12
Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Jolien Felis Vakkencombinatie: Aardrijkskunde – Biologie Stagebegeleider DLO: H. Verstappen Academiejaar: 2014-2015 School: Heilig Hart instituut Heverlee Onderwijsvorm: A-stroom Richting: Latijn Klas: 121 Lokaal: vaklokaal aardrijkskunde 1 ste graad Aantal leerlingen: 21 Les gegeven door: Jolien Felis Vak: Aardrijkskunde Onderwerp: ‘Grote stad’ Vakmentor: Mvr. Eraly Datum/Data: dinsdag 5 mei 2015 Lesuur/-uren: 8u25-9u15 BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks - Deze les kadert in een lessenreeks betreffende het thema ‘bebouwing en bevolking’. Aan dit thema worden er in totaal 11 lestijden besteed. - In de voorgaande lessen werden de begrippen open ruimte, bebouwing en bebouwde kern reeds behandeld. De focus werd gelegd op de bebouwde ruimte. Niet elke klasgroep staat even ver. - In wat volgt gaat men de menselijke aspecten betrekken bij de bebouwde ruimte. - In de volgende lessen worden de onderwerpen ‘veelzijdigheid en voorkomen van culturen en verschillende nationaliteiten’ en ‘de multiculturele samenleving’ behandeld. Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) - De leerlingen kunnen opzoeken in de atlas. - De leerlingen kwamen al eerder in contact met het begrip ‘bebouwde kern/ruimte’. Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit - Leerlingen komen wekelijks in de stad. Ze gaan er shoppen, voeren er hobby’s uit, gaan er naar de bib, … - Leerlingen zijn eventueel al in contact gekomen met vandalisme of sluikstorten. - Sommige leerlingen wonen eventueel in een stad en kunnen zich hierdoor een beter beeld vormen. Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … - De klas is enthousiast en werkt mee. DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming) - Aanschouwelijkheidprincipe De leerinhouden worden zo veel mogelijk zintuigelijk waarneembaar voorgesteld d.m.v. de verschillende artikels, foto’s, actua, … Zo maken we de leerinhoud toegankelijk voor de leerlingen. Ook werken we in de les met voorbeelden uit de eigen leefomgeving (Leuven). - Activiteitsprincipe De leerlingen vervullen in het leerproces geen passieve rol. Ze worden actief betrokken d.m.v. een inbeeldingsoefening, veel OLG’s en didactisch materiaal uit de actualiteit. We dagen de leerlingen zo uit om na te denken en meer te willen weten over het onderwerp van de les. - Motivatieprincipe Door onze motivatiefase betrekken we de leerlingen bij het onderwerp van de les. Door deze actieve werkmethode en voldoende afwisseling tussen en didactische werkvormen wekken we de interesse van de leerlingen. - Differentiatieprincipe We differentiëren in het gebruik van werkvormen en media tijdens de les. - Herhalingsprincipe We verwerken de leerinhoud gestructureerd en zetten de leerstof vast door deze op gepaste tijden te herhalen tijdens de les.

LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee

Tel. 016 375600 www.khleuven.be

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Jolien Felis

Vakkencombinatie: Aardrijkskunde – Biologie

Stagebegeleider DLO: H. Verstappen

Academiejaar: 2014-2015

School: Heilig Hart instituut Heverlee

Onderwijsvorm: A-stroom

Richting: Latijn

Klas: 121

Lokaal: vaklokaal aardrijkskunde 1ste graad

Aantal leerlingen: 21

Les gegeven door: Jolien Felis

Vak: Aardrijkskunde

Onderwerp: ‘Grote stad’

Vakmentor: Mvr. Eraly

Datum/Data: dinsdag 5 mei 2015

Lesuur/-uren: 8u25-9u15

BEGINSITUATIE

Situering in de lessenreeks - Deze les kadert in een lessenreeks betreffende het thema ‘bebouwing en bevolking’.

Aan dit thema worden er in totaal 11 lestijden besteed. - In de voorgaande lessen werden de begrippen open ruimte, bebouwing en bebouwde kern reeds behandeld. De

focus werd gelegd op de bebouwde ruimte. Niet elke klasgroep staat even ver.

