of 63 /63
1 Instructie Om deze lesstof goed te doorlopen heb je nodig: internetverbinding, papier en pen. Ik raad je aan om de volgorde van het menu aan te houden, omdat dit de meest logische volgorde is. Heb je reeds een onderdeel van het erfrecht gevolgd, dan sla je dit over en ga je aan de slag met een van de andere onderwerpen. Klik op de afbeelding van vrouwe justitia in de linkerbovenhoek om terug te keren naar het menu. Gebruik de cursorpijlen van het toetsenbord of de linkermuisknop om naar de volgende dia te gaan. Beantwoordt de toetsvragen door op een antwoord te klikken. Is het goed dan ga je naar de volgende vraag. Is het fout dan keer je terug naar de lesstof. Soms staat er op een pagina een verwijzing ‘probeer de vraag opnieuw’. Klik alleen op deze link als je de vraag al een keer beantwoord hebt. Onderdelen die je aanklikt, worden groen zodat je overzicht hebt waar je al bent geweest.

Zil Erfrecht Versie 10

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Zil erfrecht

Text of Zil Erfrecht Versie 10

  • 1. Instructie
    • Om deze lesstof goed te doorlopen heb je nodig: internetverbinding, papier en pen.
    • Ik raad je aan om de volgorde van het menu aan te houden, omdat dit de meest logische volgorde is. Heb je reeds een onderdeel van het erfrecht gevolgd, dan sla je dit over en ga je aan de slag met een van de andere onderwerpen.
    • Klik op de afbeelding van vrouwe justitia in delinkerbovenhoekom terug te keren naar het menu.
    • Gebruik de cursorpijlen van het toetsenbord of de linkermuisknop om naar de volgende dia te gaan.
    • Beantwoordt detoetsvragendoor op een antwoordte klikken . Is het goed dan ga je naar de volgende vraag. Is het fout dan keer je terug naar de lesstof.Soms staat er op een pagina een verwijzing probeer de vraag opnieuw. Klik alleen op deze link als je de vraag al een keer beantwoord hebt.
    • Onderdelen die je aanklikt, wordengroenzodat je overzicht hebt waar je al bent geweest.

2. Voorwoord

  • Deze interactieve les is gemaakt voor 1 ejaars ROC studenten van de administratief juridische opleiding, niveau 4. Zij moeten het vak Personen -en Familierecht reeds hebben gevolgd.
  • Mijn doel is om je met behulp van deze les wegwijs te maken in de regels van het erfrecht, zodat je na het bestuderen van het lesmateriaal de belangrijke onderwerpen van het erfrecht kent en begrijpt, en vervolgens deze kan toepassen op een eenvoudige casus.
  • Bestudeer het lesmateriaal maak alle opdrachtenen toets je kennis aan de hand van de toetsvragen. Ben je hierin succesvol, dan ben je tevens klaar voor de toets erfrecht. Succes!
  • Het bestuderen van deze les in zijn totaal zal je ongeveer 6 uur gaan kosten.
  • Maar je kunt het ook per onderdeel bestuderen.

3. Menu

  • Les 1: Algemeen
  • Les 2: Wettelijk erfrecht
  • Les 3: Testamentair erfrecht
  • Les 4: Afwikkeling van nalatenschap
  • Wat moet je kunnen na deze les?
  • Afsluiting
  • Literatuur

4. Algemeen

  • WAT REGELT HET ERFRECHT?
  • Het erfrecht regelt de verdeling van de bezittingen en schulden(vermogen) van een overledene.
  • TOT WELK RECHT BEHOORT HET ERFRECHT EN IN WELK BOEK IS HET GEREGELD?
  • Het erfrecht behoort tot het vermogensrecht. Vanwege het speciale karakter is het geregeld in een apart boek van het Burgerlijk Wetboek: boek 4 BW
  • probeer toetsvraag 1 opnieuw

