THERMAGAS URB direct gasgestookte luchtverwarmers · 2015-09-03 · URB direct gasgestookte luchtverwarmers. 7 URB-toestellen sluiten naadloos aan op de Thermagas luchtkanalen. Een

THERMAGASURB direct gasgestookte luchtverwarmers

Model 23 28 34 40 50 70 90Nominaal vermogen kW 22,8 27,8 33,7 39,4 49,9 68,3 91Luchtdebiet (15°C) m3/h 2.100 2.600 3.700 3.700 4.700 6.300 8.400Worp horizontaal m 24 25 31 31 32 34 47Toestelgewicht kg 108 135 155 155 168 193 248Aanbevolen montagehoogte min. m 2,25 2,25 2,5 2,5 2,75 4 3Aanbevolen montagehoogte max. m 3 3 3,25 3,25 3,75 4 4,25

Toestellen voorzien van centrifugaalventilator en atmosferische brander t.b.v. het aansluiten op een kanaalwerk.

URB direct gasgestookte luchtverwarmers 2

Colofon

Redactie Thermagas Nederland B.V. Waardsedijk Oost 8a 3417 XJ Montfoort

Vormgeving en productie Bernards/Visser communicatie bv Leiden

DisclaimerHoewel bij de samenstelling van deze documentatie de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij eventuele onvolkomenheden in producten/of toestelspecificaties niet uitsluiten. Aan deze documentatie kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Het staat Thermagas ten alle tijden vrij om product- of specificatiewijzigingen door te voeren.

Wilt u aanvullende documentatie of de complete Basis Brochure downloaden? Surf dan naar: www.thermagas.nl/documentatie. U kunt hier de inlogcode aanvragen voor toegang tot de uitvoerige informatie.


VoorwoordThermagas is een specialist op het gebied van industriële verwarming en verwarmingssystemen voor de woningbouw. Jarenlange research en zorgvuldig opgebouwde ervaring hebben ertoe geleid dat we een autoriteit zijn geworden op het gebied van verwarming.

Eindgebruikers en installateurs zoeken bij Thermagas bétere oplossingen, glasheldere informatie en een goed advies. Alleszins acceptabele uitgangspunten waarvan wij ons vak hebben gemaakt.

Dat klinkt eenvoudig, maar vraagt in de praktijk om een toegewijde leverancier. En dat is dan ook wat we zijn. Goede producten leveren is mooi - een passende oplossing waar het om gaat. Samen met u geven we een correct antwoord op uw (verwarmings)vraag.

Een complete oplossing bestaat niet alleen uit de verwarmingsproducten zelf, maar ook uit een samengestelde regeling, een goed CAD-ontwerp, een offerte op maat en heldere en complete (Nederlandstalige) documentatie. We zorgen er bovendien voor dat installateurs direct aan de slag kunnen en een perfect werkende installatie kunnen afleveren.

Heeft u vragen naar aanleiding van onze producten of diensten, of suggesties om deze documentatie in de toekomst te vervolmaken? Laat het ons dan weten!

Wij zijn u graag van dienst.

J. Bonenkampdirecteur


1 Algemeen 6 1.1 Wat is luchtverwarming? 6 1.2 Direct gasgestookte luchtverwarmingsproducten van Thermagas 6 1.3 Indirect gestookte luchtverwarmers van Thermagas 7

2 Technische gegevens URB 8 2.1 Omschrijving van het toestellen 8 2.2 Specificaties 9 2.3 Maatvoering 10

3 Technische gegevens Thermagas luchtondersteuningsventilatoren 11 3.1 TCU luchtondersteuningsventilator 11 3.2 Rendovent 15 3.3 Multifan 16 4 Accessoires (regelingen, uitblaasmogelijkheden, consoles, rookgasafvoermaterialen, etc.) 18 4.1 Regelingen 18 4.1.1 Aan/Uit-thermostaat 18 4.1.2 Ruimtethermostaat met geïntegreerde controlefuncties 19 4.1.3 Klokthermostaat met geïntegreerde controlefuncties 20 4.1.4 Optimalisatiethermostaat 21 4.1.5 EKO-thermostaat 22 4.2 Uitblaasmogelijkheden 24 4.2.1 Rooster met horizontale, verstelbare schoepen 24 4.2.2 Verticale, verstelbare schoepen 24 4.2.3 Tweezijdig uitblaasstuk met horizontale en verticale instelbare schoepen (50 – 90) 24 4.2.4 30˚ uitblaasmond 24 4.2.5 3 x 30˚ uitblaasmond, met verstelbare schoepen 24 4.2.6 Verticaal uitblaasplenum 24 4.3 RVS warmtewisselaar (AISI 316) 24 4.4 Ombouw naar andere gassoort 25 4.5 Muur- en dakdoorvoeren 29

5 Ontwerpadvies 30

6 Installatie 31 6.1 Vóór u aanvangt... 31 6.2 Ophanging 32 6.3 Luchttoevoer- en rookgasafvoermogelijkheden 33 6.3.1 Algemeen 33 6.3.2 Rookgasafvoersysteem bij open installaties (type B) 33 6.3.3 Rookgasafvoersysteem bij gesloten installaties (type C) 34 6.4 Gasaansluiting 35 6.5 Elektrische aansluiting 35 6.6 Instellen ventilatorsnelheid 36 6.6.1 Veiligheid 36

7 Elektrisch aansluitschema 39 7.1 Thermagas URB gasgestookte luchtverwarmer 39


8 Controle installatie en inbedrijfstelling 40 8.1 Controle installatie 40 8.2 In bedrijf stellen 40 8.3 Werking 40 8.4 Buiten bedrijf stellen 41

9 Onderhoud 42 9.1 Algemeen 42 9.2 Demonteren van de omkasting 42 9.2.1 Het verwijderen van de zijpanelen 42 9.2.2 Het verwijderen van het bovenpaneel 42 9.3 Rookgasventilator 43 9.4 Ontsteking, branders en warmtewisselaar 43 9.5 Verwijderen van het branderrek (zie tekening) 44

10 Storingen 45 10.1 Brander ontsteekt niet 45 10.2 Vlamrelais in veiligheid 45 10.3 Verbrandingsgasventilator start niet 45 10.4 Drukverschilschakelaar S3 schakelt brander uit 45 10.5 Toestel geeft onvoldoende warme lucht 45 10.6 Maximaalthermostaat LC1/LC2 schakelt brander uit 45 10.7 Veiligheidsthermostaat LC3 schakelt vergrendelingbrander 46 10.8 Luchtventilator start niet 46 10.9 Ventilator start en stopt tijdelijk terwijl de brander aan is 46

11 Onderdelen en artikelnummers 47 11.1 Elektrisch gedeelte 47 11.2 Gasgedeelte 47 11.3 Luchtgedeelte 47 11.4 Overig 47 11.5 Onderdelenoverzicht 48

12 Garantie 49

13 Instructies voor eindgebruikers 50 13.1 Werking 50 13.2 Veiligheid 50 13.3 In bedrijf stellen 50 13.4 Luchtcirculatie 51 13.5 Onderhoud 51


1 Algemeen

1.1 Wat is luchtverwarming?Al sinds de opkomst van aardgas in Nederland, begin jaren zestig, levert Thermagas luchtverwarmers. Onze gasgestookte toestellen bieden opmerkelijk warmtecomfort in bedrijfshallen, sporthallen, winkelcentra, garages, magazijnen, etc.

Jarenlange research en zorgvuldig opgebouwde ervaring hebben ertoe geleid dat Thermagas een autoriteit is geworden op het gebied van gasgestookte luchtverwarming. Mede door zijn betrouwbaarheid is de Thermagas-luchtverwarmer een begrip geworden in Nederland. Sterker, onze toestellen behoren tot de meest verkochte luchtverwarmers van Nederland!

We passen onze apparatuur voortdurend aan aan de laatste stand der techniek. Mede daarom zijn Thermagas luchtverwarmers zo hoogwaardig, duurzaam en geschikt voor het verwarmen van zowel ongeïsoleerde als zeer goed geïsoleerde ruimtes. Door de zeer hoge luchtopbrengst en steeds grotere worp bent u bovendien zeker van een optimaal rendement.

Als gezegd worden Thermagas direct gasgestookte luchtverwarmers met aardgas gestookt. Een atmosferische brander verwarmt de lucht, die vervolgens met een ventilator door de warmtewisselaar wordt geblazen. Alle modellen zijn uitgevoerd met een rookgasventilator. De rookgassen worden naar buiten geblazen en voor de verbranding wordt verse lucht aangezogen.

Dit directe systeem maakt deze luchtverwarmers snel, eenvoudig en nagenoeg overal plaatsbaar. Een gasaansluiting, netvoeding en een rookgasafvoer zijn voldoende. Bij stilstand bestaat er voor het toestel bovendien geen bevriezingsgevaar.

De toestellen voor binnenopstelling worden hangend bevestigd aan het plafond, aan de muur of op een niet brandbare console geplaatst, zodat ze de warmte goed kunnen verspreiden.

1.2 Direct gasgestookte luchtverwarmingsproducten van ThermagasBinnen onze range direct gasgestookte luchtverwarmers onderscheiden we:• de VRA - vrij uitblazende luchtverwarmers met axiaalventilator;• de URB - luchtverwarmers met centrifugaalventilator;• de URD - luchtverwarmers met centrifugaalventilator, geschikt voor buitenopstelling;• de HRC - Hoog Rendement luchtverwarmers.

VRADe direct gasgestookte, gesloten verbeterd rendement uitvoering VRA maakt gebruik van atmosferische branders. De verbrandingslucht wordt van buiten aangezogen en de verbrandingsgassen met behulp van een ventilator naar buiten afgevoerd. Een axiaalventilator blaast lucht over de warmtewisselaar, waarna deze de ruimte wordt ingeblazen. De VRA werkt snel, is eenvoudig te installeren en nagenoeg overal plaatsbaar. Een gasaansluiting, netvoeding en een rookgasafvoer zijn feitelijk de enige randvoorwaarden.

URBBij de URB wordt de verbrandingslucht van buiten aangezogen en de verbrandingsgassen met behulp van een ventilator naar buiten afgevoerd. Het toestel is geschikt voor aansluiting op een kanalensysteem. Bij toepassing van een ‘down flow’-kap zijn URB’s op grotere hoogtes plaatsbaar. Ventileren met voorverwarmde lucht is mogelijk met behulp van een ventilatoromkasting.


URB-toestellen sluiten naadloos aan op de Thermagas luchtkanalen. Een kanalensysteem is bedoeld voor het toevoeren van geconditioneerde lucht, in de juiste hoeveelheden, met de juiste temperatuur. Uiteraard levert Thermagas allerhande aanvullende onderdelen voor luchttransport in het algemeen. Kanalen in kunststof en metaal bijvoorbeeld, en roosters, jet nozzles met toebehoren en bevestigingsmaterialen. Indien gewenst dragen we zorg voor een degelijk ontwerp en een vakkundige montage.

URDOok de URD-toestellen zijn voorzien van een centrifugaalventilator. Deze luchtverwarmers bieden in beginsel dezelfde mogelijkheden als de URB, maar zijn weersbestendig uitgevoerd en daardoor geschikt voor buitenopstelling. Met name in hoge ruimten en bedrijfshallen met kraanbanen worden URD-modellen veelvuldig toegepast. Maar ook voor het aanzuigen van verse lucht biedt dit vaak een eenvoudige oplossing. Geen bevriezingsgevaar.

HRCDe Hoog Rendement luchtverwarmers bieden een geavanceerd verwarmingssysteem met Hoog Rendement en lage NOx-emissies. Dit toestel is uitermate geschikt voor bedrijfsverwarming.

Het rendement bedraagt steeds meer dan 100% (onderwaarde). Door het ontbreken van stilstandverliezen geeft dit een ongekend laag energieverbruik. Het gewogen seizoensrendement bedraagt 103% (onderwaarde).

1.3 Indirect gestookte luchtverwarmers van ThermagasDe indirect gevoede luchtverwarmers van Thermagas maken gebruik van het warme water van de cv-ketel. Koperen buizen voeren het warme water van het verwarmingssysteem door de warmtewisselaar, opgebouwd uit aluminium lamellen. Met behulp van een axiaal- of centrifugaal ventilator wordt omgevingslucht vervolgens over de warmtewisselaar geblazen en de ruimte ingeblazen.

Koelen met een verwarmingssysteem? Dat klinkt misschien vreemd - maar het is wel briljant! In warme tijden kunt u uw indirect gevoede luchtverwarmer inzetten om een verkwikkende, frisse omgeving te realiseren. Warme omgevingslucht wordt aangezogen en over de warmtewisselaar geleid. Omdat de warmtewisselaar in dit geval gevoed wordt met koud water, zal het water in de wisselaar de omgevingswarmte opnemen. Condens dat hierbij mogelijkerwijs op de warmtewisselaar ontstaat, wordt opgevangen met een speciaal voor dit doel ontwikkeldecondensbak.

