Wijzigingen in VIAG / VWI's 2016 Uitgave Netbeheer Nederland

Wijzigingenlijst VIAG t.b.v. release 2016 (versie 1.0 dd. 9 juni 2015)

Viag vraag naar aanleiding van toenemend gebruik microstoppel.

Stoppelen aansluitleiding valt onder Bedieningshandelingen (BH)

Stoppelen aansluitleiding wordt gedaan onder werking van de G14, die uitgevoerd mag

worden door een VP-LD

De VP mag echter alleen BBH doen, dus geen stoppelen.

Is dit tegenstrijdig?

Inderdaad zit hier een tegenstrijdigheid.

Het plaatsen en verwijderen van micro stoppels zullen in

de release onder de beperkte bedieningshandelingen

worden geplaatst. Wel met de restrictie dat een VP LD

deze werkzaamheden wel mag uitvoeren, maar een VP

meterkast niet.

VIAG

art. 2.4.2

VIAG

art. 2.4.3

VIAG

art. 3.6.7

Bijlage 5

Aangepaste tekst wordt:

Bedieningshandelingen (BH)

4e aandachtstreepje

- het (micro-)stoppelen van inpandige leidingen

(stijg- en daalleidingen bij hoogbouw);


Beperkte bedieningshandelingen (BBH)

2e en 3e aandachtstreepje



- het (micro-)stoppelen van aansluitleidingen;


VP G-meterkast

6e aandachtstreepke

- voert alleen BBH uit, uitgezonderd het (micro-

)stoppelen van inpandige leidingen en

aansluitleidingen;


VP G-aanleg

5e aandachtstreepje


)stoppelen van inpandige leidingen en

aansluitleidingen ;

Toegevoegde tekst wordt:

Beperkte bedieningshandelingen

het zetten van (micro-)stoppels in

aansluitleidingen en inpandige leidingen (stijg-

en daalleidingen bij hoogbouw)

Inhoudelijk

Op dit moment speelt binnen onze organisatie weer een oude kwestie, het verwijderen

van gasleidingen. Volgens de VIAG vallen buiten bedrijf gestelde druk- én gasloze

leidingen nog steeds onder de VIAG.

In art 2.5.1 van de VIAG worden alle gastechnische werkzaamheden opgesomd

waaronder het verwijderen van leidingen. In art 2.5.2 t/m 2.5.4 worden de gastechnische

werkzaamheden verdeeld in Uitgebreide, Standaard en Beperkte Gastechnische

Handelingen. Het verwijderen van leidingen wordt hier echter niet meer genoemd. Het is

dus niet omschreven binnen welke specifieke gastechnische handeling het verwijderen

hoort.

Dit is lastig want er is geen mogelijkheid om een raamopdracht uit te schrijven voor het

verwijderen van leidingen, er is ook geen VWI over dit onderwerp. Dit heeft tot gevolg dat

er een werkplan moet worden opgesteld voor dergelijke werkzaamheden.

In dit werkplan dienen de aanwijzingen van de medewerkers van de ploeg te worden

omschreven alsmede de veiligheidsmaatregelen. Dit is lastig omdat zoals eerder gesteld

in de VIAG het verwijderen van gasleidingen in art 2.5 niet specifiek is benoemd en

verder in de VIAG onbesproken blijft. Het probleem is dat momenteel in het veld een

variatie optreedt van uitvoering van deze werkzaamheden van VOP’er tot AVP’er.

Hoe gaan we hier mee om?

Een buiten bedrijf gestelde gasleiding, welke drukloos en

gasloos gemaakt is, blijft in eigendom van de

netbeheerder. En blijft daarmee onder het regiem van de

VIAG vallen (zie artikel 1.3 laatste bullit).In Bijlage 5 van

de VIAG wordt het verwijderen van gasleidingen niet als

zodanig benoemd. In de kolom van de Uitgebreide

Gastechnische Werkzaamheden staat als laatste punt

dat werkzaamheden die niet tot de SGW, BGW, NGW of

AW behoren hiermee onder de UGW vallen.De

werkgroep VIAG zal de komende tijd deze vraag gaan

beoordelen en zonodig in de release 2016 aanpassingen

in de VIAG aanbrengen en/of in een VWI.Tot zolang

zullen deze werkzaamheden onder de UGW moeten

vallen.

Besluit werkgroep VIAG:

Door het verwijderen van aantoonbaar gasloze en

losgekoppelde leidingen te scharen onder Andere

Werkzaamheden (AW) is voor het uitvoeren hiervan geen

VIAG aanwijzing nodig.

VIAG

art. 2.5.6

Bijlage 5


Artikel 2.5.6

6e aandachtstreepje toevoegen:

- het verwijderen van aantoonbaar gasloze en

losgekoppelde leidingen;


Andere Werkzaamheden (AW)

6e regel toevoegen:

het verwijderen van aantoonbaar gasloze en

losgekoppelde leidingen

Inhoudelijk

InhoudelijkHet plaatsen van blazen of stoppels in een aansluitleiding willen we graag opgenomen

zien in de regelgeving (bij voorkeur al in 2016)

Dit wordt opgenomen in de release 2016. VIAG

art. 2.4.3

VIAG

art. 3.6.7

Bijlage 5


Beperkte bedieningshandelingen (BBH)

2e, 3e en 4e aandachtstreepje



- het (micro-)stoppelen van aansluitleidingen;

- het plaatsen van blazen in aansluitleidingen;


VP G-meterkast

6e aandachtstreepke


)stoppelenvan inpandige leidingen en

aansluitleidingen, en het plaatsen van blazen in

aansluitleidingen


VP G-aanleg

5e aandachtstreepje


)stoppelenvan inpandige leidingen en

aansluitleidingen, en het plaatsen van blazen in

aansluitleidingen

Toegevoegde tekst wordt:

Beperkte bedieningshandelingen

het zetten van (micro-)stoppels in

aansluitleidingen en inpandige leidingen (stijg-

en daalleidingen bij hoogbouw)

het plaatsen van gasblazen in aansluitleidingen

Een vraag over het op de locatie hebben van een blusdeken zoals vermeld in diversen

VWI’s . Bijv G-06, G-09, G-11 , G-16, G-17, G-20 etc. De vraag is moet deze blusdeken

bij het werkgat zijn, bijv. VWI G-16, of is het voldoende om deze in de bedrijfswagen op

de werkplek te hebben. Als deze bij het werkgat moet dan vragen wij ons af of door het

stof, vuil, vocht etc. de werking niet minder word.

