28
VAKBLAD VOOR SCHOOLLEIDERS maart 2013, 7 e jaargang 2 Schoolbesturen halen de broekriem aan Gevolgen van andere schooltijden De meerwaarde van leidinggeven Van schoolleiders naar onderwijsondernemers Naar krachtige scholen met een professionele identiteit Naar krachtige scholen met een professionele identiteit

Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

  • Upload
    others

  • View
    5

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

vakblad voor schoolleiders

maart 2013, 7e jaargang2

schoolbesturen halen de broekriem aan

Gevolgen van andere schooltijden

de meerwaarde van leidinggeven

van schoolleiders naar onderwijsondernemers

Naar krachtige scholen met een professionele identiteitNaar krachtige scholen met een professionele identiteit

Page 2: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

inhoud

2 maart 2013

0808

12

14

15

19

24

Naar krachtige scholen met een professionele identiteitMaak medewerkers ambassadeurs van de school.

Schoolbesturen halen de broekriem verder aanHoe ga je als schoolleider om met bezuinigingen.

LinkedIn voor schoolleidersUw profiel als database van professionele contacten.

Recensie: Prikkels in de groep!Hoe kinderen prikkels verwerken.

De meerwaarde van leidinggeven Aantal vrouwelijke directeuren in het onderwijs groeit.

Van schoolleiders naar onderwijsondernemersGaan voor ondernemerschap in tijden van crisis.

Xx Door

Xx Door

Xx Door

Xx Door

Xx Door

Xx Door

Xx Door

Xx Door

Xx Door

rubrieken

04 Korte berichten

07 CNVStandpunt

11 Open Mind

16 Vraag & antwoord

18 Mijn school

22 Boeken

23 Column Dirk van Boven

26 Column Chris Lindhout

27 Korte berichten

Page 3: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

directiefDirect is een uitgave van CNV Schoolleiders en is bestemd voor leidinggevenden in het primair en voortgezet onderwijs.

Hoofdredactie: Rob Bovee (tijdelijk)Redactie: Martin de Kock, Fokke Rosier, Wim Oostra, Henk Andeweg, Chris Lindhout Eindredactie: Froukje MeermanSecretariaat: Sonia PiccirilloE-mail: [email protected]

Bureau CNV SchoolleidersPostbus 25103500 GM UtrechtE-mail: [email protected]

Directieadvies leden CNV Schoolleiders:Ed Weevers(030) 751 10 04E-mail: [email protected]

Advertenties: Recent BV(020) 330 89 [email protected]

CNV Schoolleiders [email protected] (030) 751 10 03

Opmaak: FIZZ marketing & communicatie, MeppelDruk en afwerking: Ten Brink, Meppel(0522) 24 61 62

Direct is het officiële orgaan van CNV Schoolleiders. Sinds november 2010 is er de mogelijkheid om een los abonnement te nemen op Direct. De kosten zijn € 46,00 per jaar voor 8 nummers. Hiervoor is geen lidmaatschap van CNVS vereist. Bij een lidmaatschap van CNV Schoolleiders is toezending van het blad inbegrepen.

colofon

3maart 2013

Steeds meer scholen stappen af van traditionele schooltijden. Een aanpassing die uiteraard niet alleen gevolgen heeft voor leerlingen, maar ook voor ouders. Hoe ga je met die consequenties om? Het onderwijsveld wordt geconfronteerd met een daling van leerlingaantallen in de krimpgebieden. In tijden van krimp is het vooral een spel van belangen dat voornamelijk gedreven wordt door euro’s, of het gebrek daaraan. In de dagelijkse realiteit van een schoolleider verandert de agenda van schoolontwikkeling naar financieel economische haalbaarheid. Met minder mensen minimaal hetzelfde werk doen.De Citoscores zijn verschenen en de discussie is losgebrand over het voornemen van de staatssecretaris om de gemiddelde Citoscores van basisscholen openbaar te maken. Met een gemiddelde van 535,1 is te zien welke scholen dit jaar beter of slechter scoren. Er is veel kritiek vanuit het onderwijsveld. De PO Raad wil onderzoeken of er hierdoor sprake is van benadeling van scholen. Tweede Kamerleden twijfelen over het nut ervan. Ook het Cito zelf is niet gelukkig hiermee. In 2011 en 2012 heeft CNV Onderwijs onderzoek gedaan naar zowel de beroeptrots als de professionele identiteit, waaruit de visie is ontwikkeld dat de ontwikkeling van kinderen voorop staat, het van belang is dat er sprake is van een waarderende omgeving. Als de gemiddelde Citoscores achter elkaar worden gezet zonder de context daarbij te vermelden – en daar lijkt het voornemen op – is er sprake van ranking, met het risico van een veel minder waarderende omgeving.“Van elke honderd euro die we als land uitgeven, gaan er twaalf naar onderwijs” (Friesch Dagblad, 7 maart 2013). Onderwijs is belangrijk, alleen is niet altijd duidelijk waarover dat onderwijs dan moet gaan. De rol van u als schoolleider is cruciaal hierbij.

De redactie

24

23

12

Page 4: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

4 maart 2013

Organisaties van werkgevers en werk-nemers in het mbo hebben afgespro-ken enkele regionale bijeenkomsten te organiseren om met het personeel van de verschillende ROC’s van gedachten te wisselen over het werkverdelingsbeleid, in samenhang met de documenten die

hiervoor bepalend zijn, te weten de cao, het Professioneel Statuut en de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Aan de cao-tafel is al tijden de verde-ling van werkzaamheden c.q. de er-varen werkdruk binnen de teams een heet hangijzer. Om de reeds gemaakte afspraken te evalueren, is ervoor ge-kozen om de dialoog met het onder-wijswerkveld te zoeken. Vervolgens zal worden bekeken hoe het onderwijsveld kan worden ondersteund in het proces. CNV Onderwijs sluit daarbij niet uit dat een aanpassing van de cao-afspraken daarvoor noodzakelijk is. Namens CNV Onderwijs nemen Joany Krijt, Paul Has-sing, Diederik Brink en verscheidene regiobestuurders deel.

Regionale bijeenkomsten over werkverdeling middelbaar beroepsonderwijs

Wilt u een van de volgende rapporten of policy papers ontvangen? Stuur dan een e-mail met het verzoek naar Diederik Brink, beleidsmedewerkers CNV Onderwijs via [email protected].

• Andreas Schleicher - Preparing Teachers and Developing School Leaders for the 21st Century: Lessons from Around the World.

• ETUCE Policy Paper on School Leadership.

• Rapport Onderwijsraad: Kiezen voor kwalitatief sterke leraren.

Rapporten opvragen

korte berichten

fontys.nl/oso

Na je bachelor natuurlijk ook je master!

Master Special Educational Needs (M SEN)

Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs

Bezoek de open avond op:• woensdag 17 april• donderdag 23 mei• woensdag 5 junivan 18.00 - 21.00 uur.

Maak gebruik van de Lerarenbeurs.

Kijk voor meer informatie over locaties en aanvraag van een brochure op fontys.nl/oso, mail naar [email protected] of bel 08850 77133.

Jij maakt het verschil!

Page 5: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

5maart 2013

Vlak voor zijn vertrek heeft voormalig CNV Onderwijs voorzitter Michel Rog de landelijke media gehaald met een oproep om zittenblijven tegen te gaan door sum-mer schools op te zetten. Na zijn vertrek heeft Joany Krijt dit onderwerp opgepakt en is met de VO Raad en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de tafel gaan zitten. Hierbij waren een aantal uitgangspunten voor CNV Onderwijs leidend. De belangrijkste zijn het effect op het leerrendement en de motivatie voor en van de leerling, even-tuele opbrengsten mogen niet worden ingezet als bezuiniging, maar moeten terugvloeien naar het onderwijsproces, scholen nemen alleen vrijwillig deel aan een pilot met summer schools, er wordt

niet getornd aan de vakanties van leraren en schoolleiders. Op basis van deze uitgangspunten is afge-sproken om een pilotproject op te zetten. Met financiering vanuit het ministerie en ondersteuning door consultants van BMC wordt op dit moment een projectplan ge-schreven. Een expertisegroep met daarin vertegenwoordigers van CNV Onderwijs, de VO Raad en uit de wetenschap zal het proces volgen en analyseren.

De pilot duurt twee jaar en stelt deel-nemende scholen in staat om summer schools te organiseren om zo het effect op de leerlingen en de doorstroom te kunnen meten. Voor de uitvoering wor-den externe bureaus ingeschakeld.

Summer schools om zittenblijven tegen te gaan

Bestuurslid Willem Jelle Berg van CNV Onderwijs roept op tot het verdelen van meer promotiebeur-zen onder leraren in het onderwijs. Volgens hem

bevordert dit de profes-sionele ontwikkeling van leraren en kan het leer-lingen enthousiast maken voor een wetenschappelijke opleiding.

Oproep tot meer promotie- beurzen voor leraren

Nationaal onderwijsakkoord

Op dit moment wordt er in de Stichting van het Onderwijs, waarin werkgevers en werknemers in het onderwijs zijn verenigd, onderhandeld over een nationaal onderwijsakkoord. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is betrokken bij dit pro-ces. Het doel is om gezamenlijk tot een langetermijnvisie te komen voor het onderwijs, om zo rust te brengen en gezamenlijke doelen te formuleren.

CNV Onderwijs bij conferentie Education International

Op 29 en 30 januari heeft een delegatie van CNV Onder-wijs deelgenomen aan de

conferentie van Education International over ‘framing education for the public good’. Onder leiding van algemeen secretaris Cees Kuiper en met ondersteuning van manager beleid en regio Leon Meijer en beleidsmedewerker Diederik Brink, heeft CNV Onderwijs gesproken met verschillende spelers in het internationale onderwijsveld.Algemeen secretaris Cees Kuiper.

Page 6: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

MR Partnerschap

Een professionele school vraagt professionele medezeggenschap. CNV Onderwijs Academie onderstreept het belang van een goed functionerende MR en biedt advies.

Daarnaast biedt de Academie verschillende trainingen aan die op uw eigen locatie kunnen worden gegeven. Voor structurele onder-steuning biedt CNV Onderwijs Academie het MR Partnerschap aan.

Kijk voor meer informatie over advies en Partnerschap op www.cnvo.nl/academie, bel (030) 751 17 47 of stuur een e-mail naar [email protected].

