8
donderdag 9 april 2009 Divers Antwerpen Bijlagereeks over de 160 verschillende nationaliteiten die in Antwerpen vertegenwoordigd zijn Van Afghanistan tot Zwitserland www.gva.be “Zuid-Jemen is een van de mooiste plekken op de wereld” blz. 2 “Ik praat Arabisch met mijn zoontjes, zij antwoorden in het Nederlands” “De dokwerkers zijn ruige mannen met een hart van goud” blz. 3 blz. 4-5 Jemen Khalid Bahasen Jordanië Farhan Althawabi Kaapverdië Benna Gomes Kameroen John Titantah “Kameroen mag dan wel een dictator hebben, het is er heel veilig” blz. 6-7-8 Teksten: Hans Van Goethem, Koen Verstraeten, Marjorie Blomme, Dominique Piedfort Coördinatie: Kris Vanmarsenille Eindredactie: Carine Tollenaere Foto’s: Arlette Stubbe, Sarah Van den Elsken, Wim Hendrix, Gert Cools, Patrick De Roo, Thomas Legrève, Dirk Kerstens, Reuters, AP, GPD, EPA, GVA België Jemen Jordanië Kaapverdië Kameroen

Divers Antwerpen - 27

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Jemen - Jordanië - Kaapverdië - Kameroen

Citation preview

Page 1: Divers Antwerpen - 27

donderdag 9 april 2009

DiversAntwerpen

Bijlagereeks over de 160 verschillende nationaliteiten die in Antwerpen vertegenwoordigd zijn

Van Afghanistan tot Zwitserland

www.gva.be

“Zuid-Jemen is een van de mooiste plekken op de wereld”

blz. 2

“Ik praat Arabisch met mijn zoontjes, zij antwoorden in het Nederlands”

“De dokwerkers zijn ruige mannen met een hart van goud”

blz. 3 blz. 4-5

JemenKhalid Bahasen

JordaniëFarhan Althawabi

KaapverdiëBenna Gomes

KameroenJohn Titantah

“Kameroen mag dan wel een dictator hebben, het is er heel veilig”

blz. 6-7-8

Teksten: Hans Van Goethem, Koen Verstraeten, Marjorie Blomme, Dominique Piedfort Coördinatie: Kris Vanmarsenille Eindredactie: Carine TollenaereFoto’s: Arlette Stubbe, Sarah Van den Elsken, Wim Hendrix, Gert Cools, Patrick De Roo, Thomas Legrève, Dirk Kerstens, Reuters, AP, GPD, EPA, GVA

België

JemenJordanië

KaapverdiëKameroen

Page 2: Divers Antwerpen - 27

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 9 april �009

Toen en nu

Titel

Oppervlakte: 527.969 km²Aantal inwoners: 23.013.376Hoofdstad: Sanaa Bevolking: 97 procent Arabie-

ren, 3 procent AfrikanenReligie: sjiitische en soenniti-

sche moslims, kleine minderheid christenen, joden en hindoes.

Slechts 3 procent van het land is geschikt voor landbouw. Er zijn geen spoorwegen.

Jemen is een van de oud-

JemenOude beschaving maar nog jong land

© GRAPHIC NEWS

SAUDI-ARABIE

OMAN

DJIBOUTI

ERITREASocotra

150 miles

150km

Sa’dah

Sa’yun

Al Hudaydah

Ta’izz

Aden

BaydaAl Mukalla

Al Ghaydah

Habarut

Hadiboh

Ataq

Sanaa

J E M E NRo

de

Ze

e

G o l f v a n A d e n

A R A B I S C H EZ E E

ste landen ter wereld, maar ont-stond pas in zijn huidige vorm op 22 mei 1990 toen Noord-Je-

“Zuid-Jemen is een van de mooiste plekken op de wereld”Jemen is een van de minder bekende landen van het Arabische schiereiland. Een naar Europa uitgeweken Jemeniet zal je veeleer aantreffen in Groot-Brittannië dan in België. Naast Khalid Bahasen en zijn gezin wonen er volgens Bahasen slechts vijf of zes Jemenieten in België. Klopt, want zelfs na wekenlang speurwerk vonden we er niet één in Antwerpen.

“Ik ben toevallig in België beland”, vertelt Khalid Bahasen, die in Gent woont.

In 1990 ging zijn geboorteland, dat hij nog steeds consequent Zuid-Jemen noemt, samen met Noord-Jemen op in één republiek. Vol-gens de internetencyclopedieën volgde er vier jaar later een bur-geroorlog die na enkele maanden in de kiem werd gesmoord maar volgens Khalid is die nog steeds aan de gang.

“In Zuid-Jemen wordt de meerder-heid, waar ik en mijn familie toe be-horen, overheerst door een minder-heid, afkomstig uit Noord-Jemen”, legt Khalid uit. “Het leven wordt er ons onmogelijk gemaakt. Men hoopt dat het beter zal worden, maar dat gebeurt maar niet. Daarom heb ik het land verlaten in 2002. Enkele jaren later zijn mijn vrouw, mijn zoon en dochter ook overgekomen. Een jaar geleden hebben we hier een zoontje bijgekregen en er is nog een vierde kindje op komst.”

De machthebbers in Jemen doen verwoede pogingen om in een goed daglicht te komen bij buitenlandse regimes én investeerders, maar op het vlak van mensenrechten kun-nen ze geen goed rapport voorleg-gen. Opponenten van het regime zijn er niet veilig.

Khalid heeft in Jemen een univer-sitaire opleiding literatuur en journa-listiek genoten. “Maar als journalist heb ik er nooit gewerkt. Je verdient een hongerloon waarvan je onmo-gelijk een gezin kunt onderhouden. Een bewuste strategie van het regi-me om journalisten onder controle te houden”, zegt Khalid.

Terwijl hij ons opwachtte, zat Kha-lid nog te lezen in een Arabisch boek over onderwijspsychologie.

Welk werk doet u in België?Ik ben arbeider. Ik heb bij Volvo

Gent gewerkt en in de horeca. In het begin heb ik geprobeerd om hier iets

met mijn studies aan te vangen. Ik heb zelfs een jaar les gevolgd aan de Universiteit Gent, maar die studies waren niet te combineren met een job. Ik heb een gezin te onderhou-den, dus ben ik met die studies ge-stopt. Maar ik hoop ooit opnieuw de draad op te pikken.

Mist u uw vaderland?Jazeker. Zuid-Jemen is een van de

mooiste plekken op de wereld. Bij-voorbeeld in Hadramaut, de provin-cie waar wij vandaan komen, heb je prachtige natuur. En natuurlijk veel meer zon dan hier in België. Uiter-aard hoop ik ooit terug te kunnen ke-ren, maar dat zal pas mogelijk zijn als Zuid-Jemen weer onafhankelijk wordt. Zoniet kunnen we er onmo-gelijk leven. We hebben er nog fami-lie wonen, maar we kunnen hen niet bezoeken. We bellen wel geregeld, maar ze zijn niet te overtuigen om Jemen te verlaten. Daarvoor houden ze te veel van het land.

Heeft u gemakkelijk uw draai ge-vonden in België?

In het begin was dat zeker niet ge-makkelijk. Hoe ik ontvangen ben? Zoals je bij elk volk ter wereld ont-vangen wordt, denk ik. Een deel van de mensen staat open voor contact, een ander deel niet. Maar daar heb ik geen probleem mee. Zelf ben ik een sociaal mens. Ik hou ervan om met mensen te praten. In Jemen is de omgang met elkaar wel warmer, maar dat kan met het weer te ma-ken hebben. We brengen veel meer tijd door op straat of in de theesalons en praten dan met familie, buren en vrienden.

