9
1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

bijlagen...  · Web viewMaximale transparantie: volwassenen kunnen in elke groeps-, verschoon-, slaap- en algemene ruimte naar binnen kijken (geen verborgen hoeken)

Embed Size (px)

Citation preview

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

1.2 Bijlage bij Pedagogisch beleid inclusief VVE, locatie specifieke deelBijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd)Naam locatie: Ruysdaelstraat Ingevuld door: Tessie couturierDatum: 30 april 2018

Onderwerp Algemeen beleid Knelpunten locatie(Bespreekpunten met

team/oudercie)

Mogelijke oplossingen Afspraken (Wie doet wat, wanneer?)

A.Transparant gebouw en omgeving

Maximale transparantie: volwassenen kunnen in elke groeps-, verschoon-, slaap- en algemene ruimte naar binnen kijken (geen verborgen hoeken). Uitstapjes in de directe omgeving en door één pedagogisch medewerker zijn mogelijk (geen protocol).

Bij voorkeur gaan er twee medewerkers naar buiten/op uitstapje met de kinderen. Enkel voor een korte wandeling of boodschap in het dorp (in een zichtbare omgeving) kan één medewerker alleen met kinderen op stap.

Onze ruimtes zijn zo ingericht dat er veel transparantie is. Er wordt gedurende de hele dag door collega’s en ouders de groep binnen gelopen. Ook vanuit het kantoor is er zicht in de groepen.

B. Inzet personeel

We houden ons aan de RekentoolMaximaal 3 uur per dag zijn er minder pm’ers op de groep.Flexwerkers werken zoveel mogelijk op de zelfde locatie.Stagiaires en uitzendkrachten staan niet alleen op een groep.

In het basisrooster is dit gewaarborgd.We werken zoveel mogelijk met bekende flex-medewerkers.Stagiares werken niet alleen op de groep. Wij werken niet met uitzendkrachten

C. Mee kunnen kijken/luisteren (kans op meekijken/luisteren zo groot mogelijk)

In situaties waarin pm’ers alleen staan, kunnen anderen altijd meekijken/ meeluisteren.

In onze vestiging staat alleen na 18:00u of 18.15u iemand alleen op de dagopvang. Tussen 18.00u-18.30u lopen er ouders collega’s (van bso/kantoor) binnen die meekijken en meeluisteren.

D. Deskundigheid en kennis pedagogisch medewerkers

Vierogenprincipe is opgenomen in pedagogisch beleid. Pm’ers zijn op de hoogte van:Meldcode kindermisbruik en huiselijk geweld.Er is een vertrouwenspersoon.Beleid is in ontwikkeling op het gebied van seksuele ontwikkeling

In de groepsoverleggen worden de verschillende protocollen besproken.

E. (Aanspreek)-cultuur

Toepassing Gedragscode met o.a. afspraken over niet oppassen bij ouders en fotogebruik.Onderzoek oorzaken van een ‘niet-pluis’ gevoel altijd, neem passende maatregelen.Eventueel verwijzen naar de vertrouwenspersoon/Klokkenluiderregeling.Clustermanager bespreekt klachten en klantsignalen met team en oudercommissie

Het durven aanspreken van elkaar blijft een punt van aandacht.

In het teamoverleg is feedback geven en gedragscode een regelmatig terugkerend agendapunt

TL agendeert dit met regelmaat op agenda.In de groepsoverleggen worden de verschillende protocollen besproken.

2/6

Bijlage 2 Locatie in beeld.Pedagogische en praktische afspraken

Naam locatie Korein kinderplein Ruysdaelstraat DagopvangAdres locatie Ruysdaelstraat 6

Op onze locatie is de leidinggevende Tessie Couturier, teamleider. Ook is er een vrijwilliger werkzaam om licht huishoudelijk werk te doen.

