65
RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl . Demografie en de woningmarkt De gevolgen van het toenemend aantal alleenstaanden voor de woningmarkt

Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

  • Upload
    vominh

  • View
    226

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl

.

Demografie en de woningmarkt

De gevolgen van het toenemend aantal

alleenstaanden voor de woningmarkt

Page 2: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers en/of tek-

sten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de

bron duidelijk wordt vermeld. RIGO aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of

andere onvolkomenheden.

Page 3: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

RIGO Research en Advies Woon- werk- leefomgeving www.rigo.nl

.

Demografie en de woningmarkt

De gevolgen van het toenemend aantal

alleenstaanden voor de woningmarkt

Opdrachtgever

Contactpersoon

Han Joosten, Bob Guldemond

Projectnummer

P36500

Datum

7 mei 2018

Auteurs

André Buys; [email protected]; 020 522 11 73

m.m.v.

Michelle.Hu; [email protected]; 020 522 11 53

Page 4: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt

Inhoud

0. Samenvatting 1

Aanleiding en achtergrond van deze studie 3

Waar komen de huishoudens vandaan? 5

Vragers, aanbieders en zittenblijvers 12

Blik in de toekomst 29

Alleenstaanden in soorten en maten 39

Jonge gezinnen en lege nesten 55

Huishoudensontwikkeling ontleed 5

Alleenstaanden 7

Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen 8

Huishoudens met kinderen 8

Regionale verschillen 9

Reconstructie van woningmarktdynamiek 12

Vraag en aanbod naar levensfase 12

Vraag en aanbod per woningtype 19

Regionale verschillen 24

De periode 2017-2022 29

De periode 2017-2027 35

Vier soorten alleenstaanden 39

Nieuwe huishoudens 40

Pas gescheiden 44

Verweduwd 47

Lege nesten (voorheen eenouderhuishoudens) 51

Jonge gezinnen 55

Lege nesthuishouden 58

Page 5: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 1

0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling snel toe, veel snel-

ler dan andere typen huishoudens. Met de vergrijzing in het verschiet zal deze trend nog

verder doorzetten. De vraag dringt zich op wat dit betekent voor de woningmarkt. Deze

vraag is onderzocht door individuele huishoudens in de tijd te volgen met behulp van de Mi-

crodata van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) .

Het dynamisch perspectief biedt zicht op de levensloop van huishoudens. Achter een per

saldo toe- of afname gaat instroom en uitstroom schuil. Daarbij is in hoge mate sprake van

communicerende vaten. De alleenstaanden van vandaag zijn de gezinnen van morgen, en

omgekeerd. Het feit dat huishoudens op zeker moment van samenstelling veranderen, wil

echter nog niet zeggen dat ze actief worden op de woningmarkt, niet als vragers en ook niet

als aanbieders.

Alleenstaanden in soorten en maten

Alle alleenstaanden hebben één ding gemeen: het zijn allemaal kleine huishoudens. Maar

verder is het een heterogene categorie. Gekoppeld aan overgangen (gebeurtenissen) kun-

nen vier soorten alleenstaanden worden onderscheiden: nieuwe huishoudens (bijvoorbee ld

kinderen die het ouderlijk huis verlaten, al dan niet voor de eerste keer), pas gescheiden al-

leenstaanden, voormalige eenouderhuishoudens (waar het laatste kind het huishouden

heeft verlaten) en pas verweduwden. Al die verschillende alleenstaanden kennen een heel

verschillend vertrekpunt en vervolg van hun leven, met verschillende gevolgen voor de wo-

ningmarkt.

Nieuwe huishoudens en pas gescheidenen zijn bijzonder actief op relatie- en woningmarkt.

Zij zijn doorgaans ook nog jong (rond de 24) respectievelijk betrekkelijk jong (rond de 35).

We treffen ze bovengemiddeld aan in appartementen en in de vier grote steden. De mees-

ten zijn na vijf jaar niet meer alleenstaand. Een minderheid is na vijf jaar nog altijd (of we-

derom) alleenstaand. Deze ‘langdurig alleenstaanden’ betrekken vaak (wederom) een appar-

tement in de grote stad, terwijl degenen die niet meer alleenstaand zijn na vijf jaar vaker in

eengezinshuizen en buiten de grote steden te vinden zijn. Dit patroon is sinds het begin van

deze eeuw heel licht verschoven. Het aandeel ‘langdurig alleenstaanden’ (of ‘seriële alleen-

staanden’) onder gescheidenen is iets toegenomen, evenals hun concentratie in de vier

grote steden.

Verweduwden (rond de 74 jaar) en voormalige eenouderhuishoudens (thans alleenstaand,

rond de 56) volgen een heel ander pad. Meestal gaan zij geen (nieuwe) relaties meer aan en

blijven zij wonen waar ze wonen. Dat is in veel gevallen in een eengezinshuis en buiten de

grote steden. De honkvastheid van verweduwden in eengezinswoningen is sinds het begin

van deze eeuw nog toegenomen.

Jonge gezinnen blijven zich aandienen

Bij alle aandacht voor alleenstaanden dreigen huishoudens met kinderen uit beeld te raken.

Het aantal huishoudens met kinderen mag dan per saldo weinig meer toenemen, er worden

wel voortdurend nieuwe jonge gezinnen ‘aangemaakt’.

Hoewel het niet per definitie zo is dat huishouden met kinderen slechts gedijen in eenge-

zinswoningen, is de eengezinswoning (in de brede zin van het woord) in de praktijk wel de

Page 6: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 2

dominante woonvorm onder gezinnen. Als ze er niet al wonen, maken jonge gezinnen bin-

nen vijf jaar massaal de stap van appartement naar eengezinswoning. Sinds de crisis treffen

we wel meer jonge gezinnen aan in appartementen dan aan het begin van deze eeuw, maar

als deze jonge gezinnen vijf jaar worden gevolgd is h et verschil verdwenen en woont rond

85% in een eengezinswoning. Kennelijk duurt het langer dan in het verleden voordat jonge

gezinnen de stap (kunnen) maken, maar uiteindelijke belanden ze wel in d at eengezinshuis.

Of dit ‘uitstelgedrag’ een kwestie is van bewuste keuze (voor het appartement en het stede-

lijk leven) of van negatieve keuze (onderwaterhypotheek, geen geschikt aanbod , dure vier-

kante meters) is hier niet verder onderzocht.

Steeds meer zittenblijvers

De te verwachten toename van het aantal alleenstaanden is vooral een gevolg van de ver-

grijzing van de omvangrijke groep inwoners, geboren in de periode 1945 -1970. Deze groep is

voorlopig nog niet van het toneel verdwenen. Veel huishoudens uit deze jaren bevinden zich

momenteel nog in de gezinsfase, maar dat gaat veranderen. Eenouderhuishoudens verande-

ren (direct) in alleenstaanden, tweeouderhuishoudens (eerst) in stellen zonder kinderen, la-

ter alsnog in alleenstaanden.

Opbouw en afbouw van huishoudens met kinderen heffen elkaar in de huishoudenstatistiek

nagenoeg op, maar mogen op de woningmarkt niet zomaar tegen elkaar worden wegge-

streept. Voor het aanbod op de woningmarkt maakt het veel uit wat huishoudens gaan doen

als de kinderen het huis uit zijn. Maken ze een ‘stap terug’, bijvoorbeeld naar een apparte-

ment, dan komt hun woning - in veel gevallen een eengezinswoning - beschikbaar voor

jonge (aanstaande) gezinnen. Blijven ze op hun nest zitten, dan kan het nog lang duren voor-

dat de laatst overgebleven partner overlijdt en de woning langs ‘natuurlijke weg’ vrij komt.

In dat geval zal de vergrijzing er voorlopig vooral toe leiden dat er steeds meer ‘gezinswo-

ningen’ worden bewoond door niet-gezinnen: alleenstaanden en ook stellen zonder kin-

deren. Afgaande op de levensloop van achtereenvolgende lichtingen lege nesthuishoudens

sinds het begin van deze eeuw mogen we vooral dat laatste verwachten.

Meerdere (doel-)groepen actief op de woningmarkt

Een overall reconstructie van woningmarktactiviteiten (of het ontbreken daarvan) naar le-

vensfase in de periode 2012-2017 maakt duidelijk dat de (per saldo) ontwikkeling van het

aantal huishoudens niet gelijk opgaat met woningmarktactiviteiten. Waar de per saldo groei

vooral uit alleenstaanden bestond, was de effectieve vraag op de woningmarkt veel gediffe-

rentieerder. Meer dan de helft van de vraag was afkomstig van huishouden met kinderen en

stellen, meestal nog in de opbouwfase van hun leven. Middelbare stellen en oudere alleen-

staanden waren vooral zittenblijvers. Sinds het begin van deze eeuw zijn senioren naar ver-

houding steeds vaker zittenblijvers en steeds minder vaak vragers dan wel aanbieders . In-

dien dit zo blijft zal de toename van het aantal (oudere) alleenstaanden slechts beperkt van

invloed zijn op de woningmarkt, zowel aan de vraagkant als aan de aanbodkant. En aange-

zien het totaal aantal huishoudens voorlopig nog toeneemt, zijn het dan toch ook de andere

doelgroepen voor wie gebouwd moet worden, onder wie ook jonge (aanstaande) gezinnen.

Page 7: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 3

Aanleiding en achtergrond van deze studie

Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt snel toe, veel sneller dan het aantal huis-

houden met kinderen. Met de vergrijzing in het verschiet zal deze trend nog verder door-

zetten. Wat betekent dit voor de woningmarkt?

Vertrekpunt: steeds meer alleenstaanden

Er komen steeds meer alleenstaanden. Dit is een trends die al minstens sinds het begin van

deze eeuw aan de gang is en die voorlopig nog niet ten einde is. Dit is weergegeven in figuur

1-1.1 Tot halverwege deze eeuw zal het aantal huishoudens in Nederland nog met een kleine

900.000 toenemen. Er komen vooral alleenstaanden (ofwel eenpersoonshuishoudens) bij. In

de figuur is tevens te zien dat na 2030 de groei gaat afvlakken, om rond het midden van de

eeuw tot stilstand te komen.

f i gu u r 1 - 1 O n t w ik k e l in g va n h e t a an t a l h u i sh o u de n s i n N e de r l an d ( br o n : C B S )

De implicatie van deze ontwikkeling voor de woningmarkt in kwantitatieve zin is duidelijk.

Om al die extra huishoudens te kunnen huisvesten zullen er voorlopig nog woningen aan de

voorraad moeten worden toegevoegd. Voor wie moet worden gebouwd is minder duidelijk.

De voor de hand liggende conclusie is dat het vooral alleenstaanden zijn voor wie gebouwd

moet worden. En aangezien dit kleine huishoudens zijn, is de volgende voor de hand lig-

gende conclusie dat dit dan vooral kleine woningen dan wel appartementen moeten zijn. De

werkelijkheid is genuanceerder.

1 De huishoudensprognose van het CBS is gepubliceerd in december 2015 en heeft als eerste progno-

sejaar 2016. De prognose zal worden geactualiseerd in december 2018. Tenzij anders vermeld wor-

den onder huishoudens met kinderen ook eenouderhuishoudens begrepen. Omwille van de lees-

baarheid wordt deze groep in deze rapportage ook wel kortweg aangeduid met de term ‘gezinnen’.

Onder meerpersoonshuishoudens zonder kinderen worden in deze rapportage ook zogeheten ‘ove-

rige huishoudens’ gerekend (bijvoorbeeld broer en zus of woongroepen). De meerderheid zijn pa-

ren.

1.500.000

2.000.000

2.500.000

3.000.000

3.500.000

4.000.000

2000 2010 2020 2030 2040 2050

aa

nta

l hui

sho

uden

s

alleenstaand

huishouden metkind(eren)

meerpersoonszonder kind(eren)

Page 8: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 4

f i gu u r 1 - 2 O n t w ik k e l in g va n h e t a an t a l a l le e n st aa n de n in N e d e r l an d ( br o n : C B S )

Tot voor kort waren het alleenstaanden van uiteenlopende leeftijd die er bij kwamen. Als we

vooruitkijken, zien we dat de toekomstige alleenstaanden vrijwel uitsluitend senioren zijn,

met dank aan de vergrijzing. Thans (2017) is één op de drie alleenstaanden een 65-plusser,

in 2032 zal blijkens de prognose van het CBS 43% van de alleenstaa nden 65 jaar of ouder

zijn, daarna loopt het aandeel 65-plussers nog verder op (zie figuur 1-2). In het volgende

hoofdstuk komen we nog terug op de vergrijzing. Belangrijk gegeven voor de woningmarkt is

dat al die toekomstige oudere alleenstaanden, in tegenstelling tot jongeren, allemaal al een

woning hebben (uitzonderingen daargelaten), waar ze vaak nog als gezin hebben gewoond.

Het maakt voor de woningmarkt veel uit of deze oudere alleenstaanden nog een stap ma-

ken, bijvoorbeeld naar dat appartement, of blijven zitten. In dat laatste geval hoeft er ook

niet voor ze gebouwd te worden. Anders gezegd: de toename van het aantal alleenstaanden

maakt deze huishoudens niet automatisch de doelgroep voor nieuwbouw.

Vervolg van deze rapportage

Teneinde de implicaties van het groeiend aantal alleenstaanden voor de woningmarkt beter

te kunnen duiden, is inzicht gewenst in het woningmarktgedrag dat deze en andere typen

huishoudens in diverse stadia van hun leven vertonen. Deze studie beoogt dit inzicht te ver-

groten. Dit doen we door huishoudens in de tijd te volgen. De focus is daarbij gericht op de

alleenstaanden, maar deze kunnen niet los worden gezien van ander typen huishoudens.

In het vervolg van deze rapportage wordt eerst de huishoudensontwikkeling nader ontleed.

Dit maakt duidelijk hoe de alleenstaanden (en ook andere typen huishoudens) ‘ontstaan’.

Vervolgens wordt gekeken hoe actief (of juist inactief) huishoudens in verschillende stadia

van hun leven zijn op de woningmarkt. En tot slot wordt ingezoomd op een select aantal re-

cent gevormde huishoudens uit verschillende geboortecohorten. Dit maakt duidelijk of en

hoe het verhuisgedrag, gegeven de levensfase, sinds het begin van deze eeuw is veranderd.

-

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

1.600.000

1.800.000

2.000.000

2000 2010 2020 2030 2040 2050

aa

nta

l hu

ish

ou

de

ns

65-plus

30-64 jaar

15-29 jaar

Page 9: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 5

Waar komen de huishoudens vandaan?

De toename van het aantal alleenstaanden roept de vraag op hoe alleenstaanden eigenlijk

‘ontstaan’. Het antwoord op deze vraag wordt duidelijk door huishoudens in de tijd te vol-

gen. Afhankelijk van de leeftijd worden alleenstaanden gevormd, maar ook weer ‘opgehe-

ven’. Dit geldt ook voor andere typen huishoudens. Achter een per saldo toe- of afname

gaat instroom en uitstroom schuil. Daarbij is in hoge mate sprake van communicerende va-

ten. De alleenstaanden van vandaag zijn de gezinnen van morgen, en omgekeerd.

