Upload
koen-titeca
View
543
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Les 2013 Leerstof gemarkeerd met blauwe ster
Citation preview
URGENTIEPSYCHIATRIE
INTENSIEVE ZORGENSPOEDOPNAME
Koen TitecaGeneesheer-psychiater
Cognitief Gedragstherapeut
Eenheid voor Psychiatrische SpoedInterventiesSenioren Therapeutische Afdeling Psychiatrie
Electroconvulsietherapieaz Groeninge Kortrijkcampus Vercruysselaan
@koenti2
www.slideshare.net/koenti2
Astra-Zeneca, BMS, Eli Lilly, Janssens Ph, Lundbeck, Servier, SKB, Wyeth, UGent, KUL, KATHO,
Rode Kruis, Stad Kortrijk, BUDA kunstencentrum
voorzitter UIPZ VVP
Wat is geestelijke gezondheid ?
de vraag wat geestelijke gezondheid is, maakt al decennia lang het voorwerp uit van intensieve en geanimeerde discussies, zowel binnen als buiten de gezondheidssector
We verwijzen naar een definitie die – ondanks pro’s en contra’s – nog steeds algemeen aanvaard is.
Gezondheid verwijst naar een toestand van volledig fysiek, sociaal en psychisch welbevinden.(WHO-Wereldgezondheidsorganiatie)
Geestelijke gezondheid is een toestand die een persoon toelaat zich optimaal te ontwikkelen op psychisch, intellectueel en emotioneel vlak, dit voor zover deze ontwikkeling niet ten koste gaat van de ontwikkeling van andere personen. (WFMH, World Federation for Mental Health, Londen, 1948)
Een goede maatschappij garandeert deze ontwikkelingskansen aan haar leden, waardoor de maatschappij zelf zich mee ontwikkelt in tolerantie ten opzichte van andere maatschappijen. (WFMH, Londen, 1948)
definitie urgentiepsychiatrie
psychiatrische ziekte = een ziekte met psychische symptomen
en/of door psychische oorzaken, die gepaard gaan met lijden en/of sociaal
disfunctioneren
Psychiatrische urgentie
• Acute verstoring
• Denken, gedrag, stemming en/of sociale relaties
• Vraag tot onmiddellijke interventie
• Vraag van patiënt, zijn familie en/of sociale omgeving
Definitie American Psychiatric Association
Doelstellingen urgentiepsychiatrie
• Uitsluiten van somatische oorzaken
• Snelle stabilisatie van de acute crisis
• Vermijd dwang
• Minst restrictieve behandeling
• Therapeutische alliantie aangaan
• Goede zorg en nazorg
Zeller, 2010
Inschatting bij aanmelding
• Is het een casus voor psychiatrie?
• Is de situatie veilig genoeg voor het uitvoeren van een consult?
• Hoe urgent is nadere diagnostiek en behandeling?
Elementen van een crisisdiagnose
• Waarom decompenseert deze patiënt nu?
• Wat zijn de biologische, psychologische en sociale krachten en zwakten van de patiënt?
• Welke stressoren hebben het evenwicht van draaglast en draagkracht verstoord?
• Welke problemen moeten aangepakt worden om de veiligheid en/of evenwicht
triage
onbehandelbaar - ter plekke te behandelen - naar het ziekenhuis
Wie zien we eerst?
Mental Health Triage Scale (Smart, 1999)Mental Health Triage Scale (Smart, 1999)Mental Health Triage Scale (Smart, 1999)Mental Health Triage Scale (Smart, 1999)
Categorie
1
2
3
4
5
Wanneer zien?
