12
HET LOGOPEDISCH VOORSCHRIFT… handleiding voor de geneesheer editie 2014 M. De Bodt, F. Mertens, S. Lefevere

handleiding voor de geneesheer - VVL

  • Upload
    others

  • View
    6

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: handleiding voor de geneesheer - VVL

HET LOGOPEDISCH VOORSCHRIFT…

handleiding voor de geneesheereditie 2014

M. De Bodt, F. Mertens, S. Lefevere

Page 2: handleiding voor de geneesheer - VVL

1

Woord vooraf De nomenclatuur voor logopedische verstrekkingen verandert in hoog tempo. Dit is voor een groot deel te verklaren door het werk van de overeenkomstencommissie Logo-Mut die de nomenclatuur continu bijstuurt op basis van de actuele noden, het beschikbare budget en de wetgeving. Zo heeft de huidige nomenclatuur meer aandacht voor preventie, voor de noden van een verouderende bevolking, voor een betere afstemming op de aard en specifieke kenmerken van stoornissen en voor de hedendaagse praktijkvoering.

Logopedische verstrekkingen in het kader van de ziekteverzekering zijn onderworpen aan een medisch voorschrift. De communicatie over de wijzigingen van de laatste jaren is niet altijd duidelijk geweest t.a.v. de voorschrijver. Deze brochure wil daaraan tegemoet komen door op een transparante manier de huidige praktijk voor te stellen.

Deze tweede en herziene uitgave werd geactualiseerd en op tal van punten verbeterd. We wensen hierbij de mensen te bedanken die ons de nodige feedback bezorgden. Wij hopen dat ze u een goede dienst mag bewijzen.

Deze brochure werd samengesteld op 30 april 2014. De wijzigingen die daarna van kracht werden, zijn uiteraard niet opgenomen.

De auteurs,

Prof. Dr. M. De Bodt, afdelingshoofd revalidatie NKO, UZA

Dhr. Fons Mertens,

Dhr. Stefaan Lefevere, beheerder V.V.L. en lid van de overeenkomstencommissie Logo-Mut.

Page 3: handleiding voor de geneesheer - VVL

3

doen alle mutualiteiten een bijkomende inspanning (bijv. voor een spraakstoornis). Het aandeel van de patiënt is meestal groter dan bij het RIZIV en ook het aantal zittingen is gelimiteerd.

4. Particuliere verzekering

Een aantal particuliere verzekeringen nemen logopedie op in hun zorgenpakket. Meestal is de patiënt hierover voldoende geïnformeerd. Sommige hospitalisatieverzekeringen nemen logopedie (gedeeltelijk) ten laste tijdens/voor/na de opname in een ziekenhuis.

2

HET LOGOPEDISCH VOORSCHRIFT ALGEMENE ASPECTEN

1. Verplichte verzekering en wettelijke bepalingen

Het KB van 15 mei 2003 bevat de voorwaarden (stoornissen, voorschrijvers, rechthebbenden, uitsluitingen, …) waaronder de ziekteverzekering een tussenkomst verleent bij logopedische verstrekkingen. In de regel wordt een groot aantal logopedische stoornissen terugbetaald. Deze lijst van stoornissen is deels historisch bepaald en werd recent flink aangepast op basis van overleg tussen de beroepsvereniging, de verzekeraars en het RIZIV (Conventiecommissie Logo-Mut). Er zijn op dit ogenblik nog regelmatig aanpassingen en verduidelijkingen. De meest actuele versie is weergegeven in het compendium logopedie (zie punt 12).

2. Monodisciplinair/multidisciplinair In België zijn er, op het vlak van de revalidatie van logopedische stoornissen twee grote netwerken van hulpverlening: de monodisciplinaire logopedie en de multidisciplinaire revalidatie. De monodisciplinaire logopedie werkt volgens de nomenclatuur en wordt meestal uitgevoerd in een individuele setting. Deze brochure gaat in hoofdzaak hierover.

De multidisciplinaire revalidatie vindt plaats in een door het RIZIV erkend Centrum voor Ambulante Revalidatie (CAR). Het onderscheid tussen de NOK en de PSY centra werd in 2010 opgeheven. In een centrum wordt de behandeling behartigd door een multidisciplinair team waar naast de logopedist een revalidatiearts, psycholoog, sociaal assistent, enz. bij de revalidatie betrokken is. Door de reconversiemaatregelen van het RIZIV gaan de CAR steeds meer aandacht besteden aan specifieke (medische) probleemgroepen. In het kader van de zesde staatshervorming worden de CAR vanaf 1 juli 2014 overgeheveld naar de regio’s. Wat de consequenties hiervan op het vlak van werking en financiering zullen zijn, is op dit moment nog niet duidelijk.

De verwijzing voor een onderzoek en/of behandeling moet steeds gebeuren door een arts. Voor de monodisciplinaire logopedie wordt dit verder in detail beschreven in deze brochure. Een verwijzing voor een multidisciplinair bilan moet gebeuren door een arts extern aan het centrum en moet de reden van verwijzing bevatten evenals de expliciete vraag voor een multidisciplinair onderzoek. Bij verwijzing omwille van complexe ontwikkelingsstoornissen moet er sprake zijn van een stoornis in tenminste twee domeinen (gesproken taal of schoolse vaardigheden/motoriek/aandacht en/of geheugen/psychosociale problemen/ auditieve en/of visuele perceptief/visuospatieel functioneren).