Huishoudensontwikkeling ontleed

Goed beschouwd is het niet zinvol om over alleenstaanden te spreken alsof het om een ho-

mogene groep gaat. Wanneer huishoudens niet alleen naar type, maar ook naar leeftijd

worden onderscheiden, blijkt dat alleenstaanden relatief vaak te vinden zijn onder jongeren

en onder senioren. In de leeftijd tussen de 35 en de 55 overheersen huishoudens met kin-

deren. Dit is te zien in figuur 2-1. Zoals nog zal blijken, vertonen jonge alleenstaanden heel

ander gedrag op de woningmarkt dan oudere alleenstaanden.

Vergrijzing van de babyboomers

Deze figuur maakt ook duidelijk waar de te verwachten toename van het aantal alleenstaan-

den door wordt veroorzaakt. Een omvangrijke groep Nederlanders is geboren tussen 1945

en 1970. De geboortepiek van vlak na de oorlog wordt vaak aangeduid met de term baby-

boom, maar in feite bleef het aantal geboorten tot circa 1970 hoog en strekt de geboorte-

golf zich uit over ongeveer 25 jaar. Pas na 1970 daalde het aantal geboorten (of eigenlijk de

huwelijksvruchtbaarheid) in korte tijd drastisch. Momenteel is de brede babyboomgeneratie

grofweg tussen de 47 en de 72 jaar oud. Dit is te zien in figuur 2-1, in de vorm van een

brede piek (eigenlijk een hooggebergte) in de middelste l eeftijdsklassen.

Ook in figuur 2-1 is te zien hoe deze brede piek langzaam maar zeker verschuift naar de ou-

dere regionen, waarbij tegelijkertijd een accentverschuiving optreedt in de samenstelling

van het huishouden. In 2007 waren de babyboomers nog overwegend in de gezinsfase. De

piek lag in de leeftijdsklasse 40-45 jaar. Tien jaar later, in 2017, is de piek tien jaar opge-

schoven en is de kopgroep al grotendeels uit de kinderen.

Het is niet moeilijk voor te stellen hoe het verder zal gaan met de babyboomers. In de on-

derste figuur is de situatie weergegeven zoals het CBS dat verwacht voor het jaar 2027. De

piek is tegen die tijd wederom tien jaar opgeschoven en nog slec hts een minderheid heeft

thuiswonende kinderen. Naarmate de leeftijd hoger ligt, zijn het ook steeds vaker alleen-

staanden. Hiermee is de verwachte toename van het aantal alleenstaanden grotendeels ver-

klaard en ingekleurd. Die toename betreft bij nadere bestudering uitsluitend senioren (zie

ook figuur 1-2).

Tegelijkertijd zien we dat in de jonge leeftijden voortdurend nieuwe lichtingen huishoudens

ontstaan, waaronder ook weer nieuwe huishoudens met kinderen. De figuur geeft indirect

ook inzicht in de levensloop van huishoudens. Jongeren beginnen vaak als alleenstaanden,

maken een gezinsfase door en eindigen weer als alleenstaanden. Omdat juist die levensloop

voor de woningmarkt van belang is, gaan we hier in het vervolg van dit hoofdstuk nader op

in.

Page 10: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 6

f i gu u r 2 - 1 H u is h o u de n s n aar s am e n st e l l i n g , 2 0 0 7 , 2 0 1 7 e n 2 0 2 7 , n a ar l e e f t i j d r e f e r e n t i e -

pe r s o o n ( br o n : C B S )

-

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

600.000

700.000

800.000

900.000

aa

nta

l hu

ish

ou

de

ns 2007

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

-

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

600.000

700.000

800.000

900.000

aa

nta

l hu

ish

ou

den

s

2017

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

-

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

600.000

700.000

800.000

900.000

aa

nta

l hu

ish

ou

den

s 2027

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

Page 11: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 7

Alleenstaanden

Een gedetailleerd beeld van het ontstaan en ook weer ‘verdwijnen’ van alleenstaanden kan

worden verkregen door (referentiepersonen van) huishoudens in de tijd te volgen. 2 In figuur

2-2 is dit gedaan door de huishoudens op te knippen in leeftijdsklassen van vijf jaar en te

kijken hoe hun samenstelling in vijf jaar is veranderd. Daarbij zijn alleenstaanden uit 2017

vergeleken met vijf jaar jongere alleenstaanden uit 2012 . Voor sommigen is er in die vijf jaar

niets veranderd, behalve dat ze vijf jaar ouder zijn geworden. Zij zijn nog altijd (of wederom)

alleenstaand en zijn in de figuur terug te vinden als ‘onveranderd’. Maar zeker op jonge leef-

tijd blijven alleenstaanden niet lang alleen en worden er ook voortdurend nieuwe gevormd.

f i gu u r 2 - 2 O n t w ik k e l in g va n h e t a an t a l a l le e n st aa n de n t u sse n 2 0 1 2 e n 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Tussen 2012 en 2017 kwamen er circa 226.000 alleenstaanden bij. In figuur 2-2 is te zien dat

deze toename een resultaat is van in- en uitstroom. Onder instroom verstaan we hier (refe-

rentiepersonen van) huishoudens die in 2012 nog niet alleenstaand waren. Dit kan zijn om-

dat ze toen überhaupt nog niet als huishouden bekend waren, bijvoorbeeld omdat ze nog bij

hun ouders inwoonden of lid waren van een ander huishouden. Het kan ook zijn dat hun

huishouden in 2012 anders was samengesteld. In hoofdstuk 0 zal uitgebreid worden inge-

gaan op de verschillende soorten alleenstaanden.

Onder uitstroom verstaan we referentiepersonen die in 2012 nog alleenstaand waren en in

2017 niet meer. Dit kan zijn omdat ze überhaupt niet meer in beeld zijn of omdat hun huis-

houden inmiddels anders is samengesteld. We zien veel uitstroom rond de leeftijd van der-

2 De analyses in deze en de volgende hoofdstukken zijn gebaseerd op een longitudinaal consistent be-

stand waarin inwoners en hun positie in huishoudens door de tijd heen zijn bijgehouden (CBS Micro-

data). In dit bestand zijn ook veranderingen die later bekend zijn geworden met terugwerkende

kracht doorgevoerd. Hierdoor wijken uitkomsten enigszins af van aantallen die door het CBS op Stat-

line zijn gepubliceerd.

-200.000

-150.000

-100.000

-50.000

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

aa

nta

l hu

ish

ou

den

s

leeftijd referentiepersoon in 2017

uitstroom onveranderd instroom

Page 12: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 8

tig. Rond die leeftijd wordt niet alleen veel gescheiden, maar worden ook veel (nieuwe) re-

laties gevormd. Dit zien we terug aan de toename rond die leeftijd van andere typen huis-

houdens (die elders in dit hoofdstuk aanbod komen). Ook zien we uitstroom op gevorderde

leeftijd. Hier is overlijden een oorzaak die toeneemt met de leeftijd. De leeftijd in de grafiek

is de leeftijd die men in 2017 heeft of zou hebben gehad.

Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen

Net als alleenstaanden zijn ook andere typen huishoudens door de tijd te volgen. In figuur

2-3 is dit gedaan voor meerpersoonshuishoudens zonder kinderen. Dit zijn in overgrote

meerderheid stellen. Te zien is dat er veel stellen worden gevormd rond de leeftijd van der-

tig, maar dat dit meestal slechts van korte duur is. Veel jonge stellen stromen ui t naar huis-

houdens met kinderen (en zijn dan als instromers terug te vinden in figuur 2-4 ) of gaan

weer uit elkaar (hetgeen leidt tot instroom in figuur 2-2).

f i gu u r 2 - 3 O n t w ik k e l in g va n h e t a an t a l m e e r pe r s o o n s h u i sh o u de n s z o n de r k in de r e n t u s se n

2 0 1 2 e n 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Een tweede golf instromers van meerpersoonshuishoudens zonder kinderen vindt plaats on-

der vijftigers en zestigers. Dit zijn naast alleenstaanden die op latere leeftijd nog een part-

ner vinden vooral voormalige gezinnen die uit de kinderen raken . Middelbare stellen blijven

in meerderheid onveranderd. Op latere leeftijd vindt uitstroom plaats, vooral door verwedu-

wing, hetgeen weer leidt tot instroom bij de alleenstaanden. Per saldo nam het aantal meer-

persoonshuishoudens zonder kinderen tussen 2012 en 2017 met een kleine 44.000 toe.

Huishoudens met kinderen

Het aantal huishoudens met kinderen (inclusief eenouderhuishoudens) is tussen 2012 en

2017 maar met slechts (afgerond) 30.000 toegenomen. Achter dit saldo gaat echter in- en

uitstroom schuil. Onder dertigers en jonge veertigers worden veel nieuwe gezinnen ge-

vormd. Midden veertig slaat de balans om en vindt vooral uitstroom plaats. Op die leeftijd

verlaten kinderen het ouderlijk huis en blijven de ouders achter als stel zonder kinderen (of

-200.000

-100.000

0

100.000

200.000

300.000

400.000

aa

nta

l hu

ish

ou

den

s

leeftijd referentiepersoon in 2017

uitstroom onveranderd instroom

Page 13: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 9

als alleenstaand in geval van een eenoudergezin). Na de leeftijd van zeventig zijn er niet

veel huishoudens met (thuiswondende) kinderen meer over.

f i gu u r 2 - 4 O n t w ik k e l in g va n h e t a an t a l h u i sh o u de n s m e t k i n de r e n t u s se n 2 0 1 2 e n 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Regionale verschillen

De demografisch ontwikkelingen lopen uiteen tussen (typen) woongebieden in Nederland.

In bijgaande figuren is dit geïllustreerd door de analyses uit de vorige paragrafen te he rha-

len, met daarbij onderscheid in de vier grote steden (de G4), de groep middelgrote gemeen-

ten (de G32; veertig gemeenten) en ‘overig Nederland’ (als groep). De uitstroom is daarbij

weergegeven naar hun samenstelling en type locatie in 2012, de instroom en de qua samen-

stelling onveranderd gebleven huishoudens naar (onveranderd gebleven ) samenstelling en

locatie in 2017. Behalve van samenstelling kunnen huishoudens in deze figuren ook van type

locatie zijn veranderd.

Te zien is dat in de G4 jonge alleenstaanden het beeld domineren, zowel qua instroom als,

iets ouder, qua uitstroom. De aantrekkingskracht van de grote steden op jongeren uit de

rest van Nederland zien we hier terug. De aanwas van jonge alleenstaanden in de G4 bestaat

onder meer uit jongeren die in de rest van het land het ouderlijk nest verlaten. In ‘overig

Nederland’ wordt het beeld juist veel meer bepaald door huishoudens in de gezinsfase,

waarvan sommigen in de beschouwde periode de overgang naar de lege -nestfase hebben

gemaakt. Hun kinderen zijn uitgevlogen, deels naar de grote stad. Maar ook de nieuwe

jonge gezinnen blijven zich aandienen in overig Nederland. Hierin zien we juist weer de ‘ou-

dere jongeren’ terug die de steden verlaten om in de randgemeenten te settelen.

Jonge alleenstaanden, voor zover aanwezig in ‘overig Nederland’, blijven niet lang alleen-

staand. In de G4 zijn vooral jonge alleenstaanden veel vaker na vijf jaar nog altijd (of weer)

alleenstaand. Of, om precies te zijn, alleenstaanden in de G4 waren relatief vaak vijf jaar ge-

leden ook al alleenstaand. Dit geldt in alle leeftijdsklassen, maar vooral voor jongeren rond

de dertig. Het kan natuurlijk dat hun huishouden in de tussentijd (zelfs meerdere keren) van

-200.000

-100.000

0

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

600.000

aan

tal h

uis

ho

ud

ens

leeftijd referentiepersoon in 2017

uitstroom onveranderd instroom

Page 14: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 10

samenstelling is veranderd. Het kan ook dat ze vijf jaar geleden elders in Nederland woon-

den. In hoofdstuk 4 zal blijken dat ‘langdurig alleenstaanden’ de neiging hebben naar de G4

te trekken of in de G4 te blijven, terwijl jonge alleenstaanden die na vijf jaar niet meer al-

leenstaand zijn de neiging hebben de G4 te verlaten of daar niet naar toe te gaan.

f i gu u r 2 - 5 O n t w ik k e l in g va n h e t a an t a l h u i sh o u de n s i n d e G 4 t u ss e n 2 0 1 2 e n 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 2 - 6 O n t w ik k e l in g va n h e t a an t a l h u i sh o u de n s i n d e G 3 2 t u s s e n 2 0 1 2 e n 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

-60.000

-40.000

-20.000

-

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

< 20

j.

25

-30

j.

35

-40

j.

45

-50

j.

55

-60

j.

65

-70

j.

75

-80

j.

85

-90

j.

20

-25

j.

30

-35

j.

40

-45

j.

50

-55

j.

60

-65

j.

70

-75

j.

80

-85

j.

90 p

lus

< 20

j.

25

-30

j.

35

-40

j.

45

-50

j.

55

-60

j.

65

-70

j.

75

-80

j.

85

-90

j.

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

-100.000

-50.000

-

50.000

100.000

150.000

200.000

< 20

j.

25

-30

j.

35

-40

j.

45

-50

j.

55

-60

j.

65

-70

j.

75

-80

j.

85

-90

j.

20

-25

j.

30

-35

j.

40

-45

j.

50

-55

j.

60

-65

j.

70

-75

j.

80

-85

j.

90

plu

s

< 2

0 j.

25

-30

j.

35

-40

j.

45

-50

j.

55

-60

j.

65

-70

j.

75

-80

j.

85

-90

j.

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

Page 15: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 11

f i gu u r 2 - 7 O n t w ik k e l in g va n h e t a an t a l h u i sh o u de n s i n o ve r ig N e de r la n d t u s se n 2 0 1 2 e n 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Voorts zien we in overig Nederland aanwas van middelbare en oudere alleenstaanden en

middelbare stellen zonder kinderen, hetgeen samenhangt met een voortgaande vergrijzing.

In de G4 is deze aanwas maar heel gering; de betreffende generatie heeft destijds d e grote

steden massaal verlaten. De G32 nemen in dit alles een tussenpositie in. Van een omvang-

rijke uitstroom van oudere alleenstaanden – veelal als gevolg van overlijden – is nergens

nog sprake. Daarvoor zijn de babyboomers nog niet oud genoeg.

Uitstromers verschillen van instromers

De splitsing van de huishoudensontwikkeling in enerzijds huishoudensvorming en anderzijds

huishoudensontbinding/opheffing laat zien dat de vertaalslag van een (per saldo) ontwikke-

ling van typen huishoudens naar doelgroepen op de woningmarkt nog niet zo eenvoudig is.

De aanwas van alleenstaanden bestaat voor een belangrijk deel uit senioren, die allemaal al

een woning hebben. Jonge alleenstaanden werden de afgelopen jaren ongeveer net zo vaak

gevormd als weer opgeheven. Het aantal huishoudens met kinderen nam tussen 2012 en

2017 per saldo nog maar weinig toe, maar op de achtergrond werden wel jonge gezinnen

gevormd. Die in- en uitstroom van gezinnen kun je in de huishoudensstatistiek tegen elkaar

wegstrepen, maar op de woningmarkt kan dit niet zomaar. Dat zou hooguit kunnen indien

de gezinnen die uit de kinderen raken allemaal woningen vrijmaken, die dan weer door de

nieuw gevormde gezinnen kunnen worden betrokken. In het volgende hoofdstuk zal nader

worden ingegaan op de woningmarktactiviteiten van huishoudens in de verschillende fasen

van hun leven.