5. Opdracht 1

  • Het erfrecht heeft woorden (vakjargon) die voor jullie wellicht onbekend zijn. Het gaat om de volgende woorden:
  • aanvaarden beneficiair aanvaarden bewind codicil erfdeel erfenis erfgenaam erflater executeur legaat legitieme portie nalatenschap testament testamentair erfrecht verblijvingsbeding verklaring van erfrecht versterferfrecht vruchtgebruik wettelijke verdeling wilsbeschikking wilsrecht.
  • Om de stof goed te kunnen doorgronden moet je de betekenis van deze woorden kennen en begrijpen.Zoek de definitie van deze woorden op.
  • Gebruik hiervoorwww .postbus51. nl .Ga naar het thema familie, jeugd en gezin, klik hierop en kies dan overlijden en erfenis en zoek in de brochure Voor het leven geregeld de definities op.
  • Sla dit lijstje voor jezelf op, en gebruik het bij het bestuderen van het lesmateriaal.

probeer toetsvraag 2 opnieuw 6. Algemeen

  • Het erfrecht kent 2 systemen :
  • 1. Wettelijk erfrecht: ook wel hetversterferfrechtgenoemd. In dit gevalbepaalt de wet wie de erfgenamen zijn.
  • 2. Testamentair erfrecht: de erflater zelf bepaalt wie de erfgenamen zijn.

7. Toetsvraag 1

  • 1. Onder welk rechtsgebied valt het testamentaire erfrecht:
  • A. Het personen en familierecht
  • B. Het rechtspersonenrecht
  • C. Het vermogensrecht
  • D. Het faillissementsrecht

8. Toetsvraag 2

  • 2. Degene die recht heeft op (een deel van) de nalatenschap noemen we een?
  • A. Erflater
  • B. Legataris
  • C. Legitimaris
  • D. Erfgenaam

9. Algemeen

  • MOGELIJKHEDEN VAN EEN ERFGENAAM
  • Wat gebeurd er als je merkt dat je een erfgenaam bent geworden. Bij een erfenis denk je al gauw aan een financile meevaller, maar een erfenis maakt je niet altijd rijker. De schulden kunnen groter zijn dan de bezittingen, zodat de nalatenschap negatief uitpakt. Daarom heeft een erfgenaam het recht zelf te beslissen.

10. Opdracht 2

  • Ga naarwww . wetboek-online . nl ,boek 4 BW, lees artikel 4 : 190 BW en schrijf voor jezelf op welke mogelijkheden een erfgenaam heeft.
  • Check je antwoord!

11. Opdracht 3

  • HOE MOET JE VERWERPEN OF AANVAARDEN?
  • Ga naarwww . wetboek-online . nl , boek 4 BW, lees artikel 4 : 191 BW en schrijf voor jezelf op wat een erfgenaam moet doen.
  • Check hier het antwoord!

12. Algemeen

  • BENEFICIAIR AANVAARDEN
  • Vooral bij een ingewikkelde nalatenschap, als er nog goederen moeten worden getaxeerd, schulden nog niet duidelijk zijn, is het verstandig om niet meteen ja of nee te zeggen. Deze manier van aanvaarden is dus een tussenweg. Je beschermt als erfgenaam je eigen vermogen, want de schuldeisers uit de nalatenschap kunnen nu alleen maar de nalatenschap aanspreken. Het komt erop neer, dat de erfgenamen hun erfdeel pas krijgen als alle schulden zijn voldaan.
  • Ook al hoeven niet alle erfgenamen dezelfde keuze te maken, aanvaardt echter 1 erfgenaam beneficiair, dan heeft dit gevolgen voor alle erfgenamen.
  • Een legataris, hoeft niets te doen als hij het legaat wil hebben, hij kan het gewoon in ontvangst nemen. Stelt hij geen prijs op het legaat, dan moet hij het legaat verwerpen, hij mag zelf weten hoe hij dit doet. Bestaat het legaat uit meerdere dingen, dan kan de legataris bepalen, wat hij aanvaardt en wat hij verwerpt.

