74
Kennisportfolio H2 AO Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen. Wat is AO. AO zorgt ervoor dat het geen puinhoop wordt in het bedrijf. AO gaat over informatie in een bedrijf en die kijkt of die informatie goed verloopt. De informatie stromen tussen alle afdelingen is het cement van een organisatie. Bij AO zijn vier belangrijke begrippen. Besturen = om vier uur in maastricht zijn. Dat zeg je tegen de chaffeur. Laten functioneren = je zorgt ervoor dat de chaffeur er is en dat er benizen en een tomtom is. Zorgen dat het gaat lopen en draaien. Beheersen = tussen tijds kijken of alles goed verloopt. Bijvoorbeeld een afslag verkeerd genomen. Bewaken dat het op de goede weg blijft. Verantwoording afleggen= stel je bent in half 5 in Maastricht, dan ben je te laat. En moet je dat aan de manager uitleggen met wie je een afspraak had. Besturen en verantwoording afleggen wordt door het management gedaan. Betrouwbare informatie. De tomtom moet wel betrouwbaar zijn anders kom je er niet. Drie belangrijke begripenn BIJ AO., zeker op tentamen. Informatie moet: Juist zijn: het geld dat je overmaakt moet wel aankomen. 10 euro overmaken, dan moet er ook 10 euro worden bijgeschreven en niet 9 euro.

arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Kennisportfolio H2

AOWeek 1 administratieve organisatie.

Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen.

Wat is AO.AO zorgt ervoor dat het geen puinhoop wordt in het bedrijf.

AO gaat over informatie in een bedrijf en die kijkt of die informatie goed verloopt. De informatie stromen tussen alle afdelingen is het cement van een organisatie.

Bij AO zijn vier belangrijke begrippen.

Besturen = om vier uur in maastricht zijn. Dat zeg je tegen de chaffeur. Laten functioneren = je zorgt ervoor dat de chaffeur er is en dat er benizen en een tomtom is. Zorgen dat het gaat lopen en draaien. Beheersen = tussen tijds kijken of alles goed verloopt. Bijvoorbeeld een afslag verkeerd genomen. Bewaken dat het op de goede weg blijft.Verantwoording afleggen= stel je bent in half 5 in Maastricht, dan ben je te laat. En moet je dat aan de manager uitleggen met wie je een afspraak had.

Besturen en verantwoording afleggen wordt door het management gedaan.

Betrouwbare informatie. De tomtom moet wel betrouwbaar zijn anders kom je er niet.

Drie belangrijke begripenn BIJ AO., zeker op tentamen.

Informatie moet:

Juist zijn: het geld dat je overmaakt moet wel aankomen. 10 euro overmaken, dan moet er ook 10 euro worden bijgeschreven en niet 9 euro.

Volledig zijn= volledig invullen van velden op internet. En volledige opbrengsten krijgen. Je moet alle opbrengsten aanslaan die je gehad hebt. Anders is het jaarverslag niet betrouwbaar. Hier checkt de accountant heel goed naar.

Tijdig zijn= informatie moet recent en actueel zijn en de info moet optijd aankomen bij diegene die het nodig heeft. Bijvoorbeeld de inkoper en de verkoper moeten elkaar optijd benaderen met informatie.

Welke info heeft de leiding nodig om te kunnen sturen. Doelstellingen en targets. Ze moeten info hebben van de verkoopafdeling, informatie van het vorige jaar. Ook informatie nodig van buiten. Dus info van buiten en binnen.

Page 2: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

De managers van alle afdelingen moeten verantwoording afleggen aan de leiding van het bedrijf.Ook moet de top verantwoording afleggen aan de overheid, belastingdienst en aandeelhouders.

Inkoopafdeling heeft info nodig van verkoop afdeling en magazijn. Ook info van het budget van de financiële zaken. En inkoopafdeling moet verantwoording leggen aan fiannciele zaken. Als er stoelen besteld zijn, dan moet er gecheckt worden of ze echt besteld zijn en ook zijn binnengekomen voor de juiste prijs.

Magazijn heeft info nodig van inkoop en verkoop. Als de tv s verkocht zijn, dan moeten ze klaar worden gezet.

Verkoopafdeling moet verantwoording afleggen aan de financiele zaken. Hoeveel is er verkocht en voor welke prijzen.

Er zijn dus veel informatie stromen en die moeten goed georganiseerd zijn.

Subway, te hoge kosten en te lage omzet. De informatie was dus niet betrouwbaar, daarvoor kregen ze schadevergoeding.

Douwe Egberts, informatie was tijdig en juist, maar de aandeelhouders hebben veel te veel betaald.

Rabobank. De topman is opgestapt en heeft aangegeven dat hij te weinig informatie had over de fraude en de mensen die er zaten. Hij wist niet dat het aan de gang was.

Spookfacturen. Facturen worden opgestuurd met daarin aangegeven dat je iets gehad hebt en niet betaald hebt. Als nog moet je betalen, terwijl je niets hebt gehad.

Om te checken of alles goed is, check je in detail naar een bedrijf. Ieder proces moet je nagaan. Processen zijn activiteiten die met elkaar samenhangen.

Processen op hoofdniveau en subniveau.

Hoofdproces van ene handelsonderneming: inkoop opslag verkoop Je kunt niet alle inforamtiestromen zo direct zien, dus inzoomen.

Inkoopproces:Initiatief beslissen uitvoering afwikkeling

Van alle processen staan er in het boek processen.

In de case vaak op het niveau van detail. Initiatief tot inkoop bestaat ook uit stappen.

Bij alle afdelingen wordt informatie gehaald. Als je alle info hebt gehad, dan moe tje checken of de info betrouwbaar is. Want anders gaat de onbetrouwbare info weer door naar meerdere niveau’s.

Processen op verschillende niveau’s. Risico’s van onbetrouwbare info. Zoals fraude. Of iets uit de voorraad menemen door personeel. Het personeel heeft een ander doel dan de top, niet allemaal commercieel ingesteld. Dus kunnen er spullen worden meegenomen. Met welke maatregelen kunnen we de risisco’s verkleinen.

Page 3: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

AO gaat over twee dingen.- Betrouwbare informatie - Ervoor zorgen dat er geen fraude is.

HOFMAN BEDRIJFS INSPECTIE.

Eigen voorbeelden problemen in bijbaan.Reserveringen die wel binnenkomen, maar niet bij het bedrijf bekend zijn. Automatiseren. Dit is het verkoopproces.

Kortingen staan nog in de kassa, terwijl alles al voorbij was.

Veel verschillen in de winst zijn kenmerken van fraude.

Bij postnl worden brieven opengemaakt en andere rekeningnummers ingevuld. Maatregel is verklaring van goedgedrag.

AO is niet bij ieder bedrijf toepasbaar. Kleine bedrijven met weinig personeel is het lastig bij toe te passen. Daar kan weinig gefraudeerd worden, omdat er weinig mensen zijn en de eigenaar gaat zelf niet frauderen, want dan neemt zijn winst af.

STOF.Er is veel onderzoek gedaan naar AO. Starreveld heeft gekeken naar verschillende soorten bedrijven. Een bedrijf die op rekening verkoopt heeft een zelfde soort probleem. Een soort debiteurenprobleem. Voor verschillende bedrijven zijn er verschillende problemen.

Cash geld, kas verschillen en nep geld. Op rekening, kijken of het geld uiteindelijk binnen komt.Bij prodcutie, is er steeds dezelfde prijs of moet je een huis bouwen, dan moet je goed onderhandelen wat je wel en niet in de prijs berekent.

Bij een case moet je kijken bij welke typolgie het bedrijf is, soms een combie. Als je de typologie weet, dan weet je welke problemen er kunnen komen.

DVD bij BOL.COM6 stappen.

1. Selecteren in winkelmandje prijs moet je weten, product, voorraad, verzendtijd, aantal enz.

2. Naar afrekenscherm inloggen op account, gegevens check.

3. internetbankieren openen en invullen bank selecteren, inloggen, checken saldo4. verzendadres opgeven 5. bevestiging mail 6. ontvangen

Page 4: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

samen:1. winkelmandje. Info: prijs, aantal, levertijd.

Bol.com wilt weten: aantal bestelde produten.2. Registreren: klant nummer ingeven. NAW info. Welkoms boodschap.

Bol.com checkt of er achterstallige betalingen zijn. 3. Bezorgwijze: waar en wanneer.4. Bezorgadres: moet kloppen. Logisitiek moet kloppen.5. Besteloverzicht: checken of alles klopt.6. Betalen. Is het betaald en hoeveel. BOL.com wilt weten wanneer het betaald moet worden.

Thuis case maken.

Algemene organisatie week 2 les 2.

Processen.

Er zijn veel processen. Er zijn vier fasen in het inkoopproces.

Plieger heeft 500 leveranciers en 175 voor Sanitair.

Als er een late levering is, dan kun je kijken bij de prijs en de WAAR.

Beslissingen van Plieger om producten te bestellen. Stap 1Initiatief tot inkoop.

- Er kan een minimum voorraad nodig zijn. - Misschien komt er een bepaalde actie, waardoor je meer producten nodig kunt gaan

hebben.- Kijken naar eerdere maanden wat er bij de verkoop was.

Just in Time bestellen, om de kosten van de voorraad, kosten van het bestellen, en kortingen bij grotere hoeveelheden zo gunstig mogelijk te laten uitpakken. Dit kun je doen met JIT.

Optimale bestelgrootte, is de bestelgrootte waarbij de totale voorraadkosten en bestelkosten het laagst zijn.

Bij iedere stap staan items, dat zijn de begrippen die je nodig hebt.

Stap 2.Bij wie ga je inkopen.

- Bij een bevriende leverancier inkopen. Je gunt het de ander. Hij kan wellicht kortingen krijgen. Te hoge prijs, doordat je de andere prijzen niet checkt.

Benodigde informatie. Informatie over prestaties leveranciers.

- Leveringsbetrouwbaarheid - Kwaliteit - Service

Page 5: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Info over de markt. Je komt in heel de wereld, dus weten wat er speelt.tOverzicht inkoop beslissingen, zodat fraude van werknemers voorkomen kan worden.

Offerte register een register waarin wordt bijgehouden aan wie er offertes zijn gevraagd en welke binnen zijn.

Europese aanbesteding heeft als functie om te voorkomen dat bevriende leveranciers alle grote opdrachten krijgen. Dus een soort eerlijke concurrentie ontstaat er nu.

Stap 3. Uitvoering en levering.

Inkoopcontract kan fouten hebben, zoals verkeerd afleveradres. - Stambestand. Een systeem met daarin alle vaste gegevens van artikelen, leveranciers,

klanten, personeel enzo. AO> wie mag er wel bij en hoe zorgen we ervoor dat het bestand up-to-date blijft. Voor klanten, personeelsleden, leveranciers. Info over leveranciers, zoals bankgegevens, contactpersoon, adres. Mag niet iedereen bij.

- Contractenregister een register met daarin alle lopende contracten van een bedrijf met haar leveranciers.

- Raamcontract een contract waarin partijen principe afspraken maken om met elkaar in zee te gaan. Hierin wordt opgenomen of er kortingen komen bij een grotere afname enzo. Binnen dit grote raamcontract zullen concretere afspraken worden gemaakt die gaan over de te leveren goederen. Partijen die iets in een contract afspreken zijn de preferred suppliers. AO moet zorgen dat er tijdig informatie wordt gegeven als een contract afloopt. Er moet dan worden gezocht naar een nieuwe leverancier of verlenging van de bestaande.

- Afroepcontract er zijn afspraken gemaakt over de totale hoeveelheid af te nemen goederen gedurende een bepaalde periode. De feitelijke levering vind pas later plaats. Zodra je de goederen nodig hebt, dan roep je het contract dat al was opgemaakt af en krijg je de goederen zoals afgesproken.

Stap 4.Afwikkeling. Factuur wordt betaald en goederen ontvangen. Soms krijgt hij te veel goederen of te weinig. Plieger heeft een goed systeem hiervoor.

Facturen niet betaald, dan inkopen lastiger. Geen geld voor inkopen.

Goed checken of je betaald wat je ontvangen hebt. Three way match, dat is van toepasing om te weten of je de facturen die je krijgt, oko daadwerkelijk goederen hebt gekregen, checekn naar de bestellingen en de ontvangsten. Nadat dit gechekt is, dan pas betalen.

Retourzendingen, die moet je terugsturen en een creditnota krijgen van het betaalde bedrag. Dan kun je alles netjes administratief afwerken.

Te weinig goederen leveren wordt Manco genoemd. Ze moeten niet beschadigdzijn en van de juiste kwaliteit zijn, dus wordt er een kwaliteitscheck gedaan.

Er zijn twee documenten. Er is een bestelbon die bij de inkoper is, daarop staat de bestelling. En er is een ontvangst bon bij het magazijn, met daarop wat er ontvangen is. Dan is er ook nog de

Page 6: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

inkoopfactuur nodig. Deze wordt door de leverancier verstuurd en wordt verwerkt op de financiele administratie. Daar wordt er three way matching toegepast factuur wordt vergeleken met wat er besteld was en met wat er ontvangen was, voordat hij wordt goedgekeurd en betaald.

Bij Plieger zit dit allemaal in het systeem ingevoerd.

Andere afdelingen, zijn zeker het magazijn, de verkoopafdeling en de financiële administratie (bij de three way matching).

Het voorraadproces. Je ontvangt goederen daarna worden ze opgeslagen daarna voor de verkoop verzonden.

Incourantheid, de goederen verliezen waarde, doordat ze niet meer in de mode zijn.

Items moet je kennen. - Magazijnvoorraad, de voorraad die in het magazijn ligt. De kantoorvoorraad is de voorraad

die er zou moeten liggen gelet op inkoop enzo. Stellingkaarten. Opschrijven als er iets uit het magazijn is gehaald.

- Inventarisatie. Je gaat kijken of de hoeveelheden die de voorraadadministratie aangeven ook daadwerkelijk in het magazijn liggen en ga je checken of er dus geen sprak is geweest van fraude.

- Pijplijn. Wat er in het magazijn is, maar al wel verkocht is. Iemand anders heeft ze al verkocht. Dat is de uitgaande. De inkomende pijplijn, er is al wel besteld, maar er ligt niks in het magazijn, ze komen morgen pas.

- Voorfacturering. Eerst wordt de factuur opgemaakt en dan worden de goederen klaar gezet voor facturering.

- Nafacturering. De goederen worden klaar gezet en daarna wordt de factuur pas opgesteld. - Technisch open magazijn. Iedereen kan bij het magazijn. Geen deur of iets. Magazijn bij

IKEA.Gesloten magazijn. Niet iedereen kan er bij. Duurdere artikelen liggen in een gesloten magazijn. Maar een bepaald aantal mensen kunnen erbij.

- Administratief open, je kunt er gewoon iets uitpakken uit het magazijn en je hoeft niets meer te noteren. Kantoor voorraad op een school. Administratief gesloten, je moet een document hebben om de goederen te mogen pakken.

Vier fasen van het verkoopproces.

Afwikkeling. - Wat is de informatie behoefte

Is het factuur verstuurd. Juiste gegevens voor betaling Retour. Wie gaat het betalen enzo. Wat als er niet betaald wordt.

- Welke risico’s. Het geld komt niet binnen.Verkeerde rekening nummer.Storing bij de bank. Verkeerde bedrag binnen gekregen.Bedrag zonder afzender.Een te late betaling, die je niet kent.

Page 7: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

- Oplossingen. boos bellen. Afspreken verdere betaling. Ervoor zorgen dat de bank het weet. Bank bellen.Contact opnemen. Bank bellen Contact opnemen met de leverancier. Debiteuren bewaking afdeling aannemen.

Fraude: administratiekosten naar een andere rekening overmaken.

Nu samen:

Vier fasen in het verkoopproces.

Stap 1.Verkeerde producten aanbieden in het assorti waar geen vraag naar is. De prijs t.o.v. de andere concurrenten is erg verschillend. Er is een actie, maar er staat een foute prijs in het systeem. Je moet weten wie je afnemers zijn. Er is een stambestand van artikelen. Ieder artikel moet een uniek artikel nummer hebben.

Stap 2. Orderverkrijging Het aantal is belangrijk. De gegevens van de klanten zijn belangrijk. Is de klant kredietwaardig. Risico van een loze order. Voor de grap of iets.

CRM customer relation management klantrelatiebeheer, het aanbod aanpassen aan de wensen van de klant uit het verleden. Deze heb je, omdat je ze allemaal hebt bewaard in je klantenstambestand.

Bij een instantie navragen of de klant kredietwaardig is. Of naar de betaalhistorie kijkenTe veel korting kan er gegeven worden, doordat de targets gehaald moeten worden.

Oplossing. Je mag max 5% korting geven als verkoper en als er meer wordt gegeven dan eerst vragen. Oplossing is ook een kortingsstaffel.

