Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

  • Upload
    vdmara

  • View
    213

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    1/84

    Outlook 2014 - 2015Beleggen in vastgoed en hypotheken

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    2/84

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    3/84

    Beleggen in vastgoed en hypotheken 03/84

    Inhoudsopgave

    Voorwoord 05

    Terzijde 07

    1. Economisch kader 09

    2. Vastgoed in de beleggingsportefeuille 13

    2.1 Beleggen in vastgoed 13

    2.2 De Nederlandse vastgoedmarkten 16

    2.3 De Nederlandse huurwoningenmarkt 20

    2.4 De Nederlandse markt voor zorgvastgoed 27

    2.5 De Nederlandse winkelmarkt 30

    2.6 De Nederlandse kantorenmarkt 39

    3. Hypotheken in de beleggingsportefeuille 47

    3.1 Beleggen in hypotheken 47

    3.2 Nederlandse markt voor beleggingen in hypotheken 49

    4. Beleggen in internationaal vastgoed 57

    4.1 De Amerikaanse vastgoedmarkt 60

    4.2 De Duitse woningmarkt 66

    4.3 De Duitse winkelmarkt 72

    4.4 De Chinese vastgoedmarkt 77

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    4/84

    Regiokantoor Rabobank, Zeist

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    5/84

    Beleggen in vastgoed en hypotheken 05/84

    VoorwoordNieuwe realiteit

    Snel inspelen op veranderingen die elkaar in

    hoog tempo opvolgen: dat is de nieuwe realiteit

    van beleggen. Het gaat er om de grote lijnen

    achter de veranderingen te zien, trends te

    signaleren en die te vertalen naar beleggings-

    beleid. De wereld verandert, de vastgoedmarkt

    verandert mee, aan de belegger de opgave om

    daarop te anticiperen.

    Vijftien jaar geleden konden wij ons bijna nietvoorstellen dat we echt de hele dag behoefte

    zouden hebben aan een mobiele telefoon: nu is

    de smartphone integraal onderdeel van ons

    leven. Met die smartphone banen we ons een

    weg door de steeds drukker wordende stad.

    Een toenemende urbanisatie, starters die ook

    nadat ze een gezin worden in de stad blijven

    wonen, maar ook senioren die hechten aan het

    voorzieningenniveau van het stedelijk leven.

    Onze steden blijven groeien, ten koste van perifeer

    gelegen gebieden. Het traditionele onderscheid

    tussen sectoren vervaagt. Met die smartphone

    beantwoorden we thuis de mail van een collega,

    om s middags op het terras van dat leuke

    koffietentje die nieuwe das bij de webshop van

    de Bijenkorf uit te zoeken. Om ons heen zien we

    steeds meer senioren ook op dat terras zitten,

    het aantal gepensioneerden neemt snel toe,

    we krijgen er nog 1 miljoen huishoudens bij in

    Nederland, waarvan driekwart 65-plussers.

    Aan de belegger om de trends in de nieuwe

    realiteit te vertalen naar beleggingsbeleid.

    Als winkelen meer kijken wordt, genieten van

    koffie en de beleving van de stad, dan ligt hetvoor de hand om in het beleggingsbeleid te

    focussen op de hoofdwinkelstraten in de grote

    steden, waar de trekkracht van grote internatio-

    nale retailketens wordt gecombineerd met leisure

    en beleving. En als werken overal kan, dan is het

    logisch om in te zetten op die plaatsen waar

    mensen elkaar gaan ontmoeten. Dat zullen vaak

    de knooppunten in de grote steden zijn, waar

    kantoren met OV bereikbaarheid en voldoende

    ontmoetingsruimte bij elkaar komen. Voor de

    kantoren in de stad die geen gebruiker meer

    kunnen vinden, ligt de transitie naar huur-woningen voor de hand. Meer dan ooit kiezen

    mensen voor de stad, willen zij wonen op plekken

    waar de beleving niet ver weg is. Omdat bezit

    voor de meeste mensen steeds minder belangrijk

    wordt, men flexibel wil blijven in waar men woont

    en met wie men woont, is de keuze voor een

    huurwoning snel gemaakt. De nieuwe realiteit

    vraagt daarom innovatieve woonconcepten,

    nieuw zorgvastgoed en andere plekken om te

    werken en te winkelen.

    De nieuwe realiteit is er een van continueverandering. In deze Beleggingnota zetten wij

    onze visie op die veranderingen uiteen. We zien

    de kansen, duiden de risicos en beschrijven hoe

    we nieuwe marktbehoeften willen omzetten in

    langjarig rendement. Voor u, met u, want inspelen

    op de nieuwe realiteit zien wij als een gezamen-

    lijke verantwoordelijkheid, een verantwoordelijk-

    heid richting de gepensioneerden van nu en in

    de toekomst. Vastgoed zal zich, mist de juiste

    keuzes worden gemaakt, daarbij bewijzen met

    stabiele directe rendementen en met een waarde-

    ontwikkeling die de inflatie weer kan bijhouden

    Directie Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    Henk Jagersma

    George Drge

    Cindy Rombouts

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    6/84

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    7/84

    Beleggen in vastgoed en hypotheken 07/84

    TerzijdePensioenfondsen en

    verzekeraarsSinds de mondiale economische crisis staan

    verzekeraars en pensioenfondsen voor een

    complexe investeringsagenda. Behalve dat zij

    met hun producten en beleggingen moeten

    inspelen op economische ontwikkelingen,

    staat de bedrijfsvoering onder druk.

    Pensioenfondsen en Pensioenverzekeraars

    Pensioenfondsen moeten diverse beleidsthemas

    gelijktijdig behandelen, zoals het opbouwen enbehouden van voldoende dekkingsgraad, het

    hanteren van financile kaders zoals FTK en

    Solvency II en het opereren in een complexe

    omgeving met een fijnmazig stelsel van regelge-

    ving en toezicht. Daarnaast is er de opgave om

    het vertrouwen van de achterban te herstellen.

    In de jaren sinds de crisis hebben diverse

    pensioenfondsen noodgedwongen ingrijpende

    maatregelen moeten nemen, zoals verhoging

    van premies, afzien van indexering, aanpassing

    van de pensioenregeling en zelfs korting van

    pensioenen. Herstel van het vertrouwen blijkt in

    die context een taaie uitdaging. En de discussie

    die recent is ontstaan over de aanpassing van

    het opbouwpercentage toont de kwetsbare kant

    van het pensioenfondsenmodel als het gaat om

    het balanceren van de belangen van meerdere

    generaties binnen een collectieve regeling.

    De beleggingen zijn door de financile crisis en

    de post-crisis onder druk gezet, ook al hebben

    pensioenfondsen in nominale zin nu meer

    beleggingen dan voor het uitbreken van de crisis.

    Voor het komende jaar staan weer belangrijke

    vraagstukken op de agenda, zoals de nieuwe

    pensioenwetgeving en de keuze voor nieuwe

    bestuursmodellen. Daarnaast moet rekening

    worden gehouden met ontwikkelingen zoals de

    invloed van de conjunctuur op het premiedraag-

    vlak en het deelnemersbestand en de stijgende

    levensverwachting die maakt dat pensioenfond-

    sen meer dekking nodig hebben. Ook het dilem-

    ma van de rentestand speelt hen parten; eerst het

    probleem van een lagere rente ennu het pro-

    bleem van een mogelijke rentestijging. Wat tedoen met de afdekking? Uiteindelijk gaat het om

    de vraag hoe het stelsel een goed pensioen in

    stand kan houden.

    Vlak voor het drukken van de Outlook heeft

    Staatssecretaris Klijnsma haar voornemens

    bekend gemaakt. Daarin wordt de voorkeur

    gegeven aan een tussenvariant waarin de

    voordelen van zowel het nominale als het rele

    contract worden gecombineerd. De komende tijd

    zal duidelijk worden hoe dit voornemen concreetwordt uitgewerkt en de consequenties daarvan.

    Relevant voor onze rol

    De huidige context is voor pensioenfondsen en

    verzekeraars uitdagend. Het kan leiden tot een

    andere opstelling ten aanzien van beleggen.

    Wat wij van onze kant voor u kunnen doen,

    is duidelijkheid bieden over vastgoed en hypo-

    theken. Wat zijn de marktontwikkelingen?

    Welke rendementen zijn haalbaar binnen welke

    strategie? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat

    pensioenfondsen in control zijn ten aanzien

    van beleggingen in vastgoed en hypotheken?

    Op welke wijze kunnen wij waarde toevoegen

    aan een pensioenfonds?

    De beleggingsvisie die voor u ligt is een van de

    instrumenten. Daarnaast blijven wij u doorlopend

    voorzien van informatie, kennis en expertise.

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    8/84

    Winkelcentrum De Hermitage, Zaandam

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    9/84

    Beleggen in vastgoed en hypotheken 09/84

    1.Economisch kader

    Herstel domineert

    De performance van vastgoed wordt voor een

    belangrijk deel bepaald door de economie.

    Sinds de economische crisis lieten de economien

    van de verschillende landen in de wereld duidelijk

    andere groeipaden zien, met China als kampioen

    economische groei, de VS als come back kid met

    groeicijfers tussen de 2% en 4% per jaar en

    Europa als kwakkelende oude man.

    Nu de mondiale economie de weg naar herstel

    inslaat, zien we dat de groeipaden dichter bij

    elkaar komen te liggen. De groeicijfers van veel

    landen stijgen, terwijl dat van China onder de

    8% lijkt te komen. Ook voor andere opkomende

    landen zijn de groeicijfers recent neerwaarts

    aangepast. De mondiale schok die ontstond nadat

    de VS zich leek te herbezinnen op verkleining

    van de monetaire steun aan de eigen economie

    is tekenend voor de toenemende internationale

    economische verwevenheid. Europa lijkt daarbij

    nu te profiteren van het mondiale herstel. Waar

    het Europees gemiddelde groeicijfer in 2013 nog

    beneden de 0% lag, wordt ook voor Europa in

    zijn geheel voor 2014 weer een positieve groei

    verwacht, met alleen nog negatieve groeicijfers

    voor Portugal en Griekenland (zie figuur 1).