probeer toetsvraag 3 opnieuw 13. Toetsvraag 3

  • Marie krijgt bericht van de notaris, dat ze enig erfgenaam is van haar tante. Tante heeft een eigen huis, verkoopwaarde niet duidelijk, namelijk veel achterstallig onderhoud. Bovendien zit er een forse hypotheek op het huis. Daarnaast heeft tante een aantal schuldeisers en een paar vorderingen op schuldenaren. Ook dit is niet helemaal duidelijk. Marie wil meteen beginnen met het aflossen van de schulden. Wat zou jij haar aanraden:
  • A. Zuiver aanvaarden van de nalatenschap
  • B. Verwerpen van de nalatenschap
  • C.Beneficiaraanvaarden van de nalatenschap
  • D. Iets anders

14. Einde Algemeen Klik op de foto voor een scene uit six feet under, waar de hoofdpersoon een begrafenisonderneming erft Terug naar lesoverzicht 15. Wettelijk erfrecht

  • Hoofdregel: Alleen bloedverwanten kunnen erven.
  • Uitzondering: de echtgenoot/geregistreerd partner zij erven ook.
  • !!Echtgenoten/geregistreerd partners zijn geen bloedverwanten van elkaar en ook geen aanverwanten!!
  • WAT ZIJN BLOEDVERWANTEN?
  • Mensen zijn bloedverwanten van elkaar als:
  • 1. De een afstammeling is van de ander (rechte lijn)
  • 2. Zij samen minstens 1 gemeenschappelijke stamouder hebben (zijlijn)
  • Bloedverwantschap wordt uitgedrukt in graden. Je telt het aantal geboorten tussen de twee bloedverwanten. Bij bloedverwantschap in de zijlijn moet je eerst altijd omhoog, voordat je omlaag gaat.

probeer toetsvraag 4 opnieuw probeer toetsvraag 5 opnieuw 16. Wettelijk erfrecht

  • Voorbeelden:
  • MoederKind
  • Bloedverwantschap in de rechte lijn, eerste graad tussen moeder en kind
  • OmaMoederKind
  • Bloedverwantschap in de rechte lijn, tweede graad tussen Oma en Kind
  • KindMoederKind
  • Bloedverwantschap in de zijlijn tussen Kind en Kind

17. Toetsvraag 4

  • Geef de bloedverwantschap in graden aan tussen jou en het kind van je broer:
  • A.3e graad bloedverwantschap in de zijlijn
  • B.2e graad bloedverwantschap in de rechte lijn
  • C.2e graad bloedverwantschap in de zijlijn
  • D. Er is geen bloedverwantschap

18. Toetsvraag 5

  • Gerben en Lisette zijn getrouwd. Welke verwantschap bestaat er tussen hen?:
  • A. Bloedverwantschap in de 1e graad
  • B. Aanverwantschap 1e graag
  • C. Beide
  • D. Geen aanverwantschap en geen bloedverwantschap

19. Opdracht 4

  • Wie behoren tot de wettelijke erfgenamen?
  • Ga naarwww . wetboek-online . nl ,boek 4 BW, lees artikel 10 en artikel 11.
  • Schrijf voor jezelf op in hoeveel groepen de wet erfgenamen verdeelt,en wat er gebeurt bij plaatsvervuiling.
  • Check hier je antwoord!

probeer toetsvraag 6 opnieuw 20. Wettelijke erfgenamen

  • Op het moment dat Piet overlijdt zijn, zijn wettelijke erfgenamen zijn vrouw Marie en zijn 3 kinderen A B C. Het deel wat C zou erven wordt uiteindelijk verdeeld over zijn 2 kinderen D E aangezien C niet meer leeft.
  • !!Plaatsvervulling is alleen mogelijk voor wettelijke erfgenamen!!
  • Groep 1 : echtgenoot en de kinderen van de erflater
  • !! Met echtgenoot wordt ook bedoeld de geregistreerd partner, met kinderen worden ook bedoeld eventuele adoptiekinderen!!
  • Groep 2 : Ouders, broers en zussen van de erflater
  • Groep 3 : grootouders, ooms, tantes, neven en nichten
  • Groep 4 : overgrootouders
  • Wij beperken ons tot de eerste 2 groepen.