-150.000

-100.000

-50.000

-

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

< 20

j.

25

-30

j.

35

-40

j.

45

-50

j.

55

-60

j.

65

-70

j.

75

-80

j.

85

-90

j.

20

-25

j.

30

-35

j.

40

-45

j.

50

-55

j.

60

-65

j.

70

-75

j.

80

-85

j.

90 p

lus

< 20

j.

25

-30

j.

35

-40

j.

45

-50

j.

55

-60

j.

65

-70

j.

75

-80

j.

85

-90

j.

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

Page 16: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 12

Vragers, aanbieders en zittenblijvers

Het feit dat huishoudens op zeker moment van samenstelling veranderen wil nog niet zeg-

gen dat ze actief worden op de woningmarkt , niet als vragers en ook niet als aanbieders.

Veel huishoudens blijken te blijven zitten, vooral op gevorderde leeftijd. Een reconstructie

van woningmarktactiviteiten (of het ontbreken daarvan) naar levensfase maakt dit duide-

lijk. Het blijkt dan dat alleenstaanden weliswaar een substantieel aandeel hebben in de

vraag naar woningen, maar dat de vraag van andere typen huishoudens niet mag worden

onderschat. Het blijkt ook dat het woningaanbod uit de voorraad vooralsnog niet opweegt

tegen de vraag. Dit geldt voor appartementen, maar ook voor eengezinswoningen.

Reconstructie van woningmarktdynamiek

Net zoals de per saldo huishoudensontwikkeling per type kan worden opgesplitst in in-

stroom, uitstroom en een deel ‘onveranderd’ kan ook de woningmarktactiviteit per type

huishouden worden opgedeeld in vragers, aanbieders en ‘zittenblijvers’. Dit is gedaan door,

vooruitkijkend, met behulp van CBS-Microdata te kijken in hoeverre huishoudens na verloop

van tijd nog (deels) op hetzelfde adres woonden en, achteromkijkend, in hoeverre huishou-

dens voorheen al (deels) op hetzelfde adres waren gevestigd.

In dit hoofdstuk wordt de verhuisdynamiek van de periode 2012 -2017 gereconstrueerd voor

huishoudens in diverse levensfasen. Onder vragers verstaan we hier huishoudens waarvan

noch de referentiepersoon, noch de eventuele partner vijf jaar eerder al op het adres

woonde. Hieronder vallen bijvoorbeeld starters uit het ouderlijk huis. Onder aanbieders ver-

staan we huishoudens waarvan noch de referentiepersoon, noch de eventuele partner na

vijf jaar nog op het adres is terug te vinden. Daaronder vallen niet alleen huishoudens die

zijn verhuisd, maar bijvoorbeeld ook alleenstaanden die zijn overleden of naar een instelling

zijn verhuisd. Doorstromers tellen zowel bij aanbieders als bij vragers mee, maar kunnen in-

tussen wel van type zijn veranderd. Zittenblijvers zijn huishoudens die vijf jaar eerder al op

het adres woonden. Dit kan echter wel in een andere samenstelling zijn geweest. Een al-

leenstaande van wie de partner is overleden en die op hetzelfde adres is blijven wonen

geldt als een zittenblijver, maar was vijf jaar eerder nog geen alleenstaande (en ook geen

referentiepersoon). Gekeken is naar veranderingen in het tijdsbestek van vijf jaar. Het kan

zijn dat huishoudens in die periode meerdere keren zijn verhuisd , gevormd, opgeheven

en/of van samenstelling zijn veranderd. Deze tussenstappen worden hier niet in de analyse

meegenomen.

De reconstructie in dit hoofdstuk heeft betrekking op de periode 2012-2017 (de meest re-

cente periode waarvoor cijfers beschikbaar waren) en is daarmee uiteraard gekleurd door

de conjunctuur in deze periode. Ter vergelijking is tevens een reconstructie gemaakt van de

activiteiten aan het begin van deze eeuw (de periode 2000-2005) en de tussenliggende peri-

ode 2006-2011.

Vraag en aanbod naar levensfase

Op dezelfde manier als de huishoudensontwikkeling, namelijk door het volgen van huishou-

dens in stappen van vijf jaar, kan met behulp van de CBS Microdata ook de activiteit op de

woningmarkt per type huishouden tussen 2012 en 2017 worden gereconstrueerd.

Page 17: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 13

Alleenstaanden

Uit deze reconstructie blijkt dat jonge alleenstaanden heel actief zijn, eerst als vragers en

als ‘oudere jongeren’ ook als aanbieders (figuur 3-1). Onder dertigers zijn er zelfs meer al-

leenstaanden die een woning vrijmaken dan (andere) alleenstaanden die een woning betrek-

ken. Onder veertigers en vijftigers slaat die balans weer om. Vanaf de leeftijd van vijfenzes-

tig zijn alleenstaanden vooral zittenblijvers en, naarmate de leeftijd vordert, ook in toene-

mende mate aanbieders.

f i gu u r 3 - 1 A c t iv i t e i t e n o p de w o n in gm a r k t do o r a l le e n st aa n d e n i n d e pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7 3

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Gegeven een specifieke leeftijdsklasse is er sinds het begin van deze eeuw op het eerste ge-

zicht niet veel veranderd. We zien dan dat in de periode 2012 -2017 jonge alleenstaanden

heel actief waren op de woningmarkt, ongeveer net zo actief als hun leeftijdsgenoten dat

waren in de periode 2000-2005 (zie figuur 3-2 en figuur 3-3). Een betekenisvolle trend is wel

de afname van de woningmarktactiviteit onder alleenstaande senioren. Vanaf de leeftijd van

65 is in elke opvolgende klasse sprake van een afgenomen aandeel vragers en aanbieders,

en dus van een toegenomen aandeel zittenblijvers. Dit is betekenisvol, want juist het aantal

oudere alleenstaanden zal in de toekomst sterk toenemen.

3 De activiteiten op de woningmarkt in dit hoofdstuk zijn uitgedrukt in aantallen door referentieperso-

nen bewoonde woningen. Hierbij is gecorrigeerd voor referentiepersonen in niet-woningen (zoals

woonboten) en voor inwoning (meerdere referentiepersonen op hetzelfde adres).

-150.000

-100.000

-50.000

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

aa

nta

l be

wo

on

de

wo

nin

gen

leeftijd referentiepersoon in 2017

aanbieders zittenblijvers vragers

Page 18: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 14

f i gu u r 3 - 2 A an de e l v r age r s o n d e r a l le e n s t a an de n i n dr ie pe r io de n s in ds h e t be g i n va n d e z e

e e u w

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 3 - 3 A an de e l a an bie de r s o n de r a l le e n st aa n d e n i n dr ie pe r io d e n s i n d s h e t be g in v an

de z e e e u w

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen

Jonge meerpersoonshuishoudens zonder kinderen ( figuur 3-4) zijn kortstondig zeer actief op

de woningmarkt, eerst vooral als vragers (eind twintig), later ook als aanbieders (dertigers).

Vervolgens verdwijnt deze groep grotendeels van het toneel en daarmee ook van de wo-

ningmarkt. Onder veertigers en vijftigers overheersen de huishoudens met kinderen. In de

daarop volgende leeftijd zijn er juist weer veel stellen zonder kinderen. Het blijkt dan dat

dat deze stellen op leeftijd (veelal voormalige gezinnen met kinderen) maar heel beperkt ac-

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

aan

dee

l dat

in h

et b

etre

ffen

de

tijd

vak

de

wo

nin

g h

eeft

bet

rokk

en

leeftijd referentiepersoon aan het einde van het tijdvak

2000-2005 2006-2011 2012-2017

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

aa

nd

ee

l da

t in

he

t b

etr

eff

en

de

tijd

vak

de

w

on

ing

hee

ft v

erla

ten

leeftijd referentiepersoon aan het begin van het tijdvak

2000-2005 2006-2011 2012-2017

Page 19: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 15

tief zijn op de woningmarkt, noch als vragers, noch als aanbieders. Dit zijn vooral zittenblij-

vers. Dit illustreert dat het per saldo overgaan van gezinnen met kinderen in lege -nest huis-

houdens niet betekent dat de woningen die door deze voormalige gezinnen worden be-

woond vrijkomen voor nieuwe gezinnen. Oudere stellen zijn bijzonder honkvast, verhou-

dingsgewijs nog meer dan oudere alleenstaanden.

f i gu u r 3 - 4 A c t iv i t e i t e n o p de w o n in gm a r k t do o r m e e r pe r so o n sh u i s h o u de n s z o n d e r k in de r e n i n

de pe r i o de 2 0 1 2 - 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 3 - 5 A an de e l v r age r s o n d e r m e e r pe r s o o n s h u is h o u de n s z o n de r k i n d e r e n i n dr ie pe r io de n

s i n d s h e t be g in v an de z e e e u w

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

-150.000-100.000

-50.0000

50.000100.000150.000200.000250.000300.000350.000400.000

aa

nta

l be

wo

on

de

wo

nin

gen

leeftijd referentiepersoon in 2017

aanbieders zittenblijvers vragers

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

aan

dee

l dat

in h

et b

etre

ffen

de

tijd

vak

de

wo

nin

g h

eeft

bet

rokk

en

leeftijd referentiepersoon aan het einde van het tijdvak

2000-2005 2006-2011 2012-2017

Page 20: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 16

f i gu u r 3 - 6 A an de e l a an bie de r s o n de r m e e r pe r so o n s h u is h o u de n s z o n de r k in de r e n i n dr ie p e r i -

o de n s i n d s h e t be g in v an de z e e e u w

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Jonge stellen zijn sinds het begin van deze eeuw onverminderd actief op de woningmarkt.

Van stellen in de leeftijd 30-35 jaar uit het jaar 2000 was 74% recent in de woning komen

wonen, van stellen in deze leeftijd uit het jaar 2017 eveneens 74%. Onder oudere stellen is

het aandeel zittenblijvers echter toegenomen ten opzichte van de vragers (figuur 3-5). Ter

vergelijking: stellen van 60-65 jaar in het jaar 2005 waren voor 15% vragers (sinds 2005 in

de woning komen wonen), stellen in deze leeftijd in 2017 waren voor 10% vragers (sinds

2012 op het adres komen wonen). Dit heeft ook zijn weerslag gehad op het door oudere

stellen uit voorraad aangeboden woningen. Meer zittenblijvers betekent oo k minder aanbie-

ders (figuur 3-6).

f i gu u r 3 - 7 A c t iv i t e i t e n o p de w o n in gm a r k t do o r h u i s h o u de n s m e t k i n de r e n in de pe r io d e

2 0 1 2 - 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

aa

nd

ee

l da

t in

he

t b

etr

eff

en

de

tijd

vak

de

w

on

ing

hee

ft v

erla

ten

leeftijd referentiepersoon aan het begin van het tijdvak

2000-2005 2006-2011 2012-2017

-200.000

-100.000

0

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

600.000

aa

nta

l be

wo

on

de

wo

nin

gen

leeftijd referentiepersoon in 2017

aanbieders zittenblijvers vragers

Page 21: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 17

f i gu u r 3 - 8 A an de e l v r age r s o n d e r h u i s h o u de n s m e t k in de r e n in dr ie pe r i o de n s i n d s h e t b e g in

va n de z e e e u w

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 3 - 9 A an de e l a an bie de r s o n de r h u i sh o u de n s m e t k i n de r e n in dr ie pe r io de n s in d s h e t

be g in v an de z e e e u w

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Huishoudens met kinderen

Huishoudens met kinderen zijn vooral als vragers op de woningmarkt actief, minder als aan-

bieders (figuur 3-7). Die vraag komt vooral van jonge gezinnen (dertigers). Gevorderde ge-

zinnen zijn vooral zittenblijvers. Na de vijftig raken veel gezinnen uit de kinderen, hetgeen

leidt tot ‘uitstroom’ van huishouden met kinderen (zie figuur 2-4 in het vorige hoofdstuk).

Die uitstroom gaat echter maar heel beperkt vergezeld van aanbod op de woningmarkt. De-

zelfde huishoudens blijven gewoon zitten, nu in een andere samenstelling. In figuur 3-8 is

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

15-20 j. 20-25 j. 25-30 j. 30-35 j. 35-40 j. 40-45 j. 45-50 j. 50-55 j. 55-60 j. 60-65 j. 65-70 j.

aa

nd

ee

l da

t in

he

t b

etr

eff

en

de

tijd

vak

de

w

on

ing

hee

ft b

etro

kken

leeftijd referentiepersoon aan het einde van het tijdvak

2000-2005 2006-2011 2012-2017

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

15-20 j. 20-25 j. 25-30 j. 30-35 j. 35-40 j. 40-45 j. 45-50 j. 50-55 j. 55-60 j. 60-65 j. 65-70 j.

aa

nd

ee

l da

t in

he

t b

etr

eff

en

de

tijd

vak

de

w

on

ing

hee

ft v

erla

ten

leeftijd referentiepersoon aan het begin van het tijdvak

2000-2005 2006-2011 2012-2017

Page 22: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 18

de trend onder huishoudens met kinderen sinds het jaar 2000 weergegeven. Vanwege hun

gering aantal is de verhouding daarbij voor gezinnen van 70 jaar een ouder weggelaten.

Balans van vragers en aanbieders

In figuur 3-10 zijn vragers en aanbieders uit de voorgaande analyse gecombineerd. Hierbij

zijn de zittenblijvers buiten beschouwing gelaten. De figuur laat zien dat alle drie de typen

huishoudens actief zijn op de woningmarkt. Als we de vraag bekijken, blijkt dat alleenstaan-

den weliswaar een grote rol spelen als vragers op de woningmarkt, maar dat ook de vraag

van jonge gezinnen en jonge stellen zonder kinderen niet moeten onderschatten.

De figuur geeft ook nogmaals te zien dat de relatie tussen een statistische toename van ty-

pen huishoudens en de woningmarkt complex is. Terwijl het aantal oudere alleenstaanden

onder de zittende huishoudens in de beschouwde periode toenam, hebben zij slechts be-

perkt vraag uitgeoefend. En terwijl het aantal huishoudens met kinderen per saldo maar

heel weinig toenam, waren jonge gezinnen goed voor een substantiële vraag.

f i gu u r 3 - 1 0 G e vr aa gd e e n a an ge bo de n w o n in ge n i n de pe r i o d e 2 0 1 2 - 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

In vergelijking met het begin van deze eeuw is het gewicht van alleenstaanden op de wo-

ningmarkt wel toegenomen zowel aan de vraagkant als aan de aanbodkant. In figuur 3-11 en

figuur 3-12 zijn de perioden 2000-2005 respectievelijk 2006-2011 weergegeven. Uit de figu-

ren is af te leiden dat alleenstaanden in de periode 2000-2005 goed waren voor 37% van de

gerealiseerde vraag, in 2006-2011 voor 40% van de vraag en in 2012-2017 voor 43% van de

vraag. Het aandeel in de vraag van huishoudens met kinderen in deze perioden bedroeg res-

pectievelijk 34%, 32% en 31%. In 2000-2005 waren alleenstaanden goed voor 43% van het

aanbod, in 2006-2011 voor 46% en in 2012-2017 voor 50%. Het aandeel van huishoudens

met kinderen in het aanbod daalde van 28% via 27% naar 25%. Het toegenomen gewicht van

alleenstaanden op de woningmarkt is dus onmiskenbaar, maar met een aandeel van 43% in

de vraag zijn zij nog altijd in de minderheid ten opzichte van beide andere typen samen .

