12
Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen HAN-Werkplekleren Kenniscentrum Kwaliteit van Leren HAN Service Unit Onderwijs en onderzoek

Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

Verbetertraject werkplekleren

binnen opleidingen

HAN-WerkpleklerenKenniscentrum Kwaliteit van Leren

HAN Service Unit Onderwijs en onderzoek

Page 2: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

COLOFON

UitgaveHAN Kenniscentrum Kwaliteit van Leren

Tekst en eindredactieMonique Goris

ProjectleidingLoek NieuwenhuisKenniscentrum Kwaliteit van LerenLocatie I/O gebouwKapittelweg 356525 EN Nijmegen

Page 3: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

1

Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen In het najaar van 2014 is project HAN Werkplekleren gestart met als doel een professionele leergemeenschap te vormen rondom werkplekleren. Een klein jaar later is het tijd om de maat op te nemen. Welke doelen zijn behaald, is het project geslaagd? Wat zijn de uitkomsten tot dusver?

Wat is werkplekleren?Werkplekleren is in alle opleidingen van de HAN een belangrijk onderdeel van het leerplan. In de voltijd opleidingen in de vorm van stages en leerwerkplaatsen, in de deeltijdopleidingen als de werkomgeving die de deelnemer meebrengt in het leerproces. In de ontwikkeling van de nieuwe deeltijd is werkplekleren door de HAN als één van de drie bepalende onderdelen van “de blend” aangewezen, naast het online aanbod en het contactonderwijs.

Werkplekleren is een belangrijk instrument voor het ontwikkelen van de professionele identiteit van de deelnemers en een belangrijke plaats om vakkennis en vakvaardigheden te oefenen in reële beroepscontexten. Motiverend voor studenten en informatief voor de docenten van de HAN. Comakership met het werkveld vormt een belangrijke bron voor continue verbetering en actualisatie van het opleidingenaanbod.

Focus project HAN WerkpleklerenDoor het vormen van een professionele leergemeenschap delen opleidingen dwars door de HAN hun kennis en ervaring rondom leren in de beroepspraktijk met elkaar. Experimenten en verbeterinventies worden gezamenlijk opgezet om het leren in de beroepspraktijk te optimaliseren. Dit met als doel om een verschuiving te laten plaatsvinden in de manier van interveniëren: van ‘uitvoerend’ naar ‘onderzoekend’. Interessant is namelijk waarom een interventie wel of niet werkt, en welke mechanismen daarbij in werking treden.

Deelnemende opleidingen• Opleidingskunde (DT-VT)• Sociale studies (DT)• Docent lichamelijke oefening (ALO-DT)• Werktuigbouwkunde (DT)• Logopedie (VT)• Master neurorevalidatie (DT)• Voeding en diëtetiek (VT)• Instituut voor Leraar en school (de lerarenopleidingen, DT)• Accountancy (DT)• Management van Zorg en Dienstverlening (DT)

Page 4: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

2

Start van het project HAN WerkpleklerenVertegenwoordigers van 10 HAN-opleidingen zijn samen met het Lectoraat Beroepspedagogiek en de afdeling Onderwijs en Onderzoek van de HAN in gesprek gegaan. Gezamenlijk werden in 7 bijeenkomsten doelen geformuleerd en de stand van zaken verkend rondom werkplekleren binnen de eigen opleidingen en daarbuiten, aan de hand van good practices (waar ben je trots op?) en verbeterpunten (waar maak je je zorgen over?). De Honigfabriek, Thermion, Papendal, Liander Opleidingscentrum en de Politieacademie boden gastvrij een kijkje in hun keuken en hun onderwijs- en opleidingsconcept.

Werkplekleren binnen opleidingen verbeterdBinnen de leergemeenschap zijn verbetervoorstellen ontwikkeld voor de betrokken opleidingen op basis van de CIMO-systematiek (context-interventie-mechanismen-output). Deze voorstellen zijn tijdens de werkbijeenkomsten stevig doorgesproken en binnen de opleidingen op haalbaarheid en urgentie getoetst. Acht van de 10 opleidingen waren bij de start van het studiejaar 2015-2016 zo ver dat zij de interventies en bijbehorende experimenten gaan uitvoeren.

