44
nummer 74 | Q2 2015 | 10 e jaargang Literair internettijdschrift CIRCUMPLAUDO

Circumplaudo nr 74 q2 2015

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Literair internettijdschrift

Citation preview

Page 1: Circumplaudo nr 74 q2 2015

nummer 74 | Q2 2015 | 10e jaargang

Literair internettijdschrift

CIRCUMPLAUDO

Page 2: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 2

CIRCUMPLAUDO

nummer 74

Q2 2015

10e jaargang

-driemaandelijks verschijnend literair platform-

Ad van der Zwart Marijke Scholten

Eric Peterse Redactie

www.circumplaudo.nl

Webadres

www.facebook.com/Circumplaudo

Facebook

[email protected] E-mail

Kopij kan worden ingezonden naar het bovenstaande e-mailadres. Kopij

Ad van der Zwart

Vormgeving website

Marijke Scholten Eindredactie

Bev Lloyd-Roberts Omslagfoto

Eric Peterse

Vormgeving omslag en binnenwerk

Rob den Boer Beheer facebookpagina

© 2015 Copyright berust bij de betreffende auteurs. Copyright

Deze uitgave is zonder subsidie tot stand gekomen.

Page 3: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 3

Inhoud

Argibald - Cartoons 4, 15, 26 en 40

Karen van Soomeren - Wie niet weg is, is gezien 5

Jacob Peereboom - Vier gedichten 9

Rob den Boer - De omweg naar thuis 17

Daan Kogelmans - Voorbij het veld 27

Mila Fertek - Drie gedichten 32

Gerard Schoemaker - Gedichten 38

Page 4: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 4

Argibald

Page 5: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 5

Karen van Soomeren

Wie niet weg is, is gezien

Het grauwe rijtjeshuis zag er verlaten uit. De ramen en de

deur werden aan de binnenkant bedekt door een zwart gor-

dijn. De steentjes van het grindpad kraakten onder haar

pumps. Ze liep op haar tenen om te voorkomen dat haar

hakken zich tussen de loszittende kiezels zouden boren. Bij-

na direct nadat ze had aangebeld ging de deur een paar cen-

timeter open. Door de kier waren zijn grijze linkeroog en

smalle haakneus te zien.

‘Laptop?’ wilde hij weten.

‘Nee.’

‘Tablet?’

‘Nee.’

‘Mobiele telefoon?’

‘Ik ken uw regels.’

De deur ging verder open en ze stapte naar binnen. Hij

sloot snel de deur en ging haar voor naar de woonkamer.

Hoewel zijn donkere kleding ruim zat, kon ze niet verhullen

hoe dun hij was.

‘Wil je wat fris?’

Ze knikte. Binnen in de woonkamer hielden de dikke gor-

dijnen het zonlicht van die dag tegen. Het schijnsel van de

gloeilampen kon de schemering in het vertrek niet verdrij-

ven. Tegen beter weten in liep ze naar de gordijnen om ze te

openen. Achter haar klonk zijn gebrom. Ze liet de gordijnen

Page 6: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 6

ongemoeid. Hij zette twee glazen cola op de tafel en ging in

een vaalbruine fauteuil zitten. Zijn huid was nauwelijks

meer wit te noemen, eerder doorzichtig. Een grote ader liep

zigzaggend over de zijkant van zijn hoofd.

‘Zullen we gaan wandelen?’

Bij wijze van antwoord trok hij de capuchon van zijn

zwarte trui over zijn hoofd.

‘Wanneer was de laatste keer dat u buiten bent geweest?’

Hij haalde zijn schouders op.

‘De familie maakt zich zorgen. En ik kan niet zeggen dat

ik er geheel gerust op ben.’

‘De familie,’ hij snoof. ‘Jij bent de enige die langskomt.

Als ze zich zo druk maken, waarom zie ik ze dan nooit?’

Dat wilde ze hem niet vertellen, dus zweeg ze maar. Te-

gen beter weten in, had ze het zichzelf regelmatig afge-

vraagd. Net zoals ze zich had afgevraagd waarom zij eigen-

lijk nog wel ging. Ze nam een slok van haar cola.

‘Heeft u nog boodschappen nodig? Ik…’

‘Dan kan ik ze zelf ook halen.’

‘Ga zo toch boodschappen doen.’

Hij schudde zijn hoofd.

‘Jane is zwanger. Nu zo’n vijf maanden. En Rudy is ge-

slaagd voor de havo, hoewel hij geen idee heeft wat hij nu

wil studeren,’ ze lachte een mager lachje. Haar oom ver-

toonde geen duidelijk reactie. Ze pakte haar glas weer en

hield het voor zich. Ze draaide het rond zodat er een kleine

draaikolk in de cola ontstond. De beltoon van haar mobiel

verbrak de stilte. Met een klap zette ze haar glas op de tafel.

‘Ik had hem toch thuis gelaten?’

In een oogwenk was hij opgestaan en trok haar overeind.

Page 7: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 7

Zijn hand lag dwingend tussen haar schouderbladen terwijl

hij haar de gang in duwde. Met zijn andere hand klikte hij

de verschillende sloten open waarna hij haar naar buiten

duwde.

‘Ik zie wanneer je de regels respecteert.’ Met een klap

sloeg de deur dicht. Zorg ervoor dat ze je niet kunnen vol-

gen. Zorg ervoor dat ze geen informatie over je kunnen

vergaren. Het was zijn mantra. Het was de reden dat, op

haar na, geen enkel familielid hem bezocht. Alsof gewone

burgers in de gaten gehouden werden. Ze schudde haar

hoofd. Dat was toch te gek voor woorden.

