50
CIRCUMPLAUDO nummer 66 | november/december 2013 | 8 e jaargang Literair internettijdschrift

Circumplaudo nr 66 oktober 2013

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Literair internetttijdschrift

Citation preview

Page 1: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO

nummer 66 | november/december 2013 | 8e jaargang

Literair internettijdschrift

Page 2: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 2

CIRCUMPLAUDO

nummer 66

november/december 2013

8e jaargang

-tweemaandelijks verschijnend literair platform-

Ad van der Zwart Marijke Scholten

Eric Peterse Redactie

www.circumplaudo.nl

Webadres

www.facebook.com/Circumplaudo Facebook

[email protected] E-mail

Kopij kan worden ingezonden naar het bovenstaande e-mailadres. Kopij

Ad van der Zwart Vormgeving website

Marijke Scholten Eindredactie

Eric Peterse Omslagfoto

Vormgeving omslag en binnenwerk

Rob den Boer Beheer facebookpagina

© 2013 Copyright berust bij de betreffende auteurs. Copyright

Deze uitgave is zonder subsidie tot stand gekomen.

Page 3: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 3

Inhoud

Marijke Scholten - Deelnemen 5

Argibald - Cartoon 13

Arenda Huijsen - Onvoorziene omstandigheden 14

Kees Engelhart - Waarom zou iets dat geen fundament bezit 18

Karen van Soomeren - De waarneming voorbij 20

Rabin Gangadin - De reis naar Suriname fragment 30

Kees Engelhart - Ongeacht de werking van het apparaat 39

Arenda Huijsen - Het wonderlijke spel der zinnen 42

Kees Engelhart – Misschien ook niet 46

Page 4: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 4

Page 5: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 5

Marijke Scholten

Deelnemen

Meester Van der Roer, strafrechtadvocaat, fronste zijn don-

kerblonde wenkbrauwen en kneep z’n mond samen, “het

ziet er niet best voor u uit, Couzijn; heterdaad, het beste is

om gewoon maar te bekennen.”

Karel Couzijn, heftruckchauffeur, zat tegenover de advo-

caat aan een vrijwel lege tafel in het kale vertrek, een beetje

beduusd nog van de gebeurtenissen. Hij, gemiddelde lengte,

enigszins gezet, was net bezig geweest zijn vader, klein,

schriel en beweeglijk, los te maken uit de Zweedse band toen

er ineens politieagenten in voor- en achtertuin hadden ge-

staan. Met veel misbaar waren ze binnengedrongen, twee

hadden er zelfs een pistool in de aanslag gehad. Hij had zich

om moeten draaien, handen tegen de muur, benen gespreid.

Ze hadden hem gefouilleerd en afgezien van wat giechelen –

sinds z’n scheiding was hij aanrakingen ontwend geraakt –

had hij het gelaten ondergaan. Andere agenten hadden zijn

vader losgemaakt, die had nog met z’n meest gedragen stem

gezegd dat dit louter cumulatief was.

Van der Roer zei dat wederrechtelijke vrijheidsberoving

een ernstig delict was. Zijn stem klonk nog jong, paste bij

zijn gezicht en tengere postuur.

Karel bekeek zijn toestand eens. Het viel hem mee, hij

was niet geboeid en had ook geen oranje ketelpak aan, zoals

Page 6: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 6

je soms op tv zag. “Wat gaat er nou gebeuren?” vroeg hij

aarzelend.

“Laten we niet op de dingen vooruitlopen,” antwoordde

de advocaat. Hij legde zijn handen op tafel, spreidde zijn

vingers en keek peinzend. “Waarom hebt u het eigenlijk ge-

daan?”

“M’n vader is dement…” begon Karel, Van der Roer hief

zijn linkerhand op, precies zoals één van de agenten had

gedaan toen Karel over zijn vaders dementie was begonnen.

“Hoho,” zei de advocaat, “bent u soms arts? Psychiater? “

Karel schudde het hoofd, schuldbewust, dementie was na-

tuurlijk een diagnose die je als leek niet zomaar stellen kon.

Waar zou het dan heen moeten met de wereld?

“Dan zou ik maar niet over dementie beginnen in de

rechtszaal, alleen gediplomeerde en ervaren artsen mogen

zo’n diagnose stellen.” Karel bleef stil. Buiten z’n vaders de-

mentie en Karels financiële noodzaak om toch naar zijn

werk te gaan, was er geen reden geweest de oude man vast

te binden. Maar symptomen opnoemen was geen diagnose

stellen, besloot hij en hij begon ze op te noemen: “Zwerfge-

drag, het gas aanlaten, plassen op de bank, de agressie als

hij z’n zin niet kreeg.” De advocaat schudde het hoofd. “Ze

zullen de oorzaak voor dat soort gedrag zoeken in een slech-

te behandeling van uw vader. Hebt u nooit met iemand over

uw problemen gesproken, maatschappelijk werk mis-

schien?” Dat had Karel, men had toen gesproken over hoe

heerlijk het toch was om voor iemand te kunnen zorgen die

immers zoveel voor hem had gedaan en dat het toch zo’n

dankbare plicht was voor je ouders te zorgen.

“Wat moet ik nu?”

Page 7: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 7

“Bekennen, er zit niets anders op, te veel mensen hebben

het gezien. En dan flink berouw tonen, beloven dat u het

nooit meer zult doen. Misschien dat het dan bij zes weken

blijft, vier na aftrek voor goed gedrag.” Karel sloeg zijn ver-

moeide ogen op. “En anders?”

“Zes maanden tot een jaar.”

Ze zaten op de derde verdieping, hoog in de muur zat

een raampje. Karel zag een ekster tegen de eerst herfststorm

van het jaar optornen. “Dat is best lang,” zei hij zachtjes.

Terug op z’n cel voor voorlopige hechtenis zette Karel

alles eens op een rijtje. Vier dagen zat hij hier nou. Tot z’n

verbazing had hij z’n mobieltje mogen houden, er zat name-

lijk geen internet op. De eerste dagen en nachten was hij nog

veel gebeld door buren, verre familieleden en vage kennis-

sen. Dan hadden ze zijn vader ergens verdwaasd zien zwer-

ven of stond hij in een winkel te schelden en te tieren om

niks. Of Karel niet even kon komen om het op te lossen.

Maar opsluiting in een politiecel kon zelfs de meest dram-

merige bellers ervan overtuigen dat dat niet ging. Na twee

dagen was het bellen opgehouden omdat de batterij leeg

was. Voor het eerst in jaren sliep Karel hele nachten door,

de vermoeidheid in z’n rug en knieën was al veel minder

geworden.

Bij het tweede gesprek met Van der Roer zaten ze in een an-

dere kamer, op de achtste verdieping en met een groot raam

op het Noordwesten. Je kon prachtig de regenbuien over zee

zien aankomen. Het psychiatrisch onderzoek had gunstig

uitgepakt, Karel Couzijn werd erin beschreven als een

zachtmoedig en evenwichtig mens. Het rapport, samen met

Page 8: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 8

een bekentenis en diepgemeend berouw, zou de rechter

heus wel gunstig stemmen. “Het is niet de bedoeling van ons

rechtssysteem om kinderen te verhinderen hun plicht jegens

hun ouders uit te voeren, iedereen wil u en uw vader zo snel

mogelijk weer herenigen. Een officiële diagnose zou overi-

gens wel helpen, is er echt geen artsenverklaring over de

dementie van uw vader?”

Karel dacht aan de keren dat hij naar de huisarts van z’n

vader was gegaan om haar zijn zorgen voor te leggen en uit

te leggen dat zijn vader soms zomaar tegen voorbijgangers

begon te schreeuwen, of tegen hemzelf. Ze had hem telkens

afgepoeierd, een man moest zelf aangeven bij een arts dat

hij aan dementie dacht, een zoon had zich daar maar niet

mee te bemoeien. Zijn vader had hooguit wat extra aandacht

en zorg nodig, en die moest Karel gewoon maar leveren en

verder niet zeuren. Karel had nog gezegd dat zijn vader niet

at als Karel niet naast hem zat, maar de huisarts had gezegd

dat hij zijn baan dan maar op moest zeggen en er naast

moest gaan zitten. Er was dus geen artsenverklaring, de

advocaat vond dat dat de zaak toch wel wat compliceerde.

“Waarom hebt u uw vader eigenlijk in huis genomen?”

wilde de advocaat weten. Karel vertelde over hoe zijn vader

een jaar geleden uit z’n huis was gezet. De oude Couzijn had

een huurachterstand gehad van bijna een jaar omdat hij de

automatische betalingen stop had gezet. Uit achterdocht,

niet uit geldgebrek. Karels broers en zus woonden alledrie

ver weg, in andere provincies. “Nou ja, u begrijpt het wel,”

zei Karel. Van der Roer knikte.

