17
Voeding en dieetleer Onder dieet wordt een voeding verstaan die aan specifieke eisen moet voldoen ten behoeve van een individu. Het is een voorgeschreven voedingswijze die om medische redenen afwijkt van de normale voedingswijze. De samenstel- ling van een dieet wordt bepaald door de aard van de aandoening en de toe- stand en conditie waarin de betrokken persoon verkeert.

Voeding en Dieetleer

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Voeding en Dieetleer

Citation preview

Page 1: Voeding en Dieetleer

Voeding en dieetleer

Onder dieet wordt een voeding verstaan die aan specifieke eisen moet voldoen ten behoeve van een individu. Het is een voorgeschreven voedingswijze die om medische redenen afwijkt van de normale voedingswijze. De samenstel-ling van een dieet wordt bepaald door de aard van de aandoening en de toe-stand en conditie waarin de betrokken persoon verkeert.

Page 2: Voeding en Dieetleer

Voeding en dieetleer

Onder dieet wordt een voeding verstaan die aan specifieke eisen moet voldoen ten behoeve van een individu. Het is een voorgeschreven voedingswijze die om medische redenen afwijkt van de nor-male voedingswijze. De samenstelling van een dieet wordt bepaald door de aard van de aandoening en de toestand en conditie waarin de betrokken persoon verkeert.

Er zijn 3 redenen om een dieet te volgen. • Vanwege cosmetische of medische redenen, zoals overgewicht, suikerziekte, hart- en vaatziekten etc. • Vanwege een bepaald religieus of spiritueeldoel dat men nastreeft zoals bijv. het jodendom, hindoeïsme of de islam. Dit zal besproken worden in les 2. • Een derde reden is om dieren zoveel mogelijk leed te besparen zoals vegetarisme en veganisme.

In deze les zullen we bespreken welke diëten er veel voorkomen in een ziekenhuis, welke ziekte-beelden hierbij kunnen horen en waar je als voed-ingsassistent op kan letten met de voeding van een patiënt.

Veel voorkomende diëten zijn;

• Energieverrijkt dieet • Energiebeperkt dieet • Voedingsvezelverrijkt dieet • Eiwitverrijkt dieet • Eiwitbeperkt dieet • Natriumbeperkt dieet • Dieet bij Diabetes Mellitus • Lactosebeperkt dieet • Glutenvrij dieet

Energieverrijkt dieet Het energieverrijkte dieet is een dieet dat met name in het ziekenhuis heel veel voorkomt. Door ziekte en/of pijn verkeren mensen in een slechte

voedingstoestand. Naast dat mensen minder eten door minder eetlust of pijn, verbruikt het lichaam door ziekte extra energie. Hierdoor kan men snel ondervoed raken en wordt de gezondheids-toestand nog slechter. Het is daarom belan-grijk op tijd ondervoeding te signaleren en actie op te ondernemen door middel van een energie(evt. + eiwit)verrijkt dieet.

Het gaat hierbij niet alleen om extra energie geleverd door de voedingsstoffen eiwitten, vetten en koolhydraten, maar ook om een goede samengestelde voeding met de juiste hoeveelheden vitaminen en mineralen.

Met dit energie verrijkt dieet is het mogelijk het gewicht te laten toenemen of op gewicht te blijven. Daardoor verbetert de voedingstoestand en voelt de patiënt zich energieker.

De letterlijke vertaling van ondervoeding is: een lichamelijke toestand, voortkomend uit een tekort aan voedingsstoffen, waarbij sprake is van verminderde biologische func-tie. Er zijn drie oorzaken van ondervoeding:

1. Ondervoeding op basis van een te klein voedselaanbod; ontstaat door langdurig hongeren waarbij vetreserves verloren gaan en lichaamsmassa langzaam kleiner wordt. Mensen die leiden aan deze vorm van ondervoeding komen met name voor in derdewereldlanden.

Page 3: Voeding en Dieetleer

2. Ondervoeding op basis van ziekte; ontstaan door een tekort aan voedingsstoffen ten gevolge van ziekte. Naarmate de ziekte ernstiger is, treedt sneller verlies van lichaamsmassa op. Deze vorm van ondervoeding komt in westerse landen het meeste voor.

3. ‘Puntvormige ondervoeding’; onstaat als gevolg van een tekort aan één enkel essentieel voedingsbestanddeel (vitamines, mineralen, spoorelementen, essentiële aminozuren of es-sentiële vetzuren). Deze vorm van ondervoeding kan ook in combinatie met de andere vormen van ondervoeding voorkomen.

Wij zullen ons in dit hoofdstuk richten op onder-voeding op basis van ziekte. Afhankelijk van de ziekte kan de ondervoeding worden ingedeeld in een: • chronische vorm • acute vorm • mengvorm

Chronische vorm

De chronische vorm van ondervoeding treedt op ten gevolge van een chronische ziekte. De patiënt heeft langdurig (enkele maanden tot jaren) een tekort aan met name energie en eiwit. Deze vorm van ondervoeding is het gevolg van een katabole toestand bij chronische ziekte of een te geringe voedselinname in verhouding tot de voed-ingsbehoefte, of beide. Na 24 uur vasten (of een langere periode van onvoldoende energie-inname) gaat de glycogeenvoorraad een minder belangrijke rol spelen en moet het lichaam overschakelen op andere energiebronnen. De vrije vetzuren worden na 24 uur de belangrijkste energiebron, alleen kunnen niet alle weefsels vrije vetzuren als enige energiebron gebruiken. De hersenen hebben bijvoorbeeld glucose nodig.

Om te voorkomen dat grote hoeveelheden spierei-witten (via gluconeogenese) worden omgezet in glucose, schakelt het lichaam een eiwitbesparend mechanisme in. Dit mechanisme wordt in gang ge-bracht door hormoonveranderingen (zoals verlaagd insuline-en verhoogd glucagongehalte in het bloed) en zorgt evoor dat vrije vetzuren, die vrijkomen bij de lipolyse van vetweefsle, in de lever worden

omgezet in ketonlichamen.

Ketonlichamen kunnen in tegenstelling tot vrij vetzuren als energiebron voor alle weef-sels dienen, dus ook voor de hersenen.

Bij de chronische vorm van ondervoeding ver-mindert de energiebehoefte doordat het lichaam zich aanpast door een verlaging van het basaalmetabolisme. Hongerende indivi-duen ontwikkelen het beeld van marasmus; weinig vet- en spiermassa maar relatief normale waarden voor plasma-eiwitten. In de kliniek zijn deze echter slechts zelden het gevolg van hongeren alleen. Vaak worden zij gezien bij de late stadia van chronische ziek-ten waarbij geleidelijk, vaak sluipenderwijs, een negatieve energiebalans ontstaat.