Het stond hem tegen om de deur uit te gaan, maar hij moest

nu wel. Hij zette een donkerblauwe pet op en verliet het

huis. Het was zonnig, veel te zonnig. Geen bewolking die het

leven wat minder helder maakte. Met zijn handen in zijn

zakken liep hij richting het winkelcentrum.

Op een muurtje zaten een paar tieners. Allen hadden een

mobiel in hun handen. De camera’s rond de winkels waren

zowel op de straat als op het winkelde publiek gericht. Hij

boog zijn hoofd zodat de pet zijn gezicht volledig verborg.

Even deed hij alsof hij linksaf de winkelstraat in liep, maar

op het laatste moment verdween hij rechts de bibliotheek in.

Binnen hing de walm van een sigaarroker. In een schemeri-

ge hoek stonden twee oude computers compleet met beeld-

buis. Hij nam plaats achter de linker. Langzaam gleed zijn

blik door de bibliotheek. De twee medewerksters achter de

balie lachten zachtjes en dronken koffie uit kartonnen be-

kers. Aan de centrale leestafel zat een oudere man de krant

te lezen, twee vrouwen doorzochten de boekenkasten.

Page 8: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 8

Niemand die zich in zijn buurt bevond. Helaas zou hij de

volgende keer een andere plek moeten zoeken om te inter-

netten. Het liefst een stuk verder hier vandaan. Hij opende

een internetbrowser, browsede naar de website en logde in.

In de lijst die verscheen klikte hij het telefoonnummer van

zijn nichtje aan. Het volgende scherm toonde de activiteit

van het mobieltje. In het afgelopen uur waren de camera en

speaker niet gebruikt. Een zucht ontsnapte hem. Hij haalde

diep adem. Vandaag was het goed gegaan, maar hij moest

waakzaam blijven. Hij had haar beter moeten controleren.

Nu hij toch bezig was, bekeek hij de andere nummers uit de

lijst op het scherm. Hij voelde zich niet schuldig dat hij juist

datgene deed waar hij zijn familie en kennissen voor waar-

schuwde. Zij hadden zijn app gedownload. Het eenvoudige

spelletje had de echte activiteiten verborgen. Hun onwe-

tendheid over wat de software die ze gebruikten daadwerke-

lijk deed leek hen niet te deren. Hij schudde zijn hoofd. Dat

was toch te gek voor woorden.

Page 9: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 9

Jacob Peereboom

Vier gedichten

ONDERMAANS

Mijn handelen Bestookt vette morsige gedachtensoep Een magere clown in een rood bordeel Mijn fletse benen zwarte stokken in witte modder Mijn doen bedrinkt zich Aan mijn knokige borst Door mijn sentiment stroomt een kleine heuvel Waar niets dan zachtste hardheid te ontwaren blijkt Die het universum in stomme verwondering aangaapt Ik verman mij in kinderkleding Veel te kleine tanden

Page 10: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 10

GROMLIEFDE

Zie mij de ondenkbare Die een groot wijsgerig krankzinnig sponsvolk Vervloekt en leidt Naar gladgeboende oevers Aan akelig bedorven helpaars water Kille blikken winden Schroeven boven het verschrikkelijk kleine land Winters daar zijn immer half doorgetrokken toiletten Heb ik mij soms de onleesbare regels veronachtzaamd Diep onder mij Verenigen zich nieuwe blinkende machines Slapen mijn halve hersenen Beven mijn halve hersenen Vanwege al het gepeupel Mijn broeders met hun kromme stemmen Onder een grijzende staalwitte hemel Vanwege grote oorzaken In de zachte motor Ving de zon aan ons nieuwe oninteressante Verhalen in te fluisteren Saai blauw en muzikaal

Page 11: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 11

Tracht mij niet te verwijderen Ik houd mijn ogen aan de hand Ik volg alle processies Zie mij de ondenkbare Heerser over vogels en ook nog alles Wat in de ruimen van enorme schepen Wordt opgetast

Page 12: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 12

OP WEG NAAR EIGEN LAND

Mijn kleine zwarte vaderland Verslikt zich in eigen graten modder geld Waren wij vroeger gekrulde commandeurs Die gouden oceanen bevoeren welnee Klein zwart land met je hoge hoed Leer ons hoe onze loerende ogen te bedwingen Dat magere binnenzeetje Dat malen we door de grondzeef en wel meteen Klein zwart land niet te klein om zwart te zijn Woeker niet met het rode geld als zo vaak Stop geen ijzer en gas in je oren Niet alle dood komt met wit geweld U luistert niet zwartgallig klein zwart land o Wee eens zullen de kraaien komen Reusachtige kraaien de gekraalde ogen zwarter Dan zwart veel groter dan kanonskogels

Page 13: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 13

HET VERTROUWEN IN DE SALON VAN DE VERZILINS

De salon van De Verzilins Mijn God de salon van De Verzilins Die daar komen De goden die daar komen Geef ze absolute macht Zij zullen de wereld veranderen In de salon van De Verzilins Spreekt men van eilanden in het luchtruim Om het gepeupel op te bergen Excuseert u mij mijn naam is van geen belang Maar desondanks Boris Iljoesnikov Ook delibereert Men onder het genot van een drankje zeer Beslist over het lot van de kippen en hoeren Waar is het beter toeven dan in de salon Van De Verzilins waar zilverwerk zich Onmogelijk verschuilen kan