Klantbestand, waarin staat wie er wel en geen korting krijgt. Niet iedereen mag hierbij, net als bij het artikel stambestand, anders is er snel fraude mogelijk. AO moet er dus voor zorgen wie er mag beslissen en hoe het bestand up to date blijft.

Kortingsstaffel. Hoe meer producten hoe meer korting. Dit is op papier vastgelegd, dus hoeft er alleen gekeken te worden hoeveel er gekocht gaat worden en dan kan de korting automatisch bepaald worden.

Stap 3. Uitvoering.Te vroeg geleverd. geen ruimte om op te slaan.Te laat geleverd. nee verkopen aan klanten en hierdoor lopen klanten weg.

Page 8: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Order ontvangst crm, meer oog voor de klant, zodat hij meer zal afnemen.Order acceptatie willen we het accepteren (kredietwaardigheid) kunnen we het accepteren, (voorraad groot genoeg).

Facturering. Verkeerde rekeningnummer. Onbewust verkeerde facturen versturen. Mislopen van facturen als er facturen verloren gaan.

Verkeerde goederen moeten gecheckt worden. Doorlopende nummering. Handmatig bonnetjes schrijven en die bonnetjes nummer je steeds. De facturen worden dus genummerd en zodra er een nummer niet is, weten ze dat er iets is fout gegaan.

Administratieve organisatie week 3 les 3

Processen risico’s maatregelen

Tone at the top het management moet het geode voorbeeld geven. ze moeten uitstralen dat het er toe doet wat je doet. Niet zomaar caudeau’s aan andere geven.

Gedragscode hoe moet er om worden gegaan met ontvangen cadeau’s.

Werving en selectie je moet goed weten als je wordt aangenomen dat je iemand aanneemt die goed is.

Kosten en baten afwegen je moet goed kijken dat je wel een opbrengst hebt voor de kosten die je hebt. Pathe heeft ervoor gekozen om 1 iemand aan te nemen die de kaartje bekijkt, en niet bij iedere zaal. De kosten om overal iemand neer te zetten zijn hoger dan de opbrengsten die je verliest van mensen die vaker naar een film gaan. Bij iedere maatregel moet je kijken dat de mogelijke kosten van het niet inperken van de risico’s, niet meer kost dan dat het opbrengt. Pathe zet niet overal iemand neer, omdat het meer kost dan dat het aan risico’s dekt.

7 gereedschaponderdelen. - Functie scheiding.

Je moet goed de functies afscheiden. Als iemand de inkoop, opslag en verkoop doet, dan zijn er veel zaken die fraude kunnen opleveren. Om dit te voorkomen ga je functies scheiden.

Binnen de verkoop worden allerlei functies gescheiden, 5 functies.

Beschikken dit doet de directie, maar ook de verkoper en inkoper (die besluit aan wie er verkocht mag worden). je mag het bedrjif binden, met overeenkomsten. Inkoper. Bewarende functie de magazijn meester. De cassiere houdt het geld bij. Binnen het verkoopproces mag hij niets beslissen, wel mag hij beslissen over zijn werknemers.Uitvoerende functie de magazijn knecht.

Registrerende functie financiële administratie. Die controleert de facturen three-way-matching en registreert de personeelsadministratie. Ze maken een betaling klaar, en uiteindelijk beslist de directuer het.

Page 9: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Controlerende functie ze controleren of alles klopt, zoals of de adminsitratie klopt

(in grote organisaties zitten de controle en de registrerende afdelingen apart). ‘

- Automatiseren Eiland automatisering. Er zijn aparte systemen voor iedere organisaties. Aparte

inkoop systeem. Apart verkoop systeem. Er zijn geen koppelingen met bestanden . Het nadeel is dat als er gegevens over geplaatst worden, dan kan er veel fout gaan. Ze staan niet in verbinding met elkaar. Ook kan het zijn dat de gegevens in twee verschillende systemen verkeerd staan, dus ze komen dubbel voor en ze kunnen verschillend zijn.

ERP systeem (enter prise resource planning).het is een geïntegreerd systeem binnen het bedrijf. De informatie staat in 1 systeem. De overdracht gaat automatisch en geen dubbele gegevens. Ook bij Plieger staat alles erbij samen. Grote bedrijven hebben vaak deze systemen, omdat het heel moeilijk is om in te voeren.

Internet economie cloudcomputing. Informatie die in de lucht kan worden gehouden en altijd bereikbaar is, dropbox.

General controls en application controls. (maatregelen).General controls. (moet allemaal goed geregeld zijn)

- Het fundament moet goed zijn. Je moet elektriciteits storingen over het geheel kunnne opvangen.

- Autorisaties. Wie mag wat in welk systeem. Osiris. - Back up & recovery zodat de gegevens niet verloren kunnen gaan. Back up moet je buiten

het bedrijf bewaren, als er dan brand komt, dan verlies je niks. Recovery, als je bedrijf stil ligt, kun je snel overschakelen in een ander bedrijf.

- Logging. Je legt vast wat de afspraken zijn en hoe het moet gebeuren. Hierdoor kun je fraude opsporen van mensen die gegevens veranderen of iets. Het systeem geeft dan een melding.

Application controls - Invoercontroles. Controleren als je je postcode invoert, dat dan het adres erbij komt.- Verbandcontroles. Verband leggen tussen een klant en een klantnummer of bankgegevens. - Waarschijnlijkheidscontroles. Als je altijd 600 stuks besteld, en je geeft in eens 6000

nummers aan, dan krijg je de vraag of je het wel wilt bestellen.

Autorisatietabel. Het is een geautomatiseerd systeem, met vier functies en I voert bestelling in r r ri i r rr r i ig r r g

Kaders en normen In veel bedrijven worden vooraf berekeningen bepaald voor een bepaalde periode.

- Kostprijscalculatie. (soll (hoe zou het moeten zijn IST hoe is het)- Verkoopprognoses - Afdelingsbudgetten - Begrotingen

Page 10: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Als deze gegevens enorm verschillen, dan zou het kunnen wijzen op fraude of andere redenen. Die je moet onderzoeken.

Richtlijnen en procedures Allerlei certificaten waar je aan moet voldoen.

Interne procedures. Als er in een procedure staat, dat een verkoper maximaal 5% korting mag geven en hij wilt 8% geven, dan moet hij dit aan de manager vragen. Het beschrijven van de procedure is AC.

Verbandcontroles. - Financiële administratie heeft een centrale rol waarbij alle gegevens komen. - Ook zijn er verbanden tussen verwachting en werkelijk.

- Waarde kringloop. Een handelsbedrijf dat alleen op rekening inkoopt en verkoopt. Veel relaties. Door een inkoop stijgt de voorraad. Als er verkoop is, neemt de voorraad af en stijgen de debiteuren. Als er een incasso of een betaling van de debiteuren komt, dan nemen de debiteuren weer af. Als de crediteuren betaald worden, dan nemen zowel de crediteuren als het geld af.

Met de waaredkringloop kunnen berekeningen worden gemaakt.

Voorbeeld opgave uit sheets.

15.000 = verkopen. 12.000 = inkoopwaarde van de omzet (dus de inkoopkosten).

12.000 iwo gebruik je van boven naar beneden. En 15.000 verkoop prijs gebruik je van links naar rechts.

13.000 + 10.000 -16.000= 7.0002.000 + 15.000 – 9.000 = 8.000

Je doet dit allemaal, om fraude tegen te gaan. Als iemand iets meeneemt naar huis, dan zie je dat in de voorraden.

Steekproefcontrole. Je kunt gecontroleerd worden door de politie of in de supermarkt in het karretje kan er gecontroleerd worden naar sommige producten.

Oogtoezicht. De baas die mee kijkt.

De verantwoording is de laatste van AO.

Accountantscontrole. Hij verklaart dat de jaaropgave betrouwbaar is. Juist, volledig en tijdig. Dit moet hij kunnen verantwoorden.

Page 11: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Management moet in control statement afdragen, met daarin de doelen en verwachtingen voor een komend jaar.

De accountant wil weten of de opbrengsten die hij heeft volledig zijnen niet intern zijn doorgesleumerd of zijn meegenomen. Zijn er dus geen opbrengsten achtergehouden.

Ook de kosten die er zijn moeten juist zijn.

Globalisering. Veel bedrijven doen internationaal bedrijven, steeds vaker. Hier moet AO, met levertijden enzo ook mee rekening houden.

Regelgeving.Code tabaksblad. Compliance je moet ergens aan voldoen en zo niet, dan moet je uitleggen waarom je er niet aan voldoet.Risk management risico’s opsporen. COSO standaard

MAKEN OPGAVE 7.3. ook case maken op blackboard.

Page 12: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Beginvoorraad20.000

Inkopen13.000

Beginsaldo crediteuren

10.000

Beginsaldo LM11.000

Betalingen16.000

Beginsaldo debiteuren

2.000

Ontvangsten9.000

Verkopen15.000

Eindsaldo LM4000

Eindvoorraad18.000

+

+

+

+

-

-

-

-

=

= =

=

Page 13: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Algemene economie Algemene economie les 1 week 1.

Meso economie.

Het gaat vooral om concurrentie. Concurrentie in brede zin.

Uiteindelijk wil je de concurrentie laag houden, dan kun je met prijzen spelen en heb je minder kosten aan innovatie.

Voor consumenten is concurrentie wel gunstig, lagere prijzen enzo. Je kunt bedrijven opkopen en verhuizen.

Concurrentie intensiteit, hoe hoog is de concurrentie.

Macro wereld economie/een economie van een land. Consumenten, bedrijven, overheid en buitenland.

Meso Bedrijfstakken, de productie van cola. Zoals de cola aanbieders. Marktleiders zijn pepsi en cola. Oligopolie producten, en heterogene producten. Flessen en smaak is anders.

Micro je kijkt naar het gedrag van bedrijven en gezinnen in algemene termen. Je kijkt dan naar prijsstijgingen en wat de vraag wordt. Inferieure goederen.

Meso:Bedrijfskolom, gaat van oer producent tot klant.Koffiebonen gaan van het land naar de fabriek en gaan ze malen. Douwe Egberts doet ze in zakken en via de groothandel komt het bij de winkels en de klanten terecht.

Iedere schakel binnen een bedrijfskolom vormt een bedrijfstak.

Bedrijfstak, van een bepaald niveau/schakel die er allemaal inzitten.

Intensiteit is te verdelen. Intensiteit is een vorm van machtsverdeling. VOOR AH.

- Interne concurrentie . alle bedrijven tussen de bedrijfstak.Jumbo,

- Externe concurrentie, concurrenten tussen de leveranciers en de afnemers. Je kijkt naar je eigen leveranciers. Superuni, unilever, procter en gamble. AH heeft wel de macht over de leveranciers. AH zegt, we willen alleen prodcute voor de prijs die we zelf bepalen en soms prijsdalingen doorvoeren.

Plieger heeft sphinx en grohe als leverancier. Plieger heeft weinig te zeggen, omdat de leverancier aan nog tal van andere leveren. Ze hebben ook kleine leveranciers en daar heeft plieger meer macht.

Bij AH heeft de klant de macht. Afnemers kunnen zo vertrekken.

Page 14: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

- Potentiele concurrentie, concurrentie tussen toetreders en substituten. Voor AH, er kunnen nieuwe supermarkten komen. Maar weinig toetreders, want er zijn grote investeringen nodig. Etos is een substituut. Geografisch in een regio kun je wel toetreden. Een toko is ook een concurrent.

Waarom moet een inkoper de intensiteit weten. Naar de A-merken heb je geen macht en naar kleine leveranciers wel.

ryan air. 1. Hele lage kosten, waardoor de prijs heel laag kan zijn. 2. KLM, TRANSAVIA, alle airlines die ook naar de dezelfde bestemmingen vliegen. Alleen naar

de low cost maatschappijen kijken. 3. Ja, want er zijn veel maatschappijen die elkaar nauwlettend in de gaten houden. En de

marges staan flink onder druk, dus veel concurrentie. 4. Leverancier is boing en airbus , deze heeft veel macht als enige leverancier. Benzine, als dit

door 1 maatschappij geregeld is, dan heeft deze maatschappij veel macht. Afnemers hebben grote macht. Ze kunnen makkelijk naar een andere maatschappij overstappen.

5. Substituut zou ook ander vervoer kunnen zijn, zoals treinen. Klm kan ook lowbudget gaan vliegen.

Ja er is veel concurrentie tussen de maatschappijen,Hoe minder vraag hoe meer concurrenten.

Week 2 les 2, meso economie.

Concurrentieverhoudingen op de markt waar je als bedrijf actief bent, dat is voornamelijk meso. De strijd is ook met de externe concurrentie, leveranciers, consumenten, substituten en met potentiele toetreders. Onderzoeken van de machtsverhoudingen tussen bedrijven op een markt, dat is H2.

Potentiele toetreders worden afgehouden door:- Lage prijzen door de heersende partijen.

Als de vraag afneemt, stijgt de concurrentie intensiteit. Ze gaan nu naar China, omdat er daar meer klanten zijn een en grotere afzet markt is. In Europa moet je klanten van andere bedrijven afpakken. Dus zijn er minder klanten te verdelen over hetzelfde aantal bedrijven en dan moet je vechten.

Boek ook doornemen, samen met de sheets.

Hoofdstuk 2.

Stellingen. Stelling 1 is goed.

Page 15: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Stelling 2. Goed (stel inkoper is plieger, dan is Grohe de leverancier). Intensiteit voor Grohe is klein, maar plieger is de intensiteit groot. Grohe heeft Plieger niet nodig, maar andersom heeft Plieger Grohe wel nodig. Stelling 3: ook goed. Veel leveranciers, dus veel macht voor de koper.

Als de vraag daalt, dan stijgt de concurrentie intensiteit. Door lagere prijzen gaan bedrijven failliet en zijn ze te weinig. Op lange termijn neemt de intensiteit weer toe en trekken de verhoudingen samen. Dat gebeurd veel bij de makelaarsmarkt en op de bouwmarkt. De marktwerking zorgt voor nieuw evenwicht. Het hele proces doet zich voor op markten die verzadigd zijn.

Inelastisch Lage positie. De macht ligt bij de chipfabriekkant, want de prijs doet er niet toe, de inkoper moet er wel kopen.

Er is veel vraag naar chips, maar in verhouding zijn er weinig aanbieders, dus macht bij de fabrikant. En is de prijs Inelastisch. Je kunt hieruit aflijden dat de elasticiteit iets zegt over de machtspositie.

Welke sectoren zijn er gevoelig voor een vraagdaling. - Verzadigde markten. Een markt waarbij alle consumenten het product al heeft, en er veel

aanbieders zijn. Zoals. Mobiele telefoons, TV’s.

It’s is failliet gegaan, doordat men online aankopen gaat doen. Ze kregen geen nieuwe klanten meer. Ze hadden eerder webshops moeten inzetten en een andere afzet markt te zoeken, zoals China. Daar hebben veel mensen nog geen technologie.

Nog een sector die veel last heeft van de vraag, zijn sectoren die hoog zitten in de bedrijfskolom. Boven in zitten de boeren. De consumenten kopen 10% minder, bij DE wordt er 20% minder gekocht en bij de boeren wordt er 50% minder gekocht. Dat is het keten effect en zo werkt het in de praktijk. Door voorraden worden eerst de aanwezige producten verkocht en daarna pas kleine bestellingen.

De conjunctuur beïnvloed de vraag, behalve bij nichemarkten zoals Diskettes. Supermarkt heeft weinig last van conjunctuur wisselingen. Media markt wel erg gevoelig en auto branche ook, de bouw, oliebranche enz. Er wordt minder gereisd, minder transport, dus minder olie nodig.

Opdracht.1. Bij een prijsverandering, veranderd de vraag in verhouding nauwelijks.2. Dat zegt iets over zijn onderhandelingspositie, sterk of niet sterk.

Als hij heel erg inelastisch is, dan moet hij betalen wat er gevraagd wordt. Als hij elastisch is, dan kan hij makkelijk naar de concurrent overstappen.

3. Overspecificatie= veel specificaties opstellen, zodat er maar een product aan kan voldoen. Die is dan inelastisch, want de producten kunnen maar op 1 plek gekocht worden, dus prijs kan zo hoog zijn als men wilt. Als de inkoper zegt, dat hij bepaalde specificaties heeft, dan blijft er maar 1 aanbieder over. Het product wordt dan inelastisch en je wilt hem toch wel hebben.

4. Als het product inelastisch is, zijn er weinig concurrenten aan de leverancierskant. Als het product inelastisch is, heb je als inkoper weinig macht, dat is in de basis zo.

5. Geen nieuwe klanten meer bij, dus knokken voor de klanten.6. Kwaliteit, inkomen, prijs van substituten, trends, voorkeuren enz.

