11

Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer
Page 2: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

Inleiding taoïstische filosofieLeven vanuit niet-doen

Michel Dijkstra (red.)René Ransdorp

Woei-Lien ChongJan De Meyer

ISVW UITGEVERS

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 3

Page 3: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

4

De zachte krachten zullen zeker winnen in ’t eind — dit hoor ik als een innig fluistren in mij: zoo ’t zweeg zou alle licht verduistren alle warmte zou verstarren van binnen.

Henriëtte Roland Holst (1869-1952)

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 4

Page 4: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

INHOUDSOPGAVE

7VOORWOORD

‘Als niet-doen wordt gedaan, blijft niets ongedaan’ Of: de paradox van een inleiding tot het taoïsme

Michel Dijkstra

15HOOFDSTUK I

‘Houd je land klein’: de taoïstische staatsleer in de context van de ‘honderd scholen’

Michel Dijkstra

31HOOFDSTUK II

De Dao van LaoziRené Ransdorp

79HOOFDSTUK III

Zhuangzi en wuwei: handelen vanuit het innerlijke centrum

Woei-Lien Chong

111HOOFDSTUK IV

De lege geestJan De Meyer

5

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 5

Page 5: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

147HOOFDSTUK V

Een pruimenbloesem midden in de winter Taoïstische filosofie in het werk van

zenmeester Eihei DōgenMichel Dijkstra

165EPILOOG

Taoïsme en ecologieEen brug naar onze tijd

Jan De Meyer

169Over de auteurs

171Noten

181Literatuurlijst

6

Inleiding taoïstische filosofie

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 6

Page 6: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

VOORWOORD

‘Als niet-doen wordt gedaan, blijft niets ongedaan.’Of: de paradox van een inleiding

tot het taoïsme

Michel Dijkstra

Dit boek biedt een eerste kennismaking met de taoïstische wijsbe-geerte, een van de belangrijkste en meest tot de verbeelding spre-kende stromingen binnen het Chinese denken.

Opvallend genoeg staat het taoïsme zelf juist sceptisch tegenovereen verheldering van de leer: “Zij die het weten, spreken niet. Zij diespreken, weten het niet.” Deze reserves beginnen bij de beroemdelegende over Laozi (‘Oude Meester’, traditioneel zesde eeuw v.Chr.),de grondlegger van het taoïsme, die de Chinese staat Zhou in eersteinstantie wil verlaten zonder dat hij zijn leer heeft opgeschreven.Als een grenswachter hem echter smeekt om zijn wijsheid voor hetnageslacht te bewaren, willigt hij deze wens, zo stel ik mij voor,zuchtend in. Het had dus een haartje gescheeld of we hadden nooitiets van Laozi’s leer vernomen. Een bijzonder uitgangspunt vooreen filosofie, zeker als je hem vergelijkt met denktradities die aanhun basisteksten een heilige, door God of goden aangereikte statustoekennen. Hier komt bij dat de Oude Meester volgens een traditi-onele biografie niet op de voorgrond wilde treden, maar juist vanuithet verborgene leefde.

Bovendien bevat de aan Laozi toegeschreven canonieke tekstvan de taoïstische filosofie, de uit 81 mysterieuze gedichten be-

7

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 7

Page 7: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

staande Daodejing of het Boek van de weg en de kracht, een aantal ver-zen die op het eerste gezicht ronduit anti-intellectualistisch aan-doen. Zoals deze:

Als men zich op leren toelegt, is erdagelijks vermeerdering.Als men zich op Dao toelegt, is erdagelijks vermindering.Vermindering en nog eensvermindering tot niet-doen wordtbereikt.Wanneer niet-doen wordt gedaan, blijftniets ongedaan.Als men de wereld wenst te besturen,dient men niet bedrijvig te zijn.Zodra men bedrijvig wordt, is men nietmeer in staat om de wereld tebesturen.1

Ga vooral niet studeren, lijkt de boodschap van dit gedicht te lui-den. Wie veel in de boeken duikt, doet niets anders dan zijn geestverzwaren en zo zijn zorgen vergroten. In plaats van kennis te accu-muleren, kan de mens dan ook beter proberen om alles af te leren.Alleen op die manier komt hij dicht bij Dao, een concept dat doorhet vers bewust vaag wordt gehouden.

