Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee
Tel. 016 375600 www.khleuven.be
LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING
Naam: Jolien Felis
Vakkencombinatie: Aardrijkskunde – Biologie
Stagebegeleider DLO: H. Verstappen
Academiejaar: 2014-2015
School: Heilig Hart instituut Heverlee
Onderwijsvorm: A-stroom
Richting: Latijn
Klas: 121
Lokaal: vaklokaal aardrijkskunde 1ste graad
Aantal leerlingen: 21
Les gegeven door: Jolien Felis
Vak: Aardrijkskunde
Onderwerp: ‘Grote stad’
Vakmentor: Mvr. Eraly
Datum/Data: dinsdag 5 mei 2015
Lesuur/-uren: 8u25-9u15
BEGINSITUATIE
Situering in de lessenreeks - Deze les kadert in een lessenreeks betreffende het thema ‘bebouwing en bevolking’.
Aan dit thema worden er in totaal 11 lestijden besteed. - In de voorgaande lessen werden de begrippen open ruimte, bebouwing en bebouwde kern reeds behandeld. De
focus werd gelegd op de bebouwde ruimte. Niet elke klasgroep staat even ver.
- In wat volgt gaat men de menselijke aspecten betrekken bij de bebouwde ruimte. - In de volgende lessen worden de onderwerpen ‘veelzijdigheid en voorkomen van culturen en verschillende
nationaliteiten’ en ‘de multiculturele samenleving’ behandeld.
Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) - De leerlingen kunnen opzoeken in de atlas. - De leerlingen kwamen al eerder in contact met het begrip ‘bebouwde kern/ruimte’.
Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit - Leerlingen komen wekelijks in de stad. Ze gaan er shoppen, voeren er hobby’s uit, gaan er naar de bib, … - Leerlingen zijn eventueel al in contact gekomen met vandalisme of sluikstorten. - Sommige leerlingen wonen eventueel in een stad en kunnen zich hierdoor een beter beeld vormen.
Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, …
- De klas is enthousiast en werkt mee.
DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming)
- Aanschouwelijkheidprincipe
De leerinhouden worden zo veel mogelijk zintuigelijk waarneembaar voorgesteld d.m.v. de verschillende artikels, foto’s, actua, … Zo maken we de leerinhoud toegankelijk voor de leerlingen. Ook werken we in de les met voorbeelden uit de eigen leefomgeving (Leuven).
- Activiteitsprincipe De leerlingen vervullen in het leerproces geen passieve rol. Ze worden actief betrokken d.m.v. een inbeeldingsoefening, veel OLG’s en didactisch materiaal uit de actualiteit. We dagen de leerlingen zo uit om na te denken en meer te willen weten over het onderwerp van de les.
- Motivatieprincipe
Door onze motivatiefase betrekken we de leerlingen bij het onderwerp van de les. Door deze actieve werkmethode en voldoende afwisseling tussen en didactische werkvormen wekken we de interesse van de
leerlingen. - Differentiatieprincipe
We differentiëren in het gebruik van werkvormen en media tijdens de les. - Herhalingsprincipe
We verwerken de leerinhoud gestructureerd en zetten de leerstof vast door deze op gepaste tijden te herhalen tijdens de les.
EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN
Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)
VAKGEBONDEN EINDTERMEN 27 milieueffecten en samenlevingsaspecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden met het stedelijk
27 landschap. 28 leren aandacht hebben voor en dragen bij tot de leefkwaliteit van de eigen leefomgeving.
Situering in het leerplan:
VVKSO, leerplan aardrijkskunde tweede graad, september 2008, Brussel. D/2008/7841/038 LEERPLANDOELSTELLINGEN 5 Een aantal problemen van ‘overbelasting’ voor mens en milieu in bebouwde kernen vaststellen en bespreken.
WENKEN De leerlingen kunnen deze overbelasting vaststellen o.a. via foto- en kaartmateriaal, terreinwerk, tabellen en
krantenartikels. Mogelijk te bespreken problemen zijn:
- Vervuiling
- Verkeersoverlast
- Verkrotting – leegstand
- Criminaliteit
6.2 De veelzijdige mogelijkheden van het leven in een stad nagaan.
WENKEN
Het grote culturele aanbod, de uitgaansmogelijkheden, de makkelijke contacten, de nabijheid en keuzemogelijkheid van handel en diensten, het grote
aanbod van openbaar vervoer.