In de VWI G-06 is er geen blusdeken nodig en bij de VWI G-09 wel? Is dit alleen doordat

de gasmeter groter is? En moet deze blusdeken dan op locatie zijn in de bedrijfswagen of

bij de meterkast.

Een blusdeken moet op of nabij de werkplek aanwezig

zijn. Hiermee wordt bedoeld dat de blusdeken in de

montagewagen mag blijven, als deze op of in de

onmiddellijke omgeving van de werkplek is. Gaat de

montagewagen weg, dan moet de blusdeken wel

achterblijven op de werkplek. We zullen in de release

2016 dit in artikel 4.4.1 nog wat verduidelijken.

Een blusdeken moet op de werkplek aanwezig zijn als er

meerdere personen aanwezig zijn. Als je alleen aan het

werk bent, heeft een blusdeken weinig nut. In artikel

4.14.3 staat dit aangegeven.

VIAG

art. 4.4.1


Artikel 4.4.1 Veiligheidsmaatregelen

Veiligheidsmaatregelen voor de omgeving en de

werkplek

10e bullit:

- het nemen van voorzorgsmaatregelen zoals

de aanwezigheid op de werkplek van een

brandblusser, een blusdeken, eindkappen,

persstoppen enzovoort.

- tevens moet er op of in de onmiddellijke

nabijheid van de werkplek (bijvoorbeld de

montagewagen) een blusdeken aanwezig zijn.

Gaat de montagewagen tijdens de

werkzaamheden weg, dan moet de blusdeken

op de werkplek achterblijven

Inhoudelijk

Artikel 4.8 van de VIAG beschrijft hoe het toezicht op werkzaamheden, vallende onder het

VIAG-regime, geregeld moet zijn.

Er wordt in dit artikel o.a. gesproken over onafgebroken toezicht en over regelmatig

toezicht.

In de VWI's is dit benoemd als:

De WV houdt voortdurend toezicht. of

De WV bepaalt de mate van toezicht.

De vraag is of en wanneer een WV zijn toezichthoudende taken mag delegeren aan

iemand met een "lagere" aanwijzing.

Als er staat dat de WV de mate van toezicht bepaalt, dan

bepaalt hij wie, wanneer en hoe intensief dit toezicht

moet zijn. Dan kan een AVP of VP of VOP of THP dus

toezicht houden namens de WV, mits dit binnen het

kader van hun aanwijzing past..

Wanneer er staat dat de WV voortdurend toezicht houdt

dan moet dit de WV zelf zijn.

In artikel 4.8 van de VIAG staat dit nader omschreven.

Tekstueel dient onder het kopje Aanwijzing en toezicht de

laatste zin verwijderd te worden

VIAG

art. 4.8


Aanwijzing en toezicht

3e aandachtstreepje

- Een VOP en in een aantal gevallen ook een

THP (zie de VWI’s), mag alleen toezicht houden

op niet-gastechnische werkzaamheden. Deze

werkzaamheden moeten dan wel buiten de

gevarenzone plaatsvinden.

Redactioneel

VIAG 2013: Blz 42, artikel 5.5, bullet 3, tekst aanvullen met :

“Loopt in deze gevallen de gasdruk onverwacht terug (aanvaardbare waarde door IV te

bepalen) dan moet het deel of het station zo snel mogelijk weer inbedrijf genomen

worden, uiteraard met toestemming van de BD.”

Deze aanvulling is akkoord. Echter ook een OIV mag

deze aanvaardbare waarde bepalen.

Wordt in de release 2016 meegenomen

VIAG

art. 5.5.


Artikel 5.5 Gevolgen

3e bullit

Loopt in deze gevallen de gasdruk onverwachts

terug dan moet het leidingdeel of het station in

principe zo snel mogelijk weer in bedrijf worden

genomen, mits de druk niet onder een

aanvaardbare waarde is gekomen. Deze

aanvaardbare waarde wordt door de (O)IV

bepaald. De BD moet direct na deze handeling

... enz.

Inhoudelijk

Bewaartermijn beproevingsrapport dichtheid binneninstallatie.

Volgens de VWI G-07 is dit minimaal 3 maanden.

In de VIAG (artikel 6.6) staat over bewaartermijnen van dichtheidsbeproevingsrapporten

van leidingen dezelfde termijn als in de norm 7244.

De norm zegt echter niets over binneninstallaties.

Artikel 6.6. van de VIAG in overeenstemming brengen met VWI G-07

In artikel 6.6 wordt een extra regel toegevoegd

betreffende de bewaartermijnen van de

dichtheidsbeproevingsrapporten (en eventueel

registratieformulieren) van binnenleidingen.

VIAG

art. 6.6


Beproevingen

Bij 3e aandachtstreepje een "bolletje" toevoegen

o dichtheidsbeproevingen binnenleidingen:

minimaal 3 maanden

Redactioneel

In artikel 6.10 van de VIAG is tabel 2 Veiligheidsafstanden warmtebelasting opgenomen.

Omdat deze tabel mogelijk niet meer actueel is heeft de TIS, op verzoek van de GVR,

opdracht gegeven aan DNV GL deze tabel te updaten.

Aan de hand van het door DNV GL uitgebrachte rapport is Tabel 2 uitgebreid met meer

diameters bij verschillende drukken.

De genoemde afstanden in deze tabel zal toegepast moeten worden wanneer er sprake

is van hoorbare en/of zichtbare lekken

In de release 2016 zal deze tabel met eventueel een

toelichting opgenomen worden onder Tabel 6.10 en

ingevoegd worden in de VWI G-36

VIAG

art. 6.10

VWI G-36


Artikel 6.10

Regels bij het veilig benaderen van een gaswolk

2e aandachtstreepje

- in verbanfd met de mogelijk optredende

warmtebelasting moeten de onderstaande bij

een aanzienlijke vrije gasuitstroming, zoals bij

buisbreuken en bij graafschades,

de veiligheidsafstanden van tabel 2 worden

aangehouden (tabel 2) . Dit geldt ook bij

hoorbare en zichtbare gasuitstromingen. Deze

geldt voor verschillende situaties bij een

aanzienlijke vrije gasuitstroming (gaslek bij

breuk en/of graafschade. Hierbij wordt dan

voldaan aan de norm van een maximale

warmtestraling van 1 kW/m2. De invloeden van

wind (sterkte en richting) hebben beperkte

invloed op de brekende afstanden. Omdat in

Nederland de windsterkte en windrichting in

korte tijd sterk kunnen varieren, zijn de

afstanden gebaseerd op "worst case"

scenario's.

De tabel 2 is vervangen door onderstaande

tabel 2.