Karel haalde een hand door z’n grijzende haar, de advocaat

ging wat verzitten en herhaalde zijn raad om te bekennen en

Page 9: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 9

vooral veel berouw te tonen. Een vlotte bekentenis, diep be-

rouw en het psychiatrisch rapport zouden z’n kansen op een

lage straf vergroten. “U zult snel weer een nuttig lid van de

maatschappij kunnen zijn.” Karel wist niet goed of hij echt

nog een nuttig lid van de maatschappij wou zijn, maar het

leek hem niet handig dat te zeggen.

Uitgerust stapte Karel Couzijn veertien dagen later de recht-

bank in. Hij was goed blijven slapen tijdens de voorlopige

hechtenis en hij merkte dat hij weer helder kon denken. De

spieren in zijn schouders waren langzaam uit de knoop ge-

raakt en het brandende gevoel in zijn maag en ogen was

weg. Zijn vader was ook bij de rechtszaak, Karel was even

verbaasd, hij had er niet bij stilgestaan dat zijn vader het

slachtoffer was van de misdaad die nu behandeld zou wor-

den. Het viel hem op dat z’n vader dezelfde kleren droeg als

op de dag van Karels arrestatie. Ze leken in de tussentijd

niet gewassen, waren misschien zelfs ’s nachts niet uit ge-

weest. Karel dacht aan al die keren dat hij had moeten vlei-

en, dreigen en soebatten om zijn vader in schone kleren te

krijgen, en de stank die in het huis hing als dat al te lang niet

lukte. Prompt was de vermoeidheid terug in zijn rug en

knieën.

De zitting begon. De rechter vroeg naar de reden van de

vrijheidsberoving. Karel dacht aan de adviezen van z’n

advocaat, aan de stank in z’n huis, de eindeloze telefoontjes

op alle momenten van de dag en de nacht. Hij zei: “Ik deed

dat omdat m’n vader dement is en er geen land met hem te

bezeilen is.” De rechter keek strak en streng en vroeg of er

een artsenverklaring was. Toen die er niet bleek te zijn,

Page 10: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 10

vroeg de rechter de oude Couzijn op de man af of hij soms

dement was. Pa Couzijn ontkende. Daarop herhaalde de

rechter zijn vraag aan Karel naar het waarom van zijn mis-

drijf. Karel herhaalde de reden. De rechter sprak hem toen

vaderlijk toe “Mijnheer Couzijn, ik snap wel dat u in een

vlaag van verstandsverbijstering geen uitweg zag, maar u

hebt vast erg veel berouw. Ik begrijp uit het psychiatrisch

rapport dat u een zachtmoedig en evenwichtig mens bent,

ook heeft u een blanco strafblad. De officier van justitie eist

vier maanden gevangenisstraf, ik vind dat vrij veel. Het kan

dus minder worden, maar dan moet u wel meewerken.”

Karel overlegde even met zijn advocaat, die zei dat hij er

wel zes weken van kon maken. “Als u meewerkt, kunt u snel

weer uw familieleden in uw armen sluiten, inclusief uw va-

der.” Karel voelde plots dat hij last kreeg van brandend

maagzuur.

De rechter herhaalde zijn vraag naar het waarom nog maar

weer eens. Karel strekte zijn rug en zei: “Mijn vader is de-

ment en ik wou even mijn handen vrij hebben voor een be-

zoek aan een prostituee. Ik heb geen spijt van mijn daden en

zou het zo weer doen.”

De advocaat, de rechter en de officier van justitie keken in-

eens heel ijzig, de griffier moest nodig diep in zijn papieren

duiken. Pa Couzijn nam het woord en zei: “Alles is hier zeer

palliatief, mijn complimenten.” De rechter vroeg Karel wat

zijn vader daar mee kon bedoelen en Karel verklaarde, “Als

mijn vader niet dement is en u een intelligent man bent, zult

u hem toch wel begrijpen? Ik ben maar een leek en een hoe-

renloper, ik begrijp er niks van.” Hij hoopte dat men niet

zou vragen om bewijzen voor zijn hoerenbezoek; bonnetjes,

Page 11: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 11

ooggetuigenverklaringen, dat soort dingen.

Het vonnis werd zes maanden.

De traagheid der dagen in de gevangenis maakte van Karel

een modelgevangene, medegevangenen zowel als bewakers

droegen hem op handen. Eind februari zou hij vervroegd

vrij komen. Half februari kwam Karels zus hem opzoeken.

Ze had zich fleurig uitgedost en chocolaatjes voor hem mee-

genomen. Ze zaten ontspannen te babbelen, haalden jeugd-

herinneringen op. Karel zei dat hij zich verheugde op de vrij-

lating. Hoezeer de sleur en de verveling van het gevangenis-

bestaan hem ook tot rust brachten, hij wou toch weer graag

als vrij man, op eigen gelegenheid, bij mensen langsgaan, in

het bos wandelen, een café bezoeken.

Bij het afscheid zei zijn zus tegen hem, “Je zult wel blij zijn

dat je snel weer voor pap zult kunnen zorgen. Jullie hadden

het zo gezellig samen.” Ondanks de spanning die in zijn

schouders schoot, knikt hij kalmpjes, bijna sereen. Hij dacht

aan alle keren dat hij bij nacht en ontij zijn vader had lopen

zoeken in donkere straten waar de wind guur doorheen

woei. Het vooruitzicht van boswandelingen en cafébezoek

leek weer ongrijpbaar ver weg. Zijn zus draaide zich bij de

deur nog even om en zwaaide. Karel zwaaide terug. Kalm en

weloverwogen nam hij een besluit. Zijn schouders ontspan-

den zich.

Die avond sloeg hij het meubilair in de eetzaal kort en

klein en bedreigde hij een bewaker met een lepel. Hij werd

in de isoleercel geplaatst. De vervroegde invrijheidsstelling

was van de baan.

Toen hij veertien dagen later uit de isoleercel kwam, hoor-

Page 12: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 12

de hij dat zijn vader was overleden. Hij was onderkoeld in

een portiek gevonden, om 3 uur ’s nachts, en naar het zie-

kenhuis gebracht. Zeven uur later was hij dood. De directeur

van de gevangenis kwam Karel condoleren en zei nog dat

het hem zo speet dat Karel niet bij de begrafenis had kunnen

zijn. Karel hoorde het knikkend en hoofdschuddend aan,

wist niet goed wat een gepaste reactie zou zijn. Hij wist wel

dat een baan, boswandelingen en cafébezoek na zijn vrijla-

ting weer tot de mogelijkheden zouden behoren maar dat hij

daar nu maar even niks over zeggen moest. Tot zijn eigen

opluchting gleden er een paar tranen langs zijn neus in de

snor die hij in de isoleercel had laten staan toen de directeur

vertelde dat er niemand bij zijn vader was geweest toen die

stierf. Men had Karels broers en zus niet snel genoeg kun-

nen bereiken. De directeur bood hem geroerd een papieren

zakdoekje aan.

De rest van zijn dagen in de gevangenis was Karel weer een

modelgevangene. Hij had een luisterend oor voor zijn me-

degevangenen, en ook de bewakers konden hun nood bij

hem klagen. Om zich beter voor te bereiden op zijn terug-

keer in de maatschappij, begon hij aan een schriftelijke cur-

sus boekhouden, hij besloot zijn snor weer af te scheren en

dacht erover een hobby op te pakken, postzegels verzamelen

misschien, of beter nog; hardlopen. Hij had eigenlijk een erg

grote behoefte aan buitenlucht gekregen.

Page 13: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 13

Argibald

Page 14: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 14

Arenda Huijsen

Onvoorziene omstandigheden

‘Goedenavond, heren. - Ober, het gewone recept graag!’

De diepe, sonore stem brengt een schok van herkenning

teweeg en ik weersta ternauwernood de sterke aandrang een

blik over mijn schouder te werpen. Mijn ogen houd ik

angstvallig op de tafel voor me gericht, terwijl heel mijn we-

zen het uitschreeuwt: Hier zit ik! Zie je niet hoe erg ik eraan

toe ben? Wat het met me heeft gedaan? Kijk dan toch!

Ik stel me voor hoe Twan zijn ogen door het restaurant

laat dwalen, over de schaars bezette tafeltjes en hoe zijn blik

enkele seconden op mij blijft rusten. Die gewaarwording is

zo intens dat ik bijna de aanraking van zijn hand op mijn

schouder voel.

Mijn hart roffelt in mijn borstkas en ik duw de kraag van

mijn jasje hogerop in mijn nek om herkenning te voorko-

men. Zijn stem heeft door de jaren heen niets aan kracht en

dominantie ingeboet.

