79
EFO / ablatie Amstel Academie 10 januari 2008 Jonas de Jong AIOS cardiologie AMC

EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

  • Upload
    others

  • View
    10

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

EFO / ablatie

Amstel Academie 10 januari 2008

Jonas de Jong

AIOS cardiologie AMC

Page 2: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

EFO

1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek?

(EPS)

2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie

3. Wat is ablatie

4. Effectiviteit en risico’s

5. Patiëntenperspectief

Page 3: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Electro Fysiologisch Onderzoek

1. Wat is EFO

– Invasieve procedure

– Meten/observatie normale prikkelvorming en –

geleiding

– Geprogrammeerde electrische stimulatie RA/RV

t.b.v. inductie aritmie / demaskeren

geleidingsstoornis

Page 4: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Indicaties

• Onderzoek van symptomen

– Persisterende palpitaties

– Recidiverende syncope

– Presyncope bij verminderde LVF

• Interventie

– Ablatie – accessoire bundels, nodale tachycardie,

boezemflutter, boezemfibrilleren

– Onderzoek van breed en smal complex tachycardiën

– VT ablatie

Page 5: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Uitrusting catheterisatiekamer voor

electrofysiologie

Page 6: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 7: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 8: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 9: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 10: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 11: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Diagnostiek

Diagnostische hulpmiddelen

• Electrische activiteit in kaart brengen: CARTO

systeem

• Oorsprong ritmestoornis / AV geleiding

• Opwekken VT / VF

Page 12: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Het Carto ® systeem

Page 13: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Intracardiaal ‘ECG’

Page 14: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 15: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

nsr

Page 16: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 17: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Opwekken VT / VF

• ‘Inducibility’

• Instellen VT zone ICD

Page 18: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Wat is ablatie?

• Methoden

• Indicaties

Page 19: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Ablatie-methoden

• RF ablatie

• Cryo-ablatie

Page 20: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 21: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

RF laesie

mm

Page 22: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Cryolesie

Voordelen:

• ± reversibel

• beter te richten

• minder embolisatie

Page 23: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 24: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Het LocaLisa systeem

Page 25: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Uitvoering van een EFO / ablatie

• Altijd v. femoralis, soms ook links (bouw pt. /

aantal catheters)

• Ablatie afhankelijk van localisatie substraat,

a. of v. femoralis, v. jugularis int.

• Heparine, soms andere middelen

Page 26: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 27: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 28: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

pauze

Page 29: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Oorzaken SVT

Page 30: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Behandelbare SVT’s

• AVNRT

• WPW

• AVRT

• Boezemfibrilleren

Page 31: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 32: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologie

Dual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Page 33: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologie

R.H. Anderson

Page 34: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologie

R.H. Anderson

Page 35: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, initiatie

Page 36: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Fast = normaal = lange refractaire periode

Slow = ziek = korte refractaire periode

Page 37: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Vroege extra slag!

Page 38: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Page 39: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Page 40: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Page 41: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Page 42: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Page 43: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Page 44: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, pathofysiologieDual AV-nodal pathway physiology, GK Moe, 1956

Page 45: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT diagnostiek mbv EFO: de AH jump

0

50

100

150

200

250

300

200 210 220 230 240 250 260 270 280 290 300 310 320 330

A1-A2

A2-H2

fast pathway

slow pathway

> 50 ms

Page 46: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 47: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, analyse

Page 48: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

250

Page 49: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

AVNRT, follow-up

• > 98% succesvol

• Vrijwel altijd < 3 minuten doorlichting

• Complicaties - < 1% totaal AV-block

- < 1% tamponade

Page 50: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

ablatie

nsr

Page 51: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

boezemflutter

Page 52: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 53: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 54: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 55: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Afib ablatie

Succeskans 70-80%

Page 56: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Casus

• 81-jarige vrouw

• Chronisch boezemfibrilleren

• Therapie resistent

• Sterk symptomatisch door snelle frequentie

• Besluit tot Hisbundel ablatie

Page 57: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

ECG voor ablatie

Page 58: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Endocardiale electrogrammen voor RF

Page 59: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

ECG na ablatie

Page 60: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 61: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Behandelbare VT’s

• Moeten hemodynamisch verdragen worden

• Monomorf

• 1 Focus

• Stabiele pathologie

Maar:

• Succespercentage 65%

• Meestal sowieso ICD

• Eventueel om aantal schocks te verminderen

Page 62: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Complicaties van ablatie

• Geleidingsstoornissen (1,5% totaal AV blok na ANRT ablatie)

• Tamponade

• Pericarditis

• Bloedingen, retroperitoneaal / lies

• Trombo-emboliën

• Pulmonale hypertensie

• Pneumothorax

• Pro-arrhythmie

• Dood (0.1-0.2%)

Page 63: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Logistiek voor EFO / Ablatie

• Beide liezen scheren

• Nuchter

• Patient geïnformeerd

Page 64: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Nazorg

• Drukverband 4 of 12 uur

• Heparine ja / neen

• Ascal ja / neen

• Sintrommitis ja / neen

• Telemetrie ja / neen

• ECG controle altijd

• Overige controles / onderzoeken op indicatie

• Specifieke aandachtspunten

• Rugklachten

Page 65: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Logistiek na EFO / Ablatie

• Verslag komt met elke pt. mee, inclusief

beleid en recepten poli-pool pt.

• Nazorg, inclusief evt. na-gesprek door arts

• Poli afspraak 4-6 weken na alle ablaties

Page 66: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Patientenperspectief

• Wachtlijst

• Angstig

• Kan lang duren

• Harde tafel rugklachten

• Ritmestoornis opwekken onprettig

• Bijna-dood-ervaring

• www.medischforum.nl

Page 67: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 68: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Vragen?

Page 69: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

___ __ __ ____________ __ ________

_____ ______

____ ______

_____ ______

_____ ______

Klik om de modelstijlen te bewerken

Tweede niveau

Derde niveau

Vierde niveau

Vijfde niveau

Page 70: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 71: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 72: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 73: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 74: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 75: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 76: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Initiatie AVNRT

Page 77: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s
Page 78: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s

Mechanisme van ritmestoornissen

• Abnormale prikkelvorming

– Abnormale automaticiteit

– Triggered activity (EAD, DAD)

• Abnormale prikkelgeleiding

– Reentry (cirkelgeleiding)

Page 79: EFO / ablatieAIOS cardiologie AMC. EFO 1. Wat is ElectroFysiologisch Onderzoek? (EPS) 2. Welke patiënten krijgen een EFO / indicatie 3. Wat is ablatie 4. Effectiviteit en risico’s