Acute vorm

De acute vorm ontwikkelt zich vaak in een korte periode (enkele dagen tot weken). Deze vorm van ondervoeding kan ontstaan als gevolg van een katabole toestand veroorzaakt door een acute ziekte of grote operatie, waarbij zelfs als voldoende voedsel wordt opgenomen, lichaamseiwit in grote hoeveel-heid wordt afgebroken. De patiënt hoeft niet vermagerd te zijn en heeft vaak oedemen. Dit type ondervoeding is vaak moeilijk te herkennen.

Page 4: Voeding en Dieetleer

Mengvorm

Een combinatie van de chronische vorm en de acute vorm is vaak het gevolg van een onbehan-delde chronische vorm van ondervoeding, waar-bij eveneens de ernstige katabole toestand ten gevolge van een acute ziekte of grote operatie optreedt. In deze situatie bestaat een te klein aanbod van energie en eiwit via de voeding terwijl tevens de kostbare lichaamseiwitten worden afge-broken voor de gluconeogenese. De patiënt is vaak sterk vermagerd en er kunnen oedemen optreden.

Het onstaan van ondervoeding

Bij een langdurige negatieve verstoring van het evenwicht tussen de inname van energie en voedingsstoffen enerzijds en de behoefte en/of het verlies aan energie en voedingsstoffen anderzijds, is er sprake van ondervoeding.

Oorzaken van ondervoeding kunnen zijn:

• verminderde voedselinname; • verhoogde voedingsbehoefte; • abnormale verliezen aan voedingsstoffen.

Ondervoeding: screenen en vroeg behandelen een noodzaak.

De prevalentie van ondervoeding in Nederlandse ziekenhuizen

Ziekte gerelateerde ondervoeding is een groot probleem in de Nederlandse ziekenhuizen en is te herkennen aan onbedoeld gewichtsverlies en / of een te laag lichaamsgewicht bij ziekte. 25-40% van de ziekenhuispatiënten is ondervoed. Slechts de helft van de ondervoede patiënten wordt tijdig herkend en krijgt een adequate voed-ingsbehandeling.

De gevolgen van ondervoeding Ondervoeding heeft ernstige gevolgen voor de totale gezondheidstoestand van de patiënt:

• verslechtering van het algemeen welzijn van de patiënt; • veranderd gedrag (apathie, depressie); • afname van het lichaamgewicht; • verminderde spierkracht door spieraf braak: de patiënt wordt inactiever, kan minder goed doorademen (kans op pneunomie) en de pompkracht van het hart vermindert (kans op decompensatio cordis); • daling van de weerstand (met name cellulaire afweer) en daardoor een verhoogd risico op het krijgen van infecties; • minder bestand tegen de effecten van therapie, zolas radio-en/of chemotherapie; • verslechtering van de conditie van de huid waardoor een vertraagde wondgenezing en kans op decubitus; • verminderde absorptie van voedingsstoffen door vlokatrofie van de darm; • verminderde aanmaak van darmenzymen; • veranderde darmflora (bacteriële overgroei); • meer kans op postoperatieve compli- caties en overlijden • langere verpleegduur

Page 5: Voeding en Dieetleer

De herkenning en behandeling van onder-voeding in het ziekenhuis

Om de herkenning en behandeling van onder-voeding te verbeteren is vanaf 2007 de screening van ondervoeding opgenomen in het basisset van prestatie incatoren en maakt dus deel uit van de basis van de kwaliteit van de zorg in de Neder-landse ziekenhuizen. Om te kunnen voldoen aan de prestatie indicator ondervoeding dient vroege herkenning en behandeling van ondervoeding ziekenhuisbreed geïmplementeerd te worden. De herkenning van ondervoeding vindt plaats door screening. De verpleegkundige screent elke patiënt bij opname in het ziekenhuis met behulp van de SNAQ of de MUST.

Op basis van de screeningsuitslag wordt een be-handelplan in werking gesteld. Patiënten met een matige voedingstoestand krijgen verrijkte hoofd-maaltijden en energie- en eiwitrijke tussentijdse verstrekkingen. Bij patiënten met een slechte voedingstoestand wordt de diëtist ingeschakeld bij de behandeling. Daarnaast krijgen de patiënten ook de verrijkte maaltijden en tussentijdse verstrekkingen aangeboden.

De effectiviteit van vroege herkenning en behandeling van ondervoeding

Door te screenen op ondervoeding wordt de herk-enning van ondervoeding verbeterd van 50% naar 80%. Het aansluitende behandelplan zorgt ervoor dat de energie- en eiwitinname gedurende de opname verbetert en de behande-ling van de diëtist in een eerder stadium van de behandeling wordt gestart. Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het 4 ziekenhuis blijkt kosteneffectief.

In Brits onderzoek naar screenen en vroeg behan-delen van ondervoeding wordt een afname in mortaliteit en complicaties als sepsis, decubitus en pneumonie, een verbeterde wondgenezing, een toename van de kwaliteit van leven, een sneller herstel en een verbeterde immunologische afweer geconstateerd. In hetzelfde onderzoek komt naar voren dat vroege screening en behandeling van ondervoeding kan leiden tot een afname van de ziekenhuiskosten, dit door onder andere de af-name van het gebruik van voedingssupplementen

en een afname van de gemiddelde opnamed-uur. Voor het vroeg behandelen van onder-voeding is het belangrijk om risicofactoren te inventariseren. Heeft de patient minder kunnen eten en drinken dan normaal of is de patient anders gaan eten, bijvoorbeeld vlo-eibaar als gevolg van slik- en passage proble-men of is de inname van voedingsstoffen ver-minderd, bijvoorbeeld ten gevolge van pijn, verdiet, algehele malaise of benauwdheid? Is er sprake van heftig braken en/of diarree? Ook via open wonden of door groot bloed-verlies kunnen veel voedingsstoffen verloren gaan.

Ziekte en ondervoeding

Ziektebeelden waarbij ondervoeding frequent voorkomt zijn o.a. longziekten (bijv. COPD), Kanker en Maag, darm en leverziekten. Longziekten gaan vaak gepaard met onder-voeding. Uit onderzoek is gebleken dat ondergewicht een ongunstige factor is voor de prognose bij patienten met longaandoeningen. Bij patienten met on-geveer 30% gewichtsverlies is geconstateerd dat het middenrif aanzienlijk (circa 40%) vermindert, het maximale inademingsvolume kan afnemen tot 35% en de vitale capaciteit van de longen eveneens flink reduceert. Bij chronisch obstructieve longziekte (COPD) zijn aandoeningen van de luchtwegen die worden gekenmerkt door een belemmering van de luchtstroom bij uitademing, welke niet duidelijk verandert in de loop van maanden.