Leverbare indirect gestookte luchtverwarmers:• serie 2000 - met axiaalventilator, vrij uitblazend, koper/aluminium wisselaar;• serie 3000 - met axiaalventilator, vrij uitblazend, geschikt voor stoom;• serie 1000 - met axiaalventilator, vrij uitblazend, geschikt voor toepassing in agressieve omgeving (staalverzinkte wisselaar).


2 Technische gegevens URB

2.1 Omschrijving van het toestelDe Thermagas URB is een kwalitatieve direct gasgestookte luchtverwarmer met centrifugaalventilator, leverbaar in capaciteiten van 22,8 tot 91 kW. Een gesloten toestel met uitgebalanceerd verbrandings-systeem, dat ruimschoots voldoet aan de emissienormering.

De uitblaaszijde van de URB kan naar wens worden voorzien van een uitblaasrooster met horizontale en verticale verstelbare schoepen. Ook zeer geschikt voor installaties waar een hogere uitblaasdruk gewenst is (b.v. voor luchtkanalen, verticaal luchtverdeelplenum etc.).

Naast de standaarduitvoering, is er een ruim aanbod aan verschillende motoren en aandrijvingen voor grotere uitblaasdruk, waarmee u het toestel kunt aanpassen aan de specifieke vereisten voor een specifieke installatie.

Standaarduitvoering• aardgasuitvoering• voldoet aan emissienormering• ééntraps branderregeling• automatische elektrische gloeiontsteking• RVS warmtewisselaar (AISI 409)• aansluitstukken bovenaan, voor inlaat verbrandingslucht en uitlaat verbrandingsgassen, met afdichtingsring• motoren enkelfasig of 3-fasig• statische druk 50 Pa• 4 ophangbeugels

Opties en toebehoren• propaanuitvoering• 2-traps branderregeling• 2-traps kanaalthermostaat• R.V.S. warmtewisselaar AISI316• uitblaasrooster met horizontale instelbare schoepen• vertikaal verstelbare schoepen• 30° uitblaasstuk, rooster separaat opnemen• 3 x 30° uitblaasstuk met dubbel instelbare schoepen• tweezijdige uitblaasmond met horizontale en vertikale schoepen voortype 50, 70 en 90• 50 mm kanaalaansluiting uitblaaszijde (motor en aandrijving afstemmen op luchtvolume en statische druk• vertikaal uitblaasplenum (motor en aandrijving aan te passen)• motoren <0,55 kW 3-fasig, motoren 0,55 en 0,75 kW enkelfasig• filterrek 1”• filters met metalen kader• signalering vervuild filter• geisoleerde ventilatoromkasting• kanaalaansluiting achter-, boven- of onderzijde met of zonder luchtklepregeling• handbediening t.b.v. luchtregelkleppen• servomotor t.b.v. luchtregelklepen• hoofdschakelaar• ruimtethermostaat 230V met geintegreerde controlefuncties• klokthermostaat voorzien van digitale klok en elektronische tempertuurcontrole• lege sectie lengte 863 of 1080 mm• filterrek t.b.v. zakkenfilter, EU4• bediening niet standaardzijde• ophangbeugels bovenzijde toestel


2.2 Specificaties

Model 23 28 34 40 50 70 90Gas categorie ‘Cat.’ II2L 3 B/PLuchttoevoer/verbrandingsgasafvoer klasse B22 - C12 - C32Nom. belasting bovenwaarde ‘Qn’ kW 28,8 35,2 42,7 49,9 63,2 86,5 115,4Nom. belasting onderwaarde ‘Qn’ kW 26,0 31,7 38,5 45,0 57,0 78,0 104,0Nominaal vermogen kW 22,8 27,8 33,7 39,4 49,9 68,3 91Aantal inspuiters 4 5 7 7 9 12 16Maat inspuiters aardgas Ø mm 2,4 2,4 2,2 2,4 2,4 2,4 2,6Gastoevoerdruk ‘P’ aardgas G25 mbar 25Branderdruk aardgas G25 mbar 12,5 12,5 12,5 12,5 11,5 12,5 8,4Gasverbr. bij 15°C, 1013 mbar, aardgas G25, 1) m3/h 3,20 3,90 4,74 5,54 7,00 9,60 12,8Gasaansluiting 3/4” BSP uitw.Temperatuurstijging ΔT (±1) K 33 32 28 32 32 33 33Luchtdebiet m3/h 2100 2600 3700 3700 4700 6300 8400Worp, 2) m 24 25 31 31 32 34 47Nominale snelheid ventilator tpm 750 525 450 450 550 675 500Geluidsdrukniveau LP, 3) dB(A) 55 52 55 55 59 59 59Elektr. aansluiting (beschermkl. IP20) 230V 1N~50Hz 400V 3N~50HVermogen ventilatormotor standaard kW 0,18 0,18 0,25 0,25 0,37 0,55 0,75Totaal opgenomen elektr. vermogen 5) kW 0,50 0,50 0,55 0,55 0,68 0,87 1,13Toestelgewicht kg 108 135 155 155 168 193 248Aanbevolen montagehoogte 4) min. m 2,25 2,25 2,5 2,5 2,75 3 3Aanbevolen montagehoogte 4) max. m 3 3 3,25 3,25 3,75 4 4,25

1) Alle panelen bevestigd, servicepaneel open.

Aardgas G25, calorische waarde 9,01 kWh/m3 op bovenwaarde

Propaan G31, calorische waarde 14,0 kWh/kg op bovenwaarde

2) Eindsnelheid 0,5 m/s, isothermische conditie, uitblaasschoepen in neutrale stand bij toepassing van uitblaasrooster

3) Q=2, A=160m_, afstand 5 m, uitblaasschoepen in neutrale stand

4) Tot onderzijde toestel; voor gesloten uitvoering min. vereiste hoogte 1,70

5) Tijdens ontstekingstijd het totaal elektrisch vermogen vermeerderen met 0,14 kW gedurende ± 30 sec.

Tevens is het mogelijk zwaardere motoren toe te passen, doch dit is afhankelijk van de selectie.


2.3 Maatvoering

1. inlaat verbrandingslucht ø 1002. rookgasafvoer ø 1003. gasaansluiting4. aansluiting elektra5. service paneel6. ophangpunten

Model 23 28 34 40 50 70 90A1 mm 520 590 730 730 870 1080 1360Ø “ 102 102 102 132 132 132 132G1 mm 359 429 569 569 709 919 1199W mm 166 166 166 90 90 90 90X mm 140 140 140 225 225 225 225Z mm 518 575 668 668 668 575 668

achteraanzicht vooraanzicht

zijaanzicht bovenaanzicht

in

52 109G1

704

200


3 Technische gegevens Thermagas luchtondersteuningsventilatoren

Bedrijfsruimtes worden vandaag de dag steeds beter geïsoleerd. Het gevolg hiervan is dat transmissieverliezen laag blijven en u met (minder of kleinere) luchtverwarmers, met een lagere capaciteit kunt volstaan. Op zichzelf beschouwd een goede zaak. Alleen dient u rekening te houden met een lagere luchtcirculatie. Omdat warme lucht naar boven stijgt, zult u een voorziening moeten treffen die bijdraagt aan de luchtcirculatie en aan een goede warmteverdeling. Met de TCU plafondventilatoren, Multifan en Rendovent hebben we de oplossing voor u in huis.

3.1 TCU luchtondersteuningsventilatorMet de TCU realiseert u een ongekende luchtinductie; het toestel brengt relatief veel secundaire lucht in beweging en bevordert zodoende het ruimtecomfort (gelijkmatige temperatuur). Daarnaast bespaart u met de TCU aanmerkelijk op uw energieverbruik - bij een kleiner temperatuurgradiënt neemt het warmteverlies door gebouwconstructies namelijk af en ‘s morgens is het gebouw eerder op de gewenste

model 21 model 30 model 45 en 90

Om het aantal toe te passen ventilatoren uit te rekenen kan gebruik worden gemaakt van de volgende berekening:

aantal units = grondoppervlakte van de ruimte (m2)

aangeblazen oppervlak van de geselekteerde unit (m2)

Let bij de indeling van het gebouw op links- en rechtsdraaiende units om een zo optimaal mogelijk effekt te verkrijgen (zie figuur)

ruimtetemperatuur.

In de standaarduitvoering (modellen 45 tot 90) bestaat de TCU uit een corrosiebestendige, cilindervormige omkasting, een axiaalventilator met beschermingsrooster, instelbare luchtschoepen, thermostaat en montageogen. Deze uitvoeringen zijn toepasbaar tussen 4 en 20 meter hoogte.

Specifiek voor lagere ruimten is er de 30: deze heeft een corrosiebestendige, vierkante omkasting en is toepasbaar tussen 3 en 10 meter hoogte; verdere uitvoering als vorige modellen.

Om in lage industriële en commerciële gebouwen een bijkomende luchtcirculatie te realiseren maakt u gebruik van de TCU 21. Deze draagt bij tot een behaaglijker temperatuurszone en werkt bovendien energiebesparend. Installatiehoogtes variërend van 3 tot 4 m, gemeten vanaf de onderzijde (= uitblaas-zijde) van het toestel tot aan de vloer.


Montagehoogtes TCU (in m) Model 30

Temperatuurverschil tussen plafondhoogte en borsthoogte (in °C)Stand schoepen (in °) 0 5 10 15 20 0 12,1 10,8 10,3 9,9 9,7 15 6,3 5,9 5,7 5,6 5,5 30 5,4 5,1 4,9 4,9 4,8 45 4,5 4,3 4,2 4,1 4,1 60 3,6 3,4 3,4 3,3 3,3 75 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 Model 45 Temperatuurverschil tussen plafondhoogte en borsthoogte (in °C)Stand schoepen (in °) 0 5 10 15 20 0 19,5 16,9 16,1 15,5 15,115 10,5 9,5 9,1 9,0 8,8 30 9,0 7,9 7,6 7,5 7,3 45 7,0 6,2 6,0 5,9 5,8 60 5,5 4,6 4,5 4,4 4,4 75 4,0 3,2 3,1 3,1 3,0 Model 90 Temperatuurverschil tussen plafondhoogte en borsthoogte (in °C)Stand schoepen (in °) 0 5 10 15 20 0 27,0 23,2 21,9 21,1 20,515 13,5 11,5 11,1 10,8 10,630 11,0 9,5 9,2 9,0 8,8 45 8,5 7,4 7,2 7,1 6,9 60 6,0 5,4 5,3 5,2 5,1 75 4,0 3,6 3,5 3,5 3,4

Model A B C D E2130 220 420 465 500 -45 580 580 495 475 51590 645 709 645 639 665

Afmetingen TCU


1 Elektrische aansluitingen2 Thermostaat3 Model 30: 4 ophangpunten (Ø 8 mm)

Model 45: 3 ophangpunten (Ø 8 mm)Model 90: 4 ophangpunten (Ø 8 mm)

4 Verstelbare uitblaasschoepen

D

A B

CE

Zijaanzicht

Onderaanzicht

12

3

4 4

12

3

TCU 30TCU 45/90

FARBEN CODECODE COULEURCOLOR CODE

KLEURENKODE

ELEKTRISCHE AANSLUITKLEMMEN VOOR INSTALLATEUR

CONTROL TERMINALS FOR INSTALLER

BORNES DE RACCORDEMENT POUR L'INSTALLATEURANSCHLUSSKLEMMEN FÜR INSTALLATEUR

M

q

N 55

230V

1N

bl

50H

z r

52

r TH

L 51

AANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENELEKTROANSCHLUSS FUR INSTALLATEURCONNECTIONS A LA CHARGE DE L'INSTALLATEURINSTALLER CONNECTIONS

. .

FAN MOTOR

VENTILATORMOTOR

VENTILATORMOTOR MOTEUR DU VENTILATEUR

M

THERMOSTAAT THERMOSTAT

TH

bl:r:

b:BLEUROUGE

NOIR SCHWARZ

ROTBLAUBLAUW

ROOD

ZWARTBLUERED

BLACK


KLEURENKODE

CODE COULEURCOLOR CODE

FARBEN CODE

ELEKTRISCHE AANSLUITKLEMMEN VOOR INSTALLATEUR

CONTROL TERMINALS FOR INSTALLER

BORNES DE RACCORDEMENT POUR L'INSTALLATEURANSCHLUSSKLEMMEN FÜR INSTALLATEUR

ROTBLAUSCHWARZ

BLEUROUGE

NOIRBLAUWROOD

ZWARTBLUERED

BLACKbl:r:

b:

M

q

K1

bl

blN 55

230V

1N

bl

b

K1

r

K1

r

50H

z r

52

r TH

L 51

AANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIEN

CONNECTIONS A LA CHARGE DE L'INSTALLATEURELEKTROANSCHLUSS FUR INSTALLATEUR

INSTALLER CONNECTIONS

. .