3. Aanvullende verzekering Een aantal ziekenfondsen voorzien een tegemoetkoming voor logopedieprestaties die buiten de RIZIV-nomenclatuur vallen. De verschillen kunnen regionaal gebonden zijn. In de regel

Page 4: handleiding voor de geneesheer - VVL

5

Limitatieve lijst van tests Voor een aantal stoornissen hanteert het RIZIV een limitatieve lijst. Dit betekent dat verplicht minstens één van de op de lijst vermelde tests dient afgenomen te worden voor het documenteren van de stoornis en het opmaken van het bilan. Het gaat om de volgende stoornissen:

- Taalontwikkelingsstoornissen (bijv. CELF-4NL, RTOS, Schlichting test, …) - Dyslexie (bijv. Klepel, AVI, …) - Dysorthografie (bijv. P.I.-dictee, …) - Dyscalculie (bijv. Tedi-Math, KRT-R, …) - Stotteren (bijv. Test voor Stotterernst-lezers/niet-lezers, BAB, …) - Stemstoornissen (bijv. DSI, AVQI, VHI, …)

De volledige lijst van tests kunt u terugvinden op de site van het RZIV onder de rubriek ‘Limitatieve lijsten van tests’, zie http://www.riziv.be/care/nl/other/logopedes/general-information/nomenclature/tests.htm. Voor de andere stoornissen geeft het RIZIV geen limitatieve lijst van tests.

7. Duur en verlenging

In het verleden was de regel 2 jaar (max.) voor wat therapieduur betreft. Dit is in grote lijnen nog zo, maar er zijn een aantal uitzonderingen gemaakt voor afasie, schisis, chronische spraakstoornissen en voor gehoorstoornissen. Oromyofunctionele stoornis werd uitgebreid naar 1 jaar maar wel met behoud van het maximale aantal zittingen van 20. Elk voorschrift kan gegeven worden voor een maximale periode van één jaar. Voorschriften van kortere duur (bijv. 3 maanden) worden soms meteen voor zes maanden goedgekeurd. Andere adviserend geneesheren keuren enkel de voorgeschreven termijn goed. Hoewel de voorschrijvende arts in principe vrij is voor wat betreft de duur, zijn voorschriften voor een kortere periode dan drie maanden niet aan te raden om procedurele redenen. Na een jaar moet hoe dan ook een verlenging worden aangevraagd en gedocumenteerd met een evolutiebilan.

Voor de meeste stoornissen kan een patiënt slechts éénmalig een goedkeuring voor een totale ononderbroken periode van twee jaar krijgen (tenzij na medisch recidief). Uitzondering op die regel is bijvoorbeeld de stoornis ‘afasie’ waar 4 jaar mogelijk is. Eens de therapie begonnen, blijft deze periode doorlopen, ook bij onderbreking om welke reden ook.

8. Containerprincipe

Op 1 april 2008 werd het containerprincipe ingevoerd. Hierin wordt het aantal therapiesessies bepaald waarop een patiënt recht heeft binnen een bepaalde periode. Die container laat de logopedist toe in samenspraak met de patiënt de frequentie van de therapie te bepalen, bijv. heel intensief gedurende een korte periode of gespreid over een langere periode. Die container kan in geen geval overschreden worden. De containers verschillen per stoornis en worden voor elke stoornis apart opgegeven in het overzicht verder in deze brochure.

4

5. Conventiecommissie Log-Mut (RIZIV) De Commissie voor overeenkomsten met de logopedisten of Logo-Mut is samengesteld uit vertegenwoordigers van de zorgverzekeringen en de representatieve beroepsverenigingen (VVL en UPLF). De commissie is paritair samengesteld. De Logo-Mut werkt zoals vergelijkbare overeenkomstencommissies bij artsen of tandartsen, … (bijvoorbeeld vaststelling van het honorarium, voorwaarden terugbetaling, …). De te respecteren afspraken worden schriftelijk vastgelegd in een contract: de overeenkomst. Elke verstrekker kan kiezen of hij deze overeenkomst onderschrijft (geconventioneerd) of niet onderschrijft (niet geconventioneerd).

6. Bilan en therapie Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een logopedisch bilan en een logopedische therapie. Beiden zijn onderworpen aan een voorschrift.

Het aanvangsbilan dient te omvatten

- identificatiegegevens van de logopedist - identificatiegegevens van de patiënt (naam, voornaam, geboortedatum, adres) - de setting waar het bilan is afgenomen (kabinet, bij patiënt thuis, ziekenhuis) - de stoornis waarvoor behandeling wordt voorgesteld, benoemd volgens de in de

nomenclatuur gebruikte terminologie - beschrijving van de problematiek, verduidelijkt met gegevens uit anamnese,

onderzoeken, observaties - de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken - het besluit van het onderzoek ter verantwoording van de behandeling - een voorstel van behandeling met vermelding van kenmerken van inhoud,

behandelplan, begindatum, aantal zittingen, duur en plaats van behandeling Behalve de hierboven vermelde eigenschappen dient het bilan ook getypt te zijn. Voor de categorie dyslexie/dysorthografie/dyscalculie zijn er nog een aantal specifieke richtlijnen. Het aanvangsbilan mag niet op de school is verricht worden.

Het evolutiebilan is ongeveer gelijkaardig maar bevat bijkomend de beschrijving van de resultaten van de uitgevoerde behandeling met vermelding van het aantal behandelingszittingen en van de na behandeling nog onopgeloste problematiek. Het evolutiebilan mag voorgeschreven worden samen met de therapie bij aanvang. In tegenstelling tot het aanvangsbilan mag het evolutiebilan wel worden verricht op de school.