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

400.000

450.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75

-80

80

-85

85-9

09

0+

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35-4

04

0-4

545

-50

50-5

555

-60

60

-65

65-7

070

-75

75-8

08

0-8

585

-90

90

+

vragers (leeftijd een type in 2017) aanbieders (leeftijd en type in 2012)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

Page 23: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 19

f i gu u r 3 - 1 1 G e vr aa gd e e n a an ge bo de n w o n in ge n i n de pe r i o d e 2 0 0 0 - 2 0 0 5

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 3 - 1 2 G e vr aa gd e e n a an ge bo de n w o n in ge n i n de pe r i o d e 2 0 0 6 - 2 0 1 1

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Vraag en aanbod per woningtype

Eengezinswoningen

Wanneer de voorgaande analyse wordt uitgesplitst naar woningtype (met onderscheid in

eengezinswoningen en appartementen), blijkt dat de vraag naar eengezinswoningen in de

periode 2012-2017 overwegend afkomstig is geweest van jonge stellen dan wel jonge gezin-

nen (figuur 3-13). Alleenstaanden waren onder de vragers naar eengezinswoningen duidelijk

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

400.000

450.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75

-80

80

-85

85-9

090

+1

5-2

02

0-2

525

-30

30-3

535

-40

40

-45

45-5

050

-55

55-6

06

0-6

565

-70

70-7

575

-80

80

-85

85-9

090

+

vragers (leeftijd een type in 2005) aanbieders (leeftijd en type in 2000)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

400.000

450.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75

-80

80

-85

85-9

09

0+

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35-4

04

0-4

545

-50

50-5

555

-60

60

-65

65-7

070

-75

75-8

08

0-8

585

-90

90

+

vragers (leeftijd een type in 2011) aanbieders (leeftijd en type in 2006)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

Page 24: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 20

in de minderheid, evenals zeventigplussers. Onder aanbieders van eengezinswoningen tref-

fen we wel oudere huishoudens zonder kinderen aan. Ouderen laten (indien zij verhuizen)

veelal aantrekkelijke eengezinswoningen achter, die jarenlang bezet zijn geweest. Kwantita-

tief was dit aanbod uit de voorraad echter lang niet voldoende om in de vraag van jonge

huishoudens te voorzien.

In vergelijking met de periode ver voor de crisis, 2000-2005 (figuur 3-14) is het patroon wel

veranderd. Toendertijd waren er veel meer jonge huishoudens die eengezinshuizen wisten

te betrekken en eveneens jonge huishoudens die wisten door te stromen naar een ander

eengezinshuis. Dit is terug te zien in de (geëffectueerde) vraag en in het (uit voorraad vrijge-

maakte) aanbod uit die tijd. In het verschil tussen tijdvakken klinken zowel demografische

verstuivingen (‘ontgroening’ van het staartje van de babyboomgeneratie) als veranderende

marktomstandigheden door.

f i gu u r 3 - 1 3 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n e e n ge z in sw o n in ge n i n d e pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75-8

08

0-8

585

-90

90+

15-2

02

0-2

525

-30

30-3

535

-40

40

-45

45-5

050

-55

55-6

06

0-6

565

-70

70-7

575

-80

80

-85

85-9

090

+vragers (leeftijd een type in 2017) aanbieders (leeftijd en type in 2012)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

Page 25: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 21

f i gu u r 3 - 1 4 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n e e n ge z in sw o n in ge n i n d e pe r io de 2 0 0 0 - 2 0 0 5

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 3 - 1 5 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n e e n ge z in sw o n in ge n i n d e pe r io de 2 0 0 6 - 2 0 1 1

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Appartementen

Terwijl alleenstaanden in de minderheid zijn waar het de vraag naar eengezinswoningen be-

treft, vormen zij de meerderheid van de vragers naar appartementen. In figuur 3-16 is te

zien dat in de periode 2012-2017 de vraag naar appartementen vooral afkomstig was van

huishoudens zonder kinderen, onder wie alleenstaanden in alle leeftijden. Dit gold ook vo or

het aanbod. Er is sprake van een piek in aanbieders van 75 jaar en ouder. Dit betreft veelal

overlijdensgevallen van alleenstaanden die de laatste fase van hun leven in een apparte-

ment doorbrachten.

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75

-80

80

-85

85-9

090

+1

5-2

02

0-2

525

-30

30-3

535

-40

40

-45

45-5

050

-55

55-6

06

0-6

565

-70

70-7

575

-80

80

-85

85-9

090

+

vragers (leeftijd een type in 2005) aanbieders (leeftijd en type in 2000)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75

-80

80

-85

85-9

090

+1

5-2

02

0-2

525

-30

30-3

535

-40

40

-45

45-5

050

-55

55-6

06

0-6

565

-70

70-7

575

-80

80

-85

85-9

090

+

vragers (leeftijd een type in 2011) aanbieders (leeftijd en type in 2006)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

Page 26: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 22

f i gu u r 3 - 1 6 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n ap par t e m e n t e n i n de pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

In vergelijking met de periode 2000-2005 (figuur 3-17) valt op dat er in 2012-2017 meer

jonge huishoudens appartementen hebben betrokken. Veel huishoudens met kinderen wa-

ren daar echter niet bij. Hoewel appartementen niet per definitie ongeschikt zijn voor huis-

houdens met kinderen is het aanbod van appartementen duidelijk nog niet aantrekkelijk ge-

noeg om veel jonge gezinnen te bekoren.

f i gu u r 3 - 1 7 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n ap par t e m e n t e n i n de pe r io de 2 0 0 0 - 2 0 0 5

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75-8

08

0-8

585

-90

90+

15-2

02

0-2

525

-30

30-3

535

-40

40

-45

45-5

050

-55

55-6

06

0-6

565

-70

70-7

575

-80

80

-85

85-9

090

+

vragers (leeftijd een type in 2017) aanbieders (leeftijd en type in 2012)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75

-80

80

-85

85-9

090

+1

5-2

02

0-2

525

-30

30-3

535

-40

40

-45

45-5

050

-55

55-6

06

0-6

565

-70

70-7

575

-80

80

-85

85-9

090

+

vragers (leeftijd een type in 2005) aanbieders (leeftijd en type in 2000)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

Page 27: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 23

f i gu u r 3 - 1 8 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n ap par t e m e n t e n i n de pe r io de 2 0 0 6 - 2 0 1 1

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Toegenomen belang van alleenstaanden

Ook uitgesplitst naar woningtype zien we een toegenomen belang van alleenstaanden sinds

het begin van deze eeuw. Dit is samengevat in figuur 3-19. Deze figuur maakt onder meer

duidelijk dat alleenstaanden een dominante en toegenomen rol vervullen in de vraag naar

appartementen, maar dat de vraag van andere typen huishoudens en ook de vraag naar

eengezinswoningen, nog niet is verdwenen. Ook is te zien dat het aan bod van eengezinswo-

ningen uit de voorraad vooralsnog niet is toegenomen, ondanks de vergrijzing en de toe-

name van het aantal niet-gezinnen. Dit is in lijn met de bevinding dat oudere stellen en ou-

dere alleenstaanden vooral zittenblijvers zijn. De toename van deze typen huishoudens leidt

dus nauwelijks tot een toename van aanbod uit de voorraad. Daar komt bij dat lege nest-

huishoudens en vooral recent verweduwden hun woning steeds langer bezet houden. Elders

in deze studie wordt hierop teruggekomen.

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

15

-20

20

-25

25-3

030

-35

35

-40

40

-45

45-5

050

-55

55

-60

60

-65

65-7

070

-75

75

-80

80

-85

85-9

090

+1

5-2

02

0-2

525

-30

30-3

535

-40

40

-45

45-5

050

-55

55-6

06

0-6

565

-70

70-7

575

-80

80

-85

85-9

090

+

vragers (leeftijd een type in 2011) aanbieders (leeftijd en type in 2006)

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

Page 28: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 24

f i gu u r 3 - 1 9 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n w o n in ge n i n dr ie p e r i o d e n s i n d s h e t be g in v an

de z e e e u w

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Regionale verschillen

Mede vanwege grote demografische verschillen (zie hiervoor paragraaf 2.5) verschillen ook

vraag en aanbod op de woningmarkt aanzienlijk tussen delen van Nederland. In bijgaande

figuren is dit weergegeven voor de periode 2012-2017 voor achtereenvolgens de vier grote

steden (de G4), de middelgrote gemeenten (de G32) en ‘overig Nederland’. Daarbij is per

deelgebied onderscheid gemaakt in appartementen en, op dezelfde schaal, eengezinswonin-

gen.

Behalve de demografische context klinken in het aanbod per deelgebied ook kenmerken van

de voorraad door en in de geëffectueerde vraag ook kenmerken van de nieuwbouw. Wat er

aan het begin van de periode niet was, kon ook niet uit voorraad worden aangeboden. En

wat niet uit voorraad vrij kwam en ook niet is toegevoegd, kon niet door vragers worden be-

trokken. Het is dan ook niet vreemd te constateren dat zowel het aanbod uit de voorraad als

de geëffectueerde vraag in de G4 vooral bestaat uit appartementen. Eengezinswoningen

spelen in de G4 een ondergeschikte rol. Die appartementen worden in overgrote meerder-

heid betrokken en ook weer aangeboden door jonge huishoudens zonder kinderen. Huis-

houdens met kinderen, senioren en zelfs huishoudens van middelbare leeftijd spelen op de

grootstedelijke woningmarkt een beperkte rol.

Vraag en aanbod in de G32 vertonen trekken van dat in de G4, maar ook van dat in overig

Nederland. Eengezinshuizen worden in de G32 minder aangeboden en betrokken dan appar-

tementen, maar niet zo extreem weinig als in de G4. In overige Nederland worden vooral

eengezinswoningen uit voorraad aangeboden en tevens veel gevraagd. De vraag is overwe-

gend afkomstig van jonge stellen en van huishoudens met kinderen, het aanbod ook van

middelbare stellen en alleenstaanden. Aanbod door 75-plussers, waaronder door overlijden

of opname in een instelling, is er echter (nog) niet veel.

-

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

20

00

-'0

5

20

06

-'1

1

20

12

-'1

7

20

00

-'0

5

20

06

-'1

1

20

12

-'1

7

20

00

-'0

5

20

06

-'1

1

20

12

-'1

7

20

00

-'0

5

20

06

-'1

1

20

12

-'1

7

vragers aanbieders vragers aanbieders

appartementen eengezinswoningen

alleenstaand meerpersoons zonder kind(eren) huishouden met kind(eren)

Page 29: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 25

f i gu u r 3 - 2 0 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n e e n ge z in sw o n in ge n i n d e pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7 in d e

G 4

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 3 - 2 1 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n ap par t e m e n t e n i n de pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7 in de G 4

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

-

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

< 20

j.20

-25

j.2

5-3

0 j.

30

-35

j.35

-40

j.40

-45

j.4

5-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60

-65

j.6

5-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80

-85

j.85

-90

j.9

0 p

lus

< 20

j.2

0-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35

-40

j.40

-45

j.45

-50

j.50

-55

j.5

5-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70

-75

j.7

5-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90

plu

s

vragers (leeftijd referentiepersoon in 2017) aanbieders (leeftijd referentiepersoon in 2012)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

< 20

j.2

0-2

5 j

.2

5-3

0 j

.3

0-3

5 j

.3

5-4

0 j

.4

0-4

5 j

.4

5-5

0 j

.5

0-5

5 j

.5

5-6

0 j

.6

0-6

5 j

.6

5-7

0 j

.7

0-7

5 j

.7

5-8

0 j

.8

0-8

5 j

.8

5-9

0 j

.90

plu

s<

20 j.

20

-25

j.

25

-30

j.

30

-35

j.

35

-40

j.

40

-45

j.

45

-50

j.

50

-55

j.

55

-60

j.

60

-65

j.

65

-70

j.

70

-75

j.

75

-80

j.

80

-85

j.

85

-90

j.

90 p

lus

vragers (leeftijd referentiepersoon in 2017) aanbieders (leeftijd referentiepersoon in 2012)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

Page 30: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 26

f i gu u r 3 - 2 2 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n e e n ge z in sw o n in ge n i n d e pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7 in d e

G 3 2

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 3 - 2 3 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n ap par t e m e n t e n i n de pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7 in de G 3 2

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

-

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

100.000

< 20

j.2

0-2

5 j

.2

5-3

0 j

.3

0-3

5 j

.3

5-4

0 j

.4

0-4

5 j

.4

5-5

0 j

.5

0-5

5 j

.5

5-6

0 j

.6

0-6

5 j

.6

5-7

0 j

.7

0-7

5 j

.7

5-8

0 j

.8

0-8

5 j

.8

5-9

0 j

.90

plu

s<

20 j.

20

-25

j.

25

-30

j.

30

-35

j.

35

-40

j.

40

-45

j.

45

-50

j.

50

-55

j.

55

-60

j.

60

-65

j.

65

-70

j.

70

-75

j.

75

-80

j.

80

-85

j.

85

-90

j.

90 p

lus

vragers (leeftijd referentiepersoon in 2017) aanbieders (leeftijd referentiepersoon in 2012)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

100.000

< 20

j.2

0-2

5 j

.2

5-3

0 j

.3

0-3

5 j

.3

5-4

0 j

.4

0-4

5 j

.4

5-5

0 j

.5

0-5

5 j

.5

5-6

0 j

.6

0-6

5 j

.6

5-7

0 j

.7

0-7

5 j

.7

5-8

0 j

.8

0-8

5 j

.8

5-9

0 j

.90

plu

s<

20 j.

20

-25

j.

25

-30

j.

30

-35

j.

35

-40

j.

40

-45

j.

45

-50

j.

50

-55

j.

55

-60

j.

60

-65

j.

65

-70

j.

70

-75

j.

75

-80

j.

80

-85

j.

85

-90

j.

90 p

lus

vragers (leeftijd referentiepersoon in 2017) aanbieders (leeftijd referentiepersoon in 2012)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

Page 31: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 27

f i gu u r 3 - 2 4 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n e e n ge z in sw o n in ge n i n d e pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7 in

o ve r ig N e de r la n d

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 3 - 2 5 V r age r s n aar e n aa n b ie de r s va n ap par t e m e n t e n i n de pe r io de 2 0 1 2 - 2 0 1 7 in o ve r ig

N e de r l an d

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Appartementen spelen een bescheiden, maar niet weg te cijferen rol in overig Nederland.