VENTILATORMOTOR

VENTILATORMOTOR FAN MOTOR

MOTEUR DU VENTILATEUR M

RELAISRELAY

K1

THERMOSTAAT THERMOSTAT

TH


3.2 RendoventVoor ruimtes tot ca. 6 meter maakt u gebruik van de Rendovent; een eenvoudige circulatie-unit bestaande uit een buisprofiel van 50 cm waaraan een motor met drie ventilatorbladen is bevestigd.

Rendovent met Rendovent met traploze regelaar SCNR-M 5-stappenschakelaar

4 3 1 2�

L N 1 2�

L N �

�

4 3 1 2�

N SL L1 N��

L N �

L1 N �

4 3 1 2�

L N 1 2�

L N �

�

4 3 1 2�

N SL L1 N��

L N �

L1 N �


3.3 MultifanDe Multifan plafondventilator past u toe in ruimtes met een hoogte van 4 tot 12 meter. Het vernuftige van deze ventilator zit ‘m in het feit dat deze de warme lucht niet alleen van boven naar beneden blaast, maar vervolgens ook weer omhoog zuigt. Dit proces vindt aan de onder- en bovenzijde van de ventilator plaats, zodat in de gehele ruimte een gelijkmatige temperatuur wordt gerealiseerd.

De Thermagas “Multifan” plafondventilator kan worden toegepast in ruimten waarbij de installatiehoogte ligt tussen de 4 meter en de 12 meter. Het bijzondere van deze ventilator is dat niet alleen warme lucht van boven uit het gebouw naar beneden wordt geblazen maar ook weer wordt aangezogen. Vermengd met lucht uit het lagere gedeelte van de ruimte wordt deze lucht wederom aangezogen om vervolgens, vermengd met warme lucht uit het hoger gelegen gedeelte, naar beneden wordt geblazen.

Dit proces vindt zowel aan de bovenkant als ook aan de onderkant van de ventilator plaats waardoor een zo gelijkmatig mogelijke temperatuur in de gehele ruimte wordt bereikt. (zie figuur)

Doordat de “Multifan” de gemengde lucht aan de zijkanten rondom uitblaast worden tochtverschijnselen tot een minimum beperkt.Dankzij dit uitstroompatroon verdwijnt de gelaagdheid in temperatuur waardoor een konstante temperatuur in de gehele ruimte ontstaat. Dit heeft een aangename leef- en werkomgeving tot gevolg.

De “Multifan” bestaat uit een ronde behuizing met daarin de helicentrifugale rotor, aangedreven door een electromotor die zich aan de bovenzijde van het toestel bevind. Er zijn 2 types namelijk MF 75 en MF 100. Deze

types kunnen zowel linksom als rechtsom draaien afhankelijk van de toepassing.Standaard is de “Multifan” uitgevoerd met een beschermingsklasse IP 44 maar alle types zijn ook lever-baar met een beschermingsklasse IP 55.


� �

�

��

Aansluitschema Multifan met 5-stappenschakelaar

motoren 1 x 230 Volt

AansluitklemmenMultifan

ruimtethermostaat(eventueel)

aansluitklemmen5-stappenschakelaar

230 V�

geel/groen�

blauw�

U1�

V1�

W1�

W2�

U2�

V2�

bruin�

L�N�E�

230 V�

geel/groen�

blauw�

U1�

V1�

W1�

W2�

U2�

V2�

bruin�

L�N�E�

230 V�

geel/groen�

blauw�

U1�

V1�

W1�

W2�

U2�

V2�

bruin�

L�N�E�

230 V�

geel/groen�

blauw�

U1�

V1�

W1�

W2�

U2�

V2�

bruin�

L�N�E�

rechts draaiend links draaiend


4 Accessoires (regelingen, uitblaasmogelijkheden, consoles, rookgasafvoermaterialen, etc.)

4.1 Regelingen

4.1.1 Aan/Uit-thermostaat


Z42

B--

2B28

/01/

2004

15:

16:5

0T

he

rm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

q

ELEK

TRIS

CH

E A

AN

SLU

ITIN

GEN

VA

N R

UIM

TETH

ERM

OST

AA

T (O

P908

.2) V

OO

R V

RA-T

OES

TELL

EN (B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T B

RAH

MA

DM

32)

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

DRA

WN

J. VA

NNES

TE

ALL

EEN

VO

OR

TOES

TELL

EN W

AA

R V

ENTI

LATO

R W

ORD

T G

ESTU

URD

DO

OR

VEN

TILA

TORT

HER

MO

STA

AT

(FC

) VA

N H

ET V

ERW

ARM

ING

STO

ESTE

L

44

DRAW

ING

N∞LE

GEN

D N

∞

LN

12

910

N1

J1910

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z

FO16

A.T

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

LN

DAT

EC

HK

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN T

HER

MO

STA

AT

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN T

OES

TEL

63

5

63

5V

RA 0

08 -

100

21

109

43

56

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN T

HER

MO

STA

AT

OV

ERB

RUG

GIN

G W

EGN

EMEN

J1

50H

z23

0V 1

N

AN

TI-V

RIES

VEN

TILA

TIE

000 000 000111 111 111

VER

WA

RMIN

G A

AN

16

8

12

10

14

6

24 22

20

18

30

28

26

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

RESET

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

zN

L

RT

RESE

TRE

SET

RESE

TRE

SET

RESE

TRE

SET

RESE

TRE

SET

RESE

T

VER

WA

RMIN

G

ON

TGRE

ND

ELIN

G

UIT

AA

N

BRA

ND

ERST

ORI

NG

4.1.2 Ruimtethermostaat met geïntegreerde controlefunctiesDe één-traps kamerthermostaat is voor toepassing op een verwarmingstoestel in combinatie met een ventilator. De elektronische branderautomaat meldt, door het oplichten van een rode lamp aan de voorzijde van de thermostaat) eventuele vlamstoringen. Door de ontgrendelingsknop in te drukken stuurt de thermostaat, op afstand, een elektrisch signaal uit naar de elektronische branderautomaat om zorg te dragen dat het toestel verder kan functioneren. Tevens kan het toestel uitgerust worden met een zomerschakelaar waardoor de ventilator tijdens deze periode in bedrijf kan zijn.


4.1.3 KlokthermostaatElektronische, tweetraps klokthermostaat met geïnte-greerde controlefuncties, geschikt voor aansturing van een gasgestookte luchtverwarmer.

• De ventilator wordt geactiveerd als de draaiknop in ‘ventilator’ mode staat. De mogelijkheid voor warmte vraag wordt dan uitgeschakeld;• als de draaiknop op ‘uit’ staat, zijn alle thermostaat functies uitgeschakeld;• de klok kan zowel in week- als dag-programmering staan voor tweetrapswerking;• de luchtverwarmer wordt gecontroleerd door de ruimtethermostaat wanneer de draaiknop in ‘klok’, ‘nacht’ of ‘dag’ mode staat;• de temperatuur in ‘klok’ mode kan ingesteld worden als ‘dag’ en ‘nacht’ mode;• de temperatuur in ‘nacht’ mode is instelbaar van 2 tot 28°C en voor de dagmode 10 tot 30°C.

Z42B--3B 28/01/2004 15:31:34

ThermagasThermagasThermagasThermagasThermagasThermagasThermagasThermagasThermagas

q q

ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN VAN KLOKTHERMOSTAAT(OP908.5) VOOR VRA-TOESTELLEN (BRANDERAUTOMAAT BRAHMA DM32)

NL

DRAWN

J. VANNESTE

DRAWING N∞ LEGEND N∞

7 1 2 8 5

L N

FO16A.T

J1

1 N 3 4 5

DATE CHK

AANSLUITKLEMMEN TOESTEL

AANSLUITKLEMMEN THERMOSTAAT106 9 3 4

86 7 9 10VRA 008 - 100

AANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIEN

ALLEEN VOOR TOESTELLEN WAAR VENTILATOR WORDT GESTUURD DOOR VENTILATORTHERMOSTAAT (FC) VAN HET VERWARMINGSTOESTEL

217 43 658

50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N

AANSLUITKLEMMEN THERMOSTAAT109

OVERBRUGGING NIET WEGNEMENJ1

50Hz230V 1N

AANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIENAANSLUITINGEN DOOR INSTALLATEUR TE VOORZIEN

RESE

T

50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz50Hz230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1N230V 1NL N

RT1 RT2


4.1.4 OptimaliseringsthermostaatDe optimaliseringsthermostaat is een elektronische regeling waarmee u temperatuur- en klokinstellingen instelt. Deze thermostaat is ontworpen voor de aansturing van één enkele direct gasgestookte luchtverwarmer. Het invoeren van ‘Master/Slave’-combinaties behoort evenwel ook tot de mogelijkheden.

De thermostaat is geschikt voor gebruik op 230V brandercontrolesystemen.

Een alfa-numeriek scherm geeft systeeminformatie, foutmeldingen en instructies (bij het instellen) weer. De microprocessorgestuurde unit laat een keuze toe uit 5 talen.

De bijbehorende temperatuursensor wordt separaat meegeleverd en kan op afstand worden geplaatst.

Z42

B--

1B28

/01/

2004

15:

48:1

2

2113

29

q

2523

q

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

22

N1 14

11

49

108

76

53

2830

2426

1673

74

L

J1

J1O

VER

BRU

GG

ING

WEG

NEM

EN

ELEK

TRIS

CH

E A

AN

SLU

ITIN

GEN

VA

N O

PTIM

ALI

SERI

NG

STH

ERM

OST

AA

T(O

P903

) V

OO

R V

RA-T

OES

TELL

EN (B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T B

RAH

MA

DM

32)

OPG

ELET

:

INW

END

IGE

BED

RAD

ING

VA

N O

PTIM

ALI

SERI

NG

STH

ERM

OST

AA

TD

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

.

OPT

IMA

LISE

RIN

GST

HER

MO

STA

AT

RELA

IS V

OO

R O

NTG

REN

DEL

ING

VA

N B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T

LED

VO

OR

STO

RIN

GSS

IGN

ALE

RIN

G V

AN

BRA

ND

ERA

UTO

MA

AT

J. VA

NNES

TE

DRA

WN

DRAW

ING

N∞LE

GEN

D N

∞

RELA

IS V

AN

DE

KLO

K

RELA

IS V

OO

R V

ENTI

LATI

E

TERM

OST

AA

T (T

WEE

DE

TRA

P)

S14

S13

S5RT(2

)

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN E

NER

GY

MIZ

OR

TERM

OST

AA

T (E

ERST

E TR

AP)

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN T

OES

TEL

RT(1

)

H3

DAT

EC

HK

!

VRA

S5S1

3

S14

RT(1

)RT

(2)

H3

50H

z23

0V 1

N

VEN

TILA

TIES

TURI

NG

DO

OR

VEN

TILA

TORT

HER

MO

STA

AT

VA

N H

ET V

ERW

ARM

ING

STO

ESTE

L

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

LN

SEN

SOR

ALL

EEN

VO

OR

TWEE

TRA

PS

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN T

OES

TEL

SEN

SOR


4.1.5 EKO-thermostaatDeze thermostaat wordt op de omkasting van de luchtverwarmer geplaatst. Wanneer de omgevings-temperatuur bereikt wordt, komt de ventilator van de luchtverwarmer in, zodat de warme lucht naar de leefzone gebracht wordt. De brander komt niet in bedrijf. Komt de omgevingstemperatuur onder de ingestelde waarde, dan wordt de ventilator uitgeschakeld.


Sen

sor

Op

tim

alis

erin

gst

her

mo

staa

t

En

erg

ymiz

or

Sen

sor

kab

el

0,25

mm

≤ (a

fges

cher

md

).

6.

Zek

erin

g r

eken

ing

ho

ud

end

met

ver

mo

gen

toes

tel e

n m

oto

r.

Kab

el 0

,1m

m≤

mas

ter

- sl

ave

(gee

n

afg

esch

erm

de

kab

el v

erei

st).

8.7.

Klo

kth

erm

ost

aat

J'

230V

J1

Hea

ter

Wir

ing

Fo

r:

UR

B S

erie

s

On

/Off

Bu

rner

Co

ntr

ol

Ver

bin

din

g r

egel

een

hei

d m

et b

ehu

lp v

an O

,75

mm

≤ ka

bel

(20

0 m

eter

).

De

verb

ind

ing

sdra

den

vo

org

este

ld m

et s

tip

pel

lijn

en

weg

nem

en, b

ij to

epas

sin

g e

xter

n c

on

tact

.

De

verb

ind

ing

sdra

den

vo

org

este

ld m

et

do

orl

op

end

e lij

n b

eho

ud

en/r

ealis

eren

.

De

nu

mm

erin

g v

an d

e aa

nsl

uit

klem

men

is n

iet

bin

den

d.

Mo

no

fazi

ge

voed

ing

skab

el (

min

. 2,5

mm

≤).