direct
10 minuten
30 minuten
semi-urgent
niet acuut
Omschrijving
levensbedreigend
gewelddadig/suïcidaal
onrustig/psychotisch/gevaarlijk
bekende stoornis
chronische stoornis
Beleid
somatisch
LO/PO
LO/PO
LO/PO
LO/PO
LO = lichamelijk onderzoek PO = psychiatrisch onderzoekLO = lichamelijk onderzoek PO = psychiatrisch onderzoekLO = lichamelijk onderzoek PO = psychiatrisch onderzoekLO = lichamelijk onderzoek PO = psychiatrisch onderzoek
Triage van de patiënt met acute psychiatrische symptomen(Williams & Wilkins, 1995)
Triage van de patiënt met acute psychiatrische symptomen(Williams & Wilkins, 1995)
Triage van de patiënt met acute psychiatrische symptomen(Williams & Wilkins, 1995)
Categorie Symptomen Actie
zeer acuut
abnormale vitale functies
dreigend gedragmotorische onrust
lichamelijk onderzoek
laten plaatsnemen in rustige ruimte, supervisie,
medicatie, fixatie, isolatie
acuut
heftige angstsuïcidale gedachten
verwardheidextreme ongerustheid familie
psychiatrische diagnostiek
niet acuutpsychiatrisch consult voor een niet
spoedeisend consultpsychiatrische diagnostiek
PraktijktipVerwijzer aan de telefoon niet uitmelken
Verwijzer enigszins in crisisVerwijzer vaak alleen
Wilt snel horen wanneer patiënt kan gezien wordenMaak afspraken naar waar patiënt kan
Zorg dat verwijzer aan patiënt zegt wat hij kan verwachten
Triagechecklist spoedopname voorpatiënten met mentale problemen
• Bepaal de ernst van de problemen
• Bepaal of patiënt een gevaar is voor zichzelf of voor anderen
• Schat het risico van weglopen in
• Overweeg of de verschijnselen kunnen veroorzaakt worden door somatische ziekte
Triagechecklist spoedopname voorpatiënten met mentale problemen
• Inventariseer problemen
• Observeer het gedrag
• Verzamel informatie bij familie/aanwezigen
• Check vitale functies
• Inventariseer aanwijzingen voor somatische aandoeningen
Triagechecklist spoedopname voorpatiënten met mentale problemen
• Bepaal de urgentie van verpleegkundige zorg
• Beoordeel hoe lang de patiënt kan wachten op nadere beoordeling
• Maak de omgeving geschikt om patiënt veilig te laten wachten
• Beoordeel welke maatregelen genomen moeten worden om somatische noodtoestanden te voorkomen
medische klaring
medische klaring
• de eerste medische evaluatie
• van patiënt in urgentie met symptomen die bij eerste evaluatie psychiatrisch zijn
• doel is na te gaan of er belangrijke medische ziekte aanwezig is die transfer naar dienst psychiatrie bemoeilijkt (onveilig)
Leslie S. Zun & LaVonne Downey, Primary Psychiatry, 2008
Physical Ilnesses in 12 Psychiatric Patient Populations Physical Ilnesses in 12 Psychiatric Patient Populations Physical Ilnesses in 12 Psychiatric Patient Populations Physical Ilnesses in 12 Psychiatric Patient Populations Physical Ilnesses in 12 Psychiatric Patient Populations
Author/Year Psy Pt studied
NRate of physical
illnesses %Directly relatedto psypatho %
Previouslyundiagnosed %
Philips 1937Marshall 1949Herrige 1960Davies 1965Maguire 1968Johnson 1968Koranyi 1972Burke 1972
Eastwood 1975Burke 1978Hall 1978
Koranyi 1979
164*
209362002501002021241336582090
4544505833604943*
50*
43
24**
42*
1220***918
****
498071***
4646
Koranyi, Psychosomatics, 1980
Relatie psychiatrische symptomen en somatische aandoeningen
• onafhankelijk van elkaar voorkomen
• somatiek verergert psychiatrie
• somatiek veroorzaakt psychiatrie
• somatiek presenteert zich via psychiatrie
• psychiatrie kan gepaard gaan met somatiek
• invloed medicatie op psychiatrie en somatiek
Penninx & Van Dyck, 2010
Aanwijzingen somatisch vs. psychiatrischAanwijzingen somatisch vs. psychiatrisch
somatisch psychiatrisch
< 12 of > 40 jaarplots ontstaan (uren, enkele dagen)
fluctuerend beelddesoriëntatie
ingedaald bewustzijnvisuele hallucinaties
blanco psychiatrische voorgeschiedenisemotioneel labiel
abnormale vitale symptomen/KOgeschiedenis van middelenmisbruik
13-40 jaarprogressief ontstaan (weken,maanden)
continue kliniekverstrooid
wakker en alertauditieve hallucinaties
psychiatrische voorgeschiedenisvlak affect
normale parameters/KOgeen abusus van middelen
Emembolu & Zun, 2010 naar Williams & Shepherd, 2000Emembolu & Zun, 2010 naar Williams & Shepherd, 2000
Zun, 2005Het is onmogelijk elke patiënt volledig uit te werken
voor elke mogelijke somatische aandoening vooraleer te verwijzen naar de dienst psychiatrie
medische klaring?niemand kan medisch worden geklaard
wel dienen medische urgenties te worden uitgesloten
Upfold J, Emergency Psychiatry, 2001
triage verpleegkundige
wat vraagt triage VPK?