Hebt u de Belgische keuken leren appreciëren?

Ja, we combineren ze thuis met de traditionele keuken van Jemen. Frietjes van de frituur, vooral mijn zoon is daar gek op! (lacht) Maar Zuid-Jemen heeft enkele heel lek-kere, eenvoudige gerechten. Door-gaans gemaakt met vlees en rijst met honing. Voor mandi worden vlees en rijst afzonderlijk in potten in de grond gestoken. Het zand wordt overdag zo heet dat het eten na enke-le uren lekker gaar is. En we hebben ook madbi, waarbij het vlees gegrild wordt op hete stenen. Dat kunnen we hier in België uiteraard niet, maar we behelpen ons met de oven.

Khalid Bahasen: “We kunnen pas terug als Zuid-Jemen opnieuw onaf-hankelijk wordt.”

men en Zuid-Jemen na 300 jaar scheiding één staat vormden.

De Jemenieten trekken hun geschie-denis terug tot de Mi-neeërs, meer dan 1200 jaar voor Christus. Daarna viel het gebied gedurende negen eeu-wen onder de konin-gen van Saba.

De islam drong er door rond 630. Na eeuwen rege-ring door de kaliefen in Caïro, maakte Jemen sinds 1516 deel

uit van het Ottomaanse rijk. De Britten vestigden in 1839

een kolonie in Aden. Zij ble-ven tot 1967 in wat Zuid-Jemen zou heten. Het Noorden werd in 1962 onafhankelijk. Na het sa-mengaan brak in 1994 een bur-geroorlog uit toen het zuiden zich weer wilde afscheiden. De oorlog eindigde na drie maan-den met de verovering van de zuidelijke hoofdstad Aden door het noorden.

President Ali Abdallah Saleh is aan de macht sinds 1990. Hij werd herkozen in 1999 en 2006.

“Een journalist in Jemen krijgt een hongerloon en kan zijn gezin niet onderhouden. Een bewuste strategie van het regime om de media onder controle te houden”khalid bahasenarbeider

Gesluierde vrouwen in Sana.

Jemenieten kauwen qat.

Een zicht op de hoofdstad Sana.

De Al Saleh-moskee in Sana.

WWW.ORTELMOBILE.BE

50% KORTING!VOOR MEER INFORMATIE OVER DE PROMOTIE, GAAT U NAAR

BEL DE HELE WERELD ROND TEGEN EXTREEM LAGE TARIEVEN!

NU TOT

Page 3: Divers Antwerpen - 27

donderdag 9 april 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

Bevolking

Armoede, werkloosheid, inflatie

Oppervlakte: 92.300 km². Dat is drie keer zo groot als België

Hoofdstad: Amman Grenzen: Irak, Israël, Saudi-

Arabië, Syrië en 26 km kustlijnKlimaat: Jordanië heeft een

woestijnklimaat. Regelmatig stijgen de temperaturen boven de 40° Celsius.

Bevolking: 6,3 miljoen inwo-ners, van wie 98% Arabisch. Ruim

JordaniëWoestijnland

© GRAPHIC NEWS

Dode Zee

Golf van Aqaba

Jord

aan

Mid

della

ndse

Zee

J O R D A N I Ë

Amman

50km

Irbid

Al MafraqAz Zarqa

Al Karak

At Ta�lah

Ma’an

Ba’ir

Al ’Aqabah

SAUDI-ARABIË

SYRIË IRAK

ISRAEL

EGYPTE

West Bank*

de helft van de Jordaanse bevol-king is afkomstig uit de door Israël bezette gebieden van Palestina. De andere helft zijn ‘echte Jordaniërs’, de zogenaam-de Transjordaniërs. Bijna 75% van de bevolking van de hoofdstad Amman bestaat uit Palestijnen.

Godsdienst: soennitische moslims (92%), Grieks orthodoxe christenen (6%), droezen (2%)

Talen: Arabisch is de officiële landstaal

Officiële naam van het land:Al Mamlakah al Urduniyah al Hashimiyah. Kortweg: Al Urdun

Regeringsvorm: monarchie. De huidige vorst is koning Abdallah II.

Economie: Jordanië is een klein Arabisch land met onvol-doende voorraden water, olie en andere natuurlijke bronnen. Armoede, werkloosheid en inflatie zijn fundamentele problemen van het land.

Munteenheid: Jordaanse dinar

Internet landcode:. joTelefooncode: 962Plaats op lijst rijkste landen:

86/177

“Thuis is Mortsel”Farhan Althawabi (40) is leraar klassiek Arabisch. Thuis praat hij Algemeen Beschaafd Arabisch met zijn drie zoontjes, maar zij antwoorden hem in het Nederlands. “Mijn kinderen zijn echte Belgen”, lacht hij trots.

“In Antwerpen wonen haast geen Jordaniërs”, zegt Farhan. “Ik ken er amper vijf. Jordaniërs zijn van oorsprong bedoeïenen en die zijn gebonden aan hun land.”

“Jordanië is geen emigratieland. Integendeel, vele immigranten hebben zich in Jordanië gevestigd: Palestijnen, Armeniërs, Tjerkessen uit de Kaukasus, Syriërs, Iraki’s, enzovoort. En toch blijft het een redelijk stabiel land.”

Farhan is geboren en getogen in Jordanië en via een omweg is hij in Antwerpen beland.

“Ik wilde zoölogie studeren, maar in Jordanië werd dat vak niet gedoceerd. Daarom heb ik mijn studies gedaan in India. Van 1988 tot 1992. Na het behalen van mijn diploma ben ik teruggekeerd naar mijn land, waar ik eerst voor een farmaceutisch bedrijf en later voor het ministerie van Onderwijs heb gewerkt.”

“Toen ik nog eens met vakantiewas in India, ontmoette ik daar een wondermooie toeriste. Ra-chida was een Marokkaanse die in Antwerpen woonde. Zij was als toeriste in India. Rachida was de vrouw van mijn leven. We werden verliefd en ik ben haar naar België gevolgd. We zijn gehuwd en heb-ben ondertussen drie kinderen. Drie jongens: Khalil, Daniyaal en Fawaz. Zij gaan naar de gemeente-lijke lagere school in Mortsel.”

“Mijn kinderen zijn echte Bel-

Farhan en Rachida met hun drie zonen Khalil, Daniyaal en Fawas: “Ik heb me erbij neergelegd dat ik niet meer aan de slag kan als zoöloog.”

Jordaniërs wonen in Antwerpen.

21

Een leraar Arabisch vertaalt in het klassiek Arabisch. Uiteraard hebben we die vertaling fonetisch weergegeven.

Goedendag. Assalèmoe âaleekoem.

Goedenavond. Masè ilchier.

Bedankt/Dankuwel. Sjoekran.

Ik hou van jou.Ana Ba-heb-bak.

Hoe gaat het met u?Kaifa halok.

Het is mooi weer.Inahoe Youmon jamiel.

Leest u Gazet van Antwerpen?Hal taqra’a Gazet van Antwerpen?

Germinal Beerschot speelt dit jaar kampioen.Soufa yala’ab fillbotoela

Ik spreek Antwerps zonder accent.Anaa atklam antwerps bedoen lakna.