Wie deze schijnbare anti-intellectualistische boodschap van deDaodejing serieus neemt, wil allicht geen boeken meer lezen enzeker geen inleiding tot de taoïstische filosofie. Bij nader inzienbevat het hierboven aangehaalde gedicht echter een subtieleremededeling dan het afwijzen van studie. De vermindering en nogeens vermindering die de volgeling van Dao realiseert, leidt name-lijk tot niet-doen (Chinees: wuwei). In tegenstelling tot de voor dehand liggende gedachte dat je de rest van je leven het bed niet meeruit hoeft, duidt dit begrip op een vorm van handelen die alle vor-men van fixatie heeft losgelaten. Degene die het ‘niet-doen doet’

8

Inleiding taoïstische filosofie

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 8

Page 8: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

(Chinees: wei wuwei) laat zich dan ook niet door enig winstoogmerkleiden, maar handelt volkomen open, ontspannen en alert. Zo ie-mand vertekent de situatie waarin hij zich bevindt niet door zijneigen obsessies, maar staat juist onbevangen in de realiteit. Op diemanier kan hij met alles wat er op zijn pad gebeurt rekening hou-den en soepel met de stroom van gebeurtenissen mee bewegen, inplaats van ertegenin te gaan. Dit ‘leven vanuit niet-doen’ is echtereen buitengewoon paradoxale aangelegenheid, omdat het om decultivering van het loslaten gaat. Wie zich namelijk vast voorneemtom los te laten of om spontaan te zijn, wordt dit juist niet. Deze cul-tivering lijkt eerder een houding van niet geforceerde activiteit tevereisen. Of: “Zachtjes duwen!”, zoals ik een zenmeester eens eenomschrijving van meditatie hoorde geven.

Deze paradox van het ‘doen van het niet-doen’ is ook van toepas-sing op een inleiding tot het taoïsme. Naast kennis presenteren,dient zo’n boek tegelijkertijd de relativiteit van kennisverwerving teentameren. In de toelichting van concepten moet het loslaten vandiezelfde begrippen in één adem aanwezig zijn, conform de eersteregel van de Daodejing of de gronduitspraak van de taoïstische filo-sofie: “Het Dao waarover gesproken kan worden, is niet het perma-nente Dao.” Kortom: zo’n inleiding tot de taoïstische wijsbegeertebiedt studiemateriaal om de geest te vullen en rijdt tegelijkertijd deverhuiswagen voor om hem weer leeg te halen.

Een boek uit ons taalgebied dat in hoge mate aan dit onthech-tingsideaal voldoet, is het voortreffelijke werk van Patricia De Mar-telaere. Met grote luciditeit belicht zij enkele kernthema’s uit hettaoïstische denken, zoals het onderscheid tussen ruime kennis engeborneerde kennis en de verhouding tussen Dao en de ‘deugd’ of‘kracht’ (Chinees: De) om uiteindelijk tot deze conclusie te komen:

(…) het taoïsme lijkt mij van allelevenshoudingen die ik ken tegelijk demildste en de hardste. Het is mild entoegeeflijk omdat het (…) niet op eennormatieve manier richtinggevend wil

9

Leven vanuit niet-doen

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 9

Page 9: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

zijn. (…) Maar dit is tegelijkertijd ookwat het taoïsme tot het meestgenadeloze en in zekere zin meest‘onmenselijke’ systeem maakt: het laatons reddeloos over aan onszelf, zonderenige richting of houvast.2

Mijns inziens is de eerste helft van De Martelaeres conclusie volko-men juist. Het taoïsme is mild omdat het ‘de kracht van het zachte’voorstaat, zoals dat onder andere tot uitdrukking komt in het beeldvan de waterdruppel die op een goede dag de rots splijt of in de uit-spraak dat zwijgen de meester is van het spreken. In onze literatuurvinden we in het werk van de nu zo ongeveer vergeten fin-de-siècle-dichteres Henriëtte Roland Holst overigens een fraaie parallel vandeze Chinese gedachte. Zij spreekt in een sonnet het vertrouwen uitdat “de zachte krachten zeker zullen winnen in ’t eind” en stelt datdeze uitlating opwelt uit een “innig fluisteren” dat zij in zichzelf be-speurt. Vanuit ethisch perspectief houdt dit zich verlaten op dekracht van het zachte inderdaad in dat de taoïstische filosofie geennormen wil opleggen, maar altijd ruimte biedt. De Martelaeres uit-spraak dat deze mildheid ons tegelijkertijd stuurloos of “reddeloosaan onszelf overlaat” vind ik echter aan de extreme kant.

