64
Februari – Juli ‘1 7 door Floor Kuipers - Sociaal – Duurzaam – Persoonlijk - Je eigen overhemd terug als boxer Impact als resultaat Ontwerpgericht onderzoek naar meetinstrument voor social impact

Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 1

Februari –

Juli ‘1

7

door Floor Kuipers

- S o c i a a l – D u u r z a a m – P e r s o o n l i j k -

J e e i g e n o v e r h e m d t e r u g a l s b o x e r

Impact als resultaat Ontwerpgericht onderzoek naar meetinstrument voor social impact

Page 2: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 2

Titel pagina

Verslagtitel

Impact als resultaat

Ondertitel

Ontwerpgericht onderzoek naar meetinstrument social impact

Opdrachtgever

Van Hulley bv

Jolijn Creutzberg (algemeen directeur)

Opdrachtnemer

Floor Kuipers

Student nr: 308437

[email protected]

Human Resource Managenet

Instituut voor bedrijfskunde

Hanzehogeschool

University of Applied Sciences

Stagebegeleider

Annet Reidinga

Datum van verschijning

6 juni 2017

Dit onderzoeksrapport is afgedrukt op

gerecycled papier.

Duurzaamheid is geen begrip, maar

een mindset.

Page 3: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 3

Managementsamenvatting Twee jaar geleden is Van Hulley begonnen met het in kaart brengen van haar social

impact. Met social impact wordt de positieve en negatieve maatschappelijke

verandering bedoeld die teweeg wordt gebracht door Van Hulley. Hiervoor is de

samenwerking tussen Van Hulley en Sinzer (professioneel impact meting

consultancy) tot stand gekomen. Het meetinstrument dat na deze samenwerking is

ontworpen heeft het doel van Van Hulley niet bereikt. Vanuit deze situatie is deze

afstudeeropdracht tot stand gekomen. De opdracht heeft dezelfde inhoud als de

opdracht voor Sinzer: Het ontwerpen van een meetinstrument waarmee Van Hulley

haar social impact in kaart kan brengen en het toepassen hiervan binnen de

bedrijfsvoering.

De uitvoering van het onderzoek is verdeeld in twee delen. Het vooronderzoek en

het praktijkonderzoek. Gedurende het uitvoeren van het vooronderzoek is een

masterclass ‘impact meten’ gevolgd, zijn randvoorwaardes vastgesteld, is

deskresearch gedaan en zijn interviews afgenomen met een impact-consultant en

de projectleider van Van Hulley. De masterclass heeft inzicht gegeven in het belang

van prioriteren van de te meten effecten. Het onderzoek van Sinzer heeft de

effecten die het Van Hulley Traject teweeg brengt in kaart gebracht, waaruit negen

effecten kwamen. Het prioriteren is gedaan aan de hand van het beoordelen van

elk effect op drie criteria. Is het effect duidelijk herleidbaar naar Van Hulley? Is het

effect meetbaar te maken? En zijn de resultaten die hieruit voortvloeien relevant op

te delen met stakeholders? Daarnaast is aandacht besteed aan randvoorwaardes

waaraan de meetinstrumenten dienen te voldoen.

Na dit vooronderzoek zijn voor de volgende effecten de volgende prototypes van

meetinstrumenten gevonden/ontworpen:

Het ontwikkelen van medewerkersvaardigheden > functioneringsgesprek

Het behalen van een onderwijskwalificatie > toetsen van het Noorderpoort;

Het opbouwen van een sociaalnetwerk > netwerkcirkels;

De positie tot de arbeidsmarkt > de participatieladder;

Het ontwikkelen van intrinsieke motivatie > verzamelen van doelen/dromen.

Deze prototypes zijn vervolgens gedurende het praktijkonderzoek getest door middel

van een focusgroep waaraan de huidige Van Hulley vrouwen hebben

deelgenomen. Daarnaast is het prototype van het intakeformulier gebruikt tijdens

zes intakegesprekken met mogelijk toekomstige Van Hulley vrouwen. De resultaten

van deze testen hebben voor verbeterpunten van het meetinstrument geleid. De

verbeterpunten hadden vooral betrekking op formulering van begrippen en

praktische zaken zoals schrijfruimte en handtekening.

Na het afronden van de ontwerpen van de meetinstrumenten is een

implementatieplan geschreven. Dit om ondersteuning te bieden bij het succesvol

implementeren van de meetinstrumenten binnen de Van Hulley bedrijfsvoering.

Het advies aan Van Hulley is om de meetinstrumenten te implementeren zoals

beschreven in de implementatie en na afronding van één cyclus de

meetinstrumenten uitvoering te evalueren. Daarna kan bepaald worden of deze

eerst geoptimaliseerd dienen te worden of dat Van Hulley er klaar voor is om de

overige vijf effecten in kaart te gaan brengen.

Page 4: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 4

Inhoudsopgave

TITEL PAGINA ........................................................................................................................ 2

MANAGEMENTSAMENVATTING .......................................................................................... 3

INHOUDSOPGAVE................................................................................................................ 4

VOORWOORD ...................................................................................................................... 6

1. INLEIDING ......................................................................................................................... 7

2. PROBLEEM- & ORGANISATIE ANALYSE ........................................................................... 8 2.1. PROBLEEM ANALYSE ........................................................................................................... 8

2.2. DOEL- EN VRAAGSTELLING ................................................................................................. 9 2.3. PARADIGMA KEUZE ............................................................................................................. 9 2.4. INTERVENTIE CYCLUS ........................................................................................................... 9

3. THEORETISCHE KADER .................................................................................................... 13 3.1. THEORY OF CHANGE ......................................................................................................... 13 3.2 RANDVOORWAARDEN ....................................................................................................... 14

3.3. TYPE MEETINSTRUMENTEN ................................................................................................... 14 3.4. UITWERKING VAN EFFECTEN ............................................................................................... 14

3.4.1. Medewerkersvaardigheden ........................................................................... 14

3.4.2. Onderwijskwalificatie ..................................................................................... 16 3.4.3. Opbouwen sociaalnetwerk ............................................................................ 17 3.4.4. Positie tot de arbeidsmarkt ............................................................................ 18 3.4.5. Ontwikkelen intrinsieke motivatie ................................................................... 18

3.5. CONCEPTUEEL MODEL ...................................................................................................... 19

4. METHODOLOGIE ............................................................................................................ 20 4.1. VOORONDERZOEK ........................................................................................................... 20 4.2. PRAKTIJKONDERZOEK ........................................................................................................ 21

5. RESULTATEN .................................................................................................................... 23 5.1. FOCUSGROEP .................................................................................................................. 22

5.2. INTAKEGESPREKKEN ........................................................ FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.

6. CONCLUSIES................................................................................................................... 25 6.1. ANTWOORDEN DEELVRAGEN EN HOOFDVRAAG .................................................................. 22

6.2. AANPASSINGEN MEETINSTRUMENT .................................... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.

7. ADVIEZEN ....................................................................................................................... 27

8. DISCUSSIE ....................................................................................................................... 28

LITERATUURLIJST .................................................................................................................. 29

BIJLAGE 1: THEORY OF CHANGE....................................................................................... 30

BIJLAGE 2: PRIORITEREN EFFECTEN .................................................................................... 31

BIJLAGE 3: TYPE MEETINSTRUMENTEN ................................................................................ 32

BIJLAGE 4: WERKNEMERSVAARDIGHEDEN ....................................................................... 33

BIJLAGE 5: BOUWSTENEN FUNCTIONERINGSGESPREK ..................................................... 34

BIJLAGE 6: PROTOTYPE FORMULIER FUNCTIONERINGSGESPREK...................................... 35

BIJLAGE 7: DOMEINEN TAAL- EN REKENNIVEAU .............................................................. 36

Page 5: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 5

BIJLAGE 8: SOCIAALNETWERK ........................................................................................... 37

BIJLAGE 9: PROTYTPE NETWERKCIRKELS ............................................................................ 38

BIJLAGE 10: PARTICIPATIELADDER ..................................................................................... 39

BIJLAGE 11: PROTOTYPE INTAKEFORMULIER ..................................................................... 40

BIJLAGE 12: INTRINSIEKE MOTIVATIE ................................................................................. 42

BIJLAGE 13: INTERVIEW VRAGEN ...................................................................................... 43

BIJLAGE 14: RESULTATEN FOCUSGROEP ........................................................................... 44

BIJLAGE 15: RESULTATEN INTAKEGESPREKKEN .................................................................. 45

BIJLAGE 16: IMPLEMENTATIEPLAN ..................................................................................... 46

Page 6: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 6

Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport ‘’Impact als resultaat’’ Dit onderzoek heb ik

uitgevoerd bij Van Hulley, de opdrachtgever. Dit onderzoek is uitgevoerd in het

kader van mijn afstuderen aan de opleiding Human Resource Management van de

Hanzehogeschool Groningen. De uitvoering van het onderzoek heeft

plaatsgevonden tussen februari 2017 en juni 2017.

De onderzoeksopdracht is tot stand gekomen vanuit de behoefte van Van Hulley

om hun social impact in kaart te brengen. Door het volgen van de minor ‘duurzame

bedrijfsvoering’ is mijn interesse voor duurzaam ondernemen gewekt. Dit maakte dat

ik opzoek ben gegaan naar een bedrijf of onderneming die hierbij aansluit. Zo ben ik

bij Van Hulley terecht gekomen. Na een aantal gesprekken over het vraagstuk is een

concrete onderzoeksvraag tot stand gekomen.

Gedurende het onderzoek heb ik veel steun ervaren van Claudia van Orden,

(onderzoeker aan het lectoraat Human Capital, van het Marian van Os Centrum

voor Ondernemerschap). Met haar wijsheid en steun heb ik dit onderzoek tot een

succesvol einde weten te brengen. Daarnaast heeft de samenwerking met Daan

Wolters (afstudeerder Bedrijfskunde) en Melanie Dorethy(de projectleider van Van

Hulley en stage begeleider) mij veel opgeleverd. Graag wil ik hen bedanken voor

het sparren, discussiëren en meedenken waardoor ik steeds een stukje verder kwam.

Daarnaast wil ik Jolijn Creutzberg bedanken voor het opzetten van deze prachtige

onderneming. Het was mij een eer om een deel te zijn van de Van Hulley crew.

Tevens wil ik graag mijn begeleider Annet Reidinga bedanken voor de prettige

begeleiding gedurende mijn afstuderen.

Als laatste wil ik de huidige Van Hulley vrouwen bedanken voor hun positieve

energie. Het was inspirerend en leerzaam om met hen samen te werken.

Page 7: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 7

1. Inleiding

Jaren geleden begon Van Hulley met een versleten overhemd. Het overhemd was

niet meer geschikt om te dragen, maar zat vol met herinneringen en kon met geen

mogelijkheid de prullenbak in. Dus hing het daar maar wat in de kast. Door een

creatief idee ontstond de eerste Van Hulley boxershort. Van Hulley wil geen

onderbroekenfabriek zijn waar werknemers op inhumane wijze achter de

naaimachine zitten om zo goedkoop mogelijk onderbroeken te maken. Van Hulley

wil authentieke en charmante boxershorts maken. Daarnaast wil Van Hulley graag

een bedrijf zijn dat het verschil maakt, niet alleen voor de dragers van de

boxershorts, maar ook voor de makers en de wereld om ons heen (Van Hulley, 2015).

Om hier vertaling aan te geven is gekozen om een specifieke doelgroep bij Van

Hulley te betrekken: vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze vrouwen

zijn jaren geleden naar Nederland geëmigreerd met diverse beweegredenen. Door

cultuurverschillen en problemen met taalbeheersing zijn deze vrouwen thuis op de

bank beland, met een sociaalisolement als gevolg. Hun taak is zorgdragen voor het

gezin, zonder dat ooit naar hun dromen is gevraagd. Het doel van Van Hulley is om

deze vrouwen duurzaam (langdurig) van de bank af te krijgen en daarbij het

produceren van een duurzaam product. Volgens de gemeente vallen deze

vrouwen in een bijstandsgroep waar participatiebeleid(of-maatregelen) een lage

mate van effectiviteit heeft. Dit maakt dat de gemeente selectief is met het geven

van subsidies voor participatietrajecten. Het is Van Hulley gelukt om in 2014 subsidie

te krijgen voor het Van Hulley Traject.

Het Van Hulley Traject is een driejarig traject waar jaarlijks 15 vrouwen kunnen

deelnemen. Gemiddeld stoppen drie vrouwen na de eerste maand met het traject.

Hiervoor zijn diverse maar vaak persoonlijke redenen. Het eerste jaar is een

intensieve periode waarin de vrouwen 16 uur per week bij Van Hulley werken en 12

uur per week naar school gaan. Zij krijgen begeleiding bij het behalen van een

Entreebewijs (voor een vervolgopleiding), rekenen- en taalontwikkeling. Daarnaast

maken de vrouwen een persoonlijk proces door, waarbij hun zelfredzaamheid,

zelfvertrouwen, passies, sociale omgeving en werknemersvaardigheden worden

ontwikkeld. Bij afsluiting van het eerste jaar is het doel dat de vrouwen hun

Entreebewijs behaald hebben en dat zij betekenisvolle plannen hebben voor de

toekomst. De twee jaren die daarop volgen dient Van Hulley als terugvalbasis. In het

eerste jaar subsidieert de gemeente voor elke vrouw €4.000 als tegemoetkoming in

de kosten. Het is voor Van Hulley belangrijk om aan de gemeente te kunnen laten

zien, wat de verandering is die het Van Hulley Traject teweegbrengt voor de

vrouwen. Dit is de aanleiding van dit onderzoeksrapport.

Page 8: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 8

2. Probleem- & organisatie analyse In dit hoofdstuk wordt de aanleiding van dit onderzoek beschreven door middel van

een probleemanalyse. Deze is in kaart gebracht aan de hand van de zes vragen

van Nathans. De antwoorden hierop zijn verwerkt tot probleemanalyse. Het

hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een

toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af met

een organisatieanalyse.

2.1. Probleemanalyse Van Hulley ondersteunt met hun werkwijze de maatschappij door mensen met een

afstand tot de arbeidsmarkt te laten participeren. Het milieu wordt ondersteund

door een duurzaam cradle to cradle proces (hergebruik van bestaand product) en

de klant met een kwalitatief en persoonlijk product. Winst is niet het doel, maar het

middel. Dit maakt Van Hulley een sociale onderneming (M. Hillen, 2014).

Als het gaat om het meten van bedrijfsresultaten verschilt een sociale onderneming

weinig van een ‘normale’ onderneming. Toch worden andere elementen onder

bedrijfsresultaten verstaan, waaronder social impact. Impact is te meten op

verschillende niveaus. People, Planet & Profit (3 P’s). In dit onderzoeksverslag wordt

aandacht besteed aan het People niveau. Impact wordt in dit verslag gedefinieerd

als: alle verandering die aan de onderneming toegeschreven kan worden zowel

positief als negatief (M. Hillen, 2014). Social wordt in dit onderzoek gedefinieerd als:

de maatschappij. Social impact is dus alle verandering in de maatschappij die

toegewezen kan worden aan Van Hulley.

Twee jaar geleden is Van Hulley begonnen met het in kaart brengen van hun social

impact. De projectleider, mevrouw Doherty, is verantwoordelijk voor de ontwikkeling

van de vrouwen. Zij wil deze ontwikkeling presenteren in een sociaal jaarverslag. Niet

alle vrouwen slagen erin om na afronding van het Van Hulley Traject direct door te

stromen in een studie of betaalde baan. Volgens de projectleider betekent dit niet

dat er geen social impact is ontstaan. Om de social impact van Van Hulley in kaart

te brengen is de samenwerking aangegaan met Sinzer (professioneel impactmeting

bedrijf). Na onderzoek is een vragenlijst als meetinstrument tot stand gekomen. Tot

op heden is het meetinstrument niet effectief gebleken. De vrouwen beheersen

onvoldoende Nederlands om de vragen te begrijpen. Het doel van Van Hulley is om

de Nederlandse taalbeheersing te ontwikkelen waardoor het aanbieden van de

vragenlijst in de moedertaal geen passende optie is. Vervolgens is geprobeerd de

vragenlijst met begeleiding in te vullen. Dit gaf tevens geen valide resultaten. De

aanwezigheid van begeleiding geeft de vrouwen een verplichtingsgevoel om

positieve antwoorden te geven.