    Europa krabbelt op

    De Europese economie herstelt voorzichtig,

    hoewel tempo en mate van groei nog niet

    duidelijk zijn. Er zijn twee scenarios denkbaar:

    zowel een V-vormig herstel (met een snel herstel

    en groeicijfers van gemiddeld 3%) als een meer

    gematigd L-vormig herstel (tussen nulgroei en

    2% in). Het scenario met voorzichtige economische

    Figuur 1 Verwachte economische groei 2013-2014

    Bron: ABN AMRO

    -2%

    -1%

    0%

    1%

    2%

    3%

    4%

    5%

    6%

    4%

    7%

    8%

    9%

    -5% -4% -3% -1%-2% 0% 1% 3%2% 9%6%5% 8%7%

    world GDP growth

    (2014) 3,9% (yoy)

    world GDP growth

    (2013) 2,9% (yoy)

    Economische groei 2013

    Economischegroei2014

    Greece

    Portugal

    SpainItaly

    Netherlands

    Eurozone

    France

    Denmark

    Switzerland

    Japan

    Emerging Europe

    South Korea

    Austria

    UK

    Ireland

    Germany

    Poland

    Canada

    USSweden

    Brasil Russia

    UAE

    Vietnam

    Indonesia

    India Emerging Asia

    China

    South Africa

    Latin America

    Turkey

    Mexico

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    10/84

    10/84

    groei in de eerste jaren lijkt nu het meest

    waarschijnlijk. Binnen Europa kunnen daarbij

    verschillende toekomstperspectieven worden

    onderscheiden. We zien een aantal landen die

    met de crisis flink aan concurrentiekracht heeft

    gewonnen. Een soms grote correctie van het

    loonniveau in combinatie met stevige hervormingen

    van de lokale economie zorgt voor nieuwe

    perspectieven na de crisis. Landen in Zuid- en

    Oost-Europa zijn in de crisisjaren in vergelijkingmet lage lonen landen zoals China meer concur-

    rerend geworden en zouden daarmee kunnen

    profiteren van de trend van reshoring, bedrijven

    die terugkeren naar Europa. We zien ook landen,

    Scandinavi, maar vooral Duitsland, die goed

    door de crisis zijn gekomen. Zonder daarbij de

    gunstige economische perspectieven voor Duitsland

    op korte en middellange termijn tekort te willen

    doen, moet de positie van Duitsland op lange

    termijn goed worden gevolgd. De sterke econo-

    mische performance van Duitsland bemoeilijkt

    de noodzakelijke hervormingen om op langere

    termijn concurrerend te blijven. Zorgelijk is de

    positie van Frankrijk; ondanks de prikkel van een

    economisch matige performance lijkt het land nu

    geen stappen in de richting van hervorming te

    zetten.

    Sanering in de bankensector

    Ondanks de maatregelen van de mondiale toezicht-

    houders is de sanering in de bankensector nog

    niet afgerond. In veel Europese landen blijft de in

    het kader van Basel III benodigde herkapitalisatie

    de agenda van veel banken domineren. In juli 2013

    heeft de Fed in de Verenigde Staten bovendieningestemd met opnieuw strengere kapitaaleisen

    aan banken. Zolang die herkapitalisatie speelt,

    is een verruiming van de kredietmarkt niet

    waarschijnlijk en blijft de economische veerkracht

    beperkt. Symptomen van economisch herstel

    lijken het nieuws te domineren, maar de crisis is

    nog niet achter de rug.

    Mondiale economische groei stimuleert vastgoed

    Voor bijna alle mondiale vastgoedmarkten vormt de

    verwachte economische groei wel een stimulans.

    Bestedingen nemen voorzichtig toe, het vertrouwengroeit. Groei betekent echter ook dat de druk om

    de rente te verhogen toeneemt, wat weer een

    remmend effect heeft op de waardeontwikkeling

    van vastgoed. Misschien dat de ECB en de Fed nu

    nog niet aan deze druk toegeven, maar waar-

    schijnlijk komt dat in 2014 (Verenigde Staten) of

    in 2015 (Europa) anders te liggen. Het effect van

    rentestijging op vastgoed verschilt uiteindelijk

    per markt. In die markten waar het economisch

    herstel nog fragiel is en risico-opslagen op

    vastgoed bij het eerste economisch herstel niet

    gelijk worden aangepast, zet de stijgende rentede prijzen van vastgoed gelijk onder druk. Ook in

    landen (of steden) waar de risico-opslag nu al laag

    is, bijvoorbeeld in de Tier 1-steden in de VS, zal een

    rentestijging tot druk op het prijsniveau leiden.

    In de meeste landen en steden die vanuit de crisis

    nu structureel in veiliger economisch vaarwater

    zijn gekomen, kan het negatieve effect van de

    renteverhoging naar verwachting worden opge-

    vangen door een verlaging van de risico-opslag op

    vastgoed. Dit geldt niet alleen voor prime-vastgoed

    in herstellende economien, maar ook voor

    secundair vastgoed, near prime, in economien

    die al langer sterker zijn. Daar kan de daling van

    de risico-opslag het negatieve effect van een

    stijgende rente compenseren. Per saldo resteert

    dan een positief effect op de waardeontwikkeling

    van vastgoed. De prijzen van vastgoed stijgen weer.

    De verwachte prijsstijgingen kunnen nog een extra

    impuls krijgen indien ook de vraag van institutionele

    beleggers naar vastgoed toeneemt. Het is niet

    ondenkbaar dat een meer evenwichtige economie,

    in combinatie met de verwachte rentestijging,

    obligaties minder populair maakt bij beleggers.Dit ten gunste van andere beleggingscategorien:

    aandelen, maar ook real assets, waaronder vastgoed.

    Groeiverwachting voor Nederland gematigd

    De economische groei in Nederland blijft achter

    bij het Europees gemiddelde. De aanhoudende

    discussies over steeds weer nieuwe bezuinigingen

    en de oplopende werkloosheid vormen geen

    stimulans voor de Nederlandse consument.

    Het kabinet slaagt er maar beperkt in een duidelijk

    eindbeeld van de economie te genereren dat

    consumenten en investeerders enthousiasmeert.

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    11/84

    11/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    Toch is ook in Nederland sprake van herstel.

    Nederland profiteert als exportland van de groei

    van de wereldeconomie. De totale Nederlandse

    uitvoer stijgt in 2013 met 1,5% en in 2014 wordt

    een groei van 3,75% verwacht (CPB). Die groei zal

    zich parallel aan de mondiale groei blijven voort-

    zetten. Voor de eerstkomende jaren is een

    gematigde economische groei het meest waar-

    schijnlijk, ook al omdat Nederlandse banken hun

    balansen verder moeten verbeteren en structurelehervormingen maar beperkt doorgezet lijken te

    worden.

    Het CPB rekent in de Macro Economische

    Verkenningen voor 2014 dan ook met een

    economische groei van 0,5%; fors minder dan in

    eerdere ramingen. Andere partijen zijn minder

    positief. De Rabobank verwacht voor 2014

    bijvoorbeeld een nulgroei. Het basisscenario

    voor de middellange termijn is een gemiddelde

    economische groei van 1,5%, zoals voorspeld

    door het CPB. In een negatief scenario is het

    denkbaar dat het herstel later begint, met een

    nulgroei in 2014, om in de jaren daarna naar de

    1% op te lopen.

    Een van de grote zorgen is de oplopende

    werkloosheid in Nederland. De werkgelegenheid

    profiteert in de verwachtingen van het CPB maar

    zeer beperkt van het economisch herstel, waar-

    door het een inside game blijft; vooral de groep

    mensen met een baan zal van de groei profiteren.

    Ondanks de hoge werkloosheid die groeit naar

    meer dan 9% (CPB), blijft de conclusie dat de

    krimp van de Nederlandse economie niet door-zet. Met een voorzichtig herstel van de economie

    zullen ook de perspectieven voor investeren in

    Nederlands vastgoed langzaam maar zeker

    verbeteren.

    Grote Houtstraat, Haarlem

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    12/84

    12/84 Zorgwoningen Bernardus, Amsterdam

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    13/84

    13/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    2.1 Beleggen in vastgoed

    Voor veel pensioenfondsen vervult vastgoed

    traditioneel een belangrijke rol in de beleggings-

    portefeuille. Van vastgoed wordt een stabiel en

    hoog direct rendement verwacht met een inflatie-

    component en een positieve waardeontwikkeling.

    Vastgoed vormt daarmee een middenweg tussen

    aandelen die hoger kunnen renderen, maar nu

    eenmaal volatiel zijn en obligaties met een relatief

    lage risicopremie. Vastgoed zorgt voor diversificatie

    van de risicos die samenhangen met het beleggenin obligaties en aandelen1. Door het toevoegen

    van vastgoed aan een beleggingsportefeuille kan

    met dezelfde hoeveelheid risico een hoger

    rendement worden behaald, of omgekeerd,

    hetzelfde rendement met minder risico. Vastgoed,

    met name woningen en winkels, fungeertdaarbij

    op lange termijn als inflatiehedge.

    In ruil voor de risicos en de lagere liquiditeit van

    vastgoed behoren beleggers - op lange termijn

    beoordeeld - een risicopremie in de beleggings-

    resultaten te ontvangen. Voorwaarde is dat de

    juiste keuzes in het vastgoedbeleggingsbeleid

    worden gemaakt. Dit beleid is afhankelijk van het

    door het pensioenfonds gewenste risicoprofiel.

    Net als bij aandelen en obligaties, bestaan binnen

    vastgoed zogeheten junk-bonds: beleggingen

    die alleen bij een opportunistic beleggingsstijl

    passen, maar niet in een reguliere core portefeuille

    thuishoren.

    Niet alleen het risicoprofiel, maar ook de verwachte

    ontwikkeling van de vastgoedmarkt is van belang

    bij de inrichting van de portefeuille. Dat geldt

    eveneens voor de intrinsieke verplichtingen van

    het pensioenfonds in relatie tot de financile positie

    van het fonds, de dekkingsgraad, de gewenste

    1 Voor aandelen bedraagt de correlatie met vastgoed 0,2,

    voor obligaties is die correlatie met -0,18 zelfs negatief (IPD).

    liquiditeit van de gehele portefeuille en de leverage

    van het vastgoed. Zo past een portefeuille met een

    leveragevan 20% nog goed bij een core-strategie,

    terwijl hogere percentages vastgoed in de

    portefeuille meer risico betekenen. De dynamiek

    van de wereld, zowel maatschappelijk als financieel-

    economisch, maakt het ingewikkelder dan ooit om

    een goede, op het pensioenfonds afgestemde

    assetmix te bepalen. Alle assetclasses lijken sinds

    de crisis meer risicos en meer volatiliteit teherbergen. Over de hele linie moet daarom rekening

    worden gehouden met een gemiddeld lagere

    rendement-risicoverhouding dan in het verleden.

    Performance vastgoed onder druk

    Vanwege de economische crisis heeft vastgoed

    haar rol in de beleggingsportefeuille niet goed

    kunnen waarmaken. In plaats van de verwachte

    positieve waardeontwikkeling werden veel

    pensioenfondsen geconfronteerd met waarde-

    dalingen. Het directe rendement bleef daarbij

    wel steeds behoorlijk overeind.

    In de dalende markt stond ook de liquiditeit van

    vastgoedbeleggingen onder druk. Het aantal

    verkopers overtrof het aantal kopers. Verkopers

    die door de zeer krappe financieringsmarkt in

    liquiditeitsproblemen dreigden te komen, konden

    bij verkoop tot flinke discounts worden genood-

    zaakt, oplopend tot boven de 50%. Die slechte

    performance van vastgoed in de afgelopen jaren

    was voor pensioenfondsen reden om het aandeel

    vastgoed en aandelen in de beleggingsportefeuille

    te bevriezen, of soms zelfs terug te brengen.

    Gelet op het nog zeer fragiele economisch herstel,is het begrijpelijk dat veel institutionele beleggers

    nog steeds voorzichtig zijn ten aanzien van

    investeringen in vastgoed.