Page 16: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

7. Auto’s, bouw, olie.8. Heeft met de voorraad die eerst opgemaakt moet worden te maken. Keten effect.

Opdracht 2.a. Verlagen, je hoeft geen nieuwe klanten af te pakken, maar er zijn nieuwe. b. Verhogen, meer aanbieders (vaak bij medicijnen). c. Verhogen, meer aanbiedersd. Verlagen, minder aanbieders door samenwerkingen. e. Verhogen f. Verlagen, minder aanbieders. (de waterschappen in Nederland). g. Verlagen, minder aanbieders. Takken met veel vaste kosten, daar is weinig concurrentie.

Tweede deel.a. NS.

Interne concurrent: ARRIVA, VEOLIA, SYNTENUS. Extern: FYRA. Potentieel: hermes, vliegtuigen enzo.

b. Avans Interne: Fontys enz.Extern: klant: student. Leverancier:Potentiele concurrent: online studies.

c. Philips Intern: sonyExtern: - leverancier= lastig, je kent ze niet als consument. Potentiele concurrent: nespresso. Bijvoorbeeld: Bose TV’s.

h. Segmenteren, op de markt komen er hokjes. Ze leveren allemaal hetzelfde prodcut, maar proberen andere doelgroepen aan te boren. Het leidt tot meer concurrentie. Want het zijn kleine bedrijven. Al de bedrijven onderscheiden zich en daarmee onderscheiden ze zich weer en minder concurrentie.

i. In nederland is make-up een basis. Nu een verzadigde markt, iedereen heeft het. Het is inkomensinelastisch. Inkomen maakt niet uit. In China is het een luxeproduct. Daar is dus nog veel te halen.

Kosten:

Variabel en constant.De concurrentie intensiteit is het grootste in bedrijven met veel variabele kosten. Vooral in diensten en handelssector.

Als je veel constante kosten hebt, dan moet je veel produceren om de kosten terug te winnen. Duurt ook erg lang. Daar is dan ook weinig concurrentie in die markten. Mobiele telefonie, energie enz. KPN. Moeilijke tak.

Break-even analyse. 2000/8= 250 producten.4000/9= 444.

Page 17: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Bij alpha makkelijkere toetreding, want de afzet om je kosten terug te winnen is veel lager.

TO=TK.

Een bedrijfstak met bedrijven met hele hoge vaste kosten. Als de vraag daalt, dan hebben ze weinig omzet om de kosten te dekken en gaat de prijs omhoog. Dus snel lage prijzen, als de vraag daalt. Ze willen afzet blijven genereren, anders gaan ze failliet. En dat doen ze door lage prijzen, dan zal de vraag weer stijgen.

De variabele kosten kunnen proportioneel, progressief, degressief zijn.

Kosten per prodcut bij proportioneel gaat naar beneden. Dus nastreven van een zo hoog mogelijke productie.

Bij bedrijven met af en toenemende variabele kosten, die moeten ze op het laagste punt hebben. Dus niet altijd de maximale capaciteit nastreven. Warenhuis in het boek lezen. P68.

Meso Economie. Les 3 week 3.

Deze les 4 onderwerpen.

Concurrenten van Plieger.

Interne concurrentie Technische unie. Solar

Externe concurrentie Leveranciers

- Grohe - Villeroy en boch - Far east, eigen merk Plieger in Azie (Hongkong). - Ook veel kleine merken.

Afnemers”- Doe het zelf zaken- Bouwondernemingen - Installateurs

Er zijn niet echt substituten. Niet veel toetreders, er is veel vermogen voor nodig.

Opdracht 3:Antwoorden op foto.

Kosten en bedrijfstakken. In sommige bedrijfstakken zijn er weinig toetredingskosten. Dan zijn er veel concurrenten. Afhankelijk van de vraag. Ook financiële gegevens zijn belangrijk en de arbeidsmarkt ook. Omdat er te weinig arbeid is van het gewenste kwaliteit, zoals bij ASML die chips maakt.

Page 18: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Waarom uitbreiden. - In sommige bedrijfstakken kun je met uitbreiden je kostprijs laten dalen. Dan heb je

schaalvoordelen. Markten waar je veel schaalvoordelen kunt hebben, hebben een MES. Bij een hoge MES kun je moeilijk toetreden. PLANNINGSCURVE ZELF OPZOEKEN EN LEREN.

- Bedrijven met een lage MES.Schoenen winkels enzo. Hoge MES is bij KPN bijvoorbeeld.

Page 19: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Prisoners dilemma.

Bij inkoop zie je vaak dat inkopers niet samenwerken,

SGR MODEL.Het analyseren van een bedrijfstak. (104blz oude boek)

Structuur hoeveel aanbieders zijn er. Wat voor type product. Hoeveel vraag is er naar de producten. Kapitaal intensief of niet.

Gedrag hoe gedragen bedrijven zich in die branche. Het gedrag bepaald het resultaat.

Resultaat hoeveel winst heeft een bedrijf.

Iemand die met veel concurrentie werkt, kan niet de prijs veranderen, maar wel de aantallen die je produceert. De structuur veranderd vaak, doordat grote bedrijven kleine concurrenten opkomen. Je krijgt dan een andere structuur met een ander gedrag en een ander resultaat. Dynamische model dus.

Oefening SGR model binnen de supermarktbranche (dit moet je op het tentamen kunnen noemen.- 13.000 actieve ondernemingen. (4800 supermarkten). Marktaandeel van AH is 33% en

jumbo 10%. Jumbo koopt veel bedrijven met bijbehorende klanten over. Type producten, homogeen en ook heterogene producten. Groente is homogeen. AH heeft veel macht bij groenteboeren en weinig bij Douwe Egberts. Toetreden is heel moeilijk, veel grote bedrijven. De bakker en de slager zijn substituten. Het zijn basisbehoeften, dus inelastisch. Door de crisis gaan mensen wel meer eigen merken kopen. Alles wordt grootschaliger en meer samenwerkingen, voor schaalvoordelen, anders is de lage prijs niet mogelijk. Lage marges, veel prijsconcurrentie.

- Er is heel veel prijs concurrentie.

- Supermarkten omzet is 3% gestegen. De marges zijn laag, maar door de grote afzet wel veel winst. Verzadigde markt, dus weinig concurrentie.

STABIELE EN INSTABIELE prijzen. Prijzen fluctueren heel erg bij.

- Olie - Aardappels en groente. Kan door seizoensinvloeden komen. - Varkensvlees. Per kilo kan het heel erg fluctueren. Dat komt door het volgende.

Producten die inelastisch zijn en waarbij het aanbod zich moeilijk aanpast. Varkensvlees is hier een voorbeeld van. Basis product en aanbod is moeilijk aanpasbaar. De lijnen vraag en aanbod. Groen is de vraaglijn. Het lijntje is heel erg stijl en dan is hij inelastisch en als hij vlak is is hij elastisch. Het verschil in vraag is klein afhankelijk van de prijs. Aanbod kan niet omhoog, vraag gaat wel omhoog, dus gaat de prijs ook omhoog. Bij een hoge prijs, wordt er veel geproduceerd, doordat er veel verdiend kan worden. bij heel veel aanbod gaat de prijs weer omlaag om aan de vraag te voldoen. Omdat de prijs te ver

Page 20: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

doorschiet naar beneden komt het oude evenwicht niet meer terug. Deze markten hebben een instabiele prijs. Het aanbod kan niet gelijk worden aan de vraag en blijft fluctueren.

Week 4 les 4

SGR model in de supermarket branch.

Structuur, Gedrag, resultaat. Je kunt het model op iedere willekeurige branche toepassen. Horeca, kleding. Je moet even weten, monopolie of oligopolie, volledige mededingen en nog 1.

Soms zorgt het ingrijpen door de overheid voor positieve invloed voor bedrijven en soms negatief voor bedrijven.

Bedrijven willen het liefst alleen in een tak zitten, monopolie.

Vandaag: AH in de supermarkt branche. Wat heeft een trend te maken met de concurrentie verhoudingen.

Ruimere openingstijden. Zorgt niet voor meer omzet, het is een basisgoed. Kleine bedrijven vinden het niet prettig, ze hebben al lage marges en moeten nu extra kosten maken om open te blijven. De grote zijn er wel blij mee, want hierdoor kunnen kleine bedrijven failliet gaan en zal er minder concurrentie zijn.

Demografische ontwikkelingen. Bepaalde categorieën producten zullen beter verkocht worden. dus moet je hier goed in mee gaan. Ook de gezinnen worden steeds kleiner. Ze spelen hierop in door magnetron maaltijden. Dus ontwikkelingen goed in de gaten houden.

Economsiche crisis. Veel falissiementen en overnames, dus minder concurrentie en de helft van alle winkels is in handen van de twee grote en op lange termijn zullen de prijzen verhoogd worden. Structuur:

Vraagafname, dan neemt de concurrentie toe, je moet meer vechten voor klanten. Prijzen worden lager. Meer faillisementen en dan gaat de prijs omhoog en is het aantrekkelijker om toe te treden en neemt de concurrentie weer toe.

Concurrentie en overheid. Waarom/hoe bemoeit de overheid zich met de markt. 1/3 geeft de overheid uit.

- Accijnzen/btw. Btw wordt geheven voor de inkomsten. Accijns wordt geheven om iets te ontmoedigen, maar het is niet echt om inkomsten te heffen.

- Subsidies. - Minimum prijzen Aanbieders worden beschermt. en maximum prijzen. - Kartel wetgeving. Veel boetes. - Zelf produceren. Collectief en quasie collectief.

Het heeft allemaal te maken met het manipuleren van de prijzen en daarmee de vraag en aanbod.

Maximum en minimumprijzen.

Page 21: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Hoe beïnvloed de overheid de concurrentie intensiteit.

Transport en infrastructuur. Meer boten gaan naar de andere havens in de wereld en daardoor neemt de concurrentie toe.

Strengere taal eis voor seizoensmedewerkers.minder concurrentie.

Als kosten toenemen daalt de concurrentie, omdat ze met minder bedrijven kunnen concurreren.

Co2 uitstoot in de autobranche, extra kosten en als andere die kosten niet hebben, dan is concurreren lastiger. Minder concurrentie.

Alchohol grens naar 18. Er wordt minder alcohol verkocht en de concurrentie gaat omhoog., omdat er minder vraag is.

Minder verkoop, dus minder belasting inkomsten voor de overheid.

DYNAMIEK IN DE BEDRIJFSTAKKEN.

Hoe proberen bedrijven andere bedrijven uit de markt te werken, om meer macht te krijgen. - Overnames. - Veel reclame maken. - Fouten binnen andere bedrijven openbaar maken. - Differentiëren. - Verkoopprijs tijdelijk onder de kostprijs brengen. Ze worden dan super groot en als de

anderen dan niet meegaan gaan ze failliet. Als ze wel meegaan, dan hebben ze geen winst.

Stellingen:1. fout

Minimum efficiency skill. Een lage mes betekent dat je niet heel groot hoeft te zijn om goed te kunnne concurreren. Advocaten kantoor, iedereen kan dus makkelijk toetreden, weinig vaste kosten.

2. goed bedrijven met hoge besetting verlagen de prijzen bij een lage vraag, omdat de kosten dan over meer producten worden gesmeerd.

3. goed als de leverancier de prijs verhoogt, dan gaat de inkoper direct naar een andere aanbieder. De inkoper heeft dus veel keus en veel macht.

4. fout een doorzichtige markt is goed voor de consumenten. Dus hoe doorzichtiger een markt is des te meer concurrentie.

Page 22: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Inkoop Inkoop les 1 week 1.

Organisaties hebben speciale afdelingen voor de inkoop. Consumenten kopen ook in, zijn ook inkopers.

Consument koopt met emotie en een bedrijf koopt met ratio. Ratio: vooraf nadenken waaraan de producten moeten voldoen. Er is gespecificeerd wat er gekocht moet worden. consument impulsief.

Inkoper heeft veel technische kennis en consument minder tot niet. Consument kijkt meestal naar smaak. De inkoper kijkt naar veel meer facetten.

Inkoper is een onderhandelaar, die zorgt voor de laagste prijs. Maar niet alleen de prijs is belangrijk, maar ook levertijd en kwaliteit van de producten. En of je optijd kunt leveren.

Definitie inkoop: je koopt als organisatie vanuit externe bronnen je producten en diensten.

De prijs is een facet van de dingen die een inkoper moet doen. Als inkoper ben je er verantwoordelijk voor dat jouw organisatie voldoende producten heeft om te produceren of om te verkopen. Je bent verantwoordelijk voor de kwaliteit voor de grondstof, de juiste tijd aankomt, de juiste hoeveelheid, tegen een goede prijs.

Als je de tweede definitie ontleed, krijg je drie aspecten.

Juiste producten en juiste kwaliteit technische aspect.

Juiste tijd, plaats en hoeveelheden logistieke aspect.

Tegen een redelijke prijs commerciële aspect.

Inkoper is dus een tussenfunctie tussen de markt buiten met leveranciers en de interne klant, dat is de medewerker van de productieafdeling die bepaalde producten nodig heeft voor de productie. Je moet kiezen uit de externe leveranciers.

Voorbeeld: van te voren veel inkopen. Maar dat kan een prijsdaling veroorzaken doordat er veel aanbod is. En wellicht bedervende spullen kunnen bederven.

Je kunt ook in meerdere landen je leveranciers hebben, zodat je risico hiermee kunt spreiden.

Apple heeft een metaal die maar bij een leverancier te verkrijgen heeft. Je kunt dan het beste een strategische alliantie aangaan, om het te verzekeren voor aanlevering.

Als je als bedrijf echt bepaalde stoffen nodig hebt, dan moet je strategische allianties aangaan. Verticale integratie.

Ook kun je van te voren jaarprijzen vaststellen, zodat de prijzen niet kunnen stijgen. Z’n casus kan op het tentamen komen.

Page 23: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Verschillen tussen inkoper op consumenten markt en industriële markt. Emotie en kennis verschillen zijn belangrijk.

Inkoop (geschiedenis) er zijn vier verschillende posities. Rol 1 en 2 komen vaak voor. Een technisch bedrijf, daar bepalen de technische mensen wat er ingekocht wordt. Philips en ASML.

Meestal bestellen. Productieafdeling bepaalt wat er ingekocht moet worden. niet onderhandelen over de prijs, want hij is nodig. Dat is een duidelijke administratieve functie. Leverancier is al bekent, je kunt het daar gewoon weer bestellen.

Mechanische rol/functie. Inkoper krijgt te horen wat er nodig is op de productieafdeling. Zorg ervoor dat je het kan krijgen, zoek er een goede partij bij en je mag onderhandelen. Lagere prijs is natuurlijk beter. Passief.

Proactieve rol: inkoper bestelt en onderhandeld, maar gaat ook opzoek naar inkoopbesparingen binnen de organisatie. komt met initiatievenhij mag zijn mening geven en is betrokken bij research en development. Inkoper kijkt binnen de organisatie in projectteams om te kijken of er ergens behoefte aan is. Actief.

Professionele functie. De inkoper wil bij het strategische top meedenken en inkoper is dan zeer belangrijk. Dat is het uiteindelijke doel. Aldi en Action.

Vraag kan zijn: kijk aan de hand van kenmerken van Bird, welke positie die inkoper heeft.

Visie van Van Weele Je kunt ook op een andere manier kijken.Anders genoemd dan Bird, maar wel hetzelfde. Weele kijkt meer hoe de inkoper vanuit de directie wordt gestuurd.

Bij een restaurant mag je vaak als inkoper alleen de bestellingen doen op de plekken waar de kok het wilt. Bij twee mag hij ook de prijzen onderhandelen. Bij drie gaat hij aan tafel met de kok en vraagt hij of er nog behoefte is aan andere producten. Als de kok de inkoop zelf doet, dan nummer vier. Of als de eigenaar inkoopt.

Hoe werkt het inkoopproces. Stappen moeten kennen.Bij organisatie zijn er 6 schijven en consument 5 schijven.

Organisatie.

Specificeren.Je wilt eerst weten welke kenmerken nodig zijn voor het product. Je wilt als inkoper niet op basis van merken inkopen. Je wilt specificiaties. Aan welke eisen en kwaliteiten moet het product voldoen. Je begint dus altijd met het opstellen van specificaties. Aantallen. Gevaar: back door Selling. Dat is: Ziekenhuis afdeling maakt foto’s van mensen. Siemens en philips willen de aparaten wel leveren. De inkoper van de machine wil weten waar de prodcuten aan moeten voldoen. Siemens heeft al eerder met de radiologen afgesproken om de nieuwe apparaten te komen bekijken met een leuk weekend. Hierdoor krijgt siemens de voorkeur van de radiologen. De inkoper zal dus intern gestimuleerd

Page 24: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

worden door de radiologen om siemens te kopen. Dus de gebruikers van een product praten met de leveranciers.

SelecterenJe gaat met de specificaties leveranciers selecteren. Je kunt per product een offerte aanmaken, maak een leuke prijs voor dit product. Je kunt ook een offerte voor het hele assortiment aanvragen.