Wanneer dit onderzoek slaagt en het lukt om een meetmethodiek te ontwerpen,

ondersteunt dit bij het verder optimaliseren van het Van Hulley Traject. Daarnaast

dient het als verantwoording aan de gemeente en andere investeerders om te laten

zien wat hun investering oplevert. Als laatste kan het een hulpmiddel zijn voor andere

sociale ondernemingen. Wanneer er opnieuw niet in wordt geslaagd een passend

meetmethodiek te ontwerpen kan dit gevolgen hebben voor de samenwerkingen

met investeerders. Daarnaast betekent dit dat Van Hulley geen nulmeting kan doen

bij aanvang van de nieuwe groep vrouwen in september 2017, waardoor het meten

van de social impact direct een jaar vertraging oploopt.

Page 9: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 9

2.2. Doel- en vraagstelling

Doelstelling van dit onderzoek is: het ontwikkelen van een passende meetmethodiek

waarmee de social impact van het Van Hulley Traject in kaart wordt gebracht en

advies hoe dit wordt toegepast.

De hoofdvraag van dit onderzoek is: met welke passende meetwijze kan Van Hulley

de social impact (de effecten) van het Van Hulley Traject in kaart brengen en

toepassen binnen de bedrijfsvoering?

Deel vragen:

Wat zijn de belangrijkste effecten van het Van Hulley Traject, die in kaart

gebracht moeten worden voor het sociaal jaarverslag?

Wat zijn de randvoorwaarden van de meetmethodiek?

Welk type meetinstrumenten zijn er?

2.3. Paradigma keuze

Dit onderzoek wordt uitgevoerd vanuit een interpretatieve paradigma. Dit

paradigma is passend bij dit onderzoek omdat als eerst informatie wordt verzameld

vanuit bestaande theorie. Vervolgens wordt streetwise bepaald welke elementen

van de organisatie van belang zijn om in het oog te houden. Door de theoretische

informatie samen te brengen met de bevindingen uit de praktijk wordt advies

gegeven over dit vraagstuk.

2.4. Interventie cyclus

Zoals hierboven staat beschreven is het doel van dit

onderzoeksrapport om een passende meetmethodiek te

ontwerpen. Daarnaast zal dit onderzoek zich ook in de

implementatie verdiepen van het meetinstrument. Dit

maakt dat dit onderzoek zich bevindt in de

ontwerpfase/implementatie fase van de interventie cyclus

(figuur 1). In eerder onderzoek is door Sinzer het probleem

geanalyseerd (probleemanalysefase) en is doormiddel

van de Theory of Change gediagnostiseerd

(diagnosefase) welke effecten het Van Hulley Traject

teweeg brengt. Dit zijn de volgende effecten: het voorkomen van sociaal isolement,

meer zelfverzekerdheid, ontwikkeling van de kinderen van de vrouwen, verbetering

werknemersvaardigheden, ontwikkeling zelfredzaamheid, structuur, meer inkomen,

onderwijskwalificatie en ontwikkeling intrinsieke motivatie.

2.5 Organisatie analyse

Om advies te geven dat aansluit bij de

organisatie is het van belang om Van Hulley

beter te leren kennen aan de hand van een

organisatieanalyse. Voor deze analyse is

gekozen om het Esh-model te gebruiken

(figuur 2), een internanalysemodel. Er is

gekozen om de externe

organisatieomgeving buiten beschouwing te

laten omdat de meetmethodiek uitsluitend

intern gebruikt wordt. Het Esh-model is gebaseerd op het 7S-model van

Mckinsey. De theorie stelt dat zes factoren het succes van de organisatie bepalen.

Figuur: 1

Figuur 2

Page 10: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 10

Esh staat voor evenwicht, samenhang en heterogeniteit. Evenwicht omdat elke

factor in evenwicht dient te zijn. Samenhang omdat wanneer één van de zes

factoren verandert, dit de andere vijf factoren beïnvloed. Heterogeniteit omdat de

invulling van de factoren kan verschillen ondanks dat ze met elkaar in contact

staan.

Structuur

Aan de hand van de Mintzberg configuraties (organisatiestructuren) is Van Hulley te

omschrijven als ondernemende organisatie. Kenmerken zoals een platte structuur,

een jonge & flexibele organisatie en de hoge mate van inspraak van de algemeen

directeur zijn terug te zien bij Van Hulley. In figuur 3 het organogram, die plat wordt

benaderd. Dit vertaalt zich

naar de manier waarop het

personeel met elkaar

omgaat. De vier cirkels geven

de vier hoofdgebieden van

de organisatie weer. De

productie staat voor het

atelier waar de boxers

worden geproduceerd. De

organisatie slaat op alle

operationele zaken. Sociaal

staat voor de ontwikkeling

van de vrouwen. Marketing &

sales gaat om het promoten

van Van Hulley naar de

externe omgeving. Binnen de

organisatie werken drie

betaalde medewerkers.

algemeen directeur,

projectleider en de office

manager. De rest van de

functies worden gevuld door

vrijwilligers, stagiaires of

parttime deskundigen. De

vrijwilligers zijn dames met

affiniteit voor het naaiwerk en

hebben daarmee een grote rol in het leiden van het atelier. De parttime

deskundigen zijn partners uit het netwerk van de algemeen directeur. Doordat de

organisatie op deze wijze is ingericht, komt een grote verantwoordelijkheid te liggen

bij de drie betaalde krachten. De office manager is verantwoordelijk voor

operationele zaken en is het aanspreekpunt voor organisatoren van externe

activiteiten. De projectleider is verantwoordelijk voor het atelier en de begeleiding

van de vrouwen. De algemeen directeur bepaalt voor de office manager bij welke

externe activiteiten Van Hulley betrokken is. Zij is het aanspreekpunt voor de media

(bijvoorbeeld interviews en artikelen) en daarnaast breidt zij het netwerk van Van

Hulley uit. Hoe meer Van Hulley groeit, hoe hoger de werkdruk bij deze krachten.

Figuur 3

Page 11: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 11

Strategie

Van Hulley heeft drie hoofdwaardes die constant terug komen binnen de

organisatie: sociaal, duurzaam en persoonlijk. De strategie van Van Hulley komt

logischerwijs overeen met die van een sociale onderneming. Een product

aanbieden waar niet alleen de klant, maar ook de maker, de verkoper en de

planeet blij mee is.

Systemen

Voor de taken die met regelmaat door vrijwilligers en stagiaires worden uitgevoerd is

een stappenplan op papier gezet. Dit ondersteunt bij de uitvoering en maakt het

inwerken gemakkelijker. Communicatie gaat via Slack en Whatsapp.

Voor de Van Hulley Vrouwen zijn regels opgesteld voor omgang met de

naaimachines, het opruimen en de urenregistratie. Daarnaast is het atelier passend

ingericht voor het werkproces. Bij elke stap die het overhemd maakt om boxer te

worden, ligt bij de naaimachine of tafel een papier die met plaatjes laat zien wat

moet gebeuren.

Op het gebied van registratie met betrekking op de vrouwen of personeelszaken

wordt tot op heden geen gebruik gemaakt van specifieke systemen. Er is vooral

persoonlijke aandacht door middel van 1 op 1 gesprekken wanneer de vrouwen hier

behoefte aan hebben. In het kantoor zijn een aantal mappen te vinden waarin

schoolresultaten van de vrouwen, intakeformulieren, stageovereenkomsten en

andere documenten worden bewaard.

Managementstijl

In de managementstijl van algemeen directeur is vooral een mensgerichte stijl te

herkennen. Het werken met stagiaires en vrijwilligers vraagt om aanpassing. Door

onervarenheid gaan zaken niet zoals

gepland. Deze stijl van leidinggeven

past bij de drie hoofdwaardes van

Van Hulley. Een voorbeeld van de

mensgerichte stijl is de omgang met

de vrouwen. Voor hen is het

werkproces overzichtelijk ingedeeld

met relatief veel pauzes (1,5 uur per

dag). Hierdoor wordt niet de hoogste

productiviteit behaald, maar het helpt

de vrouwen om te wennen aan het

arbeidsproces.

Personeel

Van Hulley heeft geen HR afdeling, dit is ook niet nodig wegens het aantal

medewerkers. Doordat Van Hulley vanaf september de 4e lichting vrouwen krijgt,

wordt het belang van registratie groter.

Page 12: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 12

Cultuur

Om de cultuur van Van Hulley te beschrijven is gebruik gemaakt van de

verandertheorie van Caluwé (1950 Koewacht) (figuur 4). De theorie stelt dat iedere

organisatie een bepaalde organisatiecultuur kent. De theorie onderscheidt vijf

organisatieculturen en drukt deze uit met een kleur. De organisatieculturen/kleuren

hebben ieder hun kenmerken. De kenmerken zien we terug in de wijze waarop de

organisatie operationeel is georganiseerd, tevens in de omgang tussen werkgever

en werknemer. De theorie stelt dat wanneer men succes wil behalen bij het invoeren

van een verandering, deze rekening dient te houden met de bedrijfscultuur. Dit zorgt

ervoor dat op de juiste wijze draagvlak voor de verandering wordt gecreëerd en

veranderingen effectiever worden doorgevoerd (Nieuwenhuis, 2010).

De groene kleur is te herkennen bij Van Hulley. Groen staat voor groei en

ontwikkeling, waar Van Hulley

als participatiewerkplek

volledig op is ingericht. De

groene kleur is te zien in de

managementstijl, waar ruimte is

om fouten te maken en

hiervan te leren. Ook past het

bij de diversiteit van de

organisatie. Doordat de Van

Hulley Vrouwen een

migratieachtergrond hebben,

heeft Van Hulley te maken met

die diverse normen en

waarden. Wanneer hierdoor

problemen ontstaan wordt dit

met groepsgesprekken

opgelost. Deze aanpak wordt

gezien als een passende

interventie bij de groene bedrijfscultuur.

Valkuilen van een groene organisatiecultuur zijn het gebrek aan concrete resultaten

en te hoge mate van reflectie. Het gebrek aan concrete resultaten is herkenbaar bij

Van Hulley. Dit onderzoek moet leiden tot deze concretere resultaten.

Wat opvalt vanuit de organisatieanalyse is de hoge mate van verantwoordelijkheid

die de algemeen directeur, projectleider en office manager dragen. Daarnaast valt

op dat er tot op heden geen gebruik wordt gemaakt van registratiesystemen om de

administratie op orde te houden.

Figuur 4

Page 13: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 13

3. Theoretische kader Om het onderzoek te kaderen wordt start dit theoretisch kader met het prioriteren

van de effecten. Vervolgens beschrijft paragraaf 3.2 de randvoorwaarden van het

meetinstrument. 3.3 geef informatie over verschillende typen meetinstrumenten.

Daarna geeft paragraaf 3.4.1 tot en met 3.4.5 informatie over de te meten effecten.

Het hoofdstuk sluit af met een grafische weergave van het onderzoek.

3.1. Theory of change

Door sociale ondernemingen wordt veelal gebruik gemaakt van de ‘Theory of

Change’ (figuur 5), wanneer het gaat om het in kaart brengen van social impact.

Deze analysetheorie is gebaseerd op de ideeën van Carol Weiss (1972-1995). De

kern van deze benadering is het nagaan wat de veronderstellingen zijn achter een

bepaalde interventie en vervolgens nagaan of deze veronderstellingen realistisch

zijn (Snel, 2013). Om de Theory of Change te begrijpen is het van belang om te weten

wat wordt verstaan onder interventie: de bewuste actie om invloed uit te oefenen

op een situatie met het doel om verandering teweeg te brengen.

De Theory of Change is een theorie die achterwaarts wordt toegepast als een

stappenplan om het impactproces van bedrijfsactiviteiten in kaart te brengen en te

evalueren. De onderneming bepaalt hun langetermijndoelen vanuit hun missie en

visie. Vervolgens schatten zij in welke impact de organisatie hiermee verwacht te

behalen. Daarna wordt met terugwerkende kracht geanalyseerd wat de stappen

naar de interventie zijn. De volgende stap is het bepalen van de randvoorwaarden

die van toepassing zijn bij het behalen van de langetermijndoelen. De

randvoorwaarden dienen onderbouwd te worden. Vervolgens wordt bepaald welke

kortetermijndoelen tussen de interventie en impact zitten (zie figuur 5). Om mate van

aannames te beperken en de Theory of Change valide te houden, is het van belang

om stakeholders van de organisatie te bevragen tijdens het proces. De laatste stap

is het prioriteren van de doelen, door bij elk effect de volgende criteria te

beoordelen. Is dit effect duidelijk te herleiden naar de organisatie? Is deze informatie

relevant om te presenteren? En is dit effect meetbaar te maken? Het uitgangspunt

van deze theorie is dat

er altijd een bepaalde

mate van aanname ligt

bij het bepalen van de

verwachtte impact die

een interventie teweeg

brengt (Snel, 2013).

Zoals beschreven in

paragraaf 2.4 heeft

Sinzer de Theory of Change toegepast op Van Hulley. Daaruit zijn negen effecten

gekomen. Om te bepalen welke effecten van het Van Hulley Traject te weeg brengt

is deze Theory of Change gebruik (zie bijlage 1). Vervolgens zijn de negen effecten

geprioriteerd door de effecten te beoordelen op drie criteria namelijk,

herleidbaarheid, meetbaarheid en relevantie. Deze uitwerking is te vinden in

Figuur 5

Page 14: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 14

bijlage 2. Hieruit zijn de volgende vijf effecten gekomen. Deze vijf effecten staan

centraal in dit onderzoek. Wat betekend dat voor deze effecten een

meetmethodiek wordt gezocht of ontworpen.

Ontwikkelen van werknemersvaardigheden

Onderwijskwalificaties

Ontwikkelen sociaal netwerk

Positie tot de arbeidsmarkt

Ontwikkelen intrinsieke motivatie

3.2. Randvoorwaarden

Zoals hierboven is beschreven in de Theory of Change is het van belang om

randvoorwaarden te formuleren voor het meetinstrument. Randvoorwaarden zijn de

eisen waaraan voldaan dient te worden om een proces te laten plaatsvinden (Ensie,

2013). Het gaat om de volgende randvoorwaarden:

Taal. Het taalniveau verschilt per vrouw. Van Hulley wil graag alles in het

Nederlands aanbieden om de taalontwikkeling van de vrouwen te

bevorderen. Zoals bij de vragenlijst van Sinzer is gebleken is de taalbarrière te

groot. Het meetinstrument dient dus van een laag taalniveau te zijn en het

moet de mogelijkheid geven om onder begeleiding mee te werken of

ingevuld te worden door een ander dan de vrouw zelf;

Beperkt aantal meetmomenten. Zoals duidelijk werd uit de organisatieanalyse

hebben drie medewerkers een hoge mate van verantwoordelijkheid. Om de

werkdruk niet te verhogen is het van belang het aantal meetmomenten te

beperken;

Bedrijfscultuur. In de organisatieanalyse is tevens de bedrijfscultuur van Van

Hulley geanalyseerd. Het is van belang dat het meetinstrument passend is bij

deze cultuur;

Belang Stakeholders. Van Hulley wil haar social impact delen met haar

stakeholders door middel van een sociaal jaarverslag. Het is van belang dat

de resultaten relevant zijn voor stakeholders.

3.3. Type meetinstrumenten Om te bepalen welk type meetinstrumenten past bij bepaalde resultaten, is een

aantal type meetinstrumenten onderzocht. Er zijn drie types meetinstrumenten te

onderscheiden: kwantitatief, kwalitatief en narratieve instrumenten. Voor Van Hulley

zijn, afhankelijk van de gewenste vorm van resultaten, een mix van deze

instrumenten toepasbaar. Een verdere beschrijving hiervan is te vinden in bijlage 3.

3.4. Uitwerking van effecten

Door het toepassen van de Theory of Change is duidelijk geworden welke effecten

prioriteit hebben om te meten. In dit hoofdstuk worden deze effecten uitgebreid

beschreven.