1. voorgeschiedenis van significante medische aandoening?
2. nu enig medisch probleem?
3. recent misbruik drugs/alcohol/medicijnen?
4. voorgeschiedenis van gelijkaardig psychiatrisch ziektebeeld?
Upfold, 2001
wat observeert triage VPK?
5. slaperig? bewustzijnsdaling? desoriëntatie?
6. geïntoxiceerd?
7. ziek? ondervoeding? onverzorgd? enige observatie die medisch probleem doet vermoeden?
Upfold, 2001
wat doet triage VPK?
vitale parameters
Upfold, 2001
besluitvorming
• positief antwoord op 1 vraag (1-3)
• geen gelijkaardig psychiatrisch ziektebeeld in de voorgeschiedenis
• abnormale vitale parameters
• 1 positieve observatie (5-7)
➡ triage naar onderzoekskamer voor medisch assessment
Upfold, 2001
besluitvorming
• snelheid medisch assessment afhankelijk van medisch en psychiatrisch risico
• inhoud assessment: anamnese, KO
• aanvullend assessment: labo en andere op indicatie
Upfold, 2001
besluitvorming
• negatieve antwoorden op vragen 1-3
• jonger dan 40 of gelijkaardig psychiatrisch ziektebeeld in de voorgeschiedenis
• normale vitale parameters
• normale observaties (5-7)
➡ triage naar gespreksruimte voor psychiatrisch assessment
Upfold, 2001
besluitvorming
• psychiatrisch assessment zonder medisch assessment door spoedarts
Upfold, 2001
opmerkingen
• SO triage VPK opleiding in medisch en psychiatrisch assessment
• na triage naar onderzoekskamer of gesprekskamer
• op elk ogenblik terugverwijzing mogelijk
• beide teams dienen elkaars werkwijze te respecteren en open te staan voor de verschillende werkwijzen
Upfold, 2001
voordelen• medisch laag risico patiënten vlug verwijzen
vanuit triage naar crisis: geen verergering symptomen door wachten
• mogelijks medisch risico patiënten opnemen in een onderzoekskamer en niet in een gespreksruimte: medisch onderzoek is completer
• opgeleide spoedVPK zorgt voor een deskundig assessment en beperking onderzoeken Upfold, 2001
routinelabo• pbo
• creatinine
• elektrolyten
• glucose
• leverenzymes
• TSH
• vit B12 en FZ
Riba & Ravindranath, 2010
suïcidaliteit
Life-timeprevalenties van suïcidaliteit van de volwassen Nederlandse en Vlaamse bevolking
(Van Heeringen, 2006)
Life-timeprevalenties van suïcidaliteit van de volwassen Nederlandse en Vlaamse bevolking
(Van Heeringen, 2006)
Life-timeprevalenties van suïcidaliteit van de volwassen Nederlandse en Vlaamse bevolking
(Van Heeringen, 2006)
Nederland (%) Vlaanderen (%)
Doodsgedachten 35 -
Suïcidegedachten 11 8
Suïcideplan - 3
Suïcidepoging 3 3
suïcidepoging Vlaanderen 2009
• 10.300 geregistreerde via spoedopname
• 165 per 100.000 inwoners
• 28 per dag
• 53,5% poging in voorgeschiedenis
• 45,8% poging minder dan 1 jaar geleden
• 9,8% 4 pogingen of meer
IPEO, 2009
Suïcidaal proces
SuïcidaleTendens
Tijd
Signaal
PogingSuïcide
Niet observeerbaar
Observeerbaar
basisvragen suïcidaliteit
Voorgeschiedenis 1) Heeft u in het verleden een zelfmoordpoging ondernomen?
Hopeloosheid2) Had u ooit het idee dat uw leven niet de moeite waard meer was?3) Voelt u zich hopeloos?