Page 14: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 14

In menig koude winter Geselt rode regen het dak van de salon Van De Verzilins Maar binnen is het altijd lekker warm Wie zou durven twijfelen aan de salon Van De Verzilins Wraak Wraak Aan alle kleine grommende handen Die grauwen naar de salon Van De Verzilins

Page 15: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 15

Argibald

Page 16: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 16

Rob den Boer, 'Kleurstijllandschap', 2014,

oliepasteltekening, 50 x 65 cm

Page 17: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 17

Rob den Boer

De omweg naar thuis

Osterink was jarenlang door zijn hoogbejaarde moeder ge-

vraagd om nog eens bij haar langs te komen, in het ouderlijk

huis in zijn geboortedorp. Dat gebeurde pas toen hij gebeld

werd dat zij in haar slaap was overleden.

De laatste keer dat hij het grote, vrijstaande huis dat pal aan

de weg langs de wetering stond, had bezocht was na de be-

grafenis van zijn vader, tweeënveertig jaar geleden. De man

was amper de vijftig gepasseerd toen hij dood neerviel van

zijn fiets, op weg naar een vergadering van de dorpsvereni-

ging. Hartaanval, totaal onverwacht. De uitvaart was zeer

indrukwekkend geweest, want vader was hoofd van de

plaatselijke school en lid van de gemeenteraad. De mensen

stonden tot buiten voor de kerk om de uitvaartdienst mee te

maken. Bijna alle mensen uit het dorp en zijn leerlingen lie-

pen mee in de stoet naar de begraafplaats. Gelukkig gaf

moeder ook les op school en daarom kon zij in het huis blij-

ven wonen.

Zij was 92 geworden en had de meeste van haar generatie-

genoten, vrienden en bekenden al mede uitgeleide gedaan

naar het kerkhof. Voor zichzelf wilde zij daarom geen uitge-

breide ceremonie.

Dus stond Osterink op de dag van de begrafenis aan de ene

Page 18: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 18

kant van de rij stoelen in de kapel van de aula en zijn zuster

en zwager aan de andere kant. Hij had ze al jaren niet meer

gezien. Uit de luidsprekers klonk 'Veilig in Jezus' armen' van

Johannes de Heer. Moeder was van origine wel katholiek,

maar bezocht in de jaren 70 af en toe een Vrije Evangelische

Gemeente. Een vriendelijke kerk, noemde ze het. In haar

laatste wil had ze bepaald dat dit lied haar afscheid zou zijn.

'Vrij van 't gewoel der wereld, vrij van verdriet en zorg', was

een regel die zelfs nog een keer in hetzelfde couplet werd

herhaald. Dat moest haar aangesproken hebben, want naast

het vroege overlijden van haar man was het uit elkaar vallen

van haar gezin, niet alleen fysiek, maar ook op het gebied

van contact, haar grote verdriet geweest. Daardoor had ze

haar kleinkinderen nooit echt leren kennen.

De begraafplaats net buiten het dorp was klein, met alle gra-

ven naast elkaar op een rijtje, net als de huizen langs de we-

tering. Het was dus niet eenvoudig om elkaar vriendelijk te

blijven negeren op de smalle paadjes met korte haakse

bochten. Je móest elkaar wel af en toe per ongeluk raken.

Omdat de begrafenisondernemer vond dat het zo hoorde,

hield Osterink als oudste nazaat een kort toespraakje. Daar-

na gingen zijn zuster en haar man meteen weg. Zelf liep hij

nog wat rond over de begraafplaats. Het was een stralende

winterdag en de zon lichtte de grafstenen mooi op tegen de

heggen waarachter de toegangspaden liepen.

Bijna alle namen kwamen Osterink bekend voor, al moest

hij vaak diep door zijn geheugen in zijn verdrongen verleden

reiken om er het juiste gezicht bij te vinden. Er lagen ook al

Page 19: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 19

enige dorpsgenoten uit zijn jeugd, soms maar in de veertig

geworden, een enkeling nog jonger. Allemaal mensen uit

keurige families die waarschijnlijk ongeneeslijk ziek waren

geworden of wellicht een fataal ongeluk hadden gehad. Os-

terink, die rookte, dronk en nooit aan sport had gedaan, was

er nog wél, 67 jaar oud en zeer tegen zijn zin met pensioen.

Zijn werk had hem altijd voor de afgrond behoed, anders

zou Zorgvlied al jarenlang zijn thuis zijn geweest, vanwege

zelfdestructie. De wegen des Heren zijn waarlijk onnavolg-

baar .... Stond dat nu in de Bijbel of had hij het ergens ge-

hoord?

Osterink had niet gedacht dat de rondgang over de begraaf-

plaats hem zo diep zou raken. Als jongen wilde hij alleen

maar weg. Dat zat er al heel vroeg in bij hem. Zijn zuster zou

de opleiding tot verpleegster gaan volgen en voor hem had-

den hun ouders in gedachten dat hij leraar moest worden op

een middelbare school in de stad. In de voetsporen van zijn

vader, maar dan een treetje hoger. Zijn zuster leek zich bij

het bindend advies van haar ouders, tevens haar onderwij-

zers, neer te leggen. Zij trouwde echter, na een korte verke-

ring met een man uit de stad en werd via een rechtenstudie

in de avonduren uiteindelijk advocate. Vader zou apetrots

geweest zijn als hij de uitreiking van haar bul nog had mo-

gen meemaken. In stilte kwam zijn zus toch altijd waar ze

wezen wilde.