Inhoudelijk

In de VIAG versie 15-04-2015 staat in Art. 7.4 bij het tweede aandachtsstreepje het

volgende:

Iedereen die activiteiten uitvoert die onder de VIAG vallen, moet een veiligheidspaspoort

of de vereiste documenten of certificaten digitaal op de werkplek hebben.

Zoals ik het nu lees MOET je dus paspoort digitaal hebben, en volstaat de papieren

versie niet meer. Ik denk dat deze tekst niet klopt, maar zou hier wel graag duidelijkheid

over willen hebben.

De opmerking is helemaal correct.

Met deze regel is bedoeld dat het ook toegestaan is dat

een veiligheidspaspoort en/of documenten / certificaten

digitaal op de werkplek beschikbaar zijn.

Het is iedere werkgever vrij hoe hij zijn medewerkers van

een veiligheidspaspoort en dergelijke wil voorzien; of een

papieren versie of een digitale versie.

In de release 2016 zullen we dit meenemen.

VIAG

art. 7.4

Aangepaste tekst wordt

2e aandachtstreepje

Hiervan de 2e zin

Iedereen die activiteiten uitvoert die onder de

VIAG vallen, moet òf een veiligheidspaspoort

òf de vereiste documenten c.q. certificaten

digitaal op de werkplek hebben.

Redactioneel

In VWI G-06 wordt nog gesproken over de BEI-BS. Dit moet zijn BEI-BLS Opmerking is correct, wordt in de release 2016

meegenomen.

VWI G-06 Aangepaste tekst wordt:

Uitvoering

Stap 2A

3e bullit

een aanwijzing volgens de BEI- BS BEI-BLS

nodig

Stap 2B

4e bullit


nodig

Stap 2C

2e bullit


nodig

Redactioneel

≤ DN 50 ≤ DN 100 ≤ DN 150 ≤ DN 200 ≤ DN 300 ≤ DN 400 > DN 400

≤ 0,1 10 15 25 35 50 70 > 90

1 15 30 45 65 100 140 > 180

4 25 50 80 110 170 230 > 300

8 30 65 100 140 220 300 > 400

Tabel 2: Veiligheidsafstanden warmtebelasting (afstanden in meters)

Druk

(bar)

Diameter

De werkgroep RI&E VIAG heeft aan de hand van de diverse VWI's een heroverwegen

gemaakt van benodgde PBM's en (veiligheids)middelen. Deze zijn door de werkgroep

VIAG overgenomen.

In de release 2016 zullen deze aanpassingen

doorgevoerd worden.

VWI G-07 Toevoegen pictogram:

pictogram (met tekst) voor de elektrische

overbruggingskabel

Inhoudelijk

Wij hebben een incident gehad met het ontluchten via een toestel.

Ik zou graag het volgende toegevoegd willen hebben aan de VWI G-08:

Het sleutelen aan toestellen is verboden en het is niet toegestaan om toestellen in bedrijf

te nemen anders dan door de normale wijze van ontsteken. Lukt dit niet moet je contact

opnemen met je WV.

In de huidige VWI G-08 staat al aangegeven dat je

NOOIT (de)montage werkzaamheden aan de

binneninstallatie mag uitvoeren.

Hoewel dit niet expliciet genoemd is, geldt dit uiteraard

ook voor de met de binneninstallatie verbonden

toestellen.

In de release 2016 zullen we dit alsnog toevoegen.


Voorbereiding

5e bullit

- Voer NOOIT (de)montagewerkzaamheden uit

aan de binneninstallatie zelf. Dit geldt uiteraard

ook voor de verbruikstoestellen. Je mag deze

toestellen alleen door de normale wijze van

ontsteken in bedrijf nemen. Lukt het niet,

overleg dan met de WV wat je moet doen.

redactioneel

In VWI G-09 (versie 15-04-2015) staat in het pictogram brandblusser ≥ 6 kg (groter of

gelijk aan) in de tekst staat: brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg

Moet het pictogram niet aangepast worden in ≥ 2 kg ?

Opmerking is volledig terecht. Het pictogram wordt in de

realse 2016 aangepast

VWI G-09 Aangepast pictogram wordt: Redactioneel



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.

VWI G-09 Pictogram voor kleding aanpassen:

Antistatische , gladde, afsluitende en

vlamvertragende werkkleding

Inhoudelijk

Als een VOP G-meters een drukregelaar of B klep vervangt mag dit volgens de VWI G10.

Het grote verschil voor wat betreft de kleding tav VWI G06 zit in de werkkleding.

(antistatische en vlamvertragende werkkleding tav antistatische, gladde en

vlamvertragende werkkleding)

Het vervangen zal altijd moeten gebeuren met een afgesloten hoofdkraan en volgens mij

zijn dan de persoonlijke beschermingsmiddelen van de VWI G06 voldoende.

De werkzaamheden zoals deze in de VWI G-10

beschreven staan, wijken qua risico niet erg veel af van

de werkzaamheden zoals beschreven in de G-06.

Alleen het verwisselen van een hoofdkraan m.b.v. een

tijdelijk afsluitmiddel vormt een groter risico dan het

werken aan een meteropstelling achter een gesloten

hoofdkraan.

De groep die bezig is met het opstellen van een RI&E is

van mening dat het dragen van antistatische en

vlamvertragende werkkleding voldoende bescherming

biedt bij het verwisselen van hoofdkranen met een tijdelijk

afsluitmiddel.

De werkgroep VIAG wil hierbij als toevoeging opnemen

dat de mouwen dan wel afsluitend moeten zijn.

VWI G-10 Aangepast symbool wordt:

Antistatische en vlamvertragende werkkleding

Onder Voorbereiding toevoegen:

4e aandachtstreepje:

Ga je een hoofdkraan onder druk verwisselen,

dan moeten de mouwen afsluitend gedragen

worden.

Inhoudelijk

In de G-10 staat bij de voorbereiding stap 1 controleer de diameter van de

aansluitleiding. Is deze > DN 50 voer dan de werkzaamheden drukloos uit.

Opmerking: volgens mij moet dit zijn ≥ DN 50? Heb e.e.a. nagezocht en kwam bij de G-

14 tegen, ook bij de voorbereiding stap 1 voer werk aan aansluitleidingen met een

diameter ≥ DN 50 waarbij onderbreking plaatsvindt altijd drukloos uit!

Kunnen jullie aangeven of dat men hetgeen in de VWI moet aanhouden of dat dit een

foutje bij de G-10 is.

Het blijkt dat ook in de versie 2013 dit verschil er al

ingeslopen is.

VWI G-10 gaat over het werken aan LD-

meteropstellingen inclusief hoofdkranen. Hierbij is dus de

diameter van de aansluitleiding niet relevant.