Vaak komt de levernacier op een vendor list, dan weten de medewerkers dat ze altijd bij die levernacier kunnnen bestellen.

Approved vender list is een lijst met bestaande leveranciers. Als hier de eerste levernaciers gekozen zijn, dan noem je dit de prekwalificatie en als er nog minder overblijven, dan krijg je een shortlist. Aan de bedrijven op de shortlist wordt een offerte aangevraagd.

Contracteren. is altijd wederzijds, je wilt het uiteindelijk zwart op wit hebben. Eerste drie stappen alleen belangrijk als je een product besteld die je voorheen niet besteld hebt.

Bestellen, bewaken, nazorg.Gevaar: mavericj buying. Als inkoper heb je contract met een leverancier afgesloten, amar de rest van de organisatie blijft inkopen bij de oude leverancier. Je hebt als inkoper dan weinig inspraak in de organisatie. dit is buiten de afspraak om inkopen. Dat is voor een inkoper heel vervelend.

Als inkoper ben je verantwoordelijk voor het contract en ook voor de nakoming van het contract. Zoals prijsverhogingen, je moet dan ook de prijs aanhouden die jullie hadden afgesproken.

Spoedlevering/chassering. Sommige orders zijn heel belangrijk voor een organisatie. zoals een telefoon die een bepaalde release datum heeft. De inkoper wordt dan zenuwachtig en gaat bellen om te checken of alles optijd komt.

Facturen controleren, is het de juiste prijs geweest.

Vendorrating, checken welke scores de leveranciers krijgen. Je kunt hiermee verbetering brengen bij de leveranciers. Je kunt bijvoorbeeld aangeven, dat de communicatie slecht is. Het lijstje met cijfers is een vendorrating.

Er zijn drie koopsituaties waarmee een organisatie te maken krijgt.- New task buy. Je koopt een nieuw prodcut bij een nieuwe leverancier. Je gaat dan alle

stappen van het proces volgen van specificeren tot aan het einde.- Gewijzigde herhalingsaankoop. Je besteld altijd hetzelfde bij dezelfde leverancier.

Modified buy, je gaat aangeven wat je nodig hebt en dan komen leveranciers met aanbiedingen.

- Straight rebuy: herhalingsaankopen. Als het goed gaat bestel je alles bij hetzelfde bedrijf. Dan ga je alleen nog maar evalueren met vendorrating als de leverancier langs komt.

Welke personen zijn betrokken bij de beslissingen om een product of dienst aan te schaffen. DMU.

- Koper is de inkoper, die het contract afsluit.

Page 25: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

- Beslisser, degene die beslist om een product of dienst aan te schaffen. Bijvoorbeeld de directie.

- Gebruiker, koper en gebruiker zijn vaak onafhankelijk en staan ver uitelkaar. Ze moeten met elkaar spreken. Gebruiker moet een merken voorkeuren geven.

- Beinvloeders. Alle mensen die om een inkoper heen zwerven. - Gatekeeper. Iemand die de poort bewaakt en reguleert de informatie voorziening. De

secretaresse die de post sorteerd. Of de telefoontjes van verkopers doorstuurt of niet. Een informatie reguleerder.

Naast een DMU heb je ook een PSU, dat is de verkopende partij. De problem solving unit. De vertegenwoordiger van een leverancier heeft niet alle kennis over een product als hij bij een bedrijf komt. Achter hem heeft hij allerlei technische mensen en marketeers die meehelpen om de deal te sluiten. Hij heeft deze mensen vaak mee naar een klant, om de problemen en onduidelijkheden weg te nemen. Hij zit in de verkopende partij.

In Nederland is er de NEVI. Een beroepsvereniging voor inkopers. Ze hebben een gedragscode met regels over hoe je je moet gedragen.

- Bij een gelijk aanbod van leveranciers mag je niet liegen over lagere aanbiedingen. - Kinderarbeid mag dus eigenlijk ethisch ook niet.

Integriteit en inkoop. Leveranciers uitspelen tegen elkaar of producten kopen die met kinderarbeids geproduceerd zijn.

Als organisaties kun je beslissen om centraal in te kopen of decentraal in te kopen. Centraal. 1 punt waarop alles wordt ingekocht voordeel, schaalvoordeel. Decentraal, via meerdere leveranciers. Decentraal, dan meer inkopers nodig. Je bent marktgerichter als bedrijf. Je kunt veel meer op basis van de omgeving inkopen. De leveranciers zitten ook vaak dichterbij, bijvoorbeeld leverancier i in brabant en bedrijf ook.

Dus centraal is op 1 plek en decentraal verdeeld over het land. Per regio of iets.

E-procurement. Het elecktronisch inkopen.

Vaak operationeel, mensen die bestellen via het internet. Via een catalugus. E ordering, systemen zijn aan elkaar gekoppeld. Dan gaat alles automatisch. Dus je legt he tin de winkelwagen en dan automatisch naar de voorraad.

Tactisch, e-sourcing, opzoek gaan naar leveranciers via internet.e-tendering, online offertes aanvragen.e-auctions, bloemen veiling in Aalsmeer. Veel digitaal. Maar vooral ebay/vakantieveilingen.

Lock in costs. Als je met een leverancier gaat samenwerken, dan moet je beide investeren. Siemans levert een compleet nieuwe machine waar je veel aan hebt. Het personeel moet hiervoor opgeleid worden en het gebouw moet aangepast worden om het allemaal te laten werken. Dat zijn investeringen die lock in costst worden genoemd. Dat is gunstig voor de leverancier. Hoe meer je moet investeren, hoe minder snel je naar de concurrent gaat.

Switching costs.

Page 26: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Kosten die gepaard gaan met het overstappen naar een leverancier. Als deze kosten erg hoog zijn, dan blijft de leverancier vaak bij dezelfde klant. De vraag, wat kost het om over te stappen van de ene naar de andere leverancier.

Elektronische cataligi.Elektronisch bestellen via een catalugus. Je kunt het online aangeven en bestellen en dat is zeer efficient en makkelijk. Het kan altijd 24 uur per dag. De procedure is vrij duidelijk, alles gaat via internet. Voor het verkopend bedrijf, heb je weinig lock in kosten, omdat je niet snel inkoopt bij een ander. Je weet precies hoe de procedure werkt.

E-auctions. English auction. Geen prijs, mensen mogen elkaar opbieden.Dutch auction. Hoge prijs, en de prijs wordt steeds lager. First price sealed bid. Via een email of bedrijf kan er een bod gedaan worden. hoogste bod mag leveren.Vickrey, het een na hoogdte bod mag leveren. Reversed auctions. Je kunt een inkoop veiling houden (i.p.v. een verkoop veiling zoals de andere zijn). Het is dus de inkopende partij die inkoopt. Het gaat dan van een hoge prijs naar een lage prijs. Dit gaat allemaal online, omdat het ‘e’ is.

Inkoop week 2 les 2.

Het gaat voor een system voor de productgroep sanitair.

Lock in costs

Inkoop bestaat uit zes dingen.Interne organisatie die producten nodig heeft en de markt waar je ze moet halen.

- Juiste producten - Juiste kwaliteit - Juiste plaats - Juiste tijd - Juiste hoeveelheid - Juiste prijs

Het betrekken vanuit externe bronnen, dan drie aspecten.

Inkoopcyclus. Altijd eerst specificeren, merk is hierbij niet belangrijk. Welke kwaliteitseisen en kenmerken.

Consument koopt met emotie. Inkoper koopt op basis van specificaties, ratio’s. specificaties op 1 a4. Selecteren, iedereen de kans geven om te leveren. Contracteren, opstellen van een contract. Bestellen is vaak door de administratieafdeling gedaan.Bewaken, na het leveren, heb je data en daarmee kun je rapportcijfers opstellen voor de leveranciers. Hiermee kun je ze sturen en verbeteren. Nazorg

Page 27: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Lock in costs.Alle investeringen die een bedrijf moet doen om een bepaald prodcut in te kopen.

Switchingcost, alle kosten die gepaard gaan met het overstappen naar een leveranciers.

Als de lock in costs hoog zijn, dan zijn de switchingcosts ook hoog.

Nieuwe stof.

Vier stappen waarop naar een inkoop gekeken kan worden. - Adminstratief. Je krijgt de opdracht om iets te doen en dan moet je dat doen zonder

eigen initiateif. - Mechanistisch. Je moet zorgen dat de producten er zijn en je mag onderhandelen. - Pro actief. Tegenwoordig steeds vaker. Inkoop is geen functionele afdeling meer, ze

laten de functionele gebieden los. Je bent niet meer alleen inkoper, maar je mag ook in de rest van de afdelingen mee helpen.

- Professioneel. Dan krijg je een strategische functie. In een veranderende wereld is het goed om op bepaalde zaken in te spelen.

Cross-functional teams. Van verschillende afdelingen komen mensen bijelkaar om een product te ontwikkelen. Iedereen is betrokken bij de productontwikkeling. Dan weet je meteen of een product makkelijk geproduceerd kan worden en wat de prijzen van alle grondstoffen zijn.

Inkoop zien als integraal concept, dus binnen het geheel van het bedrijf, dan krijg je teams waardoor betere prodcuten ontstaan.

Logistiek en inkoop, verschil. Logistiek is het fysieke goederen vervoer. De goederenstroom in een organisatie. de hoogte van de voorraden is logistiek, fysieke voorraad.

Inkoop gaat veel mee rover de relatie tussen de inkoper en de interne klant en de inkoper en de externe klant. Het gaat over de onderhandelingen, het administratieve, het bestellen.

Tabel heeft de vier onderwerpen van logistiek.

Integraal, alles omvattend. Logistiek en inkoop hebben met alles in de organisatie te maken. Inkoop heeft zowel met het ontwikkelen, als met verkoop, als met marketing, als financieel te maken.

Scania. Inkoopsysteem scania. Ze hebben geen voorraad, behalve schroeven enzo. Ze hebben alleen een productielijn. De leveranciers moeten aanleveren op de dag dat er geproduceerd gaat worden. de containers komen op verschillende plekken aan. Probleem is dat ze te laat kunnen leveren. Strakke planning maken met de leveranciers. Dit is het just in time systeem. KOOP 5.

Just in time. Je hebt nul voorraad, je produceert alles op direct klant behoefte. Je houdt dan ook niets van wat je besteld hebt over. Dit is een oosterse filosofie. Een voorraad is not done. Je hebt alleen maar kosten met voorraad.

Bij KOOP 1 gaat alles voor dat het in de winkel ligt, op basis van prognoses.

Page 28: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Het just in time systeem zegt, je moet alleen op klantorder produceren, dus actief op de markt aanwezig zijn. Nadeel, je kunt niet weglopen voor problemen. Als er niet geelverd wordt, ligt de productielijn stil en moe tje direct dit oplossen.

Als de leverancier vergeet een stuk van de motor te leveren, dan heeft heel de club er problemen van en moeten ze stoppen met werken.

TQM= integrale kwaliteitszorg.Kwaliteit zit niet alleen bij de afdeling kwaliteit, maar in de hele organisatie.Toen er vroeger schaarste was, wilde iedereen alles kopen. Nu is er geen schaarste en internet. Je kunt overal alles kopen. De klanten bepalen de kwaliteit.

Tweede principe. Je moet data hebben en onderzoek doen naar inforamtie die je krijgt.Vijf, preventie ipv detectie. Kwaliteit moet vanaf het begin goed zijn. Dus niet pas achteraf kijken wat de kwaliteit is. Kwaliteit moet dan ook in het ontwerp zitten.Management moet belonen ipv straffen. In het westen wordt er meer gestraft.

Als je nieuwe producten gaat ontwerpen, komen er mensen van allerlei afdelingen bij elkaar. Dit zijn cross functional teams. Je kunt ook kijken of de leverancier mee kan denken over het nieuwe product. Een nieuwe vrachtwagen, je kunt dan met de leveranciers bespreken wat het goedkoopste is. Want hoe eerder je mensen erbij betrekt, hoe minder kosten er zullen komen. Leveranciers zijn dan al onderdeel van het product.

Blauwe lijn, begin tot de lancering van het product. Aan het begin kun je nog heel veel keuzes maken. Welke grondstoffen gaan we gebruiken enzo. Hoe verder je in het proces zit, hoe meer specificaties er vast staan. Je kunt dan wel onderhandelen met leveranciers. Ook met besparingsmogelijkheden. In het begin veel leveranciers binnen halen, dan kun je ze tegen elkaar wegspelen.

Kraljic Matrix.We zijn een inkoper voor duizenden verschillende producten. De organisatie kijkt jou aan als er niet voldoende producten zijn. Je focust je op de producten die de meeste omzet genereren. Of de producten met de meeste inkoopwaarde. Dat is het eerste as van de matrix.

De andere as is de mate van toeleveringsrisico’s. er zullen producten tussen zitten die door veel mensen verkocht worden. maar er kunnen ook prodcuten zijn die maar door 1 leverancier geleverd kan worden, of producten die schaars zijn. Dus hoe moeilijk is het om aan producten te komen.

Je kunt alla producten op een bepaalde plek in de matrix zetten.

Eerste kwadrant. De routine producten. Producten in je assortiment die overal gekocht kunnen worden. veel leveranciers en veel concurrentie. Ze hebben weinig waarde in de organisatie. de kantoorbenodigdheden. Je besteed hier zo weinig mogelijk tijd aan te besteden. Je wilt het zo efficiënt mogelijk invullen. Koffie voor in de pauze. Je maakt een contract aan, waarin staat dat alles geregeld word voor een bepaalde prijs. kantoorbenodigdheden, onderhoudsproducten, standaard componenten.

Page 29: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

HEFBOOMPRODUCTEN.Producten waar je veel van inkoopt, en er zijn heel veel leveranciers. Je kunt dan als inkoper goed onderhandelen. Als de een niet wilt, dan de ander. Je bent machtig, omdat je een hoge inkoop formule hebt. Veel onderhandelen. Verdeel en heers strategie.

KNELPUNTPRODUCTEN.Producten waar je niet veel van nodig hebt, maar ze zijn moeilijk te verkrijgen. Ze zijn wel essentieel voor je business model. Bijvoorbeeld apple die een bepaald metaal nodig heeft. Moeilijk te verkrijgen. Die zijn ook weer in het hele assorti te vinden. Veiligstellen of alternatieve zoeken.

STRATEGISCHEPRODUCTEN.Producten die belangrijk zijn voor de omzet, maar die moeilijk te verkrijgen zijn. De leverancier weet dat het moeilijk verkrijgbaar is en is dus machtig. Dan ga je samenwerkingen aan of partnerships. Om de toeleveranties veilig te stellen. Samenwerken of alliantie aangaan.

Dus de matrix, indelen van het assortiment op basis van vier kwadranten.

Het draait uiteindelijk om he telveranciersbeoordelingssysteem. Systematisch beoordelen van de leveranciers. Je wilt weten hoe ze presteren. Er moet een systeem achter zitten. Altijd consistent zijn, een keer per jaar of hoe vaak verversen met data. In delen van de huidige prestaties van de leveracniers.

Er zijn drie methodes.

1. Compensatorische Er wordt met een weging gewerkt. Er zijn drie indicatoren in het voorbeeld. Ze vinden prijs het belangrijkste o,6 weging. Je kunt pas met prijs vergelijken, als de producten homogeen zijn met elkaar. Prijs gevoel of prijs ten opzichte van de markt. Je kunt sommeren. Hier wint leverancier b. je kunt hem ook vermenigvuldigen, dan kom je bij C uiteindelijk. Het verschil zit, als je vermenigvuldigd, leg je extra nadruk op de positieve cijfers en op de negatieve cijfers. Sommeren wordt het emeste gebruikt.

2. Niet- compensatorisch. Je vindt dan alles belangrijk. Je kunt kijken naar de zwakste schakel of naar de sterkste schakel. Je kunt ook alles bij elkaar op tellen. Je kunt het zelf helemaal invullen, zonder wegingsfactoren.

3. Semi-compensatorisch. Een soort twee traps vergelijking. Je kijkt bijvoorbeeld bij stap 1 bij kwaliteit en levertijd. En bij stap 2 kijk je naar prijs. De eerste moeten aan een bepaald minimum voldoen, voordat ze naar de stap 2 mogen gaan. Bijvoorbeeld 80% van de beste score, is de minimale eis om door te gaan naar stap 2. Veel gedaan bij aanbestedingen. Je biedt een lage prijs aan, maar je moet wel aan bepaalde voorwaarde voldoen. Bij stap 1 kan ook de prijs liggen.

Sourcingsrategien. Je bent inkoper en hebt je producten ingedeeld in de matrix. Dan kun je kijken welke strategie je aangaat om de toeleveringen veilig te stellen. Dus zekerheid van levering, want als er niks binnenkomt kom tiedereen op jouw af.