Dat kenschetste een groot verschil in karakter tussen haar

en hemzelf. Osterink wilde als klein kind zijn lot al in eigen

handen nemen. Hij was vreselijk nieuwsgierig, liep overal

Page 20: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 20

binnen en vroeg alles wat in hem opkwam. Ook bij de dokter

die weleens een congres bezocht in Amsterdam. 'Hoe kom ik

in Amsterdam?' had Osterink gevraagd, net acht jaar oud.

'Ga studeren jongen', had de dokter geantwoord. 'Aan een

universiteit'. Dat had hij gedaan, ondanks verzet van zijn

ouders, die liever wilden dat hij met een meisje uit het dorp

zou trouwen: huisje, boompje, beestje.

Verder dan drie jaar nietsdoen was hij op de UvA niet ge-

komen. Zodra Osterink op Amsterdam Centraal uitstapte,

wilde hij maar een ding, alles ontdekken wat hem tot nu toe

voor zijn gevoel was ontnomen: roken, drinken, hasj, mari-

huana, vrouwen, vrijheid. Toch was hij slim genoeg om

cocaïne en ander zwaar spul links te laten liggen. Als hij al

naar huis schreef was het hooguit een kaartje met 'alles

goed, groeten' erop. Zijn hospita wist nooit waar hij uithing.

Als hij al thuis kwam was het om zijn roes uit te slapen. De

tijdgeest had hem ook niet gunstiger gezind kunnen zijn.

Vanuit de rellen op de Dam rolde hij zo de Flowerpower in

en stond overal vooraan. Al gauw schreef hij erover in diver-

se linkse blaadjes. Niet omdat hij zo links was, maar met een

perskaart kwam je overal binnen. Zo belandde hij in de

journalistiek.

Hij trouwde met Irene, een collega van de krant, allebei in

jeans met een paar voorbijgangers als getuigen. Er kwamen

drie kinderen, vrij vlot achter elkaar. Osterink werkte nu

full-time bij Het Parool, want hij moest een gezin onder-

houden. Via via was hij aan een ruimer appartement geko-

men. Toen overleed zijn vader plotseling, begin 1973. Zijn

Page 21: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 21

zwager belde op om te vertellen wanneer de begrafenis was

en Irene zei: “Je moet gaan.” Voor het eerst in vijf jaar zag

hij zijn moeder weer. Ze huilde en omhelsde hem. Zijn zus

en zwager deden alsof hij niet bestond. Osterink kreeg het

gevoel dat ze hem de schuld gaven van vaders' overlijden,

door het verdriet dat hij hem had bezorgd over zijn levens-

wandel. Zijn moeder leek alleen maar blij hem weer te zien.

Na de begrafenis moest hij haar beloven contact te houden.

Osterink werkte nu als film- en toneelrecensent voor Het

Parool, maar vond tussen al zijn werk- en gezinsverplich-

tingen nog ruimschoots de tijd om met collega's en vrienden

in de kroeg te zitten, waar ze weidse vergezichten schilder-

den over alles waar de wereld volgens hen mee worstelde.

Soms bracht hij na afloop een dame naar huis om 's och-

tends meteen weer door te gaan naar zijn werk. Na tien jaar

kwamen Irene en hij dan ook tot de conclusie dat het lief-

desvuur tussen hen definitief gedoofd was en ze gingen uit

elkaar. Omdat de kinderen bij hun moeder bleven wonen,

had Osterink nu eigenlijk alleen nog maar zijn werk en zo nu

en dan een vriendin. In die tijd dronk hij soms wel bijna een

fles jenever per dag, waardoor zijn handen gingen trillen.

Toen hij 50 werd besefte hij wat voor leven hij nu eigenlijk

leidde. Werken, in de kroeg zitten, gedoe met vriendinnen

en iedere dag hetzelfde slappe geouwehoer aanhoren dat

voor intellectueel moest doorgaan. In de grachtengordel

klitte iedereen aan elkaar, want aan de overkant van het IJ

begon het grote buitenbos al en je wilde niet dat je stem in

het grote ledige niets van het platteland verloren zou gaan.

Page 22: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 22

De binnenstad van Amsterdam was immers het epicentrum

van de wereld. Nou nee, vond Osterink. Het was net het

dorp dat hij zo enthousiast verlaten had, alleen wat groter.

En de verleidingen waarvoor je toen in de grote stad moest

zijn, waren er nu ook op het platteland, in disco's, coffee-

shops en op bepaalde feesten. Generatiegenoten van toen

die aan de coke of de heroïne waren geraakt, hadden slechts

bewezen dat dit een lange, slopende enkele reis naar de

dood betrof, dus daarvoor hoefde je ook niet naar de stad te

verhuizen.

Sinds het overlijden van zijn vader had Osterink zijn moeder

regelmatig gebeld of geschreven. Op bezoek ging hij nooit,

want hij zag op tegen de confrontatie met zijn oude dorp.