Suïcidegedachten4) Denkt u er soms aan dat u beter dood zou zijn?5) Heeft u de laatste tijd gedachten gehad een einde aan uw leven te maken?
Suïcideplannen 6) Heeft u er over nagedacht hoe u uzelf wilt verwonden of beschadigen? Welke methode zou u dan gebruiken?
Voorbereiding 7) Heeft u al voorbereidingen getroffen?
Controleerbaarheid 8) Voelt u zich op dit moment veilig?
risiconiveau suïcidaliteit
SNIV 0 geen risico geen suïcidegedachten
SNIV 1 licht risico af en toe vluchtige suïcidegedachtengeen suïcideplannen
SNIV 2 matig risicopermanent duidelijk aanwezige
suïcidegedachten geen suïcideplannen
SNIV 3 ernstig risico suïcideplannen
SNIV 4 zeer ernstig risico suïcideplannen en voorbereidingof suïcidepoging
OPVANG SUÏCIDEPOGERS OP SPOEDOPNAME
- Zorg voor lichamelijke letsels- Identificatie hoog risico patiënten
- Organisatie goede psychiatrische opvang- Veilige plaats
- Goede anamnese
ANAMNESE SUÏCIDEPOGERS OP SPOEDOPNAME
HOUDING - Niet beoordelen/veroordelend
- Meelevend - Open
- Voorzichtig bereidvaardigANAMNESE
- Sociodemografische risicofactoren - Stressoren
- Depressie/alcohol - Suïcidevragen
Aanpassingsstoornissen
Kenmerken aanpassingsstoornissen• Emotionele en gedragsproblemen
• Reactie op herkenbare stress factor
• Centraal kenmerk: patiënt verliest greep op situatie
• 60 à 70% van de psychiatrische problemen in de eerste lijn
• Herstel is proces van controle
Klink & Terluin, 2010
Classificatie
• Met depressieve stemming
• Met angst
• Met gemengde angst en depressieve stemming
• Met een stoornis in het gedrag
• Met een gemengde stoornis van emoties en gedrag
Emotionele symptomen bij aanpassingsstoornissen
• Depressieve symptomen
• Concentratieproblemen
• Demoralisatie
• Gedeprimeerdheid
• Gevoel van onmacht
• Labiel effect
• Lusteloosheid, moeheid
Emotionele symptomen bij aanpassingsstoornissen
• Angstsymptomen
• Gespannenheid
• Onrustig slapen
• Piekeren
• Prikkelbaarheid
Drie fasen waarin controleherstel plaats vindt na een stressor(Klink & Terluin, 2010)
Drie fasen waarin controleherstel plaats vindt na een stressor(Klink & Terluin, 2010)
Drie fasen waarin controleherstel plaats vindt na een stressor(Klink & Terluin, 2010)
Drie fasen waarin controleherstel plaats vindt na een stressor(Klink & Terluin, 2010)
Rangorde Naam Omschrijving Duur
I CrisisfaseGevoel greep op functioneren
kwijt te zijn/ontreddering
1-3 weken
IIProbleem- enoplossingsfase
Oriëntatie op problemen en oplossingen
Tot ongeveer 6 weken
III ToepassingsfaseFase waarin oplossingen
worden toegepast en herstel van functioneren
Tot ongeveer 9-12 weken
alcohol
in 2009 dronk Belg gemiddeld 8,1 liter pure alcohol= 81 liter bier, 25 liter wijn en 3,4 liter sterke drank
standaardglasaltijd dezelfde hoeveelheid alcohol onafhankelijk van de
grootte van het glas en de hoeveelheid alcohol
in Europa = standaardglas = 10g pure alcohol = 12,7 ml pure alcohol
aantal gram pure alcohol =
volume in ml x %alcoholvolume x 0,789*100
* 1 ml alcohol bevat 0,789 alcohol
aantal gram pure alcohol =
250 ml x 5% x 0,789*100
= 9,863 g
* 1 ml alcohol bevat 0,789 alcohol
aantal gram pure alcohol =
250 ml x 8% x 0,789*100
= 15,78 g
* 1 ml alcohol bevat 0,789 alcohol
aantal gram pure alcohol =
750 ml x 12,5% x 0,789*100
= 73,969 g
* 1 ml alcohol bevat 0,789 alcohol
standaardglas wijn 100 mlgemiddeld geschonken glas wijn 130 ml
niet meer dan 21 standaardglazen per week
nooit meer dan 5 standaardglazen per keer
2 alcoholvrije dagen per week
niet meer dan 14standaardglazen per week
nooit meer dan 3 standaardglazen per keer
2 alcoholvrije dagen per week
47% drinkt niet of bijna niet46,6% drinkt 1 - 14 glazen4,5% drinkt 15 - 28 glazen1,6% drinkt problematisch
29% drinkt niet of bijna niet61,3% drinkt 1 - 14 glazen6,8% drinkt 15 - 28 glazen2,9% drinkt problematisch
geen alcohol onder de 16 jaargeen sterke drank onder de 18 jaar
tussen 16 en 18 jaar niet meer dan 2 standaardglazen per keer
niet meer dan 2 dagen per weekgeen wekelijkse gewoonte
Niet problematisch gebruik
Problematisch gebruik
Hoeveel mensen hebben een alcoholprobleem?
