21
Stageboek Winkel Naam: Stagebedrijf:

Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek

Winkel

Naam: Stagebedrijf:

Page 2: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 1

Inhoudsopgave:

o Inhoudsopgave pagina 1 o Je stageboek pagina 2 o Afspraken met je stagebedrijf pagina 3 o Vier opdrachten:

Interview Pagina 4 PowerPoint maken Pagina 6 Organogram tekenen Pagina 7 Werkomgeving tekenen Pagina 7

o Personeel Pagina 8 o Plaatst Pagina 10 o Presentatie Pagina 13 o Prijs Pagina 15 o Product Pagina 17 o Promotie Pagina 19 o Beoordelingsformulier Pagina 21

Page 3: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 2

Je stageboek In het vierde leerjaar lopen jullie stage in een winkel. Dit stageboek is er om jou te helpen goed voorbereid te zijn op je stage en om je te helpen bij het maken van een goed stageverslag. Bij SE6 krijg je een mondeling en dat gaat ook helemaal over de 6 P’s van de winkel waar jij stage loopt. Je werkstuk is dus ook een voorbereiding op je SE! Voor het vak handel/verkoop moeten jullie hiervoor een stagewerkstuk maken. In dit werkstuk gaat het over de winkelformule van jullie stagewinkel. De winkelformule van een winkel bestaat uit de volgende 6 P's:

o Plaats o Product o Prijs o Promotie o Presentatie o Personeel

Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek staan ook in je stagewerkstuk komen. Leg voor elk begrip uit hoe dit bij jou stageplaats zit. Je moet dus laten zien dat je weet wat het begrip inhoudt en dat je ook weet hoe dat bij jou stageplaats werkt. Uiteraard mag je dingen aan je stagebegeleider vragen. Je kunt alle begrippen opzoeken in Link2. Ook op internet kun je vinden wat de begrippen betekenen (Google, Wikipedia enz.). In je wekstuk komen ook nog een aantal andere opdrachten die je aan het begin van dit stageboek vindt. Je werkstuk moet een inhoudsopgave, een paginanummering, een inleiding en een nawoord hebben. In de inleiding schrijf je hoe je aan je stageplaats bent gekomen en hoe je de eerste dagen vond. In het nawoord schrijf je wat je er van vond en wat je allemaal geleerd hebt. Extra dingen die je in je stageverslag kunt doen leveren extra punten op, zeker doen dus! Zorg ten slotte dat je werkstuk er aantrekkelijk uit ziet. Begin op tijd! Dit is een grote opdracht die je veel tijd zal kosten.

Page 4: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 3

Welke afspraken moet je maken met je stagebedrijf:

1. Werkzaamheden o Wat mag ik gaan doen in de stageperiode? o Wat voor afdeling ga ik werken? o Wat voor soort werk mag ik daar doen? o Wie gaat mij begeleiden?

2. Werktijden

o Hoe laat mag ik beginnen? o Hoe laat stop ik met werken? o Wanneer heb ik pauze? o Kan ik iets kopen hier om te eten?

3. Werkkleding

o Zijn er speciale kledingvoorschriften? o Krijg ik werkkleding , zo ja, waar moet ik die halen?

4. Verzorging

o Zijn er regels t.a.v. uiterlijk en hygiëne?

5. Vervoer o Waar kan ik mijn fiets of brommer neerzetten?

6. Aanvang stage

o Wanneer kan ik beginnen?

7. Bij ziekte/ afwezigheid o Bij wie moet ik mij afmelden? o Wat is het telefoonnummer van degene bij wie ik mij moet

afmelden? o Welke tijd doorgeven aan je stageplek?

8. Bedrijfsregels/huisregels

o Zijn er regels t.a.v. roken, kauwgom, mobiele telefoon,petten? Noteer de gemaakte afspraken:

Page 5: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 4

Opdracht 1 Interview je stagebegeleider. Je gaat een interview houden. Dit doe je op de volgende manier: je houdt je vragen bij de hand (deze vragen zijn genummerd), je houdt ook een pen en een ander papier bij de hand. Op dit lege papier zet je alleen de antwoorden met daarvoor de nummer van de vraag. Probeer de kernwoorden van het antwoord op te schrijven (het hele antwoord opschrijven zal waarschijnlijk te veel tijd kosten) en werk de antwoorden later uit (dit betekent dat je van je kernwoorden weer mooie zinnen moet maken). Wacht niet te lang met het uitwerken van je antwoorden omdat je dan dingen zou kunnen vergeten. Hieronder vind je een lijst met vragen die je in ieder geval moet vragen, je moet zelf ook nog een aantal vragen verzinnen. Zet jouw vragen onder aan de lijst met vragen en zorg ervoor dat ze genummerd zijn. Bij de vragen die je zelf verzint is het belangrijk dat het originele en goede vragen zijn. Hoe meer vragen je hebt hoe meer punten je kunt halen voor je werkstuk! Het interview moet op de volgende manier uitgewerkt hebben: je schrijft de vraag op (met het nummer ervoor) en zet daaronder het antwoord.

INTERVIEWVRAGEN 1. Wat is uw naam? 2. Wat is de naam van dit bedrijf? 3. Wat doet dit bedrijf (wat maken ze / wie helpen ze etc.)? 4. Hoe groot is dit bedrijf? Hoeveel personeel? Hoeveel klanten? Hoe ver wonen de klanten van het bedrijf af? 5. Hoelang bestaat dit bedrijf al? 6. Zijn er nog andere vestigingen? 7. Welke functie heeft u? (Hoe heet de functie) 8. Hoe lang werkt u al voor dit bedrijf? 9. Hoe bent u aan deze baan gekomen (gevraagd, gesolliciteerd via

de krant, gesolliciteerd via het arbeidsbureau, u had het gehoord van kennissen, etc.)

10. Heeft u nog andere banen gehad? Zo ja, welke? 11. Welke opleiding moet je hebben om dit werk te kunnen doen? 12. Welke eigenschapen moet je hebben om dit werk te kunnen doen,

dus wat moet je goed kunnen om dit werk te kunnen doen? 13. Wat zijn de zware kanten van dit werk? 14. Wat is er leuk aan dit werk? 15. Werkt u altijd op dezelfde plaats of heeft u verschillende werkplekken?

Page 6: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 5

16. Wat zijn uw werktijden? 17. Zijn er afspraken binnen het bedrijf over kleding, haardracht, make-

up, etc.? 18. ....................................................................................................... 19. ....................................................................................................... 20. ....................................................................................................... 21. ....................................................................................................... 22. ....................................................................................................... 23. ....................................................................................................... 24. ....................................................................................................... 25. ....................................................................................................... 26. ....................................................................................................... 27. ....................................................................................................... Etc.

Page 7: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 6

Opdracht 2. Ik presenteer…… mijn stageplaats!!! Maak een PowerPoint over je stage. In deze PP kunnen de volgende dingen staan:

Introductie (wie ben jij)

Waar loop je stage

Wat doet het bedrijf

Wat is de geschiedenis van het bedrijf

Op welke afdeling loop je stage

Wie is je begeleider

Wat voor werkzaamheden doe jij

Wat heb je er tot noch toe geleerd / wat hoop je nog te leren

…. Je PP moet aan de volgende eisen voldoen:

Goed leesbaar, niet te veel tekst op 1 dia

Mooie achtergrond

Aantrekkelijke overgangen

Dia's met weinig tekst kort en dia's met veel tekst langer op het scherm

Foto's

De PP moet zelf "lopen" Enkele PP zullen op de open dag getoond worden. Als je foto's maakt op je bedrijf (aanrader) vraag dan toestemming aan je begeleider. Nakijkschema:

Onderwerp Opmerking Norm Behaald

Intro / stageplaats 1

Wat doet het bedrijf 1

Geschiedenis 1

Afdeling / begeleider 1

Werkzaamheden 1

Leerpunten 1

Achtergrond / overgangen 1

Foto's 1

Extra's 2

Niet zelf lopen / te veel tekst / niet goed leesbaar

-2

Page 8: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 7

Opdracht 3 Organogram tekenen. Het is de bedoeling dat je een organogram maakt van het bedrijf waar je stage loopt. Aan je stagebegeleider vraag je welke mensen er in het bedrijf werken en wat hun functie is. Als het een bedrijf is van meer dan 15 mensen hoef je ze niet allemaal te benoemen, je laat dan alleen de afdelingen die er zijn in het organogram zien. De afdeling waar jij stage loopt komt wel met alle personen in het organogram. Je gaat als volgt te werk:

Tijdens je stagedag maak je een schets van het organogram.

Later (thuis) maak je pas het echte organogram.