Page 6: Voeding en Dieetleer

De ruststofwisseling bij COPD patienten is toe-genomen in vergelijking met gezonde personen. Aangezien normaal gesproken bij ondervoeding de ruststofwisseling daalt, mag worden veronder-steld dat bij COPD sprake is van een aan de ziekte inherente toename van de ruststofwisseling, welke gedeeltelijk kan worden verklaard door de ver-hoogde ademarbeid. De negatieve energiebalans blijkt weer gerelateerd aan de ernst van de ziekte. Bij een daling van zuurstofverzadiging in het bloed wordt minder voedsel geconsumeerd.

Ook chronische vermoeidheid, angst en depres-sie en misselijkheid door geneesmiddelen zijn van invloed op de ondervoeding. Gewichtsverlies en ondervoeding beinvloeden de functie van de lon-gen waarschijnlijk het meeste door verzwakking van de ademhalingsspieren, waarbij met name de spiermasse van het middenrif afneemt. Daarnaast blijkt ook dat de contractiekracht van de rester-ende spiervezels vermindert, waardoor de pomp-functie van de longen afneemt. Uiteindelijk zal dit leiden tot onvoldoende luchtverversing in de long-blaasjes, koolzuurstapeling in het bloed en respiratoire insufficiëntie.

Daarnaast leidt gewichtsverlies veelal ook tot een afname van de hoeveelheid perifeer spierweefsel wat het algeheel functioneren van de patiënt ver-mindert. Ook leidt ondervoeding tot een vermind-erde afweer en een verhoogde incidentie van luchtweginfecties, wat een verdere aanslag bete-kent op de longfunctie van de patiënt. Het doel van voedingstherapie bij COPD is het voorkomen van gewichtsverlies en herstellen van de voeding-stoestand. Respifor is een specifieke aanvullende drinkvoeding voor COPD patienten. In drie flesjes per dag levert het de benodigde hoeveelheid extra energie. Vanwege kortademigheid en vermoeidheid zijn de porties beperkt (125 ml). Respifor wordt geadviseerd in combinatie met lichamelijke train-ing , waardoor een optimaal effect kan worden bereikt op het gewicht en de spiermassa.

Oncologie Voeding is een belangrijk onderdeel van de totale zorg voor de oncologische patiënt. Hoewel er vol-doende aanwijzingen zijn dat een gezonde leefstijl het risico op het ontstaan van kanker vermindert, heeft voeding na het ontstaan van kanker een andere rol.

Voeding heeft geen directe invloed op de tumor, maar moet gezien worden als onder-steunende therapie. Er zijn geen gegevens bekend waaruit blijkt dat voeding een directe invloed heeft op de progressie of de remissie van de tumor, maar een goede voedingszorg bij kanker kan wel bijdragen aan een opti-maal verloop van de anti-tumorbehandeling, herstel en aan een betere kwaliteit van leven. Het welbevinden van de patiënt staat hierbij centraal. De voedingsproblematiek bij kanker is heel divers en is afhankelijk van veel factoren, zoals de soort tumor, stadium, behandeling en bijwerkingen.

Op het moment dat kanker wordt gediag-nosticeerd, is er bij 50-60% van de patienten sprake van ongewenst gewichtsverlies. Niet alleen de groei en uitzaaiing van de tumor zelf, maar ook algehele malaise, obstructies en pijn de oorzaak hiervan zijn. Verminderde eetlust en voedselinname is veelal de diag-nose.

Verschillende factoren zijn van invloed op de gewichtsafname:

• Veranderingen van smaak- en geurperceptie • Vermindering van eetlust en misselijk- heid • Sneller optredend verzadigd gevoel • Obstructies • Pijn

Page 7: Voeding en Dieetleer

Maag, darm en leverziekten n leverziekten De maag is in eerste instantie een tijdelijke opslagplaats voor de voedselbrij, die hier wordt gemengd en naar de dunne darm wordt getrans-porteerd. Het grootste deel van de spijsvertering en absorptie van voedingsstoffen speelt zich af in de dunne darm. Aandoeningen zullen dan ook directe gevolgen hebben voor de voeding en voedingstoestand van de patient. De lever speelt een centrale rol in vrijwel elk aspect dat met voeding te maken heeft.

Maag, darm en leverziekten die voor komen zijn o.a.:

• Gastritis (ontsteking maagslijmvlies) • Ulcus Pepticum (zweer in maagdarm kanaal) • Maldigestie (storingen in de spijsvertering) en Malabsorptie (storingen in de opname van de verteerde voeding vanuit de darm in het lichaam). Meest voorkomende oorzaken hiervan zijn: Coeliakie Short bowel syndroom Pancreasinsuffieciëntie Lactasedeficiëntie • Inflammatoire darmziekten: ziekten van Crohn en Colitis Ulcerosa(chronische onstekingen van de darmwand) • Levercirrose

Bij al deze ziekten is in veel gevallen een ener-gieverrijkt dieet noodzakelijk. Hoe zo’n energieverrijkt dieet eruit ziet verschild per ziek-tebeeld maar ook per patient.

Een algemeen energieverrijktdieet voor een pa-tient ziet er als volgt uit:

Leefadvies

• Zorg voor voldoende nachtrust, dit voorkomt dat u te moe bent om te eten. Neem eventueel even rust voor de maaltijd. • Neem indien mogelijk voldoende beweging, bij voorkeur in de buitenlucht. • Maak van het eten een gezellig moment. Trek er voldoende tijd vooruit en zorg voor een sfeervolle ambiance met een gedekte tafel met een kaarsje of vrolijk dienblad.

• Eet liever een klein portie helemaal op, dan een halfvol bord te laten staan. Het is veel stimulerender om voor een tweede keer een klein beetje op te scheppen, dan de helft niet op te kunnen. Forceer niets. • Zorg voor een regelmatige stoelgang op min of meer het zelfde moment van de dag. Neem ook hiervoor ruimschoots de tijd. Houdt nooit ontlasting op, dit leidt veelal tot verstopping. Vezelrijke producten zoals appels, volkorenbrood, noten, peulvruchten, (gekookte) groente stimuleren een trage darmwerking. • Neem voor het innemen van de medicijnen een schaaltje niet te koude volle yoghurt.