De vragers en ook de aanbieders van appartementen verschillen in overig Nederland echter

sterk van vragers en aanbieders in de G4. Behalve door jonge alleenstaanden, die er niet

lang in blijven wonen, worden appartementen in overig Nederland ook betrokken door al-

leenstaanden en stellen van middelbare leeftijd en ouder. Deze (doel)groep is in de G4 erg

klein, maar vormt in overig Nederland een substantiële groep vragers. Gezien de voor-

gaande vergrijzing mag worden verwacht dat deze doelgroep nog toeneemt. Het impliceert

-

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

< 20

j.2

0-2

5 j

.2

5-3

0 j

.3

0-3

5 j

.3

5-4

0 j

.4

0-4

5 j

.4

5-5

0 j

.5

0-5

5 j

.5

5-6

0 j

.6

0-6

5 j

.6

5-7

0 j

.7

0-7

5 j

.7

5-8

0 j

.8

0-8

5 j

.8

5-9

0 j

.90

plu

s<

20 j.

20

-25

j.

25

-30

j.

30

-35

j.

35

-40

j.

40

-45

j.

45

-50

j.

50

-55

j.

55

-60

j.

60

-65

j.

65

-70

j.

70

-75

j.

75

-80

j.

80

-85

j.

85

-90

j.

90 p

lus

vragers (leeftijd referentiepersoon in 2017) aanbieders (leeftijd referentiepersoon in 2012)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

< 20

j.2

0-2

5 j

.2

5-3

0 j

.3

0-3

5 j

.3

5-4

0 j

.4

0-4

5 j

.4

5-5

0 j

.5

0-5

5 j

.5

5-6

0 j

.6

0-6

5 j

.6

5-7

0 j

.7

0-7

5 j

.7

5-8

0 j

.8

0-8

5 j

.8

5-9

0 j

.90

plu

s<

20 j.

20

-25

j.

25

-30

j.

30

-35

j.

35

-40

j.

40

-45

j.

45

-50

j.

50

-55

j.

55

-60

j.

60

-65

j.

65

-70

j.

70

-75

j.

75

-80

j.

80

-85

j.

85

-90

j.

90 p

lus

vragers (leeftijd referentiepersoon in 2017) aanbieders (leeftijd referentiepersoon in 2012)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

Page 32: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 28

wel dat appartementen in overig Nederland een ander product zijn dan appartementen in

de G4. Oudere stellen en alleenstaanden zullen immers heel andere eisen aan hun apparte-

ment stellen dan jonge alleenstaanden in de stad. Huishoudens met kinderen vormen ook in

overig Nederland maar beperkt vraag uit naar appartementen. Vraag vanuit huishoudens

met kinderen is er volop, maar dan vooral naar eengezinswoningen.

Page 33: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 29

Blik in de toekomst

Hoe de woningmarkt zich in de toekomst zal ontwikkelen hangt voor een belangrijk deel af

van demografische ontwikkelingen en van de manier waarom huishoudens in diverse sta-

dia van hun leven actief zijn (af juist niet actief zijn) op de markt. Dit valt niet met zeker-

heid te zeggen, maar op grond van gedrag in het verleden kunnen wel verwachtingen wor-

den geformuleerd. Die komen er op neer dat er de komen tien jaar nog voor een divers pu-

bliek moet worden gebouwd: alleenstaanden, zowel jong als oud, stellen met en stellen

zonder kinderen.

De periode 2017-2022

In onderstaande analyse wordt een schatting gemaakt van woningaanbod ( vrijkomend uit de

voorraad) en woningvraag in de komende vijf jaar. Daarbij wordt uitgegaan van de onder-

staande aannamen.

De toekomstige huishoudens naar type (drie typen) en leeftijdsklasse worden ontleend aan

de Primos-huishoudensprognose (versie 2017).

Van de toekomstige huishoudens wordt verondersteld dat ze net zo (willen en kunnen) wo-

nen als vergelijkbare huishoudens in 2017. Dus bijvoorbeeld alleenstaanden in de leeftijd

30-35 jaar wonen in 2022 net zo als alleenstaanden in die leeftijdsklasse in 2017. Dit bete-

kent allereerst dat huishoudens in dezelfde mate in niet-woningen en / of met meerdere

huishoudens op één adres zullen wonen als in 2017. Hierdoor valt het aantal woningen lager

uit dan het aantal huishoudens. Binnen de (bewoonde) woningvoorraad gaat het om de ver-

houding eengezins – appartement.

Van de huidige huishoudens (uitgangssituatie 2017) wordt op grond van verhuisgedrag in

het verleden (afgeleid uit de CBS-Microdata) geschat hoeveel daarvan hun huidige woning

de komende vijf jaar bezet zullen houden (zittenblijvers). Hieronder wordt verstaan dan de

hoofdbewoner (referentiepersoon) en/of de partner nog op het adres aanwez ig is. Van de

toekomstige huishoudens wordt op grond van CBS-Microdata geschat welke deel daarvan

zittenblijvers zouden zijn geweest, gegeven het verhuisgedrag van soortgelijke huishoudens

in het verleden. Dat wil zeggen dat de hoofdbewoner en/of de eventu ele partner al op het

adres aanwezig was. Beide schattingen (vooruitkijken en terugkijkend) worden gemiddeld

om tot een definitieve schatting van het aantal zittenblijvers te komen.

Sluitpost van de analyse zijn de aanbieders en de vragers. Aanbod is afkomstig van huishou-

dens uit 2017 die niet als zittenblijvers zijn aan te merken. Vraag is afkomstig van toekom-

stige huishoudens die niet als zittenblijvers zijn aan te merken.

Page 34: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 30

Huishoudensontwikkeling

Alvorens naar de uitkomsten in termen van vraag en aanbod te gaan, is eerst de huishou-

densprognose weergegeven (let op: de schaal van de figuren varieert) . Daarbij is met behulp

van de CBS-Microdata op dezelfde manier als voor vraag en aanbod een schatting gemaakt

van instroom, uitstroom en huishoudens die onveranderd zullen blijven. Onveranderd wil in

dit geval zeggen dat (hoofden van) huishoudens in 2022 nog (of wederom) tot hetzelfde

type zullen behoren als in 2017.

Als puur naar de verschillen in aantallen tussen 2022 en 2017 wordt gekeken, zien we dat

het totaal aantal huishoudens nog zal toenemen met 327.000, waarvan het grootste deel

(227.000) alleenstaanden. Het aantal huishoudens met kinderen neemt per saldo nauwelijks

nog toe.

Wanneer de prognose uiteen wordt getrokken in stappen van vijf jaar, blijkt da t achter die

totaalsaldi in- en uitstroom schuilgaan. Er worden huishoudens gevormd, maar ook weer op-

geheven. In geval van huishoudens met kinderen zijn in- en uitstroom nagenoeg aan elkaar

gelijk.

In de figuur is te zien dat vooral in de steden jonge alle enstaanden ‘ontstaan’ en ook iets

minder jonge alleenstaanden weer worden opgeheven. In overig Nederland zien we vooral

veel gezinnen uitstromen, hetgeen in de meeste gevallen betekent dat ze ( vaak op hetzelfde

adres waar ze al wonen) in de lege nestfase belanden. Tegelijkertijd zien we in overig Neder-

land een aanwas van oudere alleenstaanden. Hierin weerspiegelt zich de vergrijzing, die

vooral buiten de steden optreedt. De aanwas van oudere alleenstaanden komt vooral door

verweduwing.

t ab e l 4 - 1 T e v e r w ac h t e o n t w i k k e l i n g v an h e t a an t a l h u i sh o u de n s i n d e p e r i o de 2 0 1 7 - 2 0 2 2

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

aantal in 2017 uitstroom onveranderd instroom aantal in 2022 saldoalleenstaand 2.969.000 1.119.000 1.850.000 1.376.000 3.226.000 257.000 huishoudens met kind(eren) 2.581.000 708.000 1.873.000 709.000 2.583.000 1.000 meerpersoonshh zonder k. 2.256.000 674.000 1.582.000 742.000 2.324.000 68.000

7.806.000 2.501.000 5.304.000 2.828.000 8.132.000 327.000

ontwikkeling

Page 35: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 31

f i gu u r 4 - 1 S c h a t t in g h u is h o u d e n so ve r g an ge n i n de pe r i o de 2 0 1 7 - 2 0 2 2 i n , v an b o v e n n a ar o n -

de r , de G 4 , de G 3 2 e n o ve r i g N e de r la n d

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

-80.000

-60.000

-40.000

-20.000

-

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

-100.000

-50.000

-

50.000

100.000

150.000

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

-150.000

-100.000

-50.000

-

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

< 2

0 j.

25-3

0 j.

35-4

0 j.

45-5

0 j.

55-6

0 j.

65-7

0 j.

75-8

0 j.

85-9

0 j.

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

Page 36: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 32

Vraag en aanbod

In de figuren op de volgende pagina’s (let op: schalen variëren) is weergegeven wat de de-

mografische ontwikkelingen naar verwachting zullen betekenen in termen van vraag naar en

aanbod van woningen, indien de huishoudens zich net zo (kunnen en willen) gedragen als

hun ‘soortgenoten’ (naar type en leeftijdsklasse) dat deden in de periode 2012-2017. In

deze figuren zijn de zittenblijvers buiten beschouwing gelaten. In totaal zal het aantal door

particuliere huishoudens bewoonde woningen met 306.000 (moeten) toenemen, 169.000

appartementen en 137.000 eengezinswoningen. In de figuur is te zien dat het voor de ap-

partementen nogal uitmaakt of het gaat om stedelijk gebied of om overig Nederland. In de

steden zijn het vooral jonge alleenstaanden die appartementen vragen en ook weer aanbie-

den. In overig Nederland is de vraag naar appartementen veel meer afkomstig van senioren.

Ook zien we in overig Nederland enig aanbod van eengezinswoningen door senioren. Dit

aanbod uit de voorraad zal echter onvoldoende zijn om aan de te verwachten vraag naar

eengezinswoningen te voldoen.

t ab e l 4 - 2 T e v e r w ac h t e o n t w i k k e l i n g v an vr a ag e n a an bo d i n d e p e r io de 2 0 1 7 - 2 0 2 2

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

vraag aanbod saldo vraag aanbod saldoG4 368.000 321.000 47.000 67.000 52.000 16.000 G32 405.000 355.000 50.000 320.000 280.000 40.000 overig NL 401.000 328.000 72.000 686.000 605.000 81.000

1.173.000 1.004.000 169.000 1.074.000 937.000 137.000

appartementen eengezinswoningen

Page 37: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 33

f i gu u r 4 - 2 S c h a t t in g vr a a g n aar e n aa n bo d va n e e n ge z in sw o n in ge n in de pe r io de 2 0 1 7 - 2 0 2 2

in , va n bo ve n n aar o n de r , d e G 4 , de G 3 2 e n o ve r ig N e de r la n d

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

-

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2022) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2022) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2022) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

Page 38: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 34

f i gu u r 4 - 3 S c h a t t in g vr a ag n aar e n aa n bo d va n ap par t e m e n t e n i n d e pe r io de 2 0 1 7 - 2 0 2 2 in ,

va n bo ve n n aar o n de r , de G 4 , de G 3 2 e n o ve r i g N e de r l a n d

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

-

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

100.000

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2022) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2022) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

< 2

0 j.

20-2

5 j.

25-3

0 j.

30-3

5 j.

35-4

0 j.

40-4

5 j.

45-5

0 j.

50-5

5 j.

55-6

0 j.

60-6

5 j.

65-7

0 j.

70-7

5 j.

75-8

0 j.

80-8

5 j.

85-9

0 j.

90 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2022) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

Page 39: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 35

De periode 2017-2027

In de wereld van woningbouw is vijf jaar niet lang. Daarom is ook een schatting gemaakt van

de ontwikkeling van vraag en aanbod over een periode van tien jaar, ofwel de periode 2017 -

2027. Basis hiervoor is een analyse van de gerealiseerde verhuisbewegingen (of juist niet-

verhuizingen) van huishoudens in de voorafgaande tien jaar (2007 -2017), uitgevoerd met

behulp van de CBS Microdata. Omdat het hier om een periode van tien jaar gaat, zijn huis-

houdens in dit geval opgesplitst in klassen van tien ja ar. Vanzelfsprekend is over tien jaar ge-

rekend het aantal zittenblijvers kleiner dan over vijf jaar. Hiermee samenhangen d zal het

aanbod uit de voorraad groter zijn, evenals de vraag. In huishoudens gerekend zal het aantal

huishoudens dat over tien jaar qua type onveranderd is kleiner zijn dan wanneer slechts

over periode van vijf jaar wordt gekeken.

t ab e l 4 - 3 T e v e r w ac h t e o n t w i k k e l i n g v an h e t a an t a l h u i sh o u de n s i n d e p e r i o de 2 0 1 7 - 2 0 2 7

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

Het aantal huishoudens zal volgens de Primos prognose tussen 2017 en 2027 toenemen met

532.000. De grootste per saldo toename (424.000) betreft alleenstaanden. Vooral buiten de

steden zien we een uitstroom van middelbare gezinnen en een instroom van oudere alleen-

staanden en van stellen zonder kinderen.

t ab e l 4 - 4 T e v e r w ac h t e o n t w i k k e l i n g v an vr a ag e n a an bo d i n d e p e r io de 2 0 1 7 - 2 0 2 7

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

De (door particuliere huishoudens bewoonde) woningvoorraad zal, indien huishoudens zich

de komende tien jaar net zo kunnen en willen gedragen als hun soortgenoten (qua type en

leeftijdsklasse) dat deden in de tien jaar daarvoor, met 515.000 (moeten) toenemen, waar-

van 292.000 appartementen. In de steden (vooral in de G4) worden vooral appartementen

meer gevraagd dan aangeboden. In overig Nederland is het saldo van vraag en aanbod bij

appartementen over tien jaar gerekend gelijk aan het saldo bij eengezinswoningen. In verge-

lijking met de vijfjaarsperiode (weergegeven in de vorige paragraaf) zien we in overig Neder-

land dus een accentverschuiving richting appartementen. Dit hangt samen met de voort-

gaande vergrijzing. Toch zal in overig Nederland ook over tien jaar gerekend nog de helft

van de additionele behoefte bestaan uit eengezinswoningen.

aantal in 2017 uitstroom onveranderd instroom aantal in 2027 saldoalleenstaand 2.969.000 1.573.000 1.396.000 1.997.000 3.393.000 424.000 huishoudens met kind(eren) 2.581.000 1.192.000 1.390.000 1.195.000 2.585.000 3.000 meerpersoonshh zonder k. 2.256.000 1.001.000 1.254.000 1.106.000 2.360.000 104.000

7.806.000 3.766.000 4.040.000 4.298.000 8.338.000 532.000

ontwikkeling

vraag aanbod saldo vraag aanbod saldo

G4 556.000 469.000 88.000 118.000 89.000 29.000

G32 583.000 502.000 81.000 547.000 477.000 70.000

overig NL 627.000 504.000 123.000 1.185.000 1.062.000 123.000

1.767.000 1.475.000 292.000 1.850.000 1.627.000 223.000

appartementen eengezinswoningen

Page 40: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 36

f i gu u r 4 - 4 S c h a t t in g h u is h o u d e n so ve r g an ge n i n de pe r i o de 2 0 1 7 - 2 0 2 7 i n , v an b o v e n n a ar o n -

de r , de G 4 , de G 3 2 e n o ve r i g N e de r la n d

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

-150.000

-100.000

-50.000

-

50.000

100.000

150.000

200.000

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

-200.000

-150.000

-100.000

-50.000

-

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

-400.000

-300.000

-200.000

-100.000

-

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25

-35

j.