Naarmate hij ouder werd, steeds meer. Hij had iets gewel-

digs gezocht, waardoor hij meegesleept zou worden naar de

top van de wereld, vanwaaruit hij de hemel kon zien. Maar

hij was blijven hangen in de middenmoot van de journalis-

tiek, een beroepsgroep die in zijn tijd nog met de nek werd

aangekeken. Moest hij teruggaan naar een plek die hij ver-

wenst had, maar waarvan hij ook vond dat zijn huidige be-

staan daar steeds meer op was gaan lijken? Dat voelde alsof

hij als een soort verloren zoon met hangende pootjes naar

huis moest lopen, helemaal blut, om zijn lot onder ogen te

zien. Dus had hij vriendschappelijke banden aangeknoopt

met een zus van zijn moeder die in Hilversum woonde, zo-

dat hij op tantes verjaardag zijn moeder toch kon zien.

De opvoeding van zijn kinderen was grotendeels aan hem

voorbij gegaan en zijn kleinkinderen zag hij maar heel af en

Page 23: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 23

toe, want ze waren druk met van alles en nog wat. Tijd om

wat te praten of samen een museum te bezoeken hadden ze

bijna niet. Als hij vertelde over zijn eigen tijd als twintiger in

Amsterdam knikten ze soms nog even beleefd, maar keken

ondertussen voortdurend op hun iPhone of er geen email

binnen was gekomen of een bericht op Facebook waar ze

natuurlijk meteen op moesten reageren. Alleen in het week-

end, dan gingen ze de hele nacht uit, dansen op van die mo-

notone beatmuziek en zo snel mogelijk dronken worden.

Over wat ze verder nog gebruikten, dacht hij maar niet na.

Nee, rock 'n' roll was definitief voorbij, net als romantiek.

Osterink hief nog maar eens het glas op zichzelf in een spie-

gel, voordat hij nog een stukje ging uitwerken voor het

buurtkrantje, waar hij na zijn pensioen vrijwilliger was ge-

worden om de verleidingen van de kroeg een beetje te be-

teugelen.

Osterink vond zichzelf terug in een leunstoel in zijn ouder-

lijk huis, met een glas wijn in zijn hand. Hij voelde zich los-

gerukt uit een diepe droom. Wie weet hoelang hij daar al

zat, met zijn jas nog aan, mijmerend over zijn leven en hij

had ook geen idee van hoeveel glazen hij al ophad. Honger

had hij in ieder geval wel. In de keuken vond hij nog een pak

koekjes en at er genoeg op om het hongergevoel even weg te

drukken. Eigenlijk had hij helemaal geen zin in eten. Met

een nieuw glas wijn liep hij door het huis. Er was wel wat

veranderd, maar eigenlijk ook weer niet. Hier en daar was

meubilair of behang vervangen en er was dubbel glas aange-

bracht. Maar qua sfeer ademde het huis nog helemaal de tijd

van zijn jeugd. Klassieke inrichting met donkere houten

Page 24: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 24

meubels en twee grote leren sofa's. Overal kleedjes, kande-

laars en schilderijtjes. Bloemetjesgordijnen voor de ramen.

Vreemd genoeg beviel hem dat nu wel.

Hij doorliep alle vertrekken en belandde uiteindelijk op zol-

der. Daar in een kabinet, wat achteraan, vond hij dozen met

brieven en foto's. Hij zag het Colosseum, fonteinen en ande-

re gebouwen uit Rome. Ook brieven in het Italiaans van ie-

mand uit Rome die geadresseerd waren aan zijn moeder. Ze

bleek jarenlang een penvriendin gehad te hebben, die daar

woonde. Dat had hij nooit geweten, want hij had zijn moe-

der er niet een keer over horen praten. Wie had die brieven

voor haar vertaald? Nu snapte hij wel waarom hij voor zijn

verjaardag een paar maanden geleden 'La Grande Bellezza'

op DVD van haar toegestuurd had gekregen. Ze had hem

gezien bij een vriendin en vond het net iets voor hem,

schreef ze. Dat hij als filmrecensent dit meesterwerk in de

afgelopen twee jaar al meermalen had gezien, was haar ge-

woon ontgaan.

Osterink liep de trappen af, terug naar beneden en ging naar

buiten. De avond viel in en de zon boven de rivier lichtte

oranje op onder het langzaam donker wordende wolkendek.

In de verte zag hij hoog bovenin een aantal grote windmo-

lens de rode nachtlichten knipperen. Ganzen vlogen op van-

uit een weiland waarop hij uitkeek en klapwiekten in forma-

tie over het huis in een richting waar Osterink niet van wist.

Het deed hem denken aan die scene in 'La Grande Bellezza'

waarin een stokoude non op het balkon zit van journalist

Jep Gambardella, net 65 jaar geworden en nog steeds actief

Page 25: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 25

voor de krant, maar ook animator van uitbundige feesten.

Het balkon zit vol flamingo's die even uitrusten voordat zij

verder trekken. “Weet u waarom ik wortels eet?” vraagt de

non woord voor woord. Nee, zegt Jep beschroomd, waarom?

Ze draait haar hoofd naar hem toe en kijkt hem aan: “Omdat

wortels belangrijk zijn.” Uiteindelijk keert Jep terug naar

zijn geboortedorp, aangetrokken door de golven van een

mediterrane blauwe zee die al enige tijd steeds indringender

op het plafond van zijn slaapkamer aan hem verscheen. Nu

begreep Osterink waarom zijn moeder hem die film had wil-

len geven.