Naam groep leeftijd Maximaal aantal kinderen

1 Dromers 0 – 27 maanden 12

2 Binkies 2 – 4 jaar 16

3 Bikkels 2 – 4 jaar 16

Groep 1 DromersAfwijken BKR ‘s morgens Afwijken BKR ‘s

Tussen de middagAfwijken BKR‘s avonds

Maandag Van 8.15 tot 9.00 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.00 tot 17.45

Dinsdag Van 8.15 tot 9.00 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.00 tot 17.45

Woensdag Van 8.15 tot 9.00 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.00 tot 17.45

Donderdag Van 8.15 tot 9.00 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.00 tot 17.45

Vrijdag Van 8.15 tot 9.00 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.00 tot 17.45

Groep 2 BinkiesAfwijken BKR ‘s morgens Afwijken BKR ‘s

Tussen de middagAfwijken BKR‘s avonds

Maandag Van 8.15 tot 9.00 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.30 tot 18.00

Dinsdag Van 8.15 tot 9.00 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.30 tot 18.00

Woensdag Van 8.15 tot 8.30 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.30 tot 18.00

Donderdag Van 8.15 tot 8.30 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.30 tot 18.00

Vrijdag Van 8.15 tot 8.30 Van 13.00 tot 14.30 Van 17.30 tot 18.00

Groep 3 BikkelsAfwijken BKR ‘s morgens Afwijken BKR ‘s

Tussen de middagAfwijken BKR‘s avonds

Maandag Geen afwijking Gesloten Gesloten

Dinsdag Geen afwijking Gesloten Gesloten

Woensdag Gesloten Gesloten Gesloten

Donderdag Geen afwijking Gesloten Gesloten

Vrijdag Geen afwijking Gesloten Gesloten

Wanneer er veranderingen in het basisrooster worden aangebracht dan maken we dit bekend via: nieuwsbericht/nieuwsbrief in het ouderportaal.

Op onze locatie voegen we groepen structureel samen op:Bij het afsluiten voegen we groep 1 Dromers en groep 2 Binkies samen. Op maandag tot en met donderdag is dit om 18.15u en op vrijdag om 18.00u.

Is er flexibele kinderopvang? Zo ja, dan is dat als volgt geregeld:De flexibele opvang bestaat uit het ruilen van dagen of dagdelen volgens het ruilbeleid.

3/6

Op onze locatie hanteren wij een open deuren beleid: ja/neeWij hanteren geen open deuren beleid bij de dagopvang. De Bikkels spelen wel met regelmaat met de deur open zodat zij gebruik kunnen maken van het aanbod op de hal zoals het poppenhuis. Kinderen kunnen hier samen met de kleuters van basisschool de Sonnewijzer spelen. Een pedagogisch medewerker houdt de kinderen in de gaten of blijft bij hen op de hal.

Bij de volgende (spel)activiteiten verlaten de kinderen de stamgroep: Kinderen verlaten de stamgroep wanneer zij bijvoorbeeld deelnemen aan activiteiten in de kleuterklas, naar een viering gaan kijken of op uitstapje gaan. Een uitstapje kan wandelen in de omgeving zijn maar ook bezoekje aan een thema gericht organisatie (kapper, bij het thema kapper) of het luisteren naar een verhaal bij een samenwerkende basisschool.

Als kinderen de stamgroep verlaten? Dan is dat als volgt geregeld:Er gaat altijd een bekende pedagogisch medewerker met het kind mee wanneer deze de stamgroep verlaat.

Is er maar één beroepskracht aanwezig? Dan is de achterwacht als volgt geregeld:Er zijn altijd minimaal twee pedagogisch medewerkers of een pedagogisch medewerker en de teamleider op locatie aanwezig. We maken samen met Basisschool de Sonnewijzer gebruik van hetzelfde pand. Tijdens lestijden en schoolweken zijn er naast pedagogisch medewerkers dus ook medewerkers vanuit de school aanwezig.

Wennen en overgaan naar een andere groep:Bij Korein Kinderplein Ruysdaelstraat is er de mogelijkheid voor nieuwe kinderen om te wennen. Tijdens de intake wordt met de ouders de wens omtrent het wennen besproken. Meestal wordt er één dagdeel voor wennen ingepland. Afhankelijk van het kind kan er voor gekozen worden om meer dagdelen te wennen. Voordat een kind komt wennen heeft het kennismakingsgesprek plaatsgevonden met de pedagogisch medewerker. Hierin vraagt de pedagogisch medewerker alle noodzakelijke informatie over het kind om ervoor te kunnen zorgen dat het kind zich veilig kan voelen in de nieuwe omgeving. De pedagogisch medewerker zal zoveel mogelijk dezelfde handelswijze als de ouder hanteren. Tevens geven we algemene informatie over Korein en het kinderplein.

