Upload
jett
View
141
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Trainer B Voetbal (UEFA B) Algemeen Gedeelte Trainingsmethodiek Trainingsprincipes. 2009 - 2010. Trainingsprincipes. Doelstellingen Basisprincipes van het trainingsproces Methodologische principes. 1. Doelstellingen. hoofdvraag voor de trainer = wat wil ik bereiken met de spelers? - PowerPoint PPT Presentation
Citation preview
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 1
Trainer B Voetbal (UEFA B)Algemeen GedeelteTrainingsmethodiekTrainingsprincipes
2009 - 2010
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 2
Trainingsprincipes• Doelstellingen• Basisprincipes van het trainingsproces• Methodologische principes
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 3
1. Doelstellingenhoofdvraag voor de trainer =
wat wil ik bereiken met de spelers?
Trainingsdoelen bepalen op 3 niveaus hoofddoel
vb: centrale verdediger uit beloftenkern als basisspeler in het eerste elftal krijgen
partiële doelenvb: verdediger verliest momenteel 40% van de aangegane luchtduels – dit mag maar 10% zijn
deelfactorenvb: werken aan sprongkracht en timing
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 4
2. Basisprincipes van het trainingsproces
1. het principe van de supercompensatie
2. het overload principe en het principe van de verminderde meeropbrengst
3. het principe van de specificiteit
4. het principe van de omkeerbaarheid
5. het principe van de individuele verschillen
PRINCIPES ≠ WETTEN
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 5
2.1 Supercompensatie
Principe =
prestatieniveau stijgt
als trainingsprikkels
worden gegeven op het
juiste moment door
aanpassing van het
lichaam
juiste wisselwerking
tussen inspanning en
herstel is belangrijk
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 6
2.1 Supercompensatie
tijd
prikkel prikkel
prikkel (= training) te laat geen trainingseffect speler blijft op hetzelfde niveauvb: te veel tijd tussen de krachttrainingen van de centrale verdediger zorgt ervoor dat hij steeds vanop zijn beginniveau moet herbeginnen => geen vooruitgang
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 7
2.1 Supercompensatie
prikkel (= training) te vroeg negatief trainingseffect speler gaat achteruitvb: te weinig tijd tussen de krachttrainingen van de centrale verdediger zorgt ervoor dat hij niet voldoende herstelt na de training. Door het gedeeltelijke herstel start hij de volgende training steeds vanop een lager beginniveau => achteruitgang
prikkel prikkel
tijd
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 8
2.1 Supercompensatie
prikkel (= training) op tijd positief trainingseffect speler gaat vooruitvb: ideale tijdspannes tussen de krachttrainingen voor de centrale verdediger zorgen ervoor dat hij de training steeds vanop een hoger beginniveau kan starten=> vooruitgang
prikkel prikkel
tijd
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 9
2.1 Supercompensatie• De duur van het herstelproces is afhankelijk van:
– graad van vermoeidheid
– leeftijd
– soort training
type inspanning herstelduur
Lichte tot matige prikkel van het aëroob mechanisme
12 uur
Intensieve belasting van het aëroob mechanisme 30 tot 36 uur
Belasting van het anaëroob systeem 30 tot 36 uur
Krachtuithouding 24 uur
Maximale kracht 48 tot 72 uur
Snelkracht 48 uur
Snelheid 60 tot 72 uur
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 10
2.2 Overload en verminderde meeropbrengstOverload
Principe = het lichaam past zich steeds aan aan een prikkel
(= supercompensatie-effect!)
intensiteit van de trainingsprikkels moet voldoende hoog
zijn om een trainingseffect te krijgen de belasting moet progressief en systematisch toenemen
vb: na verloop van tijd zal het krachttrainingsprogramma van de centrale verdediger
ter verbetering van zijn sprongkracht moeten verzwaard worden om nog vooruitgang
te kunnen blijven boeken
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 11
2.2 Overload en verminderde meeropbrengstVerminderde meeropbrengst
Principe = hoe beter het
lichaam is getraind, des te
zwaarder je moet trainen om
een steeds kleinere winst te
bekomenvb: de centrale verdediger zal tijdens
zijn krachttrainingsprogramma steeds
minder centimeters sprongkracht
winnen, ondanks een steeds zwaarder
oefenprogramma
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 12
2.2 Overload en verminderde meeropbrengst
Een goede trainer zal het hoogst mogelijke trainingseffect trachten uit te lokken met de kleinst mogelijke toename van de belasting.
De eigen maximale grenzen zijn erfelijk bepaald, men kan er (ook op lange termijn) niet boven uitgroeien.
De verbeteringsmarge is individueel verschillend en is één van de beste maatstaven voor het identificeren van aangeboren talent.
Speler op topniveau houden is een kunst!