Verdere resultaten• Kennisbank met recente onderzoeksliteratuur over werkplekleren: inclusief uitwerkingsnotities rond

specifieke thema’s • Ontwerp voor een werkplekscan: (deeltijd-)opleidingen kunnen de kwaliteit van de werkplek voor hun

studenten beter inschatten• Presentaties bij de Vereniging Hogescholen (werkconferentie Deeltijd 2014 en jaarcongres 2015).

Verschillende hogescholen hebben belangstelling voor het project getoond• Presentatie op de onderwijsresearchdagen (juni 2015)• Presentatie bij de de Europese associatie voor praktijkgericht onderwijsonderzoek (EAPRIL)

VervolgplannenHet project is gefinancierd tot eind 2015. Om de experimenten succesvol af te ronden en het leerproces door te zetten, wordt de samenwerking voortgezet tot het einde van het studiejaar 2015/2016. Dat wil zeggen dat lopende en nieuwe van experimenten voorlopig via werkbijeenkomsten worden begeleid. Het project begint op stoom te komen!

InitiatiefnemersHAN Service Unit Onderwijs en onderzoek Lectoraat Beroepspedagogiek

Meer informatiewww.han.nl/werkplekleren

Of neem contact op met Loek NieuwenhuisM 06-22380757E [email protected]

Page 5: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

3

HAN Werkplekleren: FEM (opleiding Accountancy)

Didactische vormgeving: Werkt het raamleerplan zoals bedoeld?

Jurroen Cluitman

C • Faculteit economie en management• Deeltijdopleiding• Werken-leren concept• Vakkennis en vakvaardigheden op school aangeboden• Beroepsproducten worden op de werkplek gemaakt• Studenten zijn vrij in het moment waarin ze hun beroepsproducten inleveren

I • Aanpassing van de opleiding naar het raamleerplan• Synchroniciteit tussen aanbod vakkennis en uitwerken beroepsproducten ‘afdwingen’

M • Synchroniciteit tussen aanbod van kennis en werkzaamheden leidt tot betere cognitieve verankering van kennis en vaardigheden.

• Spanningsveld tussen onderwijsplanning en de bedrijfsplanning.

O • Beroepsproducten worden ingeleverd rondom het toetsmoment• Betere studieresultaten

Experimenteren

Onderzoek 2015-2016:Het monitoren of het moment van inlevering van de beroepsproducten in de buurt ligt van de tentaminering van de vakken (check of het synchroniciteitsprincipe werkt). Monitoren of in geval van synchroniciteit tussen kennisaanbod en het uitwerken van beroepsproducten de resultaten beter zijn dan wanneer het leerproces minder synchroon loopt.

Page 6: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

4

HAN Werkplekleren: FT Engineering (Werktuigbouwkunde)

Matchen van student, werkplek en opleidingRichard Kaandorp & Jeroen van Elburg

C • Faculteit techniek• Deeltijd engineering• Werken-leren concept• Student kiest zelf werkplek

I • Studenten informeren over de Ideale werkplek in relatie tot studiesucces• Gebaseerd op het model van Onstenk & Blokhuis (2003) • Realiteitsgehalte • Ontwikkelingsgerichte karakter • Didactische vormgeving • Institutionele waarde

M • Student kiest geschiktere werkplek• Betere match werkplek en opleiding• Kwaliteit van de werkplek is beter

O • Minder uitval• Betere studieresultaten• Minder studievertraging

Experimenteren

Vooronderzoek 2015-2016:Correlationeel onderzoek om een inschatting te maken van de mate van validiteit van het model van Onstenk en Blokhuis (2003) voor het HBO. Huidige werkplekken van studenten worden in kaart gebracht aan de hand van de werkplekscan (Keizer et al, 2015). Aan de hand van stellingen met een likert scale. Dit wordt gedaan door de Studenten in samenspraak met de SLBér en de intaker.De scores worden in verband gebracht met de eventuele uitschrijfdatum, studieresultaten en behaalde studiepunten.