Voedingsadviezen

Deze adviezen kunnen u helpen om per dag meer te gaan eten:

• Verdeel de maaltijden regelmatig over de dag. Eet liever ieder uur een klein hapje dan de maag te overladen, dit resulteert mogelijk in braken. • Vermijd grote porties. • Gebruik in plaats van halfvolle of magere producten liever volle zuivelproducten. • Zorg voor voldoende variatie, niet alleen met betrekking tot de warme maaltijd maar ook in broodsoorten.

Page 8: Voeding en Dieetleer

• Neem rustig de tijd om te eten. • Drink in geval van misselijkheid cola (bijna de zelfde zuurgraad als maagsap) en eet droge biscuitjes of crackers. • Zorg voor een rustige en sfeervolle omgeving. (Dus niet eten voor de tv, geen luide muziek, en/of fel licht, etc.) • Wissel koude en warme gerechten af, maar tracht TE koud en TE heet te voorkomen. • Wissel hartige en zoete gerechten af. • Drink voldoende (1,5 liter) per dag. • Maak een halfuur voor de maaltijd gebruik van eetlust opwekkers zoals: een kopje bouillon, grapefruitpartjes, glaasje tomatensap, stukje augurk, tomaat of komkommer.

Soms kan een glaasje wijn of droge sherry lekker zijn, dit levert ook calorieën (=energie).

• Vermijd doordringende, scherpe (penetrante) etensgeuren van bijvoorbeeld gekookte spruitjes, gebakken eieren, uien, spek. Deze kunnen eerder eetlust bedervend, dan opwekkend zijn

NB: koffie, thee, bouillon en light frisdrank leveren weinig calorieën en voedingsstoffen

Goede Voeding

Een goed samengestelde voeding levert dagelijks alle benodigde voedingsstoffen (eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines en mineralen) in de juiste verhouding. Iedere volwassen heeft dagelijks minimaal het volgende nodig:

• 5-7 sneden bruinbrood of een vervanging zoals pap of muesli • 5 g dieethalvarine per snee brood • 15 g vloeibaar bak- en braadproduct voor de bereiding van de warme maaltijd • 1-2 plakken kaas (20-40 g) • 1-2 plakken vleeswaren (15-30 g) • 2-3 glazen melk of melkproducten (300-450 g) • 75 g (gaar) vlees, vis, gevogelte, wild, ei of een vleesvervanger • 150-250 g aardappel, rijst of pasta • 150-200 g groente

• 2 stuks fruit • 1500 ml drinkvocht

Het is lang niet voor iedereen mogelijk om deze hoeveelheden in bovengenoemde vorm binnen te krijgen. Naast de genoemde adviezen zijn er verschillende methoden om de dagelijkse voeding wat betreft energie en eiwit aan te passen en uit te breiden.

Extra energie en eiwit door middel van:

Waardevolle tussendoortjes• beschuit, toostje of knäckebröd met dieetmargarine en kaas of vleeswaren • plak ontbijtkoek met boter • suikerbrood of krentenbrood / -bol • geroosterde snee brood + extra boter + beleg naar keuze • biscuitje of tussendoor biscuits: Evengreen, Sultane, Switch, Mueslireep • schaaltje volle vla, yoghurt of kwark met suiker en scheutje slagroom + eventueel verse sinaasappelsap • beker volle (chocolade)melk met slagroom • milkshake van volle melk + roomijs + vruchtenlimonade of -puree (zie recept) • vruchtencompote van verse vruchten • (verse) appelmoes (zie recept) • plakje kaas of lievelings vleeswaar (bv. rosbief of rookvlees) • kopje pureesoep + scheutje slagroom (zie recept) • handje noten of studentenhaver

Waardevol broodbeleg• besmeer uw brood royaal met dieet- margarine en gebruik dubbel beleg • maak een tosti van een boterham met kaas en/of ham

Versier een boterham met: • kaas met een schijfje tomaat met peper/zout of kruiden • vleeswaren met een schijfje komkom mer met peper/zout of kruiden • franse kaas • pindakaas met komkommer + sambal

Page 9: Voeding en Dieetleer

• vleeswaren en piccalilly • ragout, kroket, hamburger, knakworst • gebakken vis, zure of zoute haring, salade van tonijn of zalm • roerei (zie recept) Waardevolle dranken• (vers) vruchtensap met een scheutje slagroom (maakt het minder scherp) • thee met een scheut volle melk of koffieverkeerd met suiker • chocolademelk met slagroom

Tips voor de warme maaltijd

Het is belangrijk om een (zeer) kleine doch waardevolle warme maaltijd te gebruiken in verband met de variatiemogelijkheden en andere smaakgewaarwording. Zorg voor kleine gerechten met een hoge energetische waarde. In het alge-meen levert deze maaltijd meer calorieën dan een broodmaaltijd. Mocht u desalniettemin geen tijd of zin hebben in een complete warme maaltijd dan kan een uitgebreide broodmaaltijd uitkomst bieden. Een goede broodmaaltijd bestaat uit: ruimschoots hartig beleg (kaas / vleeswaren / ei) + portie fruit of vers vruchtensap + beker volle melk of volle yoghurt. Waardevolle voorafjes• grapefruit in partjes met extra suiker en een scheutje (ongeklopte) slagroom • meloen met Ardenner ham

Waardevolle hoofdgerechten• maaltijdsoep met veel soorten groente en vlees • stamppot + (rauw) ei (even goed mee doorverwarmen) + extra klontje boter • aardappelpuree (uit een pakje) op basis van volle melk + (rauw) ei (even goed mee doorverwarmen) + extra klontje boter • gebakken aardappelen of frites leveren meer calorieën dan gekookte aardappelen • gepocheerde vis (tong filet, kabeljauw-, zalmmoot) + botersaus of gesmolten boter • rouxsausjes (zie recept) zoals kaassaus zijn erg calorierijk over bloemkool, prei, andijvie, spinazie, Brusselslof) • gratineer (onder de grill) groente met geraspte kaas

• varieer dagelijks met 100 gram vlees, vis, kip, wild of eieren • varieer met bereidingswijzen: bakken, grilleren, stoven, pocheren • serveer eens koude vleeswaren als gebakken vlees tegen staat • maak jus aan met een gebakken uitje, scheutje tomatenketchup of bouillonpoeder • bindt de jus met bloem, maïzena of allesbinder • maak een vezelrijke energierijke saus door verse tomaten, champignons, courgette of ui 10 minuten te smoren in de bakboter en vervolgens te pureren met de staafmixer.