35

-45

j.

45

-55

j.

55

-65

j.

65-7

5 j.

75

-85

j.

85 p

lus

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

uitstroom onveranderd instroom

Page 41: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 37

f i gu u r 4 - 5 S c h a t t in g vr a ag n aar e n aa n bo d va n e e n ge z in sw o n in ge n in de pe r io de 2 0 1 7 - 2 0 2 7

in , va n bo ve n n aar o n de r , d e G 4 , de G 3 2 e n o ve r ig N e de r la n d

Bron: CBS Microdata en Primos huishoudensprognose, bewerking RIGO

-

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

35.000

40.000

45.000

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2027) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

180.000

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2027) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2027) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

Page 42: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 38

f i gu u r 4 - 6 S c h a t t in g vr a ag n aar e n aa n bo d va n ap par t e m e n t e n i n d e pe r io de 2 0 1 7 - 2 0 2 7 in ,

va n bo ve n n aar o n de r , de G 4 , de G 3 2 e n o ve r i g N e de r l a n d

-

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2027) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2027) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

-

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

< 2

5 j.

25-3

5 j.

35-4

5 j.

45-5

5 j.

55-6

5 j.

65-7

5 j.

75-8

5 j.

85 p

lus

vraag (huishoudenssituatie in 2027) aanbod (huishoudenssituatie in 2017)

alleenstaand meerpers. zk. hh met k.

Page 43: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 39

Alleenstaanden in soorten en maten

Alle alleenstaanden hebben één ding gemeen: het zijn allemaal kleine huishoudens. Maar

verder is het een heterogene groep. Het maakt voor de woningmarkt nogal uit of het gaat

om een jongere die net zelfstandig is gaan wonen of om een senior van wie de partner net

is overleden. En dan zijn er nog pas gescheiden alleenstaanden en voormalige eenouder-

gezinnen van wie net het laatste kind het huis heeft verlaten. Al die verschillende alleen-

staanden kennen een heel verschillend vervolg van hun leven, met verschillende gevolgen

voor de woningmarkt. Daarin blijkt sinds het begin van deze eeuw weinig te zijn veran-

derd.

Vier soorten alleenstaanden

Uit de analyse van huishoudensontwikkeling in stappen van vijf jaar is al gebleken dat de ‘in-

stroom’ van alleenstaanden plaatsvindt in alle leeftijden, met een accent op jongeren (zie

figuur 2-2). Dit gegeven wijst er al op dat er uiteenlopende gebeurtenissen kunnen leiden

tot het ‘ontstaan’ van een alleenstaande. Gekoppeld aan gebeurtenissen worden in deze

studie vier soorten alleenstaanden onderscheiden, te weten:

Verweduwd: alleenstaanden die voorheen nog deel uitmaakten van een stel en van wie

de partner is overleden.

Gescheiden: alleenstaanden die voorheen nog deel uitmaakten van een stel en van wie

de ex-partner niet is overleden.

Lege nesten: alleenstaanden die eenouderhuishoudens waren, waar het (laatste) kind het

huishouden heeft verlaten.

Nieuwe huishoudens: alleenstaanden die voorheen nog geen referentiepersoon waren en

ook geen partner in een ander huishoudens. De analyse richt zich op inwonende kinderen

die zelfstandig zijn gaan wonen plus uitstromers uit instellingen (voorheen lid van een ‘in-

stitutioneel huishouden’).

t ab e l 5 - 1 P r o f ie l v an v ie r t y pe n i n 2 0 1 6 ge vo r m de a l le e n s t a an de n

Dit soort gebeurtenissen vindt aan de lopende band plaats. Mensen kunnen uit huis gaan,

een relatie vormen en weer uit elkaar gaan binnen tijdsbestek van enkele maanden. Voor

analytische doeleinden selecteren we hier huishoudens (of eigenlijk refe rentiepersonen) op

grond van het verschil met de situatie een jaar eerder. Voor verweduwden en gescheidenen

geldt dus dat ze een jaar geleden nog een partner hadden.

aantal

leeftijd

(mediaan) de G4 de G32

eengezins-

woning

nieuw huishouden 147.000 24 23% 41% 32%

gescheiden 144.000 35 26% 34% 40%

leeg nest 31.000 56 16% 31% 64%

verweduwd 47.000 74 8% 25% 64%

bron: CBS microdata, bewerking RIGO

aandeel woonachtig in:

Page 44: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 40

In tabel 5-1 is van de vier typen in 2016 gevormde alleenstaanden een aantal kenmerken

weergegeven. De vier typen verschillen zo sterk van elkaar, dat het in relatie tot de woning-

markt zinloos is om te spreken van alleenstaanden alsof het een homogene groep betreft. In

het vervolg van dit hoofdstuk worden de vier typen afzonderlijk onderzocht op hun woonsi-

tuatie en verhuisgedrag. Daarbij kijken we ook of hierin veranderingen zijn opgetreden sinds

het begin van deze eeuw. Omdat de typen gekoppeld zijn aan een gebeurtenis (bijvoorbeeld

een scheiding), zijn verschillende lichtingen van hetzelfde type goed door de tijd vergelijk-

baar.

Nieuwe huishoudens

Veranderingen na vijf jaar

Voor nieuwe huishoudens verandert er veel in vijf jaar tijd. In figuur 5-1 is te zien of hun

status als alleenstaanden na vijf jaar is veranderd en of ze nog op hetzelfde adres zijn terug

te vinden. Minder dan de helft is na vijf jaar nog (of wederom) alleenstaand en ongeveer

één op de vijf is nog alleenstaand en woont tevens nog (of weer) op hetzelfde adres als bij

aanvang. Ongeveer een kwart is als alleenstaande op een ander adres gaan wonen. Dit aan-

deel is sinds het begin van deze eeuw iets toegenomen. Verder is het patroon door de tijd

heen opmerkelijk constant.

Van de vele nieuwe alleenstaanden die vijf jaar later niet meer alleenstaand zijn is het me-

rendeel verhuisd. Dit geldt vooral voor alleenstaanden die na vijf jaar geen referentie-

persoon meer zijn, maar die deel zijn gaan uitmaken van een ander huishouden. Denk hier-

bij aan vrouwen die ofwel bij een man intrekken ofwel bij wie een man intrekt. Kennelijk ge-

beurt dat laatste veel minder vaak dan het eerste.

f i gu u r 5 - 1 V e r an de r in ge n n a v i j f j aar ; a l le e n s t a an de n i e u w e h u i sh o u de n s

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000-'05 2003-'08 2006-'11 2009-'14 2012-'17

opgeheven / anders

lid ander hh., ander adres

lid ander hh., zelfde adres

niet meer alleenstaand, ander adres

niet meer alleenstaand, zelfde adres

nog / weer alleenstaand, ander adres

nog / weer alleenstaand, zelfde adres

Page 45: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 41

Honkvastheid op het adres

In figuur 5-2 is het aandeel van de nieuwe huishoudens weergegeven dat na verloop van tijd

nog op hetzelfde adres woont, ongeacht of dat nog als alleenstaande is of in een andere sa-

menstelling. Daarbij is onderscheid gemaakt in eengezinswoningen en appartementen. Om

de ontwikkelingen van achtereenvolgende cohorten te kunnen vergelijken is in percentages

telkens de stand na vijf jaar weergegeven.

f i gu u r 5 - 2 A an de e l a l le e n st aa n de n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; n ie u w e

h u is h o u de n s in e e n ge z i n sw o n i n ge n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 5 - 3 A an de e l a l le e n st aa n de n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; n ie u w e

h u is h o u de n s in a pp ar t e m e n t e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

33%30% 30% 31%

28%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aan

dee

l no

g o

p h

etze

lfd

e ad

res

29% 27% 28% 30%26%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aa

nde

el n

og o

p h

etze

lfde

adre

s

Page 46: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 42

Nieuw gevormde alleenstaanden blijven niet lang op hun (eerste) adres wonen. Na een jaar

is al ruim 30% vertrokken. Na vijf jaar is meer dan 70% niet meer op het oude adres aanwe-

zig. Daarbij maakt het weinig uit of men begint in een appartement of in een eengezinswo-

ning. Dit beeld is niet verrassend. Studentenhuizen en andere vormen van jongerenhuisves-

ting staan bekend om een hoge mutatiegraad. Het aandeel ‘blijvers’ na een gegeven aantal

jaren is sinds het begin van deze eeuw nog afgenomen, met een kleine terugval tijde ns de

crisisjaren 2009-2014. Nieuw gevormde alleenstaanden uit 2012 waren dus nog minder

honkvast dan hun ‘soortgenoten’ uit het jaar 2000.

Gemaakte stappen: woningtype

Voor aan analyse van gemaakte verhuisstappen zoomen we in op alleenstaanden die na vijf

jaar op een ander adres wonen, hetzij nog (of opnieuw) als alleenstaand, hetzij in een an-

dere samenstelling (‘niet meer alleenstaand’). Alleenstaanden die na vijf jaar deel zijn gaan

uitmaken van een ander huishouden (met een andere referentiepersoon) blijven buiten be-

schouwing. Gekeken is in hoeverre de verandering van adres samengaat met verandering

van het woningtype en met de ruimtelijke concentratie in de G4 dan wel de g32.

f i gu u r 5 - 4 A an de e l e e n ge z i n sw o n i n ge n vo o r e n n a ve r a n de r in g va n adr e s ; n ie u w ge v o r m de

a l le e n s t a an de n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Voor het woningtype maakt het veel uit of de nieuw gevormde alleenstaanden na vijf jaar

nog altijd (of wederom) alleenstaand zijn of niet. Degenen die niet meer alleenstaand zijn,

zijn op hun nieuwe adres vaker in een eengezinshuis te vinden dan op hun oude adres. Voor

degenen die alleenstaand zijn gebleven geldt het omgekeerde; zij zijn vaker een apparte-

ment gaan bewonen (figuur 5-4). In alle gevallen heeft het eengezinshuis onder achtereen-

volgende cohorten wel aan belang ingeleverd, niet zozeer als vertrekpunt, maar wel als be-

stemming. De nieuw gevormde alleenstaanden uit 2012 betrokken vijf jaar later minder vaak

een eengezinswoning dan die uit 2000.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nd

ee

l in

ee

nge

zin

swo

nin

gen

aandeel in eengezinswoningen in jaar x aandeel in eengezinswoningen in jaar x+5

Page 47: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 43

Gemaakte stappen: concentratie in de G4 en de G32

De nieuw gevormde alleenstaanden uit 2012 zijn, indien verhuisd, vijf jaar later sterker ge-

concentreerd geraakt in de vier grote steden. Dit geldt vooral voor alleenstaanden die in

2017 nog altijd (of wederom) alleenstaand waren. Nieuw gevormde alleenstaanden uit 2012

trokken vaker naar de G4 dan hun ‘soortgenoten’ uit het jaar 2000 (figuur 5-5). Van een ver-

gelijkbare aantrekkingskracht van de G32 op nieuw gevormde alleenstaanden is geen

sprake. Na verhuizing, vijf jaar later, is het aandeel van de G32 licht afgenomen, ongeacht of

met nog alleenstaand is of niet meer. Dit is sinds het jaar 2000 min of meer constant.

f i gu u r 5 - 5 A an de e l w o o n ac h t i g in de G 4 , vo o r e n n a ve r a n de r in g v an adr e s ; n ie u w ge vo r m de

a l le e n s t a an de n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 5 - 6 A an de e l w o o n ac h t i g in de G 3 2 , vo o r e n n a ve r a n d e r i n g va n adr e s ; n ie u w g e -

vo r m de a l le e n s t a an de n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nde

el in

een

gezi

nsw

oni

ngen

aandeel woonachtig in de G4 in jaar x aandeel woonachtig in de G4 in jaar x+5

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nde

el in

een

gezi

nsw

oni

ngen

aandeel woonachtig in de G32 in jaar x aandeel woonachtig in de G32 in jaar x+5

Page 48: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 44

Pas gescheiden

Net als nieuwe huishoudens zijn recent gescheiden alleenstaanden na vijf jaar veelal niet

meer alleenstaand (figuur 5-13). Er is wel een trend zichtbaar, namelijk dat het aandeel dat

na vijf jaar nog altijd (of weer) alleenstaand is, ongeacht het adres, toeneemt. Van de vers

gescheiden alleenstaanden uit het jaar 2000 was 42% na vijf jaar nog altijd al leenstaand,

van hun soortgenoten uit het jaar 2012 45%. Men blijft vaker alleenstaand en ook is men va-

ker überhaupt niet meer als referentiepersoon dan lid van een ander huishouden terug te

vinden (categorie ‘opgeheven / anders’). Dit laatste is verder niet onderzocht.

f i gu u r 5 - 7 V e r an de r in ge n n a v i j f j aar ; ge sc h e i de n a l le e n st aa n de n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Honkvastheid op het adres

Net als nieuw gevormde huishoudens zijn recent gescheiden alleenstaanden niet erg honk-

vast. Van de gescheiden alleenstaanden die alleenstaand blijven woont meer dan de helft na

vijf jaar nog op het oude adres. Kijken we naar de gehele groep, dan vinden we minder dan

de helft na vijf jaar nog op het oude adres terug. Anders dan bij de nieuw gevormde huis-

houdens maakt de woonvorm hier wel verschil. Gescheiden alleenstaanden in appartemen-

ten blijven daar minder lang wonen dan gescheiden alleenstaanden in eengezinshuizen.

Kennelijk zijn eengezinshuizen geschikter om als alleenstaande te blijven wonen, eventueel

met een nieuwe partner, dan appartementen.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000-'05 2003-'08 2006-'11 2009-'14 2012-'17

opgeheven / anders

lid ander hh., ander adres

lid ander hh., zelfde adres

niet meer alleenstaand, ander adres

niet meer alleenstaand, zelfde adres

nog / weer alleenstaand, ander adres

nog / weer alleenstaand, zelfde adres

Page 49: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 45

f i gu u r 5 - 8 A an de e l a l le e n st aa n de n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; pa s ge -

sc h e ide n in e e n ge z in sw o n i n ge n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 5 - 9 A an de e l a l le e n st aa n de n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; pa s ge -

sc h e ide n in a pp ar t e m e n t e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Er is weinig verschil tussen de cohorten pas gescheiden alleenstaanden, met uitzondering

van het cohort uit 2009. Dit cohort had (in de crisisjaren 2009-2014) duidelijk meer moeite

met doorstromen dan de overige.