Tien voor taal

(

“Mijn kinderen zijn echte Belgen geworden. Ik praat Arabisch met hen; zij antwoorden mij in het Nederlands”Farhan althawabileraar klassiek arabisch

gen geworden. Ze spreken Neder-lands met elkaar. Ik praat Arabisch met hen, maar zij antwoorden in het Nederlands. Ook hun eetgewoonten zijn Belgisch. Ze lusten liever frieten met stoofvlees dan couscous.”

“Het eerste halfjaar dat ik hier woonde, was hard. Ik sprak de taal niet en kon geen werk vinden. Als gediplomeerd zoöloog bood ik me aan bij de dierentuin van Antwer-pen, maar er was geen job vrij. Ik kon zelfs geen vrijwilligerswerk doen. Een jaar lang slingerde ik van de ene interimjob naar de an-dere. Vaak ging het om klusjes in de landbouw.”

“Ondertussen studeerde ik Ne-

derlands bij de Landelijke Bedien-den Centrale LBC. Dat deed mijn kansen keren. Sinds 2002 doceer ik klassiek Arabisch aan het Ste-delijk Centrum voor Volwassenen-onderwijs in Berchem. In totaal vol-gen zo’n 250 studenten de cursus die acht jaar duurt.”

“Sinds 2007 ben ik ook lesgever Maatschappelijke Oriëntatie bij Inburgering Antwerpen. Ik maak nieuwkomers wegwijs in het Bel-gisch maatschappijsysteem: de re-gels, de rechten en plichten, onder-wijs, gezondheid, mobiliteit,...”

“Dit land kent vele wetten, voor-schriften en regels. Nieuwkomers die in België arriveren, botsen met

het systeem. Hoe geraak ik in dat systeem? Hoe geraak ik aan werk? Hoe leer ik Nederlands?”

“Ik ben een gelukkig man. Ik heb me erbij neergelegd dat ik als zoö-loog niet meer aan de slag kan. In-tussen ben ik ook al zestien jaar ge-leden afgestudeerd. Ik ben tevreden met mijn dubbele job. En ik ben ge-lukkig met mijn gezin.”

“Ik ben zelf een Belg geworden. Ik merk dat als we met de familie op vakantie gaan naar Jordanië of Ma-rokko, het land van mijn vrouw. Wij voelen ons toeristen. Wanneer gaan we naar huis, vragen mijn kinderen. Thuis. Dat is in Mortsel. En zo denk ik er ook over.”

Page 4: Divers Antwerpen - 27

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 9 april 2009

Negen van de tien eilanden bewoond Kaapverdië is een archipel in

de Atlantische Oceaan voor de kust van West-Afrika. De naam verwijst naar het schiereiland Cap Vert in West-Afrika.

De hoofdstad Praia ligt op Santiago, het meest vruchtbare en grootste eiland.

Het land bestaat uit tien eilanden, negen daarvan zijn bewoond.

Vijf van de eilandgroepen – Santo Antão, São Vicente,Santa Luzia, São Nicolau, Sal en

Boavista – zijn noordelijk gele-gen en worden bovenwindse eilanden genoemd. Brava, Fogo, Santiago en Maio worden de zuidelijke of benedenwindse eilanden genoemd.

De oostelijke eilanden zijn vrij vlak en kaal, de westelijke bergachtig en deels begroeid. Alle hebben een vulkanische ondergrond.

Er heerst een subtropisch klimaat, met een regenseizoen en een droog seizoen.

Bevolking

KaapverdiëMix van culturen

Santo Antao

Sao VicenteSanta Luzia

Sao Nicolau

Sal

Boa Vista

MaioSao Tiago

Fogo

Brava

PRAIA

50 km

KAAPVERDIË

Officieel: Cabo VerdeOppervlakte: 4.033 km² Kustlijn: 965 kmHoofdstad: PraiaStaatsvorm: republiekRegeervorm: democratiePresident:

Pedro Verona PiresPremier:

Jose Maria Pereira NevesOnafhankelijk sinds:

5 juli 1979

Cijfers

“Dokwerkers zijn ruige mannen met een hart van goud”Benna Gomes (40) opende een eetcafé op het Eilandje en de dokwerkers van de buurt sloten haar in hun hart. Nu wil ze nooit meer weg uit Antwerpen.

naar de tien eilanden van de Kaap-verdishe archipel. “Ik wilde per se iets op het Eilandje. Ik hou van de ruwheid en de ‘echtheid’ van deze buurt, van de dokwerkers die voor of na hun werk hier een koffietje of een pintje komen drinken. Het zijn door de jaren heen echte vrienden geworden. Pas op, in het begin was het zeker niet gemakkelijk. Ik was een buitenlander, veel van de klan-ten waren heel onvriendelijk en zelfs racistisch. Maar gaandeweg keerde het tij en zag ik dat het bijna alle-maal ruwe bolsters met een blanke

pit waren: grote ruige mannen, veel stoere praat, maar met een hart van goud.”

In Kaapverdië woonde Benna op Saô Niclaô, een van de grootste ei-landen van de archipel. “Vroeger vond je er enkel boerderijen, strand en de zee. Nu begint het steeds toe-ristischer te worden en is er van alles te doen. Dat is goed voor de bevol-king en de economie, want er is veel armoede op Kaapverdië. Gelukkig heeft het toerisme nog niet te veel kapot gemaakt. We hebben nog veel ongerepte eilanden en baaien waar

nauwelijks iemand komt.”

Volgens Benna moet je niet naar Kaapverdië komen voor grootse bouw-werken of kerken, maar wel voor de sfeer, de mensen, de vriendelijkheid en het eten. “Als je voor die ingrediënten kiest, heb je een zalige vakantie”, zegt ze. “Ik ga af en toe terug, met vrienden van hier. We eten er vispotjes van mijn moeder - de beste van heel Kaapver-dië (lacht)- drinken wijntjes op het

terras, liggen aan het strand en ont-moeten interessante mensen. Dát is voor mij echt vakantie.”

De vriendelijkheid, de gastvrijheid en de gulheid van de mensen, dat is iets wat je volgens Benna niet in Eu-ropa vindt. “Dat maakt Kaapverdië uniek”, zegt ze. “Ook al is er veel ar-moede, de mensen zullen er altijd alles delen. Ook al hebben ze niets, dan nog zullen ze je een slaapplaats of een plekje aan tafel aanbieden. Gastvrijheid betékent daar echt nog iets. Mijn zus is er onlangs getrouwd. Er waren tweehonderd gasten. Al-lemaal hadden ze iets meegebracht om te eten. Zo gaat dat daar. En dat zit ook nog in mijn bloed: geven en delen. Zo moet je leven.”

“Mijn moeder woont er nog. We zijn met tien kinderen – ik ben de achtste – en we sturen allemaal geld naar huis. Mijn moeder heeft hier ook nog een tijdje gewoond, maar

ze is teruggegaan omdat ze ver-ging van heimwee: ze miste

de zon en haar dieren op de boerderij.”

Van heimwee heeft Ben-na geen last. Integendeel, ze voelt zich een echte Ant-werpse. “Deze stad is mijn

leven. Ik ben hier thuis, hou van de frietjes en de Belgische

kost. Meer nog: als ik kan kiezen tussen een Kaapverdisch gerecht of een Belgisch, is de keuze snel ge-maakt!”