Voor de therapie wordt onderscheid gemaakt tussen individuele zittingen van 30 of 60 minuten en collectieve zittingen van 60 minuten. Dit wordt gespecificeerd in het overzicht achteraan in deze brochure. Het logopedisch voorschrift moet de keuze voor individuele sessies van 30’ of 60’ of collectieve sessies vermelden. Plaats van therapie: Men onderscheidt het kabinet, de school, het ziekenhuis, aan huis bij de patiënt en in een revalidatiedienst. De logopedist dient hiervoor verschillende nomenclatuurnummers te gebruiken. Bilan en therapie mogen nooit op dezelfde dag geattesteerd worden.

Page 5: handleiding voor de geneesheer - VVL

7

IN TE VULLEN DOOR DE VOORSCHRIJVER Naam en voornaam van de patiënt: ......................................................................... .................................................................................................................................. Gerechtigde – Echtgenote – Kind – Ascendent (1)

(1) Schrappen wat niet past

VOORSCHRIFT VOOR LOGOPEDISCHE REVALIDATIE

Ik ondergetekende, huisarts of bevoegd geneesheer-specialist, verklaar op basis van de aandoening: (diagnose) ........................................................................................... ...........................................................................en de logopedische testen, logopedische revalidatie voor te schrijven :

O eerste reeks O verlenging

O individuele revalidatie van 30’ O individuele revalidatie van 30’en 60’ O collectieve revalidatie

Aantal sessies:

Frequentie : Duur :

O Ik verzoek tot het opmaken van een evolutiebilan bij het einde van de toegestane behandelingsperiode.

Datum voorschrift, identificatie en handtekening van de voorschrijver:

TOESTEMMING VAN DE ADVISEREND GENEESHEER

Ik ondergetekende verklaar in te stemmen – niet in te stemmen met het terugbetalen van het logopedisch bilan,

Ik ondergetekende verklaar in te stemmen – niet in te stemmen met de logopedische revalidatie – vanaf –

Datum en handtekening

Op datum van voorschrift volgt de patiënt geen bijzonder onderwijs (enkel voor de stoornissen §2,b), 2°, §2,b), 3° en §2, f), wordt de patiënt niet behandeld en/of gehuisvest in een door de gemeenschappen/gewesten erkende gesubsidieerde instelling waar de functie “logopedist” is begrepen in de erkenningsnormen, is de patiënt niet ter verpleging opgenomen in een dienst die erkend is onder één van de kenletters G, T, A, Sp of K, verblijft de patiënt niet in een PVT, ROB of RVT, wordt de patiënt niet gerevalideerd in een inrichting die met het RIZIV een overeenkomst heeft gesloten die met name de behandeling door een logopedist dekt. Deze uitsluiting geldt niet voor patiënten met stoornissen omschreven in §2, b), 6°, 6.3; §2, d) en e).

AAN TE VULLEN DOOR DE GERECHTIGDE Adres van de gerechtigde ........................................................................................ .................................................................................................................................. Hierna invullen of kleefbriefje V.I. aanbrengen: ....................................................... .................................................................................................................................. Naam en voornaam van de gerechtigde: ................................................................. .................................................................................................................................. Verzekeringsinstelling: ............................................................................................. Inschrijvingsnummer: ...............................................................................................

VOORSCHRIFT VOOR LOGOPEDISCH AANVANGSBILAN

Ik, ondergetekende, geneesheer – specialist voor otorhilaryngologie, voor neurologie, voor neuropediatrie, voor neuropsychiatrie, voor psychiatrie, voor neurochirurgie, voor inwendige geneeskunde, voor kindergeneeskunde , (1) verklaar een logopedisch bilan voor te schrijven,

LOGOPEDISCH EVOLUTIEBILAN

Ik, ondergetekende, huisarts of geneesheer – specialist voor otorhilaryngologie, voor neurologie, voor neuropediatrie, voor neuropsychiatrie, voor psychiatrie, voor neurochirurgie, voor inwendige geneeskunde, voor kindergeneeskunde , (1) verklaar een logopedisch bilan voor te schrijven, Anamnese:

Diagnose:

O eerste bilan O evolutiebilan

Datum voorschrift, handtekening en identificatie van de voorschrijver:

(1) Doorhalen indien niet van toepassing

VERSLAG OVER DE TESTEN

Ik, ondergetekende, verklaar de testen te hebben uitgevoerd op datum van .....................................................

Controlelijst in te vullen door de logopedist Vergoedbare stoornissen a) Mondelinge Taal- of spraakstoornissen, die een handicap zijn bij het voortzetten

O 1° van een beroep waardoor hij ofwel aan de sociale zekerheid van de werknemer ofwel aan het sociaal statuut van de zelfstandigen onderworpen wordt. O 2° van een omscholing die door het College van Geneesheren- Directeurs is toegestaan. O 3° van een leercontract waarvan de afsluiting is geregistreerd en de uitvoering wordt gecontroleerd door een erkend leersecretariaat.

b) Taal- en/of spraakstoornissen: O 1° afasie O 2° stoornissen in de receptieve en/of expressieve taalontwikkeling

O taaltest met resultaat ≤ 3e percentile bijgevoegd O individuele intelligentietest met IQ ≥ 86 bijgevoegd O audiogram met gemiddeld gehoorverlies aan beste oor ≤ 40dB HL bijgevoegd

O 3° dyslexie en/of dysorthografie en/of dyscalculie O test rekenen bijgevoegd O test schrijven bijgevoegd O test lezen bijgevoegd O na 6 maand onderwijs tot en met14 jaar: achterstand 2 scores ≤ percentiel 16 of ≤ minstens één Standaardafwijking O hardnekkigheid van de stoornis

O 4° stoornissen tengevolge van gespleten lippen, gespleten verhemelte of gespleten tandkassen.