- In wat volgt gaat men de menselijke aspecten betrekken bij de bebouwde ruimte. - In de volgende lessen worden de onderwerpen ‘veelzijdigheid en voorkomen van culturen en verschillende

nationaliteiten’ en ‘de multiculturele samenleving’ behandeld.

Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) - De leerlingen kunnen opzoeken in de atlas. - De leerlingen kwamen al eerder in contact met het begrip ‘bebouwde kern/ruimte’.

Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit - Leerlingen komen wekelijks in de stad. Ze gaan er shoppen, voeren er hobby’s uit, gaan er naar de bib, … - Leerlingen zijn eventueel al in contact gekomen met vandalisme of sluikstorten. - Sommige leerlingen wonen eventueel in een stad en kunnen zich hierdoor een beter beeld vormen.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, …

- De klas is enthousiast en werkt mee.

DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming)

- Aanschouwelijkheidprincipe

De leerinhouden worden zo veel mogelijk zintuigelijk waarneembaar voorgesteld d.m.v. de verschillende artikels, foto’s, actua, … Zo maken we de leerinhoud toegankelijk voor de leerlingen. Ook werken we in de les met voorbeelden uit de eigen leefomgeving (Leuven).

- Activiteitsprincipe De leerlingen vervullen in het leerproces geen passieve rol. Ze worden actief betrokken d.m.v. een inbeeldingsoefening, veel OLG’s en didactisch materiaal uit de actualiteit. We dagen de leerlingen zo uit om na te denken en meer te willen weten over het onderwerp van de les.

- Motivatieprincipe

Door onze motivatiefase betrekken we de leerlingen bij het onderwerp van de les. Door deze actieve werkmethode en voldoende afwisseling tussen en didactische werkvormen wekken we de interesse van de

leerlingen. - Differentiatieprincipe

We differentiëren in het gebruik van werkvormen en media tijdens de les. - Herhalingsprincipe

We verwerken de leerinhoud gestructureerd en zetten de leerstof vast door deze op gepaste tijden te herhalen tijdens de les.

Page 2: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN

Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)

VAKGEBONDEN EINDTERMEN 27 milieueffecten en samenlevingsaspecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden met het stedelijk

27 landschap. 28 leren aandacht hebben voor en dragen bij tot de leefkwaliteit van de eigen leefomgeving.

Situering in het leerplan:

VVKSO, leerplan aardrijkskunde tweede graad, september 2008, Brussel. D/2008/7841/038 LEERPLANDOELSTELLINGEN 5 Een aantal problemen van ‘overbelasting’ voor mens en milieu in bebouwde kernen vaststellen en bespreken.

WENKEN De leerlingen kunnen deze overbelasting vaststellen o.a. via foto- en kaartmateriaal, terreinwerk, tabellen en

krantenartikels. Mogelijk te bespreken problemen zijn:

- Vervuiling

- Verkeersoverlast

- Verkrotting – leegstand

- Criminaliteit

6.2 De veelzijdige mogelijkheden van het leven in een stad nagaan.

WENKEN

Het grote culturele aanbod, de uitgaansmogelijkheden, de makkelijke contacten, de nabijheid en keuzemogelijkheid van handel en diensten, het grote

aanbod van openbaar vervoer.

ALGEMEEN LESDOEL

Problemen van overbelasting in bebouwde kernen vaststellen en de oorzaken/oplossing daarvan weergeven. Veelzijdige mogelijkheden van leven in de stad herkennen.

SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)

n.v.t.

BRONNEN

Neyt R., Verstappen H. et al (2014). Geogenie 1, Leerwerkboek. (Thema 5) Bebouwing en bevolking: De Boeck

Van Hecke E., Vanderhalle D.& Callemeyn J., (2012). Plantyn Algemene Wereldatlas, Mechelen: Plantyn.