Toen hij de keuken weer betrad, stonden er al drie lege wijn-

flessen, terugrijden naar huis zou vanavond niet meer luk-

ken. Opnieuw liep hij met een glas wijn door het huis, de

vierde fles was aangebroken. Alle bedden in de slaapkamers

waren verschoond. Zelfs in zijn oude kamertje stond een

opgemaakt logeerbed. Alsof er op hem gerekend was. De

aanblik ervan gaf hem een gevoel van heiligheid, zo sereen

dat hij de bedden niet durfde aan te tasten door er in te gaan

liggen. Al helemaal niet zonder pyjama. Osterink deed zijn

jasje uit, schopte zijn schoenen weg en ging zo onder een

plaid op de sofa in de huiskamer liggen. Het was al diep in

de nacht en heel af en toe kwam er op de weg langs de wete-

ring nog een auto voorbij, die met zijn koplampen de kamer

door de geopende gordijnen een paar seconde fel verlichtte.

“Waar moet je nog naartoe als je eindelijk thuis bent,”

mompelde Osterink en hij viel in een diepe slaap.

Page 26: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 26

Argibald

Page 27: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 27

Daan Kogelmans

Voorbij het veld

Hij zou mijn buurjongen kunnen zijn, denk ik steeds, hij zou

mijn buurjongen kunnen zijn. In de verte vliegt een vogel op

uit de zwarte rij dennen. Onze voeten soppen in de modder.

Er zijn veel voetsporen en ik zak soms tot mijn enkels in het

koude, grijze water. Hoeveel van ons hebben hier al gelo-

pen?

Ik blijf staan, trek mijn vest, dat zwaar is van de regen,

dichter om mijn lichaam. Het helpt geen zier.

Hij draait zich om. ‘Doorlopen.’

‘Ik ben moe,’ hijg ik. Mijn handen zijn stijf. Een straaltje

water sijpelt uit mijn haar mijn kraag binnen tot halverwege

mijn ruggengraat.

Hij laat zijn hoofd hangen. ‘Alsjeblieft,’ zucht hij, ‘je weet

dat we moeten doorlopen.’

‘Heb je geen sigaret voor me?’

Hij kijkt me aan alsof hij me niet begrijpt. Zo, de ogen een

beetje loensend en een dikke, stompe neus, het is net mijn

buurjongen. Ik weet nog hoe hij bij zijn vader op de arm zat

tijdens het nieuwjaar. Heeft hij Martha hier ook langs ge-

voerd? Zou zij ook hebben gedacht dat het net onze buur-

jongen was?

‘Schiet nou maar op,’ zegt hij, ‘ik heb hier geen tijd voor.’

En hij loopt verder alsof ik niet eens besta.

Ik kijk om me heen. Het veld is zo groot dat het in de ver-

Page 28: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 28

te verdwijnt in de mist. Dikke, schuin afgesneden stengels

steken schots en scheef uit de voren. In de verte zijn de den-

nen donker en spookachtig tegen de grijze lucht.

Ik draai me om. De wagen is nog geen tweehonderd me-

ter achter ons.

Ik draai me weer om. De buurjongen lijkt me vergeten.

Hij is al een stuk verder. Ik begin te rennen. De zware pan-

den van het vest slaan tegen mijn bovenbenen. Mijn broek

spant pijnlijk rond mijn knieën en belemmert me goed

vooruit te komen. Telkens als ik mijn voeten uit de modder

trek, sompt het en spat het water in het rond. Ik ga het nooit

halen zo. De koude lucht snijdt in mijn keel als ik hijg.

Ik kan dit. Ik ga het halen, tering-joch met je rotgeloof, ik

zal je laten zien.

Een stoot tegen mijn hoofd. Het doet niet eens zeer, maar

ik val en een van de dikke stengels duwt hard in mijn zij.

Het modderwater smaakt naar rotte vis. Dat snap ik niet.

Ik staar naar zijn bruingroene laarzen. Dat snap ik ook

niet, dat ik hem niet eens heb horen komen. Hij heeft niet

geschreeuwd of zo. Ik snap dat niet.

Ik sluit mijn ogen en hijg. Koud water sijpelt naar mijn

kruis. Het voelt afschuwelijk, erger eigenlijk dan al het an-

dere. ‘Kun je wel,’ zeg ik.

‘Kom nou maar mee,’ zegt hij zacht. Het is alsof hij spijt

heeft.

Moeizaam richt ik mij op uit de voor. Bruinige straaltjes,

als slappe thee, lopen uit de zoom van het vest. Martha heeft

het voor me gebreid, vijftien jaar geleden toen Nora haar

eerste kreeg. We zaten voor de televisie en ze mopperde de

hele tijd omdat ze de steken niet goed kreeg. De hele winter

Page 29: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 29

heeft ze met die berg wol op haar schoot zitten mopperen en

toen ik hem aanhad zag ze alleen de gaten die ze had laten

vallen.

‘Loop nou alsjeblieft door, ok?’ zegt hij.

‘Ik kan niet meer, echt niet.’ Ik merk te laat dat ik nodig

moet en de warme urine loopt al in mijn natte broek. Hij

merkt het niet.

‘Ik meen het, ik heb geen zin om je door het veld te sle-

pen.’

‘Geef me dan tenminste een sigaret.’

Even aarzelt hij, dan reikt hij zacht vloekend in zijn borst-

zak, haalt er een sigaret uit die hij in zijn mond steekt en

aansteekt. Dan geeft hij hem aan mij. Het vloeipapier wordt

nat van mijn bevende vingers. ‘Dank je,’ zeg ik. Ik rook.