O 5° verworven spraakstoornissen tengevolge van een radio- therapeutische of chirurgische behandeling van hoofd of hals

O 6° verworven spraakstoornissen O traumatische of proliferatieve dysglossieën O dysarthrieën O chronische spraakstoornissen tengevolge neuromusculaire aandoeningen O stotteren O veelvuldige stoornissen in het raam van een interceptieve orthodontische behandeling

c) Verworven stemstoornissen: O 1° sequellen van laryngectomie O 2° dysfunctie van de larynx en/of stemplooien aangetoond op basis van (a) laryngoscopie en stroboscopie, (b) perceptuele gegevens, akoestische en aerodynamische metingen en (c) metingen van de impact van de stemproblemen op de levenskwaliteit.

d) Gehoorstoornissen. e) Dysfagie. f) Dysfasie na de vijfde verjaardag:

O taaltest met resultaat ≤ 3e percentile bijgevoegd voor minstens één aspect (expressief of receptief) in minstens 3 domeinen

O individuele intelligentietest met IQ ≥ 86 bijgevoegd O audiogram met gemiddeld gehoorverlies aan beste oor ≤ 40dB HL bijgevoegd

6

Voor het aanvangsbilan (onderzoek, verwerking van de resultaten en opmaken bilan) gebruikt de logopedist maximaal 5 sessies die eveneens in mindering gebracht dienen te worden van de totale container.

9. Voorschrift (wettelijk minimum en andere formats) Een voorschrift moet minimaal de volgende informatie bevatten:

- de naam en geboortedatum van de rechthebbende - de etiologie, de aard en de omvang van de stoornis. Voor de vermelde stoornis dient de officiële benaming gebruikt te worden. - het aantal individuele zittingen van 30 minuten of 60 minuten of het aantal collectieve

zittingen en de exacte duur van de periode - het voorschrift moet vergezeld zijn van een logopedisch verslag

Voorschrijver aanvangsbilan en eerste therapieperiode: Wie mag voorschrijven bij aanvang van de therapie is afhankelijk van de stoornis (beschreven in de tabellen achteraan in deze brochure). Een voorschrift voor een aanvangsbilan en een eerste therapieperiode kan enkel voorgeschreven worden door een geneesheer-specialist.

Voorschrijver verlenging: Bij verlenging van de therapie kan in de meeste gevallen de huisarts voorschrijven. Die kan dat bij de stoornis ‘afasie’ zonder enige voorwaarde doen. Voor de andere stoornissen waar de huisarts de verlenging mag voorschrijven mag hij dat slechts doen op basis van een evolutieverslag van de behandelende arts of na overleg met deze laatste. De datum van dit overleg wordt geregistreerd in het medisch dossier van de patiënt. Enkel voor de stoornis dysfasie kan de verlenging niet door de huisarts worden voorgeschreven en moet het voorschrift dus verstrekt worden door de geneesheer-specialist in de pediatrische neurologie die de therapie bij aanvang voorschreef.

Op dit ogenblik is er geen opgelegd modelvoorschrift. Om deze reden circuleren veel varianten van het logopedisch voorschrift, maar wettelijk gezien volstaan bovenvermelde criteria. Behoudens de wettelijke bepalingen lijkt het erg zinvol de logopedist zo correct en ruim mogelijk te informeren over de medische aspecten. Hierna vindt u een voorbeeld van een modelformulier dat voor het voorschrift voor een bilan en therapie kan gebruikt worden. Dit formulier is beschikbaar op de VVL-site via http://www.vvl.be/vvl-informeert/medisch-voorschrift-logopedie.

Page 6: handleiding voor de geneesheer - VVL

9

In uitzonderlijke gevallen kan de monodisciplinaire therapie de onvolledige periode multidisciplinaire revalidatie afwerken.

12. Betwistingen en interpretatie Elke betwisting i.v.m. de nomenclatuur of interpretatie ervan kan voorgelegd worden aan de overeenkomstencommissie Logo-Mut, die gemachtigd is hierover een uitspraak te doen. Die adviezen en uitspraken worden samengebracht en geupdated in het “compendium logopedie” dat kan gedownlaod worden op de website van het RIZIV: http://www.riziv.fgov.be/care/nl/other/logopedes/index.htm

8

10. Datering van het voorschrift De chronologie van het voorschrijven van een aanvangsbilan en de start van de therapie is heel strikt geregeld en dient gerespecteerd te worden door alle partijen. De nomenclatuur bepaalt dat voor een aanvangsbilan slechts een tegemoetkoming kan worden verleend op voorwaarde dat dit bilan wordt uitgevoerd voor het voorschrift van een logopedische behandeling. Enkel voor gehospitaliseerde patiënten en ambulante patiënten in een hospitaalomgeving mag dit op dezelfde dag. In ieder geval dient de chronologische volgorde:

1. voorschrijven van het aanvangsbilan (geneesheer specialist) 2. uitvoeren van het aanvangsbilan (logopedist) 3. voorschrijven van de behandelingszittingen (geneesheer specialist) 4. uitvoeren van de behandelzittingen (logopedist)

strikt te worden gerespecteerd. Antidatering van voorschriften kan absoluut niet en heeft ernstige consequenties op juridisch en deontologisch vlak. Of een patiënt zich voor de feitelijke start van de logopedische therapie tweemaal bij de geneesheerspecialist moet aanmelden, is uit deze bepalingen niet op te maken. Een meerderheid van de artsen onderzoekt de patient voor het aanvangsbilan en schrijft de behandelzittingen voor op basis van het toegestuurde logopedisch verslag. Het evolutiebilan mag voorgeschreven worden samen met het therapievoorschrift bij aanvang. Tussen het aanvangsbilan en de start van de therapie mogen maximum 60 kalenderdagen liggen. Bij overschrijding van deze termijn wordt het aanvangsbilan niet terugbetaald. Over hoelang een voorschrift voor een aanvangsbilan geldig is, bestaan geen bepalingen.

11. Uitsluitingen Er wordt nooit tegemoetkoming verleend in geval de rechthebbende:

- bijzonder onderwijs volgt (de uitsluiting geldt alleen voor categorieën ‘taalstoornissen’ (§2,b,2°), ‘dyslexie/dysorthografie/dyscalculie’ (§2,b,3°)

leerstoornissen) en ‘dysfasie’ (§2,f) - behandeld of gehuisvest wordt in een door de gemeenschappen/gewesten erkende

en gesubsidieerde instelling en waar de functie ‘logopedist’ begrepen is in de erkenningsnormen (dagcentrum bv. MPI, …)

- ter verpleging is opgenomen in een dienst met kenletter G, T, A, Sp, K - verblijft in een PVT, ROB of een RVT - wordt gerevalideerd in een inrichting die met het RIZIV een overeenkomst heeft

gesloten die met name de behandeling door een logopedist dekt. Dit geldt niet voor chronische spraakstoornissen, gehoorstoornissen en dysfagie.

De verzekeringstegemoetkoming is eveneens uitgesloten in geval van - psychiatrische stoornissen of emotionele factoren - relatieproblemen - verwaarloosd of gebrekkig schoolbezoek (wegens ziekte) - van het aanleren van een andere taal dan de moedertaal - van een veeltalige opvoeding - enkelvoudige spraakstoornissen (zoals bijv. sigmatisme) - B2 (spraak-taalontwikkelingsstoornis) kan niet na B3 (leerstoornis), omgekeerd

wel.

Page 7: handleiding voor de geneesheer - VVL

11

CODE B2 STOORNIS TAALONTWIKKELINGSSTOORNIS KENMERKEN Percentielscore gelijk aan of < 3 op een erkende taaltest (limitatieve

lijst). IQ > 85 Normaalhorend (minder dan 40 dB HL verlies aan het beste oor).

ETIOLOGIE - OPMERKINGEN Vermelding test limitatieve lijst enkel in het logopedisch verslag. Het

moet effectief gaan om een taalontwikkelingsstoornis die per definitie bedoeld is voor (jonge) kinderen. VOORBEELD Vierjarige kleuter met percentielscore < 3 op syntax, en IQ 97 en normaal gehoor. Het bijvoegen van een (recent) audiogram is bij deze stoornis verplicht.

PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar Maximum 2 jaar

CONTAINER 384 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift.

NKO, pediater, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, Verlenging. Idem of huisarts na overleg met de specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten

CODE B3 STOORNIS DYSLEXIE en/of DYSORTHOGRAFIE en/of DYSCALCULIE KENMERKEN - Vanaf 6 maand onderwijs tot en met 14 jaar.

- Achterstand 2 scores ≤ percentiel 16 of ≤ minstens één standaard- afwijking aangetoond met één of meer tests uit de limitatieve lijst.

- hardnekkigheid van de stoornis verplicht aan te tonen in bilan; ook niet-obligate criteria vermelden. ETIOLOGIE Specificatie niet nodig

OPMERKINGEN Vermelding test limitatieve lijst enkel in het logopedisch verslag. Dyslexie/dysorthografie/dyscalculie kunnen niet als aparte stoornissen aangevraagd worden.

VOORBEELD - Een kind uit het derde leerjaar (vb: tijdstip januari) dat op een erkende test uit het derde leerjaar voor twee aspecten een resultaat behaalt dat ≤ percentiel 16 én waarbij gegevens vermeld worden in het bilan die wijzen op een hardnekkigheid van de stoornis. PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar Maximum 2 jaar

CONTAINER 192 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift.

NKO, pediater, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, Verlenging. Idem of huisarts na overleg met de specialist.

SESSIEDUUR 30 of 60 minuten (afhankelijk van de leeftijd van het kind en te bepalen door de logopedist; sessies van 60’ enkel mogelijk vanaf 10 jaar).

10

HET THERAPIEVOORSCHRIFT IN DE PRAKTIJK

Voorschriftbepalingen per stoornis

CODE A1 STOORNIS HANDICAP BIJ HET VOORTZETTEN VAN KENMERKEN Mondelinge taal- en/of spraakstoornissen bij volwassenen.

De stoornis is een belemmering bij het uitoefenen of voortzetten van het beroep.

ETIOLOGIE Medische bevindingen als die er zijn. Kan ook zijn “klinisch onderzoek normaal”.

OPMERKINGEN - het gaat om werkende/werkzoekende personen (of personen onder leercontract).