Page 30: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

- Single sourcing. Je kiest voor 1 leverancier. Je kunt schaalvoordelen, door een hogere formule. Er zijn ook minder adminsitratieve handelingen. Een keer boeken, 1 contract enzo.Het nadeel is, je bent erg afhankelijk van de leverancier. Risico van niet levering. Dan heb je een probleem, als je meerdere leveranciers hebt, dan heb je risico spreiding.

- Multisourcing. Als je meerdere leveranciers hebt, dan kun je ze tegen elkaar uitspelen. Je probeert prijsverschillen te verkleinen. Anders stap je over naar de ander.

- Parallel sourcing. Je hebt een toyota aygo, je nodigt de leveranciers uit en je verdeeld de componenten uit over de verschillende leveranciers. Per model auto kies je andere leveranciers. De leveranciers moeten dus samenwerken. Voordeel, je gaat relaties aan.

- Network sourcing. Je zorgt ervoor dat er zoveel leveranciers zijn, dat je altijd kunt blijven inkopen. Dan heb je weinig risico.

- Local sourcing. Lokaal inkopen.

- Global sourcing, wereldwijd inkopen.

Reduceren van het aantal leveranciers. Het gaat steeds meer om relatiemanagement bij inkoop en steeds minder van onderdrukken en dreigen. Dat zie je in heel de keten.

Week 3 les 3 Inkoop

Week 1 en week 2 moet je goed kennen en je moet weten wat de inkoop afdeling is en hoe het belangrijk is voor het bedrijf.

Waar hoort het systeem/vendorrating, welk deel/fase?- Fase 5 en fase 6. Het bewaken en de nazorg/evaluatie. Je hebt afspraken gemaakt en

probeert te meten of het is nagekomen.

De eerste methode is de compensatorische methode. Met wegingen.

Op het tentamen, de leverancier met de beste prijs kreeg 100 punten.

Bij Plieger moeten we een compensatorische methoden maken. 3 objectieve variabele en 3 subjectieve variabele.

Kraljicmatrix als je het over inkoop hebt, dan kijk je naar dit model. Je bent als inkoper verantwoordelijk voor deze producten en moet ze binnenhalen. Je moet altijd twee variabelen hebben. Je begint met de producten die het meeste invloed hebben op de organisatie en die moet je beschermen. De producten die minder belangrijk zijn, besteed je weinig aandacht aan.

Ruotine producten coca cola, papier koffie enzo.Hefboom formule veel van nodig en makkelijk te vinden. Knelpuntproducten klein deel van het assortiment en je gaat zoeken naar alternatieven.

Page 31: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Nieuwe stof.Inkoop en strategie.

Waarde keten van porter. Iedere organisatie maakt van een grondstof een eindproduct. In iedere stap van het primaire proces wordt er een stukje waarde toegevoegd. Een verplaatsing binnen de organisatie, naar een ander magazijn is ook een waarde toevoeging. Als er processen zijn die geen waarde toevoegen, dan haal je de keten eruit.

Secundaire proces. alle ondersteunende processen om het primaire proces uit te kunnen voeren. Inkoop bij Plieger is een secundair proces. hij zorgt ervoor dat de gegevens en de prijzen in het systeem komen te staan. Primair zijn de bestellingen.

Bij porter kijk je naar welke ketens je het beste in bent en dan leg je daar de focus op, de rest kun je uitbesteden. Bij nike verkoop en marketing. Bij bol.com is het de operations en de verkoop. Operations is productie.

Iedere organisatie zit in een omgeving tussen andere bedrijven. Hoe meer je op elkaar lijkt als bedrijf, hoe meer er geconcurreerd wordt op de prijzen.

Concurrentiestrategie. - Focusstrategie Je richt je op 1 doelgroep en segment. Je doet daar alles voor en hebt

weinig concurrentie. WAAR Eindhoven. Plieger heeft veel concurrenten, omdat ze op veel markten zitten. - Gehele markt, kostenleiderschap. de interne kosten zijn heel laag, zodat de prijzen laag

kunnen zien.- Differentiatie plieger probeert het steeds anders te doen dan de concurrent. Je wilt dan

de concurrentie een stap voor zijn. Ze willen zich met kwaliteit onderscheiden.

Als je niets kiest, dan kom je stuck in the middle. Veel concurrentie. Ze zijn en niet goedkoop en niet goed, onderscheidend genoeg, dan ga je snel failliet. Dan kiest niemand voor je. Its, konmar, boerenbond enzo. Ook supermarkten.

Belang inkoopfunctie neemt toe.

We doen waar we goed in zijn en bekijken dit met Porter. Wat niet goed is, besteden we uit. Je gaat je focussen op kernkwaliteiten en je gaat veel uitbesteden. Bol.com kan niet goed pakjes verzorgen, dus postnl.

Groot aandeel van inkoopvolumes, oce koopt veel in vanuit zich zelf.

3000.000-2.100.000= 900.000 bruto winst. 400.000 eraf is 500.000

5% besparing over 2.100.000300000-199500-400000=605000

105.000 winst stijging zorgt voor meer dan 20% VAN DE WINST. Dus 5% kostenverlaging, 20% stijging. Multiply effect. Duplon analyse. Hefbookregel.

Page 32: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Dus als de kosten gelijk blijven en ze krijgen wel lagere inkoopprijzen, dan is het direct van invloed op de winst. Dus zoveel mogelijk kortingen krijgen. Daarom is inkoop zo belangrjik.

Ondernemingsstrategie bepaald inkoop strategie. En marketing ook.

KSF strategisch uitgangspunt is binnen 24 uur de klanten leveren, dan is de KSF: snelheid van leveren. Je gaat de leveranciers hier ook op meten. Dan zijn de kpi’s.

De inkoopstrategie wordt niet alleen bepaald door de ondernemingsdoelstellingen, ama rook de markt.

Commidity markt. Marges staan onder druk, veel levernaciers wisselingen, iedereen wantrouwt elkaar en veel verzadigingen. Lage prijzen. Jumbo eigen merken, ze zoeken iemand die voor een lage prijs kan leveren. Oppurtunity buying, partijen die voor lage prijzen weggaan.

Nichemarkt. Focusstrategie van porter hoort hierbij. Kwaliteit en leveringsbetrouwbaarheid is heel belangrijk. Prijs mag hoog zijn.

Make or buy. Selectieve groei bedrijven willen groeien met zaken waar ze heel goed in zijn en de rest willen ze uitbesteden. Bedrijven richten zich erop waar ze goed zijn en er wordt veel uitbesteed. Je gaat meer inkopen en steeds minder zelf doen. Het is een cyclisch, uitbesteden en zelf doen.

offreren en selecteren hiervoor doe je specificeren. Je doet deze twee op vaste procedures. Ze moeten gewaarborgd zijn, om fraude en omkopingen te voorkomen. De mensen moeten ethisch handelen, dus geen bedragen of producten aannemen. Door uniform te zijn, kun je deze smeergeld acties voorkomen. Ook het vier ogen systeem, mensen mee laten kijken naar de contracten. Bauke besteld het niet, maar maakt de contracten op.

Je vraagt een offerte aan als je iets nodig hebt en het een onbekend product voor je is op een markt waar je weinig verstand van hebt. Bij incidentele orders.

Of bij een normale aankoop, bij een slechte leverancier. Dan ga je een nieuwe leverancier zoeken.

Een reguliere aankoop, maar het zijn nieuwe producten die je vaker wilt gaan verkopen bij incidenteel verkoop je het maar 1 keer.

Reguliere aankoop, je vertrouwt elkaar niet goed, dus kijk je ieder jaar nog even naar de andere prijzen.

Je gaat eerst een selectie zoeken van leveranciers. Je gaat e sourcen naar inkopers. Dit alles doe je voor de marktonderzoek. Kwalificatiecriteria. Je moet kijken of de leverancier kredietwaardig is. En je wilt referenties weten, bij ervaring. Er moet een goede capaciteit zijn. Operationele vaardigheden, kunnen ze het product maken. Je hebt dan een hele lijst met leveranciers.

Je kijkt dan naar de lijst die je al hebt, met mensen waarmee je samenwerkt.

Page 33: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Dan krijg je een bidderslist. 4 of 5 leveranciers, die je uitnodigt om een offerte te doen. Je moet ook tijd voor dit alles hebben.

Dan ga je de offerte aanvragen. Een offerte is een voorstel, wat staat erin. Een prijs, hoeveelheid, levertijd.

Aanbesteden. Ene offerte is ene eenmalig product die je inkoopt. Als je een hele opdracht gaat inkopen, zoals grote projecten als heel Avans voorzien van nieuwe mobiele telefoons. Boven de 130.000 moet je aanbesteden, in een totale opdracht. Daar mag iedereen op bieden op de markt. Dat moet je Europees aanbesteden. Een openbare aanbesteding. Een offerte is meer een prodcut of dienst

Een onderhandse aanbesteding. Je hebt al 5 leveranciers uitgenodigt en daar wil je uit kiezen.

Europese kenmerken.- Transparantie. Iedereen moet mee kunnen doen. - Objectiviteit. Het moet objectief gebeuren, je moet aangeven naar welke aspecten en

voorwaarden je kijkt. - Non-discriminatie. Chinese wallprincipe. Als je wordt geadviseerd door iemand ove

rleveranicers, dan mag deze persoon niet de aanbesteding doen. Wel als het is geopenbaard, ook aan alle andere zeggen dan.

Week 4 les 4 inkoop

Je moet iets kunnen vertellen over inkoop en de inkoper.

Je bent een tussenschakel tussen de externe markt en de interne klant. Je moet dus e-sourcen naar de producten.

Als inkoper ben je verantwoordelijk voor het assortiment dat in je winkel ligt, dus moeten alle spullen binnenkomen optijd. Assortiment goed op pijl houden.

Je moet bij inkoop kunnen vertellen, over het kraljic diagram/model/matrix. Komt er zeker op. Je moet weten als inkoper welke producten in welke categorie vallen. Als je dit weet, dan kun je er een bepaalde strategie op verzinnen. Bijv, hefboom projecten. Veel volume en snel elverbaar. veel macht bij als inkoper, strategie is dan voordeel behalen door veel offertes aan te vragen en de leveranciers tegen elkaar uit te spelen.

Als verkoper weet je later ook goed welke strategie de inkoper heeft, dus dan weet je dat je veel of weinig macht hebt.

Inkoop is een evolutie fase ingegaan. Eerst was het een administratieve functie. Vervolgens mechanische functie, dan mag je bestellen en onderhandelen. Dan pro-actieve fase en dan de professionele functie.

Inkoop wordt steeds belangrijker, omdat het een wapen is in de concurrentiestrijd. Bedrijven richten zich steeds meer op kerncompetenties en waar ze goed in zijn, en hoe meer er wordt uitbesteed hoe

Page 34: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

meer er moet worden ingekocht. Je moet dan die diensten inkopen. Avans moet schoonmakers en kantine inkopen en Avans focust zich op het lesgeven. Ricoh en Oce doen ook bijna niets zelf meer, ze assembleren alleen en alles wordt ergens anders gemaakt.

Vandaag:Beslissingen om hetzelf te maken of in te kopen.

Ondernemingsstrategie is de basis voor de inkoopstrategie. Als je de strategie weet, dan kun je de kritische succesfactor hieruit afleiden.

Plieger wilt innovatief zijn richting de klant en de kritische succesfactor is dan innovatie. Ook kwaliteit. Kwaliteit van processen en producten moet goed zijn.

Je hebt dan een KPI richting de klant. Dan moet je moet je ook een KPI bij de leverancier hebben, want die levert de producten voor de klanten. Je kunt kijken welke

Ondernemingsstrategie inkoopstrategie KSF KPI. Je moet goed kijken naar wat je de klant wilt aanbieden.

Nieuwe stof.

Make or buy.Zelf produceren of zelf inkopen.

De inkopers komen altijd met dit dilemma. Er zijn 5 aanleidingen wanneer je als inkoper deze keuze krijgt.

- Productontwikkeling.Als je met een nieuw product werkt, dan moet je kijken of je het zelf kan maken of dat je het moet uitbesteden. R en D komt naar je toe en ze hebben allerlei onderdelen nodig voor het nieuwe product. Dan kun je het zelf maken of kopen.

De inkopers hebben steeds meer inspraak bij productontwikkeling en dan ben je veel minder vast aan de specificaties en kunnen de kosten nog worden verlaagd. Dus hoe eerder je mensen vraagt om mee te denken, hoe gunstiger het is. Dit kan ook bij leveranciers die waarvan je weet dat je producten bij hem gaat kopen. Dan kan hij meedenken en dit is belangrijk om de kosten lager te laten maken, omdat zij aangeven waar je op moet letten.

- Ontevreden over leverancier. Als je ontevreden bent over de leverancier, omdat hij te laat levert of slechte kaliteit, dan kies je ervoor om het zelf te maken.

- Afzetverandering. Als er veel afzet is, ga je veel zelf produceren, maar je kunt er ook zaken bij huren. Afzet verlaging, dan zul je eerder inkopen.

- Kostenbeheersing en flexibiliteit.Als het slecht gaat, dan worden de kosten verlaagd. Je kunt meer uitbesteden, ook lagere kosten.Flexibiliteit: vroeger kon je met 1 product 20 jaar doen, nu moeten er steeds sneller nieuwe producten komen. De duur van de trend is nu veel korter. Iphone moet steeds sneller komen. Nu kun je dus niet meer een nieuwe machine laten bouwen om alles te produceren. Je besteed nu veel sneller de productie uit. Je richt je alleen op waar je goed in bent. Door flexibiliteit kun je steeds snel reageren op bepaalde zaken.

Page 35: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Logistiek wordt ook steeds vaker uitbesteed. Vrachtwagens aanschaffen is ook heel duur. Ook het arbeidsrecht is niet echt flexibel, je zit lang aan mensen vast. Banken werken ook niet mee om een wagenpark aan te schaffen, dus kun je niet investeren. Het voordeel is dat je een heel goed kostenoverzicht hebt, je spreekt een prijs af en daar blijft het bij. Op service niveau wordt het wel slechter als je de transport uitbesteed. Deskundigheid, iemand die precies weet hoe de logistiek moet kan het veel sneller doen.

Make or Buy. Strategische heroverweging kernactiviteiten. Als je heel goed bent in verkoop, dan moet je de logistiek uitbesteden. Bol.com heeft de transport ook uitbesteed.

Plieger doet operations het beste, namelijk het op voorraad houden van de producten en intern alles goed geregeld hebt, ze weten precies wat de klanten willen.

Inkoop en logistiek. Inkoop spreekt af, een kraan kost €100, met afmetingen en foto zetten ze in de computer. Verkoopprijs bepalen ze op €195. Ingaande logistiek ziet dat er 40 producten nodig zijn, dus 40 maal 100 plaatsen ze naar inkoop. Als inkoop op vakantie gaat is het niet erg, dan passen alleen de prijzen zich niet aan.

Wanneer zeker niet make.- Ziekenhuizen kunnen geen naalden maken,- Als producten heel goedkoop zijn, dan niet maken.- Makkelijk in te kopen.

Als je heel goed bent in de productie van iets, dan moet je het niet inkopen.

Make or buy vooral bij productiebedrijven, die kunnen namelijk make doen en buy kiezen.

Tendens. Eerst china toen india niet meer interressant, door hogere lonen en nu is het niet meer interessant en komt het terug. Door alles daarheen te brengen is hier niets meer te doen en crisis. Lange levertijden.

Als je producten produceert, dan maken ze daar copy producten en dan heb je al moeite. Plieger heeft communciatie bedrijf opgelost door ene kantoor te openen daar.

OEM. Steeds meer gaan we naar OEM. Original equipment manufacturer. Vroeger deden we alles zelf en nu worden elvernscyclussen korter. Ze gaan uitbesteden.

- Ze zetten alles nog in elkaar en doen de verkoop. Volkswagen.- First tier leveranicers. Ze hebben een dashbord nodig en die leveren ze.

- Kilometer teller, worden aangelever door leveranciers. Honderden De motor wordt weer gemaakt door heel veel anderen leveranciers, dus steeds meer tot duizenden.

- Third tier leveranciers, duizenden.

Het is een piramide. Steeds meer leverancier.

Piramdie systeem goed in goede tijden. Bijvoorbeeld bij Ford is het fout gegaan. Als 1 bedrijf kapot gaat, gaat alles kapot. VDL, in eindoven.

Page 36: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Je koopt iets in en de specificaties zijn bepaald door de leveranciers. Hij levert een standaard product aan jou. Dan noem je het inkopen

Specialisatie uitbesteding. Als de levernacier aan de slag gaat met jou ontwerp of idee en hij maakt het helemaal voor jou, dan praat je over uitbesteden.

2 soorten uitbesteding.

Capaciteitsuitbesteding. Je zou het zelf kunnen maken, maar nu geen capaciteit om het te makenSpecialisatie uitbesteding. Je kunt het niet zelf maken, dus besteed je het uit.

Page 37: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Logistiek Logistiek week 1 les 1.

Het boek ook lezen en vragen daaruit komen in de mc vragen.

