2
In de kijker 6 Wablieft-prijs 2011 G-kracht doet leerlingen beter lezen en leren Het einde van het jaar nadert. Dan is het tijd voor prijzen. Ook de redactie van Wablieft reikt haar prijs uit voor 2011. De Wablieft-prijs voor duidelijke taal gaat dit jaar naar het project G-kracht van het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) van de universiteit in Leuven. Het is het verhaal van anders en beter lezen op school. Zodat jongeren meer kansen krijgen in het leven. Wablieft reikt elk jaar de Wablieft- prijs voor duidelijke taal uit. Hiermee bekroont Wablieft projecten, organisaties of personen die duidelijke taal gebruiken om informatie voor iedereen toegankelijk te maken. Het project G-kracht deed dat op een heel eigen manier. Voor G-kracht werkte CTO samen met tien middelbare scholen met richtingen beroepsonderwijs (BSO) en technische richtingen (TSO). Ze slaagden er samen in om de geletterdheid van de leerlingen te verhogen. Dat wil zeggen jongeren beter laten lezen, schrijven en rekenen. Later zullen ze daardoor vlotter kunnen deelnemen aan de samenleving. Hoe zit dat juist? Wablieft trok daarvoor naar Leuven. We spraken er met de CTO-medewerkers Greet Goossens, Tineke Padmos en Goedele Vandommele. Wablieft: Waar ligt het begin van G-kracht? Greet: G-kracht wil werken aan de geletterdheid van leerlingen in beroepsklassen en klassen uit technische richtingen. Ons project wou scholen en leraren ondersteunen. Het doel was dat leerlingen beter en meer bezig zijn met lezen en schrijven. De opdracht kwam van de Vlaamse minister van Onderwijs. Die wil gelijke onderwijskansen voor alle leerlingen. Waarom die nadruk op geletterdheid? Tineke: Tussen 15 % en 18 % van de volwassenen in Vlaanderen is laaggeletterd. Dat is één op zes tot zeven mensen. Zij lezen niet goed en staan dus zwakker in de samenleving. Leg dat eens uit. Greet: Wat moet een volwassene vandaag kunnen om in de samenleving zijn of haar weg te vinden? Wil hij zijn bankzaken regelen? Wil zij een woning huren? Dat gebeurt allemaal schriftelijk, met contracten en papieren. Lezen en schrijven zijn ook nodig om je niet te laten bedotten. Ook voor je werk is schrijven en lezen overal nodig. Voor elk werk moet je nu papieren of logboeken kunnen invullen. Je moet handleidingen kunnen lezen. Of je moet een computer kunnen gebruiken. Denk aan lezen en versturen van e-mails met opdrachten. Of opzoeken van info op internet. Kom je uit school? Dan moet je daar klaar voor zijn. Goedele: Leerlingen van BSO-klassen, maar ook TSO-leerlingen, maken veel kans om laaggeletterd de school te verlaten. Meer nog. Het CTO onderzocht wat er verandert tussen het derde en zesde jaar middelbaar. En wat bleek? De geletterdheid verhoogt bijna niet. Deze leerlingen leren niet of amper beter lezen, schrijven en rekenen in deze jaren op school. Tineke: Leerlingen van die richtingen lezen vaak helemaal niet graag. Ze leren wel dingen in de lessen Nederlands. Maar ze kunnen dat niet overzetten naar hun later beroep en hun echte leven. Greet: Vaak hadden ze slechte ervaringen in de eerste twee jaren van het middelbaar. Ze gruwelen van taal. Voor hen staat lezen voor wijsheid uit boeken en voor moeilijk doen. Het wordt gezien als elitair. Leraren weten dat ook. Sommigen, vooral vakleraren, denken dat soms zelf. Tineke: Leraren in BSO en TSO verwachten daarom vaak weinig van hun leerlingen. Sommige leraren vinden zelfs dat hun leerlingen meer taal niet nodig hebben. “Zij gaan later toch werken onder een baas”, zeggen ze dan. Leerkrachten maken teksten in de klas korter en korter. Schrijven moeten de leerlingen niet meer. Ze moeten enkel nog wat woorden invullen. Je ziet dat ook steeds meer in handboeken. Dat helpt leerlingen natuurlijk niet. Greet: Leraren maken het soms zo eenvoudig mogelijk voor BSO- leerlingen. Dat is niet goed. Je moet ze net wapenen voor het echte leven. Van links naar rechts: Ria Juwet, coördinator G-kracht in school Elishout; Nicole Vermylen, leerkracht Don-Bosco Heverlee; Greet Goossens van het Centrum voor Taal en Onderwijs; Goedele Vandommele van het Centrum voor Taal en Onderwijs. 23 november 2011 Foto CTenO Foto Wablieft (KV)