ALGEMEEN LESDOEL
Problemen van overbelasting in bebouwde kernen vaststellen en de oorzaken/oplossing daarvan weergeven. Veelzijdige mogelijkheden van leven in de stad herkennen.
SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)
n.v.t.
BRONNEN
Neyt R., Verstappen H. et al (2014). Geogenie 1, Leerwerkboek. (Thema 5) Bebouwing en bevolking: De Boeck
Van Hecke E., Vanderhalle D.& Callemeyn J., (2012). Plantyn Algemene Wereldatlas, Mechelen: Plantyn.
Peeters, J., Rondeaux, B. et al (2015). Werkgroep Didactische Middelen. http://www.wdm.be/werkmappen/aardrijkskunde/aardrijkskunde1
Eén. (2011). Joggen in stadslucht: een goed idee? http://www.een.be/…/ook-…/joggen-in-stadslucht-een-goed-idee
Vlaamse milieumaatschappij. (2015). Fijn stof. https://www.vmm.be/lucht/fijn-stof
Tindemans, S. (2011). Buurt vreest voor verlies laatste open ruimte in Melsele. GVA. http://www.gva.be/…/buurt-vreest-voor-verlies-laatste-open-…
Verhaeghe, K. (2012). Sporten in de stad: gek of gezond? EOS, 2012, 30-35. http://eoswetenschap.eu/…/Sport%20in%20de%20stad%20-%20Eos%…
LEERMIDDELEN & MEDIA
Gebruikte leermedia Leerlingen: - Leerwerkboek - Plantyn algemene wereldatlas
Aanwezig in het leslokaal Mee te brengen door de leerkracht
Smartboard Krijtbord/whiteboard Computer + beamer
Whiteboard stiften Naamkaartjes
Didactisch lesontwerp
Leerdoelen KRACHTIGE LEEROMGEVING
Lesfasen
& timing
Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud
Instapfase motiveren
4’
Ga allemaal zitten en neem jullie schrijfgerief en
werkblaadjes op de bank.
Maak snel een naamkaartje.
OLG – inbeeldingsoefening
Sluit nu allemaal jullie ogen. We gaan in onze
gedachten naar het centrum van Leuven. Jullie zijn
nu in Leuven en wandelen door de stad.
Wat zien jullie rondom je?
Wat zie je op de grond?
Wat voel je?
Wat hoor je?
Welk vervoer zie je?
Wat ruik je?
Ben je alleen?
Wat voor mensen staan rond je?
Hoe zien de gebouwen rondom je eruit?
Lkr noteert ondertussen de antwoorden van de llnen
op het bord.
Probleemstelling:
1: Wat zijn de verschillende vormen van
overbelasting in een grote stad en waarom zijn die
daar aanwezig?
2: Wat zijn de veelzijdige mogelijkheden van een
stad?
PPT DIA 1
naamkaartjes
BORD:
antwoorden
LLN
BORD:
‘Mens in de
bebouwde
ruimte’
Inbeeldingsoefening
Antwoorden gebaseerd op de verschillende
vormen van overbelasting in de grote stad.
Positieve en negatieve eigenschappen van
het leven in een stad.
Lesovergang Jullie gaven net verschillende eigenschappen van de
stad. Deze zagen jullie in jullie virtueel bezoekje aan
Leuven. Nu gaan we dieper in op deze
eigenschappen en op het ruimtegebruik in België.
We beginnen met de bevolkingsdichtheid.
Ruimtegebruik in
België afleiden uit
een grafiek en
kaart (C3)
Gegevens
ontleden uit tabel
(C3)
Lesfase 1: onderzoek en verwerking
6’
Neem nu allemaal jullie boek op de bank en doe de
atlas open bij de kaart van de bevolkingsdichtheid
van België.
OLG – Bevolkingsdichtheid
Kunnen we uit dit satellietbeeld van België
afleiden waar de meeste mensen wonen?
Waarom denk je dat?
Neem jullie atlas op de kaart van de
bevolkingsdichtheid in België.
Welk deel van België is het meest verstedelijkt?
o Hoe kan je dit zien op deze kaart?
Kijk in je legende.
Als we kijken naar Leuven, hoeveel inwoners per
km2 hebben we daar?
Dit heeft gevolgen voor de beschikbare open
ruimte. Hierop gaan we nu dieper in.