Uw partner in training en advies

Page 7: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

7maart 2013

Veel schoolleiders, leerkrachten en be-sturen zijn op een onaangename manier geschrokken van het rapport en het advies van de Onderwijsraad over de problema-tiek rondom de daling van het aantal leer-lingen. Na een periode van stabilisering van het aantal leerlingen in Nederland, is er nu sprake van een relatief snelle daling. Het aantal geboorten bereikte in 2000 een piek met 207.000. Sindsdien is een daling ingezet en het Centraal Bureau voor de Statistiek gaat ervan uit dat het geboorte-cijfer binnen enkele jaren rond de 178.000 ligt. Dit betekent dat er de komende jaren een forse inkrimping zal plaatsvinden van het aantal leerlingen op veel (kleine) basis-scholen op het platteland. Het bestaans-recht van 1.311 van de 6.875 basisscholen komt in groot gevaar, wanneer het advies van de Onderwijsraad opgevolgd zal wor-den. Dat advies geeft aan dat elke school honderd of meer leerlingen moet hebben om te kunnen bestaan. De staatssecretaris Sander Dekker noemt de conclusie van het rapport van de Onderwijsraad ‘een zeer ingrijpend advies’.De PO-Raad, bij monde van voorzitter Kete Kervezee, heeft het over een vrije val wanneer er niets gebeurd. Andere instanties reageerden eveneens geschokt. Ook CNV Schoolleiders ziet de situatie met zorg tegemoet. Wat gaat dit allemaal

betekenen voor onze collega’s en hun personeel op de werkvloer en voor het onderwijs? Welke perspectieven zijn voorhanden om het werkplezier en de onderwijskwaliteit op peil te houden en de werkgelegenheid zo veilig mogelijk te stellen? Het zijn zomaar enkele aandachtspunten die naar voren komen om de komende jaren volop aan te werken.

CNV Schoolleiders zal, waar mogelijk, zich richten op de onder-steuning en begeleiding van al haar leden bij het doorlopen van dit proces. Vooral passende maatregelen op lokaal niveau moeten volgens ons mogelijk zijn. De kwaliteit van het onderwijs moet bij een eventuele inkrimping of fusie niet uit het oog verloren worden. Tevens is het van groot belang dat de toegankelijkheid en keuze-

vrijheid belangrijke rollen moeten spelen. Natuurlijk is de betaal-baarheid een belangrijke factor, maar dat mag volgens ons niet het belangrijkste zijn om zomaar scholen te sluiten. Het is positief dat de Onderwijsraad uitdrukkelijk de keuzevrijheid en een pluriform onderwijsaanbod ook in de krimpgebieden onderschrijft.

CNV Schoolleiders zal haar invloed aanwenden om de belangen van haar leden op verschillende niveaus te behartigen, ook wat betreft deze krimpproblematiek. Rechtspositioneel zullen wij u bijstaan en u kunt altijd informatie en advies bij ons inwinnen. Het bestuur van CNV Schoolleiders houdt u op de hoogte.

Leerlingaantallen dalen: wat staat ons nog te wachten?

Jan Kieft bestuurslid CNV Schoolleiders

CNVStandpunt

‘de kwaliteit van het onderwijs mag bij een inkrimping niet uit het oog verloren worden’

Page 8: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

8 maart 2013

et begin van de Carrière Workshop gaat in op de passie van waaruit mensen hebben gekozen voor een baan in het onderwijs. Al gauw werd duidelijk dat veel deel-

nemers moeite bleken te hebben met het actualiseren van hun oorspronkelijke passie, vanwege tal van interne en externe fac-toren die invloed hebben op hun arbeidssatisfactie. In de meeste gevallen waarin sprake was van zogenaamde passieremmers, kwam naar voren dat er weinig persoonlijke aandacht was van de zijde van de schoolleiding. Een aantal leerkrachten ver-woordde hun gevoel dat zij zich in hun werk nauwelijks konden ontplooien en er vaak alleen voor stonden, terwijl zij zich wel erg betrokken voelden bij de leerlingen en het onderwijsproces.

Verderop in de workshop kwamen we erachter dat men het heel moeilijk vond om eigen sterk ontwikkelde competen-ties goed te benoemen. Van doorgroei-mogelijkheden buiten het onderwijs om hadden vrijwel alle deelnemers geen concreet beeld. Hiermee neemt het on-derwijs een enigszins geïsoleerde positie in, terwijl het daarentegen wel een vitaal segment vormt van de arbeidsmarkt. De reacties illustreren tevens hoe weinig leerkrachten vanuit hun school worden uitgenodigd tot nadere zelfverkenning,ervan uitgaande dat ze gewoon de ‘on-derwijsklus’ wel klaren in de loop der jaren. Daardoor wordt ook de noodzaak in de kiem gesmoord om mee te gaan met andere omstandigheden in de onderwijsmarkt en pro actief te anticipe-ren op een wijzigend loopbaanperspec-tief, onder meer vanwege krimp of beperktere financiële middelen.

‘To be better than the competition, you can’t stay always the same’. Een prikkelende slogan volgens Peter Ottenhoff, directeur van HCE JobCreator, die hem doet denken aan de Carrière Workshops met het adagium ‘Are you Ready-2-Move?’ die hij samen met de trainers van de CNV Onderwijs Academie organiseerde voor onderwijsmedewerkers. Ottenhoff schetst het belang om de professionele identiteit van medewerkers te stimuleren voor een krachtige school.

Op weg naar krachtige scholen met een professionele identiteit

H

Page 9: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

9maart 2013

HuMAN RESOuRCESVanuit mijn betrokkenheid als arbeids-marktspecialist bij het meehelpen oplos-sen van personele knelpunten binnen onder meer onderwijsinstellingen, heb ik ervaringen opgedaan aan de kant van de dagelijkse praktijk van schoolleiders en schoolbesturen. Vooral wanneer ik hen mocht bijstaan in de uitvoering van outplacementtrajecten ‘Van Werk Naar Werk’ of bij het herplaatsen van lang-durig zieke medewerkers, werd mij dui-delijk dat human resource (HR) manage-ment en een consistent mobiliteitsbeleid niet op alle scholen even goed ontwikkeld zijn. In het geval van boventalligheid of ziekteverzuim worden bepaalde perso-nele kwesties dikwijls bestempeld als ‘heilige huisjes’, waarin het lastig opere-ren is als schoolleider, temeer omdat hij in de meeste gevallen niet is opgeleid tot HR professional.Vooral kleinere en middelgrote scholen beschikken niet over een eigen P&O-afdeling die voldoende kennis van zaken heeft op het gebied van wet- en regel-geving en daardoor soms belangrijke beslissingen te lang uitstelt. Vanuit goed werkgeverschap is het echter van belang medewerkers professioneel te (laten) coachen tijdens de uitoefening van hun werk, dat er de afgelopen jaren niet een-voudiger op is geworden.

StIMuLERENMijn ervaring is ook dat binnen het on-derwijs veranderingsprocessen door-gaans langzaam en moeizaam verlopen. Medewerkers uitnodigen om vaste patronen los te laten en voor verande-ringen een goed draagvlak creëren, is voor menig schoolleider allerminst een sinecure. Gelukkig kom ik ook regelmatig situaties tegen, waarin er een open cul-tuur heerst binnen de school en waarbij medewerkers goed in hun vel zitten en zich sterk betrokken voelen bij de ver-betering van de kwaliteit van het onder-wijs. In alle gevallen bespeur ik dan een coachende schoolleider die erin slaagt aan te sluiten bij het emotionele aspect van zijn medewerkers en hen stimuleert zichzelf verder te ontwikkelen binnen een professionele leer- en werkomgeving. Medewerkers worden daardoor gesterkt

in hun gevoel voor eigenwaarde, waardoor zij beter presteren, minder vaak uitvallen en zichzelf beschouwen als een onder-wijsprofessional. Ook neemt hierdoor hun beroepstrots enorm toe en identificeren zij zich sterker met de school vanuit de rol van ambassadeur.

ANDERE CuLtuuRfOCuSIn 2011 en 2012 is er binnen CNV Onderwijs onderzoek gedaan naar zowel de beroepstrots als de professionele identiteit, waaruit de visie is ontwikkeld dat de ontwikkeling van kinderen voorop staat, het van belang is dat er sprake is van een waar-derende omgeving en mensen vooral prettig kunnen werken en zich kunnen ontwikkelen binnen een professionele cultuur. Hierdoor ontstaat een waarderend en veilig klimaat op basis van de geleefde visie, hetgeen inhoudt dat binnen de school alle bij het onderwijsproces betrokken medewerkers deze visie in hart en nieren mede vormgeven en naar buiten toe uitdragen. Door het volgen van opleidingen en trainingen wordt hun vakman-schap versterkt en voorkomen dat hun passie aan kracht inboet. Al deze pijlers vormen samen de basis van de krachtige school.

Om tot een dergelijke cultuurverandering te komen, is aanpas-singsbereidheid van alle kanten noodzakelijk. Alle betrokkenen moeten inzien dat veranderingen tal van nieuwe kansen en

uitdagingen bieden, zoals hun eigen persoonlijke ontwikkeling, het verlagen van de perceptie van een te hoge werkdruk en het toenemen van de beroepstrots. Daarmee ontstaat ook het besef dat het mogelijk is om samen het imago van de school te versterken door betere prestatie-indicatoren die leiden tot een hogere klanttevredenheid. Dit proces voorkomt tevens dat de aandacht voor verandering van binnenuit voortdurend blijft afgeleid door alleen te wijzen op externe factoren, zoals een regulerende overheid die het onderwijsveld onder druk zet.

MEEStERSCHAP IS VAKMANSCHAPIn tal van vakgebieden is het voor beroepsbeoefenaren verplicht om zich op periodieke basis bij te scholen, zoals heel gebruike-lijk is in de advocatuur, de financiële dienstverlening en de me-dische wereld. Het is daarom frappant om te zien dat dit binnen het onderwijs geen gemeengoed is en men vaak eenzijdig focust op het overbrengen van kennis en vaardigheden aan leerlingen. In het kader van het door Europa gestimuleerde beleid rondom life long learning zouden schoolleiders hun medewerkers breder moeten inspireren om voortdurend in zichzelf te blijven inves-teren, niet alleen voor het onderhouden van hun vakkennis en vakbekwaamheid, maar ook om verder te bouwen aan hun rol als professional als het gaat om zaken die verder reiken dan de overdracht van kennis en vaardigheden. Hiertoe behoren het bij-

‘hierdoor identificeren zij zich met de school vanuit de rol van ambassadeur’

Page 10: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

10 maart 2013

en het mede versterken van de klant-tevredenheid. Emotionele waardering, erkenning en uitnodiging tot verdere pro-fessionalisering zijn hierbij kernbegrip-pen, die ertoe leiden dat medewerkers de intrinsieke noodzaak tot verandering gaan voelen en bereid zijn in beweging te komen én te blijven. Hierdoor ont-staan tevens de eerste contouren van de uitstraling van een krachtige school, die populair is in de brede regio en daar-door ouders uitnodigt hun kinderen daar onderwijs te laten volgen. Daarmee vormt het predicaat ‘krachtige school’ naast een essentiële managementtool tegelijk een belangrijk promotiemiddel.

KWALItEItSSCANIn samenwerking met CNV Schoolleiders bieden wij schoolleiders de mogelijkheid met ons te sparren over support ten be-hoeve van hun HR-beleid en op die manier het potentieel van hun medewerkers optimaler te benutten. In dit kader kan een kwaliteitsscan van een school goede diensten bewijzen. HR professionals onderzoeken dan samen met de school-leiding en eventuele P&O functionaris hoe de samenstelling van de huidige mede-werkers zich verhoudt tot de gewenste onderwijsvisie annex beoogde cultuur-verandering voor de komende jaren in het licht van het toegroeien naar een krachtige school. Welke medewerkers zitten op de juiste plek, welke medewer-kers hebben doorgroeimogelijkheden, op welke terreinen is aanvullende scholing en coaching gewenst en in welke gevallen is het raadzaam medewerkers te bege-leiden naar een andere invulling van hun loopbaan, waarbij hun duurzame inzet-baarheid op de arbeidsmarkt gewaar-borgd blijft.