Peeters, J., Rondeaux, B. et al (2015). Werkgroep Didactische Middelen. http://www.wdm.be/werkmappen/aardrijkskunde/aardrijkskunde1

Eén. (2011). Joggen in stadslucht: een goed idee? http://www.een.be/…/ook-…/joggen-in-stadslucht-een-goed-idee

Vlaamse milieumaatschappij. (2015). Fijn stof. https://www.vmm.be/lucht/fijn-stof

Tindemans, S. (2011). Buurt vreest voor verlies laatste open ruimte in Melsele. GVA. http://www.gva.be/…/buurt-vreest-voor-verlies-laatste-open-…

Verhaeghe, K. (2012). Sporten in de stad: gek of gezond? EOS, 2012, 30-35. http://eoswetenschap.eu/…/Sport%20in%20de%20stad%20-%20Eos%…

LEERMIDDELEN & MEDIA

Gebruikte leermedia Leerlingen: - Leerwerkboek - Plantyn algemene wereldatlas

Aanwezig in het leslokaal Mee te brengen door de leerkracht

Smartboard Krijtbord/whiteboard Computer + beamer

Whiteboard stiften Naamkaartjes

Page 3: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen

& timing

Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

Instapfase motiveren

4’

Ga allemaal zitten en neem jullie schrijfgerief en

werkblaadjes op de bank.

Maak snel een naamkaartje.

OLG – inbeeldingsoefening

Sluit nu allemaal jullie ogen. We gaan in onze

gedachten naar het centrum van Leuven. Jullie zijn

nu in Leuven en wandelen door de stad.

Wat zien jullie rondom je?

Wat zie je op de grond?

Wat voel je?

Wat hoor je?

Welk vervoer zie je?

Wat ruik je?

Ben je alleen?

Wat voor mensen staan rond je?

Hoe zien de gebouwen rondom je eruit?

Lkr noteert ondertussen de antwoorden van de llnen

op het bord.

Probleemstelling:

1: Wat zijn de verschillende vormen van

overbelasting in een grote stad en waarom zijn die

daar aanwezig?

2: Wat zijn de veelzijdige mogelijkheden van een

stad?

PPT DIA 1

naamkaartjes

BORD:

antwoorden

LLN

BORD:

‘Mens in de

bebouwde

ruimte’

Inbeeldingsoefening

Antwoorden gebaseerd op de verschillende

vormen van overbelasting in de grote stad.

Positieve en negatieve eigenschappen van

het leven in een stad.

Lesovergang Jullie gaven net verschillende eigenschappen van de

stad. Deze zagen jullie in jullie virtueel bezoekje aan

Leuven. Nu gaan we dieper in op deze

eigenschappen en op het ruimtegebruik in België.

We beginnen met de bevolkingsdichtheid.

Page 4: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

Ruimtegebruik in

België afleiden uit

een grafiek en

kaart (C3)

Gegevens

ontleden uit tabel

(C3)

Lesfase 1: onderzoek en verwerking

6’

Neem nu allemaal jullie boek op de bank en doe de

atlas open bij de kaart van de bevolkingsdichtheid

van België.

OLG – Bevolkingsdichtheid

Kunnen we uit dit satellietbeeld van België

afleiden waar de meeste mensen wonen?

Waarom denk je dat?

Neem jullie atlas op de kaart van de

bevolkingsdichtheid in België.

Welk deel van België is het meest verstedelijkt?

o Hoe kan je dit zien op deze kaart?

Kijk in je legende.

Als we kijken naar Leuven, hoeveel inwoners per

km2 hebben we daar?

Dit heeft gevolgen voor de beschikbare open

ruimte. Hierop gaan we nu dieper in.

OLG – Ruimtegebruik in België

In België hebben we twee soorten ruimten, namelijk

open en bebouwde ruimten. In de tabel op pagina

180 kunnen we de evolutie van het ruimtegebruik in

België van 1980 tot 2011 zien. Al deze gegevens

staan in procent uitgedrukt.

Hoe evolueerde de open ruimten sinds 1980?

Daalde of steeg het aantal open ruimten?

Hoe evolueerde de bebouwde ruimten sinds

1980? Daalde of steeg het aantal bebouwde

ruimten?

Het aantal open ruimten is sinds 1980 met 7 %

gedaald en de bebouwde ruimten met 7 %

gestegen. Wat kunnen we hieruit besluiten?

SYNTHESE

Lkr vertelt context van het artikel.

De open ruimte staat in een dichtbevolkt land als

België zwaar onder druk. De bebouwde ruimte zal

namelijk meer en meer blijven toenemen.

