het is de kunst om de toppen te selecteren; niet alleen de toppen van literatuur.’ Een fluisterkuchje volgde, als wilde ze een verdubbelde punt achter haar zin zetten. Het woord was aan de ander.

‘Evenveel,’ zei de ander.Robert Scherpenzeel speelde het spel op zijn manier mee. Hij kende het IQ van Josepha

en hij kende haar literaire voorkeuren. Over zijn eigen IQ was hij in het ongewisse; een teken van hoge intelligentie, vond hij. Intelligente mensen spraken bij voorkeur niet over hun begaafdheid. Elke verwijzing naar IQ deed afbreuk aan die eigenschap. Robert Scherpenzeel was al jaren in onzekerheid of een hoge intelligentie een voordeel was of dat slimheid eerder tegen de mens werkte, tegen hemzelf in het bijzonder. Uit die innerlijke strijd tussen domheid en superioriteit had hij na een halve eeuw zijn kaarten voorlopig op harmonie gezet, met onder de veroverde harmonie een ingetogen betweterigheid in een geprangd gemoed, met op de achtergrond een zeurderige angst voor het avontuurlijke onbekende. Om de analogie door te zetten: zijn innerlijke harmonie had trekken van een kaartenhuis; elk moment kon hij va banque spelen. Zonodig kon hij alle jokers inzetten. Maar als het even kon zou hij pokeren vermijden. Elke gok kon immers als een boemerang op zijn hoofd terugkomen. Van de regen in de put. Op dat terrein van onbezonnen roekeloosheid was hij ervaringsdeskundige met een handvol verdronken kalveren. Hij was een gewaarschuwd man. Alles of niets. Beide zouden in zijn ogen verlies betekenen.

‘Evenveel uitschieters naar beneden als naar boven, anders kom je niet op 100.’ Lang had hij niet over dat antwoord na hoeven denken. Vooral zinnen die hij een levenlang had uitgesproken, en onuitgesproken had bedacht, vloeiden zonder tegendraadsheid naar buiten. De zestig ruim voorbij had Robert Scherpenzeel de natuurlijke loop van zijn flux de bouche gevonden. Maar misschien was het omgekeerd; had zijn flux de bouche belemmeringen en obstakels weten te vermijden. In de dagelijkse omgang met Josepha Schoffelmeijer zat Robert Scherpenzeel niet om woorden verlegen. Zijn vocabulaire spoelde als het ware om haar heen, om de rots in de branding. Haar rots en

Page 70: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

69

zijn branding. Zijn woorden waren milde balsem voor de ziel van Josepha Schoffelmeijer. Aardig en aangenaam.

Het lot had hen bijeen geloot. Robert Scherpenzeel was nog niet zover dat hij haar lot durfde te tarten. Nog niet. Hij had genoeg aan zijn eigen lot. Het lot van Josepha hield hij – hij kende zijn onvermogen – verre van zich.

Robert Scherpenzeel had zijn zwakheden leren kennen – hij sprak steeds vaker van eigenaardigheden – en hij had geleerd zijn eigenaardigheden uit de weg te gaan. Dat was zijn kracht; vermijdingsdrang. Robert Scherpenzeel vermeed het spek, om een metafoor te gebruiken. Hij bleef uit de buurt van spieringen.

‘Je hebt helemaal gelijk,’ zei Josepha. Ze gunde Robert zijn gelijk, vooral in kleine en onbenullige dingen. Het was haar manier om het temperament van haar man onklaar te maken. Josepha ging niets uit de weg. Met haar scherpe tong nam ze onverstoorbaar het heft in eigen hand. Ze kende haar stip aan de horizon, aan de einder.

‘Heb je thee voor me?’

De bundel Voor jou, van jou van Nachoem Wijnberg, die hij voor haar had meegebracht, kon hij, wat Josepha aanging, ruilen tegen een boek van Thomas Mann, Heinrich Mann, Michail Sjisjkin, of hij kon een tegoedbon vragen zodat ze zelf een boek kon kopen bij bol.com. De nieuwe vertaling van Moby Dick bijvoorbeeld. In het Duits. Of de roman Niels Lyhne van Jens Peter Jacobsen. Rilke was ook goed. Josepha had het niet op hedendaagse dichters; niet op hedendaagse schrijvers, alle pogingen van Robert Scherpenzeel ten spijt. Ze had het niet meer op tijdgenoten sinds ze zelf niet meer schreef. De meeste winnaars van de Nobelprijs waren dood. De beste schrijvers.