OLG – Ruimtegebruik in België
In België hebben we twee soorten ruimten, namelijk
open en bebouwde ruimten. In de tabel op pagina
180 kunnen we de evolutie van het ruimtegebruik in
België van 1980 tot 2011 zien. Al deze gegevens
staan in procent uitgedrukt.
Hoe evolueerde de open ruimten sinds 1980?
Daalde of steeg het aantal open ruimten?
Hoe evolueerde de bebouwde ruimten sinds
1980? Daalde of steeg het aantal bebouwde
ruimten?
Het aantal open ruimten is sinds 1980 met 7 %
gedaald en de bebouwde ruimten met 7 %
gestegen. Wat kunnen we hieruit besluiten?
SYNTHESE
Lkr vertelt context van het artikel.
De open ruimte staat in een dichtbevolkt land als
België zwaar onder druk. De bebouwde ruimte zal
namelijk meer en meer blijven toenemen.
PPT DIA 2-5
ATLAS p 17
BORD:
stedelijke kern ↓
hoge
bevolkingsindex
krantenartikels
1. Open ruimten in België
Bevolkingsindex
1) satellietbeeld ‘Belgium by night’
2) atlaskaart bevolkingsdichtheid
België = zeer dicht bevolkt
Vlaanderen = sterk verstedelijkt
Ruimtegebruik in België
Het aantal open ruimte is met ruim 7%
gedaald, terwijl het aantal bebouwde
ruimten met ruim 7% is gestegen.
Synthese:
Open ruimte neemt voortdurend af.
Lesovergang De overbevolking leidt soms tot overbelasting.
We onderzoeken a.d.h.v. krantenartikelen uit
Leuven welke problemen (overbelastingen) we
aantreffen in de stad en hoe we ze kunnen
aanpakken of vermijden.
OLG:
Wie vond het daarnet aangenaam om in het
centrum van een grote stad of bebouwde kern te
staan?
Waarom wel of niet?
Welke impact heeft de toename van de
bebouwing op de mens?
Welke impact heeft de toename van de
bebouwing op de natuur?
Neem nu pagina 181 erbij.
PPT DIA 6-23
BORD:
→ overbelasting
Gemarkeerde
gegevens in artikel
linken met
problematiek (C3)
Lesfase 2: onderzoek en verwerking
4’
OLG – Artikels
De lkr vraagt de lln om de artikels een voor een voor
te lezen. Na elk artikel stelt de lkr deze vragen:
Over wat gaat het artikel?
Met welke problemen hebben deze mensen te
maken? (Hoe lossen ze deze op?)
Bij welk probleem kunnen we dit plaatsen in de
tabel?
We hebben nu gezien met welke overbelastingen
men in het algemeen te kampen heeft in een grote
stad. We zoomen nu in op elk probleem afzonderlijk.
artikels (zie
cursus)
2. Bebouwde kernen overbelasten
mens en milieu
Oorzaken van
verkeerschaos
omschrijven (C2)
Gegevens ontleden
uit tabel (C3)
Lesfase 3: onderzoek en verwerking
4’
Nu kijken we eens op het bord naar de antwoorden
die jullie daarstraks gaven bij de
inbeeldingsoefening. Welke begrippen horen er bij
verkeer en mobiliteit?
Lkr duidt antwoorden aan op bord en vertelt over
files rondom grote steden m.b.v. beelden
verkeerscentrum.
OLG- Verkeer
Dagelijks komen er vele mensen naar de stad voor
de vele functies die de stad te bieden heeft.
Waarom komen jullie zoal naar de stad?
Rond welke uren komen jullie in de stad?
Met welk vervoersmiddel reizen jullie?
PPT DIA 24-25
BORD:
omcirkelen van
antwoorden
BORD:
- verkeersdrukte
2.2.1 Verkeer
Verkeer
Stad = vele functies → toestroom mensen
→ grote verkeersdrukte (spitsuren!)
In een stad is er altijd een grote verkeersdrukte.
Vooral tijdens de spitsuren zijn er vaak enorme files.
OLG – Opdracht verkeer
In de volgende tabel zien we het aantal ongevallen
en slachtoffers per maand per 1000 inwoners.
Bestudeer de onderstaande tabel.
In welke bebouwde kernen gebeuren de meeste
ongevallen?
Ondanks de verkeersdrukte gebeuren er in
stedelijke kernen minder ongelukken en zijn er
minder slachtoffers. Hoe verklaar je dit?