    Maar solide performance op lange termijn

    Ondanks de slechte performance van vastgoed

    sinds de crisis, is de performance van (Nederlands)

    vastgoed op lange termijn (2000-2012) positief

    geweest (zie figuur 2). Vastgoed heeft over die

    periode met een beperkte volatiliteit voor een

    totaalrendement van gemiddeld bijna 6,5% per

    jaar gezorgd.

    2.Vastgoed in debeleggingsportefeuille

    Dynamiek vraagt

    om keuzes inbeleggingsbeleid

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    14/84

    14/84

    kantoren bijna nihil is en er dus in rele termen

    (gecorrigeerd voor inflatie) sprake is van een

    waardedaling. Met die langjarige waardestijging

    hebben beleggingen in winkels en woningen hun

    verwachting als inflatiehedge wel waargemaakt.

    Focus en actief management voorwaarde voor

    succes

    Ondanks de solide performance van vastgoed op

    lange termijn, is de verwachting dat alleen actiefassetmanagement in de komende jaren voor een

    goede performance op de korte termijn kan zorgen.

    Hoewel die performance een steuntje in de rug

    krijgt van het voorzichtige herstel van de economie,

    zijn de marktperspectieven voor de verschillende

    sectoren zodanig dat alleen met een scherpe focus

    en actief assetmanagement een goede performance

    en een positief rendement kan worden bereikt.

    Nederlandse vastgoedsectoren scoorden over de

    periode 1993-2012 bovendien een plaats in de

    internationale top-5 wat betreft rendement per

    eenheid risico. Daarbij geven de diverse asset-

    classes binnen Nederlands vastgoed duidelijke

    verschillen te zien. Het segment Nederlandse

    winkels kent historisch de beste totaalperformance,

    relatief weinig risico en toch een totaalrendement

    van 8,5%. Het segment kantoren kent de minst goede

    performance, gemiddeld 4,6%. Het rendementvan huurwoningen ligt hier tussenin.

    Het rendement bestaat voor alle sectoren uit een

    zeer stabiel direct rendement. Fluctuaties zitten

    met name in de verschillende waardeontwikkeling,

    het indirecte rendement. Voor winkels en woningen

    ligt de gemiddelde langjarige waardeontwikkeling

    rond de 2,5%, terwijl de waardeontwikkeling van

    Figuur 2

    Rendement-risicoverhouding: vastgoed, aandelen en obligaties

    Bron: IPD, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    -4%

    -2%

    0%

    2%

    4%

    6%

    20%

    8%

    10%

    5% 10% 15% 30%25%

    Risico gemeten in volatiliteit (1x st. deviatie)

    Totaalrendement(TR)gemiddeld

    e2000-2012

    TR Retail NetherlandsUnsmoothed Barclays World Bond

    (GBP)

    Barclays World Bond(EUR)

    TR All PropertyNetherlands Unsmoothed

    TR ResidentialNetherlands Unsmoothed

    TR Offices Netherlands

    Unsmoothed

    TR Eurobloc Bonds

    S&P World Index (EUR)

    MSCI Netherlands IMI (USD)

    MSCI World Index (USD)

    MSCI World Index (EUR)

    Vastgoed Obligaties Aandelen

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    15/84

    15/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    profiel. Daarbij moet een evenwicht worden

    gevonden tussen een core strategie met minder

    risicos en een meer risicovolle beleggingsstijl

    gericht op opportunities. Toch kunnen we

    concluderen dat er goede redenen zijn om de

    portefeuille vanuit een langetermijn-beleggings-

    strategie deels met vastgoed in te vullen.

    Tegenover mogelijke afwaarderingen op

    niet-strategische objecten staan een verwachtewaardegroei op strategische locaties en boven-

    dien een zeer stabiel direct cashrendement.

    Beleggingen in woningen en winkels bleken daarbij

    historisch een goede inflatiehedge. Wij verwachten

    dat in ieder geval de middeldure huurwoningen

    dat ook in de toekomst zullen zijn. Tegenover de

    risicos van beleggen in vastgoed staat op lange

    termijn een gezonde risicopremie. Vastgoed heeft

    naast obligaties en aandelen een belangrijke rol

    in de beleggingsportefeuille en zal die rol in de

    komende jaren ook weer gaan waarmaken.

    In sommige landen, zoals Duitsland of de Verenigde

    Staten, kan nu al - voorzichtig en met een scherpe

    en selecte aanpak - van het economisch herstel

    worden geprofiteerd. In Nederland moet deze

    focus nog nauwkeuriger worden ingesteld; het

    verschil tussen goede en minder goede objecten

    en goede en minder goede locaties is groter

    geworden en deze ontwikkeling zet zich voort.

    Daarnaast staat Nederland er economisch minder

    goed voor dan veel andere landen. De rol van eengoede vastgoedvermogensbeheerder, uitgekiend

    assetmanagement en een zorgvuldige selectie

    van landen, regios en objecten (property picking)

    om in te investeren, zijn belangrijker dan ooit.

    Dat vraagt om actief beheer, verkoop van

    niet-strategisch gelegen vastgoed en aankoop

    van vastgoed dat direct rendement en waarde-

    ontwikkeling combineert. Dit vereist kennis en

    creativiteit, maar ook slagkracht in verhuur,

    dispositie en acquisitie. Marktkracht is daarbij

    onontbeerlijk.

    Verdere afwaardering structurele leegstand

    De tweedeling op de markt betekent bovendien

    dat er nog geen volledig einde is gekomen aan

    de afwaarderingen. Bij structureel leegstaande

    kantoren en winkels is een verdere waardedaling

    te verwachten, die toeneemt wanneer er heel

    actief op snelle verkoop wordt gestuurd. Ook bij

    woningen in regios met een teruglopende bevolking

    hoeft niet op een positieve waardeontwikkeling

    te worden gerekend; niet in Nederland, maar ook

    niet in andere Europese landen. Voor Nederlandse

    huurwoningen wordt voor de komende jaren

    generiek wel op een stijging van het gemiddeldehuurniveaugerekend. Voor winkels staat dit

    huurniveaujuist onder druk door de aanhoudende

    koopkrachtdaling en de opkomst van internet.

    Voor kantoren rekenen we - doordat de aanvangs-

    rendementen van kantoren nu beter in lijn komen

    met de risicos - weer op een gunstiger wordend

    perspectief.

    Vastgoed maakt op lange termijn rol in de

    portefeuille waar

    In de beleggingsportefeuilles van pensioenfondsen

    ligt de nadruk nu vaak op zakelijke en vastrentendewaarden. De samenstelling van de vastgoedporte-

    feuille is afhankelijk van het gewenstebeleggings-

    Evenwicht tussen een core strategie

    en een beleggingsstijl gericht op

    opportunities

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    16/84

    16/84

    bestedingen richting internet, komt een groeiend

    deel van de winkelmarkt buitenspel te staan.

    Vooral aanloopstraten en winkels op perifere

    locaties zijn de dupe.

    Ondanks de gunstige perspectieven in brede zin

    voor de huurwoningmarkt verwachten we dat op

    lange termijn ook daar plekken met structurele

    leegstand ontstaan. Nu nog is de leegstand op

    de woningmarkt conjunctureel, vaak kleinschaligen beperkt tot dure huurwoningen of minder

    courante producten als appartementen boven

    winkelcentra in uitbreidingswijken. In de toekomst

    zal die leegstand ook op andere plekken structureel

    zichtbaar zijn, bijvoorbeeld in gebieden waar de

    krimp het hardst toeslaat.

    Ook in de zorgsector staan tegenover winnende

    beleggingscategorien, waaronder middeldure

    huurwoningen met een zorgcomponent, catego-

    rien vastgoed die met leegstand te maken

    krijgen. Met name in verouderde grootschalige

    verpleeghuizen en op lichte zorg gerichte zorg-

    voorzieningen zal dat het geval zijn. Nu het

    kabinet erop inzet om zorg zo veel mogelijk thuis

    te laten verlenen, blijven zorginstellingen met

    naar schatting bijna 80.000 overbodige plaatsen

    achter. Herontwikkeling tot aantrekkelijke woon-

    milieus voor ouderenligt hier voor de hand.

    Het voorzichtige herstel van de Nederlandse econo-

    miezal voor veel structureel leegstaande panden

    geen soelaas bieden. Een aanhoudend kwantitatief

    overschot in kantoren, winkels, woningen en

    zorgvastgoed is de nieuwe realiteit. Voor vastgoed-eigenaars en gemeenten ligt er een gezamenlijke

    taak om die structurele leegstand aan te pakken en

    ervoor te zorgen dat panden, straten en wijken niet

    verloederen, maar juist een nieuwe toekomst krijgen.

    2.2 De Nederlandse vastgoed-markten

    Ontwikkeling langs verschillende groeipaden

    De Nederlandse vastgoedmarkten ontwikkelen

    zich langs verschillende groeipaden. Waar de

    toekomstperspectieven voor woningen en zorg-

    vastgoed in algemene zin gunstig zijn, is dat voor

    de meeste kantoren op korte termijn minder het

    geval. De vooruitzichten voor de winkelmarkt

    vragen nu om voorzichtigheid, hoewel dit vast-

    goedsegment qua rendement-risicoverhouding

    tot op heden duidelijk de beste prestatie heeftlaten zien (zie figuur 3).

    Behalve verschillen, zijn er ook overeenkomsten

    tussen de markten. In de eerste plaats zijn dat de

    waardedalingen in de afgelopen jaren, veroorzaakt

    door de economische crisis. Ook ontwikkelen alle

    sectorale vastgoedmarkten zich in toenemende

    mate als min of meer binaire vastgoedmarkten.

    Binnen de diverse markten zijn er winnaars en

    verliezers aan te wijzen. Met de winnaars zijn goede

    beleggingsresultaten te behalen als zorgvuldige

    analyses worden gecombineerd met beleggings-

    kracht. De verschillen tussen winnaars en verliezers

    worden steeds groter.

    Leegstand is realiteit

    Alle vastgoedmarkten hebben met structurele leeg-

    stand te maken, al verschilt de omvang daarvan.

    Voor de kantorenmarkt is structurele leegstand

    een bekend fenomeen. Te veel nieuwbouw, op de

    verkeerde locaties, heeft in combinatie met

    vraaguitval geleid tot miljoenen vierkante meters

    kantoren die nooit meer worden gevuld.

    Ook op de winkelmarkt zien we meer leegstand,maar op veel kleinere schaal dan bij de kantoren-

    markt. Door de aanhoudende verslechterende

    koopkracht, de vergrijzing, en ook door de

    structurele verschuiving van een deel van de

    Figuur 3 Rendement-risicoverhouding

    Bron: IPD

    2004-2012

    winkels kantoren woningen

    gemiddeld totaal rendement 8,72 4,24 4,92

    risico (st deviatie) 4,44 5,21 5,10

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    17/84

    17/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    Doordat ook corporaties als gevolg van het

    kabinetsbeleid nu een deel van hun investeringen

    staken, wordt de benodigde bouwcapaciteit in de

    sector verder teruggebracht. Het is daarbij de vraag

    of de sanering in de ontwikkel- en bouwsector

    niet zodanig groot is dat bij een economisch herstel al snel krapte in die capaciteit zal ontstaan.

    Dat zou tot een snelle stijging van bouwkosten

    kunnen leiden. Ondanks dat het nog niet zover is,

    kan het verstandig zijn om hier via langjarige

    afspraken met aannemers op te anticiperen.