Onderzoek 2016-2017:Een gerandomiseerd experiment waarbij op enginerings- of faculteitsniveau een willekeurige selectie studenten de informatie over een goede werkplek krijgen. Ook dit jaar worden alle werkplekken aan de hand van de werkplekscan (Keizer et al, 2015) in kaart gebracht en in verband gebracht met de eventuele uitschrijfdatum, studieresultaten en behaalde studiepunten.

Page 7: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

5

HAN Werkplekleren: Instituut Leraar en School

Video-opnames als begeleidingsmateriaal voor deeltijd studenten in de lerarenopleiding

Carla van Rijn

C Een deel van de lerarenopleiding vindt plaats op de werkplek: scholen voor vo en mbo. Om de kwaliteit het werkplekleren te borgen lopen de studenten vooral stage op opleidings- en samenwerkingsscholen. Deeltijdstudenten kunnen ook de eigen werkplek gebruiken als stageplaats als zij als on- of onderbevoegde docent al werkzaam zijn. Hier blijft de begeleiding meer op afstand en is soms minder goed georganiseerd. Daarnaast zijn deze scholen over een veel groter gebied gespreid, waardoor stagebezoeken (te) veel tijd kosten.

I In het kader van het herontwerp van de deeltijdopleidingen wordt het op afstand begeleiden opnieuw ingevuld. Nadeel van de huidige methode voor intervisie is dat er vooral gebruik gemaakt wordt van gesproken taal, terwijl beeldmateriaal ook relevante informatie geeft.Voor de DT willen we gaan werken met SVIB (school video interactie begeleiding), een reeds bestaande methode. Studenten worden gevraagd opnames van hun handelen in de klas te maken, en een selectie daarvan voor intervisie te selecteren. De feitelijk interventie bestaat uit twee delen:1. Een training voor ILS docenten om met SVIB te leren werken (eerste semester van 15-16),

inclusief het voorbereiden van studenten (periode 2)2. Een tryout met alle tweedejaars DT studenten in het tweede semester van 15-16.

M Uit onderzoek blijkt (Brouwer, 2007; Fukkink, 2010; Vervoort 2014) dat het gebruik van beeldmateriaal leraren in opleiding helpt om theorie en praktijk te verbinden. Ook blijkt dat het alleen terugzien van jezelf niet automatisch leidt tot leren. Positieve bekrachtiging leidt tot versterken van het eigen kunnen en tot frequenter toepassen van dit gedrag. Ervaren leraren merken meer op in videobeelden van onderwijssituaties dan aanstaande leraren. De interactie tussen ervaren docenten en studenten kan het leerproces van de student bevorderen (versnellen en verdiepen).

O 1. Een betere verbinding tussen praktijk en theorie door het expliciteren van het handelen van de student voor de klas en de keuzen die hij/zij maakt.

2. De ontwikkeling van een uniforme werkwijze voor het ILS team.

ExperimenterenVanuit de projectgroep bestaat de wens om het werken met beeldmateriaal systematisch in te bedden in de onderwijseenheid “de professionele docent’. Om organisatorische redenen is gekozen voor een start in leerjaar 2, periode 2 en 3. Voorwaarde om de interventie goed uit te voren is dat de onderwijskundigen die verbonden zijn aan de tweedejaars groepen (deeltijd) bij de start van het schooljaar 2015/2016 een cursus gaan volgen die handvatten biedt om het werken met beeldmateriaal goed te begeleiden.We volgen de introductie cursus, door bij de deelnemende ILS docenten te inventariseren welke verwachtingen zij hebben, hoe zeker zij zich voelen bij de nieuwe methode en welke resultaten zij zien, zowel bij studenten als binnen de ILS-gemeenschap.Tijdens de try out willen we graag een aantal begeleidingssessies gaan observeren, en zullen we met studenten in gesprek gaan over hun visie en waardering van deze vorm van begeleiding.