Een confrontatie is vooralsnog afgewend. Ik tracht me te

concentreren op het tijdschrift dat opengeslagen voor me

ligt, maar de letters dansen een onstuimige polka en weige-

ren zich tot een samenhangende reeks van woorden aaneen

te schakelen. Vanuit de bar dringt zijn stem in onverstaan-

baar gemompel tot me door. Ik laat me als vanouds meevoe-

ren met dat donkere, bronzen timbre.

Page 15: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 15

Destijds was zijn zware stem in volstrekte harmonie met zijn

postuur. Hij scheen zich er nauwelijks van bewust hoe groot

het effect daarvan op vrouwen was. Ik voelde me immens

bevoorrecht boven hen die vruchteloos hun charmes op hem

loslieten. Nochtans bekroop me met regelmaat de vrees dat

hij me ooit zou verlaten en die heilloze gedachte liet mij

nooit geheel los.

De pijn in mijn been neemt gestaag toe en zuchtend ga ik

verzitten. Ik kan het onmogelijk veel langer uithouden op

deze stoel.

Ik schrik hevig wanneer de ober plotseling naast me op-

doemt.

‘Heeft het gesmaakt, mevrouw?’

Hij stapelt het serviesgoed op en hopelijk trekt het geluid

niet Twans aandacht.

‘Ja, zeker.’ Ik tracht mijn stem zoveel mogelijk te dempen.

‘Mag ik afrekenen, alstublieft?’ Na dit intermezzo verlies ik

me opnieuw in overpeinzingen.

Zijn stem kon zowel liefdevol strelen als genadeloos kwetsen

en dat laatste sloeg diepe wonden in mijn ziel. Desondanks

verzon ik allerlei verzachtende omstandigheden voor zijn

gedrag. Mijn liefde voor hem deed mij steeds vaker en ver-

der de grenzen verleggen van hoe hem te behagen. Ik gaf en

hij nam: mijn lichaam, mijn energie, mijn geld, mijn identi-

teit. Alles. Hij was mijn enige behoefte, ik at, dronk en

ademde hem. Meer dacht ik niet nodig te hebben.

De ober is bezig de tafeltjes in mijn buurt af te ruimen en ik

merk dat ik de enig overgebleven gast ben in dit gedeelte

Page 16: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 16

van het restaurant. Ik vang nog steeds flarden op van het

gesprek tussen Twan en zijn gesprekspartners. Helaas leidt

de weg naar de uitgang langs de bar en ik zal de voorzienig-

heid prijzen als het me zo dadelijk gelukt ongezien weg te

sluipen.

Het keerpunt diende zich abrupt aan op een bedrijfsfeestje.

Twan had een verse megaopdracht in zijn portefeuille, het-

geen gepaard ging met een royale salarisverhoging. We wa-

ren even uitgelaten als tieners en genoten volop van de heer-

lijke cocktails die op grote dienbladen werden aangeleverd.

Het leven had ons lief.

Al gauw vertroebelde ons beneveld brein een helder zicht

op het gevaar dat een trap kan opleveren. Vanuit de tot

feestzaal omgebouwde kelderruimte begaven we ons naar

boven om buiten wat verkoeling te zoeken: hij luidkeels zin-

gend, een arm om een vrouwelijke collega geslagen, beurte-

lings twee treden op en één neer. Ik volgde enkele treden

lager. Plotseling raakte hij me door een maaiende beweging

van zijn arm waardoor ik het evenwicht verloor en met een

smak onderaan de stenen trap belandde. Ondanks de hevige

pijn, ontwaarde ik tot mijn ontzetting het tafereel dat haar-

scherp en onuitwisbaar in mijn geheugen staat gebeiteld.

Zijn opgetrokken schouders en gespreide armen kenschets-

ten ondubbelzinnig de woorden: sorry liefje, in de gegeven

omstandigheden kan ik je onmogelijk te hulp komen, waar-

na hij zijn arm in die van het meisje haakte en zwalkend de

laatste, opwaartse treden liep. Daarna zonk ik weg in een

genadige bewusteloosheid.

In het ziekenhuis constateerde men, afgezien van een ga-

pende hoofdwond, een zeer gecompliceerde beenbreuk.

Page 17: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 17

Sindsdien is mijn stok een onmisbare metgezel.

Het werd me pijnlijk duidelijk dat ik me vrijwillig door

deze man naar de afgrond had laten leiden. Met het laatste

restje gevoel van eigenwaarde maakte ik een einde aan onze

relatie.

Ik sta moeizaam op en kom slechts stapvoets vooruit. De

stok volgt het trage ritme van mijn voetstappen. Mijn blik is

strak gericht op de brede deur naar buiten, evengoed zie ik

vanuit mijn ooghoeken een gedaante naderbij komen.

‘Ben jij het echt? Hanneke? Meisje toch...’

Die stem, die bronzen stem! Ik tracht Twan te negeren,

maar hij grijpt mijn arm en houdt me staande. Onwillig sla

ik mijn ogen naar hem op en ineens lijkt geen macht sterk

genoeg om me te pantseren tegen zijn overweldigende aan-

trekkingskracht. Ik trek me los uit zijn greep en doe een stap

achterwaarts.

Mijn stok raakt hard de zijkant van zijn hoofd. Bloed sij-

pelt in straaltjes door zijn baardharen en vormt grillige pa-

tronen op zijn witte overhemd. Hij staart me aan, zijn blik

vol ongeloof. Zijn stem, die in mijn hoofd nimmer zal ver-

stommen, zwijgt.

Ik strompel naar buiten, de avond in.

Page 18: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 18

Kees Engelhart WAAROM ZOU IETS DAT GEEN FUNDAMENT BEZIT

1 Waarom zou iets dat geen fundament bezit Waardevol zijn Is dat een vraag Kan daarmee iets gemeten worden Verborgen worden Weggegooid Is het mogelijk Wit verleden te maken Kalmer dan water Is dat het geval Begin met een boomhut Iets dat al lang verdwenen is Buig voor aanbevelingen Bespied naakte feiten Zeg er niets over Wind is er langs gegaan Regen viel er Onwrikbaar op neer Valt daar iets te wegen Iets te beamen Flinterdun ijs zeggen we IJs van een enkele nacht Niet iets om overheen te gaan Prairies zijn woestijnen En woestijnen de zee

Page 19: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 19

2 Die almaar roept en wenkt Geen magistratuur kent Van zonde vrij is Waarop geen enkele misdaad Aanspraak maken kan Als vanzelf ontstond Ons achterliet Gekoesterd Uiterst kwetsbaar Alle aantijgingen onschadelijk makend Is de vloot Met een verrekijker Nog juist te zien De avond valt het is warm Het eiland links Waarvan men zegt Dat het ijdel is Tuigt zich op en Laat haar schittering ontluiken Een soort ziekenhuis Om heen te gaan In geval er niemand is Die weet heeft van hetzelfde Ook dierentuinen zijn geschikt Mits het winter is En dat het regent

Page 20: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 20

Karen van Soomeren

De waarneming voorbij

In het schijnsel van de lantarenpalen wist de voorgevel van

het zwembad zich te onderscheiden van de overige donkere

schimmen. Alles daarachter werd opgeslokt door de duis-

ternis. Het kleine tl-balkje boven de voordeur veranderde

daar niets aan. Hoewel hij gemakkelijker uit bed kwam

wanneer het buiten al licht was, maakte de herfst het hem

eenvoudiger. Rustig liep hij naar het met stenen gevulde

gaas dat een siermuur langs de oprit van het zwembad

vormde. Hij zette zijn handen op de schouderhoge muur en

duwde zichzelf omhoog. Soepel wisten zijn voeten zich on-

der zijn lichaam te voegen. Hij liep over de siermuur naar de

omheining die haaks op de siermuur stond en twee keer zo

hoog was. Net zoals hij op de siermuur geklommen was,

klom hij ook op de omheining. De architect had het te ge-

makkelijk gemaakt. Voorzichtig liet hij zich aan de andere

kant zakken voordat hij het laatste stukje sprong. Hij plofte

op het grasveld. Door het raam aan de zijkant zou pas licht

gaan branden wanneer de eerste medewerker via de voor-

deur naar binnen was gekomen en de lichten aandeed. Dit

zou over een paar minuten gebeuren. Daarna zou deze me-

dewerker de zijdeur en branddeuren openen. Tien minuten

later zou het zwembad daadwerkelijk open gaan. De eerste

zwemmers zouden al voor de deur staan te wachten totdat

Page 21: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 21

ze naar binnen mochten.

Hij leunde tegen de muur aan, zijn gedachten dwaalden

af naar de sollicitatiebrieven die hij later die dag wilde

schrijven. Een weeïg gevoel kroop vanuit zijn buik omhoog.

