3
ruuger, dan ging je met pensi- oen na een halve eeuw noeste arbeid en vrijwel meteen ook het bejaardentehuis in. Op zon- dagmiddag kwamen dan nog de (klein)keinder, opa legde een biljartje, oma liet heur haar watergolven en dan had je de weke- lijkse hoogtepunten wel weer gehad. Maar dat was vroeger… Tegenwoordig moet je gezapige zilveruitjes met een led-lantaarntje zoeken. Zeventig is het nieuwe zestig etcetera etcetera, grijs het nieuwe hip en actief. We worden steeds ouder. Lag in 1860 de le- vensverwachting nog op 38 jaar, in 2012 vie- ren vrouwen een gemiddelde leeſtijd van 82,7 jaar en mannen bewandelen deze aardkloot gemiddeld 78,8 jaren. Een steeds groter deel van de bevolking gaat uit ouderen bestaan. Een nieuwe generatie senioren staat voor de deur: over twintig jaar bestaat ruim een kwart van onze samenleving uit 65-plussers. Wie zijn die nieuwe ouderen eigenlijk? Wat wil- len ze, en hoe willen ze dat? En vooral, is de ouderenzorg in Nederland daar een beetje op voorbereid? De zeventigjarige van nu lijkt voor geen me- ter op die van honderd jaar geleden die op een hoe, in een tehuis of inwonend bij een van de kinderen zijn of haar schemerjaren zat uit te zitten. De senior van de 21e eeuw is vief, kwiek en dankzij e-fietsen, kunstheupen en –knieën lekker mobiel. Hij/zij jeu-de-boult, fietst, zwemt, tennist, wandelt (liefst Nordic) V Bejaard = saai? Doe niet zo ou- derwets. Tussen junioren en senioren zit anno nu nog een complete – én vaak lange – le- vensfase van de medioren. De komende jaren komt er een ‘grijze golf’ aan van heb ik jou daar, met alle grote gevolgen vandien. Vooral voor het wo- nen. TEKST: KIM DECOCK EN MARIE-JOSé DEKKERS FOTO’S: MIRELLA SLEENHOFF REPORTAGE 060 REPORTAGE 061 Anton Metske van Archipel Zorggroep in Berkenstaete (Son en Breugel). GRIJS 2.0 en het nieuwe wonen en leven

Archipel bestuurder Anton Metske over het nieuwe ouder worden in Frits magazine

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Archipel bestuurder Anton Metske over het nieuwe ouder worden in Frits magazine. November 2012.

Citation preview

Page 1: Archipel bestuurder Anton Metske over het nieuwe ouder worden in Frits magazine

ruuger, dan ging je met pensi-oen na een halve eeuw noeste arbeid en vrijwel meteen ook het bejaardentehuis in. Op zon-dagmiddag kwamen dan nog de

(klein)keinder, opa legde een biljartje, oma liet heur haar watergolven en dan had je de weke-lijkse hoogtepunten wel weer gehad.Maar dat was vroeger…Tegenwoordig moet je gezapige zilveruitjes met een led-lantaarntje zoeken. Zeventig is het nieuwe zestig etcetera etcetera, grijs het nieuwe hip en actief.

We worden steeds ouder. Lag in 1860 de le-vensverwachting nog op 38 jaar, in 2012 vie-ren vrouwen een gemiddelde leeftijd van 82,7 jaar en mannen bewandelen deze aardkloot gemiddeld 78,8 jaren. Een steeds groter deel van de bevolking gaat uit ouderen bestaan.Een nieuwe generatie senioren staat voor de deur: over twintig jaar bestaat ruim een kwart van onze samenleving uit 65-plussers. Wie zijn die nieuwe ouderen eigenlijk? Wat wil-len ze, en hoe willen ze dat? En vooral, is de ouderenzorg in Nederland daar een beetje op voorbereid?