    Door de bouwstop op de woningmarkt, in de

    zorg, maar ook op de kantorenmarkt ontstaat op

    microniveau schaarste aan goed vastgoed op

    goede locaties. In de winkelmarkt is die schaarste

    op winnende plekken zelfs nooit weggeweest.

    Waar er dus sprake is van een kwantitatiefoverschot in alle markten, is in toenemende mate

    tegelijkertijd sprake van kwalitatieve tekorten.

    Crisis als stimulans voor kostenreductie en

    innovaties

    De schaal van de projectontwikkeling- en bouw-

    sector is door de crisis de afgelopen jaren fors

    gekrompen, terwijl de sector zelf ook een ver-

    nieuwingslag doormaakt. De crisis is een stimulansgeweest voor faalkostenreductie, innovaties en

    klantgerichte flexibiliteit. Er ontstaan nieuwe,

    relatief eenvoudige concepten die vaak groten-

    deels in fabrieken kunnen worden geproduceerd.

    Bij kantoren en winkels was dit al vaker gebruike-

    lijk, maar ook in de zorg en de woningbouw zien

    we dit nu steeds meer gebeuren.

    De verschillen tussen winnaars en

    verliezers worden steeds groter

    Nesselande, Rotterdam

    Toenemende

    kwalitatieve tekortenin alle markten

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    18/84

    18/84

    problemen, hun vastgoed moeten verkopen.

    Bij de aankoop daarvan kunnen forse kortingen

    op de boekwaarde worden bedongen. Maar meer

    en meer buitenlandse partijen zijn ook genteres-

    seerd in de markt voor core vastgoed. Deze partijen

    zien in bijvoorbeeld de Nederlandse woningmarkt

    aantrekkelijke mogelijkheden voor risicodiversi-

    ficatie en het behalen van een gezond direct

    rendement.

    Bij het uiteindelijk aantrekken van de economie

    zullen de risicomarges op vastgoed afnemen.

    Dit zal over het algemeen de bij economisch

    herstel horende verwachte rentestijging compen-

    seren. Het bruto aanvangsrendement op goede

    locaties zal daardoor dalen. Het effect is tweeledig:

    bestaand bezit wordt meer waard en de prijs

    voor nieuw bezit wordt hoger. Voor de slechte

    Keerpunt op de beleggingsmarkt

    Als gevolg van de malaise op de vastgoedmarkten

    in de afgelopen jaren zien we het beleggingsvolume

    teruglopen, terwijl dat in andere landen, zoals

    Duitsland, alweer stijgt. Het meest teruggelopen

    is het volume van beleggingen in kantoren: in 2012

    was dat nog geen kwart van het volume in 2008.

    Alleen het volume van woningbeleggingen is de

    afgelopen jaren min of meer constant gebleven.

    Op de beleggingsmarkt zien we met het naderende

    perspectief van economisch herstel nu wel dat

    buitenlandse beleggers voorzichtig weer actief

    worden; een teken dat de onderkant van de markt

    in zicht komt. Een groot deel van die buitenlandse

    beleggers is op zoek naar vastgoed met een

    distressedkarakter, zoals vastgoed van eigenaren

    die, al dan niet gedwongen door financierings-

    Figuur 4 Beleggingsvolume totaal en per vastgoedmarkt 2008 2013

    Bron: Jones Lang LaSalle, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance (2013)

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

    9

    10

    2008 2009 2010 2011 2012 Q1 + Q2 2013

    Miljarden

    Kantoren Winkels Bedrijsruimte Woningen Overig

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    19/84

    19/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    op gang brengen. Daarnaast willen (banken),

    kunnen (ontwikkelaars) of mogen (corporaties)

    veel traditionele vastgoedpartijen geen kapitaal

    meer steken in het risicodragend ontwikkelen

    van nieuwe projecten. De kans is daarom groot

    dat de belegger ook in een zich herstellende

    vastgoedmarkt een groter aanbod houdt van

    binnenstedelijke projecten om in te investeren.

    Dit was in het verleden wel anders; toen werden

    beleggers volop gepasseerd door ontwikkelaarsen gemeenten.

    Wanneer de economie zich in de komende jaren

    structureel herstelt, zal de concurrentie tussen

    de beleggers onderling naar verwachting wel weer

    groeien. De beschikbaarheid van vastgoed voor

    individuele institutionele beleggers zal daarmee

    afnemen. Het is dan ook raadzaam om de ogen

    geopend te houden voor nieuwe marktsegmenten

    die voor risicodiversificatie van aandelen en

    obligaties kunnen zorgen, zoals zorgvastgoed,

    maar bijvoorbeeld ook (sociale) infrastructuur en

    scholen. Er blijven op de Nederlandse markt, mits

    zorgvuldige geselecteerd, voldoende mogelijkheden

    om te investeren en een bij het risicoprofiel

    passend rendement te behalen.

    locaties geldt dit niet. Daar neemt het bruto

    aanvangsrendement in alle sectoren alleen maar

    verder toe. Ook hier is het effect tweeledig:

    bestaand bezit wordt minder waard en de prijs

    voor nieuw bezit wordt lager. Ook hier is dus

    sprake van winnaars en verliezers.

    Duurzaamheid steeds belangrijker

    Ten slotte zien we in alle sectoren dat duurzaam-

    heid aan belang wint, gedreven door de markt,zowel door gebruikers als beleggers, maar ook

    door de overheid (energieakkoord). De kantoren-

    markt loopt daarbij voorop.

    Ook zien we bij zowel woningen, winkels als

    kantoren dat er een groeiende maatschappelijke

    weerstand ontstaat tegen het volbouwen van

    Nederland. De hoeveelheid leegstaande vierkante

    meters vastgoed maakt dat nieuwbouwplannen

    buiten bestaand stedelijk gebied niet alleen met

    (nieuwe) regels worden bemoeilijkt zoals in

    toenemende mate op de winkelmarkt is te zien,

    maar dat ook grote maatschappelijke druk kan

    ontstaan om voor nieuwbouw geen toestemming

    te verlenen. Bedrijven en lokale bestuurders kiezen

    steeds vaker eieren voor hun reputatiegeld.

    Renovatie, herontwikkeling en transformatie

    De verschuiving van de productie van uitbreidings-

    locaties naar het beter benutten van bestaand

    stedelijk gebied heeft als bijkomend positief effect

    voor beleggers dat de waarde van bestaand bezit

    beter wordt behouden. De bouwopgave zal de

    komende jaren complexer worden doordat

    greenfieldnieuwbouw plaatsmaakt voor brown-fieldrenovatie, herontwikkeling of transformatie.

    Daarbij zal het in de bestaande stad veel vaker

    gaan om hoogbouw en multifunctionele projecten.

    Ook de verbetering van de openbare ruimte zal

    deel gaan uitmaken van de bouwopgave.

    De verandering in de bouwopgave betekent dat

    deze kennis- en kapitaalintensiever wordt. Omdat

    het nu niet goed voorstelbaar is dat particulieren

    op grote schaal een rol gaan spelen bij de

    voorfinanciering van grote projecten, zal naar

    verwachting steeds vaker een beroep wordengedaan op de belegger. Die kan via voorfinanciering,

    de realisatie van binnenstedelijke projecten wl

    Bedrijven en lokale

    bestuurders kiezen steeds

    vaker eieren voor hunreputatiegeld

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    20/84

    20/84

    Focus in beleggingsstrategie

    Verbreden van de beleggingsportefeuille

    in combinatie met waarde toevoegen in

    bestaande portefeuille door actief

    management

    Middeldure huurwoningen ( 680 tot

    1.000)

    Ligging binnen Grote Randstad, Eindhoven

    en de grotere groeiende provinciesteden

    Breed scala aan concepten, van kleine

    studios (eenpersoonshuishoudens) en

    starters- en studentenwoningen tot

    reguliere eengezinswoningen; voorzichtig

    met appartementen in uitbreidingswijken Meeste kansen liggen in nieuwbouw of

    in overname corporatiebezit in wijken

    met gemengd bezit

    Combinatie met service en zorg kan een

    pre zijn

    De Nederlandse markt van beleggershuur-

    woningenkomt structureel in ander vaarwater

    terecht. Waar de sector nu nog een beperkte

    omvang heeft, zal het aantal geliberaliseerde

    huurwoningen in de komende jaren snel

    groeien. En hoewel de transitie in stappen

    plaatsvindt en soms met overgangsproblemen

    gepaard gaat, is het eindbeeld van de geliberali-

    seerde huurwoningmarkt in het middensegment

    (huurniveau van w680 tot w1.000) zeer positief,

    zowel wat betreft waardegroei als ontwikkeling

    van het huurniveau.

    Outlook

    2014 2015

    Waardegroei = +

    Huurniveaus + +

    Legenda

    + positieve verwachting

    - negatieve verwachting= stabiel

    =/- stabiel tot lichte daling=/+ stabiel tot lichte stijging

    SWOT-analyse Nederlandse markt voor geliberaliseerde huurwoningen

    Strengths Weaknesses

    Historisch hoog en stabiel direct rendement Huurwoningen missen fiscale subsidie die koopwoningen

    wel hebben

    Bewezen inflatiehedge Afhankelijkheid van overheidsbeleid in gereguleerd segment

    dat grote invloed heeft op marktcondities geliberaliseerd

    segment

    Beperkte leegstand op strategische locaties Verbeterde betaalbaarheid koopwoningen (door pri jsdal ing

    en lage rente) maakt huren relatief minder aantrekkelijk

    Beperkte hoeveelheid woningen om in te investeren

    Opportunities Threats

    Toename aantal huishoudens, met ook extra vraag naar

    woningen met service- en zorgcomponent

    Conjuncturele huurders die bij aantrekken economie weer

    kiezen voor koopwoningen

    Groeiende voorkeur van deel van de bevolking voor huren

    boven kopen

    Toenemende leegstand, met name in het dure segment

    (> 1.000)

    Gewijzigd doelgroepenbeleid dat de concurrentie van

    corporaties in het middensegment beperkt en zorgt voor

    extra aanbod vanuit corporaties

    Gendexeerde huurniveaus die boven de markthuur

    uitkomen en bij mutatie leiden tot huurverlaging

    Nieuw huurbeleid Rutte II dat extra huurverhogingen boven

    inflatie mogelijk maakt

    Negatief indirect rendement als gevolg van prijsdalingen op

    de markt voor koopwoningen

    Herstel koopwoningmarkt op termijn zorgt voor

    waardegroei

    Verdere verruiming Leegstandswet die tijdelijke verhuur

    koopwoningen mogelijk maakt

    Extra vraag vanuit starters die geen eigen vermogen voor

    koop hebben

    2.3 De Nederlandse huurwoningenmarkt

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    21/84

    21/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    Trends en ontwikkelingen

    De transitie op de huurwoningmarkt wordt

    gedreven door een aantal sterke krachten.

    Op lange termijn is er de demografische

    ontwikkeling als structurele motor achter de

    vraag naar geliberaliseerde huurwoningen.