• 23 miljoen Europeanen (5% mannen en 1% vrouwen)
• 5% van de Belgen drinkt meer dan gezond is
• gezondheidsenquête 2008 in Vlaanderen: 10% problematisch drinken
screening CAGE• CUT DOWN heeft u ooit het gevoel gehad te
moeten minderen met drinken?
• ANNOYED raakt u ooit wel eens geïrriteerd door opmerkingen over uw alcoholgebruik?
• GUILTY heeft u zich ooit schuldig gevoeld over uw drinkgedrag?
• EYE OPENER heeft u vaak alcohol nodig om ‘s morgens op gang te komen?
VerklaringsmodelNorman Zinberg (1984)
•Mens: persoonlijkheids- en biogenetische factoren
•Middel: producteigenschappen
•Milieu: cultuur, omgeving,...
MMM-model• Omgevings- of contextuele factoren:
wetten, regels, beschikbaarheid en media
• Interpersoonlijke factoren: gedrag van rolmodellen, sociale interacties en rollen
• Psychosociale factoren: attitudes, vervreemding, persoonlijkheid
• Biologische- en genetische factoren: kwetsbaarheid
misbruik (DSM-IV-TR)
• onaangepast gebruik met beperking
• één of meer van volgende criteria
• in belangrijke mate niet meer voldoende aan verplichtingen
• herhaaldelijk gebruik in gevaarlijke situaties
• herhaaldelijk problemen met justitie
• voortdurend gebruik ondanks schade
afhankelijkheid (dsm-IV-TR)
• onaangepast gebruik met beperking
• drie of meer van volgende criteria
• tolerantie
• onthouding
• grotere hoeveelheden/langer drinken
• aanhoudende wens/niet succesvolle pogingen om te minderen of stoppen
• veel tijd bezig met product
• activiteiten verminderd of stop gezet door gebruik middel
• ondanks lichamelijke en geestelijke schade blijvend gebruik
Effecten van alcohol• de fysieke eigenschappen van de drinker
• de gemoedstoestand
• de verwachtingen die de gelegenheid met zich meebrengt
• de intentie waarmee gedronken wordt
• de plaats of omgeving waar gedronken wordt -!Het gezelschap of het gebrek hieraan
• het gedrag van diegenen in de omgeving van de drinker
• het moment van de dag
BAC mg/100ml fysieke en mentale effecten
30 remmingen verdwijnen, lichte euforie
50 afname van vaardigheden en beoordelingsvermogen
80 afname van motoriekrisico op ongevallen verdubbelt
100 praatziek, triomfantelijk, agressief
160 risico op ongevallen vertienvoudigt
200 mompelen, wankelen
400 coma , dood
detoxificatie
risico taxatie• hoeveelheid alcohol
• duur van het gebruik
• frequentie
• gebruikgedrag
• andere middelen
• tekenen van ontwenning
• lichamelijke conditie
• mentale conditie
• voorgeschiedenis
valiumoplaad (1)
valiumoplaad (2)
delier
Delirium is not a normal manifestation of aging and, often, is the only sign of a serious underlying medical
Emergency Departement Management of Delirium in the ElderlyWest J Emerg Med. 2012;13(2):194-201
cijfers
• 10% tot 30% van de bejaarden (65+) meldt zich aan op spoedopname met een delirium
• diagnose wordt gesteld bij 24% tot 35%
• 12 maanden mortaliteit van 10% tot 26%
definitie
• verstoring van het bewustzijn en cognitieve veranderingen die zich ontwikkelen op korte termijn
• hyperactief - hypoactief - mengvorm
diagnose
• Er is waarschijnlijk sprake van een delirium:
- als de patiënt cognitieve stoornissen of hallucinaties heeft.- als deze stoornissen in korte tijd ontstaan zijn (uren, dagen)- als de patiënt wisselend adequaat is (raadpleeg het verpleegkundig dossier)
diagnose• In de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 4th Edition Text Revision
(DSM-IV-TR) van de American Psychiatric Association worden de volgende diagnostische criteria gegeven voor het delirium:
A. Bewustzijnsstoornis (dat wil zeggen verminderde helderheid van het besef van de omgeving) met verminderd vermogen om de aandacht te concentreren, vast te houden of te verplaatsen.