Wij zijn stil. In de verte klinkt geblaf van honden. Ik trek

een grashalm uit mijn mouw en rook.

Zijn telefoon gaat. ‘Jah commandant, jah commandant,’

zegt hij en dan nog eens ‘jah commandant.’

Hij is mager zie ik nu pas. Eigenlijk ziet hij er helemaal

niet uit als een soldaat. Eerder als een schooljongen. Toen

hij me uit de kelder trok heb ik dat nooit gezien. Hij vloekt

als hij de telefoon heeft dichtgeklapt en staart voor zich uit.

‘Wat is er?’

Hij richt zijn blik op de lucht en blaast een wolkje water-

damp uit. In de verte klinken weer de honden. Het is een

jachtgezelschap lijkt het wel. Maar ze jagen vast niet op een

beest.

‘Het is gewoon klote, dit,’ zegt hij.

‘Wat?’

‘We moeten opschieten van de commandant.’

Page 30: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 30

‘Wat is klote?’

‘Wat denk je? Dit natuurlijk. Doorlopen nu.’ Hij pakt mijn

sigaret af en gooit hem in de modder. Dan duwt hij mij aan

mijn schouder vooruit. We sjokken door het veld vol gaten.

Nat zand schuurt langs de huid van mijn benen. Ik bal mijn

vuisten.

‘Denk je soms dat je een held bent, rotzak?’

‘Houd je mond,’ zegt hij. Hij rochelt en spuugt.

Ik draai mij om. ‘Denk je dat je een held bent? Je bent

gewoon een lafaard!’ Mijn stem piept in mijn keel.

Hij slikt en kijkt mij aan. ‘Waarom zou ik dat denken? De

wereld heeft geen helden nodig. Het is geen film.’

‘Wat heeft de wereld dan nodig?’ Ik roep het in zijn ge-

zicht.

Zijn telefoon gaat weer. ‘Jah,’ zegt hij, ‘jah, jah,’ en hangt

weer op. Hij haalt de AK-47 van zijn schouder.

‘Wat heeft de wereld dan nodig?’ zeg ik.

Hij zet de loop tegen mijn voorhoofd en schiet.

Het wordt mij rood voor de ogen. Als mijn hoofd tegen de

grond slaat, klappen mijn kaken tegen elkaar. In mijn oren

piept de knal nog na.

Hij knielt naast me neer. Zijn handen gaan door mijn

zakken. Hij haalt mijn portemonnee eruit en trekt ruw mijn

horloge van mijn pols.

Dan is het een tijdje stil.

Hij zucht.

Het huilen van de honden is gestopt. Wind giert over het

veld.

‘Godverdomme,’ mompelt hij. Hij staat op en trekt mij

aan de schouders van het vest door de voren. Warm bloed

Page 31: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 31

stroomt mijn keel in. Mijn voeten stuiteren door de plassen.

Als hij mij in de kuil gooit, denk ik even dat ik Martha zal

zien.

Maar dat is niet zo. Ik lig op een man. Ik ken hem niet.

Voetstappen sompen weg door de modder.