Elke zaterdagavond is het feest in de Tien Eilandjes. Dan komt knappe Fernando, een Kaapverdische muzi-kant, livemuziek spelen.

i

Als kind verhuisde Benna van Kaapverdië naar Charleroi. Jaren later, in de jaren tachtig, kwam ze naar Antwerpen. Tien jaar lang werkte ze als poetshulp en keukenhulp in het Sint-Elisabeth Ziekenhuis in Antwerpen.

“Ik moest hard werken. Ik had geen andere keuze”, zegt Benna. “Ik werd weduwe toen mijn doch-tertje Joyce drie weken was. Haar vader en ik hielden heel veel van elkaar. Toen hij stierf, stortte mijn wereld in. Nu is Joyce twintig en ze betekent alles voor mij.”

Benna werd jong moeder: amper negentien was ze toen ze beviel. Maar ze wist goed wat ze wilde: een goede toekomst voor zichzelf én voor haar dochter. Joyce mocht niets ontbreken. Na jaren van hard werk voor een baas, besliste ze dat ze haar eigen zaak wilde. “Ik wil-de een job waarin ik mijn uren kon bepalen en die ik gemakkelijk kon combineren met de opvoeding van Joyce”, zegt ze.

Dus richtte Benna zeven jaar ge-leden haar Kaapverdisch eetcaféDe Tien Eilandjes op, genaamd

Benna Gomes werd weduwe toen haar dochtertje drie weken was. “Ik moest hard werken. Ik had geen andere keuze.”

Kaapverdiërs wonen in Antwerpen.

263“Gastvrijheid betekent nog iets in Kaapverdië. Geven en delen, dat zit ook nog in mijn bloed”BENNA GOMEShoreca-uitbaatster

De Tien EilandjesKempisch Dok- Westkaai 802000 Antwerpen

Kaapverdisch eetcafé

Kaapverdiër gemiddeld 21 jaar

Page 5: Divers Antwerpen - 27

donderdag 9 april 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

Folkzangeres uit Kaapver-dië. Bekend als de ‘diva op blote voeten’ omdat ze gewoonlijkblootsvoets het podium betreedt. Veroverde de wereld met de morna, de Kaapverdische versie van de Portugese saudade over wee-moed, verlangen en zorgen. Won een Grammy Award voor het Beste Contemporary World Music Album in 2004. Bekendste album: La Diva aux pieds nus uit 1988.

Cesaria Evora

Bekend

Inwoners: 429.474 Gemiddelde leeftijd:

21,1 jaarLevensverwachting:

71 jaarBevolking: 71% creolen

(Kaapverdiërs met Afrikaanse en Portugese voorouders), 28% Afrikaans, 1% Europees

Taal: Portugees (officiële taal), maar iedereen spreekt Crioulo

Religie: 96% rooms-katholiek; de rest protestants of natuurgodsdiensten

Alfabetisering: 76,6%

Munt: Kaapverdische escudoNatuurlijke grondstoffen:

zout, basaltsteen, kalksteen, porselein, klei, gips, vis

Landcode internet: .cvLandcode telefoon: 238Nationale feestdag: 5 juli

1979 (onafhankelijkheidsdag)AIDS/HIV: 775 mensen zijn

besmet met het HIV-virus Telefoneren: is heel duur.

Wie naar het buitenland belt, betaalt tot 9 euro per minuut.

BNP/inwoner: 3.800 dollarPlaats op lijst rijkste lan-

den: 102/177

In Kaapverdië is het Portugees de officiële taal, maar iedereen spreekt er Creools. Hieronder enkele ba-siswoord-jes voor een eerste kennismaking.

Hallo!í!

Goedendag!(tot ’s middags)Bom dia !

Goedendag!(na de middag)Bô’ tard’!

Goedenavond!Bô’nôt’ !

Wat is dat? Iss’ é o ké?

Hoeveel kost dit?És é tont’?

Ik zoek een...M’ti ta spia um...

Waar kan ik een ... vinden?Onde m’ podé otxa um...

Sorry, ik heb geen pasmunt. D’xulp’, m’ ka tem trok’.

Kunt u het menu brengen aub? Bô t’podê trazé’m kel lista, d’favor.

Op welke dag komen er muzikanten?Qual é dia bô tem músika ao vivo?

Ik zou graag een fruitsap drinken.M’krê bibé um sumo.

Is er een kamer vrij?Li tem um quarto livr’?

Tien voor taal

(Een op de drie leeft onder armoedegrensOnbewoond eiland

Tot 1460 waren de eilanden on-bewoond. Toen in dat jaar de Por-tugezen voet aan wal zetten, lijfden ze het in bij het Portugese rijk. De eilanden werden vooral belangrijk door de toenemende slavenhan-del uit Afrika. Kaapverdië was een tussenstop op de route van de drie-hoekshandel tussen Europa, Afri-ka en Amerika. Schepen vanuit Eu-ropa sloegen er water, gevogelte en fruit in. In ruil gaven de zeevaar-ders meestal rookartikelen zoals pijpen, tabak maar ook kleding.

OnafhankelijkOp 5 juli 1975 werd Kaapver-

dië onafhankelijk. De eerste presi-dent, de socialist Aristides Pereira, werd tweemaal herkozen voor het land in 1990 een meerpartijenstel-sel kreeg. Pereira werd opgevolgd door democraat Antonio Monteiro Mascarenhas, die in 2001 werd op-gevolgd door Pedro Pires.

BevolkingKaapverdiërs zijn een mix van

culturen en nationaliteiten enstammen af van avonturiers, pi-raten, zeelui, slaven en (slaven)-handelaren. Daardoor zie je heel donkere Kaapverdiërs, maar ook blanken met blauwe ogen en blond haar. Opmerkelijk: er wonen meer mensen met Kaapverdische voor-ouders in het buitenland dan op de eilanden zelf. Dat komt hoofdzake-lijk door de aanhoudende droog-tes in de tweede helft van de 20ste eeuw. Velen vluchtten toen naar het buitenland. In totaal wonen één miljoen Kaapverdiërs in het buitenland, vooral in West-Euro-pa, de VS en in Afrikaanse landen.

Hulp uit buitenlandHet land produceert slechts 25%

van het voedsel dat de inwoners no-dig hebben. Behalve vis, groente, maïs, aardappelen, bananen en maniok wordt alles ingevoerd. Voedsel is duur, en 30% van de be-volking leeft onder de armoede-grens. Kaapverdiërs kunnen niet zonder de financiële bijdragen van landgenoten in het buitenland.

ToerismeToeristen beginnen Kaapverdië

te ontdekken. Dat creëert werk en inkomen. De meesten gaan naar Santa Maria voor het witte zand-strand en de felblauwe zee. Je kunt er ook zeevissen en windsurfen. Anderen vliegen naar São Vicente om van muziekfestivals en carna-val te genieten. Op Santo Antão kun je wandelen over bergkammen en langs steile hellingen. Fogo spant de kroon met een beklimming van de vulkaan.

“In Kaapverdië gaan de deuren nooit op slot”

liteit werd te groot. In Portugal zou ik makkelijker werk vinden. Ik zou mijn taal spreken en mijn tante te-rugzien.” Toen ze dat aan de telefoon vertelde, smeekte Roel om te blijven tot hij terug was uit Ethiopië. Dilma besloot te wachten, maar wilde ook uit de illegaliteit stappen. “Maar ik wou niet trouwen om papieren te krijgen. Zo zit ik niet in elkaar.”