In de release 2016 zal de desbetreffende regel verwijderd

worden


Voorbereiding

Stap 1

7e aandachtstreepje

- Controleer de diameter van de aansluitleiding.

Is deze DN 50? Voer dan de werkzaamheden

drukloos uit.

Redactioneel



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




Inhoudelijk

VWI G-37, blz. 2: "Let op!....Beproef dan de hele aansluitleiding ….". Dus men moet de

aansluitleiding ten allen tijden afkoppelen voor de beproeving of deze moet geheel visueel

te controleren zijn. Dus ook bij het plaatsen van een lekbeugel?

Klopt, het gaat om reparatie van een lekkage.

In de release 2016 zal zowel voor de VWI G-12 als de

VWI G-36 onderscheid gemaakt worden voor enerzijds

lekkage door graafschades en corrosie en anderzijds

andere lekkages.


Stap 1

Let op

3e aandachtstreepje

- Beproef de hele aansluitleiding op dichtheid:

- als hij deze tijdelijk buiten gebruik is

geweest

- na reparatie van een lekkage en bij ten

gevolge van graafschade of corrosie.

- Heb je een lekkage (niet veroorzaakt door

graafschade of corrosie) onder gasdruk

hersteld, dan moet je ten minste de

reparatieplaats(en) visueel op dichtheid

controleren.

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




Inhoudelijk

In VWI G-14 worden de werkzaamheden aan aansluitleidingen en meteropstellingen (>

G25) beschreven. Voor deze werkzaamheden gelden verschillende veiligheidsaspecten.

Het is beter de activiteiten binnen deze VWI te splitsen

In de release zal worden opgenomen dat het werken aan

een aansluitleiding met gasuitstroming de nu al

voorgeschreven PBM's gebruikt moeten worden.

Daarnaast zal er een regel opgenomen worden voor

werkzaamheden aan aansluitleidingen zonder

gasuitstroming

VWI G-14 Aangepaste pictogrammen worden bij

werkzaamheden aan aansluitleidingen zonder

gasuitstroming:

- Antistatische en vlamvertragende werkkleding

- Hoge zichtbaarheidskleding

- Gassignaleringsapparatuur

- Gasdetectiemeter

- Zuurstofmeter (bij werkzaamheden in besloten

ruimte)

- Brandblusser ABC (6 kg)

- Blusdeken

Inhoudelijk

In VWI G-14 worden de werkzaamheden aan aansluitleidingen en meteropstellingen (>

G25) beschreven. Voor deze werkzaamheden gelden verschillende veiligheidsaspecten.

Het is beter de activiteiten binnen deze VWI te splitsen

In de release 2016 zal er een extra regel bijkomen voor

werkzaamheden aan meteropstellingen

VWI G-14 Aangepaste pictogrammen worden bij

werkzaamheden aan meteropstellingen zonder

gasuitstroming:



- Gasdetectiemeter


- Blusdeken

- Elektrisch geleidende overbruggingskabel

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




Inhoudelijk

In de VWI G-16 wordt als PBM een veiligheidsbril/stofbril genoemd.

Welke is correct

Een stofbril is voor deze werkzaamheden nodig VWI G-16 Pictogram aanpassen:

Veiligheidsbril/ stofbril

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




De mouwen dienen afsluitend gedragen te

worden .

Inhoudelijk

Ook bij werkzaamheden aan gaszadels zonder gasuitstroming is er een (kleine) kans op

losschieten van onderdelen. Daarom hier een veiligheidsbril toevoegen

Wordt in de release 2016 meegenomen VWI G-17 Toevoegen pictogram:

Veiligheidsbril

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




Inhoudelijk

Bij Stap 2B Het uit bedrijf nemen van LD-leidingen staat dat er lucht afgelaten moet

worden. Moet dit niet gas zijn?

Zeer correcte opmerking en zal in de release 2016

hersteld worden.


Uitvoering

Stap 2B

5e bullit en 1e subbullit

- Bij kleine hoeveelheden lucht gas , zoals

tussen twee gasblazen in dezelfde enz.

Redactioneel

Voorstel een aanvullende veiligheidswerkinstructie op te stellen voor werkzaamheden aan

hogedruk netten met grijs gietijzeren componenten (bijv. afsluiters)

Tevens ook opnemen hoe te handelen bij (het vermoeden) van niet-trekvaste

verbindingen in hogedruk netten.

Beide aanvullingen worden in de release 2016

meegenomen

VWI G-21

Let op

VWI G 37

Let op

Aanvullende tekst wordt:

Voorbereiding

2e Let op

- Houd bij werkzaamheden aan HD-netten er

rekening mee dat er nog grijs gietijzeren

componenten in het net aanwezig kunnen zijn,

zoals afsluiters.

- Moet je montagewerkzaamheden verrichten

aan grijs gietijzeren afsluiters in HD-netten, dan

moet je de afsluiter(s) volledig drukloos maken.

Er bestaat nl. grote kans dat bij

werkzaamheden aan deze afsluiters er

spontaan breuken in het materiaal kunnen

ontstaan.

- Het bovengronds bedienen van afsluiters mag

je wel onder druk uitvoeren.

- Tevens moet je bij werkzaamheden aan HD-

netten rekening houden dat er componenten

niet-trekvast gemonteerd kunnen zijn, zoals

verbindingen tussen afsluiter en buis of

verbindingen tussen buizen onderling enz.

- Als deze componenten niet-trekvast zijn

gemonteerd, en de werkzaamheden vinden aan

of direct achter deze verbindingen plaats, dan is

er grote kans dat ze door de inwendige druk

loschieten. Er dienen dan aanvullende

maatregelen genomen te worden.

Inhoudelijk

In artikel 6.9 van de VIAG staat dat bij reparatie van gaslekken in gasvoerende leidingen

er een dubbele afsluiting of aanvullende maatregelen nodig zijn.

Moet dit ook niet gelden bij geplande werkzaamheden?

Dit is een correcte opmerking en zal in de release 2016

meegenomen worden door in VWI G-21 een extra

aandachtspunt op te nemen bij Voorbereiding


Voorbereiding

Stap 1

8e bullit toevoegen

- Bij het afsluiten in transportleidingen (zowel bij

geplande als bij ongeplande werkzaamheden)

moet er gezorgd worden voor een dubbele

afsluiting of er moeten aanvullende maatregelen

genomen worden (bijvoorbeeld steekflens

plaatsen, dubbele afsluiters plaatsen,

stoppelen, airmoven, afblazen, enzovoort). De

WV bepaalt de te volgen werkwijze

Inhoudelijk

Het drukloos maken van HD-leidingen kan door afblazen of affakkelen. Voor deze beide

manieren zijn er verschillende risicoprofielen.