Page 32: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 32

Mila Fertek

Drie gedichten

NOOIT NOOIT ZAL MIJ DAT OVERKOMEN

Vader slaapt moeder slaapt en mijn zusjes slapen

Het is begin augustus en de zomerstorm zucht

Rond ons huis

Ik hoop dat het weer snel beter worden zal zodat

Ik mij op straat tonen kan zoals ik mij tonen wil

Nog een kleine twee maanden dan is de

Zomer voorbij en zal ik mij kleden moeten in de

Kleding die veel verhullen doet

Voorlopig wil ik altijd zomer ik wil laten zien dat ik

Eindelijk besta nu ik vrijwel vrouw geworden ben

Ik weet nog zo kort is mijn herinnering dat ik

Met poppen speelde die ik slaperig in de morgen

Hangend aan een arm de trap afsleepte

Dat is allemaal voorgoed voorbij nu in drie jaren

Tijd ben ik een jonge vrouw geworden en ik weet nog

Hoe het mij verbaasde dat ik borstjes kreeg en

Hoe spoedig ik mij een vrouw van de wereld voelde

De deuren naar de wereld van de echte vrouw

Zoals iedere vrouw zijn wil en ook van nature is

Begonnen zich onmiskenbaar voor mij te openen

En mijn genot dook op de vreemdste plaatsen op

Page 33: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 33

Nu zeg ik denkend aan toen dat ik meende het licht

Te hebben gezien mijn aantrekkelijkheid en mijn

Onschendbaarheid van zelfstandige jonge vrouw trots op

Haar lichaam en haar onkenbare mogelijkheden

En nu weet ik dat een dergelijke fantasie voor weinigen

Is weggelegd velen onder de mooiste der vrouwen

Binden zich en eindigen in een goed huwelijk iets

Anders kunnen zij niet zeggen

Want wat anders rest ze nog

Page 34: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 34

IK BEN JONG NOG MIJN VLEES IS HEERLIJK EN HIJ

LEEST DE KRANT

Ik zie mijn leven als uiterst waardevol

En mijn lust jegens mannen als mijn bijdrage

Aan de mensheid en aan God

Met mijn vruchtbaarheid zal ik slechts mijzelf belonen

En misschien God maar mannen die wellicht eens

Aanspraak zullen maken op mijn kinderen

En misschien die van God zal ik wegblazen

Als kuikenveertjes op de palm van mijn hand

Ik zie hoe ik gaan zal van genot naar genot

Hoe ik een poosje genieten zal van hun warme krachtige

Lijven en van hun nabijheid voor even

En ik zie hoe achtergelaten en van wanhoop

Doordrenkt zij mijn naam blijven naroepen

Maar een taxi dan is al urenlang onderweg

Naar mijn landgoed aan zee want mijn liefdes

Zijn mijn pleziertjes en ik ben rijk van mijzelf

Page 35: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 35

Mijn liefdestochten behelzen slechts

Dat ik af en toe mannen tegenkom waarmee

Ik wellustig de liefde bedrijven wil en onder hen

Een enkeling van wie ik wellicht een kind zou willen

En niets meer of minder is dan ook mijn doel

Ik ben van alle tijden en nu leef ik en nu is het

Eindelijk eens mijn beurt om te genieten van

Waar vrouwen altijd al van hadden moeten genieten

Wat verreweg de meesten niet ten deel gevallen is

De opwindende en wellustige liefde van vrouw tot man

Kinderen en geld van jezelf

Ik zie mijn leven als uiterst waardevol

En op het terras tegenover mijn zolderraam

Drinkt een jongeman zijn koffie

Page 36: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 36

DIE IK STUK VOOR STUK INNIG LIEFHEB

Het zal wel niet lang nog duren eerdat ik

Dit huis mijn ouderlijk huis verlaten zal

Dan is mijn jeugd voorbij dan begint mijn leven

En ik zal mijn lieve vadertje missen wanneer

Hij soms zo grappig is en onweerstaanbaar voor mij

En ik zal moeder missen omdat ik houd van

De macht die ze ten toon spreidt hoe moeder

Alles geregeld heeft en naar haar hand gezet

Omdat moeder de liefste moeder is die ik ken

Het zal wel niet lang meer duren eerdat ik

Studeren zal gaan in de grote stad en dat ik

Een kamer huren zal bij een hospita

Dat is het begin en dat weet ik heel goed

Dit huis ik heb het nooit een fijn huis gevonden

Te oud te donker en te hoog ik ben opgegroeid

In de oude tijd met wandklokken en tapijten

Fauteuils en zware glazen asbakken

Page 37: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 37

Dit huis heeft nooit gepast bij mijn jeugd

En zelfs hier op mijn fijne zolderkamer

Ver van iedereen zie en ruik ik de donkere

Balken van dit huis en ik verander niets aan hoe het is

Dit huis is het werkelijke geluk van vader en moeder

Ik ben te jong daarvoor en ik moet weg

Het zal wel niet lang duren nog

Eerdat ik weg ben hier

Weg van mijn lieve vader

Weg van mijn lieve moeder

En mijn lieve zusjes

Dat ik bevrijd zal zijn van dit leven hier

Dit donkere huis mijn lieve vader mijn moeder

En mijn eigen zusjes

Page 38: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 38

Gerard Schoemaker

Gedichten

Voor Josephine J.

Witboek

Dat in schaduwen tot stand wil.

Een monument voor vriendschap zijn waarin het natje

net te laat kwam en zwijgen overbleef.

En fietsen door een buurt waar jij het leerde.

Begeren deed ik alles wel wat in de wind opbolde

maar vriendschap at ik als ochtendpap.

Haagse School aan de muur en steeds maar het zuur wat

alles verpestte zonder dat ik begreep dat ik suikers en nog zo

het een en ander beter van m’n menu kon schrappen.

Vervelende grappen, k..opmerkingen.

Spijt

Is iets waar ik mee af wil rekenen, staat zo als zinloos be-

kend.

Toch is het iets.

Het

Kuiltje in je bovenlip,

kan ik maar niet vergeten en alles wat ik afschudde blijft

diep in mijn geweten

vreten.

Page 39: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 39

Passie

Maar grijpen deed ik je niet en dat was tamelijk verwarrend,

want minnen doe’k je wel.

En wachten op een telefoontje.

Toch Gek

Hoe in ’t noorden jouw wortel schiet door mijn.

Begroef er laatst twee oudjes maar neven zat dat wel

en nichten ook op buitens dat is hier ongewoon,

maar daar krijgt men voor werken nog ruimte zat als loon.

Zou jij daar ook ruim wonen? Vast wel en aan de muur?

Ik

Hoor maar niks van Jakkes, die het contact zou leg.

Hij heeft zo’n rare bakkes ‘t’is sorry da’k ’t zeg.

Als ik ‘m spreek, hij leest dit, hoe krijg’k dat uitgelêg.

Toch issie dan d’énig die mij nog bindt aan jou.

Dus kom op lieve Jakkes ik hoop jij bel mij gou.

Zandsloot 16-4-15

Page 40: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 40

Argibald

Page 41: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 41

Page 42: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 42

Titel: Brieven, 1985-1986 Auteurs: Jac.P. Meiland & H.A.M. Jutte

Aantal pagina’s: 220 ISBN 978-90-79430-00-0 Verkrijgbaar bij Pumbo.nl

Prijs: € 16,00

Page 43: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 43

Titel: Ik vond de site beter… Auteur: Argibald

Aantal pagina’s: 106 ISBN 978-94-90759-12-4

Uitgeverij: Xtra Prijs: € 9,90

Page 44: Circumplaudo nr 74 q2 2015

CIRCUMPLAUDO 44