Toen Roel haar ten huwelijk vroeg, was ze erg boos. “Ik zei dat ik niet voor de papieren wilde trouwen. Hij verzekerde me dat zijn gevoe-lens oprecht waren. En ik voeldedat dit de man van mijn leven was. We zijn getrouwd in juni 2000.Niet veel later was ik zwanger van onze dochter Yara. Ik kreeg een ver-blijfsvergunning van vijf jaar en drie jaar later werd ik officieel Belg.”

Dilma werkt nu als bejaardenhelp-ster in het Lozanahof aan de Lange Lozanastraat. “Een job die ik heel graag doe. Kaapverdië kent geen rusthuizen. Ouders blijven er bij de kinderen wonen en worden door hen verzorgd. Toen ik nog op Santo An-

tao woonde, gingen mijn moeder en ik geregeld bij een oude vrouw die niemand meer had. We brachten haar water en eten. Toen wist ik dat ik met oude mensen wilde werken. Ze zijn zo dankbaar en zo echt.”

Hoewel Dilma echt gelukkig is, mist ze het leven op Santo Antao soms. “De zon, de zee, mijn familie en de deuren die er nooit op slot gaan want je kent er iedereen.” Er is ook een keerzijde: in Kaapverdië werkte Dilma in een textielfabriek waar ze 100 euro per maand verdiende. “In Kaapverdië is niet veel werk. Veel jonge mensen gaan naar Portugal of Brazilië studeren, maar komen ze te-rug, dan vinden ze nauwelijks werk. Mijn moeder had twaalf kinderen en verder studeren zat er niet in.”

“Voordien vertelde mijn zus nega-tieve verhalen over Europa. Ze was teruggekeerd omdat ze er niet kon aarden. Ik merkte snel dat al die uit-spraken fel overdreven waren. Na-tuurlijk is het hier kouder en drukker en is er meer stress, maar de nadelen wegen niet op tegen de voordelen.”

Het verhaal van Dilma Almeida Dias (33) is er een voor ‘de boekskes’: toeval, liefde en een prins op het witte paard.

Als prille twintiger kwam Dilma vanuit Kaapverdië naar Rotterdam om er haar zus te bezoeken. “Mijn zus en twee broers woonden in Ne-derland. Ik zou er twee weken loge-ren. Tijdens die twee weken is mijn leven helemaal veranderd.”

Dilma had ook een nicht en een Kaapverdische vriendin in Antwer-pen. Die nicht nodigde haar uit om een paar dagen te komen logeren. “Al snel besloot ik om hier te blij-ven. Na een tijdje vond ik werk, als au pair bij een joodse familie in de buurt van de Lange Leemstraat.”

In die buurt ontmoette ze Roel, de liefde van haar leven. “Op een avond ging ik van het werk naar huis. Wat verder in de straat stond een politiecombi met veel mensen eromheen. Ik was op dat moment illegaal in het land. Politie was wel het laatste wat ik nodig had. Toch ging ik uit nieuwsgierigheid kijken wat er aan de hand was.”

“Opeens stond er een man naast me. Hij vroeg waar ik vandaan kwam. Hij wist veel over Kaapver-dië en we geraakten aan de praat. Ik vroeg waarom hij er was. ‘Voor mijn werk’, zei hij. Hij bleek journalist te zijn! Ik werd bang en dacht dat hij me in de krant zou zetten! Gelukkig kreeg hij telefoon. Ik heb het toen op een lopen gezet!” (lacht)

De volgende dag kwamen ze el-kaar weer tegen. “We kruisten el-kaar op de hoek van onze straat. We bleken praktisch buren te zijn! Hij vroeg me mee uit, naar een op-treden van Cesaria Evora. Ik zei ja, maar de avond zelf durfde ik niet meer. Na veel kat-en-muisspelle-tjes hebben we op een namiddag afgesproken. Met een vriendin als chaperonne.”

Dilma was nog steeds illegaal. Ze begon bang te worden. Toen Roel en zij een maand samen waren en Roel voor een tijdje naar Ethiopië moest voor het werk, heeft ze op het punt gestaan om naar Portugal te verhuizen. “De stress van de illega-

Dilma Almeida Dias.

“Ik merkte snel dat al die negatieve verhalen over Europa fel overdreven waren”Dilma almeiDa Diasbejaardenhelpster

Eeuwenlang werden mensen van gemengd ras gezien als bastaarden. Door een grotere nationa-listische mentaliteit werd de Kaapverdische identiteit iets om trots op te zijn. Hier-toe heeft troubadour, jour-nalist en dichter Eugénio Ta-vares (1867-1930) veel bijge-dragen: hij was een van de eersten die poëzie schreef in het Creools in plaats van het Portugees.

Eugénio Tavares

Page 6: Divers Antwerpen - 27

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 9 april 2009

Toen en nu

Schijndemocratie Kameroen moet je situeren

in West-Afrika, net onder Nigeria.

De politieke hoofdstad is Yaoundé, de economische hoofdstad is Douala. Die ligt aan de Atlantische Oceaan, meer bepaald in de baai van Biafra.

Het land telt momenteel ruim 18 miljoen inwoners.

Onder de meer dan twee-

KameroenMini-Afrika

© G

RAPH

IC N

EWS

Tsjaadmeer

NIGERIA

TSJAAD

CENTRAAL-AFRIKAANSE-REPUBLIEK

CONGO BRAZZ.GABONEQUATORIAAL

GUINEA

Bioko(EQ. GUINEA)

K A M E R O E N

100km

Maroua

Garoua

Ngaoundere

Bamenda

Bafoussam

DoualaTikoNkongsamba

Bertoua

Kribi

Yaounde

honderd etnische groepen zijn de Bantoes en de Pygmeeën de bekendste.

De macht is sinds 1982 in han-den van president Paul Biya. Hij is de leider van de Union Natio-nal du Camerounais, eigenlijk de enige politieke partij die het land kent. Na de val van het commu-nisme in Oost-Europa, kwam er in het land wel een democratise-ringsbeweging op gang. Maar Biya houdt de schijndemocra-tie strak in eigen land en neemt

het niet zo nauw met de mensen-rechten of de persvrijheid.

Kameroen is nog een typisch voorbeeld van Europese koloni-satie. Het land is ontdekt door de Portugezen in de vijftiende eeuw. Die gaven het land met-een een naam. Voor de kust zwommen grote garnalen, wat ‘cameroes’ betekent in het Portugees, vandaar.

Het was Duitsland dat in de negentiende eeuw Kameroen als protectoraat binnenreef.

“Ik moest missionaris worden”Een grijze zondagmiddag in Antwerpen. Elders in de stad valt alles een beetje stil. Maar in de Carnotstraat stopt het hectische leven zelden.

Ook in de kerk van Simon Kahn is het tumult troef. “Hier ontmoet je zo veel verschillende nationaliteiten. Ik hou wel van dat multi-culturele.”

Denk bij het woord kerk hier niet aan een kleine katholieke kathe-draal. Simon Kahn preekt in een wat aftandse, verlaten bioscoopruimte. Je wordt er meteen omsingeld door joelende kinderen.

Mijnheer pastoor zelf zit in een kantoortje. Strak in het zwarte pak steekt hij meteen van wal. “Ik ben een protestantse priester, meer be-paald van de pentacostabeweging. Wat wil zeggen dat wij wel in de Hei-lige Geest en in mirakels geloven. Volgens ons vinden die mirakels nu nog steeds plaats.”