Gemaakte stappen: woningtype

De stappen die gescheiden alleenstaanden maken, indien zij van adres veranderen, lijken

sterk op die van de nieuwe huishoudens. Ook bij gescheiden alleenstaanden maakt het veel

uit of men na vijf jaar een (nieuwe) partner heeft. Is dit het geval, dan woont men vaker in

43% 43%46%

50%45%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aa

nde

el n

og o

p h

etze

lfde

adre

s

33% 32% 33%36%

33%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aa

nde

el n

og o

p h

etze

lfde

adre

s

Page 50: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 46

een eengezinshuis dan direct na de scheiding. Is men nog altijd alleenstaand, dan maakt de

verhuizing qua woningtype niet veel verschil.

f i gu u r 5 - 1 0 A an de e l e e n ge z i n sw o n i n ge n vo o r e n n a ve r a n de r in g va n adr e s ; p as ge sc h e i de n a l -

le e n st aa n d e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Gemaakte stappen: concentratie in de G4 en de G32

Wat betref concentratie in de vier grote steden blijkt dat degenen die na vijf jaar nog altijd

(of weer) alleenstaand zijn sterker in de G4 geconcentreerd zijn geraakt. Voor degenen die

na vijf jaar een nieuwe partner hebben geldt het omgekeerde. Zijn hebben de G4 juist per

saldo verlaten (figuur 5-14). Dit patroon is vergelijkbaar met dat van de nieuw gevormde al-

leenstaanden. De grote steden oefenen blijkbaar aantrekkingskracht uit op ‘langdurig al-

leenstaanden’ die nog betrekkelijk jong zijn, maar verliezen die aantrekkingskracht voor al-

leenstaanden die een partner krijgen. Zowel bij nieuw gevormde alleenstaanden als bij pas

gescheiden alleenstaanden gaat het om betrekkelijk jonge huishoudens, die om te beginnen

al sterk in de grote steden vertegenwoordigd zijn (zie tabel 5-1).

Eveneens net als bij de nieuw gevormde alleenstaanden neemt het aandeel van de G32 heel

licht af bij verhuizing van gescheidenen, ongeacht of men na vijf jaar al dan niet een nieuwe

partner heeft gevonden.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nd

ee

l in

ee

nge

zin

swo

nin

gen

aandeel in eengezinswoningen in jaar x aandeel in eengezinswoningen in jaar x+5

Page 51: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 47

f i gu u r 5 - 1 1 A an de e l w o o n ac h t i g in de G 4 , vo o r e n n a ve r a n de r in g v an adr e s ; pa s ge sc h e i de n

a l le e n s t a an de n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 5 - 1 2 A an de e l w o o n ac h t i g in de G 3 2 , vo o r e n n a ve r a n d e r i n g va n adr e s ; p as ge sc h e i de n

a l le e n s t a an de n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Verweduwd

De levensloop van verweduwden verschilt sterk van dat van de jongere typen allee nstaan-

den. Een deel is na vijf jaar ‘opgeheven’, veelal door overlijden of opname in een instelling.

Voor zover dat niet het geval is zijn de meesten vijf jaar later nog altijd alleenstaand en bo-

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nde

el in

een

gezi

nsw

oni

ngen

aandeel woonachtig in de G4 in jaar x aandeel woonachtig in de G4 in jaar x+5

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

45%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nde

el in

een

gezi

nsw

oni

ngen

aandeel woonachtig in de G32 in jaar x aandeel woonachtig in de G32 in jaar x+5

Page 52: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 48

vendien nog woonachtig op hetzelfde adres. Een minderheid is verhuisd (11% van de verwe-

duwden uit 2012). Een betekenisvolle trend is dat hierin een dalende lijn is te zien sinds het

begin van deze eeuw. Verweduwden verhuizen steeds minder.

f i gu u r 5 - 1 3 V e r an de r in ge n n a v i j f j aar ; ve r w e d u w d

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Honkvastheid op het adres

De relatieve honkvastheid van verweduwden blijkt ook als wordt gekeken hoeveel er na ver-

loop van tijd nog op hun adres zijn terug te vinden, ongeacht of ze nog altijd alleenstaand

zijn. Zelfs met inbegrip van overlijdensgevallen is dit aandeel hoger dan bij nieuw gevormde

alleenstaanden en bij pas gescheiden alleenstaanden, die doorgaans veel jonger zijn. Boven-

dien is er sprake van een oplopende trend. Verweduwden blijven steeds langer in hun een-

gezinswoning wonen (zie figuur 5-14).

f i gu u r 5 - 1 4 A an de e l a l le e n st aa n de n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; r e c e n t

ve r w e d u w d i n e e n ge z in sw o n in ge n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000-'05 2003-'08 2006-'11 2009-'14 2012-'17

opgeheven / anders

lid ander hh., ander adres

lid ander hh., zelfde adres

niet meer alleenstaand, ander adres

niet meer alleenstaand, zelfde adres

nog / weer alleenstaand, ander adres

nog / weer alleenstaand, zelfde adres

61%

46%

62%

48%

63%

49%

65%

51%

65%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aan

dee

l no

g o

p h

etze

lfd

e ad

res

Page 53: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 49

f i gu u r 5 - 1 5 A an de e l a l le e n st aa n de n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; r e c e n t

ve r w e d u w d i n ap par t e m e n t e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Verweduwden in appartementen zijn minder honkvast dan verweduwden in eengezinswo-

ningen. Dit is ook sinds het begin van deze eeuw niet veranderd. Het verschil is te verklaren

doordat de bewoners van appartementen doorgaans ouder zijn op het moment dat ze hun

partner verliezen dan bewoners van eengezinswoningen (een mediane leeftijd van 77 tegen

72). Wanneer ze vervolgens in de tijd op hun adres worden gevolgd vall en er relatief veel af

door overlijden.

f i gu u r 5 - 1 6 A an de e l e e n ge z i n sw o n i n ge n vo o r e n n a ve r a n de r in g va n adr e s ; p as ve r w e du w d

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

58% 58% 58% 59% 59%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aa

nde

el n

og o

p h

etze

lfde

adre

s

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nd

ee

l in

ee

nge

zin

swo

nin

gen

aandeel in eengezinswoningen in jaar x aandeel in eengezinswoningen in jaar x+5

Page 54: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 50

Gemaakte stappen: woningtype

Recent verweduwde alleenstaanden zijn relatief honkvast, maar als ze verhuizen is dat

meestal naar een appartement. Vooral degenen die na vijf jaar nog altijd alleenstaand

zijn – de overgrote meerderheid van de verweduwden – verruilen bij verhuizing hun eenge-

zinshuis voor een appartement. Echter, toch nog 20% betrekt (opnieuw) een eengezinswo-

ning (zie figuur 5-16). Indien men vijf jaar later een nieuwe partner heeft en is verhuisd, is

dat veel vaker naar een eengezinswoning. Zoals in figuur 5-13 is te zien, komt dit niet veel

voor.

Gemaakte stappen: concentratie in de G4 en de G32

Verweduwde alleenstaanden vinden we niet veel in de vier grote steden. Het aandeel dat in

de G4 woont is sinds het begin van deze eeuw ook afgenomen (van 12% in 2000 tot 8% in

2017). De suburbanisatie van voorgaande generaties in de jaren zestig en zeventig werkt nu

door in een relatief sterke vergrijzing, en daarmee de toename van overlijdensgevallen, bui-

ten de steden. De aantrekkingskracht van de G4 op recent verweduwde alleenstaanden is

gering. Van een eventuele beweging ‘terug naar de stad’ is bij deze groep niets terug te vin-

den. Integendeel, voor zover men nog in de G4 wonen hebben deze alleenstaanden eerder

de neiging de steden te verlaten (figuur 5-17). Let wel, het gaat hier om recent verweduw-

den, die al behoorlijk op leeftijd zijn. Best kans dat ze in de buurt van hun kinderen, buiten

de stad zijn gaan wonen. Dit is hier niet verder onderzocht.

f i gu u r 5 - 1 7 A an de e l w o o n ac h t i g in de G 4 , vo o r e n n a ve r a n de r in g v an adr e s ; pa s ve r w e d u w d

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

De g32 oefenen dan weer wel enige aantrekkingskracht dan wel ‘vasthoudingskracht’ uit op

recent verweduwden. Na verhuizing is het aandeel van de G32 nagenoeg even groot als voor

verhuizing. Let wel, het aantal recent verweduwden dan verhuist is maar klein. Het gaat hier

dus maar om kleine stromen.

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nde

el in

een

gezi

nsw

oni

ngen

aandeel woonachtig in de G4 in jaar x aandeel woonachtig in de G4 in jaar x+5

Page 55: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 51

f i gu u r 5 - 1 8 A an de e l w o o n ac h t i g in de G 3 2 , vo o r e n n a ve r a n d e r i n g va n adr e s ; p as ve r w e du w d

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Lege nesten (voorheen eenouderhuishoudens)

Het vierde en laatste type alleenstaanden dat kan worden onderscheiden betreft ‘lege nes-

ten’, ofwel voormalige eenouderhuishoudens waaruit het (laatste) kind het afgelopen jaar is

vertrokken. Deze categorie is niet heel omvangrijk, maar brengen we hier voor de volledig-

heid toch beknopt in beeld. De meeste lege nesthuishoudens zijn overigens met z ’n tweeën.

Over deze stellen zonder kinderen gaat het hier niet. De lege nesten als totaal komen nog

ter sprake in het volgende hoofdstuk.

f i gu u r 5 - 1 9 V e r an de r in ge n n a v i j f j aar ; a l le e n s t a an de le ge n e s t h u i s h o u de n s

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nde

el in

een

gezi

nsw

oni

ngen

aandeel woonachtig in de G32 in jaar x aandeel woonachtig in de G32 in jaar x+5

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000-'05 2003-'08 2006-'11 2009-'14 2012-'17

opgeheven / anders

lid ander hh., ander adres

lid ander hh., zelfde adres

niet meer alleenstaand, ander adres

niet meer alleenstaand, zelfde adres

nog / weer alleenstaand, ander adres

nog / weer alleenstaand, zelfde adres

Page 56: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 52

De levensloop van recent in de lege-nestfase gekomen alleenstaanden vertoont meer gelij-

kenis met dat van verweduwden dan met dat van de jongere typen alleenstaanden. Ook dit

type blijft veelal alleenstaand en verhuist niet veel (figuur 5-19). Er zijn er wel meer die aan

een (nieuwe) relatie beginnen. Gezien het leeftijdsverschil is dit ook niet zo vreemd. Deze

alleenstaanden zijn nog ‘slechts’ rond de 56 jaar oud, tegen 74 voor de verweduwden. Bijge-

volg zijn er ook minder die na vijf jaar zijn ‘opgeheven’ als gevolg van overlijden.

Honkvastheid op het adres

f i gu u r 5 - 2 0 A an de e l a l le e n st aa n de n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; a l le e n -

s t aa n d e le ge n e st e n in e e n g e z in sw o n i n g e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 5 - 2 1 A an de e l a l le e n st aa n de n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; a l le e n -

s t aa n de le ge n e st e n in a pp a r t e m e n t e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

70% 69% 70% 72% 71%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aan

dee

l no

g o

p h

etze

lfd

e ad

res

64% 63% 63% 65% 64%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aa

nde

el n

og o

p h

etze

lfde

adre

s

Page 57: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 53

De honkvastheid van dit type alleenstaande is groter dan dat van de andere drie. Wonen ze

in eengezinswoningen, dan is 71% daar na vijf jaar nog terug te vinden, wonen ze in appar-

tementen dan is dat met 64% het geval. Deze aandelen zijn sinds het jaar 2000 min of meer

constant.

Gemaakte stappen: woningtype

Ook het verhuisgedrag – als men al verhuist – van alleenstaande lege nesthuishoudens lijkt

op dat van verweduwden. Is men na vij f jaar nog alleen, dan betekent een verhuizing veelal

dat een eengezinshuis wordt ingeruild voor een appartement, hoewel we ook dan nog één

op de drie ook op het nieuwe adres in een eengezinshuis aantreffen. Uiteraard kan er in di e

vijf jaar van alles gebeurd zijn. Men kan gemakkelijk een relatie zijn begonnen, naar de een-

gezinswoning zijn verhuisd en opnieuw alleenstaand zijn geraakt. Degenen die niet meer al-

leenstaand zijn, verhuizen overwegend (opnieuw) naar een eengezinswoning.

f i gu u r 5 - 2 2 A an de e l e e n ge z i n sw o n i n ge n vo o r e n n a ve r a n de r in g va n adr e s ; a l le e n st aa n d le e g

n e s t

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Gemaakte stappen: concentratie in de G4 en de G32

Net als verweduwden zijn alleenstaande lege nesthuishoudens niet vaak wo onachtig in de

vier grote steden, zeker niet in vergelijking met de beide jongere typen alleenstaanden

(nieuwe huishoudens en pas gescheiden alleenstaanden). Hun verhuizing brengt in het aan-

deel van de G4 geen wezenlijke verandering teweeg ( figuur 5-23). Waar de G4 duidelijk aan-

trekkingskracht uitoefenen op ‘langdurig alleenstaanden’ van het jonge soort, is die aantrek-

kingskracht er niet als het gaat om alleenstaande lege nesters, ook niet als deze na vijf jaar

nog altijd alleenstaand zijn. Hetzelfde geldt voor de G32. Het aantal verhuisbewegingen van

deze subgroep is te gering om aan kleine verschuivingen betekenis te hechten.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nd

ee

l in

ee

nge

zin

swo

nin

gen

aandeel in eengezinswoningen in jaar x aandeel in eengezinswoningen in jaar x+5

Page 58: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 54

f i gu u r 5 - 2 3 A an de e l w o o n ac h t i g in de G 4 , vo o r e n n a ve r a n de r in g v an adr e s ; a l le e n s t a an d

le e g n e st

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 5 - 2 4 A an de e l w o o n ac h t i g in de G 3 2 , vo o r e n n a ve r a n d e r i n g va n adr e s ; a l le e n st aa n d

le e g n e st

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nde

el in

een

gezi

nsw

oni

ngen

aandeel woonachtig in de G4 in jaar x aandeel woonachtig in de G4 in jaar x+5

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

nog / weeralleenstaand

niet meeralleenstaand

alleenstaand in 2000 alleenstaand in 2006 alleenstaand in 2012

aa

nde

el in

een

gezi

nsw

oni

ngen

aandeel woonachtig in de G32 in jaar x aandeel woonachtig in de G32 in jaar x+5

Page 59: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 55

Jonge gezinnen en lege nesten

Bij alle aandacht voor alleenstaanden dreigen huishoudens met kinderen uit beeld te ra-

ken. Het aantal huishoudens met kinderen mag dan per saldo weinig meer toenemen, er

worden wel voortdurend nieuwe jonge gezinnen ‘aangemaakt’. Anderzijds komen er ook

voortdurend gezinnen in de lege nestfase terecht. Die twee ontwikkelingen - opbouw en

afbouw – heffen elkaar in de huishoudensstatistiek nagenoeg op, maar mogen op de wo-

ningmarkt niet zomaar tegen elkaar worden weggestreept. Voor het aanbod op de woning-

markt maakt het veel uit wat huishoudens gaan doen als de kinderen het huis uit zijn. De

praktijk is dat zij vooral blijven zitten. Jonge gezinnen daarentegen verhuizen nog volop,

op zoek naar het type woning dat door de lege-nesters bezet wordt gehouden.

Jonge gezinnen

Zoals beschreven in hoofdstuk 2 ontstaan er voortdurend nieuwe jonge gezinnen. Met be-

hulp van de CBS Microdata is gekeken welke ontwikkeling deze huishoudens in de loop der

tijd doormaken. Onder jonge gezinnen verstaan we in deze analyse huishoudens met kin-

deren waarin het oudste kind maximaal drie jaar oud is, inclusief eenouderhuishoudens. We

hebben het dan over tussen de 200.000 en de 250.000 huishoudens in heel Nederland, met

enige fluctuatie door de tijd sinds het begin van deze eeuw.