Wablieft-prijs 2011 G-kracht doet leerlingen beter lezen ... · taal niet nodig hebben. “Zij gaan later toch werken onder een baas”, zeggen ze dan. Leerkrachten maken teksten

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Wablieft-prijs 2011 G-kracht doet leerlingen beter lezen ... · taal niet nodig hebben. “Zij gaan later toch werken onder een baas”, zeggen ze dan. Leerkrachten maken teksten

In de kijker6

Wablieft-prijs 2011

G-kracht doet leerlingen beter lezen en lerenHet einde van het jaar nadert. Dan is het tijd voor prijzen. Ook de redactie van Wablieft reikt haar prijs uit voor 2011. De Wablieft-prijs voor duidelijke taal gaat dit jaar naar het project G-kracht van het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) van de universiteit in Leuven. Het is het verhaal van anders en beter lezen op school. Zodat jongeren meer kansen krijgen in het leven.

Wablieft reikt elk jaar de Wablieft-prijs voor duidelijke taal uit. Hiermee bekroont Wablieft projecten, organisaties of personen die duidelijke taal gebruiken om informatie voor iedereen toegankelijk te maken. Het project G-kracht deed dat op een heel eigen manier.

Voor G-kracht werkte CTO samen met tien middelbare scholen met richtingen beroepsonderwijs (BSO) en technische richtingen (TSO). Ze slaagden er samen in om de geletterdheid van de leerlingen te verhogen. Dat wil zeggen jongeren beter laten lezen, schrijven en rekenen. Later zullen ze daardoor vlotter kunnen deelnemen aan de samenleving. Hoe zit dat juist? Wablieft trok daarvoor naar Leuven. We spraken er met de CTO-medewerkers Greet Goossens, Tineke Padmos en Goedele Vandommele.

Wablieft: Waar ligt het begin van G-kracht?Greet: G-kracht wil werken aan de geletterdheid van leerlingen in beroepsklassen en klassen uit technische richtingen. Ons project wou scholen en leraren ondersteunen.

Het doel was dat leerlingen beter en meer bezig zijn met lezen en schrijven. De opdracht kwam van de Vlaamse minister van Onderwijs. Die wil gelijke onderwijskansen voor alle leerlingen.

Waarom die nadruk op geletterdheid?Tineke: Tussen 15 % en 18 % van de volwassenen in Vlaanderen is laaggeletterd. Dat is één op zes tot zeven mensen. Zij lezen niet goed en staan dus zwakker in de samenleving.

Leg dat eens uit.Greet: Wat moet een volwassene vandaag kunnen om in de samenleving zijn of haar weg te vinden? Wil hij zijn bankzaken regelen? Wil zij een woning huren? Dat gebeurt allemaal schriftelijk, met contracten en papieren. Lezen en schrijven zijn ook nodig om je niet te laten bedotten. Ook voor je werk is schrijven en lezen overal nodig. Voor elk werk moet je nu papieren of logboeken kunnen invullen. Je moet handleidingen kunnen lezen. Of je moet een computer kunnen gebruiken. Denk aan lezen en versturen van e-mails met opdrachten. Of opzoeken van info op internet. Kom je uit school? Dan moet