De verkeerschaos in steden brengt veel
milieuproblemen met zich mee. Geef een
voorbeeld.
Opdracht verkeer (tabel)
Meeste ongevallen in verstedelijkte kernen.
In stedelijke kernen meer fietspaden,
strengere verkeersregels, …
Verkeerschaos → CO2-uitstoot, fijn stof, …
Lesovergang FILMPJE SMOG
OLG- smogalarm
Over wat gaat dit filmpje?
Wat moeten autobestuurders doen bij
smogalarm?
Filmpje
smogalarm
http://nieuws.vtm.be/binnenland/83283-
smogalarm-vanaf-morgenvroeg-600u
Door te veel fijn stof in de lucht moeten
autobestuurders trager rijden.
Begrip fijn stof
omschrijven en
oorzaken van
luchtvervuiling
opsommen (C2)
Luchtvervuiling
vergelijken in
bebouwde kern
t.o.v. het
platteland. (C3)
Lesfase 4: onderzoek en verwerking
10’
Luchtvervuiling
Bij ongunstige weersomstandigheden zorgen
verkeer, huisverwarming en industrie voor grote
hoeveelheden fijn stof in de lucht. Maar wat is dat nu
eigenlijk fijn stof?
DOCEREN – fijn stof/SMOG
Lkr vertelt definitie fijn stof.
OLG – Luchtvervuiling
Nu zie je op de Powerpoint een kaart waarop de
waarden van het fijn stof zijn weergegeven. Hierop
gaan we de hoeveelheden fijn stof op verschillende
plaatsen in België vergelijken.
Op welke plaats in België is er veel fijn stof?
Waar is er in België niet veel fijn stof?
Hoe komt dat er in de steden een hoge
concentratie van fijn stof is?
PPT 26-32
BORD:
- luchtvervuiling
2.2.2 luchtvervuiling
Definitie fijn stof:
Fijn stof zijn zeer kleine deeltjes in de lucht
die diep doordringen in onze longen (net
omdat ze zo klein zijn) en hierdoor
schadelijk zijn voor onze gezondheid.
OLG – Sporten in de stad
Het verkeer vervuilt de lucht die we inademen. Dit is
schadelijk voor onze gezondheid en daarom
beperken we beter ons autogebruik. Maar hoe zit het
nu met sporten in de stad? Dit zijn enkele quotes uit
een artikel van het wetenschapsmagazine EOS.
Lln lezen de quotes luidop.
Wat denken jullie? Zou sporten in de stad
ongezonder zijn dan op het platteland?
Wie sport er weleens in de stad?
Lkr toont FILMPJE over luchtvervuiling.
BESLUIT
Bebouwde kernen, en in het bijzonder de stedelijke
kernen, hebben de meeste luchtverontreiniging.
Dat zien we ook bij de test in het filmpje. Katleen
ademt 6 keer meer fijne stof deeltjes in tijdens het
joggen in de stad dan op het platteland. Sporten in
de stad is dus weldegelijk ongezonder.
Artikel EOS
‘Sporten in de
stad: gek of
gezond?’
Filmpje ‘Sporten
in de stad’
(vanaf 2’12’’
doorspoelen
naar 4’45’’)
Sporten in de stad
ARTIKEL:
luchtvervuiling, beweging en deelnemen aan
het verkeer = grootste uitlokkende factoren
voor hartinfarct
fietser ademt 4x zoveel vervuilende lucht in
als autobestuurder
http://www.een.be/ ook-getest-op-
mensen/joggen-in-stadslucht-een-goed-idee
FILMPJE: (ook getest op mensen)
joggen in de stad = 6 keer meer ultra fijne
stofdeeltjes ingeademd
in de stad groot verschil tussen lopen in
park of lopen langs druk kruispunt: waarden
langs kruispunt tot 10 keer hoger
Gegevens ontleden
uit tabel (C3)
Oplossingen/tips
voor
waterproblematiek
bedenken (C5)
Lesfase 5 onderzoek en verwerking
3’
OLG – Watervervuiling
Dagelijks gebruikt een Vlaming gemiddeld 110-120
liter (of m.a.w. 11-12 emmers) water.
Wanneer en bij welke activiteit gebruiken we
dagelijks water?
Welke activiteit verbruikt het meeste water?
Het probleem is dat de watervoorraden beperkt zijn.