    Nederland krijgt er tot 2030 circa 1,3 miljoen

    mensen bij; ruim 1 miljoen huishoudens. De groei

    is ongelijk verdeeld. Aan de randen van Nederland

    zijn er regios die krimpen, terwijl andere regios,voornamelijk in de Randstad, er in aantal huis-

    houdens op vooruitgaan. Op korte termijn

    vormen onzekerheid over baan en inkomen

    conjuncturele krachten die maken dat mensen

    vaker kiezen voor middeldure huurwoningen.

    Een deel van deze conjuncturele huurders

    vaak tussen 35 en 65 jaar zal bij economisch

    herstel de huursector weer verlaten en naar de

    koopsector gaan, afhankelijk van inkomenspositie

    en betaalbaarheid van hypotheken.

    Structureel vormt de demografie een stimulans

    voor de huurmarkt. De groei van het aantal

    huishoudens zit enerzijds bij jongeren (18 35 jaar);

    vaak eenpersoonshuishoudens die doorgaans

    voor huur kiezen. Steeds meer worden zij hiertoe

    gedwongen door het ontbreken van betaalbare

    koopwoningen of doordat ze daarbij eigenvermogen moeten meebrengen, maar steeds

    vaker is het ook een bewuste keuze op grond van

    veranderende woonvoorkeuren en de behoefte

    aan flexibiliteit. Deze groep hecht bovendien

    minder aan bezit.

    Anderzijds is er de snel in omvang toenemende

    groep ouderen. Ook hier gaat het vaak om

    Figuur 5 Percentage mensen die huren omdat ze geen hypotheek kunnen krijgen

    Bron: WoOn 2012, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    0%

    2%

    4%

    6%

    8%

    10%

    12%

    14%

    16%

    18%

    17-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75+

    2006 2009 2012

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    22/84

    22/84

    huur boven 1.000 is erg beperkt, wellicht met

    uitzondering van de centra van de vier grote

    steden. Woningen met een huur die door indexatie

    de psychologische grens van 1.000 naderen

    of overschrijden, kunnen de komende jaren bij

    wederverhuur te maken krijgen met een netto

    huurverlaging (zaagtandeffect). In veel markten

    geldt zelfs 900 als maximum, ingegeven door

    de lage kosten van een koopwoning en het

    anticiperend gedrag van huurders.

    Een andere structurele motor achter de huur-

    woningmarkt is het overheidsbeleid. We zien

    dat de fiscale behandeling van koopwoningen

    (beperking van de hypotheekrenteaftrek) meer

    in de buurt van die van huurwoningen komt te

    liggen. Dat is gunstig voor huurwoningen.

    Nog krachtiger is het door minister Blok ingezette

    eenpersoonshuishoudens. Mutaties richting

    huurwoningen in deze groep zijn vaak incident-

    gedreven. Ziekte, een val of het overlijden van een

    partner zijnredenen voor een verhuizing. Toch

    groeit ook de groep van ouderen die vrijwillig

    huren. Zij kiezen voor woonconcepten waarin

    wonen wordt gecombineerd met zorg, maar

    vooral met service.

    De inkomensontwikkeling is van belang voor hettype huurwoning waar vraag naar is; nu, maar

    ook als mensen met pensioen gaan. Zeker door

    de verschuiving van eindloon naar middelloon

    valt hier slechts een gematigde ontwikkeling te

    voorzien. De meeste groei in de vraag naar

    huurwoningen is daarom te verwachten in het

    middensegment: een huur tussen 680 tot

    1.000. De markt voor huurwoningen met een

    Figuur 6 Omvang van de Nederlandse huursector, privaat versus corporaties

    Bron: WoOn 2012

    0

    500.000

    1.000.000

    1.500.000

    2.000.000

    2.500.000

    3.000.000

    3.500.000

    1986 19941990 1998 2002 2006 2009 2012

    Corporatie Particulier

    Aantalwoningen

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    23/84

    23/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    beleid voor de huurwoningmarkt. Er is ingezet op

    een generiek hoger huurniveau in het gereguleerde,

    sociale segment, wat leidt tot meer ruimte voor

    huurverhogingen in het onderste gedeelte van de

    geliberaliseerde markt ( 680 - 800). Daarnaast

    krijgen scheefwoners in sociale huurwoningen met

    extra huurverhogingen te maken. De verwachting

    is dat deze groep zich sneller gaat orinteren op

    een andere woning, hetzij geliberaliseerde huur,

    hetzij koop. Hoewel de beschikbaarheid vanmiddeldure huurwoningen nu vaak nog beperkt

    is, kan daar met nieuwbouw in de toekomst op

    worden ingespeeld.

    Bovenop de huurverhoging komt de beleids-

    wijziging die maakt dat middeldure huurwoningen

    het exclusieve domein worden van beleggers.

    Corporaties moeten zich focussen op het bedienen

    van hun doelgroepen. Met deze beleidswijzigingen

    zal de samenstelling van de huurwoningenvoorraad,

    nu voor 77% in handen van corporaties, definitief

    veranderen. Het aandeel private beleggers op de

    huurmarkt zal duidelijk toenemen.

    De krimp en de vergrijzing in sommige regios

    in combinatie met de corporaties die zich moeten

    focussen op hun doelgroepen zal leiden tot

    situaties die we tot op heden in Nederland niet

    op grote schaal kennen. Op lange termijn zal er

    een overschot aan corporatiewoningen zijn.

    Corporaties zullen als gevolg daarvan worden

    geconfronteerd met structurele leegstand

    (afhankelijk van de regio waarin zij werken).

    Niet alle sociale huurwoningen kunnen zondermeer naar vrije-sectorbeleggershuurwoningen

    worden getransformeerd. Alleen woningen in de

    juiste (groeiende) regios, op de juiste locaties en

    van voldoende kwaliteit komen in aanmerking.

    En waar dus op lokaal of wijkniveau flinke

    overschotten in sociale huurwoningen worden

    voorzien, zullen er tegelijkertijd regios, steden,

    maar vooral ook wijken zijn met een tekort aan

    middeldure huurwoningen. Op die plekken is voor

    de middeldure huurwoningen een structurele

    waardegroei boven inflatie te verwachten.

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    24/84

    24/84

    bijvoorbeeld door schokken in de economie.

    Het verwachte economisch herstel en de bij de vraag

    achterblijvende bouwproductie zullen uiteindelijk

    weer voor prijsstijgingen zorgen. De markt voor

    huurwoningen ontwikkelt zich duidelijk gunstiger.

    Stijgende huren leiden tot hogere waarden

    Als gevolg van de betere perspectieven voor de

    beleggershuurwoningen verwachten wij dat de

    aanvangsrendementen voor huurwoningen eind2013 hun hoogste niveau bereiken, om daarna te

    stabiliseren en vervolgens voorzichtig te dalen.

    Wij verwachten dat de voorziene stijging van de

    kapitaalmarktrente wordt gecompenseerd door

    een lagere risicopremie voor huurwoningen,

    waardoor het indirecte rendement per saldo

    toeneemt; het meeste nog voor de middeldure

    Relatie tussen de markt voor koopwoningen en

    huurwoningen

    Belangrijk voor de waardeontwikkeling van

    huurwoningen is dat de waarde van de woningen

    in de portefeuille een bodem vindt in de exploitatie-

    waarde van het vastgoed. De exploitatiewaarde,

    voortvloeiend uit de huuropbrengsten van de

    woningen, komt door de lagere woningwaarderingen

    steeds dichter bij de uitpondwaarde te liggen,

    de verkoopprijs van individuele woningen. Dieverkoopprijs is daarbij minder geworden dan

    de waardebepaling.

    Het herstel van die koopmarkt is nog onzeker.

    Wij verwachten dat de prijzen op de markt voor

    koopwoningen eind 2013 stabiliseren, maar het

    moment van herstel kan ook later komen te liggen

    Figuur 7 Ontwikkeling BAR (bruto-aanvangsrendement) bestaande portefeuille beleggershuurwoningen

    Bron: IPD

    0%

    1%

    2%

    3%

    4%

    5%

    6%

    7%

    8%

    9%

    Meergezins Eengezins Woningen totaal

    1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    25/84

    25/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    Steeds vaker zal er behoefte zijn aan woningen

    die met een service- en zorgconcept worden

    verhuurd, waarbij met name de groep 65-plussers

    kiest voor appartementen. Wij zien primair een

    behoefte aan nieuw gebouwde kleinschalige

    complexen, waarbij in de marketing de nadruk niet

    op de zorgcomponent ligt. Voor alle woningen,

    zeker die aan 65-plussers worden verhuurd, geldt

    dat voorzieningen in de nabijheid van de woningen

    leiden tot een betere verhuurbaarheid en dat eenjuiste marketingmix (die breder is dan alleen

    communicatie en het verlagen van de prijs)

    bepalend is voor succesvolle verhuur.

    Ook liggen binnen het gereguleerde segment

    kansen voor beleggers waar het gaat om starters

    en studentenwoningen. Voorwaarde is dat de

    huurwoningen. Voor de dure huurwoningen zijn

    we iets minder optimistisch. Huurniveaus van de

    middeldure huurwoningen zullen vanaf 2014 stijgen

    en in 2015 is ook weer een positieve waarde-

    ontwikkeling te verwachten.

    In de huidige markt zien we dat tijdelijk verhuurde

    koopwoningen een concurrent vormen van de

    dure huurwoningen, zeker nu de aangepaste

    Leegstandswet daar meer mogelijkheden toe biedt.Mede als gevolg daarvan is de leegstand in

    beleggershuurwoningen tegen de markttrend in

    opgelopen. Dit vraagt creativiteit van de belegger.

    Bij de marketing van huurwoningen is niet meer

    alleen de prijs van belang. Ook aanpassingen aan

    het product (aangebrachte verbeteringen, een hoger

    opleverniveau) en slimme, nieuwe communicatie-

    strategien zijn steeds meer bepalend voor het

    verhuursucces.

    Gevolgen voor het beleggingsbeleid

    Op regionale schaal zijn er winnaars en verliezers

    op de markt voor huurwoningen aan te wijzen.

    Het lijkt verstandig om met het beleggingsbeleid

    op die winnende regios in de Grote Randstad te

    focussen. Met name in de stedelijke agglomeraties

    van Den Haag, Amsterdam en Utrecht valt de

    grootste behoefte aan geliberaliseerde huur-

    woningen te verwachten. Uit berekeningen van

    Syntrus Achmea Real Estate & Finance blijkt dat

    in deze steden behoefte is aan duizenden middel-

    dure huurwoningen extra, oplopend tot 17.000

    middeldure huurwoningen extra in Amsterdam.

    Ook in Eindhoven is de behoefte aan middeldurehuurwoningen groot, net als in sommige grotere

    groeiende provinciesteden. Overigens is ook binnen

    de winnende steden soms sprake van verliezende

    wijken. Tegelijkertijd zijn er goede investerings-

    mogelijkheden te vinden in de verliezende regios.

    Het belang van zorgvuldige marktanalyse en

    property picking op basis van zowel zorgvuldige

    marktanalyse op microniveau als strategie blijft

    daarmee zeer belangrijk bij de verwerving van

    nieuwe objecten. De waardeoptimalisatie van

    bestaande objecten vraagt om zeer actief en

    onderscheidend propertymanagement. Bij dispositiemoet een evenwicht worden gevonden tussen

    prijsvorming en het tempo van verkoop.