De zeventigjarige van nu lijkt voor geen me-ter op die van honderd jaar geleden die op een hofje, in een tehuis of inwonend bij een van de kinderen zijn of haar schemerjaren zat uit te zitten. De senior van de 21e eeuw is vief, kwiek en dankzij e-fietsen, kunstheupen en –knieën lekker mobiel. Hij/zij jeu-de-boult, fietst, zwemt, tennist, wandelt (liefst Nordic)

V

Bejaard = saai? Doe niet zo ou-

derwets. Tussen junioren en

senioren zit anno nu nog een

complete – én vaak lange – le-

vensfase van de medioren. De

komende jaren komt er een

‘grijze golf’ aan van heb ik jou

daar, met alle grote gevolgen

vandien. Vooral voor het wo-

nen.

TEKST: Kim DEcocK En mariE-JoSé DEKKErS

foTo’S: mirELLa SLEEnHoff

reportage

060

reportage

061

anton metske van archipel Zorggroep

in Berkenstaete (Son en Breugel).

Grijs 2.0 en het nieuwe wonen en leven

Page 2: Archipel bestuurder Anton Metske over het nieuwe ouder worden in Frits magazine

reportage

Verschillende partijen op de woning- en zorg-markt zijn bezig met deze ontwikkelingen. Twee grote clubs in de regio - Archipel Zorg-groep en Vitalis WoonZorg Groep - ontwik-kelen moderne woonvormen, die ook levens-loopbestendig zijn. Alle zorg die een persoon ooit nodig kan hebben, is dichtbij. Zelfs wan-neer iemand begint te dementeren of ernstig ziek wordt, kan hij of zij in hetzelfde gebouw of wooncomplex terecht in de verpleging; kleinschaligheid in een groter verband. De woonplek is geen eindstation maar de bewo-ner hoeft nooit meer te verhuizen.Ook woningcorporaties mikken op grijze klanten. Wooninc heeft met Wooninc.Plus

062

reportage

063

Léon Rulkens, voorzitter van de Raad van Be-stuur van Vitalis WoonZorg Groep: „Mensen in de zestig of zeventig zijn geen senioren, maar medioren. De leeftijd waarop mensen mentaal en fysiek nog gezond zijn, schuift heel erg op.”De woningmarkt ontwikkelt daarin mee. Want wie laat zich nog op een wachtlijst plaat-sen om later in een ouderwets verzorgings-tehuis te ‘mogen’ zitten? Dat was in de jaren zeventig tijdens de opkomst van het verpleeg-tehuis nog heel normaal. Eerder ook al: tijdens de grote woningnood na de Tweede Wereld-oorlog huurden veel pasgetrouwde stelletjes voor veel geld een zolderkamer en verhuisden ouderen naar het tehuis om plaats te maken voor een gezin.Metske: „Het ideaal destijds was het geregeld hebben van een goede verzorging. Het ideaal van ouderen nú is om zo actief mogelijk te blijven leven en zelf de regie te blijven voeren. Dat lukt het beste als de leefomgeving zo com-fortabel mogelijk is. Het is een combinatie van

zorg, welzijn en wonen.”Ook bij Vitalis is dat het uitgangspunt tijdens het ontwikkelen van nieuwe woonconcepten. „Dé senior bestaat niet”, verduidelijkt Rulkens. „We moeten ophouden ouderen te stigmati-seren. Het is maatwerk. De nieuwe generatie ouderen wil zelfstandig blijven en zelf de regie over hun leven in de hand blijven houden. We luisteren naar de wensen en zoeken er aanslui-ting op.”Staals: „Vroeger was er inderdaad vooral een kwantitatieve vraag, nu een kwalitatieve. Se-nioren hebben een bepaalde levensstijl en zoeken een woonomgeving die daarbij past. Vroeger had je geen andere keuze. Op hogere leeftijd zelfstandig blijven wonen was slechts mogelijk voor een bepaalde groep mensen. Nu ga je zelf kijken welk concept jou aanspreekt.”