In de VWI dit graag tot uitdrukking brengen door een splitsing te maken in afblazen met

de benodigde PBM's enz. en het affakkelen met de hiervoor benodigde PBM's enz.

In de release 2016 zal dit meegenomen worden VWI G-21 Aanpassing pictogrammen voor afblazen

- Antistatische , gladde, afsluitende en


- Brandvertragende hoofdbescherming

- Zuurstofmeter

Pictogrammen voor affakkelen worden:


-Hoge zichtbaarheidskleding

-Gehoorbescherming


- Gasconcentratiemeter


- Blusdeken

Inhoudelijk

VWI G-22. Stap 3: Moet de manier van beproeven niet in het werkplan zijn vermeld? Ja, moet in het werkplan opgenomen zijn.

In de release 2016 zal dit nog benadrukt worden in de G-

22 en de G-23


Stap 3

Bepaal hoe je gaat beproeven. In het werkplan

staat aangegeven hoe je de beproeving moet

uitvoeren. Dat kan met water, lucht of een inert

gas.

Inhoudelijk

Wij lopen regelmatig tegen het volgende probleem bij één van onze opdrachtgevers:

Het komt regelmatig voor dat een beproevingsrapport van een dichtheidstest door de WV

van de opdrachtgever wordt afgekeurd als er een lichte drukstijging wordt geconstateerd.

(0.1 mbar)

Ik kan nergens letterlijk in de VIAG terugvinden hoe om te gaan met drukstijging tijdens

de beproeving, wel staat in de VWI G-23 dat als de druk van het beproevingsmedium

gedurende 30 minuten niet meer dan 3 mbar verandert de beproeving kan worden

gestart.

Hieruit leid ik af dat de waarde van het beproevingscriterium dus minimaal 3 mbar + of –

is.

Dus een drukstijging ≤ 3mbar is dus gepermitteerd, en wordt de test door de WV van de

opdrachtgever dus onterecht afgekeurd.

Is mijn denkwijze de juiste?

Bepaalde digitale dichtheidsbeproevings-apparatuur geeft

bij het uitvoeren van de dichtheidsbeoproeving bij een

drukstijging aan dat de leiding “niet gasdicht” is. Meestal

wordt deze drukstijging veroorzaakt door

temperatuursveranderingen van het medium.

De werkgroep VIAG is voornemens om in de release

2016 de VWI G-23 als volgt aan te passen:

- Wordt er een drukstijging van ≤ 3 mbar gemeten, dan

mag de leiding als gasdicht worden beschouwd.

- Wordt er een drukstijging van > 3 mbar gemeten, voer

de dichtheidsbeproeving opnieuw uit.


Uitvoering

Stap 2A

16e bullit Beoordeel het resultaat van de

beproeving:

nieuwe 4e bullit:

- Is de (automatisch) gecorrigeerde drukstijging

≤ 3 mbar, dan mag de leiding als gasdicht

worden beschouwd. Is de (automatisch)

gecorrigeerde drukstijging > 3 mbar, dan moet

je de drukbeproeving opnieuw uitvoeren.

Inhoudelijk

Bij een dichtheidsbeproeving van hoofdledingen met apparatuur van fa. Esders wordt nu

bij een drukverhoging aangegeven dat de leiding "niet gasdicht" is.

Fa. Esders heeft een soft ware update uitgevoerd (volgens hun zeggen n.a.v. de VWI G-

23) om aan de eisen te kunnen voldoen.

Voor de software update was de melding bij een eventuele drukvehoging "Drukstijging;

controleer meetgegevens".

Bepaalde digitale dichtheidsbeproevingsapparatuur geeft

bij het uitvoeren van de dichtheidsbeoproeving bij een

drukstijging aan dat de leiding “niet gasdicht” is. Meestal

wordt deze drukstijging veroorzaakt door

temperatuursveranderingen van het medium.

De werkgroep VIAG zal in de release 2016 de VWI G-23

aanpassen


Uitvoering

Stap 2A

16e bullit Beoordeel het resultaat van de

beproeving:

nieuwe 4e bullit:

- Is de (automatisch) gecorrigeerde drukstijging

≤ 3 mbar, dan mag de leiding als gasdicht

worden beschouwd. Is de (automatisch)

gecorrigeerde drukstijging > 3 mbar, dan moet

je de drukbeproeving opnieuw uitvoeren.

Inhoudelijk

VWI G-23, Stap 1: "Bespreek met de WV hoe je de beproeving gaat uitvoeren". Moet dit

niet in het werkplan zijn vermeld?

Ja.

Ook dit zal in de release 2016 meegenomen worden.


Stap 1

5e bullit

Bespreek met de WV In het werkplan staat

aangegeven hoe je de beproeving(en) gaat

moet uitvoeren:

Inhoudelijk

In de huidige VWI 23 staat niet meer dat je een dichtheidsbeproeving met water mag

doen. Wel wordt in de VIAG-regelgeving verwezen naar de 7244-7

In de 7244-7 staat dat je wel met water mag beproeven. Is het handig om bij het

evalueren door de GVR dit ook weer te laten vermelden in de VWI 23

In de VWI G-23 wordt helemaal niet gesproken welk

beproevingsmedium gebruikt mag/moet worden.

Conclusie: zowel dichtheidsbeproeving met lucht als met

water is toegestaan.

In de release 2016 zal opgenomen worden dat de

dichtheidsbeproeving met water ook toegepast mag

worden.

VWI G-23 Aangepast tekst wordt:

Voorbereiding

Invoegen een 6e bullit

- Kijk ook in het werkplan of de

dichtheidsbeproeving met lucht, inert gas of

water uitgevoerd moet worden.

Inhoudelijk

Er staat nog een fout in de tekst van de nieuwe VWI G-23: 0,157 dm3. Dat moet zijn

0,157m3.

Dit is helemaal correct

In de release 2016 zal dit verbeterd worden


Stap 2A

2e regel

HD-aansluitleidingen met leidinginhoud > 0,157

dm3. m3 .

Redactioneel



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




Inhoudelijk

VWI G-24

De zin “Verwijder de eerste gasblaas” aanpassen in “Verwijder de blazen op volgorde van

het ontluchtingsplan”.

In het werkplan dient opgenomen te zijn in welke

volgorde gasblazen geplaatst en verwijderd moeten

worden.