Page 8: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

6

HAN Werkplekleren: Instituut voor Social Studies

Samen beoordelen: Boundary crossing tussen werkplek en opleiding

Fernanda Wessels & Marion Agterberg

C De deeltijd en duale studenten werken (en leren) 20 uur per week in de praktijk. De helft van hun studiepunten krijgen zij door deze praktijkuren. De praktijkbeoordeling is daarom heel belangrijk. De docent die de praktijkbeoordeling geeft, is voor informatie erg afhankelijk van het oordeel van de werkplekcoach (de dagelijkse begeleider op het werk), aangezien de docent de student niet meemaakt op de werkplek. Wij zijn op zoek naar manieren waarop de kwaliteit in de beoordelingsproces kunnen borgen. We hebben wel een aantal ideeën over hoe we dat zouden kunnen doen.

I In de deeltijdopleiding Sociale Studies vormt het werkveld een belangrijk onderdeel van de PLG. Dit blijkt onder andere uit de rol die werkplekcoaches hebben in de begeleiding en beoordeling van het werkplekleren van de deeltijdstudenten.Iedere periode stellen studenten in hun POP zelf doelen waar zij in de betreffende periode aan willen werken. De werkplekcoach begeleidt de student hierbij in de praktijk en geeft advies aan de leercoach van de opleiding m.b.t. de beoordeling. Studenten geven vooraf duidelijk aan wanneer zij vinden dat deze doelen behaald zijn én ze leveren daar zelf de bewijzen voor aanleveren.De input van de student wordt onderwerp van gesprek tussen de student, de werkplekcoach en de beoordelende docent. Wij hopen dat door deze verbetering van het beoordelings-gesprek de werkplekcoach en het docententeam een gezamenlijke visie op beoordelen ontwikkelen en hierdoor beter zicht krijgen op het leren in de beroepspraktijk waardoor zij een beter, gezamenlijk oordeel kunnen vormen over het behaalde niveau van de student.

M We sluiten aan bij de theorie over grensverkeer tussen professionele leergemeenschappen (boundary crossing between CoP’s; cf. Akkermans en Bakker, 2011, Bakker en Akkermans, 2014). Zij maken onderscheid tussen vier vormen van leerprocessen tussen leer- en werkgemeenschappen: identificatie, coördinatie, reflectie en transformatie. Met de inzet van nieuwe beoordelingsvormen, waar we streven naar meer samenwerking en uitwisseling, hopen we van coördinatie (het inzetten van instrumenten om goed af te stemmen) door te stomen naar reflectie (definiëren en uitwisselen van perspectieven) en op termijn naar transformatie (de vorming van nieuwe [grens]praktijken).Het POP van de student doet in dit proces dienst als boundary object: een object dat aan beide zijden van de grens zijn eigen betekenis heeft, en daardoor het gesprek op gang kan brengen.

O Als output beogen we primair een verbetering van het praktijkbeoordelinsgproces: dat zou af te leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student (perceptie van fairness).Secundair beogen we het ontstaan van een “extended team”, een team vanpraktijk én opleiding, dat zich gezamenlijk verantwoordelijk voelt voor de opleidingen van ISS.

ExperimenterenHet studiejaar 2015-2016 vinden er vier gesprekken per jaar plaats tussen de leercoach, de werkplekcoach en de student met het POP van de studenten als uitgangspunt voor de beoordeling van het werkplekleren. De beoordelingsgesprekken worden georganiseerd conform de beoogde interventie. Voor het onderzoek willen we een aantal beoordelingsgesprekken gaan observeren, en we willen vragenlijsten ontwikkelen voor studenten, werkplekcoaches en leercoaches, waarmee we enerzijds willen kijken naar de werkbaarheid van de nieuwe methodiek, en anderzijds hen bevragen op de kwaliteit van de gesprekken en het ontwikkelen van de extended CoP.