PPT DIA 2-5

ATLAS p 17

BORD:

stedelijke kern ↓

hoge

bevolkingsindex

krantenartikels

1. Open ruimten in België

Bevolkingsindex

1) satellietbeeld ‘Belgium by night’

2) atlaskaart bevolkingsdichtheid

België = zeer dicht bevolkt

Vlaanderen = sterk verstedelijkt

Ruimtegebruik in België

Het aantal open ruimte is met ruim 7%

gedaald, terwijl het aantal bebouwde

ruimten met ruim 7% is gestegen.

Synthese:

Open ruimte neemt voortdurend af.

Page 5: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

Lesovergang De overbevolking leidt soms tot overbelasting.

We onderzoeken a.d.h.v. krantenartikelen uit

Leuven welke problemen (overbelastingen) we

aantreffen in de stad en hoe we ze kunnen

aanpakken of vermijden.

OLG:

Wie vond het daarnet aangenaam om in het

centrum van een grote stad of bebouwde kern te

staan?

Waarom wel of niet?

Welke impact heeft de toename van de

bebouwing op de mens?

Welke impact heeft de toename van de

bebouwing op de natuur?

Neem nu pagina 181 erbij.

PPT DIA 6-23

BORD:

→ overbelasting

Gemarkeerde

gegevens in artikel

linken met

problematiek (C3)

Lesfase 2: onderzoek en verwerking

4’

OLG – Artikels

De lkr vraagt de lln om de artikels een voor een voor

te lezen. Na elk artikel stelt de lkr deze vragen:

Over wat gaat het artikel?

Met welke problemen hebben deze mensen te

maken? (Hoe lossen ze deze op?)

Bij welk probleem kunnen we dit plaatsen in de

tabel?

We hebben nu gezien met welke overbelastingen

men in het algemeen te kampen heeft in een grote

stad. We zoomen nu in op elk probleem afzonderlijk.

artikels (zie

cursus)

2. Bebouwde kernen overbelasten

mens en milieu

Oorzaken van

verkeerschaos

omschrijven (C2)

Gegevens ontleden

uit tabel (C3)

Lesfase 3: onderzoek en verwerking

4’

Nu kijken we eens op het bord naar de antwoorden

die jullie daarstraks gaven bij de

inbeeldingsoefening. Welke begrippen horen er bij

verkeer en mobiliteit?

Lkr duidt antwoorden aan op bord en vertelt over

files rondom grote steden m.b.v. beelden

verkeerscentrum.

OLG- Verkeer

Dagelijks komen er vele mensen naar de stad voor

de vele functies die de stad te bieden heeft.

Waarom komen jullie zoal naar de stad?

Rond welke uren komen jullie in de stad?

Met welk vervoersmiddel reizen jullie?

PPT DIA 24-25

BORD:

omcirkelen van

antwoorden

BORD:

- verkeersdrukte

2.2.1 Verkeer

Verkeer

Stad = vele functies → toestroom mensen

→ grote verkeersdrukte (spitsuren!)

Page 6: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

In een stad is er altijd een grote verkeersdrukte.

Vooral tijdens de spitsuren zijn er vaak enorme files.

OLG – Opdracht verkeer

In de volgende tabel zien we het aantal ongevallen

en slachtoffers per maand per 1000 inwoners.

Bestudeer de onderstaande tabel.

In welke bebouwde kernen gebeuren de meeste

ongevallen?

Ondanks de verkeersdrukte gebeuren er in

stedelijke kernen minder ongelukken en zijn er

minder slachtoffers. Hoe verklaar je dit?

De verkeerschaos in steden brengt veel

milieuproblemen met zich mee. Geef een

voorbeeld.

Opdracht verkeer (tabel)

Meeste ongevallen in verstedelijkte kernen.

In stedelijke kernen meer fietspaden,

strengere verkeersregels, …

Verkeerschaos → CO2-uitstoot, fijn stof, …

Lesovergang FILMPJE SMOG

OLG- smogalarm

Over wat gaat dit filmpje?

Wat moeten autobestuurders doen bij

smogalarm?

Filmpje

smogalarm

http://nieuws.vtm.be/binnenland/83283-

smogalarm-vanaf-morgenvroeg-600u

Door te veel fijn stof in de lucht moeten

autobestuurders trager rijden.