Op de keukentafel stond een bruine aardewerken theepot met Chinese motieven in haut reliëf; paradijsvogels, draken en pioenen. Het deksel lag naast de pot op een ovaal van condens. Twee draken omarmden elkaar. Het handvat van het deksel. De pot was halfgevuld met zwarte Nepalese thee, lauwwarm. Doorgetrokken. Bitter in de mond. De decemberzon scheen laag door de serredeuren naar binnen. Hoge kamer met puntdak, glas rondom, spinrag en stof in de nok, buiten bereik van de lange arm van Robert Scherpenzeel, buiten reikwijdte van de stille handen op de schoot van Josepha Schoffelmeijer. Op het schuine dakraam lagen sneeuwresten van de dagen ervoor. Mos en algengroen waren met de sneeuw van de pannen gegleden en op het glas blijven steken. De dooi zette door. Vanuit de hoek van de kamer klonk gestaag martelgedruppel van smeltwater in de afvoerpijp. Mezen, kepen, vinken en groenlingen vlogen uit de silhouetbomen, heen en terug naar de silo met zonnepitten. Altijd alert op belagers; aangeboren en geconditioneerd gedrag. Permanent rusteloos dreiggedrag tegenover soortgenoten. Een bestelwagen klapperde over de verkeersdrempel van de ringweg. De dag was begonnen en zou zonder twijfel tegen de avond eindigen.

Op de tafel lag de ochtendkrant opengeslagen bij nieuws dat Robert Scherpenzeel de vorige avond op het web had gelezen. Op papier zag nieuws er werkelijker uit,

Page 71: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

70

duurzamer, minder vluchtig dan op het scherm. In de Onlanden was de uitzichttoren officieel in gebruik genomen. Van grote hoogte kon ieder die dat wilde naar beneden kijken naar moerassige weiden, hooglanders, schapen, vossen, wezels, hermelijnen, reeën, ratten. Duizenden ganzen en tientallen zwanen waren te begluren. De visarend ontbrak. Hoog water.

Naast de krant en het etensbord met kruimels en met vlekken bramenjam lag een dunne transparante plastic slang van ruim een halve meter. Aan het ene uiteinde had Robert Scherpenzeel het mondstukje van een speen geschoven; aan het andere einde, ruim vijf centimeter van de opening, zat een houten deksel met een pinkdik gaatje in het midden.

Robert Scherpenzeel schonk lauwe thee en zette het deksel op het glas. Het slangetje reikte tot de bodem.

‘Is niet heet meer,’ zei hij, terwijl hij het mondstuk tussen de lippen van Josepha schoof. ‘Je brandt je mond niet.’

Josepha schudde nauwelijks merkbaar haar ronde hoofd. Haar grijsgroene ogen leken niets te zien. Ze slurpte de thee, dat kon ze. Haar bolle wangen ingedeukt. Praten en eten waren de enige zichtbare activiteiten waar haar hoofd toe instaat was. Ook haar lichaam was tot veel instaat. Méér niet.

Onder de atlas en de draaier was haar lichaam vlees geworden. Haar hoofd draaide op een stam onbeweeglijk vlees. Enkel op orgaan- en celniveau functioneerde haar eens gepassioneerd lichaam. Van bewuste aansturing was geen sprake meer. De willekeurige verbindingen van haar hoofd met alles beneden haar spang met barnsteen leken verbroken. Autonoom klopte haar hart, ademden haar longen, verteerden haar ingewanden wat door haar slokdarm naar beneden gleed. Peristaltische bewegingen gingen hun eigen gang zonder rekening te houden met verlangens in haar hoofd. De wil van Josepha Schoffelmeijer was beneden haar nekwervels niet langer van toepassing. Willekeurige spieren deden, buiten bereik van het zenuwcentrum, niet meer mee. Niet alleen haar literaire oeuvre was in vlees gesmoord.