Page 9: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

7

HAN Werkplekleren: Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO)

Verbinden werken en lerenMartijn Smits

C De studenten leren op hun werkplek en tijdens de stage. Studenten hebben een passende eigen werkkring en lopen daarnaast nog stage om het brede palet aan contexten (basis, voortgezet, speciaal en middelbaar onderwijs) af te dekken. De opleiding heeft beperkt contact met de werkplek, wel met de stageadressen. De student is het enige aangrijpings- en vertrekpunt voor wat er op de werkplek gebeurt. De spreiding over het land van stageplekken en werkplekken is groot. Kernvraag: Hoe organiseren we het contact met die werkplekken zodat dit niet alleen via de student loopt?

I Invoering van leeropdrachten die op de werkplek worden uitgevoerd, incl. eisen aan de werkplek voor het nieuwe cohort in 2015/16. Om de ervaringen over het werken met de leeropdrachten te delen met het werkveld wordt halverwege de 2de periode een bijeenkomst voor WPL-begeleiders georganiseerd.

M 1. Student weet beter hoe hij het leren uit zijn eigen werkplek kan halen.2. WPL-begeleider voelt dat hij wordt gezien en een rol speelt.3. Uitwisseling/afstemming van ontwikkelingen in het werkveld en in de opleiding

O Professionele leergemeenschap: samen optrekken bij het verder vormgeven van het werkplekleren.

ExperimenterenKern van het experiment is de invoering van de leeropdrachten. Via monitoring van het proces willen we zicht krijgen in a) worden de leeropdrachten gebruikt zoals bedoeld? b) worden de beoogde mechanismen bereikt?

Evaluatievragen:• In hoeverre lukt het studenten om de leeropdrachtenopdrachten uit te voeren?• Hoe ervaren studenten het werken met de leeropdrachten?Dataverzameling: groepsinterview (tijdens mentorles)• Hoe ervaren docenten het werken met de leeropdrachten? Dataverzameling d.m.v. timelinesessie eind periode 2.• Hoe ervaren werkplekbegeleiders het werken met de leeropdrachten?Dataverzameling: Telefonisch interview met werkplekbegeleiders

Page 10: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

8

HAN Werkplekleren: Master Neurorevalidatie

Verbinden werken en lerenPaul van Keeken

C Opleiding leidt op tot innovators van het werkveld. Probleem is dat studenten moeite hebben om de positie van innovator (tijdens en na de opleiding) te verwerven waardoor de kracht van de werkplek als leeromgeving onvoldoende wordt benut. Dit ligt deels bij de student (moet zijn positie creëren) maar heeft ook te maken met de rol van de manager die te typeren is als ‘gedoogmanager’. Doel: verbreden van eigenaarschap voor dit probleem van student naar de managers ofwel de gedoogrol ombuigen naar een ondersteunende rol.

I 2 Interventies:1. Opdracht in eerste jaar voor interview met manager (in duo’s)2. Bijeenkomst start tweede jaar voor alle managers van de deelnemers

M Meer bewustwording bij managers over hun rol bij het faciliteren van de innovator.Student wordt actiever om zijn leerproces op de werkplek vorm te geven en de aanwezige mogelijkheden te benutten.

O Professionele leergemeenschap rondom de doorlopende leerlijn (minor/bachelor-master-post-hbo-onderwijs).

ExperimenterenDit experiment bestaat uit 3 fasen: • Fase 1 is een pilot waarin een werkwijze wordt ontwikkeld om de interviews voor te bereiden en uit te voeren

(deel 1 interventie). Evaluatievraag voor onderzoek is: Hoe bereid je studenten goed voor op het interview met hun werkgever?

Dataverzameling via: Observatie tijdens tutorbijeenkomsten waarin interviews worden voorbereid en de interviewervaringen worden uitgewisseld.

• Fase 2: uitvoeren van deel 1 van de interventie. Evaluatievragen: Hoe ervaren studenten het doen van een interview met hun werkgever? Welke meerwaarde levert dit op? Dit geeft inzicht of de beoogde mechanismen bij studenten ook worden bereikt.