3.4.1. Werknemersvaardigheden Werknemersvaardigheden zijn beoordeeld als relevant, meetbaar en herleidbaar.

Een gebruikelijke wijze om werknemersvaardigheden te beoordelen is door middel

van een prestatiebeoordeling. Prestatiebeoordeling onderscheidt zich van spontane

evaluaties omdat het formeel, periodiek, systematisch en zo objectief mogelijk

plaatsvindt (Lievens, 2011). Prestatiebeoordeling kan aan de hand van een

functionerings- of beoordelingsgesprek. Het beoordelingsgesprek is een

eenrichtingsgesprek waarin de beoordelaar zijn/haar beoordeling deelt met de

Page 15: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 15

medewerker. Het functioneringsgesprek is een tweerichtingsgesprek waarin de

medewerker zelf ruimte heeft om inbreng te hebben. Bij Van Hulley is het

functioneringsgesprek passender dan het beoordelingsgesprek.

Om een meetmethodiek te ontwerpen is het van belang te onderzoeken wat

werknemersvaardigheden zijn en hoe een functioneringsgesprek eruitziet.

Het UWV beschrijft onmisbare en essentiële werknemersvaardigheden. Deze

vaardigheden heeft een werknemer minimaal nodig. UWV beschrijft het volgende

(Ministerie van Sociale Zaken & werkgelegenheid, 2015):

Instructie van werkgever begrijpen, onthouden en uitvoeren;

Afspraken met werkgever nakomen.

Van Hulley wil dat de vrouwen meer werknemersvaardigheden ontwikkelen dan

uitsluitend de onmisbare en essentiële werknemersvaardigheden.

Om te bepalen welke werknemersvaardigheden van belang zijn om te beoordelen

is een vergelijking gemaakt tussen drie lijsten van werknemersvaardigheden. Deze

lijsten zijn afkomstig uit drie participatiewerkplekken namelijk: SBCM, Anton Jurgens

Fonds en ontwikkeling door samenspel. In bijlage 4 is een overzicht te vinden van

deze vaardigheden, de overeenkomsten en beschrijving van de bronnen. De

vaardigheden afspraken nakomen, verantwoordelijkheid nemen en samenwerken

kwamen in alle drie de lijsten aan bod. De vaardigheden stressbestendigheid en

flexibiliteit kwamen in twee van de drie lijsten aanbod. Aan de hand van een

overleg met de projectleider en de algemeen directeur zijn deze vaardigheden als

relevant beoordeeld en zijn gedragingen aan de vaardigheden gekoppeld.

Daarnaast zijn de vaardigheden zelfbewustzijn en ontwikkelen van werkervaring

toegevoegd. Deze zijn bij Van Hulley relevant om te beoordelen om dat hier in het

traject aandacht aan wordt besteed.

Deze werknemersvaardigheden komen in het functioneringsgesprek aanbod:

Afspraken nakomen. Is aanwezig wanneer ingeroosterd, contact bij

verhindering/ziekte, regels rondom gedrag, schoonmaak en pauzes worden

nagekomen;

Zelfstandigheid. Na proeftijd in staat om zelfstandig taken uit te voeren, weet

welke taak waaraan moet voldoen, stelt vragen bij onduidelijkheid, kritisch op

eigen werk en laat werk controleren;

Verantwoordelijkheid. Rondt dagelijks taken/producten af die aan eisen

voldoen, heeft proactieve houding, pakt problemen in werkproces aan,

probeert deze tevens te voorkomen en vraagt tijdig om hulp;

Opbouwen werkervaring. Tenminste 1(school)jaar structureel 16 uur per week

aanwezig, min-uren worden ingehaald, minstens drie keer aanwezig bij een

beurs of presentatie;

Samenwerken. Eigen aandeel in het product is zichtbaar, biedt en vraagt

hulp aan collega’s, kan kritisch zijn op andermans werk, kan omgaan met

persoonlijke verschillen bij conflict, gaat constructief gesprek aan met collega

of leidinggevende en deelt ervaringen en gedachtes;

Stressbestendigheid. Productiviteit op norm, kan omgaan met kleine

veranderingen, kan omgaan met tijdsdruk, is in staat hulpbronnen in te

schakelen om werk & privé gescheiden te houden en kan grenzen

aangeven;

Page 16: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 16

Flexibiliteit. Zet door wanneer iets niet in één keer lukt, is in staat

oplossingen/suggesties ter verbetering aan te dragen, kan eigen mening

opzijzetten, kan omgaan met autoriteit en omgaan met normen en waarden

van de groep.

Zelfbewust. Heeft inzicht in eigen kwaliteiten en leerpunten, kan voor zichzelf

opkomen, durft eigen werk te presenteren, transparant over eigen leerproces

en toont voorspelbaar gedrag.

De werknemersvaardigheden worden beoordeeld aan de hand van een

functioneringsgesprek. Dit gesprek bestaat uit zes standaard bouwstenen: de

doelstelling, waarop de medewerkers worden beoordeeld, het instrument, de

beoordelaar, training voor de beoordelaar en de gespreksvorm (Lievens, 2011). De

vrouwen worden op hun gedrag beoordeeld door de projectleider. Deze persoon is

voor hen bekend en het meest veilig om hun eerste functioneringsgesprek mee te

voeren. Het instrument dat gebruikt gaat worden is een beoordelingsschaal.

Hiermee wordt de voortgang van de vrouwen beoordeeld aan de hand van

concrete cijfers. De bouwstenen worden in bijlage 5 uitgebreider toegelicht.

Na operationaliseren van de werknemersvaardigheden en het invullen van de zes

bouwstenen, is een prototype van een formulier ontwikkeld. Dit formulier kan

gebruikt worden tijdens het functioneringsgesprek. Het prototype is te vinden in

bijlage 6.

3.4.2. Onderwijskwalificatie

Het volgende effect dat als meetbaar, relevant en herleidbaar is beoordeeld, is de

onderwijskwalificatie. Het opleidingstraject is een Entreeopleiding (niveau 1) dat Van

Hulley de vrouwen aanbiedt en wordt ondersteund vanuit het Noorderpoort College

in Groningen. Dit is een ROC waar diverse MBO opleidingen worden aangeboden

van niveau 1 t/m 4. De Entreeopleiding is een praktische opleiding zonder

toegangseisen, waardoor de opleiding geschikt is voor de vrouwen. Het doel van

het Van Hulley Traject is dat de vrouwen na afloop van het eerste jaar hun

Entreebewijs halen voor een doorstroom naar een niveau 2 opleiding. Wanneer zij

doorstromen, kunnen zij daar hun startkwalificatie behalen. Onder een

startkwalificatie wordt een diploma van de Havo, VWO of MBO niveau 2 verstaan.

Deze startkwalificatie is van belang wanneer men de arbeidsmarkt wil betreden.

Niet voor alle vrouwen is het halen van het Entreebewijs in het eerste jaar

weggelegd. Daarom zijn voor dit effect twee indicatoren gekozen: het niveau van

taal en het niveau van rekenen. In figuur 6 is

een overzicht te zien van de erkende niveaus

in Nederland. Wanneer het de vrouwen niet

lukt om hun Entreebewijs te behalen is het

mogelijk dat zij wel hun taal en rekenen op

startkwalificatieniveau hebben behaald.

Meer informatie over de sub domeinen van

het taal- en rekenniveau is te vinden in

bijlage 7.

Voor het meten van de onderwijskwalificatie

hoeft geen meetmethodiek ontwikkeld te Figuur 6

Page 17: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 17

worden. Het taal- en rekenniveau wordt door het Noorderpoort College getest. De

resultaten hiervan worden gedeeld met Van Hulley.

3.4.3. Opbouwen sociaalnetwerk

Het derde effect dat als relevant, herleidbaar en meetbaar is beoordeeld, is het

opbouwen van het sociale netwerk. Een minimaal sociaal netwerk is een

toelatingseis voor het Van Hulley Traject. Door deel te nemen aan het traject

ontmoeten de vrouwen elkaar, ze worden bekender gemaakt met sociale instanties

en ze ontmoeten mensen in de zakenwereld door netwerkactiviteiten. De

verwachting uit de Theory of Change is dat het opbouwen van dit netwerk een

hoge mate van effect heeft op het leven van de vrouwen.

Om het sociaal netwerk in kaart te brengen zijn diverse

meetinstrumenten beschikbaar. In bijlage 8 is een overzicht

te vinden van deze meetinstrumenten en argumentatie

waarom deze minder goed bij Van Hulley passen als de

gekozen methode van Brian Lensink (figuur 7).

De netwerkcirkel van Brian Lensink is ontwikkeld voor

mensen met een verstandelijke beperking. Weliswaar

hebben de Van Hulley vrouwen geen verstandelijke

beperking, maar het instrument is goed toepasbaar op

hen. Dit komt omdat de netwerkcirkel is verdeeld in ringen

en gebieden. De ringen geven aan hoe dicht de relatie

tot iemand staat. De vier gebieden geven aan tot welke kring de relatie

behoort. Oorspronkelijk was één van de vier gebieden gericht op de ‘patiënt’.

Voor Van Hulley is dit aangepast naar ‘gemeenschap’ omdat dit beter past bij het

netwerk van de vrouwen. Met gemeenschap wordt in dit verband bedoelt: de

relaties die de vrouwen hebben via hun kerk/moskee en relaties met mensen die

overeenkomstige etnische achtergrond hebben. Het is opvallend bij de vrouwen dat

de meeste relaties zich in de gemeenschap bevinden (Tragel Zorg).

Het invullen van de netwerkcirkel verloopt als volgt. Eerst wordt een lijst gemaakt van

de relaties die onderdeel zijn van het netwerk. Vervolgens worden deze relaties in de

netwerkcirkel geplaatst. Wanneer dit is gedaan, wordt de kwaliteit van de relaties

geanalyseerd. In welke gebieden bevinden zich de meeste relaties? Staan er

voldoende relaties dichtbij? Wanneer men niet tevreden is over de inhoud van een

relatie kan men de eigenschappen bestuderen. Een relatie zou uit de volgende

eigenschappen moeten bestaan:

De stabiliteit: hoe lang bestaat de relatie al en de frequentie dat men elkaar

ziet;

De aard van het contact: wat houdt de relatie in wat doet men met elkaar;

Het gewicht: de kwaliteit van het contact, bespreekt men intieme dingen of is

het contact oppervlakkig;

Het initiatief: is het een gelijkwaardige relatie, neemt men beiden initiatief;

De activiteiten: wat onderneemt men met elkaar;

De wensen: hoe ziet de eigenaar van de netwerkcirkel het contact graag.

Het invullen van de netwerkcirkel is bedoeld voor een individu. Wanneer de vrouwen

een workshop hebben gevolgd kunnen zij dit grotendeels zelf doen. De workshop

geeft informatie over de definitie van sociale contacten en het gebruik van een

netwerk. Daarna kunnen zij zelfstandig de netwerkcirkel invullen. Wanneer er toch

Figuur 7

Page 18: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 18

onduidelijkheid is, is de projectleider in de buurt voor ondersteuning. Wanneer de

vrouw ontevreden is over haar netwerkcirkel kan ze samen met de projectleider

bedenken wat ze anders zou willen en hiervoor een actie bedenken.

Een prototype van een netwerkcirkel formulier is te vinden in bijlage 9.

3.4.4. Positie tot de arbeidsmarkt

Het vierde effect dat als relevant, herleidbaar en

meetbaar is beoordeeld is de positie tot de

arbeidsmarkt. Van Hulley is een participatiewerkplek,

de vrouwen ontvangen geen loon, maar participeren

met behoud van uitkering. Het doel van de gemeente

is dat de afstand tot de arbeidsmarkt voor de vrouwen

kleiner wordt. Voor hen is het relevant om geïnformeerd

te worden over de ontwikkeling van de positie van de

vrouwen. Afstand tot de arbeidsmarkt betekent de

mate waarin het moeilijk is voor een werkzoekende om

een baan te vinden (Ensie, 2017). In 2008 is een

meetinstrument ontwikkeld door de overheid na het

invoeren van de Wet participatiebudget. Het gaat om

de participatieladder (figuur 8). Met dit meetinstrument

kan de afstand tot de arbeidsmarkt in kaart worden gebracht. Het doel van de Wet

participatiebudget is om zoveel mogelijk burgers economisch zelfstandig maken. De

participatieladder is een hulpmiddel voor de gemeente om hun participatiebudget

te managen. De ladder heeft zes treden die de afstand tussen de werkzoekende en

de arbeidsmarkt weergeven. Daarom is dit meetinstrument geschikt om te

implementeren bij Van Hulley. De gemeente zijn al bekend met dit meetinstrument,

wat het extra werkbaar maakt. Naast dit meetinstrument zijn er geen instrumenten

beschikbaar die concreet de positie tot de arbeidsmarkt in beeld brengen.

Het toepassen van de participatieladder werkt als een stappenplan, deze

beschrijving is te vinden in bijlage 10.

3.4.5. Ontwikkelen intrinsieke motivatie

Als laatste is de keuze gemaakt voor het ontwikkelen van intrinsieke motivatie. Dit

effect is niet duidelijk meetbaar, maar wel direct herleidbaar naar Van Hulley. Door

de resultaten te presenteren als storytelling, geeft dit meer body aan het

toekomstige sociaal jaarverslag. Onder intrinsieke motivatie wordt verstaan:

motivatie die men vanuit zichzelf heeft. Hun ambities, hun interesses of de

voldoening die zijn ervaren bij het leveren van prestaties (Encyclo). In 2002 is de

invloedrijke Selfdetermination theorie tot stand gekomen door onderzoek van

Edward Deci & Richard Ryan. Deze theorie bevestigt de definitie van intrinsieke

motivatie. De conclusie van deze theorie is dat men betere prestaties levert

wanneer deze intrinsiek gemotiveerd is tot de handeling. Een verdere verdieping van

deze theorie is te vinden in bijlage 12. Tijdens het intakegesprek (zie formulier in

bijlage 11) wordt de vrouwen gevraagd wat hun toekomstplannen zijn (nulmeting),

aangezien deze bij bijna alle vrouwen ontbreken. Na een jaar bij Van Hulley gewerkt

te hebben vertrekken alle vrouwen met een doel. De doelen zijn per vrouw

verschillend: eigen bedrijfjes, studies of aan het werk. Mocht de vrouw wel een

specifiek doel of droom hebben, ondersteund de nulmeting bij gericht werken naar

dit resultaat.

Figuur 8

Page 19: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 19

3.5. Conceptueel model

Effecten vanuit

Theory of Change:

Ontwikkelen

werknemers-

vaardigheden;

Onderwijs-

kwalificatie

Sociaal netwerk

Positie tot

arbeidsmarkt

Ontwikkelen

intrinsieke

motivatie

Meetinstrument

soorten

instrumenten:

Kwantitatief

Kwalitatief

Narratief

Indicatoren > Zie

theoretische kader

Organisatie elementen

Randvoorwaarden

meetinstrument:

Taal

Beperkt aantal

meet momenten

Bedrijfscultuur

Behoefte van

stakeholder

Testen +

Evalueren theoretis

che kader

Implementatie

advies

Page 20: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 20

4. Methodologie Om duidelijk te maken hoe de uitvoering van dit onderzoek is opgebouwd, is

gekozen om de twee fases waarin het onderzoek te verdelen is terug te laten komen

in de methodologie. Als eerste het vooronderzoek. In deze fase wordt informatie

verzameld om de kwaliteit van het meetinstrument te waarborgen. De tweede fase

is het praktijkonderzoek, in deze fase wordt het meetinstrument getest en is er

aandacht voor de match tussen Van Hulley en het meetinstrument.

4.1. Vooronderzoek Oriënterend interview

Om de kwaliteit van het meetinstrument te waarborgen, wordt tijdens het

vooronderzoek een interview gehouden met een impact-consultant van Avance,

een professional op het gebied van impact meten. Avance is net als Sinzer een

consultancy voor impact metingen, zij verlenen hun dienst aan bedrijven die hun

impact in kaart willen brengen. Het doel van dit interview is het verzamelen van tips

& tricks voor het ontwikkelen en implementeren van impactmetingen. Dit is een

halfgestructureerd interview. Dit betekent dat voor ieder onderwerp dat aan bod

komt tijdens het interview, een openvraag is geformuleerd. De topiclijst zorgt ervoor

dat alle onderwerpen aan bod komen. Daarnaast geeft het de vrijheid om dieper

op onderwerpen in te gaan. De topiclijst en vragen zijn te vinden in bijlage 13.

Masterclass impact meten

Om meer kennis op te doen over het meten van social impact is een masterclass

‘impact meten’ gevolgd. Bij deze masterclass, georganiseerd door Avance waren

medewerkers van acht verschillende sociale ondernemingen aanwezig. De

masterclass duurde vier uur en heeft plaatsgevonden in de Groene Bocht te

Amsterdam (het kantoor van Avance). Gedurende de masterclass is kennis gedeeld

en is vooral aandacht besteed aan het toepassen van de Theory of Change.