Dit staat nu niet goed in de VWI G-24 benoemd. In de

release 2016 wordt dit meegenomen


Uitvoering

Stap 2

4e aandachtstreepje

- Plaats de eerste gasblaas , zoals in het

bedieningsplan aangegeven is, volgens het

handleiding van de fabrikant. Meet de druk enz.

9e aandachtstreepje

- Verwijder de gasblazen op volgorde zoals in

het bedieningsplan aangegeven is .

Inhoudelijk

In de VWI G-24 een Let op opnemen dat er geen gasblazen geplaatst mogen worden in

passtukken. Dit om het risico op uitschuiven, door de inwendige druk op de gasblaas, van

de koppeling van het passtuk te voorkomen.

De werkgroep onderkent dat bij het plaatsen van

gasblazen in ld-leidingen er een risico is dat verbindingen

voor de gasblaas door de druk kunnen uitschuiven. In de

VWI G-24 zal er een tweede bullit aan de Let op

toegevoegd worden

Wordt in de release 2016 meegenomen worden


Voorbereiding

Let op!

Bullit toevoegen

- Ga je blazen zetten in kunststof leidingen met

niet trekvaste verbindingen, houdt er dan

rekening mee dat verbindingen voor de blaas

kunnen uitschuiven. Zorg er daarom voor dat

verbindingen niet kunnen uitschuiven door

gasblazen, bij voorkeur, niet in (korte)

passtukken te plaatsen of door aanvullende

maatregelen te teffen.

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




Pictogrammen laten vervallen

- Stofbril

- Veiligheidshelm

Inhoudelijk

In de VWI G 25 is toegevoegd bij “Risico’s en Maatregelen” :

Risico: Aanwezigheid van aardgascondensaat

Maatregel: Gebruik de extra PBM’s die in de VWI G 47 staan

Betekent dit dat bij het stoppelen van HD leidingen altijd iedereen die in de werkput

aanwezig is alle PMB’s volgens de G 47 moet dragen ?

In VWI G-21 staat na Stap 3 een Let op, welke nader

beschrijft wat te doen als er in het verleden

aardgascondensaat aangetroffen is, dat je altijd rekening

moet houden met de aanwezigheid van condensaat en

hoe te handelen als er tijdens de werkzaamheden vocht

wordt aangetroffen.

Het is dus niet zo dat op voorhand altijd gewerkt moet

worden volgens de VWI G-47.

De Let op van VWI G-21 zal ook opgenomen worden in

de VWI's G-25, G-29, G-52 en G-54

VWI G-25

VWI G-29

VWI G-52

VWI G-54


Na Stap 3

Let op!

- Is er in het verleden aardgascondensaat

aangetroffen? Werk dan volgens VWI G-47.

- Is het niet bekend of er aardgascondensaat

aanwezig is? Houd dan rekening met het risico

dat je toch aardgascondensaat tegenkomt.

- Als je tijdens de werkzaamheden vocht

tegenkomt, behandel dit dan ook als

condensaat, behalve als duidelijk is dat het gaat

om inwaterende lekkage.

Redactioneel



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.

VWI G-27

VWI G-28

Pictogram voor kleding aanpassen:



Inhoudelijk

In VWI G-27 staat onder Voorbereiding in de 9e bullit:

- Houd toezicht op de knevels. Kun je dit niet zelf doen, vraag het dan aan minimaal een

VOP

Dit hoort niet onder Voorbereiding te staan maar onder Uitvoering.

Deze opmerking is correct en zal in de release 2016

meegenomen worden


Voorbereiding

9e bullit

- Houd toezicht op de knevels. Kun je dit niet

zelf doen, vraag het dan aan minimaal een

VOP.

Uitvoering

Stap 4

Toevoegen van een 9e bullit

- Houd toezicht op de knevels. Kun je dit niet

zelf doen, vraag het dan aan minimaal een

VOP.

Redactioneel

Verder staat in VWI G-27 onder Uitvoering in de 7e bullit:

Maak het leidingdeel, waar je aan gewerkt hebt, drukloos.

Dit is niet correct, want er moet nog aan gewerkt worden.

Deze opmerking is ook correct en zal in de release 2016

meegenomen worden


Uitvoering

7e bullit

- Maak het leidingdeel, waar je aan gewerkt

hebt moet werken , drukloos.

Redactioneel

In de VIAG VWI G27 staat aangegeven tot welke diameter en druk er 1 knevel geplaatst

mag worden en wanneer er twee knevels geplaatst moeten worden.

Wat nu in G27 staat, komt overeen met de NEN 7244-2:2004:

- Bij het knevelen van een leiding met d n > 63 mm of een bedrijfsdruk van 1 bar of hoger

moet de buis op twee plaatsen worden gekneveld. Het leidingdeel tussen de

knevelplaatsen moet worden geventileerd.

- Bij een leiding met d n ≤ 63 mm en een bedrijfsdruk van maximaal 200 mbar, mag de

buis op één plaats worden gekneveld. Indien onvoldoende afsluiting kan worden

gerealiseerd moet met dubbel dichtdrukgereedschap worden gewerkt.

In de nieuwe NEN7244-2:2014 staat hierover het volgende:

- Bij een leiding met d n ≤ 63 mm en een maximale bedrijfsdruk ≤ 200 mbar, mag de buis

op één plaats worden gekneveld. Indien onvoldoende afsluiting wordt gerealiseerd moet

met een dubbele knevel worden gewerkt.

- Bij het knevelen van een leiding van dn > 63 mm of een maximale bedrijfsdruk > 200

mbar moet een dubbele knevel worden toegepast.

- Bij een dubbele knevel moet op het leidingdeel tussen deze twee knevels een

voorziening worden aangebracht waarmee het lekgas wordt afgevoerd

(afgefakkeld/afgeblazen.

Deze wijziging vraagt om een aanpassing van de VWI G27.

PS: het aanbrengen van een affakkel- of afblaasvoorziening is een impact.

Doordat de norm NEN 7244-2 op dit onderdeel

aangepast is, zal ik in deze VWI dezelfde aanpassing

doorgevoerd moeten worden.

In de huidige versie staat nog dat het leidingdeel tussen

de dubbele knevels geventileerd moet worden.

De norm geeft aan dat het eventuele lekgas afgevoerd

moet worden.

Dit wordt in de release 2016 opgenomen.


