Psychomotoriek Testingen

Embed Size (px)

Citation preview

MOT 4-6: test om de ontwikkeling van de, motorische: vaardigheid na te gaan Aanwijzingen voor testafname De testleider dient vertrouwd te zijn met de opgaven, zodat zijn aandacht naar de kleuter kan gaan. De handleiding dient steeds bij de testafname voorhanden te zijn. Bij twijfel kan er onmiddellijk worden nagegaan of men correct handelt. Indien het materiaal opgesteld is en de testleider geoefend is, bedraagt de testduur ongeveer 20 minuten per kleuter. De volgorde van de opgaven dient mogelijk behouden te worden. De test is zo opgesteld dat verschillende aandachtspunten elkaar opvolgen, waardoor concentratie en motivatie van de kleuters mogelijk langer aanhouden. De testafname moet in een ontspannen en losse sfeer verlopen, zodat het kind de test niet als een proef ervaart, maar eerder als een spel. Toch moet de kleuter zich aan opgelegde opdracht houden en zich voldoende concentreren. Omdat het gaat om een gestandaardiseerde test moet de waardering zo nauwkeurig mogelijk gebeuren. Dit betekent echter niet dat de tekst exact moet. worden voorgelezen. Het doel is dat de kinderen de opdracht verstaan en kunnen uitvoeren. Om er zeker van te zijn dat alle kinderen een gelijke kans krijgen om de opdracht.te begrijpen, werd besloten om elke opgave door de proefleider te laten demonstreren. De gewenningsoefening (opgave nr. 1) moet steeds uitgevoerd worden vooraleer te beginnen. En oefenpoging is bij elke opgave toegestaan. Zo kan de kleuter wennen aan de opgave en het materiaal. Bij de meeste opgaven is het zinvol om twee oefenpogingen toe te staan. De waarschijnlijkheid dat een kleuter een toevalstreffer maakt in zijn motorisch kunnen is uiterst zelden. (Vb. niemand kan toevallig hoger springen of langer evenwicht bewaren als hij eigenlijk kan) Enkel bij opgave nr. 9 (werpen naar de schijf) kan gesproken worden over een toevalstreffer en daar zullen de pogingen dus beperkt worden tot de toegestane. Slaagt de kleuter bij de oefenpoging, dan wordt de oefenpoging gewaardeerd, tenzij dit. in de opgaven uitdrukkelijk uitgesloten wordt. Dit wordt toegestaan omdat het mogelijk is dat de kleuters hun concentratie of motivatie verliezen. Tip: De opgaven kunnen vereenvoudigd worden door volgende manier van werken te hanteren. Je spreek de kleuter aan: "Kijk eens wat ik kan (terwijl de aandachtspunten opnoemen van de opgave) "Kan jij dat ook?

Benvloeding van de testsituatie door de testleider Een testafname bij vier- tot zesjarige kinderen vergt van de testleider een groot inlevingsvermogen en aanvoelingsvermogen. Deze zijn zeker zo belangrijk als een goede kennis van het. instrument en het vertrouwd zijn met. de waardering van de test. Kleuters reageren in het. algemeen nog vrij gevoelig op een onbekende situatie en weigeren soms alle medewerking wanneer de testleider geen persoonlijke verstandhouding met de kleuter heeft of kan herstellen. Indien de testleider een vertrouwde persoon van het kind is, zal het uitvoeren van de test voor het kind geen probleem vormen. Onzekerheid kan ontstaan wanneer de testafname in een voor de kleuter onbekende instelling, een ongewone omgeving of met een onbekende testleider wordt uitgevoerd. Daarom is het belangrijk dat de testleider van in het. begin een positief emotionele sfeer tracht te creren. Het materiaal en de opgaven hebben een sterk uitnodigend karakter, daardoor worden interesse en motivatie van de kleuter al voor een groot deel opgewekt. Oefenen wordt eveneens toegestaan om het kind zich vertrouwd te laten voelen met de situatie. De kleuter moet steeds de oefening volledig kunnen uitvoeren, ook al is de tijd verstreken. De opgaven moeten zo worden gesteld dat de kleuter zich niet bewust is van falen en slagen voor een opgave. Ook al voert de kleuter de opgave niet correct uit, is het belangrijk van hem te blijven aanmoedigen. (1) Tijdens de. testafname: is het afgeraden van familie van de kleuter toe te laten. Indien de kleuter een te grote angst vertoont. kan de aanwezigheid van een ouder toch een oplossing bieden. Hierbij dient wel uitdrukkelijk afgesproken te worden dat de ouder zich niet mengt in de testafname. Testomstandigheden De kleuter moet lichte kledij dragen en mag naar keuze de oefeningen op blote voeten of met schoenen aan uitvoeren. Enkel bij de evenwichtsoefeningen en het oprapen van het. doek moet er blootsvoets geoefend worden. Indien de opgave niet met beide handen en voeten moet uitgevoerd worden, mag de kleuter zelf kiezen aan welke zijde hij/zij de voorkeur geeft. Bij de opgaven waarbij een stopwatch gebruikt wordt, mogen de tienden afgerond worden.

Testmateriaal De volledige test bestaat uit volgende onderdelen: 1 gymnastiekhoepel met een diameter van 70 cm 1 gymnastiekbal met een diameter van 16 cm 3 werpballen (tennisballen) en twee doosjes (helft van een brooddoos) 1 touw van 2 meter 1 gymnastiekstok van 80 cm. De stok is onderverdeeld in 4 zones van 20 cm (afwisselende kleuren) 1 kartonnen werpschijf met een binnendiameter van 40 cm en een buitendiameter van 50 cm (de kleur van de rand moet sterk contrasteren met die van het midden) 1 luciferdoosje (met een dubbele grootte van het gewone formaat) inclusief 40 lucifers 1 tennisring met een diameter van 17,5 cm 1 katoenen zakdoek van 40 cm op 40 cm 2 viltstiften 1 balanceerstrook van 2m x 10 cm met een grond laag uit textiel 1 meetlint (met onderverdeling in cm) om de afstanden te meten 1 schrijfblok 1 stopwatch met seconden aanduiding 1 kleuterstoel 1 kleutertafel Rol kleefband om de markeringen aan te brengen

Structuur van de test De items hebben betrekking op verschillende dimensies van de motoriek. Ze bevatten zowel groot als klein motorische opdrachten, namelijk:

Motorische dimensie Lichaamsbehendigheid cordinatievaardigheid Fijnmotorische vaardigheid Evenwichtsvermogen Reactiesnelheid Sprongkracht en snelheid Bewegingssnelheid Bewegingsnauwkeurigheid

Opgave nummer 7, 11, 14,16,18 3,4,10 2,8,12,17,18 6,13 15,18 3,5,7 9,10

Beschrijving van de opgave

0pgave nr. 1: In een gymnastiekhoepel springen (gewenningsoefening)Materiaal: 1 hoepel (70cm) Beschrijving: De kleuter moet uit stand met twee benen samen in een op de grond liggende hoepel springen. Hij moet direct weer uit de hoepel springen in dezelfde bewegingszin, zodat hij aan de andere kant van de hoepel staat na de uitvoering. Instructie: Kan je met twee voeten samen in de hoepel springen en er dan in dezelfde zin direct weer uitspringen en blijven staan?

Opgave nr. 2: Voorwaarts evenwicht bewarenMateriaal: vloerstrip van 200x10 cm Beschrijving: De kleuter moet voorwaarts stappen op de vloerstrip. De pasgrootte mag door de kleuter zelf bepaald worden. Hij mag de randen niet overschrijden. (2X) Aanwijzing: Deze evenwichtsoefening moet zonder schoenen worden uitgevoerd Instructie: Kan je op deze lijn stappen? Probeer je voeten zo te plaatsen, dat je binnen de lijntjes van het matje blijft. Waardering: 0 punten: geen correcte poging

1 punt: n correcte poging 2 punten: twee correcte pogingen

Opgave nr. 3: Punten Plaatsen (Tapping)Materiaal: 1 viltstift t 1 A 4 blad, 1 stopwatch Beschrijving: De kleuter zit aan een tafel. Met de viltstift dient hij gedurende tien seconden zoveel mogelijk punten te plaatsen op het hem voorgelegd blad. De kleuter mag de punten plaatsen waar hij wil, maar niet op dezelfde plaats. (1X 10 sec) Aanwijzing: De voorarmen moeten op de tafel liggen waardoor de beweging niet met de ganse arm kan worden uitgevoerd. Als het kind deze aanwijzingen niet volgt, wordt de opdracht toch gewaardeerd. Instructie: Neem de stift in je hand en probeer zo snel mogelijk, zoveel mogelijk punten op dit papier te plaatsen. Laat hierbij je arm rusten op de tafel. Verdeel de punten een beetje over het blad zodat ik ze nadien kan tellen. Je mag zolang doorgaan tot ik "stop" zeg. "Begin maar." Waardering: 0 punten: 26 en minder punten 1 punt: 27-37 punten 2 punten: 38 en meer punten

Opgave nr. 4: Met de tenen een zakdoek oprapenMateriaal: 1 katoenen zakdoek van 40 op 40 cm. Beschrijving: De kleuter staat rechtop; 20 cm vr zijn voeten ligt de zakdoek gespreid op de grond. Binnen de vijf seconden moet de kleuter de zakdoek met de tenen grijpen en aan de proefleider geven. De testleider staat voor de kleuter en neemt het doek aan, terwijl het kind de knie hoog blijft houden. De proef wordt met de andere voet herhaald. De testleider staat vr de kleuter. De zakdoek aannemen op kniehoogte van de testleider. (rVt.en Lvt 5 sec)

Instructie: Probeer zo snel als je kan de zakdoek met je tenen op te rapen en

aan mij te geven. Nadien leg ik de zakdoek weer mooi op de grond en probeer je het met de andere voet.Wacht telkens tot ik" JA" heb gezegd. Waardering: 0 punten: geen correcte uitvoering 1 punt: 1 correcte uitvoering met linker of rechtervoet 2 punten: 1 correcte uitvoering met linker en rechter voet

Opgave nr. 5: Zijwaarts over een touw springenMateriaal: 1 touw (200 cm ). 1 stopwatch Beschrijving: Het twee meter lange touw wordt in vier gelijke delen gevouwen en op de grond gelegd. De kleuter staat aan een zijde van het touwen mag gedurende 10 sec zoveel mogelijk heen en weerspringen over het touw, voeten samen. Als de kleuter het touw raakt met de voeten of niet met beide voeten samen afstoot wordt de sprong niet geteld. (1 x 10 sec) Aanwijzing: Bij de demonstratie zal de proefleider in het bijzonder aandacht schenken dat er met beide voeten gelijktijdig gesprongen wordt. Instructie: Ga naast het touw staan zoals ik je voordoe. De proefleider demonstreert de oefening. Probeer zo veel mogelijk, met de voeten samen, heen en weer over het touw te springen. Spring tot ik STOP geroepen heb. Klaar om te starten? "START" Na 10 sec "STOP" zeggen Waardering: 0 punten: 7 sprongen en minder, met beide voeten samen 1 punt: 8-11 sprongen, met beide voeten samen 2 punten: 12 sprongen en meer, met beide voeten samen

Opgave nr. 6: Stok OpvangenMateriaal: 1 stok van 80 cm, de kleuren delen de stok op in 4 zones: van 20 cm (eventueel 1. kleuterstoel of een klein verhoog)

Beschrijving: De kleuter staat. rechtop voor de proefleider en steekt de hand geopend uit, vingers gestrekt, duim recht omhoog. De proefleider houdt de stok zodanig vast dat het einde ervan tussen de duim en de wijsvinger van het kind bevinden. De afstand tussen hand en stok moet minstens 1 cm bedragen. De proefleider laat de stok zonder verwittiging los. De kleuter dient de stok zo snel mogelijk op te vangen met de uitgestrekte hand (De andere hand mag niet gebruikt worden om te helpen). Er worden twee pogingen ondernomen, de beste wordt gewaardeerd. (1 x lh, 1 x rh) Instructie: Steek je hand even uit. Ik ga zo meteen deze stok loslaten. Kan je dan de stok zo snel mogelijk met je hand grijpen? Laat je andere hand achter je rug. Waardering: O punten: zone 4 of verder 1 punt: zone 2. en 3 2 punten: zone 1

Opgave nr. 7: Tennisballen in de doos leggenMateriaal: 3 tennisballen, 2. doosjes, 1 stopwatch Beschrijving: In een doos op de grond worden drie tennisballen gelegd. 4 meter verder in het verlengde van het doosje wordt een tweede doosje opgesteld. De kleuter zal proberen drie ballen n voor n over te brengen naar het andere doosje. (Slechts n bal per keer mag meegenomen worden). De tijd wordt door de proefleider opgenomen en genoteerd. De kleuter dient er op attent gemaakt te worden dat de bal in het doosje moet blijven liggen en er niet mag uitbotsen. De opdracht is volbracht wanneer alle drie ballen in het andere doosje liggen. De tijd wordt stopgezet wanneer de derde bal in het bakje is gelegd (hand los van het balletje). Indien het balletje toch uit het doosje botst, moet de kleuter het eerst oprapen en opnieuw in het doosje leggen vooraleer een nieuwe bal te halen. Instructie: Probeer zo snel mogelijk de ballen n voor n van dit doosje naar het andere doosje te brengen. Let op! Leg de balletjes zachtjes in het doosje.

Waardering: O punten: 15 en meer sec 1 punt: 14-12 sec. 2 punten: 11 sec en minder

Opgave nr. 8: Achterwaartse evenwichtsoefeningMateriaal: 1 vloerstrip van 200cm op 10 cm Beschrijving: De kleuter moet achterwaarts op de vloerstrip stappen. Hij mag de pasgrootte zelf kiezen. Hij mag de randen niet overschrijden. (lx) Aanwijzing: De opgave wordt blootsvoets uitgevoerd Instructie: Kan je rugwaarts op deze lijn stappen en met je voeten en tenen binnen de lijnen van het matje blijven? Waardering: 0 punten: geen correcte poging 1 punt: 1 correcte poging 2 punten: 2 correcte pogingen

Opgave nr. 9: Worp naar een schijf (doelwerpen)Materiaal: 1 kartonnen richtschijf (40cm doorsnede + 5cm contrasterende band = totale doorsnede 50cm), 1 tennisbal Beschrijving: De kleuter moet met een tennisbal op 3 meter afstand de richtschijf aanwerpen. Het werppunt is op de vloer aangegeven met een kleefstrook. De richtschijf heeft een doorsnede van 40cm + 5cm rand en is bevestigd aan de muur op een hoogte van 1 m 75, gemeten van de bovenzijde van de schijf. (Middelpunt op 1,5 meter) De kleuter krijgt 4 pogingen. Een poging wordt als correct beschouwd ook als de bal enkel de rand raakt. Indien een oefenpoging wordt toegestaan wordt deze niet meegeteld. (1 oefenpoging niet gewaardeerd + 4 worpen) Aanwijzing: De wand en de kleur van de schijf dienen in kleur te contrasteren (lichte wand - donker schijf en omgekeerd) of de schijf wordt van een contrasterende rand voorzien. De proefleider staat tijdens het werpen achter de kleuter omdat het vanuit deze positie beter is de correctheid van de worp te

controleren. Lijn plaatsen op 3m afstand tot de muur. Instructie: Probeer met de bal de schijf in het midden te raken. Om te werpen blijf je achter deze lijn staan. Waardering: 0 punten: geen correcte worp 1 punt: 1 correcte worp 2 punten: 2-4 correcte worpen

Opgave nr. 10: Lucifers verzamelenMateriaal: 1 luciferdoosje (dubbele grootte van normaal formaat) met 40 lucifers, 1 stopwatch Beschrijving: De kleuter zit aan een tafel, waarde lucifers in tweegelijke hoopjes aan weerszijden van het luciferdoosje liggen. De afstand tussen de hoopjes en het doosje bedraagt aan beide zijden 15cm. De lucifers dienen met beide handen gelijktijdig in het doosje gelegd te worden. Daarbij mag er slechts n lucifer tegelijkertijd per hand genomen worden. Wanneer de kleuter dit anders uitvoert, zal hij gestopt worden en gevraagd worden de twee handen gelijktijdig te gebruiken. Aanwijzing: De proefleider dient de afstand van 15 cm links en rechts van het doosje te markeren. Ook de plaats van het doosje dient gemarkeerd te worden. Instructie: Kan jij deze lucifers zo snel mogelijk in het doosje leggen? Je moet hierbij beide handen gelijktijdig gebruiken, waarbij je in elk hand n lucifer tegelijk neemt. Leg de lucifers zorgvuldig in het doosje. Waardering: O punten: 71 sec en meer 1 punt: 70 -54 sec. 2 punten: 53 sec en minder

Opgave nr. 11: Door een hoepel stappen/kruipenMateriaal: 1 gymnastiekhoepel (70cm )

Beschrijving: De kleuter dient 2X door een rechtopstaande hoepel te kruipen die door de proefleider loodrecht op de grond wordt vastgehouden. Tijdens het uitvoeren mag de kleuter de handen niet op de grond plaatsen en de hoepel niet met het lichaam aanraken. Aansluitend wordt de opgave van de andere zijde uitgevoerd. Beide pogingen worden gewaardeerd. (2.x) Aanwijzing: het door de hoepel kruipen mag zowel zijwaarts als voorwaarts uitgevoerd worden. Instructie: Maak je zo klein mogelijk om door deze hoepel te kruipen, kan jij erdoor? Eerst vertrekken we aan deze kant en als je erdoor bent proberen we het nog eens, maar dan van de andere kant. Waardering: 0 punten: geen correcte uitvoering 1 punt: 1 correcte uitvoering 2 punten: twee correcte uitvoeringen

Opgave nr. 12: Sprong in een hoepel op 1 beenMateriaal: 1 gymnastiekhoepel 70 cm, 1 stopwatch Beschrijving: De kleuter staat op n voetlengte van de hoepel. Hij dient vanuit stand op n been in de hoepel te springen die voor zich op de grond ligt. Hij dient te landen op hetzelfde been en vijf seconden (5 sec) te blijven staan. Er worden twee pogingen met elk been uitgevoerd (2x2). Alle pogingen worden gewaardeerd. Aanwijzing: Correctiebewegingen met de armen of licht heen en weer verplaatsen van de voet worden toegestaan. Wanneer de tweede voet wordt bijgeplaatst binnen de tijdslimiet wordt de poging als niet correct beschouwd. Instructie: Kan je op n been in de hoepel springen en zolang op dat been blijven staan tot ik 'STOP' zeg? Daarna proberen we het ook met je andere been. Waardering: 0 punten: geen correcte uitvoering 1 punt: 1-2 correcte uitvoeringen 2 punten: meer dan 2 correcte uitvoeringen

Opgave nr. 13: Tennisring opvangenMateriaal: 1 tennisring 17,5 cm (werpring) Beschrijving: De kleuter dient een tennisring die hem van op 4 meter afstand wordt toegeworpen op te vangen met beide handen. De ring mag noch buik noch borst raken bij het vangen. De ring wordt door de proefleider met beide handen in een boog toegeworpen. Indien het toewerpen niet correct wordt uitgevoerd, wordt de poging niet meegeteld en opnieuw uitgevoerd. Er worden 3 pogingen toegestaan. Een oefenpoging is toegestaan maar mag niet in rekening gebracht worden. Aanwijzing: Deze opgave is bijzonder afhankelijk van de wijze van toewerpen van de proefleider. Bij twijfel of het toewerpen correct gebeurde, dient de worp opnieuw te gebeuren. Instructie: Kan je de ring die ik je toewerp met beide handen vangen? Strek hiervoor je armen uit en spreid ze een beetje open. Let op, ik ga de ring nu werpen. Ben je klaar? Waardering: 0 punten: geen correcte uitvoering 1 punt: 1 correcte uitvoering 2 punten: meer dan n correcte uitvoering

Opgave nr. 14: De spreid-sluitsprong: trekpopsprongMateriaal: 1 stopwatch Beschrijving: De kleuter dient gedurende 10 sec, afwisselend van gesloten - naar spreidstand te springen. Daarbij dienen de armen opwaarts en afwaarts gestrekt te worden. De arm- en beenbeweging dient gelijktijdig en ritmisch te gebeuren volgens een vast tempo. Tussen twee uitvoeringen mogen kleine pauzes genomen worden. (1 x 10 sec) Aanwijzing: Kleuters kunnen de sprong op verschillende wijzen uitvoeren. Het is dan ook niet belangrijk wanneer de armen hoog worden geheven bij het spreiden van de benen. Wel is het belangrijk dat er een bepaalde ritmische en gecordineerde beweging wordt uitgevoerd. Beide van volgende bewegingen worden als correct beschouwd: (Ze worden wel apart gewaardeerd)

1) gekruiste arm-been cordinatie 2) gelijke arm-been cordinatie Instructie: Kan je een spreid-sluitsprong uitvoeren? Als je omhoog springt, spreid je je benen en hef je je armen gestrekt boven je hoofd. Nadien spring je opnieuw, sluit je de benen bij elkaar en brengt de armen gestrekt naast je lichaam. Spring net zolang tot ik 'STOP' zeg. Waardering: O punten: de spreid-sluitsprong kan niet uitgevoerd worden 1 punt correcte uitvoering, maar geen 10 seconden volgehouden cordinatie correct uitgevoerd, maar ritmeonderbrekingen ritmisch correct, maar geen goede bewegingcordinatie 2 punten: correcte uitvoering in tijd, ritme en bewegingscordinatie Gekruist Gelijk Gekruiste cordinatie van armen en benen Gelijke cordinatie van armen en benen

Opgave nr. 15: Sprong over touwMateriaal: 1 stoel of tafel, 1 touw Beschrijving: Het touw wordt aan een tafel of stoel bevestigd, het midden van het touw wordt op 35 cm hoogte gehouden. De kleuter dient op 35 cm afstand af te stoten en met beide benen gelijktijdig over het touw te springen. Nadien wordt het. touw op 45 cm gehangen en de oefening opnieuw uitgevoerd, ook van op 35cm afstand. Twee pogingen zijn telkens toegestaan. De beste wordt gewaardeerd. (2 x 2 pogingen) Aanwijzing: Om ervoor te zorgen dat de kleuter niet achterover kan vallen dient het touw maar aan n zijde vastgehouden te worden, het andere einde wordt door de proefleider vastgehouden. Instructie: Kan jij met beide voeten gelijktijdig over het touw springen? Spring vanaf deze lijn. Waardering: O punten: geen correcte sprong 1 punt: 35cm overschreden

2 punten: 45 cm overschreden

Opgave nr. 16: Rollen om de lengteasMateriaal: / Beschrijving: De kleuter ligt in rug lig op de grond. De armen moeten opwaarts gestrekt worden. Met opgespannen lichaam dient een rol om de lengteas uitgevoerd te worden zonder de lichaamsspanning te verliezen. (Armen en benen moeten goed gestrekt zijn) Na een korte ontspanning terugrollen naar de startplaats. (2x360) Instructie: Ga met je rug op de grond liggen en strek je armen uit boven je hoofd. Maak je zo stijf als een stok en rol dan zijwaarts tot je weer op je rug ligt. Je armen en benen moeten gestrekt blijven. Waardering: 0 punten: geen correcte uitvoering 1 punt: 1 correcte uitvoering 2 punten: 2 correcte uitvoeringen

Opgave nr. 17: Opstaan en neerzitten met bal op het hoofd.Materiaal: 1 gymnastiekbal 16 cm Beschrijving: De kleuter zit in kleermakerszit op de grond en houdt een bal boven het hoofd. Hij dient recht te staan zonder de positie van de bal te veranderen en zonder de benen te ontkruisen. Nadien dient de kleuter in dezelfde positie weer te gaan zitten. (2x) Aanwijzing: Het opstaan moet niet in n poging gebeuren, maar mag na een aanzwaai met het lichaam gebeuren. Ook lichte heen en weer bewegingen zijn toegestaan. Het bovenlichaam mag bij het oprichten ver naar voren geneigd worden, de bal mag niet van boven het hoofd weggehaald worden. Instructie: Ga in kleermakerszit op de grond zitten en hou de bal met beide handen boven je hoofd. Kan je recht gaan staan zonder de bal van je hoofd af te nemen? Kan je nadien ook weer gaan zitten? Waardering:

0 punten: kan niet rechtstaan en. niet gaan zitten 1 punt: opstaan of neerzitten lukt correct 2 punten: rechtstaan en neerzitten lukt correct

Opgave nr. 18: Met halve draai in een hoepel springenMateriaal: 1 gymnastiekhoepel 70 cm Beschrijving: De kleuter moet vanuit stand met twee voeten samen telkens met een halve draai in en uit een hoepel die op de grond ligt springen. Bij elke sprong moet de kleuter over 180 draaien (draairichting is vrijblijvend), zodat hij na de tweede sprong weer in de beginpositie staat. (2x) Instructie: Kan jij met twee voeten samen in de hoepel springen en daarbij een halve draai maken? Daarna spring je er ook weer uit, zodat je op dezelfde plaats terecht komt waar je eerst stond. Kijk goed, ik laat het je zien. (eenvoudigste wijze = heen springen tegen wijzerzin en wijzerzin terug) Waardering: O punten: geen correcte uitvoering 1 punt: enkel in of uit wordt correct uitgevoerd 2 punten: zowel in als uit wordt correct uitgevoerd

Motoriektest 4 tot 6 jarige kinderen Test om. de motorische ontwikkelingstoestand na te gaan Scoreformulier Naam:Omschrijving 1. 2. In een hoepel springen Voorwaarts evenwicht bewaren Specificati es 2x 2x 0 1 2 3. Stippen zetten (Tapping) 10sec 0 1 2 4. Met de tenen een doek oprapen 2x5 0 1 2 5. Zijwaarts over een touw springen 10sec 0 1 2 6. Stok opvangen 2Hn 0 1 2 7. Tennisballen in een doosje 1x3ballen 1 voor 1 overbreng en 0 1 2 8. Achterwaarts evenwicht bewaren 2x 0 1 2 9. Doelworp naar een schijf 4x 0 1 2 10. Lucifers verzamelen 1x2 hoopjes van 20 lucifers 0 1 2 11. Door een hoepel stappen 2x 0 waardering Geen waardering O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen 26 punten en minder 26-37 punten 38 en meer O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen 7 sprongen en minder 8-11 sprongen 12 en meer Zone 4 en stok laten vallen Zone 2 en 3 Zone 1 15sec en meer 14-12 sec 11sec en minder O geen correcte uitvoering 1 correcte uitvoering 2 correcte uitvoeringen Geen treffer 1rake worp 2-4 rake worpen 71sec en meer 70-54 sec 53 en minder O geen correcte uitvoering Vul in Punten

1 2 12. Op 1 been in een hoepel springen 2x