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 13
2.3 Specificiteit
Principe = je verbetert wat je traint
hoe beter (specifieker) de training is afgestemd op het beoogde doel, des te groter zal het rendement zijn
vb: de centrale verdediger die een krachttrainingsprogramma volgt zal sterkere spieren krijgen, maar wordt hierdoor niet leniger
vb: een voetballer die gaat zwemmen om algemene basisconditie bij te krijgen werkt minder efficient dan een voetballer die gaat lopen
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 14
2.4 Omkeerbaarheid
Principe = als je stopt met trainen verdwijnt het opgebouwde trainingseffect (= detraining)
vb: de centrale verdediger die na een trainingsperiode stopt met krachttraining zal na verloop van tijd aan kracht inboeten en de gewonnen centimeters sprongkracht opnieuw verliezen.
daling
op minder dan 3 weken
daling
na een drietal maanden
VO2 max 8 à 10 % 18 à 20 %
Hartdebiet 8 à 10 % 10 %
Zuurstofverbruik in de spieren 2 à 5 % 7 à 10 %
Energievoorraden in de spieren 25 à 50 %
Spierkracht 35 à 40 %
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 15
2.5 Individuele verschillen
Principe = niet iedereen reageert gelijk op dezelfde prikkel door individuele verschillen in trainingsgevoeligheid en aanleg
vb: 2 centrale verdedigers die hetzelfde krachttrainingsprogramma volgen kunnen een verschillende progressie maken
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 16
3. Methodologische principes
1. de oefenprikkel
2. de recuperatiefase
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 17
3.1 de oefenprikkel
1. oefenvormen
2. belasting
het rendement van de training wordt bepaald door de
OEFENPRIKKEL
die zowel afhankelijk is van de oefenvorm als van de dosering van de belasting
vb: 1vs1+K als wedstrijdvorm (= oefenvorm) geeft een totaal andere oefenprikkel (en
rendement) wanneer de oefening 20” duurt of 2’ (= belasting)
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 18
3.1.1 oefenvormen
1. algemene oefenvormen= beweging stemt niet overeen met de specifieke
sportbeweging
veelzijdige basisontwikkeling bij revalidatie om de monotonie doorbreken
vb: voetballer die gaat fietsen
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 19
3.1.1 oefenvormen2. specifieke oefenvormen= oefenvorm waarbij specifieke eigenschappen van de sportdiscipline worden geoefend= tussenvorm (KBVB-visie)vb: oefenen van de schaarbeweging
3. wedstrijdoefenvormen = oefenvorm waarbij geleerde technieken of getrainde eigenschappen in wedstrijdsituatie moeten worden omgezet= wedstrijdvorm (KBVB-visie)vb: 1vs1+K waarbij de schaarbeweging kan worden gebruikt om de tegenstander uit te schakelen
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 20
3.1.2 belasting
= combinatie van elementen die in een oefening het doel, de aard of het type bepalen en de dosering van de oefenvormen
1. elementen die in een oefening het doel, de aard of het type bepalen1. intensiteit2. fractie3. omvang4. aard en duur recuperatievb: voetballer moet lopen aan 80% van zijn maximale hartslag (intensiteit) in 5 reeksen (omvang) van 5’ (fractie) mettelkens 2’ wandelen tussenin (recuperatie)
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 21
3.1.2 belasting
2. de dosering van de oefenvormen1. belastingsdichtheid2. trainingsfrequentie3. totale trainingsomvang
vb: voetballer moet elke avond (belastingsdichtheid) 5km lopen, zodat hij 7x per week traint (trainingsfrequentie) en in totaal 35km per week loopt (totale trainingsomvang)
Het is de combinatie van al deze 7 componenten die detotale belasting van de trainingen en dus het uiteindelijketrainingseffect zal bepalen.
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 22
3.2 de recuperatiefase
de snelheid van recuperatie is afhankelijk van
1. het conditieniveau
2. de intensiteit en de omvang van de gedane inspanning
3. de aard van de recuperatie
1. onvolledige recuperatie (oa bij uithouding)
2. volledige recuperatie (oa bij snelheid)vb: na het spelen van een sterk aeroob en anaeroob belastende K+2vsK+2 is het niet
aan te raden om nog niet beheerste traptechnieken te oefenen. De vermoeidheid van oa het nerveuze systeem zal de coördinatie zeker niet ten goede komen en de verkeerde timing zal er de oorzaak van zijn dat de training niet het gewenste effect heeft, tenzij je (bv) de technisch betere spelers er op attent wil maken dat hun slechte conditie sterk bijdraagt tot hun prestatieverval in de tweede speelhelft
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Algemeen Gedeelte - Trainingsmethodiek - Algemene Principes 23
3.2 de recuperatiefase
recuperatie en supercompensatie• verschillende eigenschappen hebben verschillende
recuperatiekenmerken• er ontstaat een waaier van variaties voor het
trainingsschema:• kracht, lenigheid, uithouding, snelheid en coördinatie
(KLUSC) kunnen afgewisseld worden• spiergroepen kunnen afgewisseld worden• (algemene-,) specifieke- en wedstrijdoefenvormen
kunnen afgewisseld worden (KBVB-visie)