Voorbereiding

Stap 1

10e aandachtstreepje

1e substreepje

Bij het knevelen van een leiding > DN 50 of een

bedrijfsdruk ≥ 1 bar moet de buis op twee

plaatsen worden gekneveld. Ventileer het

leidingdeel tussen de knevelplaatsen door

eventueel lekgas op een gecontroleerde wijze

af te voeren (affakkelen of afblazen)

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




Toevoegen pictogrammen:

- Veiligheidsbril (bij slijpwerkzaamheden)

- Gehoorbescherming (bij slijpwerkzaamheden)

- Stofbril

Inhoudelijk

Het dragen van een veiligheidsbril bij het veiligstellen van de omgeving heeft geen

toegevoegde waarde. Alleen van nut bij graafwerkzaamheden bij het lokaliseren.


doorgevoerd worden.

VWI G-36 Aanpassing pictogram

Veiligheidsbril (tijdens graafwerkzaaheden)

Inhoudelijk

Het dragen van een veiligheidsbril bij het repareren van gaslekken heeft geen



doorgevoerd worden.



Inhoudelijk








andere lekkages.


Stap 1

Let op

1e aandachtstreepje

- Heb je een lekkage ten gevolge van

graafschade of corrosie gerepareerd in een

aansluitleiding? Beproef dan de hele

aansluitleiding vanaf de hoofdleiding op

dichtheid. Gebruik hiervoor VWI G-12.


graafschade of corrosie) gerepareerd onder

gasdruk, dan moet je ten minste de


controleren.

Inhoudelijk

Het dragen van een veiligheidsbril bij het repareren van gaslekken heeft geen



doorgevoerd worden.



Inhoudelijk








andere lekkages.


Stap 1

Let op

1e aandachtstreepje

- Heb je een lekkage ten gevolge van

graafschade of corrosie gerepareerd in een

aansluitleiding? Beproef dan de hele

aansluitleiding vanaf de hoofdleiding op

dichtheid. Gebruik hiervoor VWI G-12.


graafschade of corrosie) gerepareerd onder

gasdruk, dan moet je ten minste de


controleren.

Inhoudelijk

In de G 42 “het bedienen van grondafsluiters” staat onder” bedienen in LD netten en LD

aansluitleidingen” dat dat via een raamopdracht kan.

Dat is vreemd. Het sluiten van een grondafsluiter in een LD net is een

bedieningshandeling en moet altijd gemeld worden bij het BD. Onder stap 1 is

aangegeven dat alleen bij aansluitleidingen geen bedieningsplan nodig is. Is dit wel juist

??

Ik heb het een en ander uitgezocht, maar heb de indruk dat er inderdaad iets niet

helemaal duidelijk is neergezet.

In bijlage 7 van de VIAG (proces werkuitgifte) staat de G42 alleen genoemd onder de

kolom DO met de toevoeging (altijd via bedieningsplan)

In de VWI G-42 staat onder LD-leidingen en LD-aansluitleidingen dat er via een

bedieningsplan of raamopdracht gewerkt mag worden.

In VWI G-42 bij stap 1 staat de opmerking: Bij aansluitleidingen is een bedieningsplan

niet nodig.

Ik heb de indruk dat hier wordt bedoeld, dat:er voor het bedienen van afsluiters in LD-

aansluitleidingen (BBH) geen bedieningsplan nodig is en er gewekt mag worden middels

een raamopdrachter voor het bedienen van afsluiters in LD-netten (BH) wel een

bedieningsplan nodig is en er dus niet gewerkt mag worden middels een raamopdracht.

Kun je bevestigen dat dit de juiste interpretatie is en aangeven of dit in een rafel wordt

opgelost?

Het een en ander is inderdaad heel goed uitgezocht en

de interpretatie klopt helemaal.

Er had bij de opdrachtverstrekking nog een splitsing

gemaakt moeten worden tussen LD-afsluiters (altijd

bedieningsplan) en AL-afsluiters (mag via raamopdracht).

En ook bijlage 7 is hierop niet helemaal goed.

In de release 2016 zal dit aangepast worden

VWI G-42

VIAG

Bijlage 7


Opdracht en aanwijzing

Afsluiters bedienen in LD-netten en LD-

aansluitleidingen

Je krijgt de opdracht van een WV G-LD netten of

WV G-netten of WV G-distributie , via een

bedieningspaln of raamopdracht .

De WV bepaalt ook de mate van toezicht.

Je moet een AVP G-LD netten of AVP G-netten of

AVP G-distributie zijn om deze grondafsluiters in

LD-netten te bedienen.

Je moet een VP G-LD of AVP G-LD netten of AVP G-

netten of AVP G-distributie zijn om grondafsluiters in

LD-aansluitleidingen te bedienen.

Afsluiters bedienen in LD-aansluitleidingen

Je krijgt de opdracht van een WV G-LD netten of

WV G-netten of WV G-distributie , via een werkplan of

raamopdracht.


Je moet een VP G-LD of AVP G-LD netten of AVP G-

netten of AVP G-distributie zijn om deze

grondafsluiters te bedienen.

Toevoeging wordt:

1e kolom (raamopdracht)

G-42 v.w.b.afsluiters LD-aansluitleidingen

Inhoudelijk

Situatie: aannemer voert in opdracht KB-metingen uit (aan KB-palen in het veld).

Medewerkers zijn gekwalificeerd.KB-metingen vallen onder NGW en worden uitgevoerd

onder VWI G-45. Benodigde bevoegdheid is THP en specialisatie KB-metingen,

opdrachtverstrekking van WV-G-netten of WV-G-distributie. Opdrachtverstrekking via

raamopdracht.

Probleem: deze aannemer is nooit in staat om een WV-netten of WV-distributie te

leveren. Binnen het werkveld krijgt hij nooit een WV op dikte. Aannemer een WV laten

inhuren bij een andere aannemer is een administratieve oplossing, geen

veiligheidstechnische, die WV kent de mensen niet en gaat het werk ook niet bezoeken.

Aannemer laten werken onder een Liander-Wv is ook lastig omdat de WV-en bij een

andere afdeling zitten dan de KB-opdrachtgevende partij.

Ik heb nagegaan hoe het in de 2010-versie zat. In de G45 2010-versie was er geen

opdracht van de WV nodig. Daar werd alleen de aanwijzing THP-G (toen VOP-TH)

gevraagd en mocht het werk zonder opdracht uitgevoerd worden.

In de huidige bijlage 5 vallen de KB-metingen onder NGW en A-inspecties van stations

onder BGW.

In de VIAG 2.5.5. vallen KB-metingen ook onder NGW, maar staat in de aanhef van de

2.5.5 dat het werkzaamheden in stations betreft . Daarmee zouden alleen de KB-

metingen in stations behoren tot de NGW en de KB-metingen aan het leidingnet niet.