Voeg een scheutje ongeklopte slagroom toe • eet het toetje liever een uur na de hoofdmaaltijd zodat de maag niet overvuld raakt • neem energie (calorie)rijke garnering op het toetje zoals een lange vinger, chocolaatje, toefje slagroom, scheutje advocaat, hagelslag of chocoladevlokken

Energierijke toevoegingen

Als het ondanks het bovenstaande advies moeilijk is het gewicht op peil of omhoog te krijgen is het verstandig om in overleg met de diëtist energierijke toevoegingen te ge-bruiken. Producten zoals suiker en ongesla-gen (slag)room lijken tegen de richtlijnen van goede voeding in te druisen, maar in uw situaties is het juist goed om ruimschoots suiker en room te eten, omdat hierdoor in kleine compacte hapjes veel calorieën verpa-kt zitten. Gebruik het liefst ongeklopte room omdat er anders te veel lucht in de slagroom zit, waardoor u sneller een vol gevoel krijgt en verhoudingsgewijs per volume eenheid de energetische waarde afneemt. Bedenk steeds dat net nu van het grootste belang is dat uw gewicht toeneemt, waardoor u sneller in conditie vooruit gaat.

Page 10: Voeding en Dieetleer

Realiseert u zich evenwel dat zodra u weer op ge-wicht bent u niet blijft doorgaan met deze calo-rierijke hapjes, zodat u na verloop van tijd te dik zou worden.

RoomOngeklopte room kunt u verwerken in: • koffie, melk, chocolademelk, karnemelk • volle yoghurt, vla, pap of milkshake • gebonden soepen, sauzen, aardappelpuree

Suiker, honing en voedingssuikersSuiker en honing zijn voor een ieder bekende producten. Voedingssuikers zijn niet bij iedereen bekend. Dit zijn ‘niet zoete dieetsuikers’ waar-mee u gerechten wat betreft calorieën behoorlijk kunt uitbreiden. Niet iedereen vindt het lekker om onbeperkt suiker toe te voegen. Voedingssuikers worden door diverse firma’s op de markt gebracht. De firma Nutricia heeft Fantomalt, Friesland Nutri-tion kent Dexital. Voedingssuikers zijn te koop bij apotheek, drogist, thuiszorgwinkels en sommige supermarkten.

Eiwitrijke voedingsmiddelen

Zuivel, vlees, vis, kip, wild en eieren zijn eiwitri-jke producten. Soms is het echter ondanks het bovenstaande advies moeilijk om het gewicht op peil of omhoog te krijgen. Dan is het verstandig om in overleg met de diëtist eiwitrijke toevoegin-gen te gebruiken. Nutricia brengt een eiwitrijk poeder op de markt onder de naam Protifar. Dit poeder is toe te voegen aan melk, chocolademelk, karnemelk, volle yoghurt, vla, pap of milkshake, gebonden soepen, sauzen, aardappelpuree. NB: Naast protifar is nog een ander niet onbelan-grijk, interessant eiwit-, energierijkpoeder ontwikkeld dat bovendien extra vitamines en min-eralen bevat : Fortify

Kant-en-klare dieetproducten

Deze producten leveren alle voedingsstoffen in kant-en-klare producten. Dit kan een vloeibaar product (drinkvoeding) zijn, maar er zijn ook pud-dinkjes en soepen van diverse fabrikanten te koop. NB: Lees altijd goed de etiketten zodat u het juiste product koopt.

Er zijn drankjes die alleen extra energie leveren en er zijn producten die zowel extra energie, -eiwit- als vitamines en mineralen leveren.

Energiebeperkt dieet

Een energiebeperkte dieet is bestemd voor mensen die iets willen doen aan een te hoog lichaamsgewicht. De oorzaak van dit hoge gewicht kan heel verschillend zijn. Het kan te maken hebben met ziekte, teveel eetlust of doordat eten bijvoorbeeld wordt gebruikt om spanningen (e.d.) af te reageren. Een andere reden voor een te hoog gewicht kan te maken hebben met een lager energiever-bruik. Bijvoorbeeld door minder lichamelijke inspanning, ander werk of door een andere daginvulling gekregen te hebben.

Als de hoeveelheid eten en drinken die ie-mand gewend was te gebruiken niet wordt aangepast aan de afgenomen inspanning die geleverd wordt, kan het gewicht langzaam oplopen. Gezondheidsrisico’s bij overgewicht zijn hoge bloeddruk, diabetes, hoog choles-terol, hart en vaatziekten of een combinatie van deze. Door minder en eventueel anders te gaan eten, is het mogelijk om af te vallen. Afvallen tot een gewenst gewicht kost tijd. Ongeveer 2-4 kg per maand afvallen is een goed resultaat.

Page 11: Voeding en Dieetleer

Algemene adviezen:

• Verdeel de maaltijden goed over de dag. Gebruik drie hoofdmaaltijden en eet en/of drink tussendoor iets. Sla geen maaltijd over. Zie het voorbeeld dagmenu. • Neem rustig de tijd om te eten en kauw alles goed.• Gebruik bij voorkeur producten met veel voedingsvezel. Dit zijn de onverteerbare deeltjes in de voeding, bijvoorbeeld in groente, fruit en donkere broodsoorten etc. Ze hebben een verzadigende werking en leveren weinig energie. • Drink voldoende, minimaal 1½ liter per dag (8 - 12 kopjes, inclusief koffie en thee) • Gebruik geen of weinig suiker en producten die veel suiker bevatten zoals snoep, koek en frisdrank. • Wees matig met vet. Kies bij voorkeur halfvolle of magere melkproducten, mager vlees en magere vleeswaren en halvarine op brood. • Gebruik voor het bereiden van de maaltijden weinig vet of olie • Kies bij voorkeur vetsoorten waar weinig verzadigde vetten in zitten. • Wees zuinig met zout en wees matig met alcohol. • Zorg voor voldoende lichaamsbeweging

Voorbeeld Voedingsadvies: Gezonde voeding, energiebeperkt Ontbijt

• 2 sneetjes bruin of volkoren brood • dun besmeerd met dieethalvarine evt. verrijkt met plantensterolen • dun belegd met 20+/30+ kaas, magere vleeswaren, sandwichspread, dun pindakaas, vis of zoet broodbeleg (jam, honing, stroop, fruithagel, muisjes) of rauwkost • een schaaltje magere yoghurt met AllBrann • thee of koffie zonder suiker (evt. met zoetstof) In de loop van de ochtend• thee of koffie zonder suiker (evt. met zoetstof) • naar wens een tussendoortje b.v. een vrucht of een plakje ontbijtkoek

Tweede broodmaaltijd• naar wens magere soep of bouillon • 2 sneetjes bruin of volkoren brood • dun besmeerd met dieethalvarine evt. verrijkt met plantensterolen • dun belegd met 20+/30+ kaas of magere vleeswaren, vis of groente • naar wens rauwkost • 1 glas halfvolle melk of karnemelk • naar wens koffie of thee zonder suiker (evt. met zoetstof)