Robert Scherpenzeel liep met zijn ontbijtbord naar het aanrecht. Achter hem ging het slobberen over in borrelen als van een zuigrietje in een leeg kinderlimonadeglas. Hij draaide zich om. Josepha had haar hoofd zacht knikkend naar hem gekeerd. Dat hoofdgebaar betekende: ik wil meer thee.

Robert Scherpenzeel schoof het ontbijtbord in de vaatwasser en sloot de deur. Hij liep terug naar zijn vrouw, die, zoals hij het zei, betere tijden had gekend. Zijn hand gleed over haar kastanjegeverfd haar. Sinds Josepha had gelezen dat het woord kastanje in het Russisch ook kastanje was, had ze die kleur willen hebben. Om Tolstoi, Poesjkin, om Tsjechov, om al die andere Slaven. Vanwege de melancholie.

‘Wil je nog thee?’ Robert Scherpenzeel wist het antwoord. Hij legde het deksel met de slang aan het uiteinde op de opening van de theepot en wachtte tot de slobbergeluiden opnieuw overgingen in geborrel.

Josepha spuugde de speen uit. ‘Lekker,’ zei ze. En na een kuchje. ‘Denk je aan de luier?’

Page 72: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

71

Josepha was niet het halve paard van de baron van Münchhausen, dat aan een bron eindeloos dronk omdat het water gelijk op het snijvlak rond het middenrif weer naar buiten stroomde, maar het scheelde niet veel. Ook haar kringspieren hadden zich aan haar aansturing onttrokken.

‘Negen druppels,’ zei Robert Scherpenzeel als waren het de sterren uit de Michelingids. ‘Ik heb nieuwe luiers; negen druppels.’ Hij gleed met zijn wijsvinger langs de blauwe sterretjes op het pak. ‘Absorbeert alles. Maximale droogte.’ Hij zette de grootverpakking op tafel.

‘Vroeger dacht ik het allemaal te weten,’ zei Josepha. ‘Ik had toen nog niets geschreven, maar ik wist van mezelf dat ik een schrijver was. Beter gezegd, ik schreef veel, maar iets afronden lukte me niet. Op de een of andere manier was ik er wel, ik ging naar school, ik reisde met de metro, ik at, ik dronk, maar was nog niet echt mezelf. Je bestaan moet je bewijzen door achter een tekst een laatste punt te zetten.’

Robert verving de luier. In de loop van de jaren had hij een handigheid ontwikkeld. De lichtwrange vochtige warmte en de soms zoetig weeïge geur van de urine waren hem vertrouwd geworden, zoals een slager na de haal met het mes gewend raakte aan warm zoetig bloed.

Josepha had alle vertrouwen in zijn manuele vaardigheden. Ze kon niet anders. Niets voelde ze van het gesjor aan rok en ondergoed. Haar lichaam functioneerde buiten haar bewustzijn. Al het erop aankwam wist ze enkel dat ze een lichaam had als ze naar onderen keek. Haar lichaam had haar verlaten, alsof het niet langer deel uitmaakte van haar wilskrachtige geest. Haar onstuimige geest had zich in haar hoofd verschanst; op zoek naar ontsnapping aan de machteloosheid.

Nadat haar lichaam afscheid had genomen van haar geest leek haar geheugen reuzenstappen vooruit te zetten. Met schijnbaar oneindig gemak citeerde ze schrijvers die ze had gelezen. Terwijl Robert Scherpenzeel haar verschoonde droeg ze Russen voor. Soms een Duitser. Ze had het niet op Fransen, op André Gide na.

Intijd Robert haar de sokken om de voeten schuift, citeert ze haar Rus met woorden en zinnen die ze zelf had willen schrijven.

‘Mij werd het diepe geheim van het universum geopenbaard. Alles wat existeert bestaat uit atomen en ander onzichtbaar spul dat niemand gezien of gevoeld heeft, elementaire deeltjes of zoiets. Maar die, op hun beurt, bestaan uit letters.’

Robert Scherpenzeel had de verhalen en gedichten van Josepha gelezen. In herhaling, tot hij zich bewust was geworden van haar thematiek. Leven na de dood. En leven voor de dood. Alles in herhaling.