Wanneer was zijn laatste sollicitatiegesprek geweest? Vier

maanden geleden? Of waren het er vijf? Het licht in het

zwembad ging aan en even later hoorde hij een sleutel in het

slot ronddraaien. Nog een paar minuten geduld en daarna

was het zijn uur. Een uur waarin zulke gedachten niet be-

stonden. Tegen zijn vrouw zei hij altijd dat hij ’s ochtends

ging wandelen. Ook al wist hij dat zij wel beter wist. Maar ze

zei er niets van. Er waren nu eenmaal perioden in het leven

waarin je het je niet kon permitteren om bepaalde normen

te hanteren.

Hij liet zijn benen over de rand bungelen. Het water voelde

fris aan, precies zoals hij het liefste had. Hij liet zich vallen

en ging kopje onder. Eenmaal boven spoelde hij de shampoo

uit zijn brilletje, zette het op en zette zich tegen de kant af.

Door zijn stroomlijn gleed hij soepel door het water heen.

Zijn aandacht ging slechts nog uit naar de manier waarop hij

zwom. De doorhaal van zijn armen, de stand van zijn han-

den, de voortstuwing vanuit zijn voeten en de rompstabili-

teit traden op de voorgrond. De zwarte T onder hem liet

hem weten dat het na twee slagen tijd was voor het keer-

punt. Tijdens de koprol voelde hij hoe hij iets teveel naar

links helde. Daar moest hij echt aan werken. Na tien banen

ingezwommen te hebben, bleef hij aan de kant staan om wat

water uit zijn bidon te drinken. Door de grote glazen wand

langs het bad zag hij hoe het licht begon te worden. Roze en

Page 22: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 22

paarse strepen maakten plaats voor een paar oranje scha-

penwolken. De kleine gezette badmeester die langs de rand

van het bad slenterde, knikte naar hem. Hij stak zijn hand

op. De medewerkers waren kennelijk geen ochtendmensen.

Niemand herinnerde zich ooit dat hij niet via de ingang naar

binnen was gekomen. Hij had de afgelopen jaren nu een-

maal tot de vaste club zwemmers behoord. Vorige week had

de baliemedewerker zelfs opgemerkt dat hij er duidelijk fris-

ser uitzag in vergelijking met hoe hij die ochtend binnen was

gekomen. Het menselijk brein volgde zijn eigen regels.

Een vrouw van een jaar of dertig kwam binnenlopen en

liep doelgericht op baan vijf af. Ze ging op de rand zitten,

deed haar haar in een knot en zette haar badmuts met de

tekst ‘first in the pool’ op. Haar brilletje volgde, ze liet zich

in het water zakken en begon met inzwemmen. Hij richtte

zich weer op het water voor hem. De mannen in de baan

naast hem zwommen breeduit een oude wijvenschoolslag

waardoor ze hun gesprek konden voortzetten. Ze bleven

echter uit zijn baan, waardoor hij vlinderslag kon zwemmen.

Hij haalde diep adem en dook het water in. Na zijn onder-

waterfase schoot hij vlak over het water heen en dook weer

onder het oppervlak. De eerste zonnestralen schenen het

bad in. De lichtbundels zochten hun weg naar de bodem.

Met een flinke vaart zwom hij door de gouden waterstralen

heen. Hij tikte aan en keerde om. Plotseling zag hij een dag-

pauwoog boven het water fladderen. Het moest een van de

laatste van dit jaar zijn. Het diertje was kennelijk op zoek

naar een plek om te landen, want iedere keer naderde het

het wateroppervlak om vervolgens weer omhoog en daarna

een andere kant op te vliegen. Zijn hoofd dreunde tegen de

Page 23: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 23

kant aan. Hij was er al. Een pijnscheut resoneerde door zijn

schedel. Het zwembad draaide, vervaagde en werd weer

scherper.

‘Gaat het wel met u?’ een van de drie jonge mannen, die

in baan vier hadden rondgecirkeld, was gestopt. De andere

twee volgden zijn voorbeeld en staarden hem aan.

‘U klapte flink tegen de muur op. U kunt het zwembad

maar beter uit gaan,’ de langste van het stel, die ondanks

zijn mannelijke voorkomen een zandloperfiguur had, stond

nu naast hem en duwde hem richting de kant. Zonder na te

denken liet hij hem zijn gang gaan. Bij het trappetje klom hij

uit het water.

‘Bedankt.’

‘Zal ik u naar een dokter brengen?’

Resoluut schudde hij zijn hoofd, iets waar hij direct spijt

van had.

‘Het gaat wel. Even wat drinken en dan ga ik rustig naar

huis.’ De man haalde zijn schouders op en ging weer terug

naar baan vier. Gelukkig maar. Een doktersbezoek kon hij

nu niet gebruiken. Niet nu zijn vrouw en hij besloten had-

den om het eigen risico van de zorgverzekering te verhogen

omdat ze zelden wat hadden.

Voorzichtig liep hij het zwembad uit. Bij iedere beweging

dreunde het in zijn hoofd. De manier waarop zijn omgeving

draaide gaf het geheel een nieuwe dimensie. Hoewel hij het

liefste direct naar huis zou zijn gegaan, liep hij de andere

kant op. Hij moest in het ritme blijven. Hij mocht niet opge-

ven, hij zou maar net die ene keer een uitnodiging krijgen.

Zo snel als zijn hoofd het toeliet, wandelde hij naar het cen-

Page 24: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 24

trum. De grote gele M zwaaide boven zijn hoofd heen en

weer, terwijl hij probeerde te ontdekken welke deurklink hij

vast moest pakken. Eenmaal beet duwde hij de deur open.

Bij de tweede deur had hij geluk, er kwam net iemand naar

buiten. Binnen was het rustig. Achterin zat een stelletje kof-

fie te drinken uit kartonnen bekers. Het blonde meisje met

de knalrode lippenstift dat achter de balie stond, speelde

verveeld met haar smartphone. Hij hoefde geen moeite te

doen om ongezien naar de wc’s te gaan. In het toilethokje

liet hij het deksel vallen. Het viel vandaag mee. De vloer

plakte een beetje, maar het stonk er bijna niet. Hij haalde

zijn oude abonnementloze mobiel uit zijn jas. Het kostte

hem moeite om zich op het kleine schermpje te concentre-

ren. Hij maakte verbinding met Wi-Fi en controleerde zijn

e-mail. Op wat spam na, was er geen nieuwe e-mail. Zuch-

tend zette hij zijn telefoon weer uit. Eerst nog even langs het

uitzendbureau om te kijken of er nieuwe vacatures bij waren

gekomen. Daarna eindelijk naar huis.

De deur kreunde terwijl hij hem openduwde. Het was fris in

de ruime hal. Hij schopte zijn schoenen uit, gooide zijn tas

in een hoek en liet zijn jas van zijn schouders glijden. Ver-

baasd keek hij om zich heen. De kapstok was van hout in

plaats van roestvrij staal, de reproductie van ‘Caféterras bij

nacht’ aan de muur had hij nog niet in zijn eigen huis gezien

en de wanden leken wel geel. Hoe hard was die klap wel niet

geweest? Hij deed de deur naar de woonkamer open. Daar

was het hetzelfde verhaal. Het oranje behang waar de zon op

viel, straalde warmte uit. Er hingen diverse reproducties.

Van Picasso tot Monet. Een beige suède hoekbank vulde een

Page 25: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 25

groot deel van de kamer, een koloniale eikenhouten tafel

nam een ander deel voor zijn rekening. Aan die tafel zat zijn

vrouw. Verstopt onder een zwarte hoody waarvan ze de ca-

puchon over haar hoofd had getrokken. Hij keek tegen haar

rug aan.

‘Schat? Hoefde je niet te werken?’ Hij ging naast haar zit-

ten. Ze prikte met een vork in een stukje brood, haalde de

vork eruit en prikte de vork er weer in. De oude kaas die op

het brood lag brokkelde steeds verder af en kwam op het

bord terecht. Hij ving een glimp op van de zijkant van haar

gezicht. Haar blonde steile haar was verdwenen, hij zag al-

leen maar huid. Haar linker wenkbrauw was opgetekend

met lichtbruin oogpotlood en haar ooglid was wimper loos.

‘Wat is er gebeurt? Waar is je haar? Langzaam draaide ze

haar hoofd zijn kant op. Hij wist niet of ze hem nu aankeek

of langs hem heen staarde. Haar blik was leeg. Ze richtte

zich weer op het bord. Hoewel haar hand beefde, begon ze

steeds sneller in het brood te prikken. Totdat het uit elkaar

viel. De punten van het eetgereedschap vlogen omhoog en

schoten vervolgens weer naar beneden. Een koude metalen

scheut trok door zijn hand. Zij schoof haar stoel naar achte-

ren en verliet de kamer. Zijn blik bleef op de deur hangen,

totdat hij een stroompje over zijn rechterhand voelde lopen.