Ele

ktri

sch

e aa

nsl

uit

klem

men

to

este

l

Ele

ktri

sch

e aa

nsl

uit

klem

men

reg

elee

nh

eid

.

Leg

end

e:

No

tes:

4. 5.2. 3.1.

Mo

no

fazi

ge

230V

1N

50H

z

J1

Ru

imte

ther

mo

staa

t

230V

J'

230VJ'

J1

230V

J1

An

der

e re

gel

een

hei

d

Ext

ern

e re

gel

een

hei

d

Ho

ofd

sch

akel

aar

(geï

nst

alle

erd

op

max

. 1 m

eter

va

n t

oes

tel)

.

Ele

ktri

sch

e n

etvo

edin

g

Co

nti

nu

e n

etvo

edin

g

Signalisatielamp (240V)

Reset

Ventilatie

Ruimtethermostaat

Klok

Algemeen aansluitschema


4.2 Uitblaasmogelijkheden

4.2.1 Rooster met horizontale, verstelbare schoepenIndien een vrije luchtuitblaas gewenst is, dan biedt een rooster met verticale schoepen uitkomst. Dit rooster kan direct aan de uitblaaszijde van de luchtverwarmer worden aangebracht.

4.2.2 Verticale, verstelbare schoepenWanneer ook horizontale luchtspreiding nodig is, dan adviseren we gebruik te maken van verticale schoepen. Plaats de verticale schoepen voor het rooster met horizontale schoepen.

4.2.3 Tweezijdig uitblaasstuk met horizontale en verticale instelbare schoepen (50 – 90)Bij bepaalde ontwerpen is het handig de luchtstroom 2-zijdig te laten uitblazen. Wanneer het toestel in een hoek van de te verwarmen ruimte wordt geplaatst, bijvoorbeeld. Ook in een lange, smalle ruimtes biedt de 2-zijdige uitblaas uitkomst; de luchtverwarmer kan dan vanuit het midden de koude vlakken aanblazen.

4.2.4 30˚ uitblaasmondEen 30° uitblaasmond wordt veelal toegepast wanneer de luchtverwarmer ca. één meter hoger dan de geadviseerde montagehoogte wordt geplaatst. De warme lucht wordt met de uitblaasmond verder naar beneden gestuwd.

4.2.5 3 x 30˚ uitblaasmond, met verstelbare schoepenMet de 3 x 30o uitblaasmond, geschikt voor een verticale luchtstroom, verwarmt u bij een beperkte montagehoogte een relatief groot vloeroppervlak. Standaard is een horizontaal en verticaal instelbaar rooster opgenomen.

4.2.6 Verticaal uitblaasplenumEen verticaal uitblaasplenum wordt toegepast bij hogere montagehoogten waarbij een verticaal luchtpatroon tot stand wordt gebracht. Het aantal geopende schoepen is afhankelijk van de montagehoogte en/of de te bestrijken vloeroppervlakte.

4.3 RVS warmtewisselaar (AISI 316)Een warmtewisselaar uit RVS AISI 316 heeft een grotere corrosiebestendigheid wanneer zich in de ruimte schadelijke stoffen of dampen bevinden, zoals chloor of freon. Bij een grote concentratie van dergelijke schadelijke stoffen adviseren we het toestel buiten de te verwarmen ruimte op te stellen.


4.4 Ombouw naar andere gassoort• Dit toestel is gebouwd voor aardgas of propaan en wordt geleverd voor de gassoort, opgegeven bij de bestelling;• ingeval het noodzakelijk is het toestel om te bouwen voor een andere gassoort, moet de brander worden omgebouwd;• monteer inspuiters volgens de technische gegevens in 2.2. Het is niet nodig de positie van de luchtschuif te wijzigen; deze is gepositioneerd voor zowel aardgas als propaan;• gasdruk afregelen volgens gegevens tabel bij 2.2. Voor propaan hiervoor de drukregelaar maximaal indraaien.

4.5 Branderregeling (tweetraps – aardgas)Een toestel met tweetraps branderregeling is uitgerust met een Honeywell ventiel VR4601P/B, dat bestaat uit het ventiel VR4601A/B en de tweetraps regelkop V4336A. Het regelbereik voor aardgas is 3 - 20 mbar en voor propaan 4 - 37 mbar. Het opgenomen relais K1.2 in combinatie met de branderautomaat, zorgt ervoor dat het toestel altijd start op 100% vermogen.

Let op:• het instellen van de tweetraps branderregeling mag uitsluitend gebeuren door een gastechnisch gespecialiseerde installateur;• instelling moet altijd eerst op hoge branderstand gebeuren, aangezien de hoge branderstand de lage branderstand beïnvloedt;• stel de maximum toelaatbare branderdruk nooit hoger in dan het vermelde regelbereik (20 mbar of 37 mbar).

Instellen branderdruk hoge branderstand:• sluit de drukmeter aan op de branderdruknippel;• stel de geïnstalleerde thermostaat in op maximum en wacht tot branderdruk wordt aangegeven in de drukmeter;• verwijderen de kap van het ventiel (zie tekening);• verdraai met een schroevendraaier van 10 mm of een inbussleutel nr. 6 de bovenste instelschroef: rechtsom voor hogere, linksom voor lagere branderdruk;• schakel na instelling het toestel verschilende malen in en uit en controleer de branderdruk opnieuw.


Instellen branderdruk lage branderstand:• verwijder de elektrische aansluiting van de hoog/laag spoel;• stel de thermostaat in op maximum en wacht tot branderdruk wordt aangegeven op de drukmeter;• verdraai met een schroevendraaier van 3,5 mm de instelschroef voor lagere branderstand: rechtsom voor lagere, linksom voor hogere branderdruk;• breng de elektrische aansluiting op spoel weer aan;• controleer opnieuw de branderdruk hoge branderstand en herhaal, indien nodig, de instellingsprocedure;• plaats de kap van het ventiel terug.

OnderhoudHet is noodzakelijk de branderdrukken jaarlijks te controleren en indien nodig bij te stellen.

Model 23 28 34 40 50 70 90Branderdruk hoge branderstand 100% 1) aardgas G25 mbar 12,50 12,50 12,50 12,50 11,50 12,50 8,40 propaan G31 mbar 29,00 28,50 28,00 27,50 26,50 25,50 24,50Branderdruk lage branderstand +/- 50% aardgas G25 mbar 3,13 3,13 3,13 3,13 2,87 3,13 2,10 propaan G31 mbar 6,75 6,75 6,75 6,75 6,75 6,75 6,75Gasverbruik lage branderstand 2) aardgas G25 m3/h 1,60 1,95 2,37 2,77 3,50 4,80 6,40 propaan G31 m3/h 1,03 1,26 1,53 1,78 2,26 3,09 4,13

1) servicepaneel open2) aardgas G25, calorische waarde 9,01 kWh/m3 op bovenwaarde (15˚C, 1013 mbar); propaan G31,calorische waarde 14,0 kWh/m3 op bovenwaarde Berekening branderdruk: 100% branderdruk x (belasting)2.Voorbeeld 1: type 23, 50% belasting, aardgas: 12,5 mbar x 0,52 = 3,1 mbar.Voorbeeld 2: type 40, 75% belasting, propaan: 27,5 mbar x 0,752 = 15,5 mbar

Let op: de instelling van de branderdruk voor lage branderstand mag nooit lager zijn dan 50%, ter voorkoming van condens en corrosie.


C42

--59

C14

/05/

2004

12:

54:3

6

M

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

q

13

M3

67

79

18

ER

12

qq

q

L

3M1

N4

L

N L1

q

q

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

HO

NEY

WEL

L S4

570L

S(H

SI)

CH

K

50H

z50

Hz

6

RT(1

)

5

RT(1

)

bl

V'b

r

7

1110

S310

9 2

P

5

S5H

3

S53

13w

hb

gr

11r

12

bl

gr

wh

b

FCR65

rb

r

4

H3

4B3A

br

v

2

bl

5B

1814

17

vb

l

1516

r2A

.FF3

.1

LC3

ALL

EEN

VO

OR

DU

BB

ELE

CEN

TRIF

UG

ALE

VEN

TILA

TOR

r

LC2

LC1

E

LUC

HTD

RUK

VER

SCH

ILSC

HA

KEL

AA

RS3

VER

WA

RMIN

G

br:

BRU

IN

bl:

BLA

UW

b

: ZW

ART

VEN

TILA

TIE

gr:

GRI

JS

r: RO

OD

p

: RO

ZE U

ITV

OER

ING

230V

150

Hz

v:

VIO

LET

y/g

r: G

EEL/

GRO

ENw

h:

WIT

50H

z

UIT

VO

ERIN

G

400V

3N

GA

SKLE

P O

F SP

OEL

VA

N G

ASK

LEP

VO

OR

TWEE

DE

TRA

P

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN V

AN

MO

TORS

TART

ER E

N B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T

ON

TGRE

ND

ELIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

VA

N B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T

ELEK

TRIS

CH

E A

AN

SLU

ITK

LEM

MEN

VO

OR

INST

ALL

ATE

UR

OV

ERB

RUG

GIN

G T

IJD

ENS

FAB

RIK

ATI

E W

EGN

EMEN

BIJ

GEB

RUIK

OV

ERB

RUG

GIN

G W

EGN

EMEN

BIJ

GEB

RUIK

VA

N E

EN

ON

TGRE

ND

ELIN

G V

AN

BRA

ND

ERA

UTO

MA

AT

VA

N E

EN B

RAN

DV

EILI

GH

EID

STH

ERM

OST

AA

T (F

S)

AFS

TAN

DSB

EDIE

NIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

(S1)

J'M1.

1

5A

J1

VEI

LIG

HEI

DSG

ASK

LEP

HO

OFD

GA

SKLE

P

V'

TOEB

EHO

REN

V1

V2

S5

AFS

TAN

DSB

EDIE

NIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

VEN

T. /

VER

W.

VER

BRA

ND

ING

SGA

STRA

NSP

ORT

VEN

TILA

TORM

OTO

R

STO

RIN

GSS

IGN

ALE

RIN

GSL

AM

P V

AN

BRA

ND

ERA

UTO

MA

AT

STO

RIN

GSS

IGN

ALE

RIN

GSL

AM

P V

AN

VEN

TILA

TORM

OTO

R

TWEE

DE

TRA

P V

AN

KA

MER

THER

MO

STA

AT

KA

MER

THER

MO

STA

AT

(EER

STE

TRA

P)

REC

IRC

ULA

TIE-

VEN

TILA

TORM

OTO

R

VEI

LIG

HEI

DS-

MA

XIM

AA

LTH

ERM

OST

AA

T

S1RT2

RT(1

)

M1

M3

LC3

MA

XIM

AA

LTH

ERM

OST

AA

TM

OTO

RSTA

RTER

BRA

ND

VEI

LIG

HEI

DST

HER

MO

STA

AT

AN

TIC

IPA

TIEW

EERS

TAN

D V

AN

FC

VEN

TILA

TOR

THER

MO

STA

ATS

CH

AK

ELA

AR

H1

K2

LC1

K1.

1-3

H3

RELA

I S

FSFCR

FC

MIN

IMA

AL

KA

NA

ALT

HER

MO

STA

AT

VO

OR

TWEE

DE

TRA

P

MIN

IMA

AL

KA

NA

ALT

HER

MO

STA

AT

VO

OR

EERS

TE T

RAP

HO

OG

SPA

NN

ING

S- E

N IO

NIS

ATI

E /

GLO

EIEL

EKTR

OD

E

DT1

. 1

SMEL

TZEK

ERIN

G

DES

TRA

TIFI

CA

TIET

HER

MO

STA

AT

HO

OFD

ZEK

ERIN

G

THER

MIS

CH

E B

EVEI

LIG

ING

ELEC

TRO

NIS

CH

E B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T :

F1 F3F0EST

EREDT1

. 2

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

S

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

URB

23

... 9

0 (+

EEN

TRA

PSB

RAN

DER

REG

ELIN

G)

DRAW

ING

N∞

A3A3A3A3A3A3

LEG

END

N∞

DRA

WN

J. VA

NNES

TE

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3NL2

L1L3

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z

N

FOFO

FO

13

5A

2

LN

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z

16A

.TFO

LN

230V

1N

400V

3N

DAT

E

N

H3

S5N

J1

14

59

102

r

1DF2

98

S13

1

230V 1N

2

50Hz

WU

V

24

6

K2

24

6

9897 F1

9695

F1

Y/G

R

16A.T

bl

J'

K2

13

5FO

L1L2

L3

FOFO

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

N50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

rr

H1

A3

NblM

1.1

2

V1b

FC

44

b

J15

r

RT(1

)6


C42

--60

C14

/05/

2004

14:

13:2

9

M

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

q

M3

67

97

81

ER

12

qq

L

q

3M1

N4

L

N L1

q

q

13

q

q

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

(HSI

)H

ON

EYW

ELL

S457

0LS

RT1+

2

RT(2

)

78

910

S3

2

P

5

S5H

3

3 S5

13w

hb

gr

11r

12

bw

hg

rb

l

FCR6

br

r

4

H3

3A4B

br

v

2

bl

5B

1814

17

bl

v

1516

ALL

EEN

VO

OR

DU

BB

ELE

CEN

TRIF

UG

ALE

VEN

TILA

TOR

r

LC1

LC2

E

S3LU

CH

TDRU

KV

ERSC

HIL

SCH

AK

ELA

AR

VER

WA

RMIN

G

b: Z

WA

RT

bl:

BLA

UW

b

r: B

RUIN

VEN

TILA

TIE

gr:

GRI

JS

r: RO

OD

p

: RO

ZE 23

0V 1

UIT

VO

ERIN

G 50H

z

v:

VIO

LET

y/g

r: G

EEL/

GRO

ENw

h:

WIT

UIT

VO

ERIN

G

50H

z40

0V 3

N

OV

ERB

RUG

GIN

G W

EGN

EMEN

BIJ

GEB

RUIK

VA

N E

EN

OV

ERB

RUG

GIN

G T

IJD

ENS

FAB

RIK

ATI

E W

EGN

EMEN

BIJ

GEB

RUIK

ELEK

TRIS

CH

E A

AN

SLU

ITK

LEM

MEN

VO

OR

INST

ALL

ATE

UR

ON

TGRE

ND

ELIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

VA

N B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN V

AN

MO

TORS

TART

ER E

N B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T

GA

SKLE

P O

F SP

OEL

VA

N G

ASK

LEP

VO

OR

TWEE

DE

TRA

P

AFS

TAN

DSB

EDIE

NIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

(S1)

VA

N E

EN B

RAN

DV

EILI

GH

EID

STH

ERM

OST

AA

T (F

S)

ON

TGRE

ND

ELIN

G V

AN

BRA

ND

ERA

UTO

MA

AT

J'M1.