Vandaag twee onderwerpen. Korte geschiedenis en overzicht.

Het koopconcept komt in iedere quickscan terug en de mintzberg modellen ook.

Logistiek binnen bedrijven.

Filmpje, alle termen in het filmpje hebben te maken met logistiek. Nederland doet veel logistiek voor andere bedrijven in europa. Dolle dwaze dagen, alles moet op het juiste moment op de juiste plaats zijn.

7S model, logistiek komt voornamelijk onder bij systemen, hoe heb je het ingericht en hoe heb je het geregeld. Zo efficient mogelijk.Skills, bij sommige bedrijven skills, onderscheidend vermogen. Voorbeeld is Bol.com

Logistiek is ontstaan in de militaire wereld. De soldaten moesten optijd voedsel en munitie aan het front brengen. Zo niet, dan zal de oorlog gestaakt moeten worden. ze keken waar eht goed ging en waar het verbeterd kon worden. vanuit de militaire wereld is het overgegaan naar het bedrijfsleven. het bestaat nu 40 tot 50 jaar, het is vrij modern nu met allerlei opleidingen enz. Logistiek is belangrijk om onderscheidend te zijn.

Per soldaat is er één gevulde container nodig. Dat is al een grote operatie en daarbij is de logistiek belangrijk. Zowel heen brengen als terug brengen.

Definitie van logistiek van nu,Het gaat om het zo beheersen van goederen en daarmee verbonden informatiestromen tegen lage kosten. Hoe je dat allemaal voor elkaar krijgt, dat is de logistiek van het bedrijfsleven.

Waar komt logistiek in het bedrijf voor?Overal, want overal heb je producten en informatiestromen die ergens heen moeten.

Patienten in een ziekenhuis. De klanten komen langs allerlei lokketjes. Een patiënt wordt nu veel slimmer door het ziekenhuis gelootst.

Klanten moeten ook door de mc donalds, dat kan altijd sneller en beter. Dat is ook weer logistiek.

Ook productiebedrijven gaan goederen doorheen dat goed geregeld moet zijn.

In het begin bestond logistiek uit twee stukken,Material management. Het managen van het materiaal, inkoop en prodcutie. Gaat om materialen.Fysieke distributie. Hoe krijg ik het eindproduct bij de klant.

Dat was allemaal te breed. Nu zijn er vier stukken.

Nu:

Page 38: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

- Inkooplogistiek H2Hoe krijg je grondstoffen ingekocht en hoe krijg je het naar de fabriek.

- Productielogistiek, hoe krijg je van grondstoffen eindproducten - Fysiek, hoe krijg ik de eindprodcuten bij de consument.- Reserve logistics. Producten van de consument gaan terug naar de fabriek als input. Oude

televisies, batterijen, lampjes enz. worden gerecycled. H2

Dat waren de vier stukken/onderdelen van logistiek.

Logistiek is net als marketing en verkoop een afdeling. Je vindt het vaak als afdeling in de organigram. Bij sommige bedrijven is het onderwerp logistiek in de top gekomen en dan is vaak een directielid gespecialiseerd in de logistiek.

Een afdeling beslist niet zelf het beleid, dat doet de raad van bestuur. Welke strategieën lang en korte termijn. Als dat voor het hele bedrijf is vastgesteld. Dan gaan de afdelingen bedenken over hun eigen doelstellingen om de organisatiedoelstellingen te realiseren. Bijvoorbeeld snellere levering, dan moet logistiek hiervoor zorgen. Er zijn dus ook logistiekedoelstellingen de altijd samenhangen met de strategische doelstellingen van de top.

Wat de logistieke doelsteling ook is, er zijn altijd twee aspecten waarbij je moet kijken.- Externe kant. De klanten, hoe snel wil een klant het product hebben en waar. De klant merkt

direct of de logistiek goed of slecht is. Je kunt niet altijd alleen maar de belangen van de klant aanhouden, want er zijn ook interne aspecten.

- Interne kant. Je moet ook rekening houden met de kosten en mogelijkheden die je ergens voor hebt. Niet alleen de klant maximaal tevreden stellen.

Logistiek moet altijd onthouden dat de kosten zo laag mogelijk zijn, het kan altijd goedkoper. Maar ook de klanten kant moet in de gaten houden dus kortere doorlooptijden. Wat je zegt moet je ook waarmaken (leverbetrouwbaarhied 1 dag is 1 dag.). De klant wil ook steeds meer flexibel kunnen aangeven als hij een andere kleur trui of iets wil.

Dat is het cirkeltje.

Uiteindelijk moet je kijken hoe je de logistiek in het bedrijf regelen. Voor ieder van de vier onderdelen moet je kijken hoe het wordt ingericht.

- Fysieke inrichting of grondvorm. - Hoe ga je de ingerichte omgeving beheersen en aansturen.- Welk automatiseringssysteem ga je gebruiken. - En welke personen ga je hiervoor allemaal inzetten.

Dit stappenplan, hoe ga je de logistiek inrichten, ga je voor ieder onderdeel bekijken en invullen. ????????????

WAARSCHIJNLIJK: JE MOET NAAR AANLEIDING VAN JE DOELSTELLING, DE VIER ONDERDELEN VAN PERSONELE ORGANISATIE INVULLEN, ZODAT DE DOELSTELLINGEN BEHAALD KUNNEN WORDEN.

Daarbij houdt je rekening met de strategie van het bedrijf.

Page 39: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Aldi heeft kostenleiderschap/operational excellence. Klein assortiment, hoe mee rje biedt hoe mee rje moe tplannen en hoe groter magazijn je hebt. Dus klein magazijn en bij alles kijk je of het goedkoper kan.

AH. Differentiatie/costumerintimicay. Ze hebben een breedt assortiment en een goede service. Klant is koning.

Bij jumbo is het het moeilijskte, want veel producten en je kunt geen Nee verkopen. Van de inleiding van de sheets en uit het boek vragen. KOOP CONCEPT.

Het klant order ontkoppel punt. Hoe krijgen klantorders invloed op de processen bij producenten en groothandels en andere bedrijfsprocessen. Ontwikkeld door Hoekstra en Romme van Philips.

Sheet 30. Prodcuenten en groothandels hebben een heel proces met producten waar ze mee bezig zijn. De klant die ziet wat ze maken en op een bepaald moment komt de klant met zijn order het bedrijf tegen. Dat punt waar ze elkaar vinden is het KOOP. Een klant zegt dan, ik wil graag hebben wat jij maakt. Er zijn 5 momenten waarop de klant en de processen van de bedrijven elkaar kunnen ontmoeten en waarbij de orders van de klanten koppelen met de processen.

Definitie KOOP. In hoeverre dringt de order van de klant door in het proces van een bedrijf. In hoeverre heeft een klantenorder invloed op het proces van de producent (en de groothandel).

Het logistieke raamwerk moet je kennen, en kunnen tekenen.

We beginnen bovenaan. De bovenkant is ene onderdeel van de bedrijfskolom. Inkoop van grondstoffen, met grondstoffen worden prodcuten gemaakt, daarna worden de eindproducten opgeslagen en vervoerd naar de magazijnen en bij de verkoopkan het nog geinstalleerd worden door een monteur. Op het einde it de consument. Het is dus een deel van de bedrijfskolom.

Producten stromen gaan altijd naar de consument toe. Dat is het eindpunt. De activiteiten die in de buurt van de consument gebeuren zijn stroomafwaarts. En activiteiten die ver weg van de consument plaatsvinden die zijn stroomopwaarts.

Symbolen.Een pijl is altijd input en output. Een driehoek met een puntje naar beneden is altijd een plaats waar voorraad wordt opgeslagen. Een rechthoek is altijd het signaal van ene proces, zoals productie. Daarbij zitten dan tussenvoorraden.

Onder de bovenkant is het KOOPCOncept. Er zijn vijf momenten dat de klanten orders worden gekoppeld met de bedrijven. KOOP 1 bevind zich altijd het meeste stroomafwaarts.KOOP 5 bevind zich altijd het meeste stroomopwaarts.

Het uitgangspunt is: hoeveel invloed heeft de klantorder van een klant op een prodcutieproces. Hoe dichter

Page 40: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

KOOP 1: de spullen liggen in een winkel. Iedereen voor de verkoop is bezig geweest om ervoor te zorgen dat de eindproducten in de winkel komen te ligegn. Lokale bevoorrading. De klant kan een product in de winkel kopen, dat is de order. Hij kan niet met zijn aankoop het productieproces beinvloeden. Hij kan alleen kiezen wat er is. Dat zijn voornamelijk prodcuten in de supermarkt. Of een koffiezetapparaat. De standaard producten die er liggen of je nu komt of niet, het ligt er toch. Kant en klare auto bij de dealer.

Nu meer stroomopwaarts, meer de bedrijfskolom in.

KOOP 2. Een centrale magazijn van een fabriek. Je weet zeker dat de order er kan belanden, maar de consument komt er nooit binnen. De bedrijfskolom is bezig geweest om de centrale voorraad te regelen. Voorbeeld is BOL.com en Wehkamp, online bedrijven. Je komt er als consument nooit binnen. Als consument heb je nog steeds geen invloed op de prodcutie. Alle prodcuten liggen er al, of je het koopt of niet. Auto die bij de importeur staat.

KOOP 1 en KOOP 2 zijn standaardproducten waar je geen invleod op het prodcutieproces hebt.

De directie van een bedrijf bepaald welke soort KOOP er wordt gehanteerd.

BIJ KOOP 3 vier en 5 heb je als klant stroomopwaarts steeds meer invloed. Bij deze KOOP’s zijn de namen van de kopers altijd bekent. Je weet wie de opdrachtgever is.

KOOP 3. Assembleren op order. Er komt een klantenorder en je weet wie het is. De klant heeft een aantal opties kunnen kiezen zoals hij het wilt. Als het bedrijf dat kan maken, dan mag dat. Het product kan heel snel in elkaar gezet worden. Assembleren, je kunt het vrij snel in elkaar zetten. Alle producten die je nodig hebt zijn al aanwezig. De prodcuten kunnen dus snel gelevrd worden. NIKE ID. MAAT pak

KOOP 4. Je maakt een prodcut op order van de klant. Op het moment dat de order komt bij de fabriek, wordt het prodcut van nul af aan gemaakt. Er is geen voorwerk gedaan, alleen een ontwerp. Alles moet nog worden gesneden en gezaagd. De levertijd is lang, maar je mag wel veel bepalen. Auto fabrieken.

Bij KOOP 3 en KOOP 4 is het ontwerp altijd bekent.

KOOP 5. Unieke klantenorder, met eigen ontwerp. Als het ontwerp klaar is, dan kun je pas gaan inkopen. Bijvoorbeeld een trouwjurk, of een groot jacht. Een huis ontwerpen en laten bouwen.

De KOOP punten zijn de momenten waarop de orders worden ontvangen en waarbij het proces van producent wordt gekoppeld aan de klantenorder.

Bij KOOP 1 komen er geen orders, maar worden er standaardproducten gemaakt. Voor die KOOP gebeurd alles op basis van planningen en aannames in de hoop dat er orders en klanten komen. Als er geen klanten komen, dan moet je alles dumpen. Veel geld verlies.

Bij KOOP 5 heb je weinig risico’s.

Page 41: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Na het ontvangst van de order heb je allerlei risico’s. garantie. Klant bedenkt zich. Niet nakomen met de levering. Of verkeerd uitvoeren van de order. Het is dus niet zo, dat als je een order hebt, dat je dan geen problemen meer hebt.

Logistiek les 2 week 2.

5 koops Koop 1ligt het meeste stroom afwaarts.

Welke vraag: hoeveel invloedBij KOOP drie vier en vijf is er veel invloed op het maak proces van de producent door de klanten.

Wat wordt er gekoppeld. De klanten order wordt gekoppeld met het proces van de bedrijfskolom.

Voor de koop wordt alles gedaan op basis van planningen en na de koops gebeurd alles klantgericht en klant specifiek. Dus ontkoppeling van de planningen en de klantorder activiteiten. Ervoor en erna gebeurd er iets anders.

Nieuwe onderwerp.Voorraadbeheer.

We kijken naar de voorraden in 1 bedrijf in 1 magazijn. Dat bedoelen ze ermee. Hoe komt het binnen en hoe blijft het.

We kijken niet naar alle voorraden in de bedrijfskolom, maar alleen bij 1 bedrijf. Voor de hele kolom is het nog moeilijker.

Waarom heb je eigenlijk voorraden. Voorraden in bedrijven heb je nodig om je in te dekken tegen onzekerheden aan de aanvoer kant en tegen onzekerheden aan de vraagkant. Dus, je durft er niet op te vertrouwen dat de leverancier altijd doet wat hij moet doen. Dus snel leveren. Soms levert hij te laat, dus eigen voorraad aanhouden. Je bent ook niet zeker van je klant, soms bestellen klanten meer of andere dingen.

Door zelf voorraden neer te leggen ben je niet altijd afhankelijk van de leverancier.

Je kunt op vier manieren naar de voorraden in een bedrijf kijken.- Waar ligt de voorraad in een bedrijf. Bijv. in een magazijn. - Welke soorten voorraden zijn er, soms wordt er veel gekocht voor kortingen. - Hoe worden de voorraden geregistreerd en wat heb je eraan.- Normvoorraad, je hebt bepaalde producten waar je altijd een minimum aan afnamen hebt.

Dat moet je allemaal weten.

Tabel 4.1 moet je goed bestuderen in het boek, er kunnen vragen over komen. Bijv. veiligheidsvoorraad/ijzeren voorraad. Voorraad die er altijd ligt, terwijl het eigenlijk niet hoeft.

Nu de vier onderdelen per stuk.

Traject.

Page 42: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Waar ligt de voorraad. We focussen alleen op 1 bedrijf in de kolom. Bijv. bij de producent kunnen de voorraden liggen bij het magazijn. Grondstoffenmagazijn. Op transport naar de productieafdeling. Ze kunnen in de fabriek liggen voor ze geproduceerd worden. eindproducten worden ook opgeslagen.

Als je weet waar iets ligt, dan kun je er iets mee doen. Het kan zijn dat de transport te langzaam gaat. Of dat er te veel voorraad is. Je kijkt dus of het sneller kan. Producent en groothandel hebben dezelfde eindproducten op voorraad. Misschien kun je dit samenvoegen door samenwerking. Kan het goedkoper misschien.

Soorten voorraden.Met welke redenen liggen er voorraden.

- Bijvoorbeeld als er bij de gamma een actie komt, dan zijn ze in een keer weg.- Je produceert het hele jaar, maar in december zijn de kerstballen pas nodig. - Of de wintersportspullen.

Je wilt als logistiek manager weten waarom iets er ligt. Er moet een goede reden voor zijn. Hij moet de voorraden kunnen verantwoorden.

Ook moet hij kunnen zeggen dat er minder voorraad moet liggen. Bijv. bij incourante voorraad. Paarse badkamers, niet iedereen wilt het. Kortingen geven of gratis geven. je moet iets niet laten liggen. Als het een probleem is, moet het verdwijnen. Dumpen of weggeven. Je moet het steeds blijven tellen en dat schiet niet op.

Berekende voorraadAlle voorraden staan geregistreerd in een computer. Er is een bestelde voorraad. Het is besteld bij de leverancier, maar het is nog niet binnen. Je kunt dit zien als een inkoop order waar nog niets op geleverd is. Dan is er nog een openstaande inkooporder.

In de pc staan ook beschikbare voorraad. Dit is de voorraad waarover jij als bedrijf nog kunt beschikken. Je kunt het aan de klanten verkopen, je mag er mee doen wat je wilt. Je kunt er van alles mee.

Gereseveerde voorraad. Dat doe je altijd voor een klant. De klant heeft dan gezegd ik wil het hebben. Dat zijn de verkooporders. Je hebt een aankoop van een klant, maar ze zijn nog niet uitgeleverd.

Economische voorraad=beschikbare voorraad en de bestelde voorraad. Beide voorraden behoren tot de economische voorraad. Hier loop je risico’s over. De inkooporder is namelijk van jou en je moet het afnemen.

Techniesche of fysieke voorraad= de beschikbare voorraad en de voorraad die er staat omdat het naar een klant moet, maar die er nog wel staat. Beide zijn een fysieke voorraad. Verkoop wil weten wat er nog licht. De directie wil ook weten wat er nog licht aan fysieke voorraad. Het moet niet te hoog zijn aan bedragen wat er ligt. Ook financiën wil dat weten, hoeveel geld is er. Dit is intern.

Extern wil de verzekering ook weten wat er ligt. Ze willen weten wat er ligt om een bepaalde premie te kunnen vaststellen. Je moet kunnen bewijzen wat er ligt. De accountant komt checken wat er ligt. Ze willen weten of wat ze zeggen er ook daadwerkelijk ligt.

Page 43: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Effectieve voorraad, alles wat er ligt en wat er nog moet komen, dus het totale plaatje van wat er ligt, besteld is en verkocht is.