Daarnaast is er aandacht besteed aan het belang van het prioriteren van effecten,

om hiermee het impact meten te kaderen. Invalide impact metingen doordat men

is begonnen met een te groot aantal effecten is volgens Avance een veel

gemaakte fout. Om effecten te prioriteren zijn er drie criteria vastgesteld om te

bepalen of een effect zinvol is om te meten. Deze criteria zijn:

Relevantie van het presenteren van de resultaten;

De mate waarin het meetbaar gemaakt kan worden;

In hoeverre het direct herleidbaar is naar de onderneming.

Bepalen randvoorwaarden

Aan de hand van het onderzoek van Sinzer en observaties die zijn gedaan

gedurende de organisatieanalyse zijn een aantal randvoorwaardes voor het

meetinstrument vastgesteld. De resultaten hiervan zijn beschreven in hoofdstuk 3.

Deskresearch

Voor meer verdieping over de effecten en bestaande meetmethodieken is

deskresearch gedaan. Bij elk effect zijn de begrippen verder uitgediept en mogelijke

meetinstrumenten bekeken. De resultaten hiervan zijn beschreven in hoofdstuk 3.

Page 21: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 21

Interview projectleider

Een randvoorwaarde is een beperkt aantal meetmomenten. Om dit te realiseren is

het van belang in kaart te brengen welke interventies gepland staan tijdens het Van

Hulley Traject. Zo wordt bepaald of deze interventies bruikbaar zijn om meet

momenten te implementeren. Aan de hand van een interview met de projectleider

wordt het Van Hulley Traject in kaart gebracht. Dit interview is tevens half

gestructureerd ontworpen, de topiclijst en vragen zijn te vinden in bijlage 13.

Prototype

Aan de hand van de masterclass, bepalen van de randvoorwaarden, deskresearch

en interviews zijn prototypes van de meetinstrumenten ontworpen. De prototypes zijn

te vinden in bijlage 6, 9 en 11.

4.2 Praktijkonderzoek Testen & evalueren prototype

Om de bruikbaarheid en kwaliteit van het meetinstrument te waarborgen, wordt het

na het ontwerpen van het prototype getest en geëvalueerd. Voor de effecten zijn

verschillende meetinstrumenten gemaakt die op verschillende manieren worden

getest. Hieronder wordt dit per effect beschreven.

Werknemersvaardigheden

Om de werknemersvaardigheden te meten wordt gebruik gemaakt van een

functioneringsgesprek waar de medewerker wordt beoordeeld op een aantal

werknemersvaardigheden. Hiervoor is een formulier ontworpen (bijlage 6) dat tijdens

het functioneringsgesprek gebruikt en ingevuld dient te worden. De huidige Van

Hulley vrouwen zijn bijna aan het eind van hun eerste jaar van het Van Hulley Traject.

Omdat bij deze vrouwen geen nulmeting heeft plaatsgevonden, is het niet passend

om dit formulier te gebruiken bij hun laatste functioneringsgesprek.

Om het meetinstrument te testen wordt daarom gebruik gemaakt van een

focusgroep. Een focusgroep is een groep mensen die in een gestructureerde

groepsdiscussie ervaringen uitwisselt over een bepaald onderwerp. Bij de focusgroep

zullen vier Van Hulley vrouwen aanwezig zijn en de projectleider. Om de validiteit

van de focusgroep te waarborgen, hebben de vier vrouwen die deelnemen aan de

focusgroep verschillende etnische achtergronden en een verschillend taalniveau.

Gedurende de focusgroep wordt per beschreven werknemersvaardigheid

aandacht besteed aan: mate van herkenbaarheid van de vaardigheid tijdens het

werk, begrijpbaarheid van de inhoud en de ontwikkeling die de vrouwen bij zichzelf

herkennen. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de manier van beoordelen.

Snappen de vrouwen waarom ze op deze vaardigheden worden beoordeeld? Wat

doet de beoordelingsschaal met hen?

Onderwijskwalificatie

Voor het meten van dit effect is geen specifiek meetinstrument ontwikkeld. Zoals

beschreven in paragraaf 3.4.2. meet het Noorderpoort College de voortgang van

de vrouwen door middel van toetsen. De resultaten hiervan worden gedeeld met

Van Hulley.

Opbouwen sociaalnetwerk

Voor het meten van het sociaalnetwerk van de vrouwen is het instrument van

Lensink gekozen. Om dit toe te passen is gekozen om aan het begin van het traject

Page 22: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 22

twee workshop momenten te gebruiken om een nulmeting te doen. De eerste

workshop wordt gewijd aan de uitleg over wat een sociaalnetwerk is, wat een

sociaalcontact is en hoe een netwerk gebruikt kan worden. Gedurende de tweede

workshop wordt de netwerkcirkel ingevuld. Vervolgens wordt de tweede workshop in

februari en juli herhaald, als midden- en eindmeting. Omdat de huidige Van Hulley

vrouwen aan het eind van hun traject komen zijn er nog maar weinig

workshopmomenten beschikbaar. De workshopmomenten die nog beschikbaar zijn,

richten zich op de uitstroom van de vrouwen. Omdat de uitstroom van de vrouwen

een hoge prioriteit heeft is gekozen om dit meetinstrument niet te testen.

Positie tot de arbeidsmarkt

Om de positie op de participatieladder te bepalen wordt een nulmeting gedaan

tijdens het intakegesprek. Om dit te kunnen doen zijn aanpassingen gedaan aan het

intakeformulier (bijlage 11). Om dit formulier te testen zijn zes intakegesprekken

gevoerd met mogelijke toekomstige Van Hulley vrouwen waarbij het nieuwe

intakeformulier is gebruikt. Vervolgens is het gesprek en gebruik van het formulier

geëvalueerd op het gebied van duur en kwaliteit van het gesprek en daarnaast hoe

toegankelijk de participatieladder is. Met kwaliteit van het gesprek wordt bedoeld,

de mate waarin persoonlijk contact wordt gelegd met de vrouw. Het doel van het

gesprek moet blijven om de vrouw te binden & boeien voor Van Hulley, de

nulmeting mag dit niet beïnvloeden.

De midden- en eindmetingen van de positie tot de arbeidsmarkt worden uitgevoerd

tijdens bestaande interventies in februari en in juli. Bij deze metingen verloopt het

gebruik van de participatieladder het zelfde als bij de nul meting.

Ontwikkelen intrinsieke motivatie

Om te bepalen of de vrouwen starten met het Van Hulley Traject met een specifieke

droom of doel, is hiervoor een vraag toegevoegd op het intakeformulier (Bijlage 11).

Hoe dit formulier wordt getest staat beschreven onder ‘positie tot de arbeidsmarkt’.

Overzicht

Om nog een duidelijk overzicht te geven van de effecten, de meetinstrumenten en

de wijze van testen hieronder een overzicht.

Page 23: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 23

5. Resultaten In dit hoofdstuk zijn de testresultaten beschreven. Zoals beschreven in hoofdstuk 4.

zijn de prototypes op verschillende wijzen getest. Het is het niet mogelijk geweest om

de netwerkcirkels te testen. De resultaten van de focusgroep voor het testen van de

medewerkersvaardigheden zijn te vinden in paragraaf 5.1. Waarna de resultaten

van de intakegesprekken, waarmee de positie tot de arbeidsmarkt en de intrinsieke

motivatie in kaart worden gebracht, te vinden zijn in paragraaf 5.2.

5.1. Focusgroep

Gedurende de focusgroep zijn de werknemersvaardigheden los van elkaar

besproken op het gebied van herkenbaarheid, begrijpelijkheid en mate van

ontwikkeling. Hieronder zijn de opvallendste resultaten beschreven. Een uitgebreide

resultaatbeschrijving is te vinden in bijlage 13.

Herkenbaarheid. Zes van de acht werknemersvaardigheden waren voor de

vrouwen duidelijk te herkennen in hun werk bij Van Hulley. Daarnaast begrijpen de

vrouwen ook de meerwaarde van deze vaardigheden in het dagelijks leven. Het

verschil tussen stressbestendigheid en verantwoordelijkheid was voor alle vier de

vrouwen onduidelijk.

Begrijpelijkheid. Door praktijkvoorbeelden te noemen bij de vaardigheden waren

zeven van de acht vaardigheden begrijpelijk voor de vrouwen. Het woord flexibiliteit

was voor alle vrouwen te moeilijk, ook met voorbeelden werd dit niet duidelijk.

Flexibel werd verstaan als een elastiekje of lenigheid. Aanpassingsvermogen zou

duidelijker zijn voor de vrouwen.

Ontwikkeling. De vrouwen hebben zichzelf op de werknemersvaardigheden,

afspraken nakomen en verantwoordelijkheid hoog beoordeeld. Hoger dan de

beoordeling die de projectleider hen zou geven. Wat daarnaast opviel was dat de

vaardigheid samenwerken vooral betrekking heeft op wantrouwen in elkaar. De

vrouwen zijn bang dat zij slecht beoordeeld worden als een ander iets niet goed

heeft gedaan. Deze vaardigheid is ontwikkeld doordat de vrouwen elkaar hebben

leren kennen en vertrouwen in elkaar hierdoor is gegroeid.

Overig. De vrouwen gaven aan dat hun productiviteit werd beïnvloed door een

bord waarop werd bijgehouden hoeveel boxers die dag waren gemaakt. Volgens

hen is hun productiviteit gedaald nadat het bord wegens onduidelijke reden is

verdwenen. Daarnaast was opvallend dat de vrouwen een scheiding ervaren tussen

de regels van Van Hulley en het Noorderpoort, terwijl de regels met elkaar overeen

komen.

Naast het doornemen van de vaardigheden is gedurende de focusgroep de wijze

van beoordelen besproken. Hieruit zijn een aantal hoofdzaken naar voren gekomen:

De vrouwen ervaren druk van de beoordelingsschaal en willen graag op alle

vaardigheden het maximale cijfer scoren. Hier is uitvoerig over gesproken.

Door duidelijk te maken dat niet van hen wordt verwacht dat ze perfect zijn,

maar dat Van Hulley hun ontwikkeling in kaart wil brengen werden de

vrouwen gekalmeerd.

Het lijkt lastig voor de vrouwen om zichzelf te beoordelen. Het lukt hen nog

niet om kritisch naar zichzelf te kijken. Daarnaast geven de vrouwen net als bij

het eerdere onderzoek van Sinzer gewenste antwoorden;

Het is tevens lastig voor de vrouwen om een helicopterview te hebben op hun

gedrag. Ze beoordelen uitsluitend het werkproces van de boxershorts en

Page 24: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 24

reflecteren daarbij niet op hun gedrag op het Noorderpoort College of

externe Van Hulley activiteiten, terwijl juist dit gedrag wordt beoordeeld;

De Projectleider mist nog een plek op het formulier waar de vrouwen hun

handtekening kunnen zetten aan het einde van het gesprek;

Ook zou de Projectleider de voorkeur geven aan meer schrijfruimte en

bijvoorbeeld een overzicht van de werknemersvaardigheden los van het

formulier.

5.2. Intakegesprekken Zoals beschreven in hoofdstuk 4. is het intakeformulier aangepast om een nulmeting

mogelijk te maken voor de positie op de participatieladder en intrinsieke motivatie.

Om dit formulier te testen, is bij zes intakegesprekken dit formulier gebruikt. Van de

zes intakegesprekken waren vier gesprekken succesvolle testsituaties. De andere

twee intakegesprekken waren geen succesvolle testsituaties, omdat bij één gesprek

de vrouw niet is op komen dagen en bij het andere gesprek was de taalbeheersing

van de vrouw onvoldoende om deel te nemen aan het Van Hulley traject.

Ondanks dat er vier succesvolle testsituaties hebben plaatsgevonden, is er toch een

concreet beeld ontstaan. De resultaten van de vier gesprekken zijn consistent met

elkaar. De elementen waar vooral aandacht voor was tijdens de testsituatie zijn

positief gebleken.

De duur van de gesprekken is gelijk gebleven in vergelijking met de

gesprekken waarbij het oude formulier is gebruikt;

Tijdens testsituatie twee bleek de formulering van de vragen om de positie op

de participatieladder te bepalen te ingewikkeld was. Na aanpassing was dit

voor de andere drie testsituaties succesvol;

De vraag over toekomstdroom of doel heeft het gesprek persoonlijker

gemaakt;

Bij alle vier de testsituaties is het gelukt om de positie op de Participatieladder

te bepalen;

Met alle vier de vrouwen waarmee de intakegesprekken zijn gevoerd is een

afspraak gemaakt voor een meeloopdag. Het is nog onduidelijk of de

vrouwen besluiten deel te nemen aan het Van Hulley Traject, aangezien ze

na de meeloopdag nog een beslisperiode hebben.

Een overzicht van deze testresultaten zijn te vinden in bijlage 15.

Page 25: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 25

6. Conclusies Naar aanleiding van het testen zijn aanpassingen gedaan aan het meetinstrument.

Paragraaf 6.1 geeft informatie over deze aanpassingen waarna definitieve versies

van het meetinstrument zijn te vinden in bijlage16. Daarnaast worden in dit hoofdstuk

de hoofdvraag en de deelvragen die zijn gesteld in Hoofdstuk 3. beantwoord in

paragraaf 6.2.

6.1. aanpassingen meetinstrument Aan de hand van de testen zijn aanpassingen gedaan aan het meetinstrument.

Hieronder een opsomming van de aanpassingen.

Aanpassingen formulier voor functioneringsgesprek:

Formulering van een aantal vaardigheden zijn aangepast: Flexibiliteit is

geformuleerd als aanpassingsvermogen. Zelfbewust is geformuleerd als

zelfkennis;

De korte beschrijving van de vaardigheden zijn verwijderd. Er is een lijst van de

vaardigheden onderaan het formulier toegevoegd;

Er is meer schrijfruimte gecreëerd;

Als laatste is er ruimte voor een handtekening als bevestiging van het gesprek

gemaakt.

De voorlopig definitieve versie van het formulier voor de functioneringsgesprekken is

te vinden in bijlage 16 (pagina 60-62).

Aanpassingen intakeformulier:

Na testsituatie twee bleek de formulering van de vragen voor de

participatieladder onprettig. Dit is vervolgens direct aangepast. Na deze

aanpassingen zijn geen verdere aanpassingen gedaan aan het

intakeformulier. De aangepaste vragen zijn te vinden in bijlage 16 (pagina

53).

6.2. Antwoorden deelvragen en hoofdvraag Deelvragen:

Wat zijn de belangrijkste effecten van het Van Hulley Traject, die in kaart

gebracht moeten worden voor het sociaal jaarverslag? De belangrijkste

effecten die in kaart gebracht worden zijn: De werknemersvaardigheden,

onderwijskwalificaties, sociaal netwerk, positie tot de arbeidsmarkt en

intrinsieke motivatie. Deze effecten zijn beoordeeld aan de hand van drie

criteria (meetbaarheid, relevantie en herleidbaarheid).

Wat zijn de randvoorwaarden van de meetmethodiek? De randvoorwaarden

van het meetinstrument zijn: het taalniveau, beperkt aantal meetmomenten,

de bedrijfscultuur en de behoefte van de stakeholder. Deze

randvoorwaarden zijn vastgesteld aan de hand van de organisatieanalyse en

daarnaast de problemen met het meetinstrument van Sinzer.

Welk types meetinstrumenten zijn er? Er zijn drie types meetinstrumenten te

onderscheiden: De kwantitatieve, kwalitatieve en narratieve methodes.

Page 26: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 26

De hoofdvraag: Met welke passende meetwijze kan Van Hulley de social impact (de

effecten) van het Van Hulley Traject in kaart brengen en toepassen binnen de

bedrijfsvoering? Het meten van de vijf effecten (genoemd bij de eerste deelvraag) is

niet mogelijk met één meetinstrument. Voor elk effect is een eigen meetinstrument

gezocht of ontworpen. Om Van Hulley te ondersteunen bij het implementeren van

de meetinstrumenten is een implementatieplan geschreven (bijlage 16).

Voor het meten van de werknemersvaardigheden is een formulier voor een

functioneringsgesprek ontworpen. Deze kan worden toegepast door het ontworpen

formulier te gebruiken bij de drie functioneringsgesprekken die al deel uitmaken van

het Van Hulley Traject Bijlage 16 (pagina 50).