Begrip fijn stof

omschrijven en

oorzaken van

luchtvervuiling

opsommen (C2)

Luchtvervuiling

vergelijken in

bebouwde kern

t.o.v. het

platteland. (C3)

Lesfase 4: onderzoek en verwerking

10’

Luchtvervuiling

Bij ongunstige weersomstandigheden zorgen

verkeer, huisverwarming en industrie voor grote

hoeveelheden fijn stof in de lucht. Maar wat is dat nu

eigenlijk fijn stof?

DOCEREN – fijn stof/SMOG

Lkr vertelt definitie fijn stof.

OLG – Luchtvervuiling

Nu zie je op de Powerpoint een kaart waarop de

waarden van het fijn stof zijn weergegeven. Hierop

gaan we de hoeveelheden fijn stof op verschillende

plaatsen in België vergelijken.

Op welke plaats in België is er veel fijn stof?

Waar is er in België niet veel fijn stof?

Hoe komt dat er in de steden een hoge

concentratie van fijn stof is?

PPT 26-32

BORD:

- luchtvervuiling

2.2.2 luchtvervuiling

Definitie fijn stof:

Fijn stof zijn zeer kleine deeltjes in de lucht

die diep doordringen in onze longen (net

omdat ze zo klein zijn) en hierdoor

schadelijk zijn voor onze gezondheid.

Page 7: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

OLG – Sporten in de stad

Het verkeer vervuilt de lucht die we inademen. Dit is

schadelijk voor onze gezondheid en daarom

beperken we beter ons autogebruik. Maar hoe zit het

nu met sporten in de stad? Dit zijn enkele quotes uit

een artikel van het wetenschapsmagazine EOS.

Lln lezen de quotes luidop.

Wat denken jullie? Zou sporten in de stad

ongezonder zijn dan op het platteland?

Wie sport er weleens in de stad?

Lkr toont FILMPJE over luchtvervuiling.

BESLUIT

Bebouwde kernen, en in het bijzonder de stedelijke

kernen, hebben de meeste luchtverontreiniging.

Dat zien we ook bij de test in het filmpje. Katleen

ademt 6 keer meer fijne stof deeltjes in tijdens het

joggen in de stad dan op het platteland. Sporten in

de stad is dus weldegelijk ongezonder.

Artikel EOS

‘Sporten in de

stad: gek of

gezond?’

Filmpje ‘Sporten

in de stad’

(vanaf 2’12’’

doorspoelen

naar 4’45’’)

Sporten in de stad

ARTIKEL:

luchtvervuiling, beweging en deelnemen aan

het verkeer = grootste uitlokkende factoren

voor hartinfarct

fietser ademt 4x zoveel vervuilende lucht in

als autobestuurder

http://www.een.be/ ook-getest-op-

mensen/joggen-in-stadslucht-een-goed-idee

FILMPJE: (ook getest op mensen)

joggen in de stad = 6 keer meer ultra fijne

stofdeeltjes ingeademd

in de stad groot verschil tussen lopen in

park of lopen langs druk kruispunt: waarden

langs kruispunt tot 10 keer hoger

Gegevens ontleden

uit tabel (C3)

Oplossingen/tips

voor

waterproblematiek

bedenken (C5)

Lesfase 5 onderzoek en verwerking

3’

OLG – Watervervuiling

Dagelijks gebruikt een Vlaming gemiddeld 110-120

liter (of m.a.w. 11-12 emmers) water.

Wanneer en bij welke activiteit gebruiken we

dagelijks water?

Welke activiteit verbruikt het meeste water?

Het probleem is dat de watervoorraden beperkt zijn.

Daardoor is het zeer belangrijk dat we bewuster

omgaan met water. In de dichtstbevolkte kernen is

het gebruik en de vervuiling van het

oppervlaktewater het grootste.

PPT DIA 33-35

BORD:

- watervervuiling

2.2.3 watervervuiling

Page 8: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

Bestudeer de grafiek op pagina 185.

Welke vervuiler van het oppervlaktewater is het

grootste?

Welke tips zouden kunnen helpen tegen

watervervuiling?

FILMPJE WATERFACTUUR

FILMPJE

Waterfactuur

ppt

Watervoorraden = beperkt

→ bewust omgaan met water!