Ik ben van mening dat het hier niet eenduidig is beschreven. Ik begrijp ook niet waarom

er nu wel een raamopdracht nodig is. Volgens mij is hier bedoeld dat voor het meten aan

KB-systemen in stations een raamopdracht nodig is van een WV-netten of WV-distributie.

Maar dat voor de KB-metingen buiten stations wel een aanwijzing THP-G, maar geen

raamopdracht nodig is.

Of toch nog anders?

Een voor de hand liggende oplossing zou zijn om voor

alle niet-gastechnische werkzaamheden te bepalen dat

deze zonder opdracht uitgevoerd mogen worden.

We hebben afgelopen jaar al een rafeltje gemaakt om

voor het aflezen van meters geen opdracht meer nodig

is. Voor het aflezen van meters kun je nog zeggen dat de

man/vrouw die de meters afleest “zijn handen in de

broekzakken” heeft. Of te wel komt nergens aan.

Voor het meten van de KB-stromen ligt dit toch iets

anders. Deze specialist zal meetdraden moeten

losmaken (en weer monteren). Dus wel iets meer dan de

handen in de zakken houden.

Ook vind ik hier de risico’s anders liggen dan bij

meteropname. Bijv. kans op potentiaalverschillen.

We kunnen natuurlijk ook onderscheid maken in

metingen in het veld en in stations.

Een KB-meettechnicus kan zijn werk in het veld doen

zonder opdracht in de zin van de VIAG.

Voor metingen in stations bijv. wel met opdracht. Meten

in stations in de gasruimte zal niet zo vaak voorkomen.

Eventuele gelijkrichters zitten niet in de gasruimte maar

in de e-ruimte.



Na de eerste zin wordt toegevoegd:

Voor het uitvoeren van KB-werkzaamheden

buiten gasruimtes heb je geen opdracht nodig.

Voor het uitvoeren van KB-werkzaamheden

binnen gasruimtes heb je wel een opdracht

nodig.

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.

VWI G-46

VWI G-47




Inhoudelijk

G-50 onduidelijkheid ontstaat door de pictogrammen tav werkkleding Bij werkzaamheden buiten de gasruimte is werkkleding

voldoende.

Wordt er in de gasruimte gewerkt dan geldt de

antistatische en vlamvertragende werkkleding.

In de release 2016 zal in het eerste pictogram budit nog

benadrukt worden

VWI G-50 Aangepast tekst wordt:

Persoonlijke beschermingsmiddelen

(pictogram werkkleding)

Bij werkzaamheden buiten

de gasruimte: W w erkkleding

Redactioneel

G-51, tabel 1, inspecties uitvoeren (A en B-inspecties) zijn activiteiten waarbij geen

ongecontroleerd gas kan vrijkomen.

Daarnaast zegt de huidige NEN 1059 niets maar over met hoeveel personen deze

inspectiewerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.

De werkgroep is van mening dat inspectie

werkzaamheden best door 1 persoon (met de juiste

aanwijzing) uitgevoerd kunnen worden, zonder dat er nog

aanvullende maatregelen nodig zijn.



Gastechnische installaties

Als dat nodig is, word je bij deze

werkzaamheden door minimaal een VOP

geholpen.

Tabel

Deze tabel met toelichting geheel laten vervallen

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.

VWI G-51

VWI G-52




Inhoudelijk

G-52, tabel 1, sleutel werk is correctief onderhoud, altijd met twee personen. Wanneer ik

een deel van de installatie uit bedrijf neem is er geen explosie gevaar. Ook bij storingen

twee personen.

In de VIAG versie 2010 stond al opgenomen dat voor

storingswerkzaamheden onder voorwaarden 1 persoon

dit mag doen. Dit was o.a. gebaseerd op de toenmalige

versie van NEN 1059.

Is in de release naar VIAG 2013 dus niet gewijzigd en

heeft ook niet op de "oude" rafellijst gestaan.

De huidige versie van NEN 1059 heeft nu geen tabel

meer waarin opgenomen staat met hoeveel personen

bepaalde activiteiten in gasstations uitgevoerd moeten

worden.

Gastechnische werkzaamheden kunnen alleen maar dan

uitgevoerd worden als eerst (een deel van) het station

drukloos gemaakt is.

VWI G-52 Tabel


Redactioneel

In de VWI G-52 moeten voor gastechnische werkzaamheden aan overslag- en

districtstations altijd een werkplan opgesteld worden. Voor hogedruk afleverstations en

hogedruk huisaansluitsets mag dit ook onder een raamopdracht. Waarom is er hier

verschil terwijl de gevaarzetting voor alle stations hetzelfde is.

Opmerking is terecht. De aanpassing zal worden dat

gastechnische werkzaamheden aan alle stations onder

een werkplan of raamopdracht kunnen vallen

Tevens gezien het bovenstaande punt onder Opdracht en

aanwijzing de laatste regel laten vervallen



Overslag- en districtstations met

bedieningshandelingen

Je krijgt opdracht van een WV G-distributie, via

een werkplan.


Je moet een AVP G-stations of AVP G-

distributie zijn.

Als het nodig is, word je bij deze


geholpen.

Hogedruk afleverstations en hogedruk

huisaansluitsets met bedieningshandelingen en

alle stations zonder bedieningshandelingen

Je krijgt de opdracht van een WV G-distributie,

via een werkplan of raamopdracht.


Je moet een AVP G-stations of AVP G-

distributie zijn.

Als het nodig is, word je bij deze


geholpen.

Inhoudelijk



VIAG overgenomen.


doorgevoerd worden.




Inhoudelijk

Gezien de opmerkingen betreffende de VWI G-51 en G-52 is het niet duidelijk of je een

station in of uit bedrijf neemt met 1 of 2 personen

Ook dit zal in de VWI verder verduidelijkt worden en ook

hier zal de tabel verweijderd worden


Voorbereiding

Stap 1

Toevoegen 8e bullit

- Ga je een station of een straat van een station

in of uit bedrijf nemen dan moet je deze

werkzaamheden met 2 personnen uitvoeren.

- Neem je slechts een deel van een straat in of

uit bedrijf en er komt geen gas vrij, dan mag je

de werkzaamheden alleen uitvoeren.

Tabel


Inhoudelijk

De werkgroep heeft kritisch beoordeeld welke middelen als veiligheidsmiddelen

beschouwd moeten worden en welke middelen onder de categorie middelen zouden

moeten vallen.

Alle VWI's zijn hierop beoordeeld en zullen, waar nodig,

aangepast worden

alle VWI's Zie de aangepaste plaats van de diverse

pictogrammen

Redactioneel

Documents

Wijzigingen in VIAG / VWI's 2016 Uitgave Netbeheer Nederland