- studenten in opleiding in principe uitgesloten. VOORBEELD - loketbediende met een spraakstoornis

PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar Maximum 2 jaar

CONTAINER 480 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan:

NKO, internist, pediater, neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater en stomatoloog Verlenging: Idem of huisarts na overleg met de specialist

SESSIEDUUR 30 minuten

CODE B1 STOORNIS AFASIE KENMERKEN Geen verdere omschrijving noodzakelijk ETIOLOGIE CVA, tumor, bloeding, trauma (datum ontstaan letsel vermelden!!) OPMERKINGEN Bij recidief aandoening kan een nieuwe aanvraag gedaan worden ook

al was de vorige periode verstreken. VOORBEELD - PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar

Maximum 4 jaar CONTAINER 480 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en therapie:

NKO, internist, pediater, neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, stomatoloog, specialist fysische geneeskunde en revalidatie, geriater Verlenging: Idem of huisarts

SESSIEDUUR 30 of 60 minuten (te bepalen door de logopedist) Er is ook een collectieve behandeling mogelijk van 60 minuten.

Page 8: handleiding voor de geneesheer - VVL

13

CODE B6-1 STOORNIS Verworven Spraakstoornissen

TRAUMATISCHE OF PROLIFERATIEVE DYSGLOSSIEN KENMERKEN Met dysglossie wordt verwezen naar een articulatiestoornis ten

gevolge van een structurele anomalie van de perifere articulatieorganen.

ETIOLOGIE Congenitaal of verworven OPMERKINGEN Geen VOORBEELD Trauma: afgebeten stuk tong

PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar

Maximum 2 jaar CONTAINER 288 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift:

NKO, internist, pediater,neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, stomatoloog. Verlenging: Specialist of huisarts na overleg met specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten

CODE B6-2 STOORNIS Verworven Spraakstoornis

DYSARTRIE KENMERKEN Geen verdere specificatie nodig. ETIOLOGIE Verworven: oorzaak en datum van ontstaan vermelden. OPMERKINGEN In het geval dat het om een chronisch stoornis gaat, opteert men beter

voor categorie B6-3. In het geval het om een gemengde stoornis gaat (bijvoorbeeld dysfagie/dysartrie vermeldt de logopedist de code van de meest uitgesproken stoornis.

VOORBEELD Craniaal trauma, CVA, tumor, perifere facialisparese… PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar

Maximum 2 jaar CONTAINER 480 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift:

NKO, internist, pediater, neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, stomatoloog, geriater. Verlenging: Specialist of huisarts na overleg met specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten

12

CODE B4 STOORNIS SCHISIS KENMERKEN Stoornissen ten gevolge van gespleten lip, gehemelte of tandkassen. ETIOLOGIE Congenitaal OPMERKINGEN Geen verdere specificaties nodig. VOORBEELD Leeftijdscriterium !! Zie container en periode. PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar.

Van 0-2 jaar : 30 sessies (mag in éénmaal worden voorgeschreven). Van 3-19 jaar: 8 x 75 sessies (max 75 sessies voor max 1 jaar en max. 8 jaar in totaal). De periodes hoeven niet aaneensluitend te zijn.

CONTAINER 30 sessies jonger dan 2 jaar. 8 x 75 sessies voor de leeftijd 3 tot 19 jaar. Eventueel ongebruikte sessies uit een vorige periode kunnen niet overgedragen worden naar de volgende periode.

VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift: NKO, internist, pediater,neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, stomatoloog. Verlenging Specialist of huisarts na overleg met specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten

CODE B5 STOORNIS VERWORVEN STOORNIS VAN RADIOTHERAPEUTISCHE

OF CHRIRUGISCHE BEHANDELING VAN HOOFD EN HALS KENMERKEN - ETIOLOGIE Oncologisch/heelkundig OPMERKINGEN Geen verdere specificaties nodig.

VOORBEELD Tongcarcinoom na radiotherapie of chirurgie, dysfonie na

radiotherapie; dysfagie na radiotherapie. PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar.

Maximum 2 jaar. CONTAINER 192 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift:

NKO, internist, pediater,neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, stomatoloog. Verlenging: Specialist of huisarts na overleg met specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten; ook een collectieve zitting van 60’ is mogelijk

Page 9: handleiding voor de geneesheer - VVL

15

CODE B6-5 STOORNIS VEELVULDIGE FUNCTIONELE STOORNISSEN IN HET

RAAM VAN EEN INTERCEPTIEVE ORTHODONTISCHE BEHANDELING

KENMERKEN Afwijkend mondgedrag, malocclusies, foutief slikpatroon. ETIOLOGIE Stoornis gebitsontwikkeling en groei kaak/aangezicht. OPMERKINGEN Geen VOORBEELD Kinderen / volwassenen met afwijkend mondgedrag (bijv. foutief

slikpatroon/habitueel mondademen, …) in het kader van een orthodontische behandeling. Een logopedische behandeling die een orthodontische behandeling kan voorkomen is eveneens acceptabel.