Hij pakte de droogdoek van het haakje naast de vaatwasser, maakte de tip van de droogdoek nat onder de kraan, drukte kort op de dispenser met handzeep en veegde het

Page 73: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

72

onderlichaam van Josepha schoon en droog. Koud water, lauwwarm water, heet water. Het maakte geen verschil. Het onderlichaam van Josepha was ongevoelig voor warm en koud, ongevoelig voor streling en voor kneepjes, ongevoelig voor uitschieters van het scheermes.

Josepha had haar ogen dichtgedaan.

‘Ik wist dat er een zondvloed zou komen. Er werd wel beloofd dat die er niet zou komen, maar dat was een leugen. Die komt beslist. Ieder zijn eigen zondvloed. En daarvoor moet je redding zoeken. Je eigen bootje timmeren. Je eigen boek schrijven. De noodzakelijke woorden vinden die de veertig dagen dat de sluizen van de hemel opengaan zullen overleven.’

Robert Scherpenzeel depte het bloed, droogde haar dijen, duwde de luier, hees het broekje, trok de rok recht. Hij spoelde de droogdoek in lauwwarm water. Hij hing de klamme doek te drogen aan het radiatorrek.

‘Heb je zin in een appelflap?’ Ik heb twee meegenomen. Heb je zin?’‘M’n ogen,’ antwoordde Josepha. ‘Ik heb liever dat je me mooi maakt. Ik ga een

ommetje maken. Ik ga weg. De appelflap komt later. Het is nog geen nieuwjaar.’‘De dagen beginnen alweer te lengen,’ zei Robert. ‘Kortere nachten.’‘Ogenschaduw en lippenstift. Kersenrood. Weet je waar het ligt?’‘Ik kan alles vinden,’ zei Robert. ‘Als ik het niet kan vinden, vraag ik je.’

Robert epileert de wenkbrauwen van Josepha. Hij penseelt blauwgrijze ogenschaduw op haar gesloten oogleden. Ovale dunne donkere strepen om haar ogen. Zwarte wenkbrauwen in uitgerekte halve maantjes. Zachtroze poeder op haar wangen. Parfum achter haar oren. Een paardenstaart met een zijden sjaaltje vernuftig geknoopt als was het een krakeling.

‘En nu schrijf ik deze regels, buiten regent het, het houdt maar niet op, al veertig dagen niet – en ik weet het niet.Achter het bedruppelde glas ligt het speelgoed verstrooid op het natte gras. De rode plastic zandbak is een zondvloed geworden voor legomensjes. De rozen hebben hun zware hoofden op elkaars ruggen gelegd, als paarden.Ben ik onderweg misschien dat diepe weten kwijtgeraakt? Want overal wist ik van, behalve van de tijd. Daar kon ik ook niet van weten. Die bestond simpelweg nog niet. Er was alleen toekomst en een niet erg aanwezige tegenwoordige tijd, die veel weg had van een te zeer uitgesponnen voorwoord.Tijd: dat is in de spiegel kijken en je verbaasd afvragen wie die vreemde vrouw met dat kastanjebruine haar is. Waar komt die vreemde gerimpelde huid vandaan? En nog altijd duren die drie dagen tot aan de opstanding voort.En er is geen Emmaüs.’

Page 74: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

73

Hij legt een schone droogdoek om haar hals. Hij poetst haar tanden. Josepha spoelt en spuugt. Ragertjes tussen haar kiezen. Josepha spuugt.

‘Lekker,’ zegt ze. ‘Zoen me.’Robert zoent haar op de mond. Het kan de laatste keer zijn. Elke dag.‘Kersenrood,’ zegt ze. ‘Niet te dik. Denk aan de randjes.’

Het is een ritueel. Robert Scherpenzeel weet hoe te zoenen. Hij weet haar te stiften; vaste hand van een kunstschilder. Hij verft haar portret alsof hij haar beeld voor de eeuwigheid wil vastleggen. Klassiek, realistisch, naturalistisch, naar het leven getekend. Als hij Josepha opmaakt vergeet hij dat het haar hoofd is. Hij schildert zijn beeld van haar, niet hoe ze is; een beweeglijk hoofd op een onbeweeglijke rots van vlees. Hij schildert haar zoals hij haar heeft leren kennen. Onstuimig, heftig, zachtmoedig. Hij schildert zijn en haar verleden naar zijn heden.