1

5A

J1

HO

OFD

GA

SKLE

P

VEI

LIG

HEI

DSG

ASK

LEP

V'

TOEB

EHO

REN

V1

V2

S5

STO

RIN

GSS

IGN

ALE

RIN

GSL

AM

P V

AN

VEN

TILA

TORM

OTO

R

STO

RIN

GSS

IGN

ALE

RIN

GSL

AM

P V

AN

BRA

ND

ERA

UTO

MA

AT

VER

BRA

ND

ING

SGA

STRA

NSP

ORT

VEN

TILA

TORM

OTO

R

AFS

TAN

DSB

EDIE

NIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

VEN

T. /

VER

W.

VEI

LIG

HEI

DS-

MA

XIM

AA

LTH

ERM

OST

AA

T

REC

IRC

ULA

TIE-

VEN

TILA

TORM

OTO

R

KA

MER

THER

MO

STA

AT

(EER

STE

TRA

P)

TWEE

DE

TRA

P V

AN

KA

MER

THER

MO

STA

AT

S1RT2

RT(1

)

M1

M3

LC3

VEN

TILA

TOR

THER

MO

STA

ATS

CH

AK

ELA

AR

AN

TIC

IPA

TIEW

EERS

TAN

D V

AN

FC

BRA

ND

VEI

LIG

HEI

DST

HER

MO

STA

AT

MO

TORS

TART

ER

MA

XIM

AA

LTH

ERM

OST

AA

T

H1

K2

LC1

K1.

1-3

H3

RELA

I S

FSFCR

FC

HO

OG

SPA

NN

ING

S- E

N IO

NIS

ATI

E /

GLO

EIEL

EKTR

OD

E

MIN

IMA

AL

KA

NA

ALT

HER

MO

STA

AT

VO

OR

EERS

TE T

RAP

MIN

IMA

AL

KA

NA

ALT

HER

MO

STA

AT

VO

OR

TWEE

DE

TRA

P

DT1

.1

ELEC

TRO

NIS

CH

E B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T :

THER

MIS

CH

E B

EVEI

LIG

ING

H

OO

FDZ

EKER

ING

DES

TRA

TIFI

CA

TIET

HER

MO

STA

AT

SMEL

TZEK

ERIN

G

F1 F3F0EST

EREDT1

. 2

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

S

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

URB

23

... 9

0 (+

TW

EETR

APS

BRA

ND

ERRE

GEL

ING

)

DRAW

ING

N∞

A3A3A3A3A3A3

LEG

END

N∞

DRA

WN

J. VA

NNES

TE

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3NL2

L1L3

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z

N

FOFO

FO

13

5A

2

NL

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z

16A

.TFO

LN

400V

3N

230V

1N

DAT

EC

HK

50H

z50

Hz

6

N

H3

S5N

RT(1

)

J1

14

59

102

5

r

1DF2

98

S1

230V 1N

13 2

50Hz

WU

V

24

6

K2

24

6

9798

F1

9695

F1

Y/G

R

16A.T

bl

J'

K2

13

5FO

L3L2

L1

FOFO

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

N50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

rr

H1

A3

bK

1.2

b

NblM

1.1

2bl

V2

V1

bl

V'

bb

r

FC

44

87

RT2

1011

5

b

J15

rr

F3.1

2A.F

RT(1

)6

LC3


Voor alle direct gasgestookte luchtverwarmers heeft Thermagas de juiste concentrische rookgasafvoer op voorraad. Zowel dak- als muurdoorvoeren.

A

B

D D

C

A

B

D D

C

A

BD

DC

A

B D

DC

Dakdoorvoer Ø 100 t.b.v. URB 23-34

Dakdoorvoer Ø 130 t.b.v. URB 40-90

Muurdoorvoer Ø 130 t.b.v. URB 40-90

Muurdoorvoer Ø 100 t.b.v. URB 23-24

4.5 Dak- en muurdoorvoeren

Dakdoorvoeren t.b.v. URB Voor types URB 23-34 URB 40-90A totale lengte mm 1360 1850B lengte boven dak mm 545 955C Ø dakdoorvoer mm 150 200D Ø luchttoevoer en rookgasafvoer mm 100 130Ø noodzakelijke uitsparing in dak mm 180 230

Muurdoorvoeren t.b.v. URB Voor types URB 23-34 URB 40-90A totale lengte mm 780 940B lengte buiten de muur mm 180 190C Ø muurdoorvoer mm 150 200D Ø luchttoevoer en rookgasafvoer mm 100 130Ø noodzakelijke uitsparing in muur mm 180 230


5 Ontwerpadvies

• Respecteer bij het bepalen van de opstellingsplaats de minimumafstanden , luchttoevoer- en rookgasafvoervereisten en de worpgegevens.

• Houd bij de ophanging van het toestel een minimumafstand van 1,7 m aan tussen de onderzijde van het toestel en vloer aan, zodat warme onderdelen niet kunnen worden aangeraakt! De aanbevolen minimumhoogte is weergegeven in de tabel. Het overschrijden van de maximaal aanbevolen ophanghoogte kan tot een verstoord luchtpatroon leiden.

• Voor een optimaal rendement is het uitermate belangrijk dat de toestellen zo dicht mogelijk bij de werkruimte worden opgehangen. Vermijd echter dat de uitgeblazen luchtstroom rechtstreeks op de aanwezigen wordt gericht. Probeer de warme luchtstroom zoveel mogelijk naar de koude vlakken of langs muren te richten.

• Installeer op plaatsen waar veel koude lucht binnendringt (ramen, deuren, laaddeuren) op een afstand van 4,5 tot 6 m een toestel waarvan de luchtstroom rechtstreeks op de koude luchtbron is gericht.

• Houd rekening met de aanwezigheid van schotten, pijlers, rekken en andere obstructie, omdat deze tot een ombuiging van de luchtstroom kunnen leiden, eventueel aangevuld met vertikale schoepen voor luchtspreiding.

• Zorg ervoor dat toestellen niet met water in contact kunnen komen.

• Met meerdere kleinere toestellen met horizontale uitblaas realiseert u de gewenste luchtstromen beter dan met één groot toestel.

• Let op: De aanwezigheid van chloorhoudende substanties e.o. dampen in de verbrandingslucht van direct gasgestookte luchtverwarmers verhoogt de kans op corrosievorming. Chloor, meestal aanwezig in de vorm van freon of ontvettingsstoffen, zal, na blootstelling aan een vlam, neerslaan en zich met alle aanwezige condensatieproducten vermengen. Deze verbinding tast op korte termijn álle metalen aan. Neem daarom de nodige voorzorgen om te vermijden dat chloorhoudende substanties/dampen met het verbrandingsproces in aanraking komen. Hou bij het bepalen van het luchttoevoersysteem rekening met geïnstalleerde afzuiginstallaties en/of heersende windrichtingen. Bedenk dat chloor zwaarder is dan lucht. Houd daar rekening mee bij het bepalen van de opstellingsruimte.


6 Installatie

6.1 Vóór u aanvangt...• Controleer vóór het installeren of de specificaties op het verzendingsetiket en het type-plaatje van het toestel overeenstemmen met uw bestelling;• laat na het uitpakken van het toestel, het houten pallet aan het toestel bevestigd tot na de ophanging ter plaatse of tot net voor het plaatsen op een frame. Dit voorkomt beschadiging van de gelakte onderzijde;• lees deze instructies volledig door voordat met de installatie wordt begonnen;• deze instructies zijn enkel geldig indien het landsymbool “NL” op het toestel staat. Zou dit niet het geval zijn, contact op te nemen met uw leverancier;• controleer of de elektrische voeding, de gassoort en de gasdruk ter plaatse, overeenstemmen met de afstelling van het toestel;• ongeoorloofde modificatie van het toestel, gebruik voor een andere toepassing dan waarvoor het werd gefabriceerd of het niet toepassen van deze instructies, kunnen gevaar opleveren en doen de garantie vervallen. Afwijkingen hierop mogen alleen schriftelijk door de fabrikant worden toegestaan;• overtuig u ervan dat de omgeving waarin het toestel wordt geïnstalleerd geen gevaar kan opleveren in verband met (zwevend) stof, ontvlambare of corrosieve stoffen en/of dampen en brandbare materialen;• dit toestel werd vóór het verlaten van de fabriek volledig op zijn goede werking getest.

Let op: conform norm NPR3378 moet de inhoud van de ruimte meer dan 1000 m3 bedragen en moet de hoogte van de ruimte (boven de vloer) tenminste 2,10 m zijn. Tevens moet het ventilatiedebiet in deze ruimte groter zijn dan 600 m3/h. Afwijking hierop is mogelijk mits het plaatsen van een gasdetector conform NEN-EN50054:1990 en NEN-EN 50087:1990 en die werkzaam is voor autobrandstoffen (benzine, LPG, aardgas). Thermostaten en schakelaars die niet vonkvrij zijn dienen ook op een minimale hoogte van 1,70 m te worden gemonteerd.


6.2 Ophanging• Overtuig u ervan dat de constructie waaraan het toestel wordt bevestigd (ophanging of console) voldoende deugdelijk is om het gewicht van het toestel en de aan- en afvoerpijpen te dragen;• de plaats waar het toestel wordt gemonteerd moet rondom voldoende ruimte hebben voor service en veiligheid;• let erop dat het toestel waterpas en trillingvrij is opgesteld.

Model 23 28 34 40 50 70 90L1 mm 150 150 150 150 150 300 300L min. mm 550 620 750 750 900 1100 1400

• Aan de bovenzijde van het toestel zijn 4 ophangpunten binnendraad Ø 10 mm voorzien. Gebruik 4 draadstangen van Ø 10 mm voor de ophanging;• het toestel moet aan 4 afzonderlijke punten hangen. Verbinding van 2 punten naar één gezamenlijk ophangpunt is niet toegestaan;• na plaatsing mag het toestel niet meer kunnen bewegen om spanning op de aan- en afvoerpijp, op de gasbuis en op de elektrische aansluiting te vermijden;• bij plaatsing als type C moet de afstand tussen vloer en onderzijde toestel min. 1,70 m bedragen. Het aanzuigen van de lucht dient te gebeuren vanaf een hoogte die zeker de bovenvermelde hoogte van 1,70 m overschrijdt.


6.3 Luchttoevoer- en rookgasafvoermogelijkheden6.3.1 Algemeen• Schoorsteensystemen moeten voldoen aan alle van toepassing zijnde reglementeringen;• het is noodzakelijk alle verbrandingsgassen naar buiten af te voeren. Gemeenschappelijke afvoeren (voor meer dan een toestel) zijn niet toegestaan;• aanzuiging van de verbrandingslucht van buiten, verbetert het werkingsrendement van het verwarmingstoestel;• afmetingen en toleranties in de beschreven aan- en afvoersystemen zijn gebaseerd op aluminium buizen met gladde wand en aansluitingen met een siliconen of teflon afdichtring.