Het meten van de onderwijskwalificatie gebeurt aan de hand van toetsen die het

Noorderpoort College gedurende het schooljaar afneemt. De resultaten hiervan

worden teruggekoppeld naar Van Hulley.

Om het sociaal netwerk in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van de

netwerkcirkels van Lesink. Deze netwerkcirkels zijn aangepast aan de Van Hulley

vrouwen. Deze metingen worden gedaan door gebruik te maken van vier workshop-

momenten die deel uitmaken van het Van Hulley Traject.

De positie tot de arbeidsmarkt kan in kaart worden gebracht met de

participatieladder. Dit meetinstrument is toe te passen door de aanpassingen die zijn

gedaan in het intakeformulier die met mogelijk toekomstige Van Hulley vrouwen

wordt gebruikt.

De aanwezigheid van intrinsieke motivatie wordt net als de positie tot de

arbeidsmarkt in kaart gebracht door middel van het intakegesprek. Om de juiste

informatie te verzamelen is een aanpassing gedaan aan het formulier.

Page 27: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 27

7. Adviezen In dit hoofdstuk zijn een aantal adviezen te vinden waarmee de meetinstrumenten

geïmplementeerd kunnen worden in de bedrijfsvoering van Van Hulley. Voor een

uitgebreid implementatie advies verwijs ik u graag naar implementatieplan van

impact als resultaat in bijlage16.

Uit de organisatieanalyse is naar voren gekomen dat er tot op heden geen gebruik

gemaakt wordt van een administratiesysteem. Nu de derde lichting vrouwen bijna

klaar is met het eerste jaar van hun traject wordt het steeds onoverzichtelijker waar

de vrouwen terecht komen. Het impactmeten brengt papierwerk met zich mee

waardoor het belang van een administratiesysteem noodzakelijker wordt. Het is dan

ook aan te raden om bij aanvang van een nieuw jaar Van Hulley met nieuwe

vrouwen hier aandacht aan te besteden. Het advies is om voor iedere vrouw die

deelneemt aan het traject, een dossier wordt opgemaakt waarin haar persoonlijke

informatie bewaard wordt. Naast haar persoonlijke informatie worden tevens alle

metingsresultaten hierin bewaard. Dit begint met het intakeformulier en zal zich in de

loop van het traject verder opbouwen. Het bijhouden van dossiers zorgt voor

overzicht en ondersteunt bij het bewaren van gegevens. Dit is een voorbeeld van

een fysiek dossier, in het kader van duurzaamheid zou er tevens verdieping gedaan

kunnen worden in eventuele digitale mogelijkheden.

Om de resultaten van de metingen overzichtelijk te verzamelen is een impactrapport

ontwikkeld (zie bijlage 16 pagina 51). Hierin kunnen de resultaten genoteerd worden

wanneer een meting is afgerond. De resultaten zijn op deze wijze toegankelijk en

overzichtelijk als input voor een sociaal jaarverslag. Voor richtlijnen voor een sociaal

jaarverslag adviseer ik het onderzoeksrapport van Daan Wolters te raadplegen.

Om te zorgen dat het impactproces volledig wordt uitgevoerd is het aan te raden

om aan agendamanagement te doen. Door aan het begin van het jaar een aantal

zaken vast te leggen. Zo kan een week worden gepland waarin alle

functioneringsgesprekken gehouden kunnen worden en kan aan het begin van het

jaar bepaald worden welke workshopmomenten gebruikt kunnen worden voor de

netwerkcirkels. Het implementatieplan (bijlage 16 pagina 50) geeft een jaaroverzicht

van de te plannen interventies en gedurende welke maanden deze moeten

plaatsvinden. Dit overzicht biedt ondersteuning bij het inplannen.

Page 28: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 28

8. Discussie Dit hoofdstuk geeft informatie over de reflectie op de sterktes en zwaktes van het

onderzoek. Daarnaast zijn er suggesties voor een eventueel vervolgonderzoek.

De start van het onderzoek is moeizaam verlopen. Het heeft tijd gekost om Van

Hulley te leren kennen en een concreet beeld te krijgen van het Van Hulley Traject

en haar effecten. Toen eenmaal de masterclass was gevolgd en de keuze was

gemaakt om de effecten te prioriteren heeft er een grote omslag plaatsgevonden.

Prioriteren ging gepaard met concretiseren en hierdoor werd de richting van het

onderzoek opeens duidelijk.

Het meetbaar maken van uitsluitend vijf effecten heeft ondersteund bij het kaderen

van het onderzoek. Ondanks deze toespitsing, heeft tijd een grote invloed gehad

voor de diepgang van dit onderzoek. Dit heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat niet

alle theorieën en mogelijke meetinstrumenten uitputtend zijn onderzocht. Denk

hierbij bijvoorbeeld aan de mogelijkheden voor functioneringsgesprekken of en

mogelijkheden om intrinsieke motivatie te ontwikkelen. Daarnaast is het niet gelukt

om de netwerkcirkels voor het in kaart brengen van het sociaal netwerk te testen. Ik

adviseer Van Hulley dan ook om, na het draaien van een volledige cyclus met deze

meetinstrumenten, deze kritisch te evalueren. Hieruit kunnen punten naar voren

komen waarmee de meetinstrumenten of toepassing verder geoptimaliseerd kan

worden.

De effecten waar dit onderzoek zich op heeft toegespitst zijn beoordeeld als

prioriteit. Dit maakt niet dat de andere vier effecten niet van belang zijn. Wanneer

het meten van deze vijf effecten succesvol verloopt en de resultaten gezamenlijk

zorgen voor voldoende input voor een sociaal jaarverslag, adviseer ik Van Hulley

onderzoeken te doen naar de overige vier effecten. De resultaten hiervan zorgen

voor een nog concreter beeld van de social impact van Van Hulley. Daarnaast is

het van belang in gedachten te houden dat impact meten een actueel onderwerp

is, waar de komende jaren naar waarschijnlijkheid meer onderzoek naar wordt

gedaan. Hierdoor zullen meer theorieën en meetinstrumenten beschikbaar komen,

waar Van Hulley voordeel uit kan halen.

Aan het begin van het onderzoek zijn randvoorwaarden vastgesteld. De meeste

randvoorwaarden zijn uitvoerig meegenomen bij het ontwerpen van het

meetinstrument en hebben de bruikbaarheid van de meetinstrumenten bevorderd.

De randvoorwaarde ‘behoefte van de stakeholder’ is niet in alle volledigheid

meegenomen. Betreffende deze behoeftes zijn aannames gedaan gedurende het

prioriteren van de effecten. Uit het onderzoek van mijn collega Daan Wolters, die in

zijn onderzoek verdieping heeft gezocht in de behoefte van de stakeholder, blijkt

dat de aannames grotendeels overeenkomen met de werkelijkheid. Hij heeft

interviews afgenomen bij diverse stakeholders. Uit de interviews blijkt dat de

stakeholders tevens relevantie zien in de impact van het nazorgtraject (de twee jaar

buiten Van Hulley). Daarnaast zijn de stakeholders die ondersteuning bieden bij de

financiering van Van Hulley geïnteresseerd in hoeverre het Van Hulley Traject

bijdraagt aan hun eigen organisatiedoelstellingen. Na afronden van een volledige

cyclus is het aan te raden deze behoeftes uitvoeriger mee te nemen bij het

vormgeven van een sociaal jaarverslag en te kijken of de meetinstrumenten in de

toekomst meer resultaten kunnen geven op deze gebieden.

Page 29: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 29

Literatuurlijst Camp, P. (2013, okotber 8). cognitieveanimatietherapie. Opgeroepen op mei 7, 2017, van http://www.cognitieveanimatietherapie.nl/sociale-netwerk/ Eikelboom, W. Self-Determination Theory . Onderzoek . Gemeente Middelburg . (2015). Vordering Wmo & jeugdhulp gemeente middelburg 2015. Middelburg. H.P. Meijerink, p. d. (2009). Referentiekader taal & rekenen . Enschede : Ministerie van OCW . Lievens, F. (2011). In F. Lievens, Human Resource Management Back to Basics (Vol. 6, pp. 255-309). Den Haag: Uitegeverij Lannoo . M. Hillen, S. P. (2014). Iedereen Winst . Social Enterprise NL. Ministerie van Sociale Zaken & werkgelegenheid. (2015, oktober 2015). Openstaande toezeggingen met betrekking tot beoordeling Wajongers . Den Haag. Nieuwenhuis, M. (2010). The Art of Mangement. Opgeroepen op maart 10, 2017, van the-art.nl: http://123management.nl/0/030_cultuur/a300_cultuur_08_cultuurverandering_veranderstrategie.html Snel, E. (2013). De Theory of Change benadering: Meten is meer dan weten . Amsterdam: SWP . Sools, A. (2016, mei 18). tijdschriftkwalon.nl. Opgeroepen op april 3, 2017, van https://www.tijdschriftkwalon.nl/inhoud/tijdschrift_artikel/KW-17-1-27/Narratief-onderzoek Steege, G. t. (2000). 't Heft in eigen handen. In activeren huisbezoeken bij ouderen . Terpstra, A. (2011). impelentatie en gebruik participatieladder. Verening van Nederlandse Gemeentes. VNG . Tragel Zorg. Wie ken ik en wat wil ik? Werkgroep sociale netwerken, Afdeling marketing & Communicatie. Van Hulley. (2015). Zo begon het.. Opgeroepen op februari 16, 2017, van vanhulley.nl: http://www.vanhulley.nl/over-ons/

Page 30: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 30

Bijlage 1: Theory of Change Activiteit Output Korte termijn effecten Effecten Lange termijn effecten

Productie 16 uur per

week (werken bij Van

Hulley)

Boxershorts • Afspraken

nakomen

• Samenwerken

• Onderdeel zijn

van een groep

• Vrienden maken

• Zelfstandigheid

• Verantwoordelijk

heid

• Stressbestendigheid

• Flexibiliteit

• Ontwikkelen

Werknemers-

vaardigheden

• Sociaal netwerk

(voorkomen sociaal

isolement)

• Positie tot de

arbeidsmarkt

Netwerk gesprekken Contacten in

bedrijfsleven

• Zelfbewust • Zelfvertrouwen

• Ervaring op doen

• Ontwikkelen

Werknemers-

vaardigheden

• Positie tot arbeidsmarkt

Onderwijs 12 uur per

week

• Verbetering taal

• Verbetering

rekenen

• Zelfvertrouwen

• Onderdeel zijn

van een groep

• Mogelijkheid tot

zichzelf presenteren

• Werknemersvaardig

heden

• Stressbestendigheid

• Flexibiliteit

• Zelfredzaamheid

Behalen startkwalificatie

• Taalniveau

• Rekenniveau

Praten over toekomst Inspiratie Ontdekken van:

• Passies

• Dromen

Plannen voor:

• Vrijwilligerswerk

• Studie/opleiding

• Opzetten bedrijf

• Solliciteren bij

organisatie

Ontwikkelen intrinsieke

motivatie

Page 31: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Bijlage 2: Prioriteren van de effecten Voorkomen van sociaal isolement

Relevant: relevant voor sociaal jaarverslag

Meetbaar: makkelijk meetbaar

Herleidbaar: duidelijk herleidbaar

Meer zelfverzekerdheid

Relevant: minder relevant, omdat dit maatschappelijk niet direct verschil maakt.

Meetbaar: is meetbaar te maken met Rosenberg, kritisch op validiteit.

Herleidbaar: lastig herleidbaar

Ontwikkeling van de kinderen

Relevant: zeer relevant voor sociaal jaarverslag

Meetbaar: pas over een aantal jaren

Herleidbaar: is niet direct herleidbaar naar Van Hulley

Verbetering werknemersvaardigheden

Relevant: zeer relevant voor sociaal jaarverslag (betrekking op participatie)

Meetbaar: makkelijk meetbaar

Herleidbaar: duidelijk herleidbaar

Ontwikkeling zelfredzaamheid

Relevant: minder relevant

Meetbaar: moeilijk meetbaar te maken

Herleidbaar: niet direct herleidbaar

Structuur

Relevant: minder relevant

Meetbaar: structuur zelf is makkelijk meetbaar, gevolgen zijn moeilijk te meten.

Herleidbaar: direct herleidbaar

Meer inkomen

Relevant: zeer relevant voor sociaal jaarverslag

Meetbaar: makkelijk meetbaar, maar pas op langere termijn.

Herleidbaar: direct herleidbaar (niet altijd aan Van Hulley)

Onderwijskwalificaties

Relevant: zeer relevant voor sociaal jaarverslag

Meetbaar: gemakkelijk meetbaar

Herleidbaar: direct herleidbaar

Ontwikkeling intrinsieke motivatie

Relevant: succes verhalen kunnen het sociaal jaarverslag levender maken

Meetbaar: lastig meetbaar te maken

Herleidbaar: direct herleidbaar

Page 32: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 32

Bijlage 3: Type meetinstrumenten Deze bijlage geeft toelichting op verschillende types meetinstrumenten. De keuze

van het instrument is afhankelijke van de onderzoekspopulatie en het doel van het

onderzoek. Type meetinstrumenten die worden onderscheiden zijn de kwantitatieve,

kwalitatieve en narratieve instrumenten.

Bij gebruik van kwantitatieve instrumenten wil de onderzoeker nauwkeurige

uitkomsten. Bij de kwantitatieve meetinstrumenten moeten de resultaten

omschreven worden met een cijfer en mag er geen ruimte zijn voor interpretatie van

vraag of antwoord.

Een meetinstrument dat meer ruimte geeft voor interpretatie dan de kwantitatieve

meetinstrumenten zijn de kwalitatieve meetinstrumenten. Deze meetinstrumenten

categoriseren en kenmerken resultaten. Deze meetinstrumenten zijn te herkennen bij

het gebruik van enquêtes of schaalmethodes. Bij dit meetinstrument kan het een

vragenlijst/enquête zijn waar meerdere vragen over hetzelfde onderwerp worden

gesteld om validiteit van het onderzoek te waarborgen.

Als laatste de narratieve meetinstrumenten. Deze geven resultaten waar ruimte is

voor interpretatie, als resultaat staat de verhaalvorm centraal. Deze vorm van meten

wordt toegepast bij het achterhalen van ontwikkeling van persoonlijke competenties

of bijvoorbeeld bij onderzoek naar geschiedenis van bepaalde groeperingen in

bepaalde periodes. Het perspectief op narratieve meetmethodieken heeft de

afgelopen 50 jaar diverse wendingen doorgemaakt. Doordat met deze methodiek

geen concrete data mogelijkheid was, werd dit door onderzoekers als

onbetrouwbaar beschouwd. Ondertussen hebben deze opvattingen zich ontwikkeld

en wordt de narratieve meetmethodiek als betrouwbaar en bruikbaar ervaren. Wel

blijft het risico met deze methodiek dat de onderzoeker oplettend moet zijn bij

objectiviteit van de resultaten (Sools, 2016).

Page 33: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 33

Bijlage 4: Werknemersvaardigheden In het onderstaande schema zijn werknemersvaardigheden die drie

participatiewerkplekken beoordelen naast elkaar gezet. SBCM is een sociale

werkvoorziening, het Anton Jurgens Fonds ondersteunt ondernemingen die

medewerkers hebben uit kwetsbare groepen en de vaardigheden uit ontwikkeling

door samenspel zijn afkomstig van een samenwerkingsverband die mensen uit de

bijstand naar werk helpen.

De vaardigheden die nagenoeg dezelfde inhoud hebben zijn naast elkaar gezet.

Op deze wijze is bepaald welke werknemersvaardigheden minimaal beoordeeld

dienen te worden. Daarnaast zijn een aantal extra vaardigheden bepaald namelijk:

opbouwen werkervaring en zelfbewustzijn omdat aan deze vaardigheden extra

aandacht wordt gegeven binnen Van Hulley.