De openheid van de taoïstische filosofie leidt mijns inziens niettot een wijsgerig niemandsland waarin de mens onzeker ronddoolt,maar integendeel tot een diepere verbondenheid met de alledaagserealiteit waarin hij zich met grote spontaniteit, vrijheid en souplessekan bewegen. In de mate waarin de mens mild is en zo zijn waarde-oordelen over alles en iedereen opschort, maakt hij ruimte voor deander of het andere. Het taoïstische denken wil de mens dan ookprimair bevrijden uit zijn geborneerdheid, zoals dat zo fraai tot uit-drukking komt in de titel van een hoofdstuk uit de Zhuangzi: ‘Kof-fers openbreken’. Wie de compartimenten van zijn geest durft opente gooien, wordt niet het slachtoffer van een “onmenselijk systeem”,zoals De Martelaere suggereert, maar wordt juist zeer ‘menselijk’,verbonden met alle andere mensen, dieren en objecten. Of, zoals de

10

Inleiding taoïstische filosofie

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 10

Page 10: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer

taoïstische denkers het noemen: hij “zwerft vrij en blij met de tien-duizend dingen”. Sleutel tot deze levenshouding is het eerder ge-noemde niet-doen, dat zo gezien een fundamenteel sociale dimen-sie bezit.

Opzet van de inleiding

De openende en tegelijkertijd verbindende inzet van het begrip‘niet-doen’, het hart van de taoïstische levenskunst, vormt de lei-draad van deze inleiding. Na een schets van het politieke klimaatdoor ondergetekende, waarin het ontstaan van het taoïstische den-ken in de context van andere scholen zoals het confucianisme enlegalisme wordt belicht, richt René Ransdorp zich op Laozi en zijnwijsgerig oeuvre.

Ransdorp geeft eerst een inleiding over het werk en de persoonvan deze Oude Meester. Vervolgens presenteert hij een exegese vaneen aantal centrale tekstdelen uit de Daodejing, de basistekst van detaoïstische filosofie. Hij steunt daarbij op Chinese studies en com-mentaren op de Daodejing die de laatste decennia in de ChineseVolksrepubliek, Hong Kong en Taiwan zijn verschenen.3 Enkelekernthema’s uit de Daodejing die van grote invloed zijn geweest opde latere ontwikkeling van de taoïstische filosofie, worden in hunonderlinge samenhang verhelderd. Daartoe behoren onder meer:de onbenoembaarheid van Dao, de relatie tussen Dao en ‘deugd’,niet-doen en de ‘kracht van het zachte’. Laozi’s verwoording vandeze thema’s blijft niet gevangen binnen een theoretisch kader,maar staat van meet af aan in dienst van de bevordering van eenpraxis, die men in algemene zin ‘de weg van de geweldloosheid’ kannoemen.

In de volgende bijdrage onderzoekt Woei-Lien Chong het boekde Zhuangzi (‘Meester Zhuang’) dat na de Daodejing van Laozi als detweede grondtekst van het taoïsme geldt en dat wellicht uit devierde tot derde eeuw v.Chr. stamt. De grote sleutelterm bij Laozi enZhuangzi is wuwei, een complex begrip dat vaak verkeerd wordt be-grepen. Door sommigen wordt het opgevat als een oproep tot passi-

11

Leven vanuit niet-doen

TAO.INLEIDING.BW 30-11-15 13:34 Pagina 11

Page 11: Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen...Inleiding taoïstische filosofie Leven vanuit niet-doen Michel Dijkstra (red.) René Ransdorp Woei-Lien Chong Jan De Meyer