    Figuur 8Behoefte aan geliberaliseerde huurwoningen,

    vraag in 2030 vergeleken met voorraad in 2011

    Bron: Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    17.000

    2.000 tot 6.000

    1.000 tot 2.000

    500 tot 1.000

    -600 tot 500

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    26/84

    26/84

    beleggers te liggen om huurwoningen te verwerven

    die op termijn een waardeontwikkeling boven het

    niveau van de inflatie kunnen doormaken.

    Concluderend

    De vraag naar huurwoningen in het geliberali-

    seerde segment is er en wordt door het huur-

    beleid van de overheid verder aangejaagd.

    Dankzij dit beleid komen nieuwe beleggings-

    mogelijkheden beschikbaar. De verhuurbaarheidzal het grootst zijn in de segmenten 680 -

    1.000. Zeker in het segment net boven de

    liberalisatiedrempel 680 - 850 verwachten we,

    mede dankzij het overheidsbeleid, een opwaartse

    druk op het huurniveau. Boven de 1.000 is het

    buiten de centra van de grote steden zaak om

    zeer selectief te investeren. Gezien de beleggings-

    kansen en de gunstige ontwikkelingen in het

    huurbeleid lijkt dit een natuurlijk moment om

    Nederlandse beleggershuurwoningen aan een

    core beleggingsportefeuille toe te voegen.

    negatieve effecten van de verhuurdersheffing

    elders in de bouwkolom worden gecompenseerd.

    De verandering in de focus van corporaties

    brengt eveneens nieuwe beleggingsmogelijk-

    heden met zich mee. Het kan daarbij gaan om

    beleggingsmogelijkheden met een tot op heden

    ongekende schaal, bijvoorbeeld een fonds waarin

    het niet-DAEB-bezit2uit het noordelijk deel

    van de Randstad wordt geconcentreerd. Hieropvooruitlopend verkopen corporaties nu vooral

    individuele projecten. Juist in binnensteden en

    aangrenzende wijken, waar corporatiebezit is

    gemengd met particulier bezit en waar hoogbouw

    niet domineert, lijken er goede kansen voor

    2 DAEB: Diensten van Algemeen Economisch Belang,

    DAEB-bezit zijn die activiteiten die geacht worden tot

    de kerntaken van de woningcorporaties te horen.

    Zorgwoningen De Reigers, Rotterdam

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    27/84

    27/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    Focus in beleggingsstrategie

    Verbreding van de beleggingsportefeuille

    Middeldure huurwoningen met een

    zorglabel (of levensloopbestendig)

    Duurdere huurwoningen met zorglabel

    tot 1.200 in centra Amsterdam, Utrecht

    en Den Haag

    Nabijheid voorzieningen is belangrijk

    Buiten de zorgwoningen ook focus op

    eerstelijnscentra, kleinere particuliere

    behandelcentra, kleinschalige verpleeg-

    centra met solvabele en deskundige

    zorginstellingen als huurder

    Alternatief hergebruik van het vastgoedmoet op termijn mogelijk zijn

    Ligging gewenst binnen Grote Randstad

    en grote groeiende provinciesteden

    Zorgvastgoed is een relatief jonge assetclass die

    zich als beleggingscategorie snel ontwikkelt.

    Toch ligt het beleggingsvolume per jaar naar

    schatting nog niet boven de w200 miljoen.

    De stuwende factor achter de ontwikkeling

    van zorgvastgoed als beleggingscategorie is

    tegelijkertijd ook een remmende factor: de toe-

    komst van het zorgstelsel in Nederland is nog

    onderwerp van politiek debat en daarmee nog

    niet volledig uitgekristalliseerd. Ondanks de

    onzekerheid die dit met zich meebrengt, zien we

    dat de richting waarin de politiek zich beweegt

    helder is: meer marktwerking in de zorg met

    een grotere rol en dus kansen voor private

    investeerders. Ook op de markt voor zorg-

    vastgoed zijn duidelijke winnaars en verliezersaan te wijzen. Zeker grootschalige, gedateerde

    verpleegcomplexen uit de vorige eeuw zullen

    als gevolg van regelgeving en de veranderende

    vraag op grote schaal met leegstand te maken

    krijgen. Daarmee zijn de perspectieven voor

    middeldure zorgwoningen gunstig.

    Outlook

    2014 2015

    Waardegroei = +

    Huurniveaus + +

    SWOT-analyse Nederlandse markt voor zorgvastgoed

    Strengths Weaknesses

    Politieke keuze voor meer marktwerking in de zorg Nog geen eindversie van het zorgstelsel; onduidelijkheid over

    de beheersing van kosten en de financiering van de zorg in de

    toekomst

    Demografische ontwikkeling als motor van de zorgvraag Beperkte omvang van bestaande institutionele zorgmarkt

    Beleggen in zorgvastgoed draagt bij aan maatschappe-

    lijke profilering

    Beperkte solvabiliteit en organisatiesterkte van veel

    zorgverlenende partijen

    Bereidheid van zorginstellingen om langjarige

    gendexeerde huurovereenkomsten aan te gaan

    Opportunities Threats

    Beleggingssector in beginstadium met kansen voor

    cherry-picking en een gunstig rendement-risicoprofiel

    (early adaptor premium)

    Politieke afhankelijkheid in koers van de zorgsector

    Nieuwe structuur zorgsector met meer zorg dichter bij

    de mensen leidt tot nieuwbouwvraag

    Zorgsector die beleggers als bedreiging ziet

    Wijziging bekostigingssysteem nieuwbouw in de zorgdie leidt tot vraag naar meer efficinte gebouwen

    2.4 De Nederlandse markt voor zorgvastgoed

    Legenda

    + positieve verwachting

    - negatieve verwachting= stabiel=/- stabiel tot lichte daling

    =/+ stabiel tot lichte stijging

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    28/84

    28/84

    vaak incidentgedreven. Wanneer die zorgvraag

    vervolgens leidt tot een verhuizing, kiest driekwart

    van de huishoudens voor een appartement. Maar

    dan liefst wel een in een kleinschalig complex,

    waarbij het zorgstempel in de marketing minimaal

    is. Aan grootschalige verpleeghuizen is veel minder

    behoefte. De overheid sluit met haar beleid aan

    op de wens van consumenten om zo lang mogelijk

    thuis te blijven wonen. Zorg wordt kleinschaliger

    en dichter bij de mensen gebracht. Met domoticakan deze ontwikkeling worden gefaciliteerd.

    Hierdoor ontstaan kansen voor nieuwbouw van

    eerstelijnscentra en klinieken waar poliklinische

    behandelingen worden verricht.

    De grootste kansen liggen echter in woningen

    waar het wonen wordt gecombineerd met service

    en zorg. Waar zorginstellingen deze woningen

    vroeger nog zelf realiseerden en exploiteerden,

    zal door de beleidswijzigingen steeds meer

    behoefte zijn aan privaat kapitaal dat vastgoed

    initieert en exploiteert. Zorginstellingen moeten

    Trends en ontwikkelingen

    Met 52 miljoen m2is de voorraad zorgvastgoedin

    omvang net iets groter dan de Nederlandse

    kantorenmarkt en bijna twee keer zo groot als

    de Nederlandse winkelmarkt. De zorgmarkt kan

    worden opgedeeld in cure (curatieve zorg,

    gericht op genezing) en care (langdurige

    welzijnszorg). De caresector alleen is in omvang

    (28,1 miljoen m2) vergelijkbaar met de retailmarkt.

    Zowel cure als care zullen volgens de raming vanhet Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

    (EIB) de komende jaren fors groeien.

    De grote hoeveelheid 75-plussers die er de komende

    jaren bij komt, zorgt voor extra behoefte aan

    zorgvastgoed. Het aantal 75-plussers verdubbelt

    van 1,2 miljoen nu tot 2,6 miljoen in 2040 (Plan-

    bureau voor de Leefomgeving). In tegenstelling

    tot de 75-plussers willen veel jongere ouderen

    toch zo lang mogelijk thuis blijven wonen; daar is

    bovendien het nieuwe overheidsbeleid ook op

    gericht. Vanaf 75 jaar neemt de zorgvraag snel toe,

    Figuur 9 Samenstelling van het zorgvastgoed (in miljoen m2)

    Bron: EIB, 2012

    Totaal

    (mio m2)

    Cure

    - Ziekenhuizen 10,5

    - Medische en tandheelkundige praktijken 4,7

    - Paramedische en overige praktijken 8,6

    23,8

    Care intramuraal

    - Verpleeghuizen 3,9

    - Verzorgingshuizen en andere tehuizen 7,8

    - Tehuizen: verstandelijk gehandicapten & psychiatrie 3,0

    - Jeugdzorg en maatschappelijke opvang 1,2

    15,9

    Care extramuraal (w.o. thuiszorg, kinderopvang)

    - Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting gericht op ouderen en gehandicapten 2,1

    - Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting niet specifiek gericht op ouderen en gehandicapten 10,3

    12,3

    Vastgoed gebruikt door een zorginstelling 52,0

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    29/84

    29/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    assetclasses binnen vastgoed. Bovenop de grote

    extra vraag naar zorgvastgoed die voortkomt uit

    de vergrijzing, biedt de intramurale zorg kansen

    om met zorginstellingen langjarig voor inflatie

    afgedekte huurcontracten af te sluiten. Dat sluit

    goed aan op de langetermijnverplichtingen van

    institutionele beleggers.

    Behalve een flinke toename van de kwantitatieve

    vraag naar woningen met een zorglabel, gedragendoor de vergrijzing, zien we ook een kwalitatieve

    vraag naar vastgoed. Een belangrijk deel van de

    bejaardenhuizen en grootschalige verpleeg-

    complexen biedt niet meer de woonkwaliteit die

    tegenwoordig wordt gevraagd. Wij zien als

    antwoord hierop kleinschalige en hoogwaardige

    verpleegcentra opkomen met daaraan gekoppeld

    een beperkt aantal verpleegwoningen. Dit kan

    zowel gentegreerd in het totale complex als in de

    vorm van (zeer) nabij gelegen aanleunwoningen.

    In de omgeving van het zorgcentrum kunnen

    levensloopbestendige eengezinswoningen en

    kleinere complexen van meergezinswoningen

    worden gerealiseerd waar senioren wonen die

    van de service en zorg van de verpleegcentra

    gebruik kunnen maken, maar hiertoe niet verplicht

    zijn. In de praktijk zien we dit soort combinaties

    echter nog niet op grote schaal ontstaan en

    bestaat er een tekort aan geschikte woningen

    voor ouderen.

    Voor de cure zijn we minder positief dan voor

    de care. Ziekenhuizen lijken in elk geval nog niet

    interessant genoeg om in te beleggen. Door de

    opkomst van het aantal eerstelijnszorgcentra enhet toenemend aantal gespecialiseerde klinieken,

    zullen veel bestaande ziekenhuizen te groot

    blijken of hun bestaansrecht dreigen te verliezen.