• Fase 3: uitvoeren van deel 2 van de interventie. Evaluatievragen: Hebben managers beter zicht gekregen op hun rol bij het faciliteren van innovator? Waarom wel/niet? Hebben docenten beter zicht gekregen op wat leeft in de praktijk. Waarom wel/niet?

Overkoepelende evaluatievraag: levert deze werkwijze een betere relatie met het werkveld op?

Page 11: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

9

HAN Werkplekleren: Opleidingskunde

Verbinden werken en lerenChristel Visser- van Loon

C Opleidingskunde heeft enorm netwerk met 400 bedrijven, heel divers qua kenmerken. De opleiding wil het contact met een beperkt aantal organisaties intensiveren om de aansluiting van de student met het werkveld te verbeteren en de samenwerking tussen betrokkenen vanuit het werkveld, studenten en docenten te optimaliseren.Kernvraag: hoe realiseren we met 5 bedrijven een intensieve werkrelatie (co-creatie)?

I Starten met ontwerpen van Praktijkleerhuis via volgende stappen:1. Brainstormsessie gedeeld beeld Praktijkleerhuis 2. ‘Beelden’-gesprek met 5 partnerorganisaties 3. Lessen uit ‘good practices’Evt. vervolg in 2e helft (afhankelijk van uitkomst stap 3)4. Gezamenlijk ontwerpproces vormgeven (met de 5 partners)

M Commitment van een aantal bedrijven/instellingen om een proces van co-creatie aan te gaan.

O Ontwikkelen van een praktijkleerhuis met partnerbedrijven, waarin studenten, docenten en betrokkenen uit het werkveld samen aan opdrachten werken.

ExperimenterenDe kernvragen in dit experiment zijn: Is er een gedeeld beeld bij betrokken actoren (uit opleiding en werkveld) van het Praktijkleerhuis? Dataverzameling: observatie brainstromsessie (met studenten, docenten en werkveld) + aangevuld met open interviews met 5 partnerorganisaties.Als input voor de mogelijke ontwerpfase worden lessen verzameld bij bestaande good practices (Honig, Thermion, etc).

Page 12: Verbetertraject werkplekleren binnen opleidingen · leiden moeten zijn aan een grotere overeenstemming tussen praktijkvisie en opleidingsvisie en aan de tevredenheid van de student

10

HAN Werkplekleren: Voeding & diëtetiek

Verbinden Werken en lerenKaren Lips

C Voeding is dit studiejaar in het eerste, tweede en vierde jaar van de opleiding gestart met een herzien curriculum. De opleiding wil de mogelijkheden vergroten om werkveld, studenten en docenten met en van elkaar te laten leren. Studenten hebben geen goed beeld van de beroepspraktijk, zijn vooral gericht op volgen van onderwijs en het behalen van toetsen en studiepunten dan op het leren van het beroep van diëtist en kennismaken met de beroepspraktijk en maatschappij.

I Vrijwilligersstage in periode 2 en 3 jaar 1 (1 dag in de week bij een organisatie naar keuze; eis link naar voeding moet te leggen zijn bv. Voedselbank, etc)

M • Student is krijgt een beter beeld van de beroepspraktijk van de diëtist• De dietist in opleiding (DIO) denkt vanuit eigen interesse en maatschappelijke vraagstukken.• De student wordt minder gestuurd door het behalen van toetsen en studiepunten.

O Bredere arbeidsmarkt voor de diëtist.

ExperimenterenKern van het experiment is de invoering van de vrijwilligersstage in de propedeuse. Via monitoring van het proces willen we zicht krijgen of de beoogde mechanismen worden bereikt. Evaluatievraag: Hoe ervaren studenten de vrijwilligerstage? Dataverzameling bij studenten d.m.v. focusgroepgesprekken.

Optioneel: voor/nameting bij studenten, werkveld en docenten: Verandert het beroepsbeeld door de stage?