DuRft u DE uItDAgINg AAN?Ik nodig u graag uit om na het lezen van dit artikel uw visie en ervaringen met ons te delen. Wanneer u prijs stelt op meer informatie of support of reeds binnen uw school ontwikkelde good practices met ons wilt delen, dan kunt u hiervoor con-tact opnemen met het secretariaat van CNV Schoolleiders.

Drs. Peter Ottenhoff, HCE JobCreator

brengen van belangrijke maatschappelijke inzichten en het ver-vullen van een voorbeeldrol als het gaat om attitude en respect-volle omgangsvormen. Het is zaak dat onderwijsmedewerkers ook werken aan het creëren van een evenwichtige balans tussen werk en privé. Dit vereist van schoolleiders ook een beweging richting coachend leiderschap en een verdieping van hun kennis en inzicht op het gebied van HR management.

KRACHtIgE SCHOOLSchoolleiders spelen een bepalende rol als het gaat om het formeren van een team dat zich voortdurend gesteund en uitgedaagd voelt om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden dan wel verder te verbeteren. Zij moeten de visie van school vertalen in een werk- en leeromgeving, waarin niet al-leen leerlingen zich veilig en geprikkeld voelen om adequaat te presteren, maar waarin ook de onderwijsgevenden en onderwijs ondersteunende medewerkers zich herkennen en prettig func-tioneren. De medewerkers vormen immers het human capital bij uitstek van de school en zijn in die zin allesbepalend voor het meehelpen realiseren van de beoogde prestatiedoelstellingen

Page 11: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

11maand 2011

Open mind

11maart 2013

U kunt reageren op deze column via [email protected].

Van Karel de Grote wordt gezegd dat hij niet kon lezen en schrijven, maar wel kon rekenen. Van hem wordt ook gezegd dat hij de eerste minister voor Onderwijs in Europa benoemde, Alcuinus, die ook zijn persoonlij-ke leermeester was. Alcuinus introduceerde opnieuw de inhoud van de brede klassieke vorming in het cultureel sterk teruggevallen Europa. Historici spreken van de Karolingi-sche Renaissance.Ik zag een reportage over ijszeilen – een uitvinding van Simon Stevin voor Prins Mau-rits. Stevin onderwees de prins in wiskunde, maar schreef ook leerboeken over andere vakken uit het toenmalige onderwijs, waar-onder een over logica. Stevin was een goede ambassadeur van een brede intellectuele ontwikkeling. Aandacht voor een brede intellectuele vorming van jonge mensen is een regel-matig terugkerend thema in de Europese onderwijstraditie. De antieke intellectuele vorming kreeg al vroeg een vaste vorm in de zeven vrije kunsten: drie talige vakken en vier exacte vakken. Deze zeven vormden een behoorlijk hecht basiscurriculum dat voorbereidde op een vervolgstudie in rech-ten, theologie of geneeskunde. Hun Latijnse naam was septem artes liberales. De artes liberales hebben altijd een dubbele functie gehad: voorzien in een algemene basisvor-ming én dienstbaarheid aan een hoger doel. In de katholieke middeleneeuwen lag de dienende functie vooral in de bestudering van theologie. In de Renaissance viert de be-wondering voor de klassieke tijd hoogtij. Wat ondanks deze verschillen bleef, is intellectu-ele vorming; ontwikkeling van het vermogen om via inzicht in de mogelijkheden van taal-gebruik en wiskundige regels toe te treden tot de wereld van de hogere cultuur.

Ik maak een sprong naar het heden en naar onze manier van kijken naar vormingsdoelen. Ik zie veel Nederlandse scholen ook in onze tijd streven naar een breed onderwijspro-gramma. Nu eens wordt dit streven ingege-ven door verlangen om tegenwicht te bieden aan claims die leiden tot verenging van het aanbod. Claims zoals de te grote nadruk op rekenen en taal en het gevoel dat het op-brengstgerichte werken te eenzijdig oog heeft voor direct meetbare opbrengsten. Dan weer gaat het om de oprechte, bevlogen wens om

leerlingen een breed, uitdagend programma aan te bieden, zodat ze getriggerd worden om te leren. En soms gaat het om het zoeken naar een eigen profiel in een sterk concurrerende omgeving. Veel gehoorde motieven voor school- en onderwijsontwikkeling zijn in het primair onderwijs: recht doen aan verschillen, leerlingen verder brengen, het beste uit een kind halen. In het voortgezet onderwijs: leerlingen uitdagen, activeren tot zelfstandig leren, kansen geven en ze in het schooltype brengen en houden dat past bij hun mogelijkheden.Niet zo lang geleden publiceerde Amerikaanse filosofe Martha Nuss-baum het interessante essay ‘Niet voor de winst’; een pleidooi voor revitalisering van een brede basisvorming volgens het recept van de artes liberales. Interessant is vooral haar motief. Ze signaleert om zich heen een forse tendens, waarin onderwijsdoelen steeds nadruk-kelijker worden afgestemd op economische winst en op alle zaken die daarvoor nuttig zijn. Nussbaum neemt een neiging waar om alles wat niet direct aantoonbaar bijdraagt aan economisch rendement te elimineren uit het curriculum. Ze ziet het om zich heen in de bestem-ming van subsidies. Voor haar is het duidelijk: ‘alles van waarde is weerloos’. En waarom dit erg is? Volgens Nussbaum: door alles weg te snijden wat niet direct van nut is, hollen we onze democratie

uit. Want onze democratie kan alleen bestaan in een situatie van vrij en kritisch kunnen, mogen en durven denken. Het zijn juist de kunstzinnige en reflectieve vakken die burgers vormen tot mondige burgers – en dat is precies waaraan een democratie behoefte heeft om adequaat te functioneren. Debat, spraak en tegenspraak, tegen-draads denken – ze zijn onontbeerlijk in een wereld die de dictatuur en de macht van enkelen achter zich heeft gelaten. Het is een mooi, aansprekend pleidooi, waarin Nussbaum nader uitwerkt om welke competenties het precies gaat. Voor haar is het in de VS gebruikelijke programma van de liberal arts een goed voorbeeld dat bijdraagt aan de ontwikkeling van de beoogde competentie. Het Nederlandse onderwijs heeft de traditie van de artes liberales achter zich gelaten. Wij hebben de laatste twee eeuwen schooltypes ontwikkeld die nauw aansloten bij de standenmaatschappij, zoals die was (hogere burgerschool, ambachtsschool, huishoudschool, etc.) om deze schooltypes vervolgens naar elkaar toe te laten groeien in twee stromen: het algemeen vormende onderwijs en het beroepson-derwijs. Ons hoger onderwijs sluit hierop aan, voorziet niet ook zelf in een breed basisprogramma dat gericht is op intellectuele vorming in de traditie van de liberal arts. Wij, nuchtere Nederlanders, kooplieden die we waren en zijn gebleven, zijn vooral gesteld op efficiënte leer-wegen, op routes die in een keer tot een vroeg bepaalde bestemming leiden, op onderwijsrendement. We zijn minder gesteld op diplo-mastapeling of op een keer mogen switchen, omdat je het ook nog niet precies wist. En hoeveel waarde hechten we aan vorming zonder aantoonbare waarde? En zo krijgt elke samenleving het onderwijs-bestel dat het verdient. Of bereid is te bekostigen. Harm Klifman

Liberal arts

Page 12: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

12 maart 2013

et artikel ‘Begroten: de nul aanhouden of kopje on-der?’ uit Direct 1 nam u mee in een beschouwing over de financiële positie, waarin veel schoolbesturen zich

geplaatst zien en wat deze positie betekent voor de bestedings-ruimte en het opstellen van de begrotingen voor 2013. Simpel-weg komt het erop neer dat het leerlingaantal doorslaggevend is voor de hoeveelheid geld die je als schoolbestuur te besteden hebt. Daarnaast speelt voor de bestedingsmogelijkheden die een bestuur heeft nog een aantal eigen kengetallen mee, waarop je

niet heel veel invloed kunt uitoefenen, zoals de formatieomvang van de opgenomen BAPO, het ziekteverzuimcijfer, de vervan-gingskosten, de huisvestingsomstandigheden en de exploitatie ervan en de hoogte van de Gemiddelde Personeelslast (GPL) binnen de vereniging of stichting; wat betaalt het bestuur gemid-deld genomen per docent/leerkracht.

PAPIER BLOOSt NIEtEen begroting maken lukt over het algemeen nog wel. Het zijn immers maar cijfers. Papier bloost niet. Maar daarachter ligt wel een hele wereld. Een wereld waarin leerlingen voorkomen die geld genereren en een wereld waarin medewerkers, school-gebouwen en leermiddelen voorkomen, waaraan je dat geld weer uitgeeft. In ons land geven we ongeveer 80 procent uit aan salarissen en andere personele kosten. De rest gaat zitten in de exploitatie van het gebouw en de middelen die ingezet wor-den voor het uitvoeren van het onderwijsprogramma dat je als school aanbiedt.

De conclusie is dat we gemiddeld geno-men per schoolorganisatie minder te be-steden hebben. Dat komt, omdat er over het afgelopen decennium in ons land, absoluut gezien, minder kinderen geboren zijn. Daarnaast worden de overheidsbijdragen per leerling over de komende jaren, te beginnen voor 2013, teruggeschroefd. En aangezien het groot-ste gedeelte van de ontvangsten uitge-geven wordt aan personeel, lijkt het voor de hand te liggen dat besturen binnen die ‘kostenpost’ de uitgaven terug gaan pro-beren te brengen. Een docent ontslaan, per GPL aan inkomsten ongeveer 72.000 euro (voor niet-ingewijden, het betreft hier niet alleen het brutosalaris, maar ook de andere werkgeverslasten, zoals pensioenpremies en sociale premies), zet meer zoden aan de dijk dan de thermo-staat twee graden lager zetten en het Meerjaren OnderhoudsPlan (MOP) wat schraler invullen.

WEgSNIJDENVoor een school in het voortgezet onder-wijs betekent het wegsnijden van een fte – het gaat daarbij overigens wel om een loyale docent die naast zijn lesge-vende taken ook stinkend zijn best doet in de ouder- en leerlingbegeleiding en ook zelf een gezin heeft te onderhouden – dat er 25 lessen minder in het rooster geprogrammeerd worden. Het gevolg is dat je als schoolleiding besluit om de klassengrootte binnen een afdeling van gemiddeld 27 leerlingen te verhogen naar 32 of 33 leerlingen. Daarmee wordt een complete klas opgeheven en worden de betreffende leerlingen verdeeld over vijf andere klassen. Bij het noodzakelij-kerwijs terugschroeven van de formatie

De leerlingenaantallen dalen, evenals de bijdragen van de overheid per leerling over de komende jaren. Hierdoor is de financiële positie van veel schoolbesturen niet rooskleurig te noemen. En nu? Hoe ga je hiermee om als schoolleider?

Schoolbesturen halen de broekriem verder aan

H

‘doemdenken is een opstelling, waarmee je geen ambities

kunt waarmaken’

Page 13: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

13maart 2013

met bijvoorbeeld drie fte, herhaal je dit kunststuk nog een paar keer. Ben je er daarmee wat de gevolgen betreft?