PERIODE Maximaal 1 jaar Niet verlengbaar

CONTAINER 20 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan:

NKO, internist, pediater, neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, stomatoloog. Therapievoorschrift: Het voorschrift voor therapie kan naast bovenvermelde artsen ook verstrekt worden door een algemeen tandarts of door een tandarts- specialist in de orthodontie. Verlenging: niet van toepassing SESSIEDUUR 30 minuten

CODE C 1 STOORNIS SEQUELLEN VAN LARYNGECTOMIE KENMERKEN Partiële of totale laryngectomie ETIOLOGIE Oncologisch OPMERKINGEN Na heelkunde VOORBEELD Partiële stembandresectie; totale laryngectomie, … PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar

Maximum 2 jaar CONTAINER 480 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift:

NKO, internist, pediater, neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, stomatoloog. Verlenging: Idem of huisarts na overleg met specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten; er is ook een collectieve zitting van 60’ mogelijk

14

CODE B6-3 STOORNIS CHRONISCHE SPRAAKSTOORNISSEN KENMERKEN Ten gevolge van neuromusculaire aandoeningen met inbegrip van

spino-cerebellaire aandoeningen. Ten gevolge van ziekte van Parkinson of ziekte van Huntington. Ten gevolge demyeliniserende aandoeningen van het CZS (MS). Tengevolge van hersenverlamming (CP) bij kinderen tot de leeftijd van 3 jaar.

ETIOLOGIE Verworven: oorzaak en datum van ontstaan vermelden. OPMERKINGEN Alle aanvragen betreffende de logopedische behandeling van patiënten

met de ziekte van Parkinson of de ziekte van Huntington en ALS moeten ingediend worden onder deze code. Sinds oktober 2006 mag voor deze aanvragen geen beroep meer worden gedaan op een andere stoornis van de nomenclatuur.

VOORBEELD MS, Parkinson, … ALS dient eveneens onder deze categorie te worden aangevraagd.

PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar Maximum 2 jaar Na 2 jaar verlenging per jaar mogelijk.

CONTAINER 520 gedurende de eerste twee jaar nadien 260/jaar

VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift: neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, spec. in fys. geneeskunde en revalidatie. De voorschrijver moet verbonden zijn aan een geconventioneerd RC gespecialiseerd in de integrale tenlasteneming van patiënten met deze aandoening indien de etiologie M.S., neuromusculaire ziekten of hersenverlamming is. Verlenging: idem of door de huisarts na consultatie van specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten

CODE B6-4 STOORNIS STOTTEREN KENMERKEN De ernst van het stotteren wordt gemeten door een test die voorkomt

in de limitatieve lijst. De score dient te worden vermeld op het schriftelijk verslag van de logopedist.

ETIOLOGIE Verworven OPMERKINGEN Geen leeftijdcriteria VOORBEELD Kinderen / volwassenen waarvan de onvloeiendheid met de gepaste

test is aangetoond. PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar

Maximum 2 jaar CONTAINER 192 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift:

NKO, pediater, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater. Verlenging: specialist of huisarts na overleg

SESSIEDUUR 30 of 60 minuten (sessies van 60’ enkel mogelijk vanaf 10 jaar). Ook een collectieve zitting van 60’ is mogelijk.

Page 10: handleiding voor de geneesheer - VVL

17

CODE E STOORNIS DYSFAGIE DIE NUTRITIE OF HYDRATATIE PER OS

BEDREIGT OF MET ASPIRATIERISICO KENMERKEN Orale of orofaryngeale dysfagie ETIOLOGIE Verworven, congenitaal OPMERKINGEN FEES OF VFES VERSLAG DAT ASPIRATIERISICO AANTOONT

OBLIGAAT In het geval van gecombineerde stoornissen (bijv. dysartrie en dysfagie) gebeurt de aanvraag op grond van de meest uitgesproken stoornis. Dossiers van kinderen jonger dan 3 jaar waarbij geen van beide onderzoeken kan uitgevoerd worden, kunnen voor beslissing aan de LOGOMUT worden voorgelegd. (voor de voorwaarden: zie checklist in bijlage) Dergelijke dossiers dienen minimaal volgende informatie te bevatten: 1. De medische verantwoording waarom bij het kind in kwestie geen van beide vermelde objectieve onderzoeken kan uitgevoerd worden. 2. Alle gegevens uit het medisch dossier van de patiënt die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met of een verklaring kunnen zijn voor de stoornis waarvoor tussenkomst wordt aangevraagd met name dysfagie. 3. Het therapeutisch plan van de voorgestelde slikrevalidatie waarin minstens vermeld wordt hoe het voedingsproces wordt gestimuleerd, op basis waarvan verbetering wordt verwacht en hoe de risico’s worden ingeschat.

VOORBEELD Dysfagie in het kader van HH oncologie of syndroom PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar

Maximum 2 jaar CONTAINER 480 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift:

NKO, heelkundige, fysische geneeskunde en revalidatie, internist, pediater, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, geriater. Verlenging: Idem of huisarts na overleg met specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten

16

CODE C 2 STOORNIS DYSFUNCTIE VAN DE LARYNX EN/OF VAN DE

STEMPLOOIEN KENMERKEN Dysfunctie aantonen op basis van:

- laryngoscopie én stroboscopie - objectieve metingen (Fo of DSI of AVQI) - auditief perceptuele beoordeling (GRBAS) - meting van de impact op de levenskwaliteit (P-VHI of VHI).

ETIOLOGIE Verworven OPMERKINGEN - Minstens één van de objectieve metingen (Fo, DSI, AVQI) dient een

afwijking te vertonen om in aanmerking te komen; daarnaast dient ook een andere proef (laryngoscopie en stroboscopie, GRBAS of P-VHI/VHI) een afwijkend criterium te vertonen. - Tests en criteria op basis van limitatieve lijst.