B. Een verandering in de cognitieve functies (zoals geheugenstoornis, desoriëntatie, taalstoornis) of de ontwikkeling van een waarnemingsstoornis die niet eerder is toe te schrijven aan een reeds aanwezige, vastgestelde of zich ontwikkelende dementie.
C. De stoornis ontwikkelt zich in korte tijd (meestal uren tot dagen) en neigt ertoe in het verloop van de dag te fluctueren.
D. Er zijn aanwijzingen vanuit de anamnese, lichamelijk onderzoek of laboratoriumuitslagen dat de stoornis veroorzaakt is door de directe fysiologische consequenties van een somatische aandoening.
ETIOLOGIE“ I WATCH DEATH”
potential causes differential diagnosisInfectious sepsis, encephalitis, meningitis, syphillis, CNS abcess
Withdrawal alcohol, barbiturates, sedativa-hypnotics
Acute metabolic acidosis, electrolyte disturbance, hepatic/renal failure, other
Trauma head, burns
CNS disease hemorrhage, cerebrovascular accident, vasculitis, seizures, tumor
Hypoxia acute hypoxia, chronic lung disease, hypotension
Deficiencies vitamine B12, hypovitaminosis, niacin, thiamine
Environmental hypo/hyperthermie, endocrinopathies, diabetes, adrenal, thyroid
Acute vascular hypertensive emergency, subarachnoid hemorrhage, sagittal vein trombosis
Toxins/drugs medications, street drugs, alcohols, pesticides, industrial poisons, carbon monoxide, etc
Heavy metals lead, mercury
Onderzoek en behandeling
delirium
supportiefhydratatie
vermijden vrijheidsbeperkingmobilisatie
beperken van lawaaiROT
geruststellingzetel
medicatieanamnese
klinisch onderzoekvitale parameters
basis labo (PBO, glu, elektrolyten, creatinine,
ureum, calcium, urineonderzoek) en
EKG
Onderzoek en behandeling
supportiefhydratatie
vermijden vrijheidsbeperkingmobilisatie
beperken van lawaaiROT
geruststellingzetel
interfereert gedrag met veiligheid en zorg ?
lage dosis neurolepticumlage dosis kortwerkend
benzodiazepine
verder evaluatie en behandeling
neen
ja
medicatie
• haloperidol 0,5 tot 1 mg
• lorazepam
• alternatief: risperidone 0,25 tot 0,5 mg (olanzapine)
• cave: morphine bij pijnbestrijding, geen diazepam tenzij bij ontwenning van alcohol of benzodiazepines
Geweld en veiligheid
Definitie van agressie
! Agressie is geen éénduidig concept, maar continuüm van verbale over fysieke agressie tot verkrachting en moord
! Hier: “Agressie bestaat uit al dan niet bewuste gedragingen van een persoon die een andere persoon kunnen benadelen zonder dat de andere persoon daarmee instemt.”