In de loop van de middag• thee of koffie zonder suiker(evt. met zoetstof), light frisdrank of water • een vrucht

Warme maaltijd • naar wens magere soep of bouillon • 3 kleine aardappelen (of vervanging) • 200 gram gekookte of geroerbakte groente (zonder boter/margarine) • naar wens rauwkost • een stukje mager vlees (100 gram) of vervanging• margarine/dieet bak- en braadproduct/olie (alle soorten) per persoon • magere jus of saus In de loop van de avond• thee of koffie zonder suiker (evt. met zoetstof), light frisdrank of water • een vrucht • een schaaltje magere yoghurt of kwark zonder suiker

Page 12: Voeding en Dieetleer

Voedingsvezelverrijkt dieet

Aandoeningen waarbij een voedingsvezelverrijkt-dieet vooral nodig is, is bij aandoeningen aan de darmen. Vezels zorgen ervoor dat je mak-kelijk naar het toilet kan en geen last krijgt van obstipatie. Tevens hebben vezels een positieve werking op het cholesterolgehalte en verlagen daarom de kans op hart-en vaatziekten. Bij een energiebeperktdieet zijn vezels belangrijk omdat ze lang een voldaan gevoel geven en weinig calorieën leveren.

Voedingsmiddelen die veel vezels bevatten zijn: •- Groente zoals broccoli, worteltjes en rode kool •- Fruit en gedroogd fruit zoals gedroogde pruimen • Volkorenbrood • AllBrann Plus • Peulvruchten • Aardappelen

Voorbeeld van een aandoening waarbij vezels (en vocht!) belangrijk zijn is PDS. Het prikkel-bare darmsyndroom of spastisch colon is een darmaandoening waarbij verschillende klachten voorkomen. Bijvoorbeeld buikpijn, afwisselend diarree en verstopping, opgeblazen gevoel, wind-erigheid of gasvorming. Soms zijn de bewegingen (peristaltiek) die de darmen maakt, heviger en on-regelmatiger (=spastisch) dan normaal. De oorzaak is onbekend.

De meest voorkomende maagklachten zijn pijn in de bovenbuik of zuurbranden, eventueel in combinatie met misselijkheid en een opgeblazen gevoel. Het slijmvlies waarmee de binnenwand van de maag is bekleed, is normaal gesproken goed be-stand tegen het bijtende maagzuur. De weerstand van het slijmvlies kan verminderen o.a. door over-matig alcohol- of koffiegebruik, roken, bepaalde medicijnen, stress (spanningen) of door infectie. Het maagzuur veroorzaakt dan een beschadiging van het slijmvlies. Niet altijd is maagzuur de oorzaak van maagklachten.

Het is niet mogelijk om bij maag- en darmklachten een eenduidig advies te geven, juist omdat klachten van tijd tot tijd kunnen wisselen. Een voedingsmiddel kan iemand de ene keer beter verdragen dan de andere keer. Voedingsmiddelen moeten steeds uitgeprobeerd worden. De kans dat op een onnodig streng dieet is hiermee het kleinst.

Belangrijkste kenmerken voor voedingsadvies bij PDS: • Richtlijnen Goede Voeding (zie voorbeelddagmenu). • Vochtverrijkt: 1,5 - 2,5 drinkvocht (=inclusief koffie en thee). • Regelmatig voedingspatroon: 3 hoofdmaaltijden, waaronder een groot ontbijt en 3 kleine gezonde tussendoortjes. • Voldoende voedingsvezels. Dit zijn de onverteerbare deeltjes in de voeding bijv. in groente, fruit en donkere broodsoorten. Een voedingsvezel verrijking zonder vocht verrijking werkt averechts. In het begin van de dieetbehandeling kan een voedings vezel verrijkte voeding toename van de klachten geven. • Wees voorzichtig met scherpe specerijen, bijvoorbeeld kerrie, paprikapoeder, kruidnagel, laurier, sambal, kervel, bieslook en bonenkruid en scherp gekruide gerechten, bijvoorbeeld sterk gekruide vleeswaren of kaas, sterk gekruide soepen en sauzen en Indische gerechten.

Belangrijk! • Voldoende lichaamsbeweging. • Rustig eten en goed kauwen.

Page 13: Voeding en Dieetleer

Eiwitverrijkt dieet (zie ook energieverrijkt dieet)

Een eiwitverrijkt dieet wordt o.a. voorgeschreven na:• ernstige brandwonden of andere weefselbeschadigingen zoals decubitis (doorligwonden) • bestraling bij kanker • na langdurige ondervoeding

Een eiwitrijke voeding krijg je door minimaal ge-bruik te maken van: • minstens 0,75-1 liter melkproducten per dag • 2 plakken kaas of 1 ei per dag • 150 gram vlees, vis of kip per dag

Ook noten en pinda’s, Tahoe en Tempé en sojapro-ducten bevatten veel eiwitten. Een eiwitverrijkt dieet wordt in combinatie met een energieverrijkt dieet gegeven. Wanneer de voeding te weinig kcal bevatten wordt er lichaamsweefsel afgebroken waaronder ook lichaamseiwitten.

Eiwitbeperkt dieet Een eiwitbeperkt dieet is noodzakelijk bij nier en leverziekten ziekten zoals chronische nierinsuf-fieciëntie, nefrotisch syndroom en levercirrose. Afhankelijk van de situatie wordt bij nierziekten meer of minder aandacht besteed aan de hoeveel-heid eiwitten in de voeding. Soms wordt aanbevo-len om niet meer eiwitten te gebruiken dan een gezond mens nodig heeft. Dit is voor de meeste mensen al veel minder dan ze gewend zijn. Als de nieren niet goed werken, blijven afvalstof-fen in het bloed achter. Dit kan tot veel klachten leiden. Door de voeding aan te passen kunnen de klachten minder worden.

Het kan gaan om de beperking van de volgende voedingstoffen: • Eiwit; • Natrium; • Kalium; • Fosfaat (men spreekt ook wel van fosfor); • Vocht.

Afhankelijk van de mate van nierfunctieverlies zullen één of meerdere voedingstoffen moeten worden beperkt.

Producten met weinig eiwit: • Brood en beschuit; • Aardappelen; • Groenten en fruit; • Rijst; • Deegwaren zoals macaroni en spaghetti.