De vork zat in zijn hand. Zonder erbij na te denken, trok hij

het stukeetgerei uit zijn hand. Het bloed gutste nu uit de vier

gaatjes. Hij stond op en probeerde zonder teveel te druppe-

len de keuken te bereiken. Hij greep naar de keukenrol en

wond een paar vellen om zijn hand. Hij schrok op van het

geluid van de voordeur die dichtviel.

‘Heleen...’ Hij wankelde naar de deur die toegang gaf tot

Page 26: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 26

de hal, maar botste tegen een ladekastje. Haar agenda viel

op de grond. Er vielen losse papieren en een folder uit. Hij

schoof alles bij elkaar en wilde het terug stoppen toen zijn

blik op de medische informatiefolder viel. Hij draaide de

agenda om. De letters CK stonden bij vanmiddag. Hij bla-

derde door. Over twee weken stonden de letters er weer en

twee weken daarop weer. Zijn lichaam negerend sprong hij

op, rende de gang in, schoot in zijn schoenen en vloog de

deur uit.

‘Heleen!’

Het was donker. Zijn stem vervaagde in de wind. Het hui-

zenblok voor hem brokkelde voor zijn ogen af. Van de mu-

ren bleven randen van één a drie stenen hoog over. Overal

lagen dakpannen, versplinterde planken en bakstenen. De

wind striemde in zijn gezicht, trok aan zijn kleding en rukte

de vellen keukenrol los. Hij opende zijn hand en liet ze gaan.

Het schijnsel van de enige lantarenpaal die nog enigszins

overeind stond, knipperde. De tussenpozen werden steeds

langer. Hoe moest hij Heleen hier vinden? Of moest hij nu

juist op bed gaan liggen? Rusten? Deed zijn hersenschud-

ding hem dingen zien die er niet waren? Net zoals tien jaar

terug toen hij midden op straat een vrouw zag die er niet

was. De volgende dag had hij met 40 graden koorts op bed

gelegen en wist hij niet eens meer wie hij zelf was. Alleen

was dit anders. Te echt. Hij voelde de wind, het kippenvel

stond op zijn armen, het bloed sijpelde uit zijn hand en de

blik in Heleens ogen had hij zich nooit zo kunnen voorstel-

len. Niet alleen duizelde zijn hoofd, hij voelde de onrust

door zijn neuronen knetteren. Dan maar lopen. Alles beter

dan niets doen. Voorzichtig begon hij zich een weg door de

Page 27: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 27

duisternis te banen. Af en toe zag hij de contouren van iets

dicht naast hem. Hij hoopte maar dat het puin was. Omdat

hij het ook niet wist, riep hij af en toe Heleens naam. Zag hij

nu ook een lichtje in de verte? Het was een houvast, die kant

ging hij op. Ineens werd hij bij zijn arm gegrepen.

‘Ben je helemaal gek geworden?’ De lippen raakten bijna

zijn oor. De persoon trok hem mee. Hij liet het gebeuren. Ze

sloegen rechtsaf en wisten redelijk snel door een labyrint

van brokstukken te manoeuvreren. Slechts twee keer stootte

hij met zijn voeten ergens tegenaan. De gedaante begeleidde

hem met zachte dwang een trap af. Daarna trok de persoon

aan iets waarvan hij vermoedde dat het een grendel was.

Langzaam duwde hij iets opzij en hem naar binnen. Nadat

de persoon ook binnen was en de deur vergrendeld had

werd het rustig. De gierende wind was verdwenen. Hij zag

verderop een paar lichtbundels.

‘Pas op.’ Nu hoorde hij dat het een mannenstem was en

herkende deze. Het licht ging aan. Hij knipperde met zijn

ogen. Zijn buurman schudde zijn hoofd en keek hem aan. Ze

stonden in de hal van iets wat van binnenuit op een bunker

leek. In de grote ruimte die aan de hal grensde, stonden tien

stretchers. Slechts vijf werden in gebruik genomen door een

vrouw, een man, twee jongens en een meisje. Ze knipten

hun zaklantaarns uit en keken even om. Kennelijk was het

niet erg interessant, want de man en vrouw draaiden zich

weer om en de kinderen kropen bij elkaar op een stretcher.

Het meisje pakte een doos die onder de stretcher lag en

haalde er een mens-erger-je-niet-bord uit.

‘Waar was je mee bezig? Wat doe je midden op de dag

buiten? Hoofd gestoten of gewoon levensmoe?’

Page 28: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 28

‘Nou, ja. Ik heb mijn hoofd wel gestoten.’

‘En dat was genoeg om de oorlog te vergeten? Om naar

buiten te gaan wanneer het donker is?’

‘Maar wat deed jij dan buiten?’

Zijn buurman kneep zijn blauwe ogen tot spleetjes en

trok hem aan zijn arm dichterbij: ‘Niet hier. We mogen dan

wel een schuilkelder delen, maar we bespreken hier geen

tactieken.’

‘Waar is Heleen?’

‘Wie?’

‘Heleen. Mijn vrouw?’

‘Ga even liggen. Rust uit.’Hij ging op de dichtstbijzijnde

stretcher liggen en sloot zijn ogen. Het leek alsof zijn li-

chaam draaiend in een diepte gegooid werd. In de verte

hoorde hij de stem van de buurman: ‘Hij is het kwijt. Ik

denk dat het hem teveel is geworden. Hij is volledig doorge-

draaid.’

‘Schat?’ De druk op zijn schouder nam toe. Langzaam deed

hij zijn ogen open. Heleen keek hem aan. Haar lange blonde

haar raakte bijna zijn gezicht zoals ze nu over het bed heen

hing. Haar volle zwarte wimpers vormden een krans om

haar grijze ogen. Ze had haar witte werkbroek en –shirt aan.

‘Waar kan ik je voor wakker maken?’

‘Wat? Je maakt me wakker.’

‘Zo ken ik je weer. Eigenlijk bedoelde ik waar ik je mee

zou kunnen verrassen. Maar ik geloof dat je ieder uur wak-

ker maken al voldoende verrassing is. Ik moet alleen zo naar

mijn werk, dus je moet nu wel opstaan. Ik kom tussen de

middag wel langs. En ik zal je sowieso ieder uur even bellen.

Page 29: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 29

Hier is je mobiel, ik leg hem op het nachtkastje. Ik had ook

al ontbijt gemaakt. Kan ik nog wat voor je pakken?’

Hij keek om zich heen. Het was hun eigen vertrouwde

slaapkamer met de bij elkaar passende kledingkast en

nachtkastjes.

‘Maar je haar, de woonkamer en gang, de buurman.’ Had

hij alles gedroomd?

‘Rustig aan schat. Je hebt een hersenschudding. Ik heb je

vannacht ieder uur wakker gemaakt. Waarom denk je an-

ders dat ik nu wat meer make-up nodig heb dan normaal?

Maar het geeft niets. Blijf vandaag lekker thuis. Dan komt

het goed.’

Moeizaam probeerde hij omhoog te komen. Het duizelde

hem nog steeds.

Page 30: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 30

Rabin Gangadin

De reis naar Suriname Fragment

Direct nadat het blauwe KLM-toestel met ca. 265 passagiers

in haar pens, bijna allemaal Surinamers, haar neus omlaag

drukt, vervolgens haar driewielige poten uit haar buik-

schacht tevoorschijn tovert om ermee het stukje Surinaamse

gepolijste maankrater dat voor een internationale landings-

baan mag doorgaan een reeks robuuste tikken te geven, be-

ginnen handen met beringde vingers ongeveer op dezelfde

maat extatisch te klappen. Een paar zouden bij het aan-

schouwen van de snel voorbijtrekkende bruine watermassa,

die vanuit deze hoogte op een modderige streep, zich een

kromme weg banend tussen de stroken groene vegetatie,

lijkt het liefst met een betraand gezicht land in zicht willen

uitgillen. Donos Juanos vraagt Suzette die gedurende de

hele reis als reiziger naast hem heeft gezeten en zich geen

ogenblik van haar plek losweekte, zelfs toen anderen dat wel

deden om even van hun zithouding af te kicken, naar haar

gegevens voor een mogelijke ontmoeting in Paramaribo ten

tijde van zijn verblijf. Hij had met haar de hele reis door een

prettige conversatie die van het zakelijk-informatieve af-

gleed naar een zakelijk-persoonlijke en tegen het einde van

de vliegreis die acht uur geduurd heeft, transformeerde tot

een amoureuze woord- en blikuitwisseling. Voor Donos Ju-

anos was het duidelijk dat Suzette voor hetzelfde doeleind

Page 31: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 31

naar Suriname reisde als hijzelf, namelijk het in levenden

lijve ontmoeten van een imaginaire internetpartner, die bei-

den hopen in vleselijke gedaante te kunnen downloaden.