Bij het echte organogram gebruik je potlood en liniaal (je mag hem ook op de computer maken).

Als je op je stageplaats een organogram kunt krijgen mag je die in je werkstuk doen, je hoeft hem dan niet zelf te tekenen. Opdracht 4. Tekenen van de werkomgeving. Het is de bedoeling dat je een tekening maakt van het kantoor waar je stagebegeleider werkt. Probeer deze tekening op schaal te maken (dat wil zeggen dat de verhoudingen kloppen) en zorg dat alle dingen die in het kantoor staan ook op je plattegrond komen te staan. Het is misschien wel handig om met een legenda te werken. Je gaat als volgt te werk:

Tijdens je stagedag maak je een schets van het kantoor.

Later (thuis) maak je pas de echte plattegrond.

Bij de echte plattegrond gebruik je potlood, liniaal, kleurtjes etc. (je mag hem ook op de computer maken).

Als je op je stageplaats een tekening van de werkomgeving kunt krijgen mag je die in je werkstuk doen, je hoeft hem dan niet zelf te tekenen.

Page 9: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 8

Personeel Om een baan te krijgen, moet je meestal solliciteren. Je leest een advertentie, of zoekt via internet naar een vacature. Hierop reageer je met een sollicitatiebrief en een CV.( Curriculum Vitae ), een levensloop van wat je hebt gedaan en gestudeerd. Je geeft alle persoonsgebonden gegevens ( NAW , geb. dat. burgerlijke staat, geslacht , hobby´s en als dat van belang is je godsdienst ) en tot slot ook een of meer referenties, mensen die jou voor die baan geschikt vinden . Bij elke baan wordt gevraagd naar vaardigheden ( competenties ) Bijv: waar ben je goed en niet zo goed in; omgang met collega’s; omgaan met normen en waarden en regels, enz. Na de brief volgt een gesprek. Hierin wordt duidelijk of jij de geschikte persoon bent voor de functie waarvoor je solliciteert. Bij zo´n gesprek is je lichaamstaal van belang. Denk aan je kleding , je begroeting, je taalgebruik. In je stageverslag moet je de volgende vragen beantwoorden:

Hoe kun je naar een baan in jouw stagebedrijf solliciteren? Welke diploma’s worden gevraagd? Welke vaardigheden worden gevraagd? Hoe leert men vanuit het bedrijf een verkoopgesprek aan? (BB1 blz

239) Welke regels gelden er voor personeel? Denk aan

verzorging,kleding,huisregels,vakantie,vrije dagen,enz. Wat heeft de ARBO wet te maken met personeelsbeleid? (BB1 –

blz 46) Is er binnen het bedrijf een vorm van opleiding/training? Hoe is de verhouding tussen full- en part-timers? Worden er functioneringsgesprekken gehouden?

In je stageverslag moet je de volgende begrippen gebruiken:

Solliciteren Vaardigheden Verkoopgesprek ARBO Personeelsbeleid Functioneringsgesprek

Page 10: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 9

Vacature CV NAW Burgerlijke staat(single, gehuwd, samenwonend) Geslacht ( m/v) Normen en waarden Gewoontes Referentie

Page 11: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 10

Plaats Elke winkel is gevestigd in een gebouw dat meestal staat in een winkelcentrum. We kennen:

o Buurtcentrum:dagelijkse boodschappen, niet meer dan10 winkels o Wijkcentrum:dagelijkse boodschappen,10-20 winkels plus kapper,

restaurant, pinloket, enz. o Stadsdeelcentrum: food en non food winkels;service van bank

en/of postkantoor;groot aantal winkels o Stadscentrum:nadruk ligt op “shoppen”

Winkels kennen we in meerdere soorten:

o Speciaalzaak: verkoopt een artikelhoofdgroep o Supermarkt: verkoopt food en non food voor dagelijks gebruik o Discount: winkel met lage prijzen o Warenhuis: winkel met meerder branches in dezelfde winkel o Web shop: een winkel op de computer waarbij klanten online

spullen kunnen kopen. Winkels verdelen we ook nog in branches:

o Boekenbranche o Kledingbranche o Speelgoedbranche o Enz.

