3
2 ITALIë VOORGOED 3 2 Inhoud Inleiding 5 Caroline [A] 12 Renée en Matthijs [B] 44 Lidy [C] 78 Willem-Jan [D] 110 Diane [E] 142 Rohn [F] 176 Relevante internetadressen 207 Colofon 208 E D C B F A

Italie Voorgoed

Embed Size (px)

DESCRIPTION

In Italië Voorgoed zes portretten van Nederlandse gezinnen en eenlingen die al vele jaren wonen in de georganiseerde chaos die Italië heet. Ze houden van het land, maar zitten er inmiddels ook lang genoeg om er op te mogen schelden. Verplichte kost voor iedereen die droomt van een leven tussen de olijfbomen en de Romeinse tempels.

Citation preview

2 i t a l i ë v o o r g o e d 32

Inhoud

Inleiding 5

Caroline [A] 12

Renée en Matthijs [B] 44

Lidy [C] 78

Willem-Jan [D] 110

Diane [E] 142

Rohn [F] 176

Relevante internetadressen 207

Colofon 208

E

DC

B

F

A

6 i t a l i ë v o o r g o e d 76

Wat de Nederlanders hier het meest verbijstert, is dat de

Italiaanse overheid er meestal níet is voor zijn mensen en in

sommige gevallen de eigen inwoners zelfs tegenwerkt. Het

Italiaanse systeem biedt weinig zekerheden en als je niet een

paar vrienden in de ambtenarij hebt, kun je het staatsapparaat

het beste maar heel behoedzaam benaderen.

Wie alleen de Nederlandse situatie kent, is verwend. “Nu ik

vanaf een afstandje naar Nederland kijk, zie ik pas hoe gewel-

dig het sociale vangnet er is.” Een opmerking die ik zowel in

Milaan, Rome als op Sicilië kon noteren.

Viva l’allegria

Maar dan het goede nieuws: ondanks de chaos in het land en in

de gezondheidszorg (de officiële wachtlijst voor de gynaecoloog is

langer dan negen maanden, zo ontdekte een zwangere Nederlandse

vrouw op Sicilië!), hebben de Italianen een hogere levensverwach-

ting dan wij. Er bestaan diverse manieren van meten en berekenen,

maar op alle lijstjes die ik kon vinden, winnen de Italianen het van

de Nederlanders met ongeveer tien maanden.

Het verschil zit hem ongetwijfeld in de zaken waar het uiteinde-

lijk echt om gaat in het leven: lekker en gezond eten, zonneschijn,

fare l’amore en het zien van veel mooie dingen om je heen. Plezier

maken lijkt een Italiaanse uitvinding, met een man als premier

Berlusconi als de nationale vertegenwoordiger bij uitstek.

Met je voeten in de Nederlandse klei vraag je je uiteraard af

dan ook voor Renée en Matthijs, waarvan het portret begint op

pagina 44: al bijna twintig jaar houden zij zich met hun gezin

staande vlak bij Volterra, ondanks vele praktische ongemakken.

Maar net zo ademloos heb ik geluisterd naar de openhartige

ervaringen van al die andere ex-medelanders in dit boek.

“Ik snap niet hoe Nederlanders het hier redden zonder hulp

van Italiaanse familieleden of vrienden”, vertelde me Erik, een

jonge, intelligente landgenoot die ik sprak in de aanloop tot

dit boek. Hij is ondernemer en werkt met zijn schoonfamilie in

een gezamenlijk wijn- en olijfoliebedrijf in de buurt van Rome.

“Zonder die familie was ik er nooit gekomen”, concludeert hij

na de eerste paar jaar zakendoen in het land. Hij noemt als

struikelblokken de ingewikkelde bureaucratie en de volstrekt

andere mentaliteit van de Italianen zelf.

Het zijn observaties die vrijwel iedereen in dit boek maakt.