je daar klaar voor zijn. Goedele: Leerlingen van BSO-klassen, maar ook TSO-leerlingen, maken veel kans om laaggeletterd de school te verlaten. Meer nog. Het CTO onderzocht wat er verandert tussen het derde en zesde jaar middelbaar. En wat bleek? De geletterdheid verhoogt bijna niet. Deze leerlingen leren niet of amper beter lezen, schrijven en rekenen in deze jaren op school. Tineke: Leerlingen van die richtingen lezen vaak helemaal niet graag. Ze leren wel dingen in de lessen Nederlands. Maar ze kunnen dat niet overzetten naar hun later beroep en hun echte leven.Greet: Vaak hadden ze slechte ervaringen in de eerste twee jaren van het middelbaar. Ze gruwelen van taal. Voor hen staat lezen voor wijsheid uit boeken en voor moeilijk doen. Het wordt gezien als elitair. Leraren weten dat ook. Sommigen, vooral vakleraren, denken dat soms zelf.Tineke: Leraren in BSO en TSO verwachten daarom vaak weinig van hun leerlingen. Sommige leraren vinden zelfs dat hun leerlingen meer taal niet nodig hebben. “Zij gaan later toch werken onder een baas”, zeggen ze dan. Leerkrachten maken teksten in de klas korter en korter. Schrijven moeten de leerlingen niet meer. Ze moeten enkel nog wat woorden invullen. Je ziet dat ook steeds meer in handboeken. Dat helpt leerlingen natuurlijk niet.Greet: Leraren maken het soms zo eenvoudig mogelijk voor BSO-leerlingen. Dat is niet goed. Je moet ze net wapenen voor het echte leven.

iedereen toegankelijk te maken. Het project G-kracht deed dat op een heel

Voor G-kracht werkte CTO samen met tien middelbare scholen met richtingen beroepsonderwijs (BSO)

deelnemen aan de samenleving. Hoe zit dat juist? Wablieft trok daarvoor naar Leuven. We spraken er met de CTO-medewerkers Greet Goossens, Tineke Padmos en Goedele

Wablieft: Waar ligt het begin van

Van links naar rechts: Ria Juwet, coördinator G-kracht in school Elishout; Nicole Vermylen, leerkracht Don-Bosco Heverlee; Greet Goossens van het Centrum voor Taal en Onderwijs; Goedele Vandommele van het Centrum

voor Taal en Onderwijs.

23 november 2011Foto C

TenOFo

to W

ablie

ft (K

V)

Page 2: Wablieft-prijs 2011 G-kracht doet leerlingen beter lezen ... · taal niet nodig hebben. “Zij gaan later toch werken onder een baas”, zeggen ze dan. Leerkrachten maken teksten

In de kijker 7

G-kracht werkt!

Het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) begeleidde in tien scholen in Vlaanderen twee jaar lang leerlingen van één klas. Achteraf was maar één uitleg mogelijk: G-kracht werkt!

Het CTO testte vooraf hoe goed de leerlingen konden lezen, schrijven en rekenen. “Veel leraren in die scholen schrokken van de uitslagen”, vertelt Goedele Vandommele van het CTO. De onderzoekers van G-kracht zagen ook onmiddellijk verschillen tussen BSO en TSO.

Test geletterdheid vooraf: bijna 3 op 4 leerlingen uit het TSO en BSO die getest werden, zijn onvoldoende geletterd. In het TSO was dat meer dan 50%, in het BSO was dat zelfs meer dan 80%.

TSO BSO TOTAAL

Voldoende geletterd 47 % 18 % 27 %

Onvoldoende en ruim onvoldoende geletterd

53 % 82 % 73 %

Na twee jaar G-kracht is iets meer dan 2 op 4 leerlingen nog onvoldoende geletterd.

TSO BSO TOTAAL

Voldoende geletterd 67 % 33 % 43 %

Onvoldoende en ruim onvoldoende geletterd

33 % 67 % 57 %

De leerlingen in het onderzoek lezen en schrijven duidelijk beter. De score op lezen stijgt met 4%, op schrijven zelf met 8%. CTO begeleidde elke klas twee jaar lang. “Dat maakt het project G-kracht bijzonder. We konden in totaal 108 leerlingen en hun leraren volgen. Daarbij waren zowel de gedreven leraren als de leraren die in het begin niet zo veel in het project zagen”, vertelt Tineke Padmos. “Twee jaar later dachten de leraren bij geletterdheid toch veel meer aan taal toepassen. Dat merkten we achteraf na een rondvraag. We zagen ook hoe ze meer lees- en schrijfopdrachten gaven tijdens hun lessen.” Toch is meer begeleiding en onderzoek nodig. “Twee jaar G-kracht is mooi, maar niet genoeg”, zegt Greet Goossens. “We moeten die groei in lezen en schrijven beter en langer kunnen volgen. We hopen dat de overheid ons dat toch nog laat doen.”