Producten die geen eiwit bevatten: • Halvarine, (dieet)margarine, roomboter, bak- en braadvet en alle • oliesoorten; • Suiker; • Snoepgoed zoals zuurtjes, schuimpjes, pepermunt• boterbabbelaars, fondant, fruittoffees, hopjes, kauwgom, • winegums; • Zoet broodbeleg zoals jam, honing, vruchtenhagel, gestampte • muisjes, stroop. (Broodbeleg met chocolade zoals • chocoladehagelslag, hazelnoot- en chocoladepasta, • chocoladevlokken bevatten wel eiwit namelijk 1 gram eiwit voor 1 snee brood); • Thee, koffie, frisdrank, limonade; • Bindmiddelen zoals aardappelmeel, maïzena, custard; • Kruiden, specerijen, azijn, bouillon poeder, ketjap, mosterd, • sambal, tomatenpuree.

Page 14: Voeding en Dieetleer

Natriumbeperkt dieet Een natriumbeperkt wordt voorgeschreven bij o.a. hartfalen, nierfunctiestoornissen of bij vocht vasthouden (oedeem). Natrium is een mineraal dat in ons voedsel voorkomt. Het is een onderdeel van keukenzout; 1 gram keukenzout bevat 400 mil-ligram natrium. Natrium speelt een rol bij het vochtevenwicht in het lichaam. Normaal gespro-ken scheiden de nieren een teveel aan natrium in uw lichaam uit via de urine. Wanneer de nieren niet meer goed werken, wordt natrium in het li-chaam vastgehouden waardoor het vochtevenwicht wordt verstoord. Het lichaam houdt dan extra vocht vast, met als gevolg een toename van de ho-eveelheid bloed. Het hart moet dan harder werken om het bloed rond te pompen in het lichaam. Wanneer het hart niet goed meer werkt kan dit problemen geven. Door minder natrium in de voeding te gebruiken hoeft het hart minder hard te werken. Wanneer mensen last hebben van vochtophoping (oedeem) kan ook een natriumbe-perkt dieet worden voorgeschreven.

Algemene richtlijnen Een natriumbeperkt dieet betekent dat uw voeding minder natrium, dus minder keukenzout bevat.

Dit houdt in: • geen zout tijdens de bereiding van het eten toevoegen; • oppassen met producten die van zich zelf al veel zout bevatten.

Dieet bij Diabetes

Diabetes mellitus, ook bekend als suikerziekte, is een chronische stofwisselingsaandoening waarbij het bloedglucosegehalte (bloedsuikergehalte) ontregeld is.

De belangrijkste oorzaken zijn een alvleeskli-er die te weinig insuline maakt (type I) of lichaamscellen die minder gevoelig zijn voor insuline dan normaal (type II). Type I wordt vaak ‘jeugdiabetes’ genoemd omdat deze aandoening meestal ontstaat vóór het dertig-ste levensjaar. Type II kwam oorspronkelijk vooral voor bij mensen boven de veertig jaar. Door overgewicht komt dit type steeds vaker en op steeds jongere leeftijd voor.

De behandeling van diabetes mellitus richt zich op het reguleren van het bloedglucosegehalte en het voorkomen van nadelige effecten als gevolg van de aandoen-ing. Zo verhoogt diabetes de kans op hart- en vaatziekten. Om deze te voorkomen, wordt extra gelet op het cholesterolgehalte in het bloed. Een dieet is een belangrijk onderdeel van de behandeling van diabetes. In geval van overgewicht heeft een kleine gewichts-vermindering al een gunstig effect op het bloedglucosegehalte. Daarnaast kan het nodig zijn medicijnen of insuline te gebruiken.

Het diabetesdieet moet aan dezelfde eisen voldoen als gezonde voeding, met extra aandacht voor:

• het aanbod van koolhydraten in de voeding en het gebruik van tabletten of insuline, deze hoeveelheden moe ten goed op elkaar worden afgestemd!!

• beperking van het verzadigd vet in de voeding • voldoende voedingsvezels, met name uit volkoren graanproducten

Page 15: Voeding en Dieetleer

• in geval van overgewicht: een energiebeperkt dieet (beperking van calorieën) Mensen met diabetes hebben viermaal zoveel kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. Het voorkomen van hart- en vaatziekten is daarom een van de belangrijkste doelen van de behandeling van diabetes. Ook beruchte complicaties van diabetes, zoals oogaandoeningen, vaat- en nier-aandoeningen, kunnen hiermee worden voorkomen of in elk geval uitgesteld.

Dieet Bij mensen met diabetes komt vier keer zo vaak een verhoogd cholesterolgehalte voor als bij mensen zonder diabetes. Cholesterol is een risico-factor voor hart- en vaatziekten. De behandeling van diabetes is er daarom niet alleen gericht op de bloedglucosespiegel, maar ook op de hoeveelheid vetten, met name het cholesterol, in het bloed. Die moet binnen aanvaardbare grenzen gehouden worden. Het dieet speelt hierbij een belangrijke rol.

Medicijnen Naast een dieet kunnen medicijnen nodig zijn. Wanneer het lichaam geen insuline maakt (diabetes type I), moet dagelijks insuline worden toegediend met een injectiespuit om de glucose in het lichaam goed te verwerken. Als het lichaam minder gevoelig is voor insuline (diabetes type II) kan vaak worden volstaan met een dieet, zonodig aangevuld met specifieke tabletten of insuline. Diabetes type II maakt tachtig tot negentig pro-cent uit van het aantal diabetes-gevallen.

Gezonde leefstijl Behalve een gezonde voeding dragen ook andere gezonde leefregels, zoals genoeg beweging en niet roken, bij aan een lager risico op hart- en vaatziekten. De basis van het diabetesdieet bestaat uit gezonde voeding. Voor diabetespatiënt-en is het extra belangrijk om gezond te leven, om hart- en vaatziekten te voorkomen. Belangrijk in de voeding zijn bij diabetes met name:

Belangrijkste: • Regelmaat. Elke dag drie maaltijden en een aantal keren iets tussendoor. Regelmatig koolhydraten eten helpt om schommelingen in de bloedglucosespiegel te voorkomen.

• Zo min mogelijk verzadigd vet. Het vermijden van verzadigd vet helpt hart- en vaatziekten te voorkomen. • Een gezond gewicht. Een gezond gewicht heeft een gunstig effect op de bloedglucose en helpt mee hart- en vaatziekten te voorkomen. Bij overgewicht kunnen enkele kilo’s gewichtsverlies al helpen om het bloedglucosegehalte te verbeteren! • Suiker met mate. Suikervrije pro ducten zijn in tegenstelling tot wat men vroeger dacht, niet nodig. Wees wel matig met suiker: dat helpt mee op gewicht te blijven. • Alcohol met mate. Voor mannen geldt maximaal twee glazen per dag. Voor vrouwen één glas. Alcohol kan het bloedglucosegehalte ontregelen. • Voldoende voedingsvezels. Vezels uit fruit, groente (volkoren)brood, aardappelen, peulvruchten en graanproducten hebben een gunstige werking op zowel de bloedglucose als het cholesterolgehalte van het bloed.