21. Wettelijke erfgenamen

  • Artikel 4 : 11 BW bepaalt dat de erfgenamen binnen een groep een gelijk deel erven. Dus 3 erfgenamen dan ieder 1/3 deel, 10 erfgenamen dan ieder 1/10 deel.PAS OP: artikel 4 : 11 lid 3 BW bepaalt datouders iederrecht hebben opminimaal van de nalatenschap. Wees dus alert bij een verdeling van een nalatenschap in groep 2!
  • Bij het verdelen van een nalatenschap moet je altijd hetstappenplanin volgorde toepassen:
  • 1. Wat valt er in de nalatenschap?
  • 2. Wie zijn de erfgenamen (evt. plaatsvervulling)?
  • 3. In welke groep zitten de erfgenamen?
  • 4. Welk deel erven zij?
  • 5. Hoe groot is dan het bedrag, dat zij erven?

Terug naar Casus 3 Terug naar Casus 4 probeer toetsvraag 7 opnieuw 22. Opdracht 5

  • Bestudeer de volgende 4 casussen, probeer te doorgronden welke problemen er spelen. Je moet de wettelijke regels ook zelf kunnen toepassen op een casus. Wees dus alert!
  • Casus 1.
  • Casus 2.
  • Casus 3.
  • Casus 4.

23. Casus 1

  • Jan en Marie zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. De gemeenschap bedraagt 120.000 euro. Zij hebben 4 kinderen, die allen nog in leven zijn op het moment dat Jan overlijdt. Verdeel de nalatenschap van Jan.
  • Stap 1Wat valt er in de nalatenschap? Jan en Marie zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. De nalatenschap bestaat dan uit de van deze gemeenschap van goederen. De andere helft krijgt Marie immers op grond van het huwelijksvermogensrecht(einde huwelijk).
  • 120.000 : 2 = 60.000
  • Stap 2Wie zijn de erfgenamen (evt. plaatsvervulling)?
  • Marie en haar 4 kinderen
  • Stap 3In welke groep zitten de erfgenamen?
  • Groep 1

Verder 24. Casus 1

  • Vervolg casus 1
  • Stap 4Welk deel erven zij?
  • Marie en haar 4 kinderen, dat zijn 5 erfgenamen, ieder een gelijk deel, dus ieder 1/5
  • Stap 5Hoe groot is dan het bedrag dat zij erven?
  • 60.000 : 5 = 12.000 Allemaal krijgen ze 12.000 euro

Terug naar Casussen 25. Casus 2

  • Boris en Olga zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. De gemeenschap bedraagt 80.000 euro. Boris heeft 3 kinderen, waarvan er nog 2 in leven zijn op het moment van overlijden. Zijn overleden zoon heeft 2 dochters. Verdeel de nalatenschap van Boris.
  • Stap 1Hoe groot is de nalatenschap?
  • Getrouwd in gemeenschap van goederen, de gemeenschap bedraagt 80.000 dus de nalatenschap bedraagt 80.000 : 2 = 40.000
  • Stap 2Wie zijn de erfgenamen? (evt. plaatsvervulling)
  • Olga en haar 3 kinderen zoon 1 zoon 2 zoon 3(reeds overleden)
  • !! Het feit dat deze zoon is overleden maakt niets uit voor het bepalen van de erfgenamen. Hij is de erfgenaam, maar zijn 2 dochters verdelen zijn uiteindelijke deel.!!