Twilight-boeken Het CTO ondervroeg leerlingen in het project ook over taal. “Dat was niet altijd even gemakkelijk. De leraren waren wel zeer nieuwsgierig naar de antwoorden”, zegt Tineke. “Want zij kennen hun leerlingen zo helemaal niet. Wat vinden zij van lezen? Wat lezen ze? Wat lezen ze graag? De antwoorden verrasten soms. Lezen op school vonden de leerlingen meestal vervelend en zinloos. Dan bleek plots dat sommigen thuis gedichten schreven. En dat ze de Twilight-boeken lezen.”(lacht)

Wablieft-prijs voor G-kracht

Het project G-kracht krijgt de Wablieft-prijs 2011.Want G-kracht werkt. G-kracht zette tien scholen aan het werk. Leerkrachten maakten meer opdrachten die leerlingen vragen om te schrijven, te lezen en te rekenen, zoals die jongeren binnenkort ook op hun werk zullen doen.

Zo wil G-kracht jongeren meer kansen bieden. Nog te vaak komen jongeren uit BSO-scholen en TSO-scholen, terwijl ze niet genoeg kunnen lezen, schrijven en rekenen. Dat moeten ze wel kunnen om een job te krijgen, en om die job te houden.

Leerlingen die les kregen van leerkrachten die meededen aan G-kracht, konden na die twee jaar beter lezen en schrijven. Dat geeft hoop! Daarom krijgt G-kracht de Wablieft-prijs 2011.

“Het belangrijkste aan G-kracht is dat het alle

leerkrachten van de praktijkvakken bereikt. Al deze

leerkrachten kunnen taal in hun lessen

verwerken. Om dat te doen, moesten

de leerkrachten hun manier van denken

veranderen. Dat vraagt natuurlijk

tijd. Maar het werkt.”

-- Ria Juwet, coördinator G-kracht in school Elishout te Anderlecht

Daar komen ze ook moeilijke dingen tegen. We hebben leraren voor dit project moeten overtuigen. Er moest vertrouwen komen.

Jullie werkten samen met 10 scholen …Goedele: Zes BSO-scholen en vier TSO-scholen. In elke school volgden we één klas van de tweede graad, twee jaar lang. De klassen kwamen uit verschillende richtingen: voeding-verzorging, handel, hotel-restaurant, sociaal technische wetenschappen, mechanica en elektriciteit.

Zij pasten G-kracht toe. Wat wil dat nu zeggen?Greet: Vakleraren gingen meer lees- en schrijfopdrachten gebruiken tijdens hun lessen. Wij begeleidden hen daarbij. Leraren overlegden en wisselden ervaringen uit. Ze kregen tips en voorbeelden.

G-kracht stimuleerde taalopdrachten in de vaklessen?Greet: Ja en nee. We wilden van de leraren helemaal geen taalleraren maken. Maar de rol van deze leraren is wel belangrijk. Leerlingen gebruiken in elke les en in het leven taal om info te verwerken en toe te passen. Door G-kracht laten de leerkrachten hun leerlingen lezen, samenwerken en zelf dingen op papier zetten. En die taken hebben telkens te maken met het vak zelf. Zo kan je leerlingen motiveren.

Jullie willen ‘functioneel lezen en schrijven’ aanmoedigen. Kan je nog een voorbeeld geven voor onze lezers?Tineke: ‘Functioneel lezen’ is lezen met een doel. Je leest, omdat je de info nodig hebt. We maakten bijvoorbeeld een les over drinkwater. De leerlingen bekijken dan hoe zij daar mee omgaan. Drinken ze gezond? Om dat te weten, hebben ze info nodig. Ze moeten lezen, en dan zelf een test doen. Dat doe je ook als je ziek bent. Je zoekt op internet of wat je voelt bij een ziekte hoort. In onze oefeningen komen leerlingen ook tot ‘functioneel schrijven’. Ze moeten bijvoorbeeld zelf een lijstje met tips opstellen.Het kan soms heel eenvoudig zijn. Vaak leest een leraar uitleg over een opdracht voor. Wij stellen voor om de leerlingen de uitleg in groepjes te laten lezen. Soms gaat daar iets fout. Dat is net interessant. Zo kunnen leerlingen en leerkracht samen nadenken hoe ze de uitleg anders kunnen formuleren, of anders kunnen lezen.

Voor meer info www.cteno.be en www.geletterdheid.be

Winnaar

2011

Ilona Plichart en Michel Helaers

23 november 2011

Foto CTenO