Normvoorraad.In de pc staat dan hoeveel er minimaal moet liggen of hoeveel er van besteld moeten worden. in een doos of een hele pallet.

Waarom hebben bedrijven niet graag voorraden.Er is heel veel geld mee gemoeid. Er zijn veel kosten als er veel voorraad is. Dit zijn de indirecte voorraadkosten. Kosten die je hebt omdat je voorraad hebt. Bij logistiek alleen over indirect. Drie categorien.

- Bestelkosten. De kosten die je maakt om goederen te bestellen, te laten komen en op te slaan. Transportkosten looninkoper. Tellen en bestellen/prijzen. Internetkosten.

- Voorraadkosten. Hier stoppen de bestelkosten. Rente kosten. De kosten van de lening om de producten te kopen. Je kunt nu ook geen rente krijgen over de spaarlening. Ruimte kosten. Elecktriciteit. Steekwagens, de inrichting en de mensen die er werken. Alle kosten die er zijn om het hele magazijn te laten verlopen.Risico kosten. Verzekringspremie. Restkosten. De ksoten omdat iets minder opbrengt. Reparatiekosten (rework). Harddisk vervangen om computer meer waard te laten maken. Geen reparatie van hulpmiddelen.

De 5 rr’en.

- Kosten van neeverkoop De omzet omdat de klant naar een ander gaat die je dan misloopt. De klant blijft, maar wilt minder betalen als het er volgende week pas is.

De servicegraad van een bedrijf. Wordt bepaald door de directie. Met de servicegraad bepaal je hoe vaak je nee zegt. stel hij is 95%. Dan zeg je 5% keer nee. Dan kun je bereken dat het 1 op 20 teleurstelt. Je verhoogt de graad tot 99%. Hele grote voorraad, je wilt niemand teleurstellen. Dan is er 1 op de 100. En de voorraadkosten gaan heel erg omhoog. Kosten van neeverkoop gaat naar beneden.

Directe voorraadkosten is wat je aan de leverancier betaald.

Bestellen. Goederen in een magazijn moet je bestellen.

Vaak gaat het om B2B. Plieger besteld bij een leverancier. Internationaal gezien zijn er vier methoden om goederen te bestellen. Om deze methoden te snappen is er basiskennis nodig.

Het zijn vaste dingen. - Een kleine s= vaste bestelfrequentie. Vast moment, iedere dinsdag bestel je. - Grote B= variabele bestelfrequentie. Ook over het moment. Op het moment dat de voorraad

onder een hoeveelheid komt, dan ga je bijbestellen. Je weet niet wanneer dit is.

Page 44: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

- Grote Q= vaste bestelhoeveelheid. Quantity, gaat over aantallen. Steeds 50of 100 bestellen.- Grote S= variabele bestelhoeveelheid. Aantal, maar je besteld willenkeurige aantallen.

Variabele aantallen. Met de letters maak je een combinatie van aantal en moment. De combinaties moet je snappen en kennen. Kunnen benoemen, uitleggen en begrijpen. Het gaat altijd over het bestelmoment en de bestelgrote. BQ Systeem. Grote B, variabel moment. Q= vast aantal. B is een bestelgrens links in de grafiek. Als de voorraad onder de bestelgrens gaat, dan een vast aantal bijbestellen. Stel de grens ligt op 50 stuks en als ej besteld bestel je er steeds 75. Rode lijn is de fysieke voorraad in het magazijn. Iedere dag wordt er iets verkocht. Door de levertijd van de nieuwe 75, blijft de voorraad dalen. Totdat hij binnenkomt, dan krijg je de voorraad die je had en dan komen er 75 stuks bij. Je kunt dit systeem automatiseren, als het onder grens komt, dan kan de inkoper direct bestellingen plaatsten. Je kunt nooit tot nul stuks komen.

sS systeem.Vaste bestel moment.

Kleine b is bestelmoment, is dinsdag. en kleine s is een grens. grote S is de maximale grens. Er mag nooit meer dan 250 liggen en minimaal 50. liggen dan de grens. de voorraad mag nooit meer zijn dan de grens. Bijvoorbeeld bij risico producten. de inkoper mag niet meer dan 250 inkopen, omdat hij te weinig budget heeft. Het is een soort beveiliging.

Op dinsdag checj hij hoeveel voorraad er is. Die is 200 en hij besteld niets. Week later nog steeds 150, dus voldoende.de week erop gaat hij door de grens van 50 heen, en er liggen er 45. Hij belt de inkoper en hij mag er 205 bestellen. De levertijd is een aantal weken. De week erop ligt er niets extra, en de week daarna ligt het er weer bij. Dit is een riskant systeem, omdat je het niet vaak in de gaten hebt. Dit is bij kleien bedrijven zonder automatisering.

Wanneer gebruik je de methode?- sS, in de supermarkt. Snoepautomaten, iedere maandag worden de automaten bijgevuld. In

de etos worden make-up displays bijgevuld een keer in de week. Supermarkt is hier vaak een toko.

- BQ. Kantine if in een bouwmarkt. - sQ. Sigarenzaak. - BS. Media markt, als je tot laat open bent, moet je maximaal kunnen verkopen.

Op tentamen moet je kunnen bepalen welk systeem voor een bedrijf gunstig is.

Pareto-analyse. Algemene systematiek/techniek doe je bij logistiek, maar ook bij andere zaken goed kunt invullen. Ook wel 80/20 regel genoemd. Je maakt zaken inzichtelijk, die belangrijk zijn of minder belangrijk zijn,

Daarvoor zijn er drie categorien.- A categorie. Belangrijkste - B. minder belangrijk.- C. minst belangrijk.

Page 45: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Figuur 3.19. Achter het model zitten berekeningen. Er staan altijd twee zaken tegenelkaar afgezet. In het figuur is het het totaal aan prodcuten in het magazijn. Links staat de omzet. Als je alles verkoopt, heb je 100% omzet.

De analyse geeft aan. 20% van de producten in de a categorie zijn zo belangrijk dat ze 80% van de omzet generen.

De B categorie bestaat uit 30% van de prodcuten en als je die verkoopt, dan heb je 15% van de totale omzet.

De C categorie. 50% van de producten levert maar 5% van de omzet op.

De logistiekmanager moet ervoor zorgen dat de a producten er altijd liggen, dus 99% servicegraat. Vooraan in het magazijn leggen. In een supermarkt bijvoorbeeld wijn en bier. Dat is voor logistiek.

Voor inkoop:Onder alle leveranciers. En links de inkoopwaarde.

Bij de C leveranciers koop je maar heel weinig in. Als er scherper moet worden ingekocht, dan doe je dit bij de A leveranciers, want als je daar lagere prijzen kan krijgen, dan heeft dat een gunstig effect op je winst. De a leveranciers bezoek je heel vaak en B een keer per jaar en c in keer in de twee jaar.

Bij kwaliteit kun je kijken in het aantal fouten in de productie.

Week 3 les 3 logistiek

Sheets 33.

Formule van Camp. Wanneer gebruik je dit systeem.

De q van de bq en sq is goed over nagedacht. Als je gaat bestellen, hoeveel ga je dan bestellen. De q is berekend met de formule van camp. Die berekent hoeveel spullen je per keer gaat inkopen.

Er zijn twee verschillende kosten, bestel kosten en voorraadkosten. De formule berekent dat getal, dat zowel lage bestel kosten als lage voorraadkosten heeft. Optimale bestelgrote wordt berekend door de formule van camp.

Je kunt met de formule ook de bestel kosten als voorraad kosten berekenen.

Je zoekt dus het optimum van bestel en voorraadkosten.

Je moet er naar streven om altijd te kijken om het goedkoper te doen. Als je nog minder kosten maakt, kan het aantal ook lager zijn. Dan heb je een kleine voorraad en weinig voorraadkosten.

De formule van camp geldt alleen voor producten die je heel vaak gebruikt. Een bepaalde wastafel die plieger altijd verkoopt. Dus geen special acties of iets. Een bepaald pak koffie, dat altijd gekocht

Page 46: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

word. De levertijd bij deze producten moet altijd op tijd zijn. Je zult nooit nee verkopen, doordat hij optijd wordt aangevuld. De bestelkosten zijn het hele jaar stabiel. Ook de voorraadkosten van een product zijn bekend.

Page 47: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Nieuwe stof week drie.

Reverse logistics. Vierde deel traject. De postorder bedrijven die kleding en schoenen leveren, krijgen veel producten retour gestuurd. Dat wordt er niet mee bedoeld.

Wat wordt er dan wel mee bedoeld. Het altijd terughalen van goederen en verpakkingen die op het einde van de keten worden teruggestuurd om her te gebruiken. Die stroom kan goederen zijn, maar ook verpakkingen.

Reverse logistics. De beheersing van logistieke processen van gebruikte producten en verpakkingen. Hoe is dat geregeld. Het moeilijkste is het inzamelen. Consumenten zijn lui en willen er weinig voor doen.

Cradle to cradle hergrebuiken van producten op hetzelfde niveau of een hoger niveau.

Er gebeurd heel veel op deze gebieden. Er is een verschil tussen productreturns.

- Productreturns producten terugbrengen. - Marketing returns magazines die bij de doktor worden neergelegd en dan pas terug

komen.- Secundary markets verkopen via marktplaats, zodat mensen het opnieuw kunnen

gebruiken.

Er is ook greenlogistics. Milieu logistiek of duurzaamheid. De kijken naar hoe je dingen minder kunt vervuilen. Eerst investeren en dan pas opbrengsten.

- Minder verpakkingen, minder piepschuim, minder ruimte in beslag nemen.- Air en noise emmissions. Minder co2 uitstoot. Langere vrachtwagens, zodat je meer kunt

transporteren.

Plaatje met vrachtwagens. Producten komen terug en dan zijn ze minder waard. Dus moet je er iets mee maken, dat ook minder goed hoeft te zijn. Down cycling je wint de grondstof wel terug, maar je kunt er minderen producten meemaken.

Voorbeelden - Lege flessen - Kleding inkopen - Lege bierflesjes - Oud ijzer - Plastic - De auto van meerdere auto’s, kan 1 goede gemaakt worden. Sparing parts. - Papieren geld

Wie biedt in een keten de reverse logistics aan. De consument en de bedrijven met incourante voorraden. Restpartijen, teruggekomen producten enzo. Iedere keten heeft zaken die ze willen terugleveren. Waar een product ehen gaat, kan ook terug komen.

Page 48: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Waarom doen ze eraan mee. Ze verdienen er geld voor, vooral als het bruikbaar is. Ook een goed imago, je doet er dan aan mee. Soms moet je spullen terugsturen, omdat ze niet aan de voorwaarde voldoen.

Bedrijven zijn bezig om t ekijken hoe ze met reverse logistics kunnen omgaan. Er is een hele industrie die dit wilt regelen.

Bij reverse logistics, iedere stap volgen om het hele proces in te kunnen vullen.

De grondvorm (dit is al door iemand geregeld, zodat hij terugkomt) Een lege fles wijn.

Je hebt alle partijen nodig om het hele proces in te vullen en succesvol te laten verlopen.

Kun je reverse logistics altijd toepassen. Nee, - de infrastructuur is niet altijd te regelen.- Als er geen behoefte is voor hergebruikte producten. Er moet een afzetmarkt voor zijn.- Sommige producten kunnen niet meer terug, omdat ze uitelkaar zijn gevallen. (nu wordt er

bij het ontwerp meer rekening mee gehouden). - Er moeten ook relaties zijn, dus niet alles kan binnen de branche.

Cradle to cradle van wieg tot wieg. Deze mannen letten erop dat een product geen andere zaken verpest, dus niet het milieu of iets anders.

In Nederland is het idee opgepakt.

Recht week 1, H2.

Het overeenkomsten recht.

Rechtshandeling en vertegenwoordiging. Uiteindelijk krijg je een overeenkomst. Algemene voorwaarden (die onderdeel uitmaken van een contract), de kleine lettertjes. De gevolgen van de overeenkomst. Daarbij is nakoming het belangrijkste.

Vandaag:

Een overeenkomst bestaat uit twee criteria. (Het aanvaarden van een overeenkomst en aanbieden va een overeenkomst).

De rechtshandeling , alle handelingen van een rechtssubject. Een rechtssubject is een natuurlijke persoon en een rechtspersoon, zoals bedrijven.

Een handeling heeft altijd een beoogd rechtsgevolg. Rechtsgevolg, na het sluiten van de overeenkomst veranderd er iets in je rechten en plichten. Je rijdt iemand aan. Plicht, je moet schade betalen en recht is, je moet geld krijgen als slachtoffer.

Wil er sprake zijn van een rechtshandeling, dan moet er sprake zijn van een beoogd gevolg. Dus een bedoeld gevolg. Zoals een arbeidsovereenkomst. Iemand aanrijden is geen rechtshandeling, er is geen beoogd doel. Ook al doe je het met opzet, je wilt niet opdraaien voor de rechten en plichten.

Page 49: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Je kijkt dus of je de rechten en plichten van een overeenkomst wilt beoogen.

De rechtsgevolgen die de partijen hebben, moeten erkend zijn door de wet, anders geen rechtshandeling.

Wat je doet moet erkend zijn door de wet, zoals een arbeidsovereenkomst. Je mag geen cocaïne dealen, niet erkend door de wet. Maar voldoet wel aan de eerste twee eisen.

Dus je mag geen arbeidsovereenkomst sluiten met als voorwaarde dat vrouwen worden ontslagen als ze zwanger zijn. Dat mag niet, dus is het geen rechtshandeling.

Rechtshandeling kan eenzijdig en tweezijdig zijn.

Eenzijdig: je mag mijn huis kopen voor 100.000. het aanbod komt van 1 persoon.

Meerzijdig: je mag mijn huis kopen, oke ik wil het graag kopen. Dan twee personen. Wil en verklaring en aanbod en aanvaarding, dan dus een overeenkomst.

Hoe komt een rechtshandeling tot stand? (vaak is dit de vraag bij een casus).Drie dingen van belang.

- Handelingsbekwaam rechtssubject. Mag iemand iets doen, dus handelingsbekwaam persoon. Natuurlijke personen, waaronder een rechtspersoon die is gelijk aan een natuurlijk persoon in de wet.

Wil er sprak zijn van een rechtssubject/rechtshandeling, dan moet er sprake zijn van wil en verklaring. Auto verkopen voor 5000 euro. Een eenzijdige rechtshandeling, want er is wil en verklaring. Je zegt wat je wilt. Ze komen overeen, ja er is een rechtshandeling tot stand gekomen.

ander voorbeeld. Auto is 5000 euro waard. Auto verkopen voor 50 euro. Geen wil, wel een verklaring, dus geen rechtshandeling. Wil is namelijk 5000 euro hebben voor de auto.

Auto is 5000 waard en je wilt verkopen voor 5000, maar je zegt per ongeluk 4000. Wil en verklaring sluiten niet aan. Wij kunnen niet weten dat je er 5000 voor wilt, dus art. 35.

Art.35 als je het mag vertrouwen, dan komt er wel wil en verklaring en toch een rechtshandeling. 4000 euro is een normale prijs voor de auto. Dan ben je dus verplicht om hem wel te verkopen voor 4000.

Je verkoopt auto voor 2500. Wel erg goedkoop, lijkt mooier dan het lijkt.je hebt als koper dan de onderzoeksplicht of de prijs de juiste is. Het is wel een rare prijs. Vragen of het de goede prijs is en laten vastleggen. (het kan voorkomen als je een type fout hebt als je iets faxed). Als je geen onderzoek doet, dan kun je je niet berusten op het vertrouwensbeginsel.

LCD scherm voor 99 euro bij otto. Wil en verklaring sluiten niet aan. Je wilt hem niet daarvoor verkopen.Als klant zijnde mocht je er ook niet op vertrouwen dat dit de juiste prijs is. Er stonden 20 advertenties op de site, die allemaal boven de 700 euro waren. Door onderzoek had je het dus niet

Page 50: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

mogen vertrouwen als klant zijnde. Het was uiteindelijk ook geen tot stand koming van de rechtshandeling. Je bent dan ook niet verbonden aan de overeenkomst, want het is geen rechtshandeling. Er is namelijk geen gerechtvaardigd vertrouwen.

Bij een rechtshandeling, verschil tussen nietig en vernietigbaar.Nietig, een rechtshandeling heeft nooit bestaan. Zoals een vrouw die bij zwangerschap ontslagen is. Wil en verklaring sluiten niet aan. Dit kan allemaal niet volgens de wet, dus nietig.

Vernietigbaar, dan heeft een rechtshandeling wel plaatsgevonden en kun je hem met of zonder rechter samen vernietigen. Een jongen van 16 koopt een auto, overeenkomst komt wel tot stand, maar wel vernietigbaar. Als niemand iets vernietigd, dan blijft het gewoon geldig. Je mag tot 3 jaar lang vernietigen

- Onder curatele gesteld - Bedrog (km stand auto cheatten). Dan is het dus vernietigbaar. - Dwaling - Verslaafden - Minderjarigen

Vertegenwoordiging. Kenmerk, er zijn drie partijen.