    Daarnaast is de alternatieve aanwendbaarheid

    van ziekenhuizen beperkt. Eerstelijnszorgcentra

    en kleine zelfstandige poliklinieken kunnen,

    afhankelijk van de specifieke casus, in principe

    wel interessant zijn voor beleggers, mits ze op

    termijn ook als woning of als winkel courant

    kunnen zijn. Deze voorzieningen passen in het

    overheidsbeleid om zorg naar de burgers toe te

    brengen.

    als echte bedrijven op eigen benen gaan staan en

    kunnen zo leert de ervaring inmiddels ook

    echt failliet gaan. Overheidssteun, zoals borging

    van de financieringen van zorginstellingen via

    het WFZ (Stichting Waarborgfonds voor de

    Zorgsector), wordt langzaam maar zeker door

    de overheid afgebouwd, waardoor zorginstellingen

    wel richting de markt gedwongen worden.

    Daarbij komen de veranderingen in de geld-

    stromen in de zorg. Bij de lichte zorgcategorien(de zorgzwaartepakketten, zzp 1 t/m 4) loopt de

    financiering van de zorg niet langer via de AWBZ

    en de zorginstellingen, maar via de gemeente

    (Wet maatschappelijke ondersteuning, Wmo) of via

    de burger (het persoonsgebonden budget, pgb).

    Los van de directe besparingen die hier voor de

    overheid uit voortvloeien, moet de verschuiving

    naar de markt leiden tot een efficiencyslag, het

    vrijmaken van middelen voor innovatie en daar-

    mee tot vernieuwing en verbetering van de

    dienstverlening binnen de zorg. Voor beleggers

    ontstaan zo nieuwe mogelijkheden om te zorgen

    voor efficinte huisvestingsstructuren. De over-

    gang naar beleggers zal niet altijd eenvoudig zijn.

    Bij veel zorginstellingen is er geen vertrouwen in de

    doelen van beleggers; er zou te nadrukkelijk op

    rendement worden gestuurd. Veel zorginstellingen

    zijn daarbij financieel nog niet sterk genoeg om

    op de private markt kapitaal aan te trekken;

    de solvabiliteit van veel partijen is nog zeer beperkt.

    Gevolgen voor het beleggingsbeleid

    Met de dankzij vergrijzing groeiende marktomvang

    van zorgvastgoed en het door de overheid ingezette

    beleid om tot meer marktwerking in de zorg tekomen, zien institutionele beleggers in toenemende

    mate de potentie van investeren in dit vastgoed-

    segment. Met name woningen met een zorg-

    component zijn aantrekkelijk. De eerste resultaten

    van het zorgvastgoed bij Syntrus Achmea Real

    Estate & Finance zijn positief qua rendement-

    risicoprofiel. Opvallend is het hoge directe (cash)

    rendement, wat we overigens ook terugzien in

    een internationale vergelijking met rendements-

    reeksen. Investeren in Primary Healthcare zorgde

    in zowel Australi als het Verenigd Koninkrijk,

    de landen waar er een IPD-reeks beschikbaar is,voor zowel de afgelopen 1, 3 als 5 jaar voor een

    outperformance ten opzichte van de andere

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    30/84

    30/84

    Focus in beleggingsstrategie

    Dispositie van niet-strategische assets;

    waarde toevoegen in strategische

    portefeuille door actief management

    Richten op winkelunits in 15 grootste

    steden; ligging in of direct aan kern-

    winkelgebied en op stadsdeel- en

    dominante wijkcentra met compleet

    winkelaanbod en minimaal twee grote

    supermarkten

    Goede bereikbaarheid en parkeer-

    voorzieningen voor stadsdeel- en

    wijkcentra

    Gebruik maken van window ofopportunity in winkelbeleggingsmarkt;

    toenemend aanbod A1- winkelpanden

    in grote steden die eerder niet werden

    aangeboden

    Winkelbeleggingen waren de afgelopen elf

    jaar de best renderende sector in de IPD-index.

    Nu staan de beleggingsresultaten op diverse

    plekken onder druk. Dalende consumenten-

    bestedingen gaan hand in hand met een

    dalende koopkracht. Oplopende aanvangs-

    rendementen en huurprijsdalingen zorgen in

    de huidige markt voor afwaarderingen en

    dempen daardoor het totaalrendement.

    Daarnaast staan de huurinkomsten onder

    druk door een toenemende leegstand die

    samenhangt met het hoge aantal faillissemen-

    ten in de detailhandel. Diezelfde faillissementen

    geven op de goede locaties echter ook ruimte

    voor vernieuwing en herstructurering van

    het winkellandschap. De binnensteden vande grotere steden lijken tegen deze trend in

    het minst gevoelig voor de conjuncturele

    ontwikkelingen.

    Outlook

    2014 2015

    Waardegroei Top 15 binnensteden - =

    Stadsdeel- en grote wijkcentra - =/-

    Huurniveaus Top 15 binnensteden - =/-

    Stadsdeel- en grote wijkcentra - =/-

    SWOT-analyse Nederlandse winkelmarkt

    Strengths Weaknesses

    Beperkte leegstand, zeker binnen focusgebieden

    (dominante winkelcentra en A1-binnensteden)

    Afhankelijkheid van (herstel van) conjunctuur

    Gemiddeld hoog inkomensniveau Toenemende (risicos op) leegstand

    Historisch goed trackrecord qua performance, inflatiehedge Overaanbod aan winkelmeters op structureel zwakke

    locaties geven winkelmarkt als belegging slecht imago

    Opportunities Threats

    Regionale groei aantal inwoners en huishoudens Vergrijzing zorgt voor daling besteedbaar inkomen

    Toetreding nieuwe (internationale) retailers en komst

    grootschalige concepten

    E-commerce zorgt voor weglekken deel van bestedingen

    uit de fysieke retail

    Functiemenging winkelstraten door toename leisure- en

    horecafuncties

    Aanhoudende economische crisis zorgt voor dalende

    omzetten en hoog aantal faillissementen

    Multichanneling, fysieke winkels van internetwinkels Vraaguitval beleggingsmarkt door beperkte financierings-

    mogelijkheden

    Winkels als experience center

    Toename beleggingsmogelijkheden op A1-locaties door(her)financieringsproblemen huidige eigenaren

    2.5 De Nederlandse winkelmarkt

    Legenda

    + positieve verwachting- negatieve verwachting

    = stabiel=/- stabiel tot lichte daling=/+ stabiel tot lichte stijging

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    31/84

    31/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    Tussen de diverse detailhandelbranches bestaan

    grote verschillen. Supermarkten zien de omzetten,

    grotendeels door prijsinflatie, toenemen. In de

    non-foodbranches vallen de grootste klappen

    met omzetdalingen oplopend tot wel 30% voor

    woonwinkels, doe-het-zelfzaken en andere

    woninggerelateerde branches.

    Onder druk van de dalende consumptie en

    detailhandelsomzetten zien we over de helesector het aantal faillissementen snel toenemen,

    met zon 70% op jaarbasis. Voor een deel worden

    de faillissementen gevolgd door doorstarts en

    (gedeeltelijke) overnames. Lang niet alle faillisse-

    menten leiden daarmee direct tot leegstand.

    Binnenstedelijke winkels die als gevolg van

    faillissementen leegkomen, worden over het

    Trends en ontwikkelingen

    De gebruikersmarkt voor winkelvastgoed heeft

    duidelijk last van de dalende koopkracht en de

    zwakke consumptie maar tegelijkertijd zijn er ook

    aanknopingspunten voor herstel. De consumptieve

    bestedingen dalen reeds 2 jaar onafgebroken.

    Het is aan prijsinflatie te danken dat de consumptie-

    waarde in sommige retailsectoren jaarlijks nog

    toeneemt.

    De detailhandelsomzetten zijn daarbij nog conjunc-

    tuurgevoeliger dan de algehele consumptie. Van 2008

    tot medio 2013 daalde de omzetwaarde van de

    detailhandelsomzetten met circa 7%, terwijl het

    volume slonk met ruim 12%. De rele waardedaling is

    nog groter; terwijl de detailhandelsprijzen daalden,

    steeg het algemene kostenniveau met de inflatie.

    Figuur 10 Omzetvolume en -waarde (volume * prijs) van food vs. non-food

    Bron: CBS 2013, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    85%

    90%

    95%

    100%

    105%

    110%

    115%

    Non-food volume Non-food waarde

    Totale detailhandel volume Totale detailhandel waarde Food volume Food waarde

    2006 1998 2001 2004 2006 2008 2010 2012

    2006

    =

    100

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    32/84

    32/84

    Ondanks de stijging van de leegstand nam de

    totale in gebruik zijnde voorraad winkelruimte over

    2012 nog altijd licht toe tot circa 28 miljoen m2.

    Ook steeg de opname voor het derde achter-

    eenvolgende jaar. Daarbij moet wel worden

    aangetekend dat de opnamecondities bij weder-

    verhuur na faillissementen vaak verslechteren:

    lagere huurprijzen, meer incentives en een

    kortere huurperiode. De aanhoudende dynamiek

    op de winkelmarkt deels dus juist het gevolgvan de bovengenoemde faillissementen, doorstarts

    en overnames kon echter niet verhinderen dat

    het aanbod van winkelruimte toenam tot circa

    3,2 miljoen m2. Circa tweederde hiervan behoort

    inmiddels tot het langdurige of structurele aanbod.

    Het is zeer onzeker of dit nog wordt verhuurd als

    winkelruimte of uiteindelijk wordt herbestemd.

    algemeen binnen afzienbare tijd weer verhuurd

    als ze op de betere locaties liggen (A), soms

    met huurders die vanuit de periferie opschuiven.

    Door dit opschuifeffect concentreert de leeg-

    stand zich met name op de zwakkere locaties

    aan de randen van het kernwinkelgebied.

    Op deze locaties zien we ook veel oudere kleine

    ondernemers die in de crisis een reden zien om

    met hun bedrijf te stoppen. Buiten de binnen-

    steden concentreert de leegstand zich in dekleinere buurt- en wijkcentra, winkelstrips en

    de zogenaamde perifere of grootschalige

    detailhandelsvestigingen (PDV/GDV) of woon-

    boulevards. Gemiddeld is de landelijke winkel-

    leegstand toegenomen tot 7%.

    Figuur 11 Ontwikkeling omzetvolume en -waarde

    Bron: CBS 2013, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    -35%

    -30%

    -25%

    -20%

    -15%

    -10%

    -5%

    0%

    5%

    10%

    15%

    -30% -25% -20% -15% -10% -5% 15%

    Slijterijen

    Dameskleding

    Bovenkleding algemeen

    Computers & Software

    Wit & Bruingoed

    Consumentenelektronica

    Speelgoedwinkels

    Huishoudelijke artikelen

    Schoenen & lederwaren

    Kleding, schoenen & textiel

    Gemiddelde voor kleding

    Schoenen Gemiddelde voor totale detailhandel

    Bovenkleding

    Gemiddelde voor non-food

    Huishoudelijke artikelen

    Speciaalzaken in voedingsmiddelen

    Overige huishoudartikelen

    Duurzamen & DHZ-artikelen

    DHZ

    WoonwinkelsOverige huishoudwaren

    Bouwmarkten

    Woninginrichting

    RecreatieartikelenOverige artikelen

    Drogist, orthopedie

    Persoonlijke verzorgingDrogisterijen

    5% 10%

    Gemiddelde voor voedingsmiddelen

    Omzetwaarde

    Omzetvolume

    Supermarkten

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    33/84

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    34/84

    34/84

    Daarbovenop komen de gevolgen van de aan-

    houdende groei van de bestedingen via internet

    (zie figuur 14). In 2012 namen de online bestedin-

    gen toe tot bijna 10 miljard, oftewel 12% van de

    totale detailhandelsbestedingen. Het groeitempo

    van de internetbestedingen zwakt wel af naar 9%

    in 2012. Hoewel de online bestedingenaan bijvoor-

    beeld mode en schoenen een aanzienlijke groei

    laten zien, betreft het overgrote deel van de

    internetomzet nog altijd producten die al langervia internet worden verkocht: reizen (incl. accommo-

    daties en vliegtickets) en telecom maken samen

    52% van de totale online omzet uit.