Indicatoren
! Studie: agitatie, abnormaal activiteitenniveau, dreigende gebaren, geïntoxiceerde presentatie, luid praten MAAR weinig specifiek
! Beste predicator: geweld in de voorgeschiedenis
Preventieve pijler van het protocol
! Escalatie van een dreigende situatie voorkomen ! Verbale en niet-verbale communicatie ! Gewelddadige patiënt is in de eerste plaats angstig en
hulpeloos ! Hulpverlener moet signaal geven van bereidheid tot
hulp en ondersteuning en begrip tonen voor de vraag en de emoties van de patiënt
*
Zes stappen
! 1. Interpretatie als vraag tot contactname ! 2. Kordate houding en luisterbereidheid (45°,
oogcontact, vluchtweg!) ! 3. Gedrag benoemen, kwaadheid benoemen ! 4. Zonder agressie, rustige verstandhouding ! 5. Luisteren naar problemen, oplossingen
aangereikt door pt en afspraken maken ! 6. Zelfcontrole OF als arts tijdelijk de controle
overnemen
*
Managementspijler van het protocol
! Bij daadwerkelijke agressieve uitbarsting ! Overschakelen van en naar preventieve pijler
kan
*
Acht stappen
! 1. benadering van de patiënt met minstens vijf personen (stappen benoemen)
! 2. sedatieve medicatie of isolatie voorstellen, zoniet controle overnemen
! 3. fixatie van de patiënt organiseren als verder verblijf in het ziekenhuis noodzakelijk is
! 4. effectieve fixatie (zonodig met politie)
*
Acht stappen (vervolg)
! 5. sedatieve medicatie (snelwerkende benzodiazepines of neuroleptica)
! 6. noodzakelijke onderzoeken ! 7. vitale parameters volgen en neurovasculaire
compressie door binders uitsluiten + beleidsvoorstel aan de patiënt
! 8. transfer naar afdeling
*
vrijheidsbeperkende maatregelen
taxonomie
• Vrijheidsberoving
• Juridisch statuut - wettelijk kader
• De gedwongen opname (wet 26 juni 1990)
taxonomie• Vrijheidsbeperking
• Geen wettelijk kader (beperkt wettelijk kader)
• Beschermingsmaatregel: met de wil van de patiënt en/of toestemming gegeven
• Dwangmaatregel: tegen de wil van de patiënt en/of patiënt geen toestemming gegeven
• Wilsonbekwaam of wil niet kunnen uitdrukken:
• Posthoc
• Vertegenwoordiger
Vormen van vrijheids- beperkend maatregelen• Directe
• Afzonderen
• Fixeren
• Medicatie
• Voeding/vocht
• Separeren
• Time-out
• Indirecte
• Basisbehoeften worden ingehouden of gewijzigd (bv. kleurcode als uitgangsregeling)
wet van 26 juni 1990
• De bescherming van de persoon van de geesteszieke
• Juridisch statuut (vrijheidsberoving)
• Drie voorwaarden
• Geen alternatieve behandeling mogelijk
• Geestesziek
Uitvoeringsbesluiten18 juli 1991
• Op de Wet van 26 juni 1990
• Isolatie- en observatiekamer: deze dwangmaatregel in register met vermelding duur, aard en medische indicatie
• Verpleegkundig intensief en regelmatig toezicht
KB 18 juni 1990 (13 juli 2006)
• Maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging, toezicht
• B1-handelingen/verstrekkingen = geen voorschrift van arts nodig
• VPK autonoom en hierdoor verantwoordelijk
• Uitzonderingsmaatregel
• Verhogen toezicht
• Alle genomen maatregelen noteren in
omzendbrief Weckx 24 oktober 1990
• Dwangmaatregel: iedere maatregel gericht op de afzondering van een reeds opgenomen patiënt waardoor diens bewegingsvrijheid wordt beperkt
• Noden medisch verzoenen met essentiële rechten patiënt
• Verantwoordelijkheid en uitvoering is gedeeld
omzendbrief Weckx 24 oktober 1990
• Registratie
• Naam, leeftijd, geslacht, opnamedatum, nummer van afzondering (jaar)
• Datum en uur ingang en opheffing maatregel
• Naam en handtekening verantwoordelijk geneesheer
• Naam en handtekening verantwoordelijk verpleegkundige
• Reden en indicatie (noodmaatregel)
• Eventuele medicatie
• Follow-up gegevens
u.n. verklaring 46/119 1991
• Vrijheidsbeperking volgens vastgelegde procedure
• Gevaarscriterium is belangrijkste reden