Verder 26. Casus 2

  • Vervolg casus 2
  • Stap 3In welke groep zitten de erfgenamen?
  • Groep 1 echtgenoot en kinderen.
  • Stap 4Welk deel erven zij?
  • Olga en haar 3 zonen, dat zijn 4 erfgenamen ieder een gelijk deel dus ieder .
  • Stap 5Hoe groot is het bedrag dat zij erven?
  • 40.000 : 4 = 10.000
  • Olga 10.000, Zoon 1 10.000, Zoon 2 10.000, Het deel van Zoon 3 wordt verdeeld over zijn 2 dochters 10.000 : 2 = 5.000 Dochter 1 5.000 en Dochter 2 5.000

Terug naar Casussen 27. Casus 3

  • Piet overlijdt zijn nabestaanden zijn de beide ouders van Piet en zijn 3 broers Karel, Kees, Koen. De nalatenschap van Piet bedraagt 60.000 euro. Verdeel de nalatenschap van Piet.
  • Stap 1Wat valt er in de nalatenschap?
  • In dit geval niet zo moeilijk nl 60.000 euro.
  • Stap 2Wie zijn de erfgenamen?
  • Beide ouders van Piet en zijn 3 broers
  • Stap 3In welke groep zitten de erfgenamen?
  • Groep 2 ouders, broers, zussen. (groep waar je alert moest zijn! Weet je het nog?)
  • verder

28. Casus 3

  • Vervolg casus 3
  • Stap 4Welk deel erven zij?
  • Er zijn in dit geval 5 erfgenamen, nl beide ouders en 3 broers. Dus ieder krijgt 1/5 deel, maar artikel 4 : 11 lid 3 BW bepaalt dat de ouders ieder minimaal moeten krijgen van de nalatenschap. 1/5 is kleiner dan , Wat nu? In dit geval moet je eerst het deel van de ouders gaan toebedelen, dat is in dit geval ieder . Voor de broers blijft er dan nog maar de helft van de nalatenschap over. Zij moeten deze helft van de nalatenschap met zijn 3 en delen, dus ieder krijgt 1/6 deel.
  • Stap 5Hoe groot is het bedrag dat zij erven?
  • Vader Piet krijgt 15.000(1/4 van 60.000 = 15.000)
  • Moeder Piet krijgt 15.000(1/4 van 60.000 = 15.000)
  • Karel krijgt 10.000(1/6 van 60.000 = 10.000)
  • Kees en Koen krijgen dit ook.

Terug naar casussen 29. Casus 4

  • Piet overlijdt zijn nabestaanden zijn de beide ouders van Piet maar in dit geval heeft Piet maar 1 broer, Karel. De nalatenschap van Piet bedraagt 60.000 euro. Verdeel de nalatenschap van Piet.
  • Stap 1Wat valt er in de nalatenschap?
  • 60.000 euro
  • Stap 2Wie zijn de erfgenamen?
  • De ouders van Piet en zijn broer Karel
  • Stap 3In welke groep zitten de erfgenamen?
  • Groep 2 ouders, broers en zussen. (groep waar je alert moest zijn! Weet je het nog?
  • verder

30. Casus 4

  • Vervolg casus 4
  • Stap 4Welk deel erven zij?
  • Er zijn 3 erfgenamen, dus ieder krijgt 1/3 deel van de nalatenschap. In dit geval wordt er dus al voldaan aan de minimale eis van voor de beide ouders, immers 1/3 is groter dan .
  • Stap 5Hoe groot is het bedrag dat zij erven?
  • 60.000 : 3 = 20.000
  • Vader Piet krijgt 20.000
  • Moeder Piet krijgt 20.000
  • Broer Karel krijgt 20.000
  • Aan jou nu de uitdaging om de volgende nalatenschappen te verdelen.