Daardoor is het zeer belangrijk dat we bewuster
omgaan met water. In de dichtstbevolkte kernen is
het gebruik en de vervuiling van het
oppervlaktewater het grootste.
PPT DIA 33-35
BORD:
- watervervuiling
2.2.3 watervervuiling
Bestudeer de grafiek op pagina 185.
Welke vervuiler van het oppervlaktewater is het
grootste?
Welke tips zouden kunnen helpen tegen
watervervuiling?
FILMPJE WATERFACTUUR
FILMPJE
Waterfactuur
ppt
Watervoorraden = beperkt
→ bewust omgaan met water!
Dichtbevolkte kern = watervervuiling groot
→ rivieren en kanalen sterk vervuild
grootste vervuiler oppervlaktewater =
industrie
TIPS:
- douchen i.p.v. bad
- kraan dicht tijden tanden poetsen
- …
http://nieuws.vtm.be/binnenland/137223-
laag-waterverbruik-dan-krijgt-u-korting
Hoe meer water je verbruikt, hoe meer je
moet betalen per liter. Als je minder
verbruikt, betaal je minder per verbruikte
liter. Voor de gemiddelde waterverbruiker
zal er bijna geen verschil zijn.
Oplossingen/tips
voor
afvalproblematiek
bedenken (C5)
Lesfase 6 verwerking
3’
Een ander probleem waar we in de stad mee
geconfronteerd worden is afval. We gaan eens kijken
of jullie dat zijn tegengekomen tijdens jullie virtuele
bezoekje aan Leuven.
Lkr duidt antwoorden aan op bord.
OLG - Afval
Heeft er iemand deze affiches ooit al gezien?
Welk probleem willen ze met deze slogans
aanpakken?
Waarom moeten wij recycleren?
Wat gebeurt er met ons afval?
Wat doe je thuis om je steentje bij te dragen?
Welke tips vinden jullie het meest efficiëntste?
PPT DIA 36-37
BORD:
- afval
BORD:
omcirkelen van
antwoorden
2.2.4 afval
OLG – Afval
Vlaming per jaar >500 kg afval
Afval gezinnen, winkels, kantoren,
bedrijven, … → steden grote afvalberg!
Doceren
Lkr geeft context van aflevering ‘Weg met afval’ +
tips voor minder afval.
Koppen
02/04/2015 –
Weg met afval
Aflevering van koppen getiteld ‘Weg met
afval’. Aan de linkerkant het afval van een
gezin van 1 maand. Aan de rechterkant het
afval van datzelfde gezin dat een maand
extra moeite deed om te recycleren en
duurzaam te leven. Hoe deden ze dit?
- fruitsap in glazen flessen
- kraantjeswater filteren
- restafval van verpakkingen vermijden
- geen papieren maar stoffen zakdoeken
Link weergeven
tussen verkrotting
en criminaliteit.
(C2)
Lesfase 7 verwerking
In grote steden kom je jammer genoeg ook in
contact met criminaliteit en verkrotting. Zou er een
link zijn tussen deze twee. We onderzoeken het
samen.
OLG – Verkrotting
Wat denken jullie dat het begrip verkrotting
betekent?
Waar in Leuven hebben jullie dat al gezien?
OLG – link verkrotting en criminaliteit
Als jullie in zo een ‘krot’ moesten leven, zouden
jullie daar tevreden mee zijn? → verkrotting leidt tot ontevredenheid
Hoe zouden jullie jezelf voelen in zo’n situatie? → leidt tot spanningen
Waar hangen de jongeren zoal rond in zo’n
buurten?
Wat doen deze jongeren dan soms wanneer ze
niet op school moeten zijn?
Tot wat leidt dit alles?
→ kleine criminaliteit/vandalisme
OLG – Stadsvernieuwing vaartkom
Rond de vaartkom in Leuven is er veel
stadsvernieuwing. Dit doen ze om verkrotting en
criminaliteit tegen te gaan. Dit heeft enkel voor- en
nadelen. De nadelen zijn vooral voor de mensen die
daar wonen en de voordelen zijn vooral voor de stad.
Voor wie is dit een voordeel/nadeel?
PPT DIA 38-39
BORD:
- criminaliteit en
- verkrotting
2.2.5 criminaliteit
2.2.6 verkrotting
“Verkrotting”
Verkrotting?
Wanneer eigenaars gebouwen niet
onderhouden + verhuren tegen te hoge prijs
aan kansarmen (huisjesmelkerij)
Oplossingen?