KeuzeEr valt dus een hoop te kiezen voor de medior die op zoek is naar een nieuwe woning. Een huur- of koopwoning, in een complex met of

een woonconcept speciaal voor senioren. „Wij faciliteren wonen en stimuleren ontmoeting”, bevestigt Remco Staals, manager bij Wooninc. „Naarmate we ouder worden, worden soci-ale contacten belangrijker. Het houdt je langer jong en actief. En dat is waar we met Wooninc.Plus op inspelen.”Voor sommige mensen is de stap naar een seniorenwoning - waar ook rekening wordt gehouden met alles wat er in de toekomst kan gebeuren - nog te groot. Waarom zou je verhuizen uit dat mooie koophuis, waar je al die jaren voor hebt gewerkt? De verbetering zit ‘m in de vele voordelen die wonen in zo’n nieuw concept heeft. Met het ouder worden hebben we andere behoeften, niet per se aan zorg. Senioren kiezen voor meer gemak, meer veiligheid en vooral een leukere, fijnere woon-omgeving. Het zijn net echte klanten. Op een wachtlijst staan en tevreden zijn met de toe-gewezen kamer in het bejaardenhuis is er niet meer bij.Bijvoorbeeld meneer Van den Boogaard, die samen met zijn vrouw in een appartement in het Sonse woon- en zorgcentrum Berken-staete van Archipel Zorggroep woont. „Ik kan gelukkig nog steeds fietsen en ga dan ook vaak brood halen in het dorp. Samen met een buur-man ga ik iedere week naar de supermarkt voor de boodschappen. Ik hoop dat ik dit nog lang zelfstandig kan blijven doen.”Mevrouw Hulsen is één van zijn buren: „Mijn zus woont ook hier in Berkenstaete. Wel zo gezellig! Naast mijn eigen bezigheden help ik een medebewoner met de dagelijkse zorg voor de vogels in de volière. En ik ga regelmatig mee met een buurvrouw om haar hond uit te laten. Ik vind het heerlijk om anderen te hel-pen en dat kan ik hier gelukkig doen. Ik ben graag onder de mensen en met de dieren erbij vind ik het erg leuk.”

mediorenWant dát de senior van vroeger niet is te ver-gelijken met die van nu, daar is iedereen het over eens. „Ouderen van nu zijn heel vitaal”, bevestigt Anton Metske van Archipel Zorg-groep, met elf zorgcentra een van de grote spelers in de regio Eindhoven. „De nieuwe generatie senioren heeft vaak meer opleiding gehad, is zelfstandiger ingesteld en heeft meer inkomen. Ze regelen meer zelf, gaan hun ei-gen gang.” We bereiken niet alleen een hogere leeftijd, we zijn ook steeds langer gezond. Het senior-zijn duurt tegenwoordig bijna net zo lang als de rest van ons volwassen leven.

zonder speciale afdelingen voor verschillende soorten zorg en verpleging. En dan is er ook nog de keus uit een enorm pakket aan optio-nele voorzieningen, diensten en activiteiten.Voorbeeld: persoonlijke alarmering. Mensen kunnen zich aanmelden voor de dagelijkse welzijnsronde; elke ochtend houdt de beheer-der of de aanwezige pleeg een (al dan niet tele-fonische) controleronde om te checken of alles in orde is. Ook zijn veel appartementen uitge-rust met een alarmknop. Zo’n knop betekent niet dat iedereen zomaar binnen kan lopen. Verzorgers en verplegers zijn tegenwoordig te gast bij hun cliënten.Rulkens: „De nieuwe generatie ouderen wil privacy hebben. Vroeger was het heel normaal dat de verpleging de sleutel had van je voor-deur en op een bepaalde tijd kwam en. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Een appar-tement is je eigen omgeving.”Zorg is niet zichtbaar aanwezig, zodat er abso-luut geen verschil is in de beleving van de al-ledaagse situatie. Bewoners worden nooit on-

Een van de vernieuwde gebouwen van Wooninc. Plus in het Eindhovense stadsdeel Gestel.

en gaat meermalen per jaar op vakantie. Ster-ker nog; zelfs de kleinkeinder moeten zowat in de agenda ingepast. Voor klussen, cursussen en vrijwilligerswerk draait de Nieuwe Senior de nog soepele hand niet om.