Jonge gezinnen, zoals hier afgebakend, zijn overwegend dertigers. De leeftijd van de refe-

rentiepersoon (ook wel hoofd huishouden genoemd) ligt rond de 33 (mediaan in 2017). Dit

is sinds het begin van deze eeuw niet wezenlijk veranderd.

Aangezien de (hoofden van) huishoudens niet meer piepjong zijn, hebben ze al een carrière

achter de rug op de woningmarkt, en trouwens ook op de arbeids - en relatiemarkt. De

meesten treffen we aan in een eengezinswoning, een minderheid bewoont een apparte-

ment. Het aandeel jonge gezinnen dat een eengezinshuis bewoont vertoonde tot voor kort

wel een dalende lijn. In het jaar 2000 bewoonde 80% een eengezinswoning, in 2015 was dit

71%. Het is aannemelijk dat deze stijging ten minste voor een deel kan worden verklaard

door de verminderde toegankelijkheid van de (koop)woningmarkt tijdens en na de krediet-

crisis. Veel doorstromers hebben hun verhuisambities tijdens deze crisisjaren moeten uit - of

bijstellen. Ook is te zien dat het aandeel jonge gezinnen dat in de G4 woont is toegenomen,

met name in de periode tussen 2009 en 2015. Ook hierin kan de crisis een rol hebben ge-

speeld, in combinatie met een bewuste keuze om (langer) in de stad te blijven wonen. Tus-

sen 2015 en 2017 zijn beide trends niet verder doorgezet.

t a b e l 6 - 1 W o o n s i t u at ie v an j o n ge ge z i n n e n

aandeel woonachtig in 2000 2003 2006 2009 2012 2015 2017

eengezinswoning 79% 78% 77% 76% 73% 70% 71%

de G4 14% 14% 15% 16% 17% 18% 18%

de G32 29% 30% 30% 31% 31% 30% 30%

bron: CBS microdata, bewerking RIGO

Page 60: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 56

In figuur 6-1 is te zien dat in de meeste jonge gezinnen de partners na vijf jaar nog bij elkaar

zijn. Dat is echter lang niet altijd op hetzelfde adres. Een substantieel deel van de jonge ge-

zinnen is na vijf jaar verhuisd. Dit patroon is in grote lijnen gelijk sinds h et begin van deze

eeuw. Wel was er sprake van een dip in het aandeel verhuisden in de crisisjaren 2009 -2014.

In de periode 2012-2017, ook nog deels in de crisis, is het patroon weer grotendeels her-

steld.

f i gu u r 6 - 1 V e r an de r in ge n n a v i j f j aar ; j o n ge ge z i n n e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Honkvastheid op het adres

Het maakt voor jonge gezinnen veel uit of men (reeds) een eengezinshuis bewoont of (nog)

een appartement. Het aantal jonge gezinnen dat al binnen drie jaar na de geboorte van het

eerste kind een eengezinshuis bewoont is in de loop der tijd afgenomen. Maar dege nen die

een eengezinshuis bewonen blijven daar steeds langer in wonen. Deze trendbreuk is duide-

lijk zichtbaar sinds de crisisperiode 2009-2014 (zie figuur 6-2). Met ‘nog aanwezig op het

adres’ wordt in dit verband bedoeld dat minimaal één partner na vijf jaar nog op het adres

is terug te vinden.

Het is uit deze cijfers niet op te maken of hier sprake is van een verandering in keuze of van

een door omstandigheden afgedwongen ontwikkeling. Het feit dat de trendbreuk samenvalt

met de crisis wijst sterk op het laatste. Het is lastiger geworden voor jonge gezinnen om een

eengezinshuis te bemachtigen en het is ook lastiger geworden om van daaruit een volgende

stap te maken, bijvoorbeeld naar een groter eengezinshuis. In het begin van deze eeuw,

toen krediet nog gemakkelijk te verkrijgen was, werd die stap sneller gemaakt.

Voor zover jonge gezinnen in appartementen wonen is dit niet voor lang ( figuur 6-3). Na vijf

jaar is bijna 60% van adres veranderd. Ook hier is het effect van de crisis zichtbaar. Vooral in

de jaren 2003-2008 waren jonge gezinnen in appartementen bereid dan wel in staat o m te

verhuizen.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000-'05 2003-'08 2006-'11 2009-'14 2012-'17

opgeheven

ander huishouden, ander adres

ander huishouden, zelfde adres

zelfde huishouden, ander adres

zelfde huishouden, zelfde adres

Page 61: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 57

f i gu u r 6 - 2 A an de e l j o n g e g e z i n n e n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; e e n ge -

z in sw o n i n ge n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 6 - 3 A an de e l j o n g e g e z i n n e n , n a ve r l o o p va n t i j d n o g a an w e z ig o p h e t a dr e s ; ap par t e -

m e n t e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Gemaakte stappen

Voor een analyse van gemaakte verhuisstappen wordt ingezoomd op jonge gezinnen die ge-

durende vijf jaar in de kern intact zijn gebleven (referentiepersoon plus eventuele partner).

Dat is, zoals we zagen in figuur 6-1, de overgrote meerderheid van de jonge gezinnen. In fi-

guur 6-4 is te zien dat degenen die na vijf jaar zijn verhuisd per saldo vaker in een eenge-

zinshuis zijn gaan wonen. Hun vertrekpunt (situatie voor verhuizing) was steeds vaker een

appartement, maar voor het vervolg van hun verhuiscarrière (situatie vijf jaar later ) maakt

68% 66% 69%

77%73%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aan

dee

l no

g o

p h

etze

lfd

e ad

res

38%34% 36%

42% 40%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aan

dee

l no

g o

p h

etze

lfd

e ad

res

Page 62: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 58

dat weinig uit. Degenen die niet verhuisden woonden al voor het grootste deel in eengezins-

woningen. Na vijf jaar is het aandeel dat een eengezinshuis bewoont nagenoeg even groot

voor de niet-verhuisden als voor de verhuisden. Overall is dit aandeel sinds het begin van

deze eeuw wel iets gedaald.

f i gu u r 6 - 4 A an de e l j o n g e g e z i n n e n da t in e e n e e n ge z i n sw o n i n g w o o n t e n ve r a n de r in g da ar i n

n a v i j f j aar ; h u i sh o u de n s d i e a l s ge z in i n t ac t z i j n ge b le ve n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Terwijl verhuizing van jonge gezinnen gepaard gaat met een toenemend aandeel eengezins-

woningen neemt tegelijkertijd het aandeel dat woonachtig is in de grote steden door verhui-

zing af. Van de verhuisde jonge gezinnen uit het jaar 2000 woonde in het jaar 2000 ( voor

verhuizing) 18% in de vier grote steden, in 2005 (na verhuizing) nog 1 2%. Van de verhuisde

jonge gezinnen uit 2012 was dit respectievelijk 23% voor verhuizing en 15% vijf jaar later.

Ook de concentratie in de 32 nam voor de verhuisden af, van 32% in 2012 naar 28% in 2017.

Voor de verhuisden tussen 2000 en 2005 was dit 32% respectievelijk 30%.

Lege nesthuishouden

De te verwachten toename van het aantal alleenstaanden is vooral een gevolg van de ver-

grijzing van de omvangrijke groep inwoners, geboren in de periode 1945 -1970. Veel huis-

houdens uit deze jaren bevinden zich momenteel nog in de gezinsfase, maar dat gaat veran-

deren. Voor het aanbod op de woningmarkt maakt het veel uit wat huishoudens gaan doen

als de kinderen het huis uit zijn. Maken ze een ‘stap terug’, bijvoorbeeld naar een apparte-

ment, dan komt hun woning - in veel gevallen een eengezinswoning - beschikbaar voor

jonge (aanstaande) gezinnen. Blijven ze op hun nest zitten, dan kan het nog lang duren voor-

dat deze langs ‘natuurlijke weg’ vrij komt. In dat geval zal de vergrijzing er voorlopig vooral

toe leiden dat er steeds meer ‘gezinswoningen’ worden bewoond door niet-gezinnen: al-

leenstaanden en ook stellen zonder kinderen.

Onder lege nest huishoudens verstaan we hier huishoudens die in vergelijking met een jaar

geleden van huishouden met kind(eren) zijn veranderd in huishouden zonder kinderen en

die verder qua partner ongewijzigd zijn gebleven. Dus paren met kind(eren) zijn nu paren

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

2000

-'05

2003

-'08

2006

-'11

2009

-'14

2012

-'17

2000

-'05

2003

-'08

2006

-'11

2009

-'14

2012

-'17

verhuisd niet verhuisdaan

dee

l wo

nen

d in

ee

n e

en

gezi

nsw

on

ing

voor verhuizing na verhuizing

Page 63: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 59

zonder kinderen (maar met dezelfde partner) en eenoudergezinnen zijn nu alleenstaand. Al-

dus afgebakend gaat het om ongeveer honderdduizend nieuwe lege nesters per jaa r.

Lege nest huishoudens, zoals hier afgebakend, zijn overwegend rond de 58 jaar oud (medi-

aan in 2017). Een deel (29%) is alleenstaand, dat wel zeggen voorheen eenouderhuishou-

den. Deze subgroep is al apart belicht in paragraaf 5.5. Aangezien de (hoofden van) huishou-

dens al op leeftijd zijn, hebben ze al een carrière achter de rug op de woningmarkt. De

meesten (83%) treffen we aan in een eengezinswoning. Dit profiel is sinds het begin van

deze eeuw enigszins veranderd. De mediane leeftijd is iets gestegen (was 55 in het jaar

2000), evenals het aandeel alleenstaanden (was 22%).

f i gu u r 6 - 5 V e r an de r in ge n n a v i j f j aar ; l e ge n e s t h u i s h o u de n s

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

In de loop van vijf jaar veranderen de recent ontstane lege nesthuishoudens niet vaak van

samenstelling en ook niet vaak van adres, zeker in vergelijking met andere onderzochte ty-

pen huishoudens. Sinds het begin van deze eeuw is het aandeel dat wel van samenstelling

en/of adres verandert zelfs nog iets afgenomen (zie figuur 6-5). Deze bevinding sluit aan op

de conclusie uit paragraaf 3.2 dat stellen zonder kinderen van middelbare leeftijd vooral

‘zittenblijvers’ zijn.

Honkvastheid op het adres

De honkvastheid van lege nesthuishoudens uit zich vooral in eengezinswoningen (figuur

6-6). Na vijf jaar is nog bijna negen op de tien woningen nog door minimaal één van de part-

ners bezet en dit aandeel is sinds het jaar 2000 toegenomen. Let wel, dat is inclusief het ef-

fect van onder meer overlijden, verhuizing naar een instelling, intrekken bij kinderen en der-

gelijke. Het feit dat lege-nesters wel woningen vrijmaken hoeft dus niet altijd door verhui-

zing te komen. In de regel zijn deze huishoudens sterk gehecht aan het huis en de b uurt

waar hun kinderen zijn opgegroeid en waar ze vaak al lange tijd wonen. Het is dan niet

vreemd dat men pas verhuist tussen zes planken. Gezien de leeftijd waarop ze in de lege

nestfase komen (rond de zestig) kan dit lang duren.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000-'05 2003-'08 2006-'11 2009-'14 2012-'17

opgeheven

ander huishouden, ander adres

ander huishouden, zelfde adres

zelfde huishouden, ander adres

zelfde huishouden, zelfde adres

Page 64: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 60

f i gu u r 6 - 6 A an de e l le ge n e st h u is h o u de n s , n a ve r lo o p v an t i j d n o g aa n w e z i g o p h e t a dr e s ;

e e n ge z in sw o n in ge n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

f i gu u r 6 - 7 A an de e l le ge n e st h u is h o u de n s , n a ve r lo o p v an t i j d n o g aa n w e z i g o p h e t a dr e s ; a p-

par t e m e n t e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

Lege nesthuishoudens in appartementen blijven daar eveneens lang wonen, maar minder

lang dan hun ‘soortgenoten’ in eengezinswoningen (figuur 6-7). Dit verschil is te verklaren

doordat lege nesthuishoudens in appartementen vaker alleenstaand (voorheen eenouderge-

zin) zijn dan lege nesthuishoudens in eengezinswoningen. Aangezien overlijden voor lege

nesters een belangrijke rol speelt bij het ‘verlaten’ van een adres is het dus niet vreemd dat

dit in eengezinswoningen langer duurt. Het adres is pas definitief verlaten als ook de laatst

overgebleven partner vertrekt of komt te overlijden.

83% 83% 84%87% 85%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aan

dee

l no

g o

p h

etze

lfd

e ad

res

71% 70% 70% 73% 71%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018

aan

dee

l no

g o

p h

etze

lfd

e ad

res

Page 65: Demografie en de woningmarkt - d2z1a14d3feyr7.cloudfront.net · Demografie en de woningmarkt 1 0. Samenvatting Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt al sinds de eeuwwisseling

. Demografie en de woningmarkt 61

Gemaakte stappen

Voor een analyse van de gemaakte verhuisstappen concentreren we ons op lege nesthuis-

houdens die in de kern (referentiepersoon plus eventuele partner) gedurende vijf jaar intact

zijn gebleven. Voor de meeste lege nesthuishoudens is dit het geval. Uit figuur 6-5 is al af te

lezen dat er door deze groep niet veel wordt verhuisd. Voor zover men wel verhuist, worden

per saldo eengezinswoningen ingeruild voor appartementen ( figuur 6-8). Toch bewoont nog

ongeveer de helft na verhuizing (opnieuw) een eengezinswoning. Het is dus niet zo dat huis-

houdens die uit de kinderen zijn uitsluitend in de markt zijn voor appartement en. Niet-ver-

huizende lege nesthuishoudens bewonen voor rond de 85% eengezinswoningen.

f i gu u r 6 - 8 A an de e l le ge n e st h u is h o u de n s d at i n e e n e e n ge z in sw o n i n g w o o n t e n ve r an de r i n g

da ar i n n a v i j f j aar ; h u i sh o u d e n s d ie i n t ac t z i j n g e b le v e n

Bron: CBS Microdata, bewerking RIGO

De verhuizing naar een appartement betekent niet dat men ook de grote stad opzoekt. Het

aandeel dat woonachtig is in de vier grote steden in voor en na verhuizing vrijwel onveran-

derd. Voor de verhuisde lege-nesters tussen 2000 en 2005 was dit 13% voor en 12% na ver-

huizing, voor het cohort 2012-2017 12% voor en 13% na. Ook het aandeel van de G32 veran-

dert nauwelijks. Zowel voor als na de verhuizing is circa 30% van de verhui sde lege nesthuis-

houdens woonachtig in de G32.

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

2000

-'05

2003

-'08

2006

-'11

2009

-'14

2012

-'17

2000

-'05

2003

-'08

2006

-'11

2009

-'14

2012

-'17

verhuisd niet verhuisdaan

dee

l wo

nen

d in

ee

n e

en

gezi

nsw

on

ing

voor verhuizing na verhuizing