Er zijn bovendien aanwijzingen dat vezel, met name uit volkorengraanproducten, het risico op diabetes type 2 kan verlagen, door een remmend effect op ontstekingsfactoren in het bloed. Voor een definitieve conclusie is nog wel meer onderzoek nodig.

Page 16: Voeding en Dieetleer

Lactosebeperkt dieet Om lactose (melksuiker) te verteren, is het enzym lactase nodig. Lactase wordt aangemaakt in de darmwand. Wanneer er te weinig lactase wordt aangemaakt in de darm, wordt lactose niet of niet volledig verteerd. Dit geeft lang niet altijd klachten. Pas als dit bij gebruik van de aanbevolen hoeveelheden melk(producten) klachten geeft, is er sprake van lactoseintolerantie. Het gaat hierbij om klachten zoals buikpijn, winderigheid en diar-ree.

Om dit soort klachten te voorkomen, moet in over-leg met de arts en diëtist de hoeveelheid lactose in de voeding worden beperkt. Als in de darm te weinig lactase wordt aangemaakt, kan het lichaam het onverteerde melksuiker niet opnemen. Dit wordt ‘lactosemalabsorptie’ genoemd en geeft lang niet altijd klachten. Waarschijnlijk hebben veel mensen een lactase-tekort zonder dat zij hier iets van merken. Als bij mensen met lactosemal-absorptie door gebruik van een ‘gewone’ hoeveel-heid melk en melkproducten klachten ontstaan, is er sprake van lactose-intolerantie. Een lactose-beperkte voeding die in overleg met een diëtist wordt opgesteld is meestal voldoende om klachten te voorkomen. Meestal is het niet nodig om hele-maal geen melk- en melkproducten meer te eten. Ook is het vaak niet nodig producten te vermijden met melk of lactose als ingrediënt.

Diverse klachten Of klachten optreden, hangt af van de hoeveel-heid lactase die nog wordt gemaakt in de darm, samenstelling van de voeding en de soorten bac-teriën (darmflora) in de darm. Er kunnen klachten ontstaan als de darmbacteriën de niet-verteerde lactose in de darm afbreken. Daarbij komen extra veel gassen en darmprikkelende stoffen vrij. Daar-naast trekt de niet-verteerde lactose water aan waardoor waterige ontlasting ontstaat. Dit alles kan gepaard gaan met buikpijn, kramp, misselijk-heid, een opgezette buik, winderigheid en diarree. In melk en melkproducten Lactose komt van nature voor in moedermelk en dierlijke melksoorten zoals koemelk, schapenmelk, geitenmelk en paardenmelk. Dierlijke melksoorten zijn dus geen geschikte vervanger voor koemelk bij lactose-intolerantie. Ook in producten waarin dierlijke melksoorten zijn verwerkt, kan lactose voorkomen.

Lactose (melksuiker) komt vooral voor in de volgende melkproducten:

• volle, halfvolle en magere melk en karnemelk • geitenmelk, schapenmelk, paardenmelk en ezelinnenmelk • zachte geiten- en schapenkaas (niet hollandse harde kaas) • chocolademelk, yoghurtdrink en fruitzuiveldranken zoals Rivella en Taksi • smeltkaas, smeerkaas, buitenlandse kaas, verse kaas, Hüttenkäse, cottage cheese • yoghurt, kwark, kefir • vla, pap, pudding, mousse • slagroom, zure room en crème fraîche

Glutenvrij dieet

Een glutenvrij dieet is nodig bij een glutenin-tolerantie. Gluten is een eiwit dat van nature voorkomt in bepaalde granen. Coeliakie is een aandoening van de dunne darm die het gevolg is van intolerantie voor gluten. Een andere naam voor coeliakie is daarom glutenintolerantie. Daarbij beschadigt gluten in de voeding het slijmvlies van de dunne darm zodanig dat deze niet meer optimaal werkt. Dit kan verschillende klachten veroor-zaken, zoals diarree, buikpijn, vermoeidheid en gewichtsverlies. Een glutenvrij dieet is de enige behandeling. In een gezonde darm zorgen de darmvlokken ervoor dat voedingsstoffen uit de voeding goed worden opgenomen door het lichaam. Bij coeliakie zijn de darmvlokken beschadigd en soms geheel verdwenen.

Tekorten Omdat het vermijden van gluten betekent dat bepaalde granen of producten van granen niet meer gegeten mogen worden, is de kans op een tekort aan voedingsstoffen groot.

Page 17: Voeding en Dieetleer

Door tekorten aan voedingsstoffen kunnen klachten ontstaan zoals een opgezette buik, chronische diarree, buikpijn, bloedarmoede, ver-moeidheid, lusteloosheid, gewichtsverlies, botontkalking (osteoporose), tandglazuurafwijking-en en groeiachterstand bij kinderen. Het is ook mogelijk dat door gevoeligheid voor gluten darmafwijkingen ontstaan zónder dat er klachten ontstaan.

Dieet Door het nauwkeurig volgen van een glutenvrij dieet kunnen de darmvlokken zich herstellen en nemen de klachten langzamerhand af. Het darmslijmvlies kan zich pas na één of twee jaar geheel herstellen. Omdat de ziekte chronisch is, moet het dieet het hele leven strikt worden gevolgd. Dat is ook belangrijk omdat niet of onvoldoende behandelde coeliakie een verhoogde kans geeft op het ontstaan van darm-kanker.

Een diëtist let er bij het samenstellen van het dieet op dat bepaalde voedingsmiddelen kunnen worden vermeden zonder dat er een tekort aan voedingsstoffen ontstaat.

Gluten in granen Gluten is een eiwit dat voorkomt in tarwe, rogge, gerst, spelt en kamut. Gluten zit ook in alle producten die van deze glutenbevattende graan-soorten gemaakt zijn. Er werd altijd gedacht dat haver ook gluten bevat dat het slijmvlies van de dunne darm kan beschadigen. Uit onderzoek is echter gebleken dat dit voor zuivere haver niet geldt. Toch is bij coeliakie beter geen haver te ge-bruiken. In Nederland is namelijk alleen haver te koop die is gemengd met tarwe of niet zuiver gesc-heiden is gebleven van glutenbevattende granen.