“Zelf ontmoette ik God in 1984. Ik moest missionaris in het buiten-land worden. Eerst trok ik voor mijn studies naar Nigeria. Daarna reisde ik naar het andere eind van de we-reld. Ik kwam in Zweden, Noorwe-gen en Frankrijk terecht. Uiteinde-lijk arriveerde ik in december 2005 in Brussel. Kort daarna kreeg ik de kans om hier in Antwerpen een kerk te openen.”

Simon gooit het al snel over een andere boeg.

“Weet je dat er tussen België en Kameroen best wat gelijke-

nissen bestaan? Ook wij kennen twee

talen: Engels en Frans. En tussen de anglofonen en franco-fonen is er veel span-ning. Ge-lukkig komt

daar ook bij ons geen bur-

geroorlog van.”Het gesprek wordt even onder-

broken. Mevrouw Kahn wandelt binnen, blijkbaar de eigenlijke re-den waarom Simon in Antwerpen terechtkwam.

“Mijn vrouw is een artieste. Ze is een gospelzangeres en heeft nog samen met Will Tura gezongen.

Of ik hem goed vind? Bwah, wel toen mijn vrouw bij hem zong...” (lacht)

Hoe de dominee het leven in Antwerpen ervaart? “Hier in

deze kerk ontmoet ik men-sen van verschillende

nationaliteiten. Ik hou wel van het mul-

ticulturele. Buiten mijn kerk is het leven anders, maar niet echt slecht. Goed, in Europa staan de men-sen wat wantrouwiger tegenover vreemdelingen. Ik begrijp dat. Je kan een vreemde beter eerst leren kennen voor je hem omarmt. Los daarvan kan je hier goed leven, de sociale zekerheid is hier prima ge-regeld. En het koude klimaat is voor mij geen probleem. Dat ben ik ge-wend.”

Even later moet er wel wat van zijn lever. “Onlangs maakte ik toch wat discriminatie mee. Van de kerk alleen wil en kan ik niet leven. Dus stapte ik een interimkantoor binnen. Ik volg lessen Nederlands, maar ik kan het niet zo goed spreken. Daar-om kwam ik niet in aanmerking voor een job, hoewel ik prima Engels of Frans praat. Dus kreeg ik de raad om in Brussel te gaan solliciteren. Dat begreep ik niet. Brussel en Antwer-pen liggen toch in hetzelfde land?”

De mensen uit Kameroen zien el-kaar geregeld in Antwerpen.

“We hebben een vereniging waar-van de leden geregeld samenkomen in het Oude Badhuis aan het Stuiven-bergplein. Het is nodig om elkaar te steunen. Onlangs maakten we een sterfgeval mee. In het testament van die vrouw stond dat ze in Kameroen begraven wilde worden. Wij zorgen dan niet alleen voor het transport naar de luchthaven, maar regelen de hele reis.”

Hoe Simon Kahn zijn land Kame-roen zou aanbevelen? “Het is Afrika in het klein. Je vindt er alles van het continent terug. Het is echt de moei-te om er een keer te bekomen. God heeft het heel mooi gemaakt. Helaas is het ook heel arm. En de president is een tiran. Hij wint de verkiezingen niet, hij steelt ze. Nee, dan is jullie burgemeester een stuk beter, hoor.” (lacht)

Simon Kahn: “Je kan hier heel goed leven, hoor.”

“Kameroen is Afrika in het klein. Helaas is het ook heel arm. En de president is een tiran. Hij wint de verkiezingen niet, hij steelt ze.”Simon kahnpriester

“Ik moest missionaris worden”Een grijze zondagmiddag in Antwerpen. Elders in de stad valt alles een beetje stil. Maar in de Carnotstraat stopt het hectische leven zelden.

Ook in de kerk van Simon Kahn is het tumult troef. “Hier ontmoet je zo veel verschillende nationaliteiten. Ik hou wel van dat multi-culturele.”

Denk bij het woord kerk hier niet aan een kleine katholieke kathedraal. Simon Kahn preekt in een wat aftandse, verlaten bioscoopruimte. Je wordt er meteen omsingeld door joelende kinderen.

Mijnheer pastoor zelf zit in een kantoortje. Strak in het zwarte pak steekt hij meteen van wal. “Ik ben een protestantse priester, meer bepaald van de pentacostabeweging. Wat wil zeggen dat wij wel in de Heilige Geest en in mirakels geloven. Volgens ons vinden die mirakels nu nog steeds plaats.”

“Zelf ontmoette ik God in 1984. Ik moest missionaris in het buitenland worden. Eerst trok ik voor mijn studies naar Nigeria. Daarna reisde ik naar het andere eind van de wereld. Ik kwam in Zweden, Noorwegen en Frankrijk terecht. Uiteindelijk arriveerde ik in december 2005 in Brussel. Kort daarna kreeg ik de kans om hier in Antwerpen een kerk te openen.”

Simon gooit het al snel over een andere boeg.

“Weet je dat er tussen België en Kameroen best wat gelijke

Het gesprek wordt even onderbroken. Mevrouw Kahn wandelt binnen, blijkbaar de eigenlijke reden waarom Simon in Antwerpen terechtkwam.

“Mijn vrouw is een artieste. Ze is een gospelzangeres en heeft nog samen met Will Tura gezongen.

Of ik hem goed vind? Bwah, wel toen mijn vrouw bij hem zong...” (lacht)

Hoe de dominee het leven in Antwerpen ervaart? “Hier in

deze kerk ontmoet ik mensen van verschillende

601Kameroeners wonen in Antwerpen.

Page 7: Divers Antwerpen - 27

donderdag 9 april 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

Na de Eerste Wereldoorlog werd die buit verdeeld onder Frankrijk (Cameroun) en Engeland (Cameroons). Op 1 oktober 1961 kwamen de twee oorspronkelijke mandaatgebieden eindelijk opnieuw samen in de onaf-hankelijke republiek Kame-roen.

Niet dat de onafhankelijk-heid veel vooruitgang teweeg-bracht. Het land moet afreke-nen met een stijgende armoede.

Vooral de uitgeputte olievoor-raden die vroeger voor econo-mische rijkdom zorgden, vormen de hoofdoorzaak.

De gezondheidszorg is er onbetaalbaar geworden. Ook het HIV-virus woekert er hevig.

Kameroen blijft gelukkig wel ‘le petit afrique’. Toeristen vinden er een regenwoud in het zuidoosten, woestijnen in het noorden, bergen in het westen en savanne in Centraal-Kameroen.

Vijftien keer zo groot als België

Cijfers

Regeringsvorm: republiekHoofdstad: YaoundéOppervlakte: 475.442 km²

of 15 keer zo groot als België Inwoners: 18.476.692

(officieuze volkstelling 2008)Munt: CFA-frankTaal: Officeel: Frans,

Engels. Voorts worden 24 Afri-kaanse taalfamilies gesproken waaronder Bantoe

Levensverwachting:48 jaar

Nationale feestdag: 20 mei (dag van de republiek)

Religie: inheemse godsdien-sten 40%, christendom 40%, islam 20%

Telefooncode: + 237 Landcote internet: .cmBelangrijkste exportpro-

ducten: olie, tropisch hout, cacao

Reistijd: ongeveer 8 uur en 30 minuten, geen tijdsverschil

Interessante website: www.pygmies.info

Plaats op lijst rijkste landen: 144/177

“Me thuis voelen is niet zo simpel”

kolonialisme noemen, ja. Goed, ik werd naar het asielcentrum van Ka-pellen gestuurd. Daar heb ik mijn eerste lessen Nederlands gekregen. Daarna trok ik naar het Atheneum in Antwerpen.