Dichtbevolkte kern = watervervuiling groot

→ rivieren en kanalen sterk vervuild

grootste vervuiler oppervlaktewater =

industrie

TIPS:

- douchen i.p.v. bad

- kraan dicht tijden tanden poetsen

- …

http://nieuws.vtm.be/binnenland/137223-

laag-waterverbruik-dan-krijgt-u-korting

Hoe meer water je verbruikt, hoe meer je

moet betalen per liter. Als je minder

verbruikt, betaal je minder per verbruikte

liter. Voor de gemiddelde waterverbruiker

zal er bijna geen verschil zijn.

Oplossingen/tips

voor

afvalproblematiek

bedenken (C5)

Lesfase 6 verwerking

3’

Een ander probleem waar we in de stad mee

geconfronteerd worden is afval. We gaan eens kijken

of jullie dat zijn tegengekomen tijdens jullie virtuele

bezoekje aan Leuven.

Lkr duidt antwoorden aan op bord.

OLG - Afval

Heeft er iemand deze affiches ooit al gezien?

Welk probleem willen ze met deze slogans

aanpakken?

Waarom moeten wij recycleren?

Wat gebeurt er met ons afval?

Wat doe je thuis om je steentje bij te dragen?

Welke tips vinden jullie het meest efficiëntste?

PPT DIA 36-37

BORD:

- afval

BORD:

omcirkelen van

antwoorden

2.2.4 afval

OLG – Afval

Vlaming per jaar >500 kg afval

Afval gezinnen, winkels, kantoren,

bedrijven, … → steden grote afvalberg!

Page 9: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

Doceren

Lkr geeft context van aflevering ‘Weg met afval’ +

tips voor minder afval.

Koppen

02/04/2015 –

Weg met afval

Aflevering van koppen getiteld ‘Weg met

afval’. Aan de linkerkant het afval van een

gezin van 1 maand. Aan de rechterkant het

afval van datzelfde gezin dat een maand

extra moeite deed om te recycleren en

duurzaam te leven. Hoe deden ze dit?

- fruitsap in glazen flessen

- kraantjeswater filteren

- restafval van verpakkingen vermijden

- geen papieren maar stoffen zakdoeken

Link weergeven

tussen verkrotting

en criminaliteit.

(C2)

Lesfase 7 verwerking

In grote steden kom je jammer genoeg ook in

contact met criminaliteit en verkrotting. Zou er een

link zijn tussen deze twee. We onderzoeken het

samen.

OLG – Verkrotting

Wat denken jullie dat het begrip verkrotting

betekent?

Waar in Leuven hebben jullie dat al gezien?

OLG – link verkrotting en criminaliteit

Als jullie in zo een ‘krot’ moesten leven, zouden

jullie daar tevreden mee zijn? → verkrotting leidt tot ontevredenheid

Hoe zouden jullie jezelf voelen in zo’n situatie? → leidt tot spanningen

Waar hangen de jongeren zoal rond in zo’n

buurten?

Wat doen deze jongeren dan soms wanneer ze

niet op school moeten zijn?

Tot wat leidt dit alles?

→ kleine criminaliteit/vandalisme

OLG – Stadsvernieuwing vaartkom

Rond de vaartkom in Leuven is er veel

stadsvernieuwing. Dit doen ze om verkrotting en

criminaliteit tegen te gaan. Dit heeft enkel voor- en

nadelen. De nadelen zijn vooral voor de mensen die

daar wonen en de voordelen zijn vooral voor de stad.

Voor wie is dit een voordeel/nadeel?

PPT DIA 38-39

BORD:

- criminaliteit en

- verkrotting

2.2.5 criminaliteit

2.2.6 verkrotting

“Verkrotting”

Verkrotting?

Wanneer eigenaars gebouwen niet

onderhouden + verhuren tegen te hoge prijs

aan kansarmen (huisjesmelkerij)

Oplossingen?