Nee, de docenten die mogen blijven, zijn natuurlijk blij dat zij werk hebben, mooi werk ook en de betaling is ook lang niet slecht. Maar ze gaan het echt merken dat ze vijf of zes leerlingen extra in de les hebben. Het is een groot verschil om in plaats van in een vol klaslokaal, nu in een overvol klaslokaal te werken. Over de afgelopen jaren is het aantal leerlingen met een specifieke begeleidingsvraag, al dan niet voorzien van een rugzakje, op veel scholen toegenomen. Zorgcoördi-natoren hebben hun takenpakket over de afgelopen jaren in rap tempo zien veranderen. Waren het over het alge-meen vakdocenten met zorgtaken in de jaartaak, nu zijn het vaak functionaris-sen binnen de school geworden, die de leerlingbegeleiding coördineren en ook nog wat lessen verzorgen.Docenten doen natuurlijk veel meer dan het verzorgen van lessen. Naast de les-sen zijn er nog heel veel andere taken binnen de school die ze nu, omdat een of meer collega’s vertrekken, zonder dat daarvoor een vervanger wordt aangetrok-ken, met minder docenten onder elkaar mogen verdelen.

tAAKBELEIDDoor aanpassingen in het taakbeleid te maken, kan er vast nog formatieve ruim-te gevonden worden. Niet alle docenten voeren alle lessen (inclusief opslagfac-tor) uit die in de jaartaak berekend zijn en waarvoor ze wel betaald worden. En zouden al die 170 klokuren deskundig-heidsbevordering nauwgezet ingevuld

worden met activiteiten die de deskundigheid van docenten vergroten en waarbinnen ook aan onderwijsontwikkeling gewerkt kan worden? Er zijn docenten die beweren dat die 170 klokuren ooit in de cao onder die noemer zijn ingebracht, om tot een stuk taakverlichting te komen, als compensatie voor de gevraagde inspanning. Er lijkt dus wel wat ruimte te zijn om binnen de cao-kaders recht te doen aan zowel medewerkers als werkgevers, maar die ruimte is beperkt. Binnen een school waar veertig docenten werken en er vier moeten vertrekken, vind je niet zomaar bijna zevenduizend klokuren die aan het weglekken zijn. De werkgever kan natuurlijk zijn recht daarin halen, de docent kan op zijn beurt dan een efficiëntere invul-ling van de jaartaak als drukverhogend ervaren. Wat heeft de werkgever aan een oplopend ziektecijfer op de langere termijn?

CONStRuCtIEVE OPLOSSINgENWaar we met elkaar gekomen zijn over een paar jaar, kan niemand met zekerheid zeggen. Gematigd optimisme is hierin op zijn plaats? Doemdenken is sowieso een opstelling, waarmee je geen ambities kunt waarmaken. Je zorgen uitspreken met de bedoeling om een waarschuwing te geven en ook anderen te laten meedenken over constructieve oplossingen, kan helpen om een gesignaleerde, negatieve ontwikkeling te keren, om te buigen.

We mogen hopen dat we ook de overheid meekrijgen in dat proces. Alleen cijfermatigheden inbrengen in de discussie kan niet tot goede dingen leiden. Als overheid (de regering en het parlement) van de daken schreeuwen dat je kwaliteit wilt realiseren en behouden in het Nederlandse onderwijs, is één ding. En eindelijk die Finnen eens achter ons laten in de ranglijstjes (PISA en zo) is een andere wens. Maar beide zaken zijn alleen te realiseren, wanneer diezelfde overheid daarbij ook keuzes maakt voor het doen van investeringen die het voor het onderwijs mogelijk maken op een realistische manier aan die kwaliteitswensen en -eisen te voldoen. Als onderwijs zetten we ons beste beentje voor. Daarbij krijgen we graag een krachtige steun in de rug. Misschien kan de Onderwijsraad hierover ook een advies uitbrengen?

Fokke Rosier

Schoolbesturen halen de broekriem verder aan

Page 14: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

14 maart 2013

edere gebruiker kan op LinkedIn een eigen profiel aanma-ken en daarop zijn CV invullen. Dit profiel is betrekkelijk statisch; het draait puur om professionele informatie-

uitwisseling. LinkedIn is gratis, maar tegen betaling is het mogelijk om extra diensten af te nemen. Naast een webversie bestaan er apps voor smartphones en tablets.

NEtWERKENVia LinkedIn kunt u personen zoeken of via de e-maillijst kijken welke bekenden een profiel hebben. Op deze manier kunt u oude bekenden opzoeken of recent ontmoete personen. U kunt het profiel van mensen in uw directe netwerk bekijken. Naast informatie over opleiding en werkervaring zijn twee zaken interessant: de contacten en de aanbevelingen. Door te zien hoeveel en welke contacten iemand heeft, krijgt u een goed beeld van zijn professionele netwerk. Ook is het mogelijk om aan de hand van het profiel te kijken of uw contacten deelt.

Via LinkedIn bestaat de mogelijkheid om iemand aan te beve-len. U kunt deze optie selecteren binnen het blok op het profiel, waarin iemand een bepaalde ervaring heeft aangegeven (werk, stage, opleiding, enz.). Via een kort stukje, dat iemand kan toestaan op zijn profiel, kunt u enkele opmerkingen plaatsen over zijn functioneren. Iedereen kan dit vervolgens lezen. Gebruikers kunnen ook een verzoek sturen naar een andere gebruiker om een aanbeveling op hun profiel te schrijven. Deze manier vervangt wellicht niet helemaal de aanbevelingsbrief of de referentie, maar het kan wel een eerste indruk geven over hoe anderen de kwaliteiten van iemand ervaren.

SPIN IN HEt WEBEen schoolleider is een spin in het web. Zowel binnen de school als in het netwerk van instanties en besturen daarbuiten, heeft u als schoolleider met veel verschillende professionals te ma-ken. LinkedIn kan een goede manier zijn om met deze mensen in contact te blijven, ook als iemand van baan wisselt. Uw eigen profiel is dan een database van professionele contacten die u binnen een handomdraai met een bericht kunt bereiken.

ORIëNtAtIE OP EIgEN CARRIèREIedereen die geïnteresseerd is in nieuwe carrièrekansen, zou

eens op LinkedIn moeten kijken. Via het profiel van mensen met een gedeelde achtergrond en/of een baan die u zelf ook wel ambieert, kunt u kijken hoe een ander zich ontwikkelt. Doordat mensen opleidingen vermelden, kunt u bijvoorbeeld zien of iemand na een bepaalde training een interessante car-rièrestap heeft gemaakt.

gROEPENHet is mogelijk je op LinkedIn te orga-niseren, bijvoorbeeld met de school. Zodra u een groep aanmaakt, kunt u mensen uitnodigen om zich aan te slui-ten. Deze groep biedt de mogelijkheid om openbaar of besloten een platform te bieden voor discussies, peilingen en het uitwisselen van informatie. Een goed voorbeeld hiervan is de LinkedIn-groep van CNV Schoolleiders. Via deze groep worden mededelingen gedaan, kunnen berichten worden gestuurd aan de leden van deze groep, worden peilingen uitgezet om te polsen wat de mening is van de achterban van CNV Schoolleiders en worden er discus-sies gestart. Een andere succesvolle LinkedIn-groep is die van CNV Onder-wijs Schooljournaal.

tIPS• LinkedIn helpt u bij het aanmaken

van een profiel. Zorg dat u via alle stappen uw profiel voor 100 procent afrondt. Hierdoor heeft u niet alleen een sterker en aantrekkelijker profiel opgebouwd, maar bent u ook zicht-baarder wanneer er gezocht wordt naar iemand met uw kwalificaties.

• Het is (beperkt) mogelijk om te kijken wie uw profiel bezichtigt. Hierdoor kunt u een beeld krijgen van wie geïn-teresseerd is en uit welke sector(en) deze mensen komen.

Diederik Brink, Beleidsmedewerker CNV Onderwijs en CNV Schoolleiders

LinkedIn is een snelgroeiend netwerk. In tegenstelling tot bijvoorbeeld facebook en Hyves is het doel van LinkedIn voornamelijk om professionele verbindingen te leggen. In 2003 is het opgezet en inmiddels hebben zich al meer dan 200 miljoen mensen geregistreerd. Het netwerk biedt veel voordelen voor schoolleiders.

I

voor schoolleiders

Page 15: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

15maart 2013

ie geïnteresseerd is in hoe kinderen prikkels verwer-ken en welke uitwerking dat heeft op hun zichtbare gedrag, kan zijn hart ophalen. Daar waar het gedrag

een belemmerende invloed heeft op het dagelijks functioneren van het kind of de groep, is het waard op zoek te gaan naar de achterliggende factoren. Deze achterliggende factoren worden in hoofdstuk 2 en 3 verkend. Samengevat: kinderen leren ‘over-levingstechnieken’ aan om zich staande te houden in een wereld vol prikkels. Een passende (sociaal aanvaardbare) strategie is gewenst. Kinderen moeten daarin begeleid worden. Kinderen met een beperking vragen van hun begeleiders een aangepaste pedagogische aanpak.

In hoofdstuk vier wordt ingegaan op de begeleiding, terwijl hoofdstuk vijf ingaat op de alertheid (aandacht hebben voor), waarmee de manieren van gedrag worden bedoeld die in be-paalde situaties van het kind (en van u) worden gevraagd.

In hoofdstukken zes, zeven en acht verkennen (waarop kun je letten) de schrijvers de prikkelrijke dan wel prikkelarme omgeving en geven zij aan wat sensorisch waardevolle situaties zijn. Wat is een passend prikkelaanbod in welke situatie? Welke activiteiten horen waar thuis?De schrijvers stellen dat je als begeleider een belangrijke bijdrage kunt leveren aan de ontwikkeling van (in dit geval) kinderen met een verstandelijke beperking. Dit begint met het begrijpen van de sensorische sterke en zwakke kanten van het kind. Het blijven uitgaan van wat wel kan op welk moment bij welk kind. Aansluiten bij de prikkelbehoefte van het kind en omgaan met hun sensorische bijzonderheden.

‘Prikkels in de groep’ is een boek vol in-formatie en gelardeerd met vele praktijk-voorbeelden (uit de clusterwereld). Lezers kunnen ervaringen delen op de hiervoor ingerichte website: www.prikkelsinde-groep.nl. Een uitgebreide literatuurlijst en websitelijst is aanwezig. Jammer is dat er geen enkele link gelegd wordt naar het hoogsensitieve kind, zoals E. Aron dit beschreef in haar boek ‘Het hoogsensi-tieve kind’. Dit zou een breder spectrum aangeven.

Chris Lindhout

De uitgave ‘Prikkels in de groep’ is samengesteld door deskundigen in de onderwijs- en begeleidingspraktijk. Het boek is gericht op kinderen met een verstandelijke beperking, maar toch leesbaar en leerzaam voor het reguliere basisonderwijs. Zeker nu passend onderwijs langzaam zijn weg begint te vinden in de reguliere basisschool.

Prikkels in de groep!