U bent nu advocaat. Waarom ging u rechten studeren? Wou u opkomen voor de zwakkeren in de samenle-ving?Inderdaad, het ging mij vooral om de zwakkeren in deze maatschappij. Aan Afrika dacht ik niet onmiddel-lijk. Want toen ik hier aankwam, was ik erg teleurgesteld in de opvang. Ik begreep ineens dat ik anders was dan de meeste mensen. Dat merk je niet wanneer je in Afrika wordt geboren. Daar is iedereen zwart. Je merkt geen verschil. Oké, hier en daar waren er etnische conflicten. Zelfs dat is niet zo erg als racisme. Ik maakte echt een shock mee toen ik hier aankwam. In bepaalde restaurants of cafés mocht ik niet binnen vanwege mijn huids-kleur. En op tv zag je vreemdelin-gen alleen maar opduiken als crimi-neel of als de schuldige. Ik zag nooit iets positiefs. Er was altijd die slech-te beeldvorming. En dat kon ik da-gelijks merken. Bovendien kreeg ik tijdens mijn asielprocedure een ad-

vocaat toegewezen die mijn be-langen niet goed behartigde.

Daarom nam ik de beslis-sing om zelf advocaat te worden. Ik wilde het be-ter doen!

U hebt nu meer aan-zien. Benaderen de mensen u nu anders?

Ja, in je hoofd blijf je een beetje voor altijd die asiel-

zoeker. Al voel ik wel aan dat ik nu meer kansen krijg, ook

om mijn mening te uiten. Zo ben ik al geregeld uitgenodigd als gast-

spreker. De mensen willen dan naar mij luisteren, dat vind

ik knap. Ik heb dus wel het gevoel dat ik iets beteken in deze maatschappij.

Zeker wanneer u op Antwerpen-Zuid

woont. Nee, nee, hier is het kantoor gevestigd.

Ik woon in Deurne.

Praten met iemand die uit Kameroen komt, is een beetje pendelen tussen Frans en Engels. Dat ligt bij Dominique Mbog anders. Twaalf jaar geleden was hij een vluchteling, nu is hij een advocaat die je vindt op Antwerpen-Zuid.

Een succesverhaal op het vlak van integratie lijkt het wel. Toch stipt Dominique enkele wanklan-ken aan. “Racisme is zelfs erger dan etnische conflicten.”

U spreekt perfect Nederlands. Dat was twaalf jaar geleden wellicht anders.Klopt, ik was een 16-jarige politiek vluchteling. Mijn vader was in Ka-meroen politiek actief, vandaar. Hij zat in het andere kamp van presi-dent Paul Biya. Je mag hem gerust een dictator noemen. Eigenlijk be-staat er in Kameroen maar één po-litieke partij. Biya wordt beschermd door de westerse landen omdat het hen goed uitkomt. Dat mag je neo-

Daar is de situatie anders, hoor. Ik woon in een gebouw met veel be-jaarden. Die hadden het heel lastig met mijn komst. Ik weet dat ze een paar keer naar de huisbaas hebben gebeld. Dat hij moest oppassen, nu er een zwarte woonde…. (lacht) Echt waar! Ik denk dat ik van geluk mocht spreken dat het huurcontract al was ondertekend. Is dat niet ver-schrikkelijk? Of je dan advocaat bent of niet, maakt niet veel uit. Dat staat ook niet op mijn hoofd geschreven natuurlijk.

Mist u Kameroen?Ik erger me telkens aan discriminatie, maar ik woon nu eenmaal hier, niet in Afrika.Daarom blijf ik mijn best doen om me hier zo goed mogelijk thuis te voelen. Helaas is dat niet altijd sim-pel. Je krijgt vaak hetzelfde horen: ‘Je was hier welkom, wees nu maar blij dat je hier mag blijven’.

Hoe verloopt het contact met de an-dere Kameroeners die hier wonen?Ik heb het nogal druk, ik heb weinig tijd om naar bijeenkomsten te gaan. Ik zie die mensen vooral als cliënt.

Ook in Kameroen is er een taal-strijd.Dat is zo. Kameroen was eerst een Duitse kolonie. Daarna werd het een protectoraat onder Engels en Frans gezag. Het land was dus verdeeld. Vier van de tien provincies zijn En-gels, ook de eerste minister spreekt Engels, de president is dan weer Franstalig. Ik vind het normaal dat de mensen hier niet veel over Kame-roen weten. Het land is niet in trek bij de toeristen. Daar heeft Kameroen zelf voor gezorgd. Er is nooit echt in toerisme geïnvesteerd. Dus trekken de toeristen meestal naar Kenia of Zuid-Afrika. Jammer, want Kame-roen is een vrij stabiel land. Ik denk dat er wel 300 dialecten worden ge-sproken. En een burgeroorlog ont-staat meestal wanneer twee grote groepen tegenover elkaar komen te staan, maar Kameroen is te verdeeld om tegen de president in opstand te komen.

Heeft Kameroen iets typisch?Eigenlijk niet. Je vindt er gewoon al-les van de Afrikaanse natuur terug. Daarom noemt iedereen het ‘Afrique en miniature’. Ik kan ook geen ty-pische gerechten opsommen. Zoals ik net zei: je vindt er alles terug, maar niets specifieks.

Hebt u intussen de Belgische natio-naliteit?Ja, dat gevoel valt wel weg wanneer ik weer eens met racisme word gecon-fronteerd. En ik denk toch dat ik tij-dens een voetbalwedstrijd tussen Ka-meroen en België voor Kameroen zou supporteren. België zal wel genoeg fans hebben, zeker? (lacht)

Roger Milla oudste scorende voetballer ooit op WKVraag aan de man in de straat waaraan hij denkt wanneer het woord Kameroen valt en het antwoord is er meteen: voetbal.

De ontembare leeuwen gehuld in het groen-rood-geel van de natio-nale vlag maakten vooral furore op het WK 1990, waar de toen 38-jari-ge Roger Milla een ster werd.

Milla was al present tijdens het WK 1982 in Spanje, waar Kameroen roemloos uit de eerste groepsfase verdween. Op de Mondiale 1990 in Italië lag dat even anders.

'Opa' Roger stond als profvoet-baller eigenlijk al drie jaar op non-actief. In de jaren tachtig was hij een gevreesde spits in de Franse compe-titie geweest. Die hoogdagen bij on-der meer Monaco en Saint-Etienne lagen nu schijnbaar achter hem.

Tot Roger vlak voor het WK een telefoontje kreeg van de president. Of hij toch niet mee naar Italië wil-de? Hij ging. Met succes. Kameroen stuntte meteen in de openingswed-strijd door wereldkampioen Ar-gentinië te verslaan, zelfs Mara-dona stond machteloos. Milla zou een van de sterren van het toernooi worden.

Hij scoorde in totaal vier keer en vierde elke doelpunt met een dansje aan de cornervlag. Kameroen zou als eerste Afrikaanse ploeg ooit door-dringen tot de kwartfinale waarin Engeland te sterk bleek. Zonder het

befaamde doelpunt van David Platt in de achtste finales was België de tegenstrever geweest.

Het sprookje was nog niet over voor Roger Milla. In 1994 besloot hij toch mee te reizen naar het WK in de Verenigde Staten. En jawel, hij mocht nog één keertje dansen aan de cornervlag. Zo werd hij met zijn 42 lentes de oudste scorende voet-baller ooit op een WK.