Terug naar casussen 31. Toetsvraag 6

  • Verdeel de nalatenschap van Jeroen. Op het moment van overlijden bezit hij 20.000 euro. Zijn nabestaanden zijn, een dochter, 3 zussen en zijn moeder.
  • A. De dochter erft alles, 20.000 euro
  • B. Iedere erfgenaam krijgt 4.000 euro
  • C. De moeder en de dochter erven ieder 10.000 euro
  • D. De moeder krijgt minimaal 5.000 euro.De rest wordt verdeeld over de andere erfgenamen.

32. Toetsvraag 7

  • Verdeel de nalatenschap van Coby. Zij laat haar ouders en haar 4 broers na. Haar nalatenschap bedraagt 300.000 euro.
  • A. De ouders en broers ontvangen ieder 50.000 euro
  • B. De ouders ontvangen ieder 75.000 euro,rest wordt onder de broers verdeeld
  • C. De ouders ontvangen samen 75.000 euro,rest wordt onder de broers verdeeld
  • D. Alleen de ouders zitten in groep 2 en erven alles

33. Wijziging erfrecht

  • In 2003 is het erfrecht ingrijpend gewijzigd. De belangrijkste wijziging betreftde positie van de langstlevende echtgenoot.Het nieuwe erfrecht zorgt ervoor dat deze financieel beter verzorgd achterblijft en legt de rechten van kinderen aan banden. Vroeger was het dat de kinderen hun erfdeel konden opeisen, tegenwoordig kan dat niet meer. Vanaf 2003 krijgt delangstlevende echtgenootde hele nalatenschap. De kinderen krijgen hun erfdeel niet in handen, maar hun erfdeel wordt omgerekend in een geldbedrag. Zij krijgen voor dit geldbedrag een vordering op de langstlevende echtgenoot. Dit noemen we de WETTELIJKE VERDELING. De langstlevende echtgenoot kan dus vrij beschikken over het hele vermogen en ongestoord verder leven. De kinderen kunnen hun erfdeel opeisen op het moment dat de langstlevende echtgenoot overlijdt.
  • Risico voor de kinderen in geval van hertrouwen van de langstlevende echtgenoot, als deze dan komt te overlijden gaat mogelijk het vermogen naar de nieuwe echtgenoot en bij diens overlijden erven de kinderen uit het 1 ehuwelijk niets.(zij zijn immers niet de kinderen van deze nieuwe echtgenoot) Om hun positie te versterken kunnen de kinderen een beroep doen op een WILSRECHT.

34. Opdracht 6

  • Ga naarwww . wetboek-online . nl en zoek art 4 : 19 BW op en lees de tekst.
  • Als kinderen hun wilsrecht inroepen, krijgen zij goederen in eigendom, ter waarde van hun erfdeel, hun vordering. Echter de langstlevende echtgenoot mag deze goederen nog wel blijven gebruiken zolang ze in leven blijft (vruchtgebruik). Het wilsrecht kan worden ingeroepen op het moment van hertrouwen van de langstlevende echtgenoot, maar ook nog op het moment dat de langstlevende echtgenoot overlijdt.

probeer toetsvraag 8 opnieuw probeer toetsvraag 9 opnieuw 35. Toetsvraag 8

  • In het nieuwe erfrecht zijn de rechten van bepaalde personen versterkt tov hun positie in het oude erfrecht. Om welke persoon/personen gaat het hier?
  • A. De ouders van de erflater
  • B. De erflater zelf
  • C. De stiefkinderen van de erflater
  • D. De echtgenoot/echtgenote van de erflater

36. Toetsvraag 9

  • Wiens positie wordt versterkt door het inroepen van een wilsrecht?
  • A. De nieuwe partner van de langstlevende echtgenoot
  • B. Kinderen uit het 2e huwelijk van de langstlevende echtgenoot
  • C. De langstlevende echtgenoot
  • D. Kinderen uit het 1e huwelijk van de langstlevende echtgenoot

37. Einde wettelijk erfrecht Klik op de foto voor de nieuwe erfgenaam! Terug naar overzicht lessen 38. Testamentair Erfrecht