Opmerkelijk was dat allebei het erover hadden maar er niet

enthousiast en hartstochtelijk over uitweidden. Bij Donos

Juanos was er ten aanzien van deze reis echter nog één ding

extra bijgekomen namelijk het verzamelen van indrukken

tijdens zijn verblijf in Suriname die hij in zijn roman zou

willen verwerken en het doen van archiefonderzoeken voor

zijn essay waarin hij wil aantonen dat de Surinamer eigen-

lijk niet bestaat. Suzette had er verrukt en verbaasd naar

geluisterd toen Donos Juanos het met haar over dit onder-

zoek had. Ze zei zelf antropologe te zijn maar ondanks haar

specialisatie in Niet-westerse culturen er nooit bij te hebben

stilgestaan dat de Surinaamse bevolking een verzameling

passanten zou zijn zoals Donos Juanos stelt en dat Surina-

me bijgevolg een vertrekhal zou zijn voor bijna al de Suri-

namers die zich het liefst heel gecultiveerd elders in de we-

reld zouden willen vestigen. Suriname zouden zij nooit uit

hun geest verbannen en het met vakantie blijven aandoen,

enerzijds uit een gesublimeerde vorm van nostalgie en an-

derzijds om hun gemaltraiteerde ego tengevolge van de mis-

kenning in het vreemde land, een boost te geven. De Suri-

namer zou volgens Donos Juanos lijden aan een zelfkoloni-

serende inborst doordat die de neiging heeft economische

asielzoekers die er de boel komen overnemen te bejegenen

met een slaafse onderdanigheid, ongeveer op dezelfde wijze

zoals Indiërs dat met blanke West-Europeanen en Amerika-

nen doen terwijl zij strebers uit het eigen gelederen het liefst

meteen zien sneuvelen met het ondernemingsplan in de

Page 32: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 32

hand. Volgens Donos Juanos zou de gemiddelde Surinamer

er als de dood voor zijn wanneer een buitenstaander met

betrokkene het over de verworvenheid en faam van een an-

dere Surinamer zou hebben. Hij zakt liever door zijn eigen

geraamtestelsel dan zoiets verschrikkelijks te moeten aan-

horen. Hierdoor zou er nooit een basis zijn ontstaan voor

een Surinaams volk dat zich de tijd en ruimte zou gunnen

om één volksgevoel, één volksideaal, één volkstaal en één

volksmentaliteit te doen verwezenlijken. Het Nederlands is

weliswaar een taal waar een ieder in weet te gillen maar is er

tegelijk één waar men geen enkel ideaal naar hogere regio-

nen mee heeft weten te tillen. Ten aanzien van het romanti-

sche gedeelte liet Suzette zich tussen neus en lippen door

ontvallen dat Donos Juanos haar gevoelens ietwat in de war

had gebracht en dat zij daardoor plotseling er wat moeite

mee begon te krijgen om vol overgave op haar internetdate

te willen afstormen. Ze zou iemand zijn die erg veel waarde

zou hechten aan een potige conversatie met kwaliteitsin-

houd en humor en uiteraard zou daarbij het voorkomen ook

een belangrijke rol spelen.

Donos Juanos stelde haar gerust dat haar absoluut een kan-

jer van een date zou staan te wachten en waar ze nimmer

spijt van zou krijgen. Op zijn vraag of een date in Suriname

op toevalligheid berustte zei ze dat haar moeder, een Neder-

landse, zich erg veel verdiepte in de literatuur over Surina-

me die zij die dan ook haar ter lezing in de handen drukte.

Haar Surinaamse vader zou zoals de meeste Surinamers niet

van lezen houden en was meer bezig te swingen op een Su-

rinaams nummer dat hij graag opzette en dat opgebouwd

Page 33: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 33

was uit een monotone herhaling van de regel: “Zullen wij

maar weer een potje dansen…” Enkele Nederlandse pest-

koppen die toevallig over de galerij liepen en zich ergerden

aan deze opzwepende tropische geluidsmassa begonnen pa-

rodiërend ook luid mee te zingen maar verhaspelden de re-

gel in: “sille oewwe maar oewweer een potje nikkerbol

boewwegen…”

Nadat Donos Juanos een meewarige blik op al de enthou-

siastelingen heeft geworpen, schaart hij zich netjes tussen

de stoethaspelige menigte om vervolgens in de ontvangsthal

van luchthaven Zanderij persoonlijk getuige te mogen zijn

van de aanschouwelijke demonstratie van de wet der traag-

heid uit de natuurkunde. Vanaf het vliegtuig is het een hele

expeditie om naar de ontvangsthal van de luchthaven toe te

lopen met bagage en al. Het Surinaamse wegennet op zich is

verstoken van een behoorlijk openbaar vervoer laat staan

dat men voor deze transfer een trolley zou kunnen inzetten.

Degenen die slecht ter been zijn moeten maar rekenen op de

begenadiging van een passagier die voor deze reis net niet te

overdadig is bevracht om wat extra’s met zich te kunnen

meezeulen. De luggage handling in de luchthaven verloopt

via een enkele automatisch draaiende loopband, juister een

tracktor band die binnenstebuiten is gekeerd en in een

ovaalvormige structuur boven op een draaiding is bevestigd.

Als passagier moet je uit een opeenstapeling van bagages die

je voor je ogen in een iets sneller tempo voorbij ziet trekken

dan dat waarmee de dienstverleners op de luchthaven met

hun handen wapperen, je eigendom als een geluksnummer

er tussenuit zien te grissen. Donos Juanos moet zijn blote

armen die uit zijn mouwloze, luchtige shirt met een Miami

Page 34: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 34

Beach print erop steken telkenmale bij herhaling met hand-

gel reinigen omdat de bezwete lichamen van zijn ellendege-

noten er steeds tegen aan kleven hetgeen hij als ijdele heer

als zeer onaangenaam ervaart. Hij vindt het ook zonde van

de speciale body lotion en body creams waarmee hij zijn

huid vóór vertrek heeft behandeld. Tussen de zich verdrin-

gende menigte en de paspoortcontroleurs is er een enorm

geplaveid gebied dat begrensd is door kettingen. Vanaf die

afstand kan men de passagiers kritischer observeren waar-

onder te verstaan dat men zich veel ostentatiever kan aan-

stellen en interessant kan doen. Toch maant de redelijkheid

hem echter tot enige gelatenheid in de bestaande situatie

omdat dezelfde redelijkheid hem zachtjes influistert dat in

het zogeheten keurige, gave Nederland, de proletarisering

en hufterigheid dusdanig heeft toegeslagen dat zowel Neder-

land als Suriname op het gebied van klantgerichtheid en

klant- vriendelijkheid het temperament hebben van een

verongelijkte pitbull terriër.

Het is best gloeiend heet in Suriname. Langs de harde

zandwegen waar de taxi met Donos Juanos erin met knette-

rende banden hobbelt, verrijzen naaldbomen en unieke

palmen die met de overige vegetatie in een bepaalde geome-

trische formatie lijken te zijn gerangschikt. Het zand van

een open gekapt vlak met enige schamele bouwwerken erop,

deze laatste dienst doend als een tribaal gehucht, is door de

weerkaatsing van de zonnestralen oogverblindend wit ter-

wijl passerende auto’s wolken brandend stof in het gezicht

jagen. Een enkele keer ziet hij van de pick-ups, torenhoog

opgetast met koopwaar en een paar joelende mensen ertus-

sen alsof ze van de ene dierentuin naar de andere worden

Page 35: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 35

overgebracht. Boven de straten van Paramaribo bungelen de

verkeerslichten aan restjes scheepskabels waaronder lange

rijen verkeersdeelnemers ongeduldig staan te wachten tot

één van hen iets groenigs meent te kunnen ontwaren.

Meteen beginnen de weggebruikers obsceen scheldend, be-

velend en verwensend te claxonneren. Daar waar het om

gaat is dat de weggebruiker in Suriname het met een karige

lichtgevende uitrusting moet doen en verder tijdens het fu-

rieuze optrekken maar onderling moet zien te regelen hoe

men elkaar voorbijstreeft. Frontale aanrijdingen met dra-

matische gevolgen zijn in dit land een vereenvoudiging van

het omslachtige codicil

waarvoor er zoveel kostbare campagnes gevoerd zouden

moeten worden.