6.3.2 Rookgasafvoersysteem bij open installaties (type B)

• Als het toestel wordt geïnstalleerd als een type B, waarbij verbrandingslucht uit de te verwarmen ruimte wordt aangezogen, moet er een voldoende aanvoer van verse lucht aanwezig zijn, in overeenstemming met alle van toepassing zijnde reglementeringen;• de afstand tussen het toestel en de concentrische doorvoer mag niet groter zijn dan 16 m, waarbij voor 1 bocht van 45° = 1 m en 1 bocht van 90° = 1,5 m wordt gerekend;• om te voorkomen dat er een te grote weerstand optreedt in horizontale gedeeltes van de afvoer, moet een stijging van 1° oftewel 17 mm per meter in acht worden genomen;• om condensvorming te vermijden, dient de afvoer niet in een koude omgeving of tegen een buitenmuur gemonteerd te worden;


• Wanneer u gebruik maakt van een concentrische dak- of muurdoorvoer, dan mag u hiervoor uitsluitend goedgekeurde producten toepassen. Deze zijn gemaakt van naadloos aluminium met aansluitingen voorzien van gekeurde dubbele siliconen afdichtingen, zodat, zolang er geen beschadigingen zijn, een lekvrij systeem wordt verkregen;• dit type doorvoeren, merk Mugro of Burfix, is een integraal deel van de luchtverwarmer en het geheel is als zodanig gekeurd. Derhalve is elke afwijking hierop een inbreuk op de CE- voorschriften;• de afstand tussen het toestel en de concentrische dak- of muurdoorvoer mag niet groter zijn dan 9 m, waarbij voor 1 bocht van 45° = 1 m en 1 bocht van 90° = 1,5 m wordt gerekend.

6.3.3 Rookgasafvoersysteem bij gesloten installaties (type C)


6.4 Gasaansluiting• Aansluiting op de gasleiding mag uitsluitend door gekwalificeerde personen gebeuren en moet in overeenstemming zijn met alle van toepassing zijnde reglementeringen;• controleer dat de gascategorie in overeenstemming is met de gegevens op het typeplaatje van het toestel;• er mag uitsluitend voor gas geschikt fittingmateriaal toegepast worden;• om het toestel op maximaal vermogen te laten werken, moet fittingmateriaal van voldoende doorlaat toegepast worden;• voor onderhoud dient er dicht bij het toestel een gaskraan met koppeling gemonteerd te worden, zie tekening;• het plaatsen van een gasfilter en het reinigen van de gasbuis met stikstof wordt sterk aanbevolen;• de volledige gasinstallatie moet op lekdichtheid worden gecontroleerd, in overeenstemming met alle daarop van toepassing zijnde reglementeringen.

Let op: gebruik nooit een vlam om de lekdichtheid te controleren!

6.5 Elektrische aansluiting

Let op: tijdens de ontsteekcyclus van ongeveer 45 seconden, gebruikt het toestel 130 Watt méér dan op het typeplaatje is aangegeven. In het geval waarbij meerdere toestellen op één elektrische fase zijn aangesloten, zou dit een probleem voor de zekering kunnen betekenen. In dat geval wordt een trapsgewijze ontsteking per toestel aanbevolen en de zekering hieraan aan te passen.

• Aansluiting op het elektriciteitsnet mag alleen door gekwalificeerde personen gebeuren en moet in overeenstemming zijn met alle van toepassing zijnde reglementeringen;• controleer dat de elektrische specificaties in overeenstemming zijn met de gegevens op het typeplaatje van het toestel.• een afzonderlijke werkschakelaar moet voorzien worden dicht bij en in het zicht van het toestel;• alle toestellen met een éénfase-motor moeten worden aangesloten aan de klemmenrail achter het servicepaneel;• alle toestellen met driefase-motoren moeten worden aangesloten aan de motorstarter. Hiervoor moeten de aanwezige testdraden (3 rode (fase), 1 blauwe (0), 1 geel/groene (aarde)) verwijderd worden en vervangen worden door de definitieve draden 3 fasen, 0 en aarde van de aansluitkabel;• zorg ervoor dat het toestel goed geaard is en dat een aardlek-test wordt uitgevoerd;• bijkomende apparatuur, onder meer voor tijdschakeling, ruimtetemperatuur, vorstbeveiliging t.b.v. de ruimte, luchtcirculatie etc., is niet begrepen in de levering van het toestel en moet derhalve apart besteld worden;• zorg er bij het plaatsen van externe controleapparatuur voor, dat er ten alle tijde spanning op het toestel blijft, zelfs wanneer deze apparatuur in stand ‘verwarming uit’ staat;• de elektriciteit mag nooit uitgeschakeld worden voordat: a) de thermostaat op ‘UIT’ staat b) de gaskraan gesloten is c) de ventilator gestopt is;


Motorvermogen kW 0,18 0,25 0,37 0,55 0,55 0,55 0,75 0,75 0,75 1,1 1,1 1,5 1,5Aantal fasen 1 1 1 1 3 3 1 3 3 3 3 3 3Spanning V 230 230 230 230 230 400 230 230 400 230 400 230 400Stroomsterkte A 2,3 2,3 2,8 3,9 2,4 1,4 4,7 3,1 1,8 4,5 2,6 5,0 2,9

• in verband met de luchtdichtheid van het toestel dienen alle niet gebruikte kabelwartels luchtdicht te worden afgesloten;• na installatie moet de stroomsterkte gemeten worden bij werkende ventilator en vergeleken worden met de gegevens op het motorplaatje;• bij 3-fase motoren moet de draairichting van de ventilator vergeleken worden met de pijl op het ventilatorhuis. Bij verkeerde draairichting de 2 fasedraden verwisselen;• de maximum toegelaten stroomsterktes zijn vermeld in onderstaande tabel;• indien de opgenomen stroomsterkte te hoog is, dient het toerental van de ventilator verminderd te worden - zie 6.6.

Maximale stroomsterktes

6.6 Instellen ventilatorsnelheid

6.6.1 Veiligheid• Motor, riemschijf en V-snaar zijn beschermd tegen aanraking volgens beschermklasse IP20;• bij iedere instelling dient de elektrische spanning te worden uitgeschakeld;• de elektriciteit mag nooit uitgeschakeld worden voordat: a) de thermostaat op ‘UIT’ staat b) de gaskraan gesloten is c) de ventilator gestopt is;• na het instellen, altijd eerst de beschermingen terugplaatsen voordat de elektrische spanning wordt ingeschakeld;• het toerental kan nu veilig gemeten worden d.m.v. een infrarood-tachometer of een stroboscoop.

6.6.2 Instellen toerentalHet toestel is uitgevoerd met een motor die gebaseerd is op het maximale drukverlies in kanalen en van kleppen, filters en roosters (zie onderstaande tabel). Om het drukverlies te compenseren dient de ventilatorsnelheid te zijn ingesteld.


Weerstandstabel URB / URD Model 23 28 34 40 50 70 90Nominaal vermogen kW 22,8 27,8 33,7 39,4 49,9 68,3 91Debiet m3/h 2100 2600 3700 3700 4700 6300 8400 Luchtuitblaasrooster Pa 5 5 5 5 5 5 5Uitblaasstuk 3*30° Pa 30 30 30 30 30 30 30Tweezijdig uitblaasstuk Pa - - - - 5 5 5Verticaal luchtverdeelplenum, tweezijdig 90° Pa - - 300 300 325 325 400aantal schoepen - - 2+2 2+2 3+3 4+4 4+4Tweezijdig, 45° Pa - - 250 250 175 150 200aantal schoepen - - 2+2 2+2 3+3 4+4 4+4Vierzijdig, 45° Pa - - 200 200 175 275 225aantal schoepen - - 4x2 4x2 4x2 4x2 4x3Omkasting URB/URD Pa 5 10 15 15 20 15 15Kanaalaansluiting + Klep URB/URD Pa 5 5 5 5 5 5 5Luchtfilters URB/URD Pa 30 30 35 35 30 30 30Aanzuigluifel URD Pa 30 30 35 35 30 30 30Luchtuitblaassectie URD Pa 20 15 20 20 20 20 20Luchtkanaal Pa * * * * * * * Totale weerstand PaMaximale weerstand voor 0,18 kW Pa 89 54 - - - - -Maximale weerstand voor 0,25 kW Pa 159 139 39 39 - - -Maximale weerstand voor 0,37 kW Pa 259 239 119 119 34 - -Maximale weerstand voor 0,55 kW Pa 359 364 219 219 104 29 -Maximale weerstand voor 0,75 kW Pa 410 415 319 319 174 99 59Maximale weerstand voor 1,1 kW Pa - - 420 420 374 244 169Maximale weerstand voor 1,5 kW Pa - - - - 425 369 319Maximale weerstand voor 2,2 kW Pa - - - - - 420 420

* projectafhankelijk, doch weerstand toe te voegen.


• Het toerental van de ventilator kan worden ingesteld d.m.v. de riemschijf op de motoras;• verwijder eerst de V-snaar;• de fixeerschijf met een inbussleutel losdraaien (zie tekening);• door de afstand tussen de twee schijfhelften te vergroten wordt het toerental van de ventilator verminderd;• één omwenteling van de riemschijf van de motor komt overeen met ± 8% verandering van het toerental van de ventilator;• na instelling, de borgschroef met de inbussleutel goed vastdraaien op het platte gedeelte van de riemschijf (zie tekening).

Let op: een té grote afstand tussen de helften van de riemschijf heeft voortijdige slijtage van de V- snaar tot gevolg. Indien een nog grotere vermindering van het toerental nodig is, moet de riemschijf vervangen worden door een riemschijf met grotere diameter en, indien nodig, een langere V-snaar. Een dergelijke aanpassing kan noodzakelijk zijn indien de beschikbare statische druk niet volledig gebruikt wordt, waardoor de ventilator zwaarder wordt belast, hetgeen resulteert in een grotere stroomsterkte.


7 Elektrische aansluitschema’s

7.1 Thermagas URB gasgestookte luchtverwarmer

q

q

C42

--64

C14

/05/

2004

14:

16:5

6

M

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

Th

erm

ag

as

67

ER

12

L

qq

3M1

N4

L

N L1

q

q

13

M3

97

81

q

qq

q

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E K

LEU

REN

KO

DE

KLE

URE

NK

OD

E

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

SCH

EMA

KO

DE

HO

NEY

WEL

L S4

570L

S(H

SI)

910

2

5

S5H

3

S53

br

4

H3

4B3A

br

v

2

bl

5B

1814

17

vb

l

1516

ALL

EEN

VO

OR

DU

BB

ELE

CEN

TRIF

UG

ALE

VEN

TILA

TOR

rE

LUC

HTD

RUK

VER

SCH

ILSC

HA

KEL

AA

RS3

VER

WA

RMIN

G

br:

BRU

IN

bl:

BLA

UW

b

: ZW

ART

VEN

TILA

TIE

gr:

GRI

JS

r: RO

OD

p

: RO

ZE U

ITV

OER

ING

230V

150

Hz

v:

VIO

LET

y/g

r: G

EEL/

GRO

ENw

h:

WIT

50H

z

UIT

VO

ERIN

G

400V

3N

GA

SKLE

P O

F SP

OEL

VA

N G

ASK

LEP

VO

OR

TWEE

DE

TRA

P

AA

NSL

UIT

KLE

MM

EN V

AN

MO

TORS

TART

ER E

N B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T

ON

TGRE

ND

ELIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

VA

N B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T

ELEK

TRIS

CH

E A

AN

SLU

ITK

LEM

MEN

VO

OR

INST

ALL

ATE

UR

OV

ERB

RUG

GIN

G T

IJD

ENS

FAB

RIK

ATI

E W

EGN

EMEN

BIJ

GEB

RUI K

OV

ERB

RUG

GIN

G W

EGN

EMEN

BIJ

GEB

RUIK

VA

N E

EN

ON

TGRE

ND

ELIN

G V

AN

BRA

ND

ERA

UTO

MA

AT

VA

N E

EN B

RAN

DV

EILI

GH

EID

STH

ERM

OST

AA

T (F

S)

AFS

TAN

DSB

EDIE

NIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

(S1)

J'M1.

1

5A

J1

VEI

LIG

HEI

DSG

ASK

LEP

HO

OFD

GA

SKLE

P

V'

TOEB

EHO

REN

V1

V2

S5

AFS

TAN

DSB

EDIE

NIN

GSS

CH

AK

ELA

AR

VEN

T. /

VER

W.

VER

BRA

ND

ING

SGA

STRA

NSP

ORT

VEN

TILA

TORM

OTO

R

STO

RIN

GSS

IGN

ALE

RIN

GSL

AM

P V

AN

BRA

ND

ERA

UTO

MA

AT

STO

RIN

GSS

IGN

ALE

RIN

GSL

AM

P V

AN

VEN

TILA

TORM

OTO

R

TWEE

DE

TRA

P V

AN

KA

MER

THER

MO

STA

AT

KA

MER

THER

MO

STA

AT

(EER

STE

TRA

P)

REC

IRC

ULA

TIE-

VEN

TILA

TORM

OTO

R

VEI

LIG

HEI

DS-

MA

XIM

AA

LTH

ERM

OST

AA

T

S1RT2

RT(1

)

M1

M3

LC3

MA

XIM

AA

LTH

ERM

OST

AA

TM

OTO

RSTA

RTER

BRA

ND

VEI

LIG

HEI

DST

HER

MO

STA

AT

AN

TIC

IPA

TIEW

EERS

TAN

D V

AN

FC

VEN

TILA

TOR

THER

MO

STA

ATS

CH

AK

ELA

AR

H1

K2

LC1

K1.