- 1 iemand die iemand vertegenwoordiger maakt- Iemand die vertegenwoordigd. - Iemand die met een vertegenwoordiger iets afsluit.

Voetballer - Voetballer zelf - Arsenal - Zaakwaarnemer, dit is de vertegenwoordiger. Hij regelt alles, maar verbind zichzelf niet,

maar een ander. De middelste partij verbind de speler, een soort tussenpersoon.

Er zijn twee reden voor vertegenworodiging.- De wet bepaald het. Zoals het bestuur een rechtspersoon vertegenwoordigd. Dat is in de

wet geregeld.- Of iemand geeft je een volmacht. Iemand mag namens jou rechtshandelingen doen.

Art.3:60. Je kunt daarvoor allerlei eisen en voorwaarden stellen.

Volmacht,- Uitdrukkelijk, op schrift vast gelegd. - Stilzwijgend, niet nadrukkelijk geregeld. De winkeljuffrouw vertegenwoordigd de winkel,

maar dat staat nergens geregeld. -

Week 2 les 2.

Als je twee rechtshandelingen hebt die op elkaar aansluiten, dan heb je een overeenkomst.

Een aanbod is maar een rechtshandeling. Voor een overeenkomst heb je twee rechtshandelingen nodig. Rechtshandeling in boek 3 en een overeenkomst in boek 6.

Page 51: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Als het een overeenkomst is, dan zowel boek 6 en boek drie van belang. Boek 7, de bijzondere overeenkomsten, zoals koopovereenkomst, consumentenkoopovereenkomst en arbeidsovereenkomst.

Er is altijd een aanbod en aanvaarding.

Je moet weten wat er besloten is in de HR Hofland. In deze uitspraak was er een uitzondering. Huis te koop, ja ik koop hem voor 2 ton. Dus aanbod en aanvaarding. In de huizen markt is het een uitzondering als je zegt wat de waarde is. Het is een uitnodiging in een advertentie. Dat geldt dus als uitnodiging om te onderhandelen en niet als aanbod.

De vraag is: is er een overeenkomst tot stand gekomen, adn toetsen aan:

6:217 en aan artikel 3:33. Bij zowel aanbod checken of er wil en verklaring is en kijken bij de aanvaarding of er wil en verklaring is.

Pre contractuele fase. Gaat over het stadium dat er nog geen overeenkomst is. Het lastige hier is, dat het op basis van jurisprudentie is.

We moeten er twee kennen.- Hoge Raad Baris/Riezenkamp.

Er wordt gezegd, dat contractspartijen rekening moeten houden met elkaar gerechtsvaardigdbelang. Je moet rekening houden met de belangen van elkaar tijdens onderhandelingen.

Uitspraak Plas/Valburg (gemeente)

De gemeente wilden een groot zwembad bouwen in de gemeenten. Hiervoor gingen ze naar Plas om een ontwerp te vragen. De gemeente wilden na het eerste ontwerp allerlei onderzoeken hebben. Plas had een ton kosten en de gemeente gaf het aan een ander.

CBB twee nieuwe fases.

Fase 1, je mag de onderhandelingen nog afbreken. Fase 2, je mag de onderhandelingen niet meer afbreken. Als je wel afbreekt, dan schadevergoeding plus misgelopen winst betalen.

PLAS zat al in fase 3.

Waar moet je naar kijken of het redelijk is of je er uit mag stappen. Als de prijs nog niet is besloten, dan mag je afbreken.Wat zijn de verwachtingen. Wat is er tegenelkaar gezegd. De gemeente had moeten zeggen: jij mag ons een offerte doen en dan kijken wij of we het doen of niet. Het vertrouwen dat ze elkaar geven. Van te voren afspreken of je ten aller tijde mag afbreken of niet. En wat er gebeurd met kosten die gemaakt gaan worden.

Inhoud van een overeenkomst wordt bepaald door:- Partij afspraken, waarbij niet letterlijk moet worden gekeken wat er staat, maar ook wat er

bedoeld wordt.

Page 52: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

- Regelingen uit de wet. Dwingend recht, regelingen in de wet waar niet van mag worden afgeweken. aanvullend recht, het is geregeld in de wet, maar partijen mogen hiervan afwijken.

- Gewoonte recht. Als iets in een branche aanvaard is als regeling, dan geldt deze. Handje klap bij de koeien.

- Redelijkheid en billijkheid. Als de hiervoor gestelde eisen, niet voldoende zijn, wordt er gekeken of de afspraken die gemaakt zijn redelijk zijn in een bepaalde situatie. Bijvoorbeeld bij een exoneratieclausule.

Partijaspraak.

Een afspraak kan mondeling en schriftelijk.

Een overeenkomst hoeft niet schriftelijk, tenzij de wet anders bepaald dat het wel moet. Akte. Algemene voorwaarden. Haviltex.

Haviltex verkocht een amchine voor een ton. Tot 1976 kon de koper de machine terug geven. Gold eigenlijk als garantie, maar dat stond er niet. Les van Haviltex: Je moet niet alleen kijken wat er letterlijk in staat in een tekst, maar ook wat er bedoeld wordt door de partij.

Aanvullend recht. Als de partijen over een onderwerp onderling geen afspraken maken. Als er niets wordt geregeld, dan kijk je naar de wet.

Dwingend recht. Het dwingend recht zijn regels die in het burgerlijk wetboek staan, waar partijen niet vanaf mogen wijken. Bepaling is dan nietig, want je mag er niet van afwijken.

Als je wilt weten of het aanvullend of dwingend is, dan kijk je naar de artikel zelf. Als er staat, tenzij partijen anders geregeld hebben. Als dat er staat, dan is het aanvullend recht. Of 1 t/m 7, dan is het aanvullend recht.

Gewoonterecht. Mensen hebben het als normaal ervaren. Hand je klap.

Redelijkheid en billijkheid. Als de wet niets regelt, en de rechter moet toch een uitspraak doen. Dan kijkt hij wat is redelijk.

Week 3 les 3 logistiek

Sheets 33.

Formule van Camp. Wanneer gebruik je dit systeem.

De q van de bq en sq is goed over nagedacht. Als je gaat bestellen, hoeveel ga je dan bestellen. De q is berekend met de formule van camp. Die berekent hoeveel spullen je per keer gaat inkopen.

Er zijn twee verschillende kosten, bestel kosten en voorraadkosten. De formule berekent dat getal, dat zowel lage bestel kosten als lage voorraadkosten heeft.

Page 53: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Je kunt met de formule ook de bestel kosten als voorraad kosten berekenen.

Je zoekt dus het optimum van bestel en voorraadkosten.

Je moet er naar streven om altijd te kijken om het goedkoper te doen. Als je nog minder kosten maakt, kan het aantal ook lager zijn. Dan heb je een kleine voorraad en weinig voorraadkosten.

De formule van camp geldt alleen voor producten die je heel vaak gebruikt. Een bepaalde wastafel die plieger altijd verkoopt. Dus geen special acties of iets. Een bepaald pak koffie, dat altijd gekocht word. De levertijd bij deze producten moet altijd op tijd zijn. Je zult nooit nee verkopen, doordat hij optijd wordt aangevuld. De bestelkosten zijn het hele jaar stabiel. Ook de voorraadkosten van een product zijn bekend.

Page 54: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Nieuwe stof week drie.

Reverse logistics. Vierde deel traject. De postorder bedrijven die kleding en schoenen leveren, krijgen veel producten retour gestuurd. Dat wordt er niet mee bedoeld.

Wat wordt er dan wel mee bedoeld. Het altijd terughalen van goederen en verpakkingen die op het einde van de keten worden teruggestuurd om her te gebruiken. Die stroom kan goederen zijn, maar ook verpakkingen.

Reverse logistics. De beheersing van logistieke processen van gebruikte producten en verpakkingen. Hoe is dat geregeld. Het moeilijkste is het inzamelen. Consumenten zijn lui en willen er weinig voor doen.

Cradle to cradle hergrebuiken van producten op hetzelfde niveau of een hoger niveau.

Er gebeurd heel veel op deze gebieden. Er is een verschil tussen productreturns.

- Productreturns producten terugbrengen. - Marketing returns magazines die bij de doktor worden neergelegd en dan pas terug

komen.- Secundary markets verkopen via marktplaats, zodat mensen het opnieuw kunnen

gebruiken.

Er is ook greenlogistics. Milieu logistiek of duurzaamheid. De kijken naar hoe je dingen minder kunt vervuilen. Eerst investeren en dan pas opbrengsten.

- Minder verpakkingen, minder piepschuim, minder ruimte in beslag nemen.- Air en noise emmissions. Minder co2 uitstoot. Langere vrachtwagens, zodat je meer kunt

transporteren.

Plaatje met vrachtwagens. Producten komen terug en dan zijn ze minder waard. Dus moet je er iets mee maken, dat ook minder goed hoeft te zijn. Down cycling je wint de grondstof wel terug, maar je kunt er minderen producten meemaken.

Voorbeelden - Lege flessen - Kleding inkopen - Lege bierflesjes - Oud ijzer - Plastic - De auto van meerdere auto’s, kan 1 goede gemaakt worden. Sparing parts. - Papieren geld

Wie biedt in een keten de reverse logistics aan. De consument en de bedrijven met incourante voorraden. Restpartijen, teruggekomen producten enzo. Iedere keten heeft zaken die ze willen terugleveren. Waar een product ehen gaat, kan ook terug komen.

Page 55: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Waarom doen ze eraan mee. Ze verdienen er geld voor, vooral als het bruikbaar is. Ook een goed imago, je doet er dan aan mee. Soms moet je spullen terugsturen, omdat ze niet aan de voorwaarde voldoen.

Bedrijven zijn bezig om t ekijken hoe ze met reverse logistics kunnen omgaan. Er is een hele industrie die dit wilt regelen.

Bij reverse logistics, iedere stap volgen om het hele proces in te kunnen vullen.

De grondvorm (dit is al door iemand geregeld, zodat hij terugkomt) Een lege fles wijn.

Je hebt alle partijen nodig om het hele proces in te vullen en succesvol te laten verlopen.

Kun je reverse logistics altijd toepassen. Nee, - de infrastructuur is niet altijd te regelen.- Als er geen behoefte is voor hergebruikte producten. Er moet een afzetmarkt voor zijn.- Sommige producten kunnen niet meer terug, omdat ze uitelkaar zijn gevallen. (nu wordt er

bij het ontwerp meer rekening mee gehouden). - Er moeten ook relaties zijn, dus niet alles kan binnen de branche.

Cradle to cradle van wieg tot wieg. Deze mannen letten erop dat een product geen andere zaken verpest, dus niet het milieu of iets anders.

In Nederland is het idee opgepakt.

Week 4 les 4 recht

Nakoming en dan vooral over niet nakoming.

Als je gewoon nakomt, is er juridisch geen probleem. Er komt pas een probleem als je niet nakomt.

Alle weken lopen redelijk op elkaar over.

Pc verkopen, voor 1000 euro.

Welke rechtshandelingen zijn hier. - Aanbod en aanvaarding.- Handelinksbekwaam. - Wil en verklaring.

Rechtshandelingen komen samen, dus een overeenkomst.

Hier had geen sprake kunnen zijn van algemene voorwaarden, omdat je maar 1 keer de laptop verkoopt. Als je er 12 per week verkoopt, dan kun je wel algemene voorwaarden opstellen.

Een verbindtenis, zijn de prestaties die voortkomen uit de overeenkomst. Er zijn twee hoofdverbintenissen. Je moet de computer leveren en de prijs moet betaald worden.

Page 56: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

Een overeenkomst is een bron van een verbintenis. Daaruit komen allerlei rechten en plichten.

Als je de laptop op de grond gooit, zonder reden, dan is het de onrechtmatige daad en dan ben je verantwoordelijk voor. Onder andere schadevergoeding.

De schuldeiser heeft recht op een prestatie die de schuldenaar moet realiseren.

De niet nakoming.

De hoofdregel is geregeld in art. 6:74 BW. Die zegt: bij niet nakoming is de schuldenaar verantwoordelijk.

Tekortkoming Er zijn verschillende manieren van niet nakoming). - Hij komt gebrekkig na, (de pc die werkt niet) - Niet leveren (niet nakomen). - Te laat nakomen

Toerekenbaarheid Het is toerekenbaar, tenzij het de schuldenaar niet kan worden toegerekend. De uitleg staat in de latere artikelen.

Schade. Je hebt alleen recht op schadevergoeding als er ook schade is.

Ik lever de laptop helemaal niet. Dus tekortkoming in niet nakoming. De schade zou kunnen zijn, je had de laptop nodig voor een presentatie waar je 100.000 euro aan zou kunnen verdienen. En om de presentatie te kunnen maken huur je een anderen. Dan zijn de kosten voor mij. Er moet dus vermogensrechtelijk in geld een schade zijn. Causaal verband moet er zijn. (daardoor=causaal verband). De schade die er is moet veroorzaakt zijn door de niet nakoming. (je moet dan kijken of de schade er geweest zou kunnen zijn als je het niet gekocht had). De order van de presentatie had je misschien wel of niet kunnen binnenhalen als je de presentatie had geleverd. Dat is dus lastig, want met de laptop had je hem misschien ook niet binnen gehaald.

Toerekenbaarheid De schuldenaar moet altijd opdraaien voor de schade, tenzij er sprake is van overmacht. Overmacht doet zich bijna nooit voor in de praktijk.

Art. 6:75 76 en 77, moet je altijd bij de nakoming naar kijken. Er zijn vier aspecten waar je naar moet kijken. Als er aan alle vier de aspecten wordt voldaan, dan is er sprake van overmacht. (alle aspecten even behandelen en noemen)

- Schuld. Als er schuld is, dan kan er al geen overmacht meer zijn. (ik verslaap me en daardoor ben ik te laat voor de levering)

- Niet bij de wet. Art. 6:76. Als je de hulp van anderen gebruikt, dan ben je verantwoordelijk voor hun daden en ben je gewoon fout. (als je iemand anders de laptop laat afleveren, dan ben je verantwoordelijk voor zijn daden en schaden.) hetzelfde geld als je hulp nodig hebt van bepaalde zaken. Als je iets levert dat je maakt met machines, en die gaan kapot, dan is dit geen overmacht, want je hebt er zelf voor gekozen.

- Niet bij rechtshandelingen. Hiermee bedoelen ze dat de overmacht geregeld is in de algemene voorwaarden. De rechtshandeling is dan het regelen van een regel: recht op

Page 57: arifural.weebly.com€¦  · Web viewKennisportfolio H2 . AO. Week 1 administratieve organisatie. Website een keer bezoeken, het kan zijn dat die MC vragen op het tentamen komen

overmacht heeft nooit kans van slagen of rampen horen niet to overmacht en dan voldoe je aan deze eis.

- Verkeersopvatting. Wat vinden wij als maatschappij met z’n alle redelijk. Dat bepaald de rechter.

2 voorbeelden bij verkeersopvatting. Onervarenheid is geen smoesje voor iemand die bouwt en zich wel aan de regels houdt. De tweede is, je kunt niet betalen want het geld is opgemaakt door de vriendin. Als je niet het vermogen hebt, dan komt het voor de rekening van de schuldenaar. Bij natuurrampen doet overmacht zich wel vaak voor.

Als er sprake is van overmacht, dan is er geen schadevergoeding. Anders is er een wanprestatie.

De hoofdregel is dat je iemand in gebreke moet stellen. Als er dan nog niet wordt voldaan, dan is er verzuim. In gebreke stelling moet per brief, met daarin een redelijke termijn om als nog te kunnen nakomen. De redelijkheid hangt af van de casus. Een huis afbouwen kan niet in 2 dagen. Deze termijn moet je als schuldeiser zelf inzetten.

Na verzuim recht op schadevergoeding. Twee uitzonderingen.

Als nakoming niet meer mogelijk is, dan is schadevergoeding direct mogelijk. Mijn laptop valt en deze laptop kan niet meer geleverd worden. hij bestaat niet meer. Dan ben je direct in verzuim en heb je recht op schadevergoeding.

Geen ingebrekestelling nodig, als de dag waarop wordt afgesproken niet geleverd is en er veel gevolgen van zijn.Muziek festival, de muziek installatie wordt te laat geleverd en dan kan heel het festival niet meer gehouden worden.Als laatste, als de schuldenaar niet meer na gaat komen, dan heeft het ook geen zin om een briefje te sturen.

Eisen na niet nakoming. - Schadevergoeding - Naar de rechter en nakoming afdwingen, omdat je hem heel graag wilt hebben. Art. 296- Ontbinden. Je maakt een einde aan de overeenkomst met 4 regels. Briefje en toerekening en

verzuim.