Zijn eerste nacht vergruist in het klassieke hotel Thorari-

ca, dat ondanks de beste wil en inzet van buiten- en binnen-

huisarchitecten nog lang niet de allure en ambiance heeft

kunnen meepikken van zelfs een lager gegradueerd hotel uit

een willekeurig omliggende Caraibisch gebied. Het perso-

neel is bepantserd met dezelfde klantvriendelijkheid als die

welke Donos Juanos een dagdeel tevoren had mogen trotse-

ren bij de medewerkers op de luchthaven Zanderij en als hij

onaardig zou willen zijn, bij de drugshonden van de Mare-

chaussee. Enkel de dames van de clean-and roomservice

maken een totaal andere indruk omdat zij bij het voorover

buigen hun rokjes extra panoramisch omhoog trekken met

de hoop kordaat te kunnen mogen reageren op een onbe-

duidende vingerwijzing van een hotelgast, die hen tegen

enige amoureuze zorgverlening wat euro’s zou kunnen offre-

ren.

Page 36: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 36

Donos Juanos zit bevangen in de imaginaire tedere om-

helzing met zijn Surinam beauty die hij uitsluitend van het

internet kent en dus de volgende dag voor het eerst zal mo-

gen bevoelen en bewonderen. Zijn eerste ontmoeting met

deze ultieme bezienswaardigheid vindt plaats op het terras

VAT, schuin gelegen tegenover zijn hotel zelf alwaar alle op-

zichtige Surinaamse Nederlanders zijn samengedromd alsof

ze bang zijn niet gezamenlijk te zullen mogen terugkeren

naar Nederland. De meeste hebben in hun houding graag de

uitdrukking dat ze afkomstig zijn uit Nederland hoewel ve-

len van hen na terugkeer onverwijld zullen terugvallen in de

leegte die ze op een afstand van 8000 km achter zich heb-

ben gelaten. Deze amusante opflakkering bij hen is maar

van zeer korte duur tot men het gevoel krijgt genoeg ge-

spaard te hebben voor een herhaling van dit luxueus osten-

tatieve vertoon.

Donos Juanos ziet de schoonheid met wie hij op deze plek

heeft afgesproken uiteindelijk komen aanlopen met een gra-

cieuze move, een lach die associaties oproept met alles wat

subliem is afgewerkt terwijl hij zich haast opgeslokt voelt in

de tedere fluwelige ogen van haar. Haar haast doorzichtige

dunne jurk die zij ruim boven haar knieën draagt terwijl de

welgevormdheid van haar welvende lichaam door de jurk

heen schijnt, verhevigt bij hem de vulkanische activiteit ach-

ter zijn gulp. Hij strijkt neer op een houten stoel, vervaar-

digd met een design dat eerder lijkt voort te vloeien uit een

Surinaams ambacht van willekeur en onverschilligheid dan

uit een ontwerp op een tekentafel. De uitstekende spaanders

die je kleding genadeloos doorboren, verraden dat men er

geen flauw benul heeft van precisiewerk. De erbij behorende

Page 37: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 37

tafel lijkt eerder als een houten match ertegenaan geschoven

te zijn dan als een exquis meubelstuk dat uitsluitend daarbij

zou kunnen horen. Donos Juanos hoopt bij Sonali een even

goede match te hebben gevonden als deze stoelen en de

aangeschoven tafel. Sonali is absoluut een vrije praatster

waardoor haar conversatie iets weg heeft van een dialoog in

een goedgeschreven roman, waarin iedereen een afgepaste

rol toebedeeld heeft gekregen. Er ligt een gewoonlijk verza-

digd glimlachje op haar bekoorlijk gezicht terwijl zij tijdens

haar vragenvuur haar spitse kin tegen haar hals drukt alsof

ze zichzelf berispt waarna ze Donos Juanos met haar eerlij-

ke, lichtbruine ogen opneemt, kennelijk om zich ervan te

vergewissen dat de man die tegenover haar zit, absoluut de-

zelfde is als op de foto’s en uiteraard ook blijkend uit talloze

brieven en e-mails, gelardeerd met zoetgevooisde, lyrische

en aandoenlijke woorden. “Hoe had jij je me werkelijk voor-

gesteld. Was dat overeenkomstig de internetpresentatie of

hield je toch een slag om de arm omdat jij je tevens voorbe-

reidde op onaangename verrassingen,” met welke vraag Do-

nos Juanos de verslindende sluikse observatie van elkaar

doorklieft. Sonali stoot gelijktijdig met een slok die zij via

haar rietje uit haar glas opslurpt, haast rochelend uit: “Dat

laatste.” Hierna vervolgt zij: “Weet je, je moet proberen me

goed te begrijpen. Die kerels in Nederland meten zich ken-

nelijk een meerwaarde toe omdat ze in Nederland wonen en

daardoor ervan uitgaan dat hun beurswaarde ook vorstelijk

is gestegen. Ze sturen foto’s op voor je waar ze nog minstens

tien jaar jonger op lijken en al het gewas nog op hun schedel

gekleefd hebben. Hoe zijn ze zo naïef om te denken dat ze

met hun kennelijk inmiddels aftandse uiterlijk voor mij

Page 38: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 38

denken te kunnen verschijnen en dat ze daarbij misschien

als excuus durven gebruiken dat ze het de laatste tijd erg

zwaar en druk hebben gehad waardoor hun uiterlijk tijdelijk

aan kwaliteit moest inboeten. Zoals je begrijpt heb ik in zulk

een mutant volkomen geen fiducie.” Donos Juanos zit met

een ingehouden goedkeurende lach en met een tedere fon-

keling in zijn ogen naar het ongedwongen cynisme van So-

nali te luisteren. Hij vraagt zich af of hij mentaal sterk ge-

noeg is een spel met haar te kunnen spelen. Zij lijkt hem niet

kneedbaar en erg evenwichtig in de alerte zin. Zij weet blik-

semgoed wat zij wil en wat haar begeerte is. Zij komt speels

en gemakkelijk over maar haar geestelijke uitrusting is daar

het tegendeel van. Maar hetzelfde beeld is van Suzette in

hem blijven hangen waardoor hij zich realiseert dat hij elke

pret met deze twee dames beter uit zijn hoofd kan halen.

Het wordt voor hem kiezen of verliezen. Donos Juanos

drukt met een korte wijngolf uit zijn glas de zich opdringen-

de droogte in zijn keel weg en vraagt Sonali voorzichtig:

“Ben jij tijdens een surfing op het internet een dating-

procedure ingestapt of heb je het bewust en gemotiveerd

gedaan. Naar jouw uiterlijk te oordelen zou je kerels van je

af moeten meppen in plaats van hen uit eigener beweging

opzoeken en dan uitgerekend via een datingsite waar iedere

kerel zijn gefacelifte muilkorf als een bezienswaardige kanis

tussen alle andere kiekjes op het screen plet.” Sonali weet op

dat moment niet of zij zich even de tijd moet gunnen om op

haar gemak te moeten lachen om de formulering van de

vraag of dat zij meteen op de vraag ingaat.

Page 39: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 39

Kees Engelhart ONGEACHT DE WERKING VAN HET APPARAAT

1 Ongeacht de werking van het apparaat Ongeacht de snijdende pijn die het toe kan brengen Ongeacht de prijs ervan Het wordt begeerd Aanbeden Veracht In beginsel wordt erover gedroomd Meegenomen op lange wandelingen Die ieder voor zich Een Op zijn zachtst gezegd Opmerkelijke kijk op de zaak ten beste geven Afgestoft Opgepoetst Het wordt er niet schoner of mooier van Verandert niet Slaapt met een vijand Een geliefde Soms drie dagen achtereen Bij nacht wanneer het zingen gaat Sluiten ramen zich Openen ramen zich Is er leven op straat Zijn uiterst lage stenen muren Vrijwel onzichtbaar geworden Kortom er gebeurt iets Dingen vinden plaats Die zonder deler zijn

Page 40: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 40

2 Volmaakt stil houdt het Zich achteloos voorbereidend op het lied Neemt grote Noch kleine stappen Wenkt niemand Het is laat Tot de orde roepen maakt geen onderdeel uit Van het decreet Volkomen vrij in doen en laten Weigert het plotseling De zang aan te vangen Gedurende vijf seconden Begint daarna gewoon Alsof er niets heeft plaatsgevonden Maak daar geen misbaar over Over dat wachten Het zal geen enkel nut dienen Behalve ontlading van ergernis Zo genoemd misschien Vanwege onze onbeholpenheid Het bijvoorbeeld drie dagen najagen Volstrekt zinloos Vast staat dat het dan slaapt Onvindbaar is Dat is een wet Ongeschreven weliswaar Maar een wet Evenzogoed

Page 41: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 41

3 Kostbaar aangezien het zeldzaam is Enig in feite Nog nooit vertoond Onbrandbaar Diamant Verkoold hout Niet voor rede vatbaar Ligt het kalm Meestal zomers Op onoverzichtelijke buro's In zwaar gekoelde magazijnen Onder jonge berkjes Dobbert voort op een rivier Genietend Zonder naam Die uiterst traag naar zee glijdt Aangezien er niet veel reliëf in het landschap Te bespeuren is Vandaar waarschijnlijk dat dobberen genietend Het stelt geen belang In de waarde die het kennelijk bezit Van hand tot hand gaan Verguisd worden Het lacht er niet eens om Voor het snijden dat het toebrengt Kan het zich niet verontschuldigen Zou dat nooit gedaan hebben Ook al had het die gave bezeten Nooit en te nimmer

Page 42: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 42

Arenda Huijsen

Het wonderlijke spel der zinnen

Het afscheid van Eva verliep buitengewoon kil. Fedor, het

afdelingshoofd, had een kus op haar wang gedrukt. Haar

mond wendde ze juist op tijd af. Haar handen waren droog

en koel, evenals haar ogen. Dit was het dan. Voorbij de

spannende uurtjes na werktijd wanneer de afdelingen waren

leeggelopen en zij al treuzelend wachtten op de stilte die zou

volgen na de laatste dichtgeslagen deur. Fedor dacht na over

zijn affaire met die afstandelijke, mooie vrouw die hem

nauwelijks een kijkje in haar privéleven had gegund. Ze had

steeds bijna zakelijk haar seksuele honger gestild.