    Toch geldt dat specifieke branches en formules uit

    het straatbeeld verdwijnen, door de combinatie van

    economische crisis, de toenemende concurrentie

    De bovengenoemde structuurtransitie wordt nog

    eens versterkt door de demografische ontwikke-

    lingen. Het aantal inwoners in steden neemt door

    de urbanisatie verder toe. Aan de andere kant zien

    we gebieden vergrijzen en verdunnen, vooral in de

    perifere regios van Nederland. Jongeren trekken

    naar de stad voor studie en/of werk, waardoor

    het aandeel ouderen toeneemt. Uiteindelijk zal in

    specifieke delen van Nederland het aantal

    inwoners teruglopen en daarmee het draagvlakvoor de winkelvoorzieningen in die gebieden.

    In de krimpgebieden van Nederland is de nood-

    zaak om winkelvoorzieningen regionaal af te

    stemmen het grootst en voorwaardelijk om de

    kwaliteit van het winkellandschap te waarborgen.

    Figuur 13 Ontwikkeling BAR (bruto aanvangsrendement)

    Bron: IPD 2013, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    5,0%

    5,5%

    6,0%

    6,5%

    7,0%

    7,5%

    8,0%

    8,5%

    9,0%

    9,5%

    Binnenstad Hoofdwinkelgebied klein PDV/GDV n verspreid

    1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    35/84

    35/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    winkelen wordt hiermee enigszins genuanceerd.

    Voor de traditionele retailspelers vormt internet

    een waardevol communicatiekanaal met de klant.

    Toch wil die retailer ook de fysieke winkelruimte

    blijven gebruiken als toonzaal voor zijn produc-

    ten waar hij de klant kan laten voelen, ruiken en

    passen.Dat de daadwerkelijke verkoop online

    gaat, is voor die retailer minder relevant.

    Door het toegenomen winkelaanbod en deoplopende leegstand is de (maatschappelijke)

    weerstand tegen nieuwbouw van winkels

    toegenomen. Daar komt bij dat sinds oktober 2012

    het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking

    is getreden, dat voorschrijft dat bij nieuwe

    stedelijke ontwikkelingen rekening moet worden

    gehouden met de actuele regionale behoefte en

    tussen winkelketens en de opkomst van het

    internetwinkelen. Voorbeelden zijn Free Record

    Shop, Block Electrostore, EXPO en Schoenenreus.

    Daar staat tegenover dat nieuwe branches zich

    aandienen en fysieke winkels belangrijker worden

    om consumenten te inspireren en te verrassen.

    Voor winkelgebieden worden de verblijfskwaliteit

    en de ontmoetingsfunctie steeds belangrijker.

    Daarin past ook het toenemend aandeel niet-winkel-

    functies, zoals leisure en horeca. Daarnaast openenvoorheen pure internetspelers zelf fysieke winkels

    om hun zichtbaarheid te vergroten. Vice versa

    behoort een aantal traditionele winkelketens

    (H&M, HEMA, maar nu ook IKEA en Albert Heijn

    via Bol) tot de snelste groeiers in e-commerce

    dankzij de implementatie van een multichannel

    strategie. De hype over de effecten van internet-

    Figuur 14 Ontwikkeling online omzet

    Bron: Thuiswinkelwaarborg 2013, bewerking Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    0

    2

    4

    6

    8

    10

    12

    0%

    7%

    14%

    21%

    28%

    35%

    42%

    2007 2008 2009 2010 2011 2012

    inmiljardeuro

    Gerealiseerde online omzet in EUR mrd (l) % groeitempo jaar-op-jaar (r) aandeel online omzet in totale detailhandel (r)

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    36/84

    36/84

    op twee pijlers, namelijk aantrekkelijke binnenste-

    denen dominante boodschappencentra.

    Ten aanzien van de binnensteden houdt het beleid

    rekening met een toenemende concentratie naar

    de 15 sterkste binnensteden waar de meest

    bepalende retailers zijn gevestigd. Deze binnen-

    steden kenmerken zich door een aantrekkelijke

    functiemix en setting, een hoge verblijfskwaliteit

    en goede bereikbaarheid. Voor de beste locatiesin deze binnensteden verwachten wij op termijn

    minimaal een inflatievolgende huurwaarde-

    ontwikkeling, een stabiele waardeontwikkeling

    en een beperkt risico op leegstand. In de binnen-

    steden van de 15 sterkste steden zien we een

    aanhoudende behoefte aan grote winkelopper-

    vlaktes. Deze panden kunnen in of direct aan het

    kernwinkelgebied gelegen zijn. In de binnensteden

    verwachten we in de komende tijd een window of

    opportunity in de winkelbeleggingsmarkt. In de

    afgelopen jaren was er nauwelijks aanbod van

    A1-winkelobjecten in de grote steden. Maar we

    zien het beleggingsaanbod van A1-winkelpanden

    nu groeien. Bij een economische herstel zal het

    aanbod volgens onze verwachting weer snel

    verdwijnen. Door nu te investeren in A1-objecten in

    de binnensteden van de 15 sterkste steden kan een

    bestaand aanbod. Recente jurisprudentie stelt

    dat nieuwe winkelontwikkelingen nog steeds

    mogelijk zijn, maar dat nut en noodzaak aange-

    toond moeten worden middels een gedegen

    onderbouwing die rekening houdt met leegstand

    en regionale afstemming en die is gestoeld op

    ruimtelijke keuzes van de gemeente.

    Gevolgen voor het beleggingsbeleid

    De verkopen in de detailhandel staan onder druk.Beperkte financieringsmogelijkheden en verscherpte

    regulering remmen de ontwikkeling van extra

    winkelaanbod. Ook zonder de concurrentie van

    nieuwbouwwinkelcentra zien wij geen toekomst

    voor winkellocaties zonder onderscheidend

    vermogen of dominantie in hun verzorgingsgebied.

    De versnelde transitie en herstructurering vragen

    om duidelijke keuzes in het strategisch beleggings-

    portefeuillebeleid. In de lijn van de marktontwikkeling

    heeft Syntrus Achmea Real Estate & Finance ingezet

    Lange Voort, Oegstgeest

    De fijnmazige, geplande

    winkelvoorzieningen-

    structuur staat onder druk

  • 8/12/2019 Achmea Outlook 2014-2015: beleggen in vastgoed en hypotheken

    37/84

    37/84Beleggen in vastgoed en hypotheken

    winkelcentra, is het actief inzetten op versterking

    van de aantrekkelijkheid van het fysieke

    winkelaanbod in de beleving van consumenten.

    Dit doet Syntrus Achmea Real Estate & Finance

    enerzijds door actief samenwerking te zoeken in

    het netwerk van stakeholders in de belangrijke

    binnensteden (via eigenarenverenigingen, winkeliers-

    verenigingen en in overleg met gemeentelijke

    overheden), als via versterkte aandacht en inzet

    op marketing van winkelgebieden en winkel-centra. Gecombineerd met een nog actievere

    benadering van retailketens levert dit de basis-

    voorwaarden voor actief management, maar

    bovenal voor een sterke uitgangspositie in de

    concurrentie met andere alternatieven van de

    winkelconsument (concurrerend fysiek en virtueel

    aanbod). De samenwerking Syntrus Achmea met

    het mobiele marketingplatform Retailcommon

    sluit daarop aan.

    Ten aanzien van de niet-strategische portefeuille is

    het beleid gericht op dispositie. Op de beleggings-

    markt voor winkelvastgoed is de vraag in twee

    jaar tijd echter meer dan gehalveerd, mede als

    gevolg van beperkte financieringsmogelijkheden.

    De beperkte beleggingsvraag zal de dispositie-

    activiteiten bemoeilijken. Net als bij woningen

    geldt dat bij verkoop onder tijdsdruk, of van een

    grote portefeuille ineens, rekening moet worden

    gehouden met grote discounts.

    basis worden gelegd voor een goede performance

    in tijden van hernieuwd economisch hoogtij.

    Buiten de binnenstedelijke winkelgebieden

    voorzien ondersteunende winkellocaties in de

    voorzieningenstructuur in de dagelijkse bood-

    schappen. Aangezien de dagelijkse boodschappen

    minder conjunctuurgevoelig zijn, zijn de verhuur-

    risicos voor dit segment relatief beperkt. Toch dient

    rekening te worden gehouden met een grotereverouderingscomponent en eventuele concurrentie

    van nabijgelegen winkelcentra, wat zich vertaalt

    in hogere risicopremies en aanvangsrendementen.

    Vanuit beleggingsperspectief zijn met name die

    ondersteunende winkelcentra interessant die een

    dominante functie vervullen binnen een verzorgings-

    gebied met een stabiel of toenemend aantal

    inwoners. De dominantie van deze stadsdeel- en

    grote wijkcentra blijkt onder andere uit de relatief

    lage leegstand vergeleken met de kleinere wijk- en

    buurtcentra. Voor een dominante functie zijn een

    goede bereikbaarheid en (gratis) parkeergelegen-

    heid een vereiste. Daarnaast dient het winkelaanbod

    compleet te zijn om de one-stop-shop consument,

    die op zoek is naar comfort, van de dagelijkse

    boodschappen te voorzien. Gemeten in omvang

    gaat het in geval van twee middelgrote tot grote

    (complementaire) supermarkten en aanvullende

    winkels voor levensmiddelen en persoonlijke

    verzorging al om 7.500 m2winkelvloeroppervlakte.

    Daarnaast voorzien veel stadsdeel- en wijkcentra

    in een klein warenhuis en/of winkels voor non-food

    (bv. huishoudelijke artikelen, textiel, mode),

    dienstverlening (waaronder afhaalpunten) en horeca.

    Voor zowel de binnensteden als de stadsdeel- en

    wijkcentra geldt dat middels proactief management

    waarde wordt toegevoegd en het beleggings-

    rendement wordt geoptimaliseerd; een eventuele

    achteruitgang van een winkelgebied moet

    worden aangepakt voordat deze begonnen is.

    Naast inspanningen op het gebied van verhuur

    en branchering wordt daartoe samenwerking

    gezocht met winkeliers en lokale overheden.

    Doelstelling is om de aantrekkelijkheid van het

    winkelgebied te vergroten en de kritische, mobiele

    consument te blijven verleiden. Van groot belang,in zowel de binnenstede