SBCM Anton Jurgens Fonds Ontwikkeling door

samenspel

Van Hulley

Werkmotivatie Verantwoordelijkheid

nemen voor werk

Verantwoordelijkheid

tonen

Verantwoordelijkheid

Leermotivatie

Zelfstandigheid Voert zelfstandig

taken uit

Zelfstandigheid

Opkomen voor

jezelf

Komt voor zichzelf op Zelfbewust

Communicatie

Stressbestendig

heid

Kan omgaan met

verandering

Stressbestendigheid

Flexibiliteit Kan om gaan met

autoriteit

Flexibiliteit

Samenwerken Kan samenwerken

met anderen

Samenwerken Samenwerken

Aan de regels

houden

Houdt zich aan

afspraken en regels

Afstemmen Afspraken nakomen

Deelt ervaringen en

gedachtes

Samenwerken

Durft zichzelf en werk

te presenteren

Zelfbewust

Zet door als iets niet in

één keer lukt

Flexibiliteit

Initiatief nemen Opbouwen

werkervaring

Page 34: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 34

Bijlage 5: Bouwstenen functioneringsgesprek Zoals beschreven in paragraaf 3.4.1 bestaat een functioneringsgesprek uit zes

bouwstenen: de doelstelling, waarop de medewerkers worden beoordeeld, het

instrument, de beoordelaar, training voor de beoordelaar en de gespreksvorm

(Lievens, 2011). In paragraaf 3.4.1. zijn de belangrijkste keuzes toegelicht, in deze

bijlage staat een uitgebreidere onderbouwing van de keuzes.

Het doel van het meetinstrument voor het functioneringsgesprek is traditioneel,

namelijk het beoordelen van het functioneren van de medewerker. Bij Van Hulley zit

hier geen beloning aan gekoppeld. Het doel is om de vrouwen bekend te maken

met een functioneringsgesprek en daarnaast om hen bewust te maken van hun

kwaliteiten en valkuilen.

Het functioneringsgesprek kan twee elementen beoordelen. Het gedrag en de

resultaten van de medewerker. Bij Van Hulley wordt in het functioneringsgesprek

uitsluitend naar gedrag gekeken. In het atelier waar de boxers worden gemaakt,

wordt het resultaat van hun naaiwerkzaamheden gecontroleerd. Hier wordt geen

beoordeling aan gekoppeld.

Diverse instrumenten zijn beschikbaar om een functioneringsgesprek te voeren.

Omdat Van Hulley de ontwikkeling van de vrouwen in een sociaal jaarverslag wil

presenteren is het van belang dat de uitkomst van het functioneringsgesprek

concrete cijfers zijn. Hierdoor vallen een aantal instrumenten af zoals:

Rangschikkingsmethoden. Hier worden medewerkers met elkaar vergeleken;

Gedragsobservatieschaal. Hierbij wordt een lijst met gesloten vragen gesteld

waar een algemene beoordeling uitrolt;

Gedrag verankerende beoordelingsschaal. Deze geeft gedragingen bij

verschillende niveaus waarop werkzaamheden uitgevoerd worden;

Narratieve beoordeling. Oftewel essay benadering, hier wordt het gedrag

van de medewerker op een globale ongestructureerde wijze beschreven;

360 graden review. Hierbij worden medewerkers vanuit diverse niveaus

betrokken bij de beoordeling (Lievens, 2011).

Deze instrumenten geven geen concrete cijfers of zijn tijdrovend. Een grafische

beoordelingsschaal is een passend instrument. Hierbij kan de medewerker worden

beoordeeld op diverse vaardigheden. De resultaten worden ingedeeld in een

schaal van vijf of meer punten zodat de medewerker inzicht krijgt in waar deze staat

ten opzichte van de vaardigheid. Door de vaardigheden los van elkaar te

beoordelen wordt ontwikkeling in kaart gebracht.

Dan de beoordelaar. Een veilig gevoel voor de vrouwen tijdens het

functioneringsgesprek heeft een hoge prioriteit. Zij hebben hier tot op heden nog

geen ervaring mee. Dit maakt dat een beoordeling door peers (gelijken) of andere

stakeholders ongeschikt is. De projectleider is als beoordelaar. De projectleider werkt

nauw samen met de vrouwen en begeleidt hen in het traject.

Als laatste het type beoordelaarstraining, dit is binnen dit onderzoek buiten

beschouwing gelaten. De projectleider is een toegepast psycholoog. Vanuit haar

functie houdt zij hun ontwikkeling objectief in de gaten.

Page 35: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 35

Bijlage 6: Prototype Formulier functioneringsgesprek Beoordelingsformulier Gradaties 1: nooit 2: soms 3: regelmatig 4: meestal 5: altijd

Vaardigheden Beoordeling Opmerkingen

Afspraken nakomen. Aanwezig wanneer ingeroosterd, contact bij ziekte/verhindering en komt afspraken na.

☐ ☐ ☐ ☐ ☐ 1 2 3 4 5

Zelfstandigheid. Na proeftijd

op norm, weet hoe taken uit te voeren en vragen bij onduidelijkheid en controle eigen werk.

☐ ☐ ☐ ☐ ☐ 1 2 3 4 5

Verantwoordelijkheid. Rondt per dag genoeg producten/taken af die voldoen aan eis, toont initiatief en lost problemen op of vraagt om hulp.

☐ ☐ ☐ ☐ ☐ 1 2 3 4 5

Opbouwen werkervaring. 1 jaar 16u p/w gemaakt, min uren ingehaald, en 3x aanwezig bij beurs/presentatie.

☐ ☐ ☐ ☐ ☐ 1 2 3 4 5

Samenwerken. Eigen aandeel

in product, biedt/vraagt hulp aan collega’s, kritische op andermans werk, omgang persoonlijke verschillen in groep en deelt ervaringen en gedachtes.

☐ ☐ ☐ ☐ ☐ 1 2 3 4 5

Stressbestendigheid. Productiviteit op norm, omgang met kleine verandering, omgang met tijdsdruk, hulpbronnen in schakelen voor scheiden werk & privé.

☐ ☐ ☐ ☐ ☐ 1 2 3 4 5

Flexibiliteit. Zet door wanneer

iets niet in 1x lukt, geeft oplossingen/suggesties voor verbetering, zet eigen mening opzij bij besluit, omgang met autoriteit en past zich aan bij normen en waarden van groep.

☐ ☐ ☐ ☐ ☐ 1 2 3 4 5

Zelfbewust. Kent eigen

kwaliteiten + leerpunten, komt voor zichzelf op, presenteert eigen werk en is transparant.

☐ ☐ ☐ ☐ ☐ 1 2 3 4 5

Leerdoel voor volgende beoordeling:

Page 36: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 36

Bijlage 7: Domeinen taal- en rekenniveau Om het taal- en rekenniveau van leerlingen te bepalen zijn ze ingedeeld in

verschillende domeinen.

Taalvaardigheid is onderverdeeld in vier domeinen.

Mondelinge taal: gespreksvaardigheden, luistervaardigheden en

spreekvaardigheden;

Leesvaardigheden: het lezen van zakelijke, fictionele, narratieve en literaire

teksten;

Schrijfvaardigheid: het produceren van zowel zakelijke als creatieve teksten;

Begrippenlijst en taalverzorging: begrippen die leerlingen en docenten nodig

hebben om over taalvaardigheid van gedachten te wisselen. Taalverzorging

zijn zaken die ondersteunen bij schriftelijke taalproductie.

De rekenniveaus zijn, net als bij taal, onderverdeeld in vier domeinen: getallen,

verhoudingen, verbanden en meten en meetkunde. De lesstof leert hoe de notatie

en betekenis werkt. Hoe verbanden liggen en hoe deze in de praktijk gebruikt

worden. Vervolgens zijn de niveaus van rekenen ingedeeld in drie typen kennis:

Het paraat hebben van: kennis, feiten en begrippen, het kunnen

reproduceren van routes en technieken.

Functioneel gebruiken: kennis van probleemaanpak, het toepassen en het

gebruiken binnen en buiten school.

Weten waarom: begrijpen, verklaren van concepten en methodes en blijk

geven van overzicht (H.P. Meijerink, 2009).

Page 37: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 37

Bijlage 8: Sociaalnetwerk

Netwerkcirkel 1 is de netwerkcirkel

waarbij men kan invullen wat de

aard van zijn of haar relaties zijn

(Camp, 2013). Deze methode is minder

geschikt dan de Lensink methode

omdat hier uitsluitend de relatie

wordt beschreven en niet tot welke

groep de relatie in het netwerk

behoort. Doordat de Van Hulley

vrouwen vaak meer contacten in

hun gemeenschap hebben en

relatief weinig daarbuiten, is het

interessant om daar aandacht aan

te besteden.

Netwerkcirkel 2 is afkomstig van de

overheid. Deze netwerkcirkel is

ontwikkeld voor jeugdhulpverlening

(Gemeente Middelburg , 2015). Deze

netwerkcirkel geeft net als

netwerkcirkel 1 geen groepen weer

waarin de relaties zich bevinden.

Daarnaast geeft deze netwerkcirkel

ook niet duidelijk weer wat de aard

van de relatie is tussen de eigenaar

van de netwerkcirkel en de relatie.

Netwerkcirkel 3 lijkt sterk op de netwerkcirkel

van Lensink die is gekozen als

meetinstrument. Deze netwerkcirkel is net als

de netwerkcirkel van Lensink geschikt voor

Van Hulley. De keuze is op het instrument van

Lensink gevallen, omdat deze een duidelijke

beschrijving van het toepassen van het

instrument geeft. Dit maakt dat het

instrument van Lensink beter te

implementeren is dan deze netwerkcirkel

afkomstig van (Steege, 2000).

Netwerkcirkel 1

Netwerkcirkel 2

Netwerkcirkel 3

Page 38: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 38

Bijlage 9: Prototype formulier netwerkcirkel Netwerkcirkel van:……………….. Datum: ………………. Netwerkcirkel 1 Wie zitten er in de cirkel van: • Intimiteit: partner, kinderen, ouders, broers, zussen, familie en hele goede vrienden. De

mensen in deze cirkel geven je steun en staan voor je klaar.

• Vriendschap: vrienden die dicht bij je staat en om wie je geeft. Ze weten veel van je, bijvoorbeeld wat je leuk vindt en wat je zorgen zijn. Zij willen graag dat het goed met je gaat.

• Bekenden: in deze cirkel zitten de meeste mensen. Vaak mensen die je kent doordat je iets bezoekt, bijvoorbeeld je werk, de kerk/moskee, de buurt of een cursus.

• Diensten: in deze cirkel komen de namen van mensen die iets voor je doen in ruil voor geld, bijvoorbeeld de kapper, de bakker of een begeleider.

Page 39: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 39

Bijlage 10: Participatieladder Het toepassen van de participatie ladder verloopt in 3 stappen. Dit zijn de volgende:

Stap 1. Met gebruik van de participatieladder kan aan het begin van het

traject het huidige niveau (participatieniveau) van de participant bepaald

worden. Dit is een nulmeting. Dit wordt gedaan aan de hand van 6 gesloten

vragen (zie onderstaand schema).

Stap 2. Hier wordt het groeipotentieel van de participant bepaald. Dit

gebeurt opnieuw aan de hand van een vijftal vragen.

Stap 3: De laatste stap is het vaststellen van de klantgroep waarin de

participant zich bevindt. Er zijn 8 verschillende klantgroepen waaruit gekozen

kan worden. Deze groepen zijn: burger met gemeentelijke uitkering, burger

met UWV uitkering, burger zonder betaalde baan & zonder uitkering, burger

met betaalde baan, inburgeringsplichtige, inburgeringbehoeftige,

laaggeletterde en burger zonder startkwalificatie. De definities van deze

klantgroepen staan beschreven in het toepassingshandboek van de

participatieladder.

Stap twee en drie zijn voor Van Hulley niet van belang omdat de vrouwen actieve

begeleiding krijgen waarbij de projectleider hun ontwikkeling nauw in de gaten

houdt. Afhankelijk van hun potentieel worden toekomst plannen gemaakt.

De positie op de participatieladder dient regelmatig bepaald te worden. Op deze

manier kan de ontwikkeling van de vrouwen nauw in de gaten worden gehouden.

Door de resultaten van de metingen met elkaar te vergelijken, wordt hiermee de

effectiviteit van het participatie traject bepaald (Terpstra, 2011).

Vraag 1: Heeft de klant een arbeidscontract of is de klant een ZZP’er? Nee vraag 3 Ja vraag 2

Vraag 2: Krijgt de klant ondersteuning in de vorm van een participatie-instrument, uitkering, WSW of reguliere opleiding? Nee trede 6 Ja trede 5

Vraag 3: Verricht de klant onbetaald werk met minimaal 1x per week contact met anderen en zonder in de persoon gelegen belemmering voor werkaanvaarding? Nee vraag 4 Ja trede 4b

Vraag 4: Verricht de klant onbetaald werk met minimaal 1x per week contact met anderen en heeft de klant in de persoon gelegen belemmering voor werkaanvaarding? Nee vraag 5 Ja trede 4a

Vraag 5: Neemt de klant deel aan georganiseerde activiteiten met minimaal 1x per week contact met anderen? Nee vraag 6 Ja trede 3

Vraag 6: Heeft de klant minimaal 1x per week contact met mensen die geen huisgenoten zijn? Nee trede 1 Ja trede 2

Page 40: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 40

Bijlage 11: Prototype intakeformulier Intake formulier

Sociale kaart

Naam Telefoon

Begeleider + instantie

Woonbegeleider

Familie/vrienden kring: in omgeving of ver weg

Vrijwilligers ondersteuning

Wijk team contact

Kinderopvang/gastouder

Inburgeringstraject Ja Nee

Voor- en achternaam:

Straatnaam + huisnummer Postcode en woonplaats

Geboortedatum:

BSN:

Telefoonnummer:

Email-adres:

Thuissituatie: getrouwd,

samenwonend, alleenstaand, kinderen

Inkomen of uitkering? (Soort uitkering benoemen)

Startdatum Van Hulley:

Land van herkomst:

Aantal jaren in NL:

Moedertaal:

Geworven via:

Page 41: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 41

Persoonlijk

Opmerkingen:

Vraag 1: Heeft de klant een arbeidscontract of is de klant een ZZP’er? Nee vraag 3 Ja vraag 2

Vraag 2: Krijgt de klant ondersteuning in de vorm van een participatie-instrument, uitkering, WSW of reguliere opleiding? Nee trede 6 Ja trede 5

Vraag 3: Verricht de klant onbetaald werk met minimaal 1x per week contact met anderen en zonder in de persoon gelegen belemmering voor werkaanvaarding? Nee vraag 4 Ja trede 4b

Vraag 4: Verricht de klant onbetaald werk met minimaal 1x per week contact met anderen en heeft de klant in de persoon gelegen belemmering voor werkaanvaarding? Nee vraag 5 Ja trede 4a

Vraag 5: Neemt de klant deel aan georganiseerde activiteiten met minimaal 1x per week contact met anderen? Nee vraag 6 Ja trede 3

Vraag 6: Heeft de klant minimaal 1x per week contact met mensen die geen huisgenoten zijn? Nee trede 1 Ja trede 2

Droombaan (droom of ontbreekt

deze?)

Hobby’s Doet ze dit met

regelmaat? Met vrienden? Zit ze bij een club?

Werkervaring (in Nederland)

Behaalde diploma’s?

Positie participatie ladder 6: betaald werk 5: betaald werk + ondersteuning 4a: onbetaald werk geen belemmering werkaanvaarding 4B: onbetaald werk belemmering werkaanvaarding 3: maatschappelijke participatie 2: sociale contacten buiten de deur 1: sociaal isolement

Page 42: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 42

Bijlage 12: intrinsieke motivatie Bij Van Hulley wordt het ontwikkelen van intrinsieke motivatie gezien als prioriteit.

Onderstaande theorie geeft meer informatie over het belang van intrinsieke

motivatie en het effect hiervan.

In 2002 is de invloedrijke Selfdetermination theorie tot stand gekomen door

onderzoek van Edward Deci & Richard Ryan. De conclusie van deze theorie is dat

men betere prestaties levert wanneer deze intrinsieke gemotiveerd is tot de

handeling. De theorie gaat uit van drie basisbehoeftes bij de mens die hun intrinsieke

motivatie bevorderd:

Competentie: gaat over het gevoel van effectief zijn in een sociale omgeving

en de mogelijkheden om eigen capaciteiten te kunnen benutten. Dit gaat

dus niet om aangeleerd gedrag maar een gevoel van vertrouwen in jezelf en

je capaciteiten.

Relatie: het gevoel van onderdeel zijn van een groep. Het gevoel van

veiligheid, dat iemand voor je klaar staat en het hebben van een thuisbasis.