Het seniorenwonenDe oplettende FRITS-lezer was het al gewaar geworden dankzij de vele bouwactiviteiten van de grote zorginstellingen de laatste jaren: de senior van nu neemt geen genoegen meer met een authentiek hofje of antiek bejaarden-tehuis. Het ouderwetse verzorgings- of ver-pleeghuis verdwijnt en maakt plaats voor het ‘residentiële wonen’. Overal schieten zulke wooncomplexen als paddenstoelen uit de grond. Ook bestaande complexen worden omgetoverd tot een moderne omgeving met een totaal andere insteek. Niks geen kamertje waar nog net één van de eikenhouten leun-stoelen met groen velours past naast het bed. Nee, luxe en comfortabele appartementen, van klein tot groot, huur en koop door en bij elkaar, vaak in een groter geheel waar de klant én de benodigde zorg centraal staan.Het 21e-eeuwse wonen is zelfstandig, zonder begeleiding. Toegevoegde waarde is er door verschillende diensten en zorg, als het nodig snel aanwezig. Bewoners worden verstandelijk voor vol aangezien; ze beslissen zelf of en wan-neer ze zorg en diensten nodig hebben, zijn overal vrij in en leven helemaal zelfstandig.

Hoedt u voor de grijze golf anno nu telt Zuidoost noord-Bra-

bant 126.300 65-plussers, van wie

30.000 tachtigplussers.

over tien jaar wordt de regio be-

volkt door 162.200 65-plussers,

van wie 43.200 kranige tachtig-

plussers.

En in de kristallen bol van het

centraal Bureau voor de Statis-

tiek voor 2040 zien we hier 205.500

65-plussers, van wie 69.500 tach-

tigplussers.

remco Staals, manager bij Wooninc. „naarmate we ouder worden, worden sociale contac-

ten belangrijker. Het houdt je langer jong en actief.”

Page 3: Archipel bestuurder Anton Metske over het nieuwe ouder worden in Frits magazine

064

reportage reportage

gewild gestoord. Metske: „Van de ouderwetse kamertjes in het verpleeg- of verzorgings-tehuis naar normale appartementen. In de meeste zijn ook geen aanpassingen aanwezig. De verpleging en verzorging gaan steeds meer op zelfstandig wonen lijken. Er worden bijna geen wooncomplexen meer gebouwd voor specifieke zorg.”Er wordt uitgegaan van wat iemand wel kan, in plaats van wat iemands beperkingen zijn. Rulkens: „Een grote ontwikkeling is de ver-schuiving van ‘wij weten wat goed voor u is’ naar ‘wij faciliteren’. We passen onze hulp aan de roosters van de mensen zelf aan, we vullen de gaten in hun roosters.” Ook bij het ontwer-pen van appartementen is dit uitgangspunt heel belangrijk. „We verplaatsen ons in de bewoner. Als we een gebouw ontwikkelen, kijken we van binnen naar buiten. De ramen moeten bijvoorbeeld groot zijn, zodat iemand

in een rolstoel ook naar buiten kan kijken.”De insteek van Wooninc. is ontwikkelen van gebouwen voor senioren waar zij zelfstandig kunnen wonen. Zorg op maat kan aan huis geleverd worden door zorgpartijen. De klant kiest en bepaalt zelf wie die zorg levert.

LaagdrempeligAlle drie de partijen vinden, behalve het creë-ren van aanbod, ook het laagdrempelig aspect heel belangrijk. De wooncomplexen zijn er niet alleen voor bewoners. De bedoeling is dat de gebouwen een ankerpunt zijn in de wijk. Senioren uit de buurt kunnen deelnemen aan de vele activiteiten en zijn bijvoorbeeld ook meer dan welkom om in het gebouw te komen dineren of deel te nemen aan dagjes weg.Veel ouderen ervaren het toch nog als een hele stap om te verhuizen naar een seniorencom-plex, of er zelfs eens binnen te lopen. „Het is

een hele stap van het gekriebel van de jeugd naar hier”, is ook de ervaring van Piet, bewo-ner van de Magdalenahof in Geldrop, een van de tien Wooninc.Plus gebouwen. „Maar wij wonen allemaal erg graag hier. Het mooie is dat er alleen ouderen wonen.” En die zitten bepaald niet achter de gerani-ums. Bewoners kunnen en willen nog iets betekenen en doen. Bewoners zelf of de activi-teitenbegeleider van de woningcorporatie or-ganiseren van alles: een liederentafel, sjoelen, de hobbyclub, kienen, jeu de boules, kaarten of filmavonden. De ontmoetingsruimtes kun-nen ook worden gebruikt voor eigen feesten.De inzet van vele vrijwilligers, vaak bewoners zelf, maakt dat mogelijk. Door hun hulp kun-nen ontmoetingsruimtes structureel open zijn en een breed scala aan activiteiten orga-niseren. Zo krijgen (buurt)bewoners ruimte en kansen om actief te blijven; dat zorgt weer