Zijn gedachten die de ganse dag om haar heen cirkelden,

vonden een houvast zodra hij haar in zijn armen sloot. Nu

voelden ze ontheemd. Uit hun verband gerafeld. Toch kon

hij het plotseling opkomend besef niet negeren dat hun lou-

ter op seks gerichte dates weinig met romantiek en al hele-

maal niets met liefde te maken hadden gehad.

Twee maanden had hun verhouding geduurd. Plotseling

had ze haar vertrek aangekondigd. Zonder verklaring. Zo-

maar.

Enkele dagen later deed Eva’s opvolgster haar intrede. Een

groter contrast was nauwelijks denkbaar. Sanne was vrij

gezet en droeg een strak T-shirt dat haar weelderige boezem

Page 43: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 43

accentueerde, maar eveneens de vetrol om haar middel. Een

kuitlange rok en schoenen met een klein hakje maakten

haar outfit compleet. Haar gelaat met onregelmatige trek-

ken werd omlijst met een wilde bos peper-en-zoutkleurige

krullen. Fedor kreunde. Visioenen van de slanke, langbenige

Eva trokken aan zijn geest voorbij. Haar dansende haren als

ze op stelten van hakken kittig door het kantoor stapte. De

ultrakorte rokjes.

Zijn gedachten waren zodanig met hem aan de haal ge-

gaan, dat hij schrok van de lage stem naast hem. Hij keek op

naar het vriendelijke gezicht van de nieuwe secretaresse, die

herhaalde:

‘Wilt u hier uw handtekening zetten?’

Hij gromde heel even, tekende en staarde naar haar dei-

nende achterste toen ze zich verwijderde. Haar stem zou het

aan de sekstelefoon goed doen, bedacht hij zich plotseling.

Enkele weken later realiseerde Fedor zich dat het beeld van

Eva vervaagde en dat dat van Sanne steeds vaker in zijn ge-

dachten opdoemde. Ze was lief, innemend en geestig. Eigen-

schappen die hij niet direct associeerde met Eva. Sanne wist

hem dikwijls met kleine attenties te verrassen, zoals een

bonbon bij de koffie of een boek uit de bibliotheek over het

onderwerp dat een discussie tussen hen had losgemaakt. Bij

tijd en wijle, maar die gedachte durfde hij nauwelijks toe te

laten, stelde hij zich voor dat hij met Sanne de liefde be-

dreef. Dat beeld werd steeds vertrouwder en toen zij samen

over de laptop gebogen naar het beeldscherm tuurden, raak-

te zijn hand als bij toeval haar borst aan en bleef daar even

dralen. Ze keek hem ernstig aan, pakte zijn hand en legde

Page 44: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 44

die terug. Er sprak afwijzing noch boosheid uit het gebaar.

Ze ging rustig door met hetgeen ze bezig was.

Zijn blikken gleden steeds vaker naar de plaats waar hij haar

aanwezig wist. En zijn verlangen om met zijn handen door

die wilde haren te woelen en met zijn vingertoppen de ver-

borgen plekjes van haar lichaam te beroeren, groeide.

Tijdens een pauze viel zijn vraag ineens tussen hen in.

‘Ben je getrouwd of heb je een vaste relatie?’

‘Nee.’ Het kleine lachje deed haar ene mondhoek iets naar

boven krullen. ‘De ware Jacob heeft zich nog niet aange-

diend.’

Op een wonderlijke manier stelde dat hem gerust.

Terug op de afdeling achter zijn bureau trachtte hij zich

Eva voor te stellen, maar het enige beeld dat verscheen was

van een droomvrouw zoals afgebeeld op billboards langs de

snelweg: ondoorgrondelijk en ongenaakbaar.

Op zekere ochtend meldde Sanne zich ziek. Hij miste

haar intens, met inbegrip van al haar imperfecties.

Haar hele wezen zette zijn zinnen op scherp. En ze wist

het. Hij las het in haar ogen, in haar lichaamstaal, in de wij-

ze waarop ze zich tegenover hem gedroeg, hoewel niet in het

minst uitdagend.

Hij zocht diepgravend in zijn ziel naar een verklaring voor

het feit dat Sanne zoveel gevoelens in hem losmaakte, hoe-

wel ze, strikt genomen, geenszins aan het thans geldende

schoonheidsideaal beantwoordde.

Wat maakte haar voor hem zo onweerstaanbaar?

Was het omdat Eva geen gêne kende en Sanne daarente-

gen, althans naar buiten toe, de indruk wekte haar eer te

Page 45: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 45

bewaken, waardoor ze moeilijker te veroveren scheen?

Hij was van één ding rotsvast overtuigd: ooit zou zij zich

aan hem overgeven. Met heel haar liefdevolle wezen.

Toen Sanne hersteld op de afdeling terugkeerde, trok het

grote boeket bloemen op haar bureau direct haar aandacht.

Het kaartje vermeldde eenvoudig: ‘Ik heb je gemist. Fedor.’

Page 46: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 46

Kees Engelhart MISSCHIEN OOK NIET

1 Het is ontegenzeggelijk een nazomeravond De stilte die heerst bezit dat zuivere Ontsprongen uit het onzuivere Een andere verklaring valt niet te geven Verder reikt onze kennis van het zuivere niet De merel is al voor weken stilgevallen Of er voor dit alles een bepaalde noodzaak is Lijkt onwaarschijnlijk Echter daarvan overtuigd te zijn Zou hoogmoed zijn en voor de val komen Indien nodig Rust is hoorbaar in het wegrijden van Een verre auto Dat zeggen ze altijd Te veronderstellen valt dat Dat wat wordt gezegd Geen tegenspraak op zou moeten leveren De stelling alleen maar duidelijker maken zou Wat van tegenspraak Nooit de bedoeling kan zijn Kom Het is beter een sigaret te roken In de stoel bij het raam te zitten Van tijd tot tijd Rook de lucht in te blazen Zwijgend Niets te voelen Dat voelbaar is Kom Geef mij eens vuur

Page 47: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 47

2 Op zo'n ontegenzeggelijke zomeravond Waarin Als het raam openstaat Al dat geluid te horen is Kan niet veel bewegen Hoewel het heel bewegelijk is Wat veroorzaakt wordt Door afwezige wind Wat de verklaring is Voor wat algemeen als regel geldt Zonder iets te weten Daar te zitten Duister nader zien tredend Zoekend naar vergeten namen Niet te weten wat de noodzaak daarvan is Zoekend naar haar naam Die zoekgeraakt is Kom Blijf zitten in die stoel bij dat raam Rook nog eens een sigaret Volg de aanwijzingen die tussen de bevelen Staan Volg ze niet Protesteer Maak amok Of zwijg en reageer nergens op Misschien is dat wel het beste

Page 48: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 48

Titel: Een zee van sneeuw Auteur: R. DuBois

Aantal pagina’s: 110 ISBN 978-94-91409-16-5 Uitgeverij Nieuwe Druk

Prijs: € 15,00

Page 49: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 49

Titel: Brieven, 1985-1986 Auteurs: Jac.P. Meiland & H.A.M. Jutte

Aantal pagina’s: 220 ISBN 978 9079 430 000

Verkrijgbaar bij Pumbo.nl Prijs: € 16,00

Page 50: Circumplaudo nr 66 oktober 2013

CIRCUMPLAUDO 50

Titel: Ik vond de site beter… Auteur: Argibald

Aantal pagina’s: 106 Uitgever: Xtra

Bestel bij de webshop van Zone 5300 of Bol.com Prijs: € 9,90