VOORBEELD Recurrensparalyse Functionele stemstoornis

PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar Maximum 2 jaar

CONTAINER 80 sessies VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift:

NKO, internist, pediater, neurochirurg, neuroloog, neuropediater, neuropsychiater, psychiater, stomatoloog. Verlenging: Idem of huisarts na overleg met specialist.

SESSIEDUUR 30 minuten

CODE D STOORNIS GEHOORSTOORNISSEN MET VERLIES > 40 dB VERLIES

AAN HET BESTE OOR KENMERKEN Gehoorverlies aan te tonen met audiogram. ETIOLOGIE Verworven of congenitaal OPMERKINGEN Patiënten na CI vallen onder deze categorie. PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar

Verlenging per jaar zonder limiet CONTAINER 520 sessies gedurende de eerste twee jaar

260 sessies per volgend jaar VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift:

NKO, neuropediater, neuroloog. De voorschrijver dient verbonden te zijn een erkend revalidatiecentrum. Verlenging:Idem.

SESSIEDUUR 30 minuten

Page 11: handleiding voor de geneesheer - VVL

19

CHECKLIST AFWIJKING DYSFAGIE

NAAM : ……………………………………………………………………………………… VOORNAAM : ……………………………………………………………………………… GEBOORTEDATUM : ……/……/……

RRN : ………………………………….…

CRITERIUM: □ e) van artikel 36 van de nomenclatuur

□ groep 7 van de CAR-overeenkomst

GEVRAAGDE PERIODE VAN ……/……/…… TOT ……/……/……

Kind jonger dan 3 jaar JA – NEEN VFES of FEES onmogelijk JA – NEEN

1. De medische verantwoording (attest van de arts) waarom bij het kind in kwestie geen van beide vermelde objectieve onderzoeken kan uitgevoerd worden JA - NEEN

2. Alle gegevens uit het medisch dossier van de patiënt die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met of een verklaring kunnen zijn voor de stoornis waarvoor tussenkomst wordt aangevraagd in het bijzonder dysfagie - Langdurige periode van sondevoeding: JA - NEEN - Problemen in de orale fase die een normale slikact belemmeren, hetzij om

gedragsmatige of om sensorisch/motorische redenen. Qua ontwikkeling moet er een duidelijke discrepantie zijn met de normale ontwikkeling JA – NEEN

- Kinderen met syndromale aandoeningen waarvan een duidelijke impact op de primaire mondfuncties is aangetoond. JA – NEEN

3. Het therapeutisch plan van de voorgestelde slikrevalidatie waarin minstens vermeld wordt hoe het voedingsproces wordt gestimuleerd, op basis waarvan verbetering wordt verwacht en hoe de risico’s worden ingeschat. JA - NEEN

ADVIES ADVISEREND GENEESHEER :

Gunstig – Ongunstig

ADVIES OVEREENKOMSTENCOMISSIE -R : Gunstig – Ongunstig

ADVIES MEDISCHE DIRECTIE :

Gunstig – Ongunstig

ADIES COLLEGE GENEESHEREN-DIRECTEURS: Gunstig – Ongunstig

MOTIVATIE VAN DE BESLISSING

18

CODE F STOORNIS DYSFASIE KENMERKEN Ernstige expressieve en/of receptieve taalstoornissen die hardnekkig

blijven voortduren na de vijfde verjaardag en die ernstig interfereren met de sociale communicatie en/of dagelijkse activiteiten waarbij mondeling taalgebruik komt kijken, in afwezigheid van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, een gehoorstoornis (>40 dB beste oor) een intelligentiestoornis (IQ of OQ < 85) of een omgevingsgebrek dat de dysfasie kan verklaren. De stoornis moet worden aangetoond d.m.v. individueel afgenomen, genormeerde tests waarvoor de resultaten voor minstens 1 aspect (expressief of receptief) in minstens drie domeinen [fonologie (inclusief de metafonologie), woordenschat/semantiek, morfologie, syntaxis] kleiner of gelijk zijn aan twee standaardafwijkingen onder het gemiddelde. Deze tests moeten voorkomen op de limitatieve lijst.

ETIOLOGIE Ontwikkelingsstoornis OPMERKINGEN Geen, “zie uitgebreide omschrijving”

Zittingen op school zijn mogelijk met een max. van 5 per kalendermaand. Zittingen op school zijn niet meer toegelaten na de periode van twee jaar. Een aanvraag dysfasie is niet mogelijk na een B3.

VOORBEELD Vaak kinderen die voor de leeftijd van 5 jaar al een taalstoornis hadden (B2) en die hardnekkig blijft voortduren.

PERIODE Per voorschrift maximaal 1 jaar. Verlengbaar per jaar tot de leeftijd van 17 jaar.

CONTAINER 384 sessies gedurende de eerste twee jaar. 96 sessies voor elke volgende aanvraag.

VOORSCHRIJVER Aanvangsbilan en eerste therapievoorschrift: Geneesheerspecialist in de pediatrische neurologie (exclusief!) Verlenging: Idem

SESSIEDUUR 30 of 60 minuten (sessies van 60’ enkel mogelijk vanaf 10 jaar)

Page 12: handleiding voor de geneesheer - VVL

Belseledorp 106 B9111 BelseleBelgië

(+32) (0) 3 [email protected]

© VVL

20

BRONNEN http://www.riziv.fgov.be/care/nl/other/logopedes/index.htm

Heylen L. & Blux T. (2008). Gezondheidswetgeving en sociale zekerheid voor logopedisten. Antwerpen: Garant.