KeerzijdeDe ontembare leeuwen kenden

helaas ook de keerzijde van de me-daille. Een jaar nadat Kameroen voor de vierde keer Afrikaans voet-balkampioen was geworden, mocht het deelnemen aan de Confedera-tions Cup. Tijdens een wedstrijd daar zakte een kwartier voor tijd Marc- Vivien Foé van Manchester City in elkaar. Reanimatie kon niet meer ba-ten. Foé overleed in de kleedkamer op 28-jarige leeftijd.

In 2006 kenden de leeuwen hun grootste sportieve drama. In de be-slissende kwalificatiewedstrijd voor het WK in Duitsland volstond een thuisoverwinning tegen Egypte. In de laatste minuut stond de 1-1 nog altijd op het bord toen Kameroen een strafschop kreeg. Pierre Womé zette zich achter de bal, maar schoot op de paal. Womé ontving doodsbedrei-gingen, zijn huis werd in brand ge-stoken, hij moest het land uitvluch-ten. Voetbal, een feest?

“Racisme is erger dan etnische conflicten.”dominique mbogadvocaat

Roger Milla , door Unaids benoemd tot ambassadeur om de aids-epidemie te bestrijden.

Dominique Mbog: “Ik vind het normaal dat de mensen niet veel over Kame-roen weten.”

Page 8: Divers Antwerpen - 27

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 9 april 2009

Volgendeweek:

Kazachstan

Kenia

Kirgizië

“Ik woon hier heel graag”

De ene Kameroener is de andere niet. Gesprekspartner Dominique Mbog heeft het elders over het racisme in de stad. Daar valt bij John Titantah niets van te merken. De researcher op de faculteit fysica van de Universiteit Antwerpen is de vrolijkheid zelve. “Ik voel me hier perfect thuis, ik hoef zelfs niet naar de stad. Wilrijk bevalt me prima.”

Eén zaak wil hij wel een beetje aanklagen. “Ik vind het jammer dat iedereen bij Kameroen alleen maar aan onze nationale voetbalploeg denkt. Kameroen blijft voor velen een onbekend land. Dat is zonde. Weet je, ik heb een verhaal gehoord van mensen die onlangs lukraak op reis zijn vertrokken. Gewoon door blind een plek op de wereldkaart aan te wijzen. Het werd toevallig Kameroen. Ik heb vernomen dat ze het een van hun mooiste reizen ooit vonden. Ik kan dat begrijpen. Qua natuur is het een prachtig land en je kan er lekker eten. En we mogen met Paul Biya dan wel een dictator heb-ben, het is er heel veilig. Echt, meer mensen zouden Kameroen moeten ontdekken.”

Of John niets typisch Afrikaans in huis heeft? Jawel, seconden la-ter staat hij in vol ornaat te pronken. Na de fotosessie wuift hij ons met een bre-de glimlach uit. Hoezo, integratie-problemen?

John Titantah woont in de Heistraat in Wilrijk. Parkeren doe je er best op het plein van de nabije kerk. Wie even later voor zijn deur staat, ziet een ruim rijhuis. Schijn bedriegt.

Na een hartelijke begroeting vol-gen we John de trap op om terecht te komen op een piepkleine zolder-ruimte. Het is er bukken en draai-en en keren tussen drie minikamer-tjes. Dat lijkt een beetje vreemd voor iemand die toch een job heeft gevonden aan de universiteit, maar het kan onze vriend uit Kameroen niet echt deren.

“Ik vind het hier gezellig, hoor. Meer heb ik niet echt nodig. Zal ik anders wat thee zetten?” En met-een begint hij te vertellen over een passie voor fysica, een uitleg die helaas al snel iets te technisch wordt.

De boodschap is wel duidelijk. “Om een academische carrière te kunnen hebben, moest ik Kame-roen verlaten. Daarom kwam ik in Europa terecht. Ik leerde mensen uit de universiteit van Antwerpen kennen en kreeg de kans om hier de fysica waarin ik gespecialiseerd ben te doceren. Dat was een kans die ik niet wou laten liggen. Ik ben blij dat ik die stap heb gezet. Ik woon hier heel graag.”

John Titantah heeft duidelijk niet veel nodig om tevreden te zijn. “Ik zoek wel eens het centrum van de stad op. Ik hou erg van die leven-digheid. Maar dat hoeft niet, hoor. Wilrijk bevalt me prima. Gewoon al in de groene omgeving van de cam-pus zitten, vind ik zo aangenaam. En nee, ik vind het hier helemaal niet te koud. België is een goed land om in te wonen. Dat moeten jullie goed beseffen. Je kan hier alles vin-den wat je nodig hebt of je kan hier bijna overal een bus nemen. Op vele plekken op aarde gaat het er een pak slechter aan toe.”

Onze prof kan zelfs over racis-me niet meepraten. “Echt, ik heb er geen last van. Ik vind de mensen hier erg vriendelijk. En Engels ver-staat iedereen wel. Toch probeer ik nu Nederlands te lezen. Het begint aardig te vlotten.”

Manu Dibango: waar Michael Jackson de mosterd haalde

Muziek

De bekendste muzikant uit Kameroen is ongetwijfeld Manu Dibango (°1933). De saxofonist haalde onlangs nog de wereld-pers toen hij een klacht in-diende tegen Michael Jackson en Rihanna. Logisch, in het nummer Soul Makossa uit 1972 introduceerde hij de kreet ‘ma ma se, ma ma sa, ma ma co sa.’ Michael Jackson sloot er begin jaren tachtig zijn hit Wan-na be startin’ somethin’ mee af,

de hit die overigens muzikaal ook verdacht veel van Soul Makossa weg had. Manu Diban-go bereikte toen met de nu wat verlepte ‘king of pop’ een finan-ciële, minnelijke schikking. Maar recent nog ging Rihanna met dat ‘ma ma se-gedoe’ aan de haal in Don’t stop the music.

Dibango vond het na eerde-re bewerkingen van onder meer The Fugees of Eddie Murphy welletjes. Hij trok naar de recht-

bank in Parijs omdat daar de auteursrechten ooit waren ge-dropt. Helaas vond hij er geen gehoor. Dibango zou zich eerder hebben neergelegd bij enkel een verplichte naamsvermelding op Rihanna’s hoesjes, vandaar.

Disco De saxofonist heeft wel veel

meer in zijn mars dan dat ene cultnummer. Toen Dibango in de jaren zeventig doorbrak met een

stijl die funk, jazz en traditionele Kameroense muziek combineer-de, werd dat beschouwd als het fundament van wat later disco zou worden. Makossa betekent trouwens ‘dans’ in de Kameroen-se dualataal. Het lijkt normaal dat Michael Jackson vroeg of laat bij hem zou terechtkomen. En Manu Dibango is niet alleen als muzikant actief gebleven. In 2004 werd hij ook nog benoemd tot Unesco-ambassadeur.

(met dank aan John Titantah)

Alles goed?Apela?

Goed.Mbomker.

Kom eens hier. Tonga.

Huis.Ndap.

Geld.Mbam.

Man.Jimbianga.

Vrouw.Jingwi.

Kind.Mue.

Land.Ngang.

Eten.Ndejeu.

Tien voor taal

(

“Kameroen mag dan met Paul Biya een dictator hebben, het is er heel veilig. ”john titantah, researcher

John Titantah: “Ik vind de mensen hier erg vriendelijk.”