Daarnaast vinden bij het doorstromen van de baby naar de peutergroep, of de peuter naar de bso ook wenmomenten plaats. Dit in overleg met de ouders van het kind. Pedagogisch medewerkers van de desbetreffende groepen zorgen voor een warme overdracht en maken gezamenlijk wenafspraken om voor het kind en ouder de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Overgang naar basisschoolWanneer een kind doorstroomt naar basisschool De Sonnewijzer vindt er een warme overdracht plaats in een gesprek door de mentor met de ouders en de leerkracht van school. Stroomt een kind uit naar een andere school dan vindt er tevens een overdracht plaats tussen de mentor en de nieuwe leerkracht. Dit is afhankelijk van de situatie via telefoon of persoonlijk gesprek. De mentor van het betreffende kind geeft de gegevens over aan de leerkracht van de school na goedkeuring van ouders.

Hoe wordt het mentorschap vormgegeven?Ieder kind heeft een eigen mentor, deze wordt tijdens de intake aan ouders voorgesteld en dit wordt genoteerd. Over het algemeen wordt de pedagogisch medewerker die het kind het meeste ziet de mentor van het kind. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor de ouders. De mentor plant en voert alle intake-en voortgangsgesprekken samen met de ouder volgens het Kind-Volg-Systeem en/of KIJK!.

VVE methode

Wij werken met de VVE-methode Startblokken.Onze medewerkers hebben de opleiding Beredeneerd aanbod in de voorschoolse educatie gevolgd.

4/6

Het opbrengstgericht werken binnen de voorschool wordt gerealiseerddoor een beredeneerd aanbod in een voorbereide speelleeromgeving dat is gebaseerd op een volg systeem dat een doorgaande lijn heeft met de vroegschool. Voor de uitvoeringhiervan is vakkennis nodig over de verschillende ontwikkelingsgebieden. De theoretische achtergrond wordt gekoppeld aan het praktisch werken in de groep. Het gaat daarbij om observeren, zien waar het kind staat in zijn ontwikkeling, om vervolgens te bepalen welke activiteiten een kind nodig heeft in de zone van de naaste ontwikkeling. Door observatie en evaluatie bepalen pedagogisch medewerkers of de juiste spelactiviteiten aangeboden zijn (op individueel of groepsniveau). De ontwikkeling van het kind vastgelegd volgens het kindvolgsysteem KIJK!

StartblokkenStartblokken is opgebouwd uit bouwstenen voor de ontwikkeling van jonge kinderen. De 4 bouwstenen zijn:• Betrokkenheid (hoe betrokken zijn de kinderen bij de activiteit?);• Betekenis (wat zegt het de kinderen, sluit het aan bij hun leefwereld?);• Bedoelingen (wat wil de pedagogisch medewerker bereiken met deze activiteit?);• Bemiddelende rol van de pedagogisch medewerker (waar laat de medewerker het kind zelf ontdekken, waar geeft de medewerker meer sturing?).Deze 4 bouwstenen moeten met elkaar in balans zijn. Vanuit de bouwstenen werken de pedagogisch medewerkers thema’s uit met een activiteitenspin: een soort planformulier voor activiteiten.

Rijke speelleeromgeving (inrichting van de ruimte)Wij vinden het belangrijk dat de groepsruimte is afgestemd op de activiteiten. De indeling past bij de werkwijze van Startblokken. Zo creëren wij een rijke speelleeromgeving:

• De groepsruimte is uitdagend en uitnodigend. Ingedeeld in hoeken: bijvoorbeeld bouwhoek, huishoek, leeshoek, themahoek en kijktafel.

• De hoeken worden aangepast aan het thema. Dat maakt de hoeken voor kinderen herkenbaar en uitdagend. Tevens kan er een themahoek worden gemaakt waarin materialen staan uitgestald die passen bij het thema. Bijvoorbeeld een prentenboek met daarbij passende materialen waar kinderen mee kunnen spelen.