Léon rulkens van Vitalis WoonZorg Groep, vermomd als kok, in het restaurant van De Dreef aan de Eindhovense Kloosterdreef.

reportage

065

voor grote(re) betrokkenheid en een positief effect op het sociale klimaat. Piet zelf is ook vrijwilliger. Samen met enkele andere bewoners maakt hij elke vrijdagoch-tend het frietuurtje in de ontmoetingsruimte mogelijk en hij zit in de organisatie van de tweewekelijkse kienavond. „Het is leuk om te doen, je maakt je nuttig”, zegt hij. „Als je het niet doet, val je ook in een gat. Door het vrij-willigerswerk zie je andere mensen en leer je de bewoners van het gebouw kennen.”Fysiek niet in staat om bepaalde activiteiten te organiseren? Ook dan is er, als je wilt, van al-les te doen. Een mooi voorbeeld is Corrie, die in hetzelfde appartementencomplex woont als Piet. „Ik kan niet meer zo lang staan, dus een halve dag friet bakken of achter de bar staan lukt niet. Maar ik zit wel in de bewonerscom-missie en doe het secretariaat. Wij komen op voor de belangen van de bewoners hier.” Dat is een fikse taak. „Als mijn kleinkinderen bellen omdat ze langs willen komen, moet ik eerst in mijn agenda kijken.”

Wie gaat dat betalen?Dat is dus typisch de senior van nu: oma zit niet eenzaam op de bank te wachten tot er ein-delijk eens iemand langskomt. De vitale oude-ren staan midden in het leven, voegen iets toe aan de maatschappij. En als ze gaan verhuizen, moet de nieuwe plek een stap vooruit beteke-nen in plaats van het begin van het eind.Maar wie gaat dat betalen? Al deze nieuw-bouw, voorzieningen en organisatie kosten natuurlijk geld. Terwijl er juist nu ook in de zorg een hoop aan het veranderen is. „Er wordt inderdaad minder betaald door de staat, maar de instelling van de nieuwe oudere is sowieso anders dan vroeger”, zegt Anton Metske. „Mensen willen ook niet meer aan-kloppen bij de overheid om dingen voor ze te regelen, daar zijn ze intussen moe van. Het automatisme ‘dat het wel geregeld wordt’ ver-dwijnt.”Ook bij Wooninc zien ze deze ontwikkeling. Staals: „Na de oorlog zijn we lange tijd gewend geweest dat alles voor ons werd geregeld, maar op de lange termijn werkt dit niet. We moeten meer op eigen kracht regelen, zelf verantwoor-delijkheid nemen. Senioren willen ook kun-nen kiezen en wachten liever niet meer tot er voor hen gekozen wordt.”„De AWBZ was een vangnet, maar is een hangmat geworden”, vat Léon Rulkens crea-tief samen. „Rollators zijn uit de verzekering verdwenen. Mensen regisseren nu hun eigen

zorg, kunnen zelf kiezen aan welke voorzie-ningen ze hun geld willen uitgeven. En als je meer wilt, wat is er dan verkeerd aan om dit zelf te betalen?”Senioren moeten vandaag de dag dus meer zelf betalen. Daar staat wel tegenover dat ze ook meer te besteden hébben dan pakweg vijf-tig jaar geleden, en zelfredzamer zijn. Voor-zichtig in opkomst is het zorgsparen. Deze

verzekering moet helpen op latere leeftijd lan-ger zelf de regie in handen te houden. Simpel: geld opzij zetten voor later. Om bijvoorbeeld langer thuis te kunnen blijven wonen. Maar dan inclusief persoonlijk advies over hoe de gespaarde centjes het beste te besteden, als het moment daar is om dat geld aan te spreken. Want ook dat doen de nieuwe senioren lekker en het liefste zelf.

aan hightech geen gebrek in Berkenstaete, gelegen in Son en Breugel.