1-3

H3

RELA

I S

FSFCR

FC

MIN

IMA

AL

KA

NA

ALT

HER

MO

STA

AT

VO

OR

TWEE

DE

TRA

P

MIN

IMA

AL

KA

NA

ALT

HER

MO

STA

AT

VO

OR

EERS

TE T

RAP

HO

OG

SPA

NN

ING

S- E

N IO

NIS

ATI

E /

GLO

EIEL

EKTR

OD

E

DT1

.1

SMEL

TZEK

ERIN

G

DES

TRA

TIFI

CA

TIET

HER

MO

STA

AT

HO

OFD

ZEK

ERIN

G

THER

MIS

CH

E B

EVEI

LIG

ING

ELEC

TRO

NIS

CH

E B

RAN

DER

AU

TOM

AA

T :

F1 F3F0EST

EREDT1

.2

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

SH

ON

EYW

ELL

S457

0LS

HO

NEY

WEL

L S4

570L

S

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

AA

NSL

UIT

ING

EN D

OO

R IN

STA

LLA

TEU

R TE

VO

ORZ

IEN

DRAW

ING

N∞

A3A3A3A3A3A3

LEG

END

N∞

URB

23

... 9

0 (+

RT1

-2 ,D

T1-2

/MIN

)

DRA

WN

J. VA

NNES

TE

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3NL2

L1L3

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z

N

FOFO

FO

13

5A

2

LN

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

230V

1N

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z

16A

.TFO

LN

230V

1N

400V

3N

DAT

EC

HK

50H

z50

Hz

6

N

H3

S5N

J1

14

59

102

5

RT1+

2

RT(2

)

78

r

1DF2

96

S1

230V 1N

2

31

50HzW

UV

24

6

K2

24

6

9897 F1

9695

F1

Y/G

R16A.T

bl

J'

K2

13

5FO

L1L2

L3

FOFO

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

400V

3N

N50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

50H

z50

Hz

rr

H1

A3

K1.

2

NblM

1.1

2bl

V2

V1

bl

V'

DT1

.2

b

b

br

b

FC

44b

K1.

2b8

b7

bl

p

RT2

1011

S3

bl

P

13w

hb

gr

11r

12

gr

bl

wh

b

FCR

56

r

b

r

J15

DT1

.1r

rr

2A.F

F3.1

RT(1

)6

LC3

LC2

LC1


8 Controle installatie en inbedrijfstelling

8.1 Controle installatieHet toestel werd, vóór het verlaten van de fabriek, volledig op zijn goede werking getest. Indien het installeren conform deze instructies werd uitgevoerd, kan het toestel in bedrijf worden gesteld. Zorg ervoor dat de schoepen van de uitblaasopening volledig geopend zijn.

8.2 In bedrijf stellen1. Open de hoofdgaskraan;2. schakel de elektrische spanning in;3. zet de ruimtethermostaat op vragend;4. zet de tijdschakelaar (indien toegepast) eveneens op stand ‘AAN’;5. als de signaallamp in de resetknop aan de voorzijde van het toestel en op de afstandsbediening (indien toegepast) brandt, resetknop indrukken;6. de brander zal nu binnen 2 min. automatisch ontsteken en binnen 2 min. daarna zal ook de luchttransportventilator starten (zie 8.3 punt 6);7. voor een nieuwe installatie kunnen tot 3 ontsteekcycli noodzakelijk zijn, als er zich nog lucht in de gasleiding bevindt. Indien het toestel niet ontsteekt, zie dan 10;8. gastoevoerdruk en branderdruk moeten overeenstemmen met de gegevens in de tabel bij 2.2. Indien de toevoerdruk hoger is dan 30 mbar, moet er een drukregelaar met constante einddruk geplaatst worden. Bij een gasdruk lager dan 20 mbar, moet de gasmaatschappij gewaarschuwd worden.

8.3 Werking1. Door het schakelen van externe regelapparatuur wordt een elektrisch circuit tot stand gebracht en de rookgasventilator zal starten;2. zodra er voldoende onderdruk is (gecontroleerd door de drukverschilschakelaar), wordt ± 30 sec. verbrandingslucht aangezogen (voorspoelen);3. ontsteking gebeurt direct op de hoofdbrander. Een gloeiontsteker gloeit gedurende ± 15 sec., waarna de gaskleppen geopend worden en de brander ontsteekt;4. indien de brander niet binnen 5 sec. ontsteekt na het openen van de gaskleppen, zal de elektronische branderautomaat uitschakelen en het toestel gaat in veiligheid. De signaallamp in de resetknop op de voorzijde van het toestel (en op de afstandsbediening, indien toegepast) zal branden. Na ca. 10 sec. kan de resetknop worden ingedrukt om het toestel opnieuw te laten starten;5. vlambeveiliging vindt plaats d.m.v. het principe van ionisatie. Een correcte vlam zorgt voor een elektrische stroom tussen de ontsteker en de brander. Om te controleren of deze ionisatiestroom voldoende is, dient men de brug tussen aansluitklem 17 en 18 van het branderrelais te verwijderen en een DC micro-ampèremeter tussen deze twee klemmen aan te sluiten. De ionisatiestroom moet min. 2µA bedragen;6. gelijktijdig met het inschakelen van de ontsteking en het openen van de gaskleppen, komt de ventilatorthermostaat (FCR) van de luchttransportventilator onder spanning. Na ca. 2 min. zal de ventilator starten en de warme lucht wordt nu in de ruimte geblazen;7. indien de toevoer van verbrandingslucht onvoldoende is, zal de brander doven en het toestel zal automatisch herstarten zodra de toevoer van de verbrandingslucht hersteld is. Dit wordt gecontroleerd door de drukverschilschakelaar;8. als de brander om een of andere reden dooft tijdens bedrijf, zal er automatisch een nieuwe ontsteekcyclus volgen; als de brander bij deze poging niet ontsteekt, zal het toestel in veiligheid gaan. Er zal dan een handmatige reset moeten plaatsvinden op de brander om het toestel opnieuw in bedrijf te stellen;


9. ingeval er om enigerlei reden oververhitting zou plaatsvinden, zullen de veiligheidsthermostaten in werking treden en wordt de brander uitgeschakeld. De brander wordt door de eerste veiligheid LC1 (LC2 bij types 70 en 90) uitgeschakeld en deze schakelt automatisch weer in na afkoeling en de ontsteekcyclus start opnieuw. De tweede veiligheid (LC3), die op een hogere temperatuur is afgesteld, schakelt zichzelf en de brander uit. Een handmatige reset van LC3 door op de knop te drukken, is noodzakelijk om het toestel weer in bedrijf te stellen. Hiervoor een afkoeltijd van ca. 1 min. in acht nemen. Controleer tevens wat de oorzaak van de storing geweest zou kunnen zijn;10.wanneer de gewenste temperatuur of verwarmingstijd is bereikt, wordt de spanning op het branderrelais uitgeschakeld en de brander dooft. De luchttransportventilator zal blijven draaien totdat de warmtewisselaar voldoende is afgekoeld;

8.4 Buiten bedrijf stellen1. Om het toestel voor een korte periode uit te schakelen, dient alleen de ruimtethermostaat op een lager niveau te worden ingesteld. Om de verwarming later opnieuw te starten, de thermostaat hoger instellen;2. voor een langere stilstandsperiode de thermostaat op de laagste stand zetten en de gaskraan dichtdraaien. De elektrische voeding mag pas worden uitgeschakeld nadat de luchttransportventilator is gestopt. Om het toestel opnieuw te starten, volg de instructies voor het ontsteken;3. het gas en de elektriciteit mogen alleen afgesloten worden in noodgeval of voor langere stilstandsperiodes.


9.2 Demonteren van de omkasting

Let op: het toestel mag alleen werken wanneer alle panelen zijn bevestigd!

9.2.1 Het verwijderen van de zijpanelen1. Draai met een schroevendraaier de sluiting (1) in het servicepaneel (2) een kwart slag naar links;2. trek de bovenzijde van het paneel naar u toe en til het vervolgens naar boven uit de onderste aansluitlippen;3. voor het verwijderen van het kleine zijpaneel (3) bij een toestel met verticale aan- en afvoeren, eerst de afschermdop (4) met een schroevendraaier verwijderen;4. daarna de achterliggende schroef volledig eruit draaien en verwijderen;5. druk het paneel naar beneden en trek de onderzijde naar u toe;6. bij een toestel met horizontale aan- en afvoer, eerst de beide pijpen losmaken.7. verwijder de 2 (type 23-34) resp. 4 (type 40-90) schroeven die zich in de uitlaatopening van de rookgasventilator bevinden;8. hierna kan het kleine zijpaneel verwijderd worden, zie punt 3 hierboven.

9.2.2 Het verwijderen van het bovenpaneel1. Eerst servicepaneel en klein zijpaneel verwijderen;2. controleer dat de gaskraan gesloten is. Gasaansluiting (1) aan het toestel ontkoppelen en verwijderen;3. controleer dat de elektrische spanning is uitgeschakeld. Elektrische aansluitingen (2) losmaken en verwijderen;4. bij een toestel met verticale aan- en afvoer, pijpen demonteren en de 2 (type 23-34) resp. 4 (type 40-90) schroeven die zich in de uitlaatopening van de rookgasventilator bevinden verwijderen;5. verwijder alle bevestigingsschroeven van het bovenpaneel (3) en het paneel kan worden afgenomen.

9 Onderhoud

9.1 Algemeen• Alvorens aan een onderhoudsbeurt te beginnen, de gaskraan sluiten. De elektrische voeding pas uitschakelen nadat de luchttransportventilator is gestopt;• het is ten zeerste aanbevolen tenminste één onderhoudsbeurt per jaar door te voeren. Afhankelijk van de omgeving waarin het toestel staat opgesteld, zal vaker onderhoud nodig zijn (in een vuile of stoffige omgeving bijvoorbeeld);• regelmatige inspectie is vereist;• controleer toestand en conditie van pijpen voor luchttoevoer en de afvoer van de verbrandingsgassen;• controleer veiligheid en deugdelijkheid van de ophangconstructie of het montageframe;• controleer of de bescherming van de luchttansportventilator niet beschadigd is.


9.3 Rookgasventilator1. Gaskraan sluiten en spanning uitschakelen nadat de luchttransportventilator is gestopt;2. verwijder het servicepaneel en het kleine zijpaneel (zie 9.2);3. verwijder de elektrische aansluitingen van de rookgasventilator (zie tekening);4. verwijder motor en het schoepenwiel (3 schroeven + bajonetsluiting);5. verwijder stof en vuil van de ventilator;6. controleer motor en schoepenwiel;7. reinig het ventilatorhuis inwendig;8. controleer bevestiging van ventilatormotor en schoepenwiel (de motor is zelfsmerend en behoeft geen verdere smering);9. controleer de kritische maten, zoals afstand schoepenwiel t.o.v. bevestigingsplaat (zie tekening);10.montage van alle delen gebeurt in omgekeerde volgorde.

9.4 Ontsteking, branders en warmtewisselaar 1. Inspecteer de gloeiontsteker en vervang indien nodig. Attentie: de gloeiontsteker is zeer broos en moet met de nodige voorzichtigheid behandeld worden;2. inspecteer de branders en reinig indien nodig;3. inspecteer de warmtewisselaar en de vlamkoelstaven en reinig of vervang indien nodig. Dit kan alleen na het verwijderen van het branderbed (zie tekening);4. wanneer het branderbed verwijderd is, kan elk element van de warmtewisselaar gereinigd worden door gebruik te maken van een doek of zachte borstel en perslucht. Reinig binnen- en buitenzijde;5. reinig branders en gasinspuiters met een zachte borstel en perslucht. Gebruik geen hard voorwerp, om beschadigingen te voorkomen.


9.5 Verwijderen van het branderbed (zie tekening)1. Gaskraan sluiten;2. spanning uitschakelen nadat de luchttransportventilator is gestopt;3. servicepaneel openen;4. stekerverbindingen van bedrading naar gloeiontsteker losmaken;5. koppeling tussen gasklep en brander losdraaien;6. bevestigingsschroeven van het branderbed losdraaien en branderbed uitschuiven;7. montage van alle delen gebeurt in omgekeerde volgorde;8. indien de valbeveiligingsstrippen van het servicepaneel verwijderd werden, dan moeten deze nadien weer bevestigd worden.