  • WAT IS TESTAMENTAIR ERFRECHT?
  • Het erfrecht wat van toepassing is als er een testament wordt opgesteld. De erflater legt in een testament vast, wat er na zijn dood met zijn vermogen moet gaan gebeuren. De erflater wijst dus zelf zijn erfgenamen aan.
  • WAT IS EEN TESTAMENT?
  • Een testament is een notarile akte waarin wordt vastgelegd wat er met iemands vermogen gebeurt na het overlijden (uiterste wilsbeschikking) van deze persoon. De maker van een testament heet testateur.

39. Testamentair erfrecht

  • WANNEER IS EEN TESTAMENT GELDIG?
  • Minimumleeftijd 16 jaaren in staat zijn om zijn wil te bepalen (niet onder curatele of bewind ed, niet dronken, stoned etc.) De notaris test dit
  • Testament moet worden opgesteld door eennotaris , dit ook om te voorkomen dat je zaken bepaald die wettelijk niet zouden kunnen. (alleen natuurlijke en rechtspersonen kunnen erven. Iets nalaten aan je hond is dus niet mogelijk)
  • Testament moet deuiterste wil bevatten , dwz dat er geen eerdere testamenten gelden, het gaat om de laatste wil zo dicht mogelijk bij het overlijden.
  • Testament moetworden aangemeld bij het Centraal Testamentenregisterin Den Haag
  • Testament moet wordenondertekend door notaris en testateur . Origineel blijft bij de notaris, het ondertekende afschrift gaat met de testateur mee.

40. Opdracht 7

  • Zoek opwww.centraaltestamentenregister.nl wat het Centraal Testamentenregister administreert.
  • WAAROM EEN TESTAMENT?
  • Wie de regels van het wettelijk erfrecht wil doorbreken, of het wettelijk erfrecht wil aanpassen aan de eigen situatie moet een testament opmaken. Alleen bij testament kan worden afgeweken van de regels van het wettelijk erfrecht. Een notaris kost geld, dus het moet wel noodzakelijk zijn om een testament op te stellen, anders is het goedkoper om het wettelijk erfrecht van toepassing te laten, daar betaal je niets voor.
  • OPDRACHT:
  • Zoek opwww .notaristarieven. nlwat een eenvoudig testament kost, minimaal, maximaal?

41. Testamentair erfrecht

  • Meest voorkomende gevallen waarin een testament noodzakelijk is:
  • onterven van de echtgenoot
  • onterven van de kinderen
  • pleeg/stiefkinderen
  • uitsluitingsclausule
  • legaat
  • bewind
  • executeur
  • voogdij
  • samenwonen.

Uitleg termen in deze bijlage 42. Opdracht 8

  • Jij bent notaris, mevrouw de Bruin komt naar je toe, zij wil een testament opstellen en daarin in ieder geval geregeld zien, dat zij het geld wat zij aan haar kinderen achterlaat alleen voor hun zijn en niet aan hun echtgenoot dan wel toekomstig echtgenoot toekomt.
  • Zij wil dat haar man haar nalatenschap gaat afwikkelen, bovendien wil zij geregeld zien, dat haar man niets uit haar nalatenschap ontvangt als zij van hem is gescheiden.
  • Zij heeft al eerder een testament opgesteld maar wil dat dit nieuwe testament haar uiterste wilsbeschikking wordt.
  • Bestudeer hetvoorbeeld testament en haal de bepalingen eruit, die jij denkt nodig te hebben voor het testament van mevrouw de Bruin.
  • Check hier het antwoord!

43. Testamentair erfrecht

  • Tot nu toe heb ik je verteld dat je alleen met een testament van het wettelijk erfrecht kan afwijken. Er is echter nog een mogelijkheid om van het wettelijk erfrecht af te wijken en dat is door het opstellen van eencodicil.
  • WAT IS EEN CODICIL?
  • Een codicil is een papier waarop de erflater heeft geschreven, wat hij met bepaalde meubels, kleding, sieraden wil doen na zijn overlijden. Ook kan het de wensen bevatten met betrekking tot de begrafenis/crematie. Een codicil kan nooit een geldbedrag bevatten. Je kunt dus maar beperkt iets regelen in een codicil, het zijn over het algemeen kleinere zaken die hierin geregeld worden. Er komt geen notaris aan te pas.

44. Testamentair erfrecht

  • VOORWAARDEN VOOR EEN GELDIG CODICIL?
  • 1. Moet met de handgeschreven zijn door degene die zijn wil erin vastlegt
  • 2. Moet gedateerd zijn (een datum bevatten)
  • 3. Moet ondertekend zijn door degene die zijn wil erin vastlegt
  • Voordelen van een codicil:
  • het is makkelijk op te stellen
  • er komt geen notaris aan te pas, dus het kost niets
  • Nadeelvan een codicil:
  • het is fraudegevoelig, je kunt het zo verscheuren

probeer toetsvraag 12 opnieuw 45. Toetsvraag 10

  • Kinderen kunnen door hun ouders niet geheel worden onterfd. Hoe noemen wij het deel dat hen niet kan worden afgenomen:
  • A. Legaat
  • B. Legitieme portie
  • C. Versterferfdeel
  • D. Wettelijk erfdeel

46. Toetsvraag 11

  • Waarmee is een executeur belast?:
  • A. Met het opstellen van een testament
  • B. Met het opstellen van een codicil
  • C. Met het veiligstellen van dewilsrechten
  • D. Met de afwikkeling van de nalatenschap

47. Toetsvraag 12

  • Een codicil is alleen geldig als:
  • A. Deze is opgemaakt door een notaris
  • B. Het document is ondertekend door 2 getuigen
  • C. Als deze alleen de wens bevat hoe te worden begraven/cremeren
  • D. Als deze handgeschreven,ondertekend en gedagtekend is.

48. Toetsvraag 13

  • Een legataris is hetzelfde als een:
  • A. Opvolger onder algemene titel
  • B. Erfgenaam
  • C. Opvolger onder bijzondere titel
  • D. Legitimaris

49. Toetsvraag 14

  • Verdeel de nalatenschap van Johan. Hij is getrouwd in gemeenschap van goederen, nabestaanden: zijn 2 kinderen en zijn echtgenote. In zijn testament heeft Johan bepaald, dat zijn hele nalatenschap naar de visvereniging gaat. De gemeenschap van goederen bedraagt 180.000 euro. Verdeel de nalatenschap van Johan.
  • A. De kinderen ontvangen ieder 15.000 euro, de rest gaat naar de visvereniging
  • B. De kinderen en vrouw ontvangen ieder 15.000 euro,de rest gaat naar de visvereniging
  • C. De kinderen ontvangen ieder 30.000 euro de rest gaat naar de visvereniging
  • D. Alles gaat naar de visvereniging

50. Einde Testamentairerfrecht Klik op de foto en zie hoe een testament voor hoofdpijn kan zorgen! Terug naar overzicht lesstof 51. Afwikkeling nalatenschap

  • De procedure voor het afwikkelen van een nalatenschap valt uiteen in 3 delen:
  • 1. Afgifte van een verklaring van erfrecht
  • 2.Vereffenen van de nalatenschap en indienen van de successie aangifte
  • 3. Definitieve verdeling van alle goederen

52. Opdracht 10

  • Lees deverklaring van erfrecht.
  • Uit welke bepaling blijkt dat er in dit geval een boedelvolmacht is gegeven?
  • Check je antwoord!

53. Afwikkeling nalatenschap

  • 2.VEREFFENEN VAN DE NALATENSCHAP EN INDIENEN SUCCESSIE AANGIFTE
  • Als er eenmaal vaststaat wie