W

PRIKKELS IN DE gROEP

Robert de Hoog, Sandra Stultiens-Houben, Ingrid van der HeijdenISBN: 978-90-441-2939-7Uitgeverij Garant i.s.m. Fontys € 21,00

recensie

voor schoolleiders

Page 16: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

16 maart 2013

vraag & antwoord

De huidige maatschappelijke ontwikke-lingen vragen van de school om flexibe-ler om te gaan met de schooltijden. Veel ouders werken en maken gebruik van buitenschoolse opvang, kinderopvang, etc. De school zal dus rekening moeten houden met deze organisaties en dat

kan ertoe leiden dat het beter is af te stappen van de traditionele lestijden. De regelgeving is de laatste jaren zodanig aangepast, dat scholen ook daadwerke-lijk invulling kunnen geven aan andere schooltijden. Feitelijk is alleen nog bepaald dat een leerling gedurende de

basisschoolperiode tenminste 7.520 uren lestijd moet volgen, wat neerkomt op een gemiddelde van 940 uur per jaar. Daarnaast geldt een minimumnorm van 880 uur voor de onderbouw (groep 1 tot en met 4) en 940 uur voor de bovenbouw (groep 5 tot en met 8). Ook is vastgelegd dat de schoolweek voor de groepen 3 tot en met 8 vijf dagen duurt. In maximaal zeven weken per jaar mag de school-week maximaal vier dagen bedragen. Deze vierdaagse schoolweken moeten evenwichtig verspreid zijn over het schooljaar én moeten in de schoolgids vermeld staan. De kortere weken als

Steeds meer scholen stappen af van de traditionele schooltijden, waarbij leerlingen op woensdagmiddag vrij zijn en op de overige schooldagen twee dagdelen les krijgen. Deze aanpassing heeft uiter-aard niet alleen gevolgen voor de leerlingen, maar ook voor de ou-ders en het personeel van de school. Hoe moet je met deze gevolgen van andere schooltijden omgaan?

Aan welke regels moeten schooltijden voldoen?

Page 17: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

17maart 2013

In hoeverre het verstandig is om dit te negeren, hangt af van de omvang van de groep ouders die een advies geeft, maar zeker ook van de argumentatie. Het ligt daarnaast voor de hand dat de ouder-geleding van de MR bij haar standpunt-bepaling wel nadrukkelijk kijkt naar de uitkomst van de ouderraadpleging. Het is voor de oudergeleding van de MR een uitstekende gelegenheid om zich naar haar achterban te profileren. Overigens is het niet aan te bevelen om ledenraad-pleging over te laten aan de oudergele-ding. Degene die het besluit neemt (het schoolbestuur), moet de ouders raad-plegen.

gEVOLgEN VOOR PERSONEELVerandering van schooltijden kan ook gevolgen hebben voor het personeel. Als de school besluit om bijvoorbeeld over te gaan van het ‘traditionele’ rooster naar een rooster van vijf gelijke lesdagen, dan zal dat in veel gevallen leiden tot aanpassing van de werktijden voor het personeel. Alleen als er al sprake was van een plaats- en tijdgebonden week-

taak, waarbinnen de nieuwe lestijden vallen, hoeft dat niet het geval te zijn. Als de werktijden wel veranderen, dan heeft de personeelsgeleding van de MR daarop eveneens instemmingsrecht. Dit is gere-geld in artikel 12, lid f van de WMS.Daarnaast is het van belang te kijken naar de bepalingen in de arbeidstijdenwet. Daarin is vastgelegd dat een werknemer maximaal vijfenhalf uur mag werken, alvorens hij recht heeft op minimaal dertig minuten pauze. Zo’n pauze kan ook bestaan uit twee pauzes van vijftien minuten. Bij scholen die werken met een continurooster, kan het voorkomen dat de kinderen onder begeleiding van de leer-krachten overblijven. Dan is deze tijd voor de leerkrachten werktijd. Ook bij leer-krachten die tijdens een pauze pleinwacht moeten lopen, kan het voorkomen dat zij de vijfenhalf uur werktijd overschrijden.

Het is zaak in de werktijden-regeling daarmee rekening te houden.De wijziging van de lestijden, waardoor de lessen bijvoorbeeld worden verspreid over meer dagen, met name bij het vijf-daagse gelijke rooster, kan ook gevolgen hebben voor het aantal dagdelen waarop parttimers worden ingezet. Omdat de cao het aantal dagdelen voor inzet van part-timers beperkt, kan dat tot fricties leiden.

BESLuItVORMINgAls de afzonderlijke geledingen van de MR beiden instemmen, kan het bestuur besluiten de nieuwe regeling in te voeren. Als beide geledingen weigeren in te stemmen, is het voor de hand liggend het voorgenomen besluit in ieder geval te heroverwegen. Wellicht dat de instem-ming na overleg en/of aanpassing van het voorstel alsnog gerealiseerd kan worden. Lukt dat niet en wil het bestuur het voorstel desondanks handhaven, dan rest niets anders dan het aangaan van een medezeggenschapsgeschil. Dat geldt ook als een van beide geledingen niet instemt en de andere wel. Het besluit kan

immers alleen worden uitgevoerd als alle medezeggenschapsorganen die op het onderwerp instemmingsrecht hebben, ook daadwerkelijk hebben ingestemd.

Er is op dit gebied nog nauwelijks juris-prudentie. De uitspraken die er tot nu toe zijn, gaan met name over klachten van ouderraden (namens de ouders), over de wijze van raadplegen van de ouders. Deze jurisprudentie leert dat het wel verstandig is om, als een voorstel na raadpleging van de ouders en de mede-zeggenschapsorganen wordt aangepast, een nieuwe raadpleging moet worden gehouden. Ook is het belangrijk dat in het voorstel expliciet de nieuwe schooltijden worden vermeld, inclusief de eventuele overgangsregeling.

Jan Damen, CNV Onderwijs

gevolg van feestdagen tellen niet mee voor de telling van de vierdaagse school-weken.

Natuurlijk moet de school wel erop let-ten dat een aanpassing van de lestijden niet ertoe leidt dat de leerlingen aan het einde van de basisschoolperiode niet het minimum van 7.520 uren halen. Als een school bijvoorbeeld oorspronkelijk een model hanteert, waarin de leerlin-gen in de onderbouw 880 uur les krijgen per jaar en vervolgens in de bovenbouw duizend uur per jaar. De school stapt per 1 augustus over naar een rooster, waarin voor alle groepen een jaarrooster geldt van 940 uur. Als de school dat voor alle groepen tegelijk doorvoert, betekent dit dat de zittende leerlingen het totaal van 7.520 niet halen. Er moet dan sprake zijn van een ingroeimodel, waarbij pas na acht jaar de hele school volgens het nieuwe rooster werkt. Dat vergt de nodige organisatorische aanpassingen tijdens die ingroeiperiode.

PROCEDuREAls de school de schooltijden voor de leerlingen wil aanpassen, dan hebben de ouders van de leerlingen daarin ieder geval inspraak. Die inspraak is in de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) op twee manieren geregeld. Artikel 15, lid 3 bepaalt dat alle ouders geraadpleegd moeten worden over de voorgenomen aanpassing. Artikel 13, lid h bepaalt dat de oudergeleding van de medezeggen-schapsraad (MR) instemmingsrecht heeft op de aanpassing.De wet zegt verder niets over de sta-tus van de raadpleging noch over de wijze waarop dat moet gebeuren. Er zijn verschillende vormen denkbaar. Belang-rijk is dat alle ouders in de gelegenheid worden gesteld om hun mening kenbaar te maken. Enkel een publicatie op de website van de school lijkt dan ook niet voor de hand liggend bij een onderwerp dat voor veel ouders van belang is. Een persoonlijke brief of het uitnodigen voor een voorlichtingsbijeenkomst zijn han-teerbare vormen om invulling te geven aan de verplichte raadpleging.

De school is niet verplicht een advies, voor zover dat al eenduidig naar voren komt uit zo’n raadpleging, te volgen.

‘belangrijk is dat alle ouders in de gelegenheid worden gesteld om hun mening kenbaar te maken’

Page 18: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

18 maart 2013

mijn schoolOver de schouder meekijken met ….. EvaWe kijken mee over de schouder van Eva, teamleider van een vmbo-t school. Dit is het vierde schooljaar van haar leiderschap. Eva heeft veel idealen, is een bezig baasje en betrokken bij haar leerlingen.

Ik las dit stuk en realiseerde me dat het door jullie als belerend zou kunnen worden erva-ren. In een van meest recente fg-gesprekken werd me duidelijk gemaakt dat ik soms zo overkom. Ook in onderstaand verhaal, dat ik zo intensief beleefde, zou dat zomaar kunnen. Het zij zo, ik hoop in elk geval dat ik een beetje mag bijdragen aan het welzijn van onze leerlingen.

‘Pesten op school’ heeft bij ons hele hoge prioriteit gekregen. Het klopt, we heb-ben een prima pestprotocol, maar in de praktijk lost het niet op wat we voor ogen hebben. Dankzij de medezeggenschaps-raad staat het weer hoog op de agenda. De oudergeleding is in de bres gesprongen na die afschuwelijke gebeurtenissen van de afgelopen maanden. Ik vraag me af of we wel alert genoeg zijn. Ik kan dan ook vreselijk geïrriteerd raken als John, tij-dens een pauzegesprek daarover, er quasi geïnteresseerd tussendoor roept: “Ach joh, dat is het puberbrein”.Ik wil het best over het puberbrein hebben,

maar dit gaat me toch te ver. Ik heb hem iets toegesnauwd dat het met zijn eigen brein te maken had. Dat had ik beter niet kunnen doen, want ’s middags moest ook daarover weer zonodig gepraat worden. En ondertussen gaat het probleem van het onderhuids pesten op school gewoon door. Ook bij ons. Ik zie het niet, maar weet het wel. Het is helemaal niet moeilijk om te reageren, als een leerling overduidelijk gepest wordt. Ik weet ook dat dit vaak een ‘spel’ is dat de gepeste nauwelijks raakt. Echter die hele kleine dingen die de leerlin-gen niet zichtbaar raken, maar altijd door etteren, daarmee heb ik zo’n moeite. Jullie kunnen zelf wel voorbeelden bedenken.

Ik volg de media en de deskundigen de laatste maanden nauwgezet. Ik kwam tot de slotsom dat het misschien zelfs wel be-ter is om juist de stoere meiden en jongens uit de klas meer te volgen, dan de andere leerlingen. Ik weet dat in deze groep vaak de pestkoppen zitten. Zodoende richten wij ons meer op de daders dan op de slacht-

offers. Het erge is dat die jongelui soms zelf nauwelijks beseffen wat zij met hun stoere gedrag teweegbrengen. Dat er bij de teruggetrokken leerlingen een aantal zit, dat daardoor slecht slaapt of andere onzichtbare problemen heeft, weten wij en zij niet.

Een collega-vriendin en ik hebben ons nog meer erin verdiept. We hebben dezelfde groep, haar mentorgroep, scherp geobser-veerd. Dan hoor en zie je heel veel. Vooral als je samen je ervaringen deelt. Onze ‘beste’ momenten zijn de pauzes. Geen lerarenkamer op donderdagmorgen, maar letterlijk de groep en groepjes in de gaten houden en noteren wat je opvalt.We hebben er tussentijds kort verslag van gedaan in onze teamvergadering. De bekende gedragingen kwamen langs, de ‘stoeren’ maken het meeste geluid, de ‘stillen’ praten zelfs niet met elkaar. Over wie moet je als tiener nou kletsen? Over de meiden die je toch al uitbundig spreekt of over hen, waarvan je geen hoogte kunt krij-gen? We hebben het keurig in een diagram aangegeven. Daarbij brachten we geen leerlingen naar voren, alleen maar feiten.Tot mijn grote verrassing, of moet ik zeg-gen ‘verbazing’, werden er binnen een paar dagen al twee leerlingen via mij bij het ZAT (zorg- en adviesteam) aangemeld. Hadden we soms ogen geopend?

Ik kan het niet laten het nog even over het puberbrein te hebben. Misschien had John, spontaan reagerend, wel gelijk. Wij denken dat die grote lummels er altijd zelf wel uitkomen. Maar ook onze stoere tieners hebben hulp nodig bij de grote stappen die ze onder onze leiding maken. Sturing, leren plannen, streng, maar ook begrij-pend zijn voor ze. Ze leven veel meer in de emotie dan in hun ratio, zoals dat zo mooi heet. Laten wij die praatjesmakers door onze begeleiding ook zekerheid bieden en de stillen meer tot hun recht laten komen.

Page 19: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

19maart 2013

ij leidinggeven betekent succesvol zijn vaak ook mens-gericht zijn. De workshop ‘Meerwaarde van leidinggeven’ heeft als uitgangspunt dat ‘in contact zijn’ een doorslag-

gevende factor is voor de effectiviteit van leiderschap. De mate waarin een leider in contact staat met de school, kan een school-organisatie maken of juist breken. Er bestaan drie verschillende organisatieprocessen en aan alle drie moet aandacht worden besteed. Het primaire proces richt zich op vraag en aanbod, het sociale proces op individualiteit en collectiviteit en het sturings-proces doelt op richting en inrichting. In de praktijk worden vaak een of twee van deze processen verwaarloosd. Dit heeft als gevolg dat deze processen hun eigen leven gaan leiden, of – net als kinderen – gaan tegensputteren of zelfs saboteren. De uitdaging is om een evenwichtige combinatie te vinden tussen deze drie pro-cessen. Op deze manier heeft het leidinggeven een meerwaarde voor de onderwijsorganisatie, de mensen die daarin werken en voor de leerlingen.

Karin Sommer-De Vries (53) werkt al jaren in het onderwijs en is sinds drie jaar directeur van basisschool PCPO Nieuwerkerk aan den IJssel. Zij is medeorganisator van de bijeenkomsten voor vrouwen in een leidinggevende rol en heeft de workshop ‘Meer-waarde van leidinggeven’ bijgewoond.

Wat heeft u geleerd van de workshop?“Dat er verschillende manieren zijn van leidinggeven. Vrouwen hebben net even andere manieren dan mannen. Dat zit hem in de manier waarop je naar andere mensen kijkt en natuurlijk draagt

ieder zijn eigen rugzakje met zich mee. Het is belangrijk je te verplaatsen in de ander en na te denken over jouw manier van communiceren. En dat je daarbij ook leert om echt in gesprek gaan, dat je ziet en hoort wat er gebeurt, waardoor je de lijn van het gesprek kunt neerzetten en vasthouden. Daardoor kun je – en dan niet op een doordrukkende manier – duidelijk maken wat er wordt verwacht van diegene die tegenover je zit, terwijl je hem kan blijven stimuleren, maar toch je eigenheid weet te bewaren.”

Ervaart u zelf problemen in de samenwer-king tussen man en vrouw?“Het is heel goed om met vrouwen hierover te kunnen praten. Ik heb zelf eigenlijk nooit willen geloven dat er een verschil zit tussen mannen en vrouwen, maar toch heb ik uit ervaring geleerd dat communiceren tussen vrouwen toch net wat anders gaat dan tussen man en vrouw. Ik ervaar niet zozeer problemen hierin, maar meer nuanceverschillen. Mannen zijn directer en vrouwen zijn in de communicatie meer indirect.”

Sinds dit jaar is de Stuurgroep Vrouwen van CNV Onderwijs gestart met het organiseren van bijeenkomsten voor vrouwen in een leidinggevende rol. Het doel is om deze vrouwen bij elkaar te brengen, zodat zij ervaringen kunnen uitwisselen op professioneel vlak. De bijeenkomsten bestaan uit twee delen: informatie en diepgang en discussiëren over vragen of problemen waar vrouwen tegenaan lopen op school. tijdens de afgelopen bijeenkomst werd er een workshop gegeven over de meerwaarde van leidinggeven.

De meerwaarde van leidinggeven

B

Workshop Stuurgroep Vrouwen, CNV Onderwijs

Stuurgroep VrouwenDe Stuurgroep Vrouwen organiseert op verschillende plekken in het land bijeenkomsten voor vrouwen met een leidinggevende rol. Kijk op www.cnvo.nl/actueel in de agenda voor de volgende bijeenkomsten. Neem voor vragen contact op via [email protected].

Page 20: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

20 maart 2013

Wat is het belang van een juist evenwicht tussen deze drie processen?“Door het gesprek over deze organisatie-processen ben ik erop alert gemaakt, dat je als je bezig bent met een veranderings-proces, met vernieuwing, zeker in deze tijd richting het passend onderwijs, rekening moet houden met de drie lagen. Je moet ook als leerkracht omgaan met werkdruk en alles wat daarbij komt. Het is goed om bewust te zijn dat er verschillende lagen zitten in je taak en dat je alle lagen in de gaten moet houden. Het gaat dus niet al-leen om het werk: we moeten, we moeten, we moeten. Vooral ook duidelijk de tijd nemen voor het gesprek met iedereen op de werkvloer is ontzettend belangrijk. Ook dit moet scherp in de gaten worden gehouden.”

Hoe kan het dat, in een sector waar zoveel vrouwen werken, toch vaak mannen direc-teur zijn?“Er wordt gezegd dat vrouwen weinig ambitie hebben, maar de vrouwen die ik heb ontmoet, hebben allemaal juist heel veel ambitie. Soms lijkt het wel eens zo dat vrouwen net niet de durf hebben om door te zetten en aan de andere kant ook heel erg denken aan alle andere taken die

eigenlijk traditiegetrouw op vrouwen neerkomen. Vrouwen denken eerst ‘kan ik dit’, waarbij ze de nadruk leg-

gen op de zaken die ze niet kunnen en besluiten om het niet te doen. Terwijl man-nen het op een andere manier benaderen: zij leggen juist de nadruk op wat ze wel kunnen en de rest leren ze er wel bij.”

Hebben die traditionele taken veel invloed?“Zelf heb ik duidelijk afgesproken met mijn man dat hij de zorgtaken voor onze kinde-ren overneemt, omdat hij daarvoor meer tijd heeft. Dat zijn afspraken die je maakt en daarbij kom je op voor jezelf en je baan. Maar je hoort inderdaad vrouwen die dat aangeven als reden om die stap naar een leidinggevende functie niet te maken. Vrouwen nemen toch vaak makkelijker die zorgtaken op zich dan mannen. Maar zoals ik al zei, is mijn persoonlijke ervaring hierin heel anders.”“Natuurlijk is schoolleider niet een baan van negen tot vijf. Er wordt meer van je verwacht, je bent net wat langer bezig,

Zijn er aspecten uit de workshop, waarmee u in de praktijk iets heeft gedaan?“Dat je uit de ‘dramadriehoek’ moet blijven, dus ga niet mee in het negatieve, maar blijf in het positieve. En ga als leidinggevende maar gewoon eens op je handen zitten en laat het maar eens gebeuren. Leidinggevenden zijn heel gauw geneigd om op te los-sen, maar soms is dat de vraag niet en dan moet je dat ook gewoon helemaal niet doen.”

Merkt u in uw eigen omgeving dat bepaalde organisatieprocessen verwaarloosd worden?“Er moet een heleboel gedaan worden en neergezet worden. Als leidinggevende ga je altijd net even voor de troepen uit. Maar je moet de mensen uit je omgeving wel bij je houden en op een goede manier de communicatie blijven aangaan, zonder alles van bovenaf neer te leggen. Je moet steeds proberen het gesprek aan te zwen-gelen, zodat zij weten van: dit is onze visie, op deze manier gaan we werken en daar willen we naar toe. Dat vergt veel tijd en aandacht.”

‘er komen steeds meer vrouwelijke directeuren in het onderwijs’

Page 21: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

21maart 2013

bijvoorbeeld met vergaderingen en over-leggen. Je moet alles wat er gebeurd op een schooldag in de gaten houden, van het koffiezetapparaat dat niet werkt tot aan vragen van ouders of leerlingen. Maar als je iets wilt, moet je ervoor gaan.”

Is het anders voor een vrouw om leiding te geven dan voor een man?“Ik denk niet dat een vrouw een andere po-sitie inneemt. Vrouwen zijn niet stereotype, daar kunnen heel veel verschillen in zitten. In vrouwen kan bijvoorbeeld, net als bij mannen, ook heel veel zakelijkheid zitten.”

Waarom is de workshop een aanrader?“Ik zou deze workshop zeker aanraden, omdat je merkt dat je veel dingen gemeen hebt met andere vrouwen. Dat je ervarin-gen kunt delen op professioneel vlak, is prettig. En vooral de erkenning, dat je kunt zien dat anderen tegen dezelfde dingen aanlopen en dat je kunt horen hoe zij dat dan oplossen. Je leert ontzettend veel van elkaar. Hieruit ontstaan mooie gesprekken en vrouwen die elkaar ook echt kunnen vinden. Er komen steeds meer vrouwelijke directeuren in het onderwijs. Je merkt wel dat zij het prettig vinden om met elkaar in gesprek te gaan, ook zonder mannen erbij. Hierdoor kan het gesprek wat meer door-gang vinden, wat ook zeker tijdens deze bijeenkomst gebeurde. Wezenlijke vragen zoals: hoe spreek ik nou die collega aan en hoe heb jij dat nou gedaan? Je gaat naar huis met praktische informatie, waarmee je echt iets kunt.”

Wat is de gouden tip voor effectief leider-schap?“Ga regelmatig klassen in, ga kijken en luisteren. Blijf in contact met de leer-krachten en kinderen en probeer daardoor signalen op te vangen van wat er goed gaat. En vier de successen die je ziet en hoort, juist dat is zo belangrijk. Je bent als schoolleider samen met je team bezig om jouw school tot een prachtige school te maken, volgens jouw ideeën en jouw visie. Tegenwoordig hoor je zo vaak in de media hoe slecht het gaat in het onderwijs. Laat dat niet leidend zijn, maar vier de positieve dingen die er gebeuren.”

Iris van den Brand, CNV Onderwijs Academie

Page 22: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

22 maart 2013

boeken

Onderzoek naar de werkzaamheid van cognitieve gedragstherapie laat zien dat deze vorm van hulpverlening voor jonge-ren en volwassenen met uiteenlopende problematiek effect heeft. Het gaat om een bewezen effectieve aanpak. Juist in scholen kan kennis van deze benade-ring een waardevolle bijdrage zijn voor schoolpsychologen en andere zorgbege-leiders in hun begeleiding van jongeren.Met passend onderwijs voor de deur worden scholen geconfronteerd met een diverse leerlingenpopulatie en uiteen-lopende zorgbehoeften.De korte beschrijving van het cognitieve model, de gedragstherapeutische tech-nieken, aansprekende casuïstiek, prak-tische handvatten met oefeningen en hand-outs bieden gedragswetenschap-pers, zorgcoördinatoren en docenten met een extra zorgtaak die binnen het voortgezet onderwijs werken een stevig onderbouwd kader.

WAAR BEgIN JE?COgNItIEVE gEDRAgStHERAPIE VOOR SCHOOLgAANDE JONgERENTorry A. Creed, Aaron T. Beck, Jarrod ReissweberISBN 9789088502965Uitgeverij SWP€ 42,50

Het is de hoogste tijd voor kritische distantie van de eisen en vragen die politiek en samenleving, economie en arbeidsmarkt aan het onderwijs stellen. De school is niet de aangewezen plaats om uiteenlopende maatschappelijke problemen op te lossen. Het zou in scholen moeten gaan om het bieden van pedagogische ruimte aan onderwijs en vorming. Ruimte voor le-raren om vanuit vakkundigheid en liefde voor een vak leerlingen te inspireren. Ruimte en tijd voor vorming, die ernstig in de knel is gekomen door dictaten van opbrengstgericht werken en rende-mentsverhoging. Wilna Meijer, universitair hoofddocent algemene pedagogiek aan de Rijksuni-versiteit Groningen, houdt een actueel pleidooi voor een klassieke zaakpedago-giek.

ONDERWIJS WEER WEtEN WAAROMWilna MeijerISBN 9789088504112Uitgeverij SWP€ 19,90

Scholen in het voortgezet onderwijs staan voor de vraag hoe zij hun pedago-gische opdracht adequaat kunnen invul-len en wat zij de leerlingen in dat kader kunnen aanbieden. Ook de wet vraagt dat aan scholen door nadere invulling te geven aan het burgerschapsonderwijs. Door in te gaan op de ondersteunende taak van de school bij de ontwikkeling van de persoonlijkheid, talenten en iden-titeit van de leerling en hem te helpen zich te ontwikkelen tot een actief parti-ciperend lid van de maatschappij, biedt dit praktijkboek scholen en leerkrachten een handreiking. Wat vraagt dit vakmanschap van docen-ten in de interactie met leerlingen? Wat betekent het voor het inhoudelijk kader om een passend, uitdagend leerstofaan-bod te kiezen? Hoe geef je invulling aan interne stages die bijdragen aan actief burgerschap en sociale integratie? De casuïstiek biedt hierbij herkenning en inspiratie.

PEDAgOgISCH VAKMANSCHAP IN HEt VOORtgEZEt ONDERWIJSJohan Hamstra, Dolf Hautvast, Otto de LoorISBN 9789088503757Uitgeverij SWP€ 22,50

Page 23: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

column

23maart 2013

Steeds vaker lees ik artikelen die mij erop wijzen dat ik me meer op het onderwijs-kundig leiderschap moet richten. Dat heeft te maken met het opbrengstgericht werken. De leerkracht maakt het verschil, maar kan het verschil maken met een goede schoolleiding. Het is van belang om je te blijven bijscholen. Als register-directeur doe ik dat, maar ook als ik niet geregistreerd zou zijn, zou ik me blijven verdiepen in de ontwikkelingen in het onderwijs. Binnenkort zijn we allemaal verplicht ons te registreren en dan ook te blijven nascholen. Ik kan me niet voor-stellen dat er directeuren zijn die dat niet zouden willen.

Iets wat je niet kunt leren, is creativi-teit. Toch moet je als schoolleider vaak erg creatief zijn. Met mijn leerkrachten heb ik onlangs een discussie gehad over creativiteit. Wij staan als creatieve school te boek bij de ouders, omdat we van die leuke knutselwerkjes maken. Maar ik weet dat het vooral de leerkrachten zijn die het maken. De kinderen staan aan de lopende band om hun product te fabriceren. Dan hebben we dertig identieke werkjes die er gelikt uitzien, maar waar ik weinig crea-

tiviteit van de leerlingen in terug zie. En of de leerkrachten zelf zo creatief zijn, durf ik te betwijfelen, omdat ik ieder jaar dezelfde kunstwerken zie.In mijn vak moet je creatief zijn. Soms noem ik het ook wel strategisch. Momen-teel heb ik een stagiaire rondlopen, die schoolleider wil worden. Haar opleiding is afgerond en ze is op zoek naar werk. Ze wil echter solliciteren vanuit een werkplek. Dat geeft haar meer kans. Van de stagevergoe-ding die ik haar gaf, een creatieve oplossing om haar aan mijn school te binden, kan ze niet leven, maar het was voor de afgelopen periode afdoende. Ook het komende half jaar wil ik haar wel aan mijn school verbin-

den, maar ik heb geen vacatureruimte. Bo-vendien zijn er bovenschoolse regeltjes die mij zullen dwarszitten als ik haar een tijde-lijke baan zou geven. Maar dat wil ik wel. Ze heeft namelijk een onderzoek gedaan naar ons leesonderwijs en heeft aanbevelingen gedaan, die mij zinnig lijken. We hebben zelfs al een plan van aanpak gemaakt dat het team ondersteunt. En de grootste stap-pen in ons leesverbeteringstraject zullen we het komende half jaar zetten.Ik heb niet het eigenaarschap in dit

onderwijskundig verbeterplan. Vandaar dat ik mijn stagiaire wil behouden. Een projectaanstelling kan niet, omdat ik geen projectsubsidie heb. Maar wat wel kan, is een werkplekleerplaats. Ik heb zeer creatief een werkplekleerovereenkomst opgesteld, waarbij ik stel dat iemand een plaats aangeboden krijgt om werkervaring op te doen. Ik hoef er geen salaris tegen-over te stellen, maar geef wel een ruime onkostenvergoeding. Die onkostenver-goeding heb ik berekend aan de hand van salaristabellen en werktijdfactoren, maar dat doet er niet toe. Werkgeverslasten heb ik niet, evenmin als verplichtingen aan het einde van de periode.

Mijn stagiaire is blij. Ze kan ervaring op doen en krijgt er een leuke vergoeding voor. Ik ben blij dat ik de lastige regels kan omzeilen en dat mijn stagiaire mijn onder-wijskundig leiderschap even overneemt. Door haar de uitvoering van het plan van aanpak te laten verzorgen, zullen mijn opbrengsten omhoog gaan. Financieel kom ik er wel uit. Ik zie alleen nog één hobbel, waarop ik mijn creatieve brein ga breken de komende maanden. Ik denk namelijk dat mijn stagiaire zo’n goede schoolleider zal zijn, dat ze bij de eerste de beste sollici-tatie aangenomen zal worden. En in mijn werkplekleerovereenkomst heb ik geen opzegtermijn opgenomen. Hoe hou ik haar toch tot de zomervakantie op mijn school?

Dirk van Boven

Creatieve opbrengsten

‘ik heb zeer creatief een werkplekleerovereenkomst opgesteld’

Page 24: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

De wereld verkeert in crisis, donkere wolken pakken zich samen. Er heerst een chronisch gebrek aan geld, dus beheersen woorden als bezuinigen en krimpen de agenda van menig schoolleider. Zo ook de agenda van schoolleider Robert Pinter. In een land dat vanwege zijn ondernemerschap groot geworden is, zou je mogen verwachten dat wij de handen ineenslaan en aan de slag gaan. Aan de slag om ons onderwijs met de juiste kwaliteiten verder vorm te geven.

Van schoolleiders naar onderwijsondernemers

e realiteit is echter anders. In tijden van krimp is het vooral een spel van belangen dat voornamelijk gedreven wordt door de euro’s, of het gebrek daaraan. In de dage-

lijkse realiteit van een schoolleider verandert de agenda van een positief verhaal schoolontwikkeling, naar een financieel eco-nomisch haalbaarheid verhaal. Met minder mensen minimaal hetzelfde werk doen, maar natuurlijk liever nog veel meer, doet de geloofwaardigheid van de schoolleider niet altijd even goed.

Het is hoofdzakelijk die verschuiving in mijn agenda, waarover ik mij zorgen maak. De laatste weken van het afgelopen jaar en de eerste van het nieuwe ben ik vooral bezig geweest met reorga-nisatieplannen, een sociaal plan en decentraal georganiseerd overleg, en veel minder met mijn werk als schoolleider. Nu ben

ik wel de laatste persoon op aarde om medelijden mee te hebben, maar toch is het vreemd als je erbij stilstaat. Lang-zaam maar zeker verandert mijn beroep en neemt het aantal tafels waarachter ik plaatsneem toe, met alle onzekerheid die dat met zich meebrengt.Zo is het voor mij de eerste keer dat ik moet omgaan met achteruitgang/krimp, zowel in kwantitatieve (formatie) als in kwalitatieve (competentie) zin. Kwantita-tieve achteruitgang ervaar ik nog niet als een al te groot probleem. Ik ben ervan overtuigd dat mensen in het onderwijs door te investeren in persoonlijk leider-schap en het handig gebruik maken van elkaars talenten nog een stap kunnen maken in het efficiënter omgaan met het leven in en om de klas. Dat daarbij goed acht geslagen moet worden op werkdruk lijkt mij evident, maar ook daar zie ik nog voldoende mogelijkheden.

KWALItAtIEfOver de kwalitatieve achteruitgang maak ik mij grotere zorgen. Onze school heeft bijvoorbeeld veel geïnvesteerd in de jonge, beginnende en nog studerende docent. Dat hebben wij gedaan door nog studerende, aankomende docenten een groeiplek te geven binnen onze orga-nisatie, uiteraard met uitzicht op een vaste baan. Deze constructie heeft onze (praktijk)school een enorme kwalitatieve opleving bezorgd. Enerzijds door de

D

24 maart 2013

Page 25: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

25maart 2013

nieuwe knowhow die jonge mensen van de opleidingen brengen in combinatie met het jeugdige enthousiasme, anderzijds natuurlijk de ervaren docent met de ken-nis en vaardigheden der jaren. De ideale mix van oud en nieuw in een notendop. Krimp zet deze strategie onder druk, niet alleen stagneert de interne mobiliteit, ook het onderdeel werving en selectie valt stil. Dit is mijn grote zorg: wij hebben jaren gewerkt om in-, door- en uitstroom op gang te brengen, juist om kwaliteiten te genereren die wij anders wellicht niet zouden kunnen genereren, om nu op het punt te komen om dit te moeten loslaten. Het voelt als water naar de zee dragen in het kwadraat.

MENSELIJKWelke kwalitatieve veer ik uiteindelijk moet gaan laten, hangt af van de be-steding van de euro’s. In concrete zin betekent het echter wel dat er een aantal jonge, veelbelovende docenten in wording geen vaste betrekking zullen krijgen en aan het einde van het schooljaar geen werk meer hebben binnen ons bestuur. Bedrijfsmatig gezien kapitaalsvernieti-ging, menselijk gezien een drama.

Het bovenstaande brengt mij op het daarop aansluitende dilemma: wie ben ik als schoolleider in het geheel van de be-drijfsvoering en welke strategische troe-ven heb ik in de hand? Natuurlijk wordt dit dilemma enigszins begrenst door de mandaten die elke schoolleider heeft bin-nen zijn bestuur. Het neemt echter niet weg dat de rol van de schoolleider als lei-der in het proces van krimp even cruciaal is en blijft als in alle andere processen. It’s lonely at the top. Ik merk aan mijzelf dat het dilemma bedrijfsvoering contra menselijkheid een actuele is, krimpen gaat uiteindelijk toch om afscheid nemen van een deel van de collega’s.Uit mijn omgeving hoor ik veel over de achteruitgang van leerlingaantallen, het afscheid moeten nemen van personeel, het reorganiseren van afdelingen, de

schaarste van middelen. Wat ik niet of nauwelijks hoor, is wat wij schoolleiders daarin aan het doen zijn. Wat wij daar eventu-eel als collectieve groep voor een rol in zouden kunnen spelen of nog concreter: welke ideeën wij zouden kunnen uitwisselen als creatieve bijdrage aan mogelijke oplossingen? Ik voel mij, net als alle anderen schoolleiders, verantwoordelijk voor een goede bedrijfsvoering en kwalitatief goed onderwijs. Ik voel mij ook (mede)verantwoordelijk om het onderwijs financieel gezond te maken en te houden, waarbij ik hoop dat de inhoud van het onderwijs voorop blijft staan.

PROMINENtE ROLWij, schoolleiders, zijn bij uitstek de mensen die een prominente rol kunnen en wellicht moeten spelen in het maken van onder-wijs in de komende jaren. Wij als beroepsgroep zouden naar mijn mening de handschoen van het onderwijsondernemerschap op moeten nemen en al onze belangenorganisaties moeten durven voeden met creativiteit, visie en doorzettingsvermogen om niet alleen bezuinigingen en besparingen door te voeren als het braafste jongetje of meisje van de klas, maar te gaan voor onder-nemerschap, goed onderwijs en een goede bedrijfsvoering.

Dat bovenstaande kan volgens mij alleen als wij samen optrek-ken, samen de grote problemen onder ogen zien en oplossen en uiteindelijk samen het onderwijslandschap van de toekomst goed inrichten. Dat betekent soms verder kijken dan de instel-lingsmuren en soms verder kijken dan de grenzen van een samenwerkingsverband, met als doel er met elkaar beter van te worden als onderwijsinstellingen. Mocht deze ambitieuze agenda niet binnen afzienbare tijd een daadwerkelijk karakter krijgen, dan vrees ik de schoolleider van de toekomst een sane-ringsuitvoerder wordt.

EIgENWIJSDit land is groot geworden door een aantal eigenwijze mensen, die het onmogelijke mogelijk hebben gemaakt, die vaak tegen beter weten in daden boven woorden verkozen. De mentaliteit van deze mensen behoort tot ons erfgoed, aan ons de verant-woordelijkheid dit erfgoed via onderwijs aan de toekomstige generaties over te leveren.

Robert Pinter

Van schoolleiders naar onderwijsondernemers

‘Wie ben ik als schoolleider in het geheel van de bedrijfsvoering en welke strategische troeven heb ik in de hand?’

Page 26: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

door Chris Lindhout

column

26 maart 2013

“Tsjonge, tsjonge, wat is een rapport maken een klus”, zucht Ma-riska. “En vooral het rapport van Fleur.” Ze heeft haar klassenmap naast de monitor liggen. Koffie ernaast. Op het beeld verschijnen grafieken, cijfers, kommagetallen en kleurtjes. De trendgrafieken vechten om de voorrang en de groepsoverzichten rollen over de

groepsplannen heen. Het sociaal-emotionele toetsprogramma met zijn uitslagen blijft wat verloren in het digimapje zitten treuren. De resultaten van creativiteit, muziek en gymnastiek zijn helemaal van het bureaublad afgewist.

“Makkelijk, zo’n digitaal rapport dat gekoppeld is aan het portfolio en dat een link heeft met de ouderportal, waardoor ouders direct in-zage hebben in wat zoon of dochterlief heeft gepresteerd. Maar dat omtalen naar een rapport dat ook voor opa en oma nog te begrijpen is, is iets anders. Om maar te zwijgen over het effect dat een rapport op een kind heeft. Een rapport dat iets warms en stimulerends uit-straalt in plaats van koele en koude gemiddelde, normatieve, land genormeerde cijfers. Dat is haar opdracht.

Mariska denkt aan het gesprek dat ze een paar dagen geleden had met de moeder van een rugzakleerling. “Betekent het echt dat u mijn Fleur gaat vergelijken met de gemiddelde leerling?”, was de vraag geweest. Ze had geknikt en uitgelegd dat wat het gemiddelde kind betreft haar dochter altijd minder zou scoren. Het automa-tische leerlingvolgsysteem kent geen medelijden en print net zo makkelijk een nul uit als een E-, de E van enorm min-der. Toen had ze zich vergist en een beetje geïrriteerd gezegd: “Ja, u heeft gelijk. We kunnen het rapport van Fleur voor groep 7 wat rekenen en taal betreft al invullen. Een dikke onvoldoende.”

De moeder was geschrokken weggelopen en met spijt in haar hart had Mariska die nacht wakker gelegen. Het is toch te gek voor woorden dat een rugzakleerling in een leerlingvolgsysteem meetelt voor de eindscores van de groep. De directeur had ook zijn schou-ders opgehaald en gezegd dat hij er ook niks aan kon doen. “De overheid vertrouwt ons niet”, had hij gemompeld of zoiets. De over-heid denkt dat er alleen maar A+leerlingen bestaan.

Mariska neemt een slok koffie. Eerlijk het volgsysteem volgen of spelen met de harde waarheid, waardoor Fleur zichzelf toch recht in de ogen kan blijven kijken? Het blijven eeuwige vragen. Dan neemt ze een besluit en voegt op de plek van het cijfer een sterretje in (op het toetsenbord bij de 8). Onderaan het rapport schrijft ze in haar eigen mooie handschrift ‘voor mij heb je een acht verdiend’.

“Meelopen en dwarsliggen”, mompelt ze.“Wat zeg je”, reageert haar man.“Laat maar,” zegt ze, “laat maar.”

Dwarsliggen

Page 27: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

27maart 2013

Gedicht

PerfectDe boom bezag zijn groene zijn

En sprakPrecies de juiste kleur en vorm

Hier ontbreekt geen tak

De woestijn keek om zich heenEn zei

Dit is de exacte hoeveelheid zandEr hoeft echt niets meer bij

De regenboog die zichzelf zagmerkte op

Wat een kleuren, ik mis er geen eenDit is werkelijk de top

De zee tuurde de golven afEn riep

Elke druppel die is op zijn plekEn zuchtte diep

En jij kind, als ik naar je kijkMet talenten onontdekt

Zoals je bent en wat je ook wordt

Jij bent perfect

Chris Lindhout

korte berichten

Penta Nova verzorgt erkende opleidingen voor (aankomend) onderwijsmanagement. • Oriëntatie op management• IMPULS trainingen• opleiding Middenmanagement• opleiding Schoolleider• opleiding Directeur Primair Onderwijs• Master Educational Leadership (NVAO geaccrediteerd)

Kijk voor meer informatie en data van voorlichtings avonden in maart april en mei op www.pentanova.nl

Starten metopbrengstgerichtleidinggeven?

Arbo AdviesCentrum

Primair Onderwijs

Bel 045 - 579 81 81

of mail naar [email protected]

ArboAdvies-Centrum PO

7095/ARC

Voor deskundig advies op het gebied van arbeidsomstandigheden

Page 28: Naar krachtige scholen met een professionele identiteit · Over leren, gedrag, begeleiden en passend onderwijs Bezoek de open avond op: • woensdag 17 april • donderdag 23 mei

Werf een nieuw CNV-lid en ga er samen op uit!

Gunt u anderen óók de voordelen van het CNV-lidmaatschap? Meld dan een nieuw CNV-lid aan en ontvang als dank een cadeaubon. Zo kunt u samen met het nieuwe lid iets leuks gaan doen! En elke keer iets anders als u dat wilt! Wilt u een Dinerbon, een Theaterbon of doet u samen liever iets spectaculairders? U kunt zoveel nieuwe leden aanmelden als u wilt en voor elk lid ontvangt u een nieuwe cadeaubon.

Deze actie geldt niet in combinatie met andere ledenwerfacties. Kijk voor meer voorwaarden, informatie en aanmelding op:

www.cnv.nl/actie of bel met (030) 751 10 40

VOORDELEN VAN HET CNV-LIDMAATSCHAP:

• Geïnformeerd worden over de ontwikkelingen in de sector waarin u werkt • Meepraten over uw CAO• Professionele rechtsbijstand. Verzekerd van rechtshulp bij arbeids-kwesties en in privézaken• Samen opkomen voor betere afspraken• Individuele hulp en begeleiding met betrekking tot werk• Deskundige hulp bij de belastingaangifte• Korting op verzekeringen• Toegang tot de vraagbaak van het CNV• Loopbaan- en beroepsinhoudelijk advies

U KUNT KIEZEN UIT DE VOLGENDE CADEAUBONNEN T.W.V. €25,- :• Dinerbon • Snowworld Zoetermeer • Theaterbon

• VVV Cadeaubon • Bioscoopbon

Gegevens nieuw lid

Naam en voorletters M/V

Adres

Postcode Woonplaats

Tel. nr. overdag Tel. nr. ‘s avondsGeboortedatum Emailadres

Sector waarin u werkzaam bent

Hierbij machtig ik het CNV de contributie automatisch maandelijks af te

schrijven van mijn rekening

Bank/gironummer

Datum Handtekening

Het CNV zal na ontvangst van de aanmelding telefonisch contact opnemen voor aanvullende gegevens om de inschrijving definitief te maken. De contributie verschilt per bond (volledige info vindt u op www.cnv.nl) maar bedraagt gemiddeld 15 euro per maand. Studenten, werklozen, gepensioneerden en arbeidsongeschikten betalen een aangepast tarief.

Uw gegevens

Naam en voorletters M/V

Adres Tel.nr.

Postcode Woonplaats

Relatie tot het nieuwe lid: Collega Collega Familie Familie Vriend/in

Anders, namelijk: Anders, namelijk:

Ik ben lid van: ACP ACP CNV Vakmensen CNV Vakmensen CNV Publieke Zaak

CNV Dienstenbond CNV Dienstenbond CNV Onderwijs CNV Onderwijs

Lidnummer:

Als aanbrenger van een nieuw lid ontvang ik graag de volgende cadeaubon:

Dinerbon Theaterbon Bioscoopbon Snowworld

VVV Cadeaubon

U als aanbrenger van het nieuwe lid ontvangt uw gekozen aanbrengcadeau op uw privé-adres. Toezending kan pas plaatsvinden nadat de gegevens van het nieuwe lid telefonisch zijn gecontroleerd en een eerste contributie is geïnd.

Aanmeldbon

Aanmelden kan ook via: www.cnv.nl/actie

CNV Onderwijs, t.a.v. Ledenadministratie, Antwoordnummer 51053, 3501 VC [email protected]