• Er is structuur en overzicht. Spullen hebben een vaste plek en zijn gelabeld. Dit bevordert de zelfstandigheid. Kinderen kunnen materialen zelf vinden en opruimen.

Werkwijze StartblokkenWe werken met thema’s. De thema’s sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen. Hierdoor herkennen ze het thema en kunnen ze het naspelen op de groep. Een thema duurt ongeveer 4-6 weken. Tussen twee thema’s in is er een thema loze week. Hierdoor kunnen kinderen loskomen van het oude thema. De pedagogisch medewerkers zijn achter de schermen al bezig met de voorbereidingen voor het volgende thema.

Thema’sBij Startblokken zijn de thema’s nog niet uitgewerkt. De pedagogisch medewerkers denken zelf na over betekenisvolle thema’s, werkwijzen, activiteiten en materialen. Betekenisvolle thema’s zijn thema’s die dicht bij het kind staan en herkenbaar zijn voor kinderen. De thema’s worden in samenwerking met de onderbouwleerkrachten van basisschool de Sonnewijzer gekozen. Per thema proberen we in ieder geval een gezamenlijke activiteit te organiseren waarbij peuters en kleuters elkaar ontmoeten. De activiteiten die we inzetten, zijn divers en stimuleren een ontwikkelingsgebied. Tijdens het thema komen alle ontwikkelingsgebieden aan bod. De activiteiten sluiten aan bij het ontwikkelingsniveau en de initiatieven van de kinderen.

EvaluatieAchteraf stellen de pedagogisch medewerkers vast of alles wat ze gedaan hebben inderdaad betekenisvol was. Dat doen ze door goed te kijken naar de kinderen. Hoe meer betekenis, hoe hoger de betrokkenheid van de kinderen!

Doelen stellenVoor de activiteiten stellen we duidelijke doelen, zodat een kind zich verder kan ontwikkelen. Tijdens de activiteit blijft de pedagogisch medewerker goed kijken naar de kinderen en wat zij nodig hebben. Misschien was de uitleg van de activiteit niet voldoende of moeten er andere materialen toegevoegd worden. Of moet een pedagogisch medewerker meespelen, zodat de kinderen beter tot spel komen

5/6

(bemiddelende rol).

DagplanningIn de dagplanning leggen we de dagritmestructuur vast. Elke dag heeft terugkerende activiteiten. Dat geeft de kinderen een gevoel van veiligheid, het geeft hen houvast. Met dagritmekaarten maken we de structuur van de dag zichtbaar voor de kinderen.

Kleine groepenNiet alle activiteiten worden met de hele groep gedaan. We werken juist bewust in kleine groepen. Pedagogisch medewerkers kunnen dan beter inspelen op de ontwikkeling van de kinderen en de hulp en begeleiding beter afstemmen. We noteren onze bevindingen in een logboek, zodat we de kwaliteit van de vervolgactiviteiten en het ontwikkelingsverloop van de individuele kinderen kunnen verbeteren.

Startblokken en oudersVoordat elk thema start ontvangen ouders een themabrief. In deze brief worden ouders geinformeerd over de activiteiten die we gaan doen en welke woorden er centraal staan tijdens het thema. Ouders kunnen met hun kind in gesprek gaan over deze woorden, versjes en liedjes zingen of prentenboeken voorlezen. Soms vragen we ouders spullen mee te brengen die aansluiten bij het thema.

Observatiemethode en kind-volg-systeemWij gebruiken het kindvolgsysteem KIJK

De focus voor 2018De matrix ‘Ik ben in beeld’ laat een rijke invulling zien. Om gericht te kunnen werken zal de focus voor 2018 liggen op:

1. Ik vind materialen in mijn omgeving die aansluiten bij mijn interesse en bij mijn ontwikkeling.

2. Ik heb gelegenheid om materialen en de natuur te onderzoeken in mijn omgeving en daarvan te leren.

3. Ik vind passieve materialen en ontwikkelingsmaterialen in mijn omgeving waarmee ik vrij kan onderzoeken en experimenteren en oefenen.

4. Ik word gestimuleerd om het zelf te doen. Binnen de grenzen van mijn mogelijkheden. Kinderen worden gestimuleerd elkaar te helpen.

6/6