Emigreren naar Italië, dat is emigreren voor gevorderden. Je

springt uit het vliegtuig en moet maar hopen dat de parachute

zich op tijd opent. Wat wellicht enige troost biedt, is dat emi-

granten hierin niet alleen staan: Italië weet zijn eigen inwoners

ook gek te krijgen. Zij klagen misschien nog wel harder over

de chaotische structuur van het land. ‘Voor alle regels bestaan

zonder uitzondering weer andere regels.’ ‘Belastinggeld komt

nooit op de juiste plek aan’. ‘Wat vandaag geldt, kan morgen

totaal achterhaald zijn.’

i n l e i d i n g

14 i t a l i ë v o o r g o e d c a r o l i n e 15

is altijd al zo geweest. Toen ik ooit eens naar Friesland fietste,

schrok ik me al een hoedje en ben ik snel weer teruggetrapt

naar Gelderland. Een tripje naar Zweden of Noorwegen leek me

helemaal tijdverspilling. Het werd altijd weer het zuiden. Sinds

kort, na 24 jaar zon, begin ik iets nieuwsgieriger te worden naar

de noordelijke landen.

Als ik ooit nog van Sicilië af zou willen, dan wordt het waar-

schijnlijk Frankrijk. Dat is een eenvoudiger land om in te leven

dan Italië.”

Stato di Famiglia

Caroline van Riet (in 1963 geboren in Geleen, opgegroeid

in Oosterbeek) studeerde aan een kunstacademie in Zuid-

Frankrijk toen ze tijdens een reis in 1990 verliefd werd

op Sicilië en op een Siciliaan met de mooie naam Angelo

Fortuna. Ze woonden en werkten zeventien jaar samen in

Syracuse en kregen er twee zonen: Peppe (1995) en Rocco

(1998). De liefde bekoelde, maar Ortigia is een blijvertje.

Caroline heeft er haar eigen atelier en winkel met vrolijk,

zelfontworpen keramiek, eigen schilderijen en lampen-

kappen: Circo Fortuna.

Ze woont in een opvallend steenroodgeschilderd huis aan

de kade, waar B&B-klanten welkom zijn.

Het is net zo ploeteren als overal, maar de zon schijnt.

“Ciao bella! Come vai?” Als Caroline door Ortigia loopt, wordt ze

overal aangeschoten voor een zoen en een babbeltje. Caroline’s

energie en vrolijke uitstraling werken aanstekelijk. Al twintig

jaar leeft ze in deze stad en de Syracusani hebben inmiddels

kunnen zien dat ze van aanpakken weet.

Er is altijd tijd te kort. Haar website zou nog beter moeten, ze zou

wel eens willen brainstormen over de marketing van haar kerami-

sche producten, ze weet dat de bewegwijzering naar haar atelier

beter kan, ze weet dat er kansen liggen om samen te werken met

andere artistieke ondernemers in de buurt. Maar ja maar ja maar

ja: ze kan gewoon niet alles doen wat ze zou willen. Haar atelier

ligt gelukkig maar op enkele tientallen meters van haar huis: ze

schiet een paar keer per dag heen en weer. Hier koken voor de

jongens, daar nieuwe borden beschilderen. Hoe kan je een dui-

zendpoot zijn met maar twee armen en twee benen?

Caroline spreekt snel, beeldend, lachend. Haar Nederlands is

nog steeds heel goed, maar inmiddels doorspekt met Italiaanse

stopwoorden als però (maar) en veramente (werkelijk). “Op een dag

realiseerde ik me opeens: hé, ik woon in Italië. Dat was nooit het

plan, ik heb altijd gedroomd over Frankrijk.”

Het is onvermijdelijk dat een deel van dit portret gaat over

de verbroken relatie van Caroline met haar Siciliaanse vriend

Angelo. Ze gebruikt voorzichtige bewoordingen: haar zonen

gaan dit boek ongetwijfeld ook lezen en sowieso wil ze geen