Autonomie: gaat over het gevoel van zelf gedrag te mogen bepalen vanuit

eigen waarden en interesses het staat in relatie met onafhankelijkheid.

Zoals in de inleiding beschreven bestond het leven van de vrouwen, tot dat zij bij

Van Hulley aan de slag gingen, vooral uit zorgen voor het gezin. De meeste vrouwen

komen bij Van Hulley zonder een duidelijk doel of droom. Zij zijn niet bewust van hun

talenten en passies en gewend om te doen wat van hen wordt verwacht of wordt

opgedragen. Omdat Van Hulley het doel heeft de vrouwen duurzaam van de bank

af te krijgen, wordt actief aandacht besteed aan het ontwikkelen van deze

basisbehoeften. Indicatoren voor de ontwikkeling van deze basisbehoefte zijn: het

hebben van dromen en bewustheid van eigen capaciteiten en vertrouwen op

eigen capaciteiten (Eikelboom).

Page 43: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 43

Bijlage 13: Interview vragen In deze bijlage zijn de interview vragen te vinden.

Topiclijst & vragen oriënterend interview:

Algemene valkuilen. Wat zijn problemen die u tegenkomt bij het in kaart

brengen van social impact?

Meetbaar gedrag. Wat zijn valkuilen bij het toewijzen van gradaties aan

gedrag?

Invloed metingen. Wat is de invloed van metingen op de dagelijkse gang van

zaken binnen de sociale onderneming?

Validiteit. Wanneer zijn resultaten van metingen valide?

Taal als obstakel. Wat zouden alternatieven kunnen zijn wanneer taal een

obstakel is voor de vrouwen?

Aandacht voor cultuur. Op welke wijze kan rekening worden gehouden met

de culturele achtergrond van de vrouwen?

Topiclijst & vragen interview projectleider:

Verloop Traject. Hoe ziet het Van Hulley Traject eruit?

Ontwikkeling. Op welke momenten is de meeste ontwikkeling zichtbaar bij de

vrouwen?

Tijd. Welke periodes zijn druk of juist rustig?

Toekomst. Zijn er plannen voor toevoegingen aan het traject?

Page 44: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 44

Bijlage 14: Resultaten focusgroep

Werknemers

vaardigheid

Herken

baar

Begrijpelijk Ontwikkeling Opmerkingen

Afs

pra

ke

n

na

ko

me

n

Ja voor

alle vier

de

vrouwen

Goed te

begrijpen

De vrouwen geven aan

een hoge mate van

ontwikkeling te hebben

doorgemaakt

(projectleider vind dit

een hoge schatting)

Opvallend is dat de

vrouwen aangeven

dat zij een scheiding

ervaren tussen school

en VH

Ze

lfst

an

dig

he

id

Ja, voor

alle vier.

1 vrouw had

wat meer

uitleg nodig

over de inhoud

van de

vaardigheid

Voor alle vier hoge mate

van ontwikkeling. Taal is

hierbij van groot belang

(om hulp te durven

vragen).

Ve

ran

two

ord

e

lijk

he

id

Ja voor

alle vier.

Initiatief

nemen was

lastiger te

begrijpen,

maar

begrijpelijk na

uitleg.

Ontwikkeling, door het

opdoen van ervaring.

(projectleider vind dat

de vrouwen zichzelf

hoog inschatten).

Opvallend is dat de

vrouwen aangeven

eerder harder te

werken toen werd

bijgehouden hoeveel

boxers zij per dag

afkregen.

Op

bo

uw

en

we

rk

erv

ari

ng

Ja voor

alle vier

Makkelijk te

begrijpen.

Ontwikkeling door

gewenning aan

werktijden.

Sa

me

nw

erk

en

Ja voor

alle vier.

Goed te

begrijpen.

Voor de workshops op

dinsdagochtend hebben

het groepsgevoel sterker

gemaakt waardoor

vertrouwen is gegroeid

en de vrouwen beter

samenwerken.

Opvallend is dat

samenwerking wordt

tegengehouden door

wantrouwen in elkaar.

Bang zijn dat een

ander wat verkeerd

doet en zij daarop

wordt aangekeken.

Str

ess

Be

ste

nd

ig-

he

id

Verschil

met

verantwoo

rdelijkheid

had uitleg

nodig.

Scheiding

tussen werk en

privé hebben

we

uitgebreider

besproken.

Ontwikkeling door

gewenning.

1 vrouw geeft aan heel

bewust time

management te doen.

Het lukt haar

tegenwoordig ook tijd

voor zichzelf te maken.

Fle

xib

ilite

it

Geen van de

vier vrouwen

begreep wat

dit betekend.

Doordat het te moeilijk

is omschreven vonden

de vrouwen het

moeilijk zichzelf te

beoordelen en

vaardigheid te

herkennen.

Ze

lf

be

wu

st

Ja voor

alle vier.

Goed te

begrijpen

Hoge mate van

ontwikkeling, door

gewoon te doen. VH is

goeie stimulatie.

Page 45: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 45

Bijlage 15: Resultaten intakegesprekken Test Duur

gesprek

Kwaliteit Toegankelijkheid

Participatieladder

Intrinsieke

Motivatie

Opmer

kingen

Test 1 - - - - Vrouw

spreekt

onvoldoend

e Nederlands

om deel te

nemen aan

het traject.

Test 2 55 min Hoog, ondanks

de gerichte

vragen is het

een prettig

gesprek en

wordt een

duidelijk beeld

van de vrouw

gevormd.

Formulering van

de gesloten

vragen van

participatieladde

r is lastig voor de

toepassing.

Geen

specifieke

droom of

doel

Test 3 1 uur Fijn gesprek de

vrouw is erg

open

Met aanpassing

van de vraag

formulering is dit

toegankelijk en

betrouwbaar

Geen

specifieke

droom of

doel

Test 4 1 uur Fijn gesprek

vrouw heeft

zich

aangemeld na

enthousiasme

van test 3

(haar zus).

Toegankelijk en

betrouwbaar

De vrouw wil

graag

begrafenis

ondernemer

worden

Test 5 1 uur en

10 min

Fijn gesprek

met twee

zusjes

Toegankelijk en

betrouwbaar.

Geen

specifieke

droom of

doel

Duur langer

doordat het

gesprek met

twee

vrouwen

tegelijk was.

Test 6 - - - - Vrouw kwam

niet

opdagen,

geen nieuwe

afspraak

Page 46: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 46

Bijlage 16: implementatieplan

[ G e e f h e t a d r e s v a n h e t b e d r i j f o p ]

Impact als

resultaat

Door Floor Kuipers

Implementatieplan meetinstrumenten social

impact

Page 47: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 47

Inhoudsopgave Inleiding blz. 48

Traject overzicht blz. 50

1. Impact rapport blz. 51

2. intakeformulier en Intrinsieke motivatie blz. 52

3. Participatieladder blz. 54

4. Netwerkcirkel blz. 55

5. Beoordelingsformulier blz. 59

6. Onderwijskwalificatie blz. 63

7. Checklist social impact blz. 64

Page 48: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 48

Inleiding Naar aanleiding van de afstudeerstage van Daan Wolters (student Bedrijfskunde) &

Floor Kuipers (student Human Resource Management) zijn meetinstrumenten tot

stand gekomen, om de social impact van Van Hulley in kaart te brengen. Van Hulley

wil deze impact graag presenteren in een sociaal jaarverslag. Dit implementatieplan

ondersteund bij het implementeren van deze meetinstrumenten en het verzamelen

van resultaten voor het sociaal jaarverslag.

Het onderzoek startte met een deskresearch naar social impact en meetmethodes,

waarna is geconcludeerd dat er tot op heden geen passende meetmethodes zijn

ontwikkeld voor Van Hulley. Om dit op te lossen zijn de effecten van het Van Hulley

Traject (deze zijn in eerder onderzoek vastgesteld door Sinzer) geprioriteerd. Er is de

keuze gemaakt om te beginnen met het meten van 5 effecten namelijk: :

Medewerkersvaardigheden

Onderwijskwalificatie

Sociaal netwerk

Positie tot de arbeidsmarkt

Intrinsieke motivatie

Deze effecten zijn meetbaar, de resultaten zijn relevant om te presenteren en

daarnaast zijn deze effecten volledig te herleiden naar Van Hulley. Na het prioriteren

van de effecten zijn tevens een aantal randvoorwaarden voor het meetinstrument

vastgesteld. Vervolgens is de informatie uit de deskresearch gebruikt om voor elk

effect een meetinstrument ontwerpen. De meetinstrumenten zijn zo ontworpen dat

deze passen binnen de bedrijfscultuur van Van Hulley. Wanneer de

meetinstrumenten worden toegepast zoals geadviseerd leid dit tot relevante en

valide resultaten wat als input dient voor een sociaal jaarverslag. Voor meer

informatie over het tot stand komen van de meetinstrumenten verwijs ik u graag

door naar het onderzoeksrapport van Daan Wolters en het onderzoeksrapport van

Floor Kuipers.

Bij het meten van de social impact is

vooral de projectleider actief

betrokken. Zij is verantwoordelijk voor

de meeste activiteiten rondom het

impact meten. De projectleider heeft

veel contact met de vrouwen en ziet

hun ontwikkeling gedurende hun

eerste jaar bij Van Hulley. Naast de

projectleider kunnen tevens de

stagiaires in het atelier of de vrijwilligers

zorgen voor input of ondersteuning

van de metingsactiviteiten. Afhankelijk

van het niveau van de stagiaires en

vrijwilligers kan de projectleider

eventueel taken uithanden geven.

Page 49: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 49

De meetinstrumenten die in dit implementatieplan worden toegelicht zijn de

volgende:

Intakeformulier

Participatieladder

Netwerkcirkels

Beoordelingsformulier

Impactrapport

Het implementatieplan start met een overzicht van het Van Hulley Traject. In dit

overzicht zijn alle interventies zichtbaar en aangegeven met een nummer. Bij de

toelichting op de meetinstrumenten wordt naar deze interventienummers

gerefereerd om duidelijk te maken op welk moment in het Traject de interventies

plaatsvinden.

Het implementatieplan vervolgt met een toelichting op het impactrapport waarin

alle resultaten worden verzameld. Vervolgens word uitleggegeven over het

toepassen van het intakeformulier, de participatieladder, de netwerkcirkel en het

beoordelingsformulier. Het plan sluit af met een overzicht van de te plannen

interventies.

Page 50: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

2.

Intakegesprek

1. Vrouw belt met

VH

6.

Uitnodiging

3.

Bedenkperiode

4.

Meeloopdag

5. Bedenkperiode

7. Start 4

weken

proefperiode

9. Start

school

8.

Check

wachtli

jst

10. Zij-

instroom

aangepaste

tijden

12. 4

november Van

Hulley jarig

14.

Afsluiting

met

persoonlijke

presentatie

13.

Kerstviering

15. 2e

beoordelingsgesprek

16. Start nieuwe fase

school

17. 1e ronde

netwerkgesprekke

n

26. Verjaardag

Van Hulley

29. Verjaardag

Van Hulley

27. Terugkom-

lunch

28. Terugkom-

lunch

31. Terugkom-

lunch

30. Terugkom-

lunch

11. 1e

beoordelingsgesprek

18. Individuele

gesprekken over

uitstroom

21. Plannen

meeloopdagen +

snuffeldagen

19. 2e ronde

netwerkgesprekke

n

20. 3e ronde

netwerkgesprekke

n

22.Meeloopdagen

nieuwe vrouwen

24. Van Hulley

uitje

25. Diploma-

uitreiking

23.

Eindbeoordeling

Instroom mei-

sept

Ik fase okt -

dec

Uitstroom mrt -

mei

Afscheid jun-

jul

Ex vrouwen

St

ar

t

Afro

ndin

g

jaar

1

Ei

nd

e

tr

aj

ec

t

1e

jaa

r

bui

ten

Van

Hul

ley

Ik in omgeving

jan – feb

2e jaar

buiten Van

Hulley

Page 51: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 51

1. Impactrapport Het impact rapport laat zijn waarde zien aan het eind van het Van Hulley Traject.

Toch wordt deze als eerste toegelicht omdat het rapport gedurende de

impactmetingen wordt ingevuld. Bij afronding van elke meting/interventie is het van

belang de resultaten in dit overzicht in te vullen. Het impact rapport laat een

overzicht zien van de interventies die zijn afgerond en de ontwikkeling van de vrouw.

Het is aan te raden om bij aanvang van het Van Hulley Traject elke vrouw te

voorzien van haar eigen personeelsdossier. In dit dossier kunnen alle documenten

die betrekking hebben op het impact meten verzameld worden, dit houd het

proces overzichtelijk.

Social impact overzicht Naam: Jaar start VH Traject: Effect: 0 meting Midden Eind

meting

Verschil

tussen 0 en

eind Positie tot arbeidsmarkt

Trede Trede Trede

Positie tot de arbeidsmarkt

na eerste jaar VH Traject

1 jaar na

uitstroom

trede:

2 jaar na

uitstroom

trede:

Niveau taal Niveau rekenen Werknemersvaardigheden - Afspraken nakomen - Opbouwen werkervaring - Samenwerken

- Stressbestendigheid

- Flexibiliteit

- Zelfbewust

-

Verantwoordelijkheidsgevoel

Sociaal netwerk Familie (gebied)

Gemeenschap (gebied) Professionals (gebied) Samenleving (gebied)

Intimiteit (cirkel) Vriendschap (cirkel) Bekenden (cirkel ) Diensten (cirkel)

Intrinsieke motivatie Ja/Nee Zo ja wat:

Doel bij vertrek:

Page 52: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 52

2. Intake formulier en intrinsieke motivatie Het intakeformulier is aangepast om een nul meting te doen voor de

participatieladder (hierover meer in hoofdstuk 3. Participatieladder) en de intrinsieke

motivatie. De nulmeting vind plaats tijdens interventie 2 het intakegesprek. Tijdens

het gesprek wordt gevraagd (zie kolom ‘persoonlijk’) of de vrouw begint aan het

Van Hulley Traject met een concreet doel/droom. Na afronding van het

intakegesprek wordt dit ingevuld op het intakerapport.

Bij interventie 18 individuele gesprekken over uitstroom wordt opnieuw besproken of

de vrouw een concreet doel heeft voor haar uitstroom. Vervolgens wordt dit

opnieuw ingevuld in het impactrapport.

Het nieuwe intakeformulier ziet er als volgt uit:

Intake formulier

Sociale kaart Naam Telefoon

Begeleider + instantie

Voor- en achternaam:

Straatnaam +

huisnummer

Postcode en

woonplaats

Geboortedatum :

BSN :

Telefoonnummer:

Email-adres :

Thuissituatie: Getrouwd,

samenwonend,

alleenstaand, kinderen

Inkomen of uitkering? (Soort uitkering benoemen)

Startdatum Van Hulley:

Land van herkomst:

Aantal jaren in NL:

Moedertaal :

Geworven via:

Page 53: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 53

Woonbegeleider

Familie/vrienden kring:

in omgeving of ver

weg

Vrijwilligers

ondersteuning

Wijk team contact

Kinderopvang

/gastouder

Inburgeringstraject

Ja Nee

Persoonlijk

Opmerkingen:

Droombaan (droom of

ontbreekt deze? )

Hobby’s Doet ze dit met

regelmaat? Met vrienden? Zit ze

bij een club?

Werkervaring (in

Nederland)

Behaalde diploma’s?

Positie participatie ladder 6: betaald werk

5: betaald werk + ondersteuning

4a: onbetaald werk geen

belemmering werkaanvaarding

4B: onbetaald werk

belemmering werkaanvaarding

3: Maatschappelijke participatie

2: sociale contacten buiten de

deur

1: Sociaal isolement

Page 54: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 54

* Persoonlijke belemmeringen: Persoonlijke redenen om niet te werken. Bijv: Geen zin/behoefte, past het werk niet bij de persoon, komt in de knel met principes. LET OP: lichamelijke problemen zijn geen persoonlijke belemmeringen.

3. Participatieladder De participatieladder is niet speciaal voor Van Hulley ontworpen. In 2008 heeft het

rijk dit meetinstrument ontwikkeld waarmee de afstand tussen een participant en de

arbeidsmarkt bepaald wordt. Dit instrument wordt geïmplementeerd omdat het

aansluit bij het doel om de afstand tussen de vrouwen en de arbeidsmarkt te

verkleinen. Daarnaast is dit een meetinstrument waar de gemeente bekend mee is.