M’ amour, m’ amour what do I love and where are you?That I lost my center fighting the worldThe dreams clash and are shattered –and that I tried to make a paradiso terreste.

I have tried to write Paradise

Do not move Let the wind speak that is paradise.

Let the God forgive what I have madeLet those I love try to forgive what I have made.[...]To confess wrong without losing rightness:Charity I have had sometimes, I cannot make it flow thru.A little light, like a rushlight to lead back to splendour.

Page 75: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

74

‘Wil je een spiegel?’ vraagt hij. Hij weet het antwoord. Ook deze vraag hoort bij hun eredienst.

‘Natuurlijk,’ zegt ze, ‘de ovale.’ Ze rolt haar lippen zoals ze een leven lang lippenstift over haar lippen verdeelde. ‘Wat dacht je?’

Hij houdt de sprookjesspiegel met gestrekte hand voor haar. Hij staat achter de rolstoel, leunt met zijn borst tegen haar paardenstaart, tegen haar achterhoofd. Alsof hij haar en hem in een selfie vereeuwigt.

‘Goed zo?’‘Ik zie er mooi uit,’ zegt ze. Haar ogen lachen. Haar hoofd lacht. ‘Durf je me wel alleen

op pad te laten gaan?’‘Durf ik wel,’ zegt hij. ‘Je komt wel weer terug.’‘Zeker weten?’‘Zeker weten.’‘Wacht maar af.’

‘Heb je je pillen genomen?’ vraagt hij. Hij weet alles van het hoofd en van het starre lichaam. Hij kent de ingang en de uitgang. Hij bewaakt alles. Hij kent al haar geheimen. Al haar geheimen.

‘Laat maar zitten,’ zegt ze. ‘Ik stop met medicijnen. Ik stop.’

Het vergt een heel leven om te ontdekken hoe je jezelf dient te bezien om jezelf echt te kunnen zien. En als je geluk hebt, volstaat een leven om je levensthema te ontdekken. Het is niet allen vergund op tijd hun hart te begrijpen, te begrijpen wat hun werkelijk ter harte gaat.

‘Misschien kom je er aantoe,’ zegt Robert Scherpenzeel. Hij schuift een boek in het net achter de zitting.

‘Van wie is het?’ vraagt haar blik.‘Je lievelingsschrijver.’

Robert schuift het mondstuk met besturing van de rolstoel tussen haar kersenrode lippen.

Met haar tong tegen het mondstuk zet Josepha de elektrische stoel in beweging. Robert opent de serredeuren. Een bloempot met bevroren plant blokkeert het pad.

Hij schuift de pot opzij. De zangvogels zoeken hun schuilplaats in de bladerloze Drentse krent. Mezen, mussen, kepen. Een duif koert.

De hoofdknik van Josepha zegt: Ik maak een rit door de Onlanden. Verdronken land. De uitkijktoren is geopend. Ik ga mijn veld van boven in ogenschouw nemen. Ik ga alleen. Jij bent overal waar ik ben. Jij bent overal waar ik zal zijn. Jij komt waar ik ga. Ik ga.

‘Je blijft bij me.’

Page 76: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het

75

Literatuur

Bij Doorstart (13 – 25 december 2017) citaten uit:Nexus 2017, Nummer 75.

Michail Sjisjkin, het geroezemoes verstomd.Vertaling: Yolanda Bloemen en Seijo Epema

Nexus 2017, Nummer 75.Horia – Roman Patapievici, Waar is het paradijs gebleven? Dante, Pound, Lorrain, Rembrandt.Citaten.Gedicht deel uit Ezra Pound, The Cantos.

Page 77: 126 JANUARI kroniek 2018 FINAAL · bronnen toe te voegen. U vindt ze hier en soms ook elders. Met de notities en afbeeldingen richt ik me op eernsachtige en luchtige zaken in het