- controles + boetes
- stadsrenovatie
OLG – link verkrotting en criminaliteit
Stedelijke kernen: meer criminaliteit
Verkrotting → ontevredenheid → spanningen
Jongeren: doelloos op straat
Beperkte sociale controle
kleine criminaliteit
Vaartkom Leuven = stadsvernieuwing
- Criminaliteit = +
- Aantrekkelijke stad = +
- Kapitaalkrachtigere bevolking = +
- Verplaatsing armoedeprobleem = -
- Kansarmen moeten buiten de stad = -
- PROBLEEM VERPLAATSTSEN
De problemen in
een stad
opsommen,
herkennen en
benoemen (C3)
Oplossingen voor
de problemen in
een stad geven en
in eigen woorden
uitleggen (C2/C5)
Lesfase 8 besluitvorming + herhaling
6’
DOCEREN - Besluit
Lkr overloopt bordschema stap voor stap.
OLG – Algemeen besluit
Wie weet er nog wat we hebben besloten bij het
analyseren van de bevolkingsdichtheid?
Waarom zijn die open ruimtes nu zo belangrijk?
o Wat kan je daar allemaal mee aanvangen?
o Zijn er soms mensen die zo’n open
ruimtes nodig hebben om hun beroep uit
te oefenen
Wat kunnen natuurverenigingen en de overheid
doen aan deze problematiek?
o Is er iemand die zo’n actie kent?
PPT DIA 40
Besluit
stedelijke kern ↓
hoge bevolkingsdichtheid ↓
overbelasting:
- verkeersdrukte
- luchtvervuiling
- watervervuiling
- afval
- criminaliteit en verkrotting
Algemeen besluit
Weinig open ruimte in Vlaanderen
Open ruimte belangrijk voor:
- landbouw
- fauna en flora
- gezonde lucht
- …
Overheid en natuurverenigingen:
beschermen van open ruimte
(Natuurpunt: ‘Bos voor iedereen’)
Redenen waarom
mensen voor het
wonen in een stad
kiezen opsommen
(C2)
Lesfase 9 onderzoek + verwerking
8’
Je mag je boek nu even sluiten.
OLG
Is er iemand in deze klas die in de stad woont?
Ben je gelukkig in de stad?
Wie woont er allemaal op het platteland of in een
dorp?
Wat vinden jullie daar fijn aan?
OEFENING
In deze oefening gaan we de voor- en nadelen van
een stad vergelijken. Jullie mogen eerst even
nadenken over de voor- en nadelen van een stad.
Als jullie daarmee klaar zijn morgen jullie dit op het
smartbord op de juiste plaats noteren.
Het rode schaaltje is voor de negatieve aspecten, het
groene voor de positieve.
LLN komen naar voor en schrijven hun bevindingen
op het smartboard. Daarna volgt een korte
bespreking.
BESLUIT
Samen maken we een synthese a.d.h.v. wat er op
het smartboard staat.
PPT DIA 41-42
BORD:
3. Wonen in de stad
Oefening + besluit
groot aantal functies maakt wonen in de
stad aantrekkelijk:
- veel mogelijkheden en functies
- ontspanningsmogelijkheden
(toneel, sport, horeca, …)
- ruime keuze aan scholen
- handelszaken
- openbaar vervoer
- verzorgingsnet
(ziekenhuizen, rusthuizen, …)
Slot besluitvorming
2’
Graag wil ik afsluiten met een positieve boodschap.
Het is niet de bedoeling de stad als een grote boze
wereld te doen lijken. In een stad vallen gigantisch
veel leuke dingen te beleven… Waar veel mensen,
jongen en oud, verschillende culturen samenleven,
bloeien ook mooie dingen. Kijk maar naar Leuven.
OLG-Slot
Wie heeft een hobby in het centrum van Leuven?
Gaan jullie soms naar faciliteiten in deze stad?
Wie heeft er al een fijne activiteit gedaan in
Leuven?
Opmerkingen i.v.m. bijlagen:
Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.
Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).
Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.
BORDSCHEMA
stedelijke kern ↓
hoge bevolkingsdichtheid ↓
overbelasting: - verkeersdrukte
- luchtvervuiling - watervervuiling
- afval - criminaliteit en
verkrotting
SMARTBOARD: PPT
ANTWOORDEN VAN LLN BIJ
DE INSTAP