10 Storingen

10.1 Brander ontsteekt nieta. thermostaat te laag ingesteld of klok niet juist; geen spanning op aansluitklemmen 2 en 5;b. zekering F3 doorgebrand; geen spanning op aansluitklem 2 en veiligheidsthermostaat LC3;c. slangetje van drukverschilschakelaar S3 is niet luchtdicht of verstopt;d. defecte drukverschilschakelaar S3; geen spanning op aansluitklemmen 2 en 13;e. onvoldoende verschildruk in rookgasafvoersysteem;f. branderrelais defect of in veiligheid (punt 2 hieronder);g. rookgasventilator (M3) defect;h. maximaalthermostaat LC1 (LC2 bij 2.75/76 en 2.95/96) defect; geen spanning op aansluitklem 2 en LC1;i. veiligheidsthermostaat LC3 in veiligheid; geen spanning op aansluitklem 2 en LC3; handmatige reset;j. dubbelpolig relais defect (2-traps uitvoering);k. motorstarter defect (3-fase motoren).

10.2 Vlamrelais in veiligheida. lucht in gasbuis; ontluchten;b. onvoldoende gasdruk;c. defecte gloeiontsteker;d. defecte drukverschilschakelaar S3;e. gasklep opent niet; geen spanning op aansluitklemmen 2 en 7;f. onvoldoende ionisatiestroom; ionisatiestroom _ 2µA;g. fase, nul en aarde niet correct aangesloten.

10.3 Verbrandingsgasventilator start nieta. defecte motor of condensator;b. defecte branderautomaat;c. drukverschilschakelaar S3 nog in open stand;d. defecte zekering F3.

10.4 Drukverschilschakelaar S3 schakelt brander uita. schakelpunt AAN 102Pa, UIT 94 Pa; (type 2.25/26 en 2.35/36: AAN 96Pa, UIT 68Pa);b. geen drukverschil in rookgasafvoersysteem; controleer inlaat verbrandingsluchttoevoer;c. defecte rookgasventilator.

10.5 Toestel geeft onvoldoende warme luchta. controleer gasinlaatdruk;b. controleer branderdruk;c. gasfilter vuil of verstopt;d. maximaalthermostaat LC1/LC2 schakelt brander uit (zie 6);e. drukverschilschakelaar S3 schakelt branderautomaat uit (zie 4).

10.6 Maximaalthermostaat LC1/LC2 schakelt brander uita. schakeltemperatuur 51,5°C;b. onvoldoende luchtstroom;c. verticale en horizontale luchtschoepen te ver gesloten;d. brander overbelast; controleer inlaatgasdruk;e. ventilatorthermostaat FC schakelt ventilator niet of te laat in;f. controleer draairichting van de ventilator;g. luchttemperatuur aan de inlaat van de ventilator te hoog; T. max. 30°C (zie 6.1);h. thermisch contact van de luchtventilator schakelt tijdelijk.


10.7 Veiligheidsthermostaat LC3 schakelta. schakeltemperatuur 96°C (+0/-5);b. controleer bevestiging van de voeler;c. temperatuur uitblaaslucht te hoog;d. defecte maximaalthermostaat LC1/LC2;e. luchtventilator stopt onmiddellijk nadat de brander is uitgeschakeld;f. defecte ventilatorthermostaat (FC);g. defecte motorstarter;h. slechte instelling thermisch relais motorstarter; reset en motorstroom controleren.

10.8 Luchtventilator start nieta. geen spanning op aansluitklemmen 2 en 11;b. defecte ventilatorthermostaat (FC);c. defecte motor of condensator;d. thermisch contact van de motor schakelt;e. thermisch relais motorstarter defect; reset en motorstroom controleren;f. motorstarter defect.

10.9 Ventilator start en stopt tijdelijk terwijl de brander aan isa. defecte warmteweerstand (FCR) in de ventilatorthermostaat;b. thermisch contact schakelt;c. luchttemperatuur aan de ventilator te laag; T min. <5°C.


11 Onderdelen en artikelnummers

11.1 Elektrisch gedeelte

Omschrijving Artikelnummer Ref. Fabr. ToepassingVentilatorthermostaat FCR 108405 TOD29T12 (250V) alleMaximaalthermostaat LC1/LC2 108410 TOD60T11 alleVeiligheidsthermostaat LC3 108415 IMIT 96_C alleRookgasventilator + wiel 108420 Drouartec CP 78 +wiel alleDrukverschilschakelaar S3 108425 Honeywell C6065 FH1193 alle, behalve 34/26Drukverschilschakelaar S3 108430 Honeywell C6065 FH1144 34/26Branderautomaat 108435 Honeywell S4570LS alleGloeiontsteker (set) 108440 Norton 230 V alleDubbelpolig relais K1.2 108445 Omron G7L2A alle 2-trapsAansluitkabel voor vlamrelais 108446 --- alleAansluitkabel voor gloeiontsteker 108447 Addon alleAansluitkabel 2-traps 108460 --- alle 2-trapsResetknop met signaallamp 108475 --- alleKlemmenrail 108465 Entrelec alle

11.2 Gasgedeelte

Omschrijving Artikelnummer Ref. Fabr. ToepassingGasklep eentraps 108170 SIT 830 Tandem 23 - 34Gasklep eentraps 108165 Honeywell VR4601AB 40 - 90Gasklep tweetraps 108166 Honeywell VR4601PB alle tweetraps

11.3 Luchtgedeelte

Omschrijving Artikelnummer Ref. Fabr. ToepassingVentilatormotor 108500 BDC 241-241 23Ventilatormotor 108505 BDC 270-270 28Ventilatormotor 108510 BDC 321-321 34 - 50Ventilatormotor 108515 BPC 270-270 70Ventilatormotor 108520 BPC 321-321 90

11.4 Overig

Omschrijving Artikelnummer Ref. Fabr. ToepassingSchoepenwiel rookgasventilator 108230 venter impellor 133X 67E-L alleMontagedoppen 1” BSP (optie) 108540 --- alle


11.5 Onderdelenoverzicht

1. kabeldoorvoeren voor elektrische aansluitingen2. gasaansluiting 3/4” buitendraad3. rookgasventilator4. klemmenstrook voor alle elektrische aansluitingen5. zekeringhouder6. dubbele gasklep met drukregelaar7. gloeiontsteker8. branderbed met branders9. gasstraat met inspuiters en drukmeetnippel10. resetknop met storingssignaallamp branderautomaat11. ventilatorthermostaat (FCR)12.voeler veiligheidsthermostaat (LC3)13.maximaalthermostaat (LC1)14.branderautomaat15.veiligheidsthermostaat (LC3)16.drukverschilschakelaar17. drukverschil meetnippel rookgasafvoer

17

18

16

12

19

14

13

11

10

9

8

7

6

15

5

4

3

21


12 Garantie

Richtlijnen van de Europese Gemeenschap met betrekking tot het CE-label.DIR CE 90/396/EEG:GAD (gas appliance directive)DIR CE 89/336/EEG:EMC (electro magnetic compatibility directive)DIR 73/23/EEG:LVD (low voltage directive)DIR 89/392/EEG:MD (machenery directive)

De in de documentatie beschreven voorschriften dienen strikt te worden nageleefd. Zoniet dan vervalt elk recht op garantie.

Gebruik het toestel uitsluitend voor de toepassing waarvoor het werd vervaardigd. Het aansluiten van een toestel met axiale ventilator op een kanaalsysteem is ten stelligste verboden. Ook wijzigingen aan het luchttoevoersysteem doen het recht op 1 jaar garantie vervallen.


13 Instructies voor eindgebruikers

13.1 Werking• Onder de warmtewisselaar wordt gas verbrand d.m.v. een atmosferische brander;• de gasbrander wordt gestuurd door een dubbele gasklep via een elektronische branderautomaat die wordt aangestuurd door een externe sturing, b.v. ruimtethermostaat en/of tijdklok;• de werking van het toestel is volledig automatisch met behulp van een externe aansturing;• de brander wordt automatisch ontstoken door een elektrische gloeiontsteking;• als de brander is ontstoken wordt de warmtewisselaar verwarmd;• bij voldoende temperatuur wordt de luchttransport ventilator ingeschakeld;• op het einde van de verwarmingscyclus wordt de brander uitgeschakeld;• de luchttransportventilator blijft draaien totdat de warmte uit de warmtewisselaar is afgevoerd.

13.2 Veiligheid• Het eventueel ontbreken van de vlam wordt gedetecteerd door de gloeiontsteker, waarna onmiddellijk de gaskleppen gesloten worden;• oververhitting wordt voorkomen door ingebouwde thermostaten. LC1 (+LC2 bij 70 en 90) is een maximaalthermostaat die het toestel beveiligt tegen een te lage luchtstroom (verstopte toevoer, niet-draaiende ventilator). Hiermee wordt de brander kortstondig uitgeschakeld en weer ingeschakeld. LC3 is een veiligheidsthermostaat, die op een hogere temperatuur is afgesteld en die de brander uitschakelt bij werkelijke oververhitting. Als deze heeft geschakeld, is een handmatige reset noodzakelijk, evenals van de branderautomaat;• indien zich hierbij problemen zouden voordoen, aarzel dan niet uw installateur of distributeur te raadplegen;• in de ruimte waar het toestel is geïnstalleerd moet een normale atmosferische druk heersen. Bij wijzigingen aan het gebouw moet hiermee rekening worden gehouden. Overmatige tocht door deuren, poorten of ramen moet vermeden worden. Andere luchtbehandelingsinstallaties (b.v. afzuiging) kunnen een nadelige invloed uitoefenen op de werking van de luchtverwarmer, vooral wanneer de toevoer van de verbrandingslucht niet van buiten komt;• indien het toestel uitwendig deuken of andere beschadigingen vertoont of wanneer de panelen niet goed sluiten, uw installateur of distributeur waarschuwen, voor nazicht op de luchtdichtheid, vooral als het toestel als zgn. ‘garagetoestel’ wordt gebruikt.

13.3 In bedrijf stellen1. Open de gastoevoerkraan;2. schakel de elektrische voeding in;3. controleer of de eventuele tijdschakelaar op ‘AAN’ staat;4. stel de ruimtethermostaat in op de gewenste temperatuur;5. de luchtverwarmer zal automatisch inschakelen bij warmtevraag van de thermostaat;6. indien het toestel niet ontsteekt: a) als het lampje in de knop vóór op het toestel brandt (en op de afstandsbediening, indien toegepast), knop indrukken (of naar reset draaien op afstandsbediening); b) controleer of er geen reset nodig is van de veiligheidsthermostaat (zie tekening 11.5);7. indien reset van de veiligheidsthermostaat nodig was en het toestel werkt weer, wacht dan even om te controleren dat de deze niet weer uitschakelt. In dat geval en wanneer de temperatuur in de omgeving van het toestel niet hoger is als 30ºC, uw installateur of distributeur raadplegen.


13.4 Luchtcirculatie• De verwarming van de lucht in de ruimte vindt plaats door het circuleren van de lucht via het toestel, waarbij de lucht wordt opgewarmd door de warmtewisselaar. De lucht wordt rechtstreeks in de te verwarmen ruimte geblazen. Voor een gelijkmatige warmtespreiding, is het is zeer belangrijk dat de luchtstroom niet gehinderd wordt door enig obstakel;• de luchttransportventilator kan gebruikt worden voor recirculatie alléén (b.v. ‘s zomers), indien deze wordt bediend door een aparte schakelaar;• hiervoor moet: a) de elektriciteit ingeschakeld zijn; b) de schakelaar op stand ‘recirculatie’ gezet worden (op afstandsbediening, indien toegepast).

13.5 Onderhoud• Onderhoud en service mogen alleen door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd (b.v. installateur);• het is in uw belang dat onderhoud en service op geregelde tijdstippen gebeuren. De tijd tussen twee servicebeurten is afhankelijk van het gebruik en de omgeving waarin het toestel is geïnstalleerd, maar een minimum van één onderhoudsbeurt per jaar wordt aanbevolen;• ingeval er enigerlei schade aan het toestel is, moet het buiten werking worden gesteld en een gekwalificeerd technicus moet gewaarschuwd worden voor controle en evt. reparatie.

Nie

ts u

it d

eze

uit

gav

e m

ag z

on

der

to

este

mm

ing

van

de

dir

ecti

e va

n T

her

mag

as N

eder

lan

d B

V g

ebru

ikt

wo

rden

. Wijz

igin

gen

vo

orb

eho

ud

en

UR

B 0

4-06

Thermagas Nederland B.V.Waardsedijk Oost 8a 3417 XJ MontfoortPostbus 33 3417 ZG MontfoortTelefoon 0348 47 60 60Fax 0348 47 60 65E-mail [email protected]

Documents

THERMAGAS URB direct gasgestookte luchtverwarmers · 2015-09-03 · URB direct gasgestookte luchtverwarmers. 7 URB-toestellen sluiten naadloos aan op de Thermagas luchtkanalen. Een