- controles + boetes

- stadsrenovatie

OLG – link verkrotting en criminaliteit

Stedelijke kernen: meer criminaliteit

Verkrotting → ontevredenheid → spanningen

Jongeren: doelloos op straat

Beperkte sociale controle

kleine criminaliteit

Vaartkom Leuven = stadsvernieuwing

- Criminaliteit = +

- Aantrekkelijke stad = +

- Kapitaalkrachtigere bevolking = +

- Verplaatsing armoedeprobleem = -

- Kansarmen moeten buiten de stad = -

- PROBLEEM VERPLAATSTSEN

Page 10: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

De problemen in

een stad

opsommen,

herkennen en

benoemen (C3)

Oplossingen voor

de problemen in

een stad geven en

in eigen woorden

uitleggen (C2/C5)

Lesfase 8 besluitvorming + herhaling

6’

DOCEREN - Besluit

Lkr overloopt bordschema stap voor stap.

OLG – Algemeen besluit

Wie weet er nog wat we hebben besloten bij het

analyseren van de bevolkingsdichtheid?

Waarom zijn die open ruimtes nu zo belangrijk?

o Wat kan je daar allemaal mee aanvangen?

o Zijn er soms mensen die zo’n open

ruimtes nodig hebben om hun beroep uit

te oefenen

Wat kunnen natuurverenigingen en de overheid

doen aan deze problematiek?

o Is er iemand die zo’n actie kent?

PPT DIA 40

Besluit

stedelijke kern ↓

hoge bevolkingsdichtheid ↓

overbelasting:

- verkeersdrukte

- luchtvervuiling

- watervervuiling

- afval

- criminaliteit en verkrotting

Algemeen besluit

Weinig open ruimte in Vlaanderen

Open ruimte belangrijk voor:

- landbouw

- fauna en flora

- gezonde lucht

- …

Overheid en natuurverenigingen:

beschermen van open ruimte

(Natuurpunt: ‘Bos voor iedereen’)

Page 11: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

Redenen waarom

mensen voor het

wonen in een stad

kiezen opsommen

(C2)

Lesfase 9 onderzoek + verwerking

8’

Je mag je boek nu even sluiten.

OLG

Is er iemand in deze klas die in de stad woont?

Ben je gelukkig in de stad?

Wie woont er allemaal op het platteland of in een

dorp?

Wat vinden jullie daar fijn aan?

OEFENING

In deze oefening gaan we de voor- en nadelen van

een stad vergelijken. Jullie mogen eerst even

nadenken over de voor- en nadelen van een stad.

Als jullie daarmee klaar zijn morgen jullie dit op het

smartbord op de juiste plaats noteren.

Het rode schaaltje is voor de negatieve aspecten, het

groene voor de positieve.

LLN komen naar voor en schrijven hun bevindingen

op het smartboard. Daarna volgt een korte

bespreking.

BESLUIT

Samen maken we een synthese a.d.h.v. wat er op

het smartboard staat.

PPT DIA 41-42

BORD:

3. Wonen in de stad

Oefening + besluit

groot aantal functies maakt wonen in de

stad aantrekkelijk:

- veel mogelijkheden en functies

- ontspanningsmogelijkheden

(toneel, sport, horeca, …)

- ruime keuze aan scholen

- handelszaken

- openbaar vervoer

- verzorgingsnet

(ziekenhuizen, rusthuizen, …)

Slot besluitvorming

2’

Graag wil ik afsluiten met een positieve boodschap.

Het is niet de bedoeling de stad als een grote boze

wereld te doen lijken. In een stad vallen gigantisch

veel leuke dingen te beleven… Waar veel mensen,

jongen en oud, verschillende culturen samenleven,

bloeien ook mooie dingen. Kijk maar naar Leuven.

OLG-Slot

Wie heeft een hobby in het centrum van Leuven?

Gaan jullie soms naar faciliteiten in deze stad?

Wie heeft er al een fijne activiteit gedaan in

Leuven?

Opmerkingen i.v.m. bijlagen:

Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.

Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).

Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.

Page 12: LESONTWERP - Portfolio Aardrijkskunde Jolien Felisaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/...PPT DIA 2-5 ATLAS p 17 BORD: stedelijke kern ↓ hoge bevolkingsindex krantenartikels

BORDSCHEMA

stedelijke kern ↓

hoge bevolkingsdichtheid ↓

overbelasting: - verkeersdrukte

- luchtvervuiling - watervervuiling

- afval - criminaliteit en

verkrotting

SMARTBOARD: PPT

ANTWOORDEN VAN LLN BIJ

DE INSTAP