De participatieladder word geïmplementeerd in een bestaande interventies. Zoals in

het vorige hoofdstuk beschreven vind de nul meting plaats tijdens interventie 2

intakegesprek.

Het tweede meetmoment voor de positie tot de arbeidsmarkt vind plaats bij

interventie 18 individuele gesprekken over uitstroom. De Projectleider kan tijdens dit

gesprek een inschatting maken van de uitstroom mogelijkheden van de vrouwen,

hiermee wordt de positie op de participatieladder bepaald. Vervolgens wordt dit

opnieuw gedaan bij de uitstroom na het eerste jaar.

Omdat dit effect gemakkelijk te meten is wordt dit tevens tijdens de laatste twee

jaar van het traject gedaan. Dit gebeurt tijdens interventie 28 & 31 de terugkom

lunch. Wanneer is bepaald op welke trede de Van Hulley vrouw zich bevind dient dit

te worden ingevuld op het impact rapport. Van belang is om na uitstroom van alle

vrouwen hun positie tot de arbeidsmarkt opnieuw te registreren, om zo validiteit te

waarborgen (als dit uitsluitend gebeurd bij de vrouwen waar actief contact mee is

kan dit tot een vertekent beeld leiden). Bepalen trede op de participatieladder

Vraag 1: Heeft de vrouw een arbeidscontract of is ze een ZZP’er? Nee: ga naar vraag 3 Ja: ga naar vraag 2

Vraag 2: Krijgt de vrouw ondersteuning in de vorm van een participatie-instrument, uitkering, WSW (sociale werkvoorziening) of reguliere opleiding? Nee: trede 6 Ja : trede 5

Vraag 3: Verricht de vrouw (minimaal) 1x per week onbetaald werk en heeft ze hierbij contact met anderen en heeft ze hierbij geen persoonlijke belemmeringen* voor werkaanvaarding? Nee: ga naar vraag 4 Ja: trede 4b

Vraag 4: Verricht de vrouw minimaal 1x per week onbetaald werk en heeft ze hierbij contact met anderen en heeft ze hierbij persoonlijke belemmeringen* voor de werkaanvaarding? Nee: ga naar vraag 5 Ja: trede 4a

Vraag 5: Neemt de vrouw deel aan georganiseerde activiteiten met waarbij ze minimaal 1x per week contact heeft met anderen? Nee: ga naar vraag 6 Ja :trede 3

Vraag 6: Heeft de vrouw minimaal 1x per week contact met mensen die geen huisgenoten zijn? Nee: trede 1 Ja: trede 2

Page 55: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 55

4. Netwerkcirkel Om het sociale netwerk van de vrouwen in kaart te brengen word gebruik gemaakt

van de sociale netwerkcirkels van Brian Lensink. Dit meetinstrument is ontwikkeld om

het sociaalnetwerk van verstandelijk beperkten in kaart te brengen en te

ontwikkelen. Het meetinstrument is aangepast om het toepasbaar te maken voor

Van Hulley. Om dit meetinstrument te implementeren zijn extra interventies

ingevoegd. Hierbij word viermaal gebruik gemaakt van de workshops uren op

dinsdagochtend.

1e workshop (eerste/ tweede week oktober)

Deze keer staat de workshop in het teken van het sociale netwerk. De eerste

workshop is bedoelt om theorie over sociaalnetwerk bespreken. Hieronder is een

samenvatting te vinden van de input. Bij behoefte aan meer informatie is deze te

vinden op: werkboek netwerkcirkel Lensink.

Als eerste word de sociale netwerkcirkel besproken. Deze cirkel bestaat uit 4

gebieden:

Familie: hieronder valt het gezin en de familie;

Gemeenschap: hieronder vallen relaties vanuit de geloofsgemeenschap,

maar ook bekenden met zelfde etnische achtergrond;

Professionals: dit zijn professionele relaties die vanuit zijn/haar werk

ondersteuning bied.

Samenleving: Dit zijn overige relaties zoals buren en vrienden.

Een relatie kan diverse functies bieden. Er zijn vijf functies te onderscheiden, het is

mogelijk dat een relatie meer dan één functies heeft:

Affectieve steun: gesprekken over liefde, verdriet, boosheid en pijn;

Sociale steun: relaties met andere, toepassen van sociale vaardigheden;

Praktische steun: hulp bij administratie, klusjes en persoonlijke verzorging;

Cognitieve steun: geven van informatie, advies, voorlichting en

ondersteuning;

Integratiesysteem: deelname aan de samenleving bijvoorbeeld door

sportclubje of gezamenlijke hobby.

Naast dat een relatie diverse functies kan hebben heeft een relatie tevens

eigenschappen. Deze eigenschappen zijn van belang om een gezonde relatie te

hebben.

Stabiliteit: Hoe frequent zien jullie elkaar? Hoe lang ken je elkaar al? Is het

contact al die tijd stabiel? Waarom wel of niet?

Gewicht: Wat is de kwaliteit van het contact? Zien jullie elkaar vluchtig? Heb

je intieme gesprekken?

Initiatief: Is de relatie gelijkwaardig, nemen jullie beide initiatief?

Na het bespreken van deze theorie krijgen de vrouwen de volgende opdracht.

De opdracht

Maak een lijst van al je sociale relaties. Hulpmiddelen zijn: vriendenlijst op

Facebook/Instagram/Ywitter/Snapchat en de bovenste twintig gesprekken op

Whatsapp? Wanneer de lijst klaar is stel je de volgende eisen aan de relatie:

☐ Is er een rechtstreekse relatie?

☐ Hebben jullie het afgelopen jaar contact gehad?

☐ De relatie heeft een belangrijk voor jou of speelt een rol in jou leven

Page 56: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 56

2e workshop (derde of vierde week oktober):

Open de workshop met een korte herhaling van de theorie. Weet iedereen het nog?

Hebben ze hier in de tussentijd over nagedacht?

Tijdens deze workshop word met behulp van de theorie die vorige week is

behandeld nu een nul meting gedaan. Dit betekend dat de vrouwen voor de eerste

keer hun lijst met relaties gaan invullen in het netwerkschema. Gebruik hiervoor

netwerkcirkel formulier 1.

Onderaan de netwerkcirkel staan de ringen als volgt beschreven:

Wie zitten er in de cirkel van:

Intimiteit: partner, kinderen, ouders, broers, zussen, familie en hele goede

vrienden. De mensen in deze cirkel geven je steun en staan voor je klaar.

Vriendschap: Vrienden die dicht bij je staat en om wie je geeft. Ze weten veel

van je, bijvoorbeeld wat je leuk vindt en wat je zorgen zijn. Zij willen graag dat

het goed met je gaat.

Bekenden: In deze cirkel zitten de meeste mensen. Vaak mensen die je kent

doordat je iets bezoekt, bijvoorbeeld je werk, de kerk, de buurt of een cursus.

Diensten: In deze cirkel komen de namen van mensen die iets voor je doen in

ruil voor geld, bijvoorbeeld de kapper, de bakker of een begeleider.

3e workshop (Januari)

Deze keer in de opdracht het zelfde als tijdens de 2e workshop. Pak dit keer het

formulier netwerkcirkel 2 erbij en vul deze opnieuw in. Wanneer er relaties bij zijn

gekomen hoe zijn deze tot stand gekomen? Geef deze met een cijfer aan onder de

nieuwe relatie.

4e workshop (juli):

Dit is de laatste keer dat het sociaal netwerk in kaart gebracht gaat worden. De

opdracht luid het zelfde als tijdens de 2e en 3e workshop.

Page 57: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 57

Netwerkcirkel 1

Wie zitten er in de cirkel van:

• Intimiteit: partner, kinderen, ouders, broers, zussen, familie en hele goede

vrienden. De mensen in deze cirkel geven je steun en staan voor je klaar.

• Vriendschap: Vrienden die dicht bij je staat en om wie je geeft. Ze weten veel

van je, bijvoorbeeld wat je leuk vindt en wat je zorgen zijn. Zij willen graag dat het

goed met je gaat.

• Bekenden: In deze cirkel zitten de meeste mensen. Vaak mensen die je kent

doordat je iets bezoekt, bijvoorbeeld je werk, de kerk, de buurt of een cursus.

• Diensten: In deze cirkel komen de namen van mensen die iets voor je doen in ruil

voor geld, bijvoorbeeld de kapper, de bakker of een begeleider.

Page 58: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 58

Netwerkcirkel 2

Nieuwe relaties zijn erbij gekomen omdat:

1: Ik hem/haar heb leren kennen bij Van Hulley

2: Ik heb hem/haar leren kennen op school

3: Ik heb hem/haar ontmoet bij de netwerkgesprekken

4: Anders namelijk:………………

Page 59: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 59

5. Beoordelingsformulier Omdat het ontwikkelen van werknemersvaardigheden ondersteunen bij een

succesvol arbeidsproces besteed Van Hulley aandacht aan de ontwikkeling hiervan.

Door deze vaardigheden te beoordelen kan met de vrouwen een ontwikkelingsdoel

geformuleerd worden.

Om de ontwikkeling van medewerkersvaardigheden meetbaar te maken is gekozen

om de huidige functioneringsgesprekken een nieuwe inrichten te geven. De

functioneringsgesprekken zijn zichtbaar bij interventie: 11, 15 & 23. Na analyse van

diverse werknemersvaardigheden is een selectie gemaakt van 8

medewerkersvaardigheden die relevant zijn voor de Van Hulley Vrouwen. Deze

vaardigheden zijn geoperationaliseerd, waaruit een overzicht is gemaakt van

gedragingen die men zou moeten zien bij de vaardigheid. Met deze input is

vervolgens onderstaand formulier ontworpen die gebruikt dient te worden tijdens de

functioneringsgesprekken.

Gebruik van formulier:

Het bestand ‘functioneringsformulier’ bestaat uit drie formulieren, voor elk

functioneringsgesprek één. De laatste pagina geeft een overzicht van de

operationalisering van de werknemersvaardigheden. Het is van belang dat de

beoordelaar deze regelmatig doorneemt zodat deze bij ieder functioneringsgesprek

de vaardigheden op de zelfde wijze geïnterpreteerd worden.

Begin het gesprek met het bespreken van het doel van het functioneringsgesprek

om de beoordeelde op haar gemak te stellen. Loop vervolgens het

functioneringsformulier als volgt door. Geef uitleg over de werknemersvaardigheid,

vertel welke beoordeling hiervoor is gegeven en waarom. Geef hierbij aandacht

aan verbeterpunten, maar ook aan wat de beoordeelde goed doet. Geef hiervan

een korte beschrijving in de ruimte voor opmerkingen. Controleer of de beoordeelde

de beoordeling heeft begrepen, hoe kijkt zij hier zelf tegenaan? Vervolgens kan de

stap naar de volgende werknemersvaardigheid worden gemaakt. Wanneer alle

vaardigheden zijn besproken dient een leerdoel gesteld te worden voor het

volgende gesprek. Dit leerdoel dient SMART geformuleerd te worden.

Wat is SMART?

Specifiek: Wat willen we bereiken? Waarom willen we dit bereiken?

Meetbaar: Wat is de maat voor succes van het behalen van het leerdoel?

Acceptabel: Wil de beoordeelde dit zelf ook graag ontwikkelen?

Realistische: Is het een haalbaar doel voor de volgende beoordeling?

Tijdsgebonden: Opnieuw bespreken bij de volgende beoordeling.

Impact rapport

Uiteraard dient na de beoordeling tevens het impact rapport te worden ingevuld.

Page 60: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 60

Nulmeting / Tussen beoordeling

Zie laatste pagina voor uitgebreide beschrijving van vaardigheden

Gradaties 1: nooit 2: Soms 3: regelmatig 4: Meestal 5:

Altijd

Vaardigheden +

beoordeling

Opmerkingen

Afspraken nakomen:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Zelfstandigheid:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Verantwoordelijkheid:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Opbouwen werkervaring:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Samenwerken:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Stressbestendigheid:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Aanpassingsvermogen:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Zelfkennis:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Leerdoel voor volgende beoordeling:

Handtekening:……………

……

Datum: ………………

Page 61: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 61

Eind beoordeling

Zie laatste pagina voor uitgebreide beschrijving van vaardigheden

Gradaties 1: nooit 2: Soms 3: regelmatig 4: Meestal 5:

Altijd

Vaardigheden +

beoordeling

Opmerkingen

Afspraken nakomen:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Zelfstandigheid:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Verantwoordelijkheid:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Opbouwen werkervaring:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Samenwerken:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Stressbestendigheid:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Aanpassingsvermogen:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Zelfkennis:

☐ ☐ ☐ ☐ ☐

1 2 3 4 5

Waar ben je het meest trots op?

Handtekening:

………………..

Datum: ………………

Page 62: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 62

Uitgebreide beschrijving vaardigheden

Afspraken nakomen: Is aanwezig op de tijden dat medewerker staat

ingeroosterd. Bij verhindering of ziekte meldt de medewerker dit

volgens geldende proceduren bedrijf. Geldende regels rondom

gedrag, schoonmaak en pauzes worden nagekomen;

Zelfstandigheid: Is na proeftijd van 4 weken in staat om zelfstandig een

taak uit te voeren en weet aan welke verwachtingen de taak moet

voldoen. Stelt vragen wanneer er onduidelijkheid is. Is kritische op

eigenwerk en laat haar werk controleren;

Verantwoordelijkheid: Weet welke taken en producten per dag

afgerond moeten worden en aan welke eisen deze moeten voldoen.

Heeft proactieve houding en toont initiatief in het oppakken van

werkzaamheden, probeert eventuele problemen in werkproces zoveel

mogelijk te voorkomen, op te lossen of vraagt tijdig om hulp;

Opbouwen werkervaring: Tenminste 1 (school)jaar structureel 16 uur per

week aanwezig in het atelier. Min-uren worden ingehaald. Ten minste

drie keer aanwezig bij beurs of presentatie ter promotie van het bedrijf;

Samenwerken: Eigenaandeel in het product is zichtbaar. Biedt en

vraagt hulp aan collega’s, kan kritische zijn op andermans werk ten

opzichte van kwaliteitsnorm. Kan omgaan met persoonlijke verschillen

in de groep en gaat bij conflict constructief een gesprek aan met

collega of leidinggevende. Kan feedback geven en deelt ervaringen &

gedachtes;

Stressbestendigheid: Productiviteit op norm, kan omgaan met kleine

veranderingen, kan omgaan met tijdsdruk, is in staat hulpbronnen in te

schakelen waar nodig om werk & privé gescheiden te houden en kan

grenzen aangeven;

Aanpassingsvermogen: Zet door wanneer iets niet in één keer lukt, Is in

staat oplossingen/suggesties ter verbetering van het werkproces aan te

dragen. Kan eigen mening opzij zetten en besluit of verandering

accepteren. Kan omgaan met autoriteit en omgaan met normen en

waarden van de groep.

Zelfkennis: Heeft inzicht in eigen kwaliteiten en leerpunten. Kan voor

zichzelf opkomen, durft eigen werk te presenteren, is transparant over

eigen leerproces en toont voorspelbaar gedrag.

Page 63: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 63

6. Onderwijskwalificatie De resultaten van de onderwijskwalificatie worden gemeten bij het

Noorderpoort College. Zij delen de resultaten met Van Hulley waarna deze

tevens ingevuld dienen te worden op het impact rapport. Bij het verzamelen

van deze resultaten wordt uitgegaan van de expertise van het Noorderpoort

College als onderwijsinstelling.

Page 64: Februari Juli ‘1 7 · hoofdstuk vervolgt zich met een doel- en vraagstelling voor het onderzoek, een toelichting op de paradigmakeuze en interventiecyclus. Het hoofdstuk sluit af

Floor Kuipers 64

7. Checklist social impact Activiteit Datum Afgerond

Opmaken dossier

Intakegesprek:

Intrinsieke motivatie

Participatieladder

1e beoordelingsgesprek

1e + 2e Netwerk workshop

Tussenbeoordeling

3e netwerkworkshop

Individueel gesprek over

uitstroom

Intrinsieke motivatie

Participatieladder

4e netwerk workshop

Eindbeoordeling

Participatieladder

Participatieladder

Opzoek naar 1 van de formulieren? Zoek op stack met: social impact formulier

Met deze zoekwoorden vind je gemakkelijk alle formulieren terug.