Winkels kun je nog weer anders onderverdelen:

o MKB: Midden en Klein Bedrijf o GWB: Groot Winkel Bedrijf

Elke winkelier vindt het belangrijk om goed bereikbaar te zijn voor de klant. Er moet parkeergelegenheid in de buurt zijn, liefst gratis! Een winkelier kijkt naar de omgeving van de winkel. Woont mijn doelgroep daar? En wat kan die doelgroep besteden? ( koopkracht) De winkel heeft een eigen huisstijl. Een combinatie van kleuren en loge die je terugvindt in de etalage,de winkelinrichting, de kleding, het inpakpapier, de kassabon, het briefpapier, de draagtas, enz.

Page 12: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 11

Er wordt gewerkt in de winkel. Er zijn verschillende taken: o Voorraadtaak o Winkelverzorgingstaak o Verkooptaak o Afrekentaak

Er gelden huisregels in de winkel. Afspraken tussen personeel en bedrijf en regels voor klanten in het bedrijf. Elke werknemer moet veilig en gezond aan het werk zijn en blijven. Dat is geregeld in de Arbo-wet. In je stageverslag moet je de volgende vragen beantwoorden:

Zoek de NAW gegevens van het stagebedrijf op. Geef aan waar het bedrijf is gevestigd:

winkelcentrum,winkelstraat,winkelbuurt of anders bijv. een industrieterrein.

Teken op een stratenplan de vestigingsplaats in. Onderzoek waar parkeergelegenheid is,wat dat kost en hoe de

bereikbaarheid is met openbaar vervoer Onderzoek of je bedrijf een GWB of MKB is en of er

klantentrekkers zijn. Benoem het type winkel. Benoem de branche en de winkelvorm. Hoeveel personeelsleden werken in de winkel en welke functie

hebben ze? Welke huisregels gelden er voor personeel en klant? Draagt het personeel bedrijfskleding? Geef aan wat er wordt

gedragen en waarom? Geef aan wat de huisstijl van het bedrijf is. Wat zijn de openingstijden en jouw werktijden? Is er een winkeliersvereniging? Wat doet de winkel/winkelier om de naam van de winkel beter

bekend te maken bij het publiek? In je stageverslag moet je de volgende begrippen gebruiken (als ze voor jou schadebedrijf van toepassing zijn):

NAW A-B –C locatie Buurtcentrum Wijkcentrum Stadsdeel centrum Stadscentrum

Page 13: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 12

GWB MKB Speciaalzaak Supermarkt Discounter Warenhuis Cataloguswinkel Postorderbedrijf Teleshoppen Ambulante handel Food en Non Food Convenience Shopping Specialty artikelen Bedrijfslogo Huisstijl Huisregels Openingstijden Piekuren Daluren Part timer Full timer Oproepkracht

Page 14: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 13

Presentatie en voorraad De presentatie van artikelen begint al voordat je in de winkel komt, op de stoep, op een rek, in de etalage. Dat noemen we buitenpresentatie. Binnen de winkel gaat dat verder in schappen, rekken, displays, vitrines, enz. In de presentatie komt de huisstijl terug (kleur, logo). Hierdoor krijgt de winkel een bepaalde sfeer, soms ondersteund door muziek en, of een bandje waarop de aanbieding van de dag wordt gemeld. In de presentatie zie je ook hoe de facings strak naar voren zijn gericht. Presentaties kunnen horizontaal, verticaal , diagonaal, of in een combinatie van alle drie worden uitgevoerd. Alle aandacht die het artikel in de winkel krijgt vatten we samen met : binnenpresentatie. Pas met je presentatie op dat er geen dode hoeken in de winkel komen. Die zijn onoverzichtelijk en worden niet door alle klanten gevonden,dus je verkoopt minder. Bovendien zijn dode hoeken diefstal gevoelig (derving) en je moet er een spiegel of camera bij plaatsen om het overzicht terug te krijgen. In elke winkel heb je plaatsen waar je een artikel goed verkoopt en plaatsen waar dat niet zo goed lukt (verkoop sterke en zwakke zones). Daarnaast is het van belang of het artikel op ooghoogte is geplaatst, op reikhoogte, op bukhoogte. Een slimme winkelier stuurt zijn klanten door de winkel door zo te presenteren dat de klant een route moet volgen (routing). Zo ziet de klant alle belangrijke artikelgroepen en doet zijn aankopen. Aanbiedingen breng je opvallend in beeld(display, kop van het schap , opvallende plafond hanger, enz ). Bij versproducten let je goed op houdbaarheid. ( fifo, uvd, tht )

o Fifo : First in First out o UVD : Uiterste Verkoop Datum

Page 15: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 14

o THT : Tenminste Houdbaar Tot In je stageverslag moet je de volgende vragen beantwoorden:

Vertel over de buiten presentatie Vertel over de binnenpresentatie Attentie waarde zwakke en sterke verkoopplaatsen Displays Indelingsplan Vitrines - etalages Beschrijf de huisstijl Wat doet men om een bepaalde sfeer in de winkel op te roepen? Wat bedoelen we met “dode hoek”? Vertel hoe de beveiliging is geregeld.

In je stageverslag moet je de volgende begrippen gebruiken:

Binnen en buiten presentatie Display Facing Schappenplan Klantenbinding Sterke en zwakke zones Schaphoogten Horizontaal/verticaal Dode hoek Attentie waarde Hoofdverkoop/bijverkoop Plaatsing Derving THT UVD Fifo \ Lifo Aanvullen Schappenplan Vrachtbrief Verkoopklaar maken Goederen controle Zorg voor milieu

Page 16: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 15

Prijs Elk artikel kost geld: de prijs ( aankoopprijs). De prijs wordt door veel factoren bepaald: inkoop, kwaliteit, merk. We kennen drie prijsniveaus ( hoogte van de prijs )

o Laag o Midden o Hoog

Prijsniveau hangt samen met de winkelformule ( 6 P’s ). Er is een aantal aanduidingen die met prijs te maken hebben:

o Prijsdrempel : een rond bedrag waar je niet boven moet komen bijv. € 10,00

o Bodemprijs : een bedrag waar je van je leverancier niet onder mag verkopen.

o Psychologische prijs : lijkt minder dan de werkelijkheid bijv. : € 9,99 i.p.v. € 10,00

o Consument prijs : de prijs die de klant betaalt. o Verkoopprijs : staat op de prijskaart of etiket.

Elke winkel richt zich op een doelgroep. Klanten waarvan hij denkt en verwacht dat die bij hem gaan kopen. Hij kijkt naar leeftijd en geslacht en inkomen. Een ander woord voor inkomen is koopkracht. Voor de verkoop, tijdens de verkoop en na de verkoop wil de klant service. Die service hangt samen met de prijs. Voorbeelden van service: Parkeergelegenheid, gezellige winkel, folder, lift, roltrap, makkelijk betalen, proeven, inpakken, bezorgen, garantie, ruilen enz. In je stageverslag moet je de volgende vragen beantwoorden:

Is er een beleid voor de verkoop van merken? Welke doelgroep probeert de winkel te bereiken? Onderzoek tot welke koopkracht de aankoop van het assortiment

wordt gerekend. Hoe zou je het prijsniveau willen benoemen:laag – midden - hoog? Leg uit waarom je dit vindt. Geef de verhouding aan tussen prijs en kwaliteit. Onderzoek welke service de klant krijgt als je let op het product.

Page 17: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 16

In je stageverslag moet je de volgende begrippen gebruiken: Prijsdrempel Bodemprijs Psychologische prijs Verkoopprijs Consumentenprijs Begrippen: A B C merken Doelgroep Koopkracht vrij en gebonden Prijsniveau Service Prijsdrempel Bodemprijs Psychologische prijs Verkoopprijs Consumentprijs Minimum prijs

Page 18: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 17

Product(assortiment) Je kunt artikelen in drie groepen onderverdelen:

o Food en non-food. o Gebruiksartikelen en verbruiksartikelen. o Convenience, shopping en specialty artikelen.

Uitleg:

o Food: alles wat eet- en drinkbaar is. o Non-food: niet eet- en/of drinkbaar.

o Gebruiksartikel: kun je meerdere keren gebruiken, bijv. stofzuiger. o Verbruiksartikel: eenmalig gebruik, bijv. stofzuigerzak,stroom voor

de stofzuiger.

o Convenience artikelen: dagelijkse boodschappen. o Shopping artikelen: kleding en schoenen, je gaat ervoor winkelen. o Specialty artikelen: koop je af en toe, bijv. koelkast, tv, auto, huis.

Assortiment verdeel je in:

o Kern assortiment : artikelen waarvan je zeker bent dat de winkel die altijd verkoopt.

o Rand assortiment: artikelen die er niet altijd zijn of soms alleen met een aanbieding.

Je moet als verkoper artikelkennis hebben van de artikelen die je verkoopt. Die kennis haal je van de verpakking, bij collega’s, in een gebruiksaanwijzing, op een cursus, enz. Artikelen zijn er in veel soorten en maten. De verscheidenheid wordt bepaald door het merk.

A- merk: bekend en overal te koop, hoge kwaliteit. B- merk: minder bekend en niet overal te koop, goede vervanger voor

A- merk. C- merk : eigen merk van de winkel of fabrikant, goedkope vervanger

van A en B. Elke winkel verkoopt met een bepaalde bedieningsvorm:

o Bediening : elke klant wordt geholpen. o Semi-bediening : de klant wordt aangesproken door de verkoper en

die vraagt of de klant geholpen wil worden. o Zelfbediening.

Page 19: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 18

Sommige artikelen (food) vragen erom dat je de hygiëne regels goed naleeft. In je stageverslag moet je de volgende vragen beantwoorden:

Benoem het Kern- en Randassortiment. Verdeel het in Food Non-food. Verdeel het in Convenience, shopping of specialty artikelen. Maak een indeling in:

o Breed - smal o Diep - ondiep

Welke merken worden er verkocht?A- B- C-merken. Waar haal je je artikelkennis vandaan? Let ook op praktische, technische en commerciële kennis. Geef kenmerken aan van het assortiment. Welke bedieningsvorm kent het bedrijf? Welke milieu regels moeten worden nageleefd?

In je stageverslag moet je de volgende begrippen gebruiken (als ze voor jou schadebedrijf van toepassing zijn):

Assortiment Kern en Randassortiment Food en non-food Convenience, shopping , specialty artikelen Assortimentsmaten Breed, smal, diep Merken A, B, C merken Artikelkennis Praktisch, technisch en Commercieel Bedieningsvorm Bediening, zelf bediening, Semi-bediening Milieu regels,denk aan vervoer en verpakking en de verwerking

van afval producten hiervan Hygiëne Doelgroep Winkelconcept

Page 20: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 19

Promotie/Reclame Promotie is een verzamelnaam voor alle vormen van reclame die een winkel maakt om de omzet te bevorderen voor zijn producten. Vormen daarvan zijn: advertentie , folder , flyer , enz. Sponsoring is ook een voorbeeld daarvan. Dat kan in meerdere vormen , die uiteenlopen van reclameborden langs een sportveld , sportkleding voor een team of zelfs een heel team met begeleiding financieel steunen. Een heel directe vorm van promotie is sales promotion. Je probeert met een demonstratie , proeverij, uitgeven van monsters de klant kennis te laten maken met jouw product. Reclame verdeel je in : thema reclame en actie reclame.

o Thema: je maakt reclame rond herfst , Kerst , Pasen, ,lente ; een langdurige reclame.

o Actie: hier gaat het om korte reclame die vooral let op de prijs. Een winkel maakt gebruik van Logo, huisstijl en vaak een slagzin of slogan. Plusmarkt: ``Opgeteld de beste` “Wat een verschil!” Bij en advertentie gebruiken we een indeling met de volgende onderdelen: Kopregel - tekst – foto of illustratie - balloon - coupon - slagzin – naamblok. In je stageverslag moet je de volgende vragen beantwoorden:

Vertel hoe er reclame wordt gemaakt. Is er sprake van sponsoring en welke vorm? In welk soort krant wordt geadverteerd en waarom? Hoe vaak komt er een folder uit? Welke speciale vormen van reclame heeft jouw stagebedrijf? Waarom wordt er reclame gemaakt? Zoek een advertentie waarin de indeling goed is terug te vinden. Welke samenwerking is er tussen de winkeliers onderling? Heeft het bedrijf een Slogan of slagzin? Er is tegenwoordig veel te doen over wat er wel en niet aan de

winkelgevel mag hangen. Wat mag er bij jouw bedrijf?

Page 21: Stageboek Winkel - Wadokai Nederland winkel.pdfo Presentatie o Personeel Aan de hand van de 6 P's gaan jullie het stagewerkstuk maken. Zorg dat alle begrippen die in dit stageboek

Stageboek handel/verkoop van De Windroos Pagina 20

In je stageverslag moet je de volgende begrippen gebruiken (als ze voor jou schadebedrijf van toepassing zijn): Buiten reclame Binnen reclame Folder Sponsoring Advertentie Indeling Kopregel Sluitregel Antwoordcoupon Slagzin/slogan Promotie Promotie materiaal Actie reclame/thema reclame Display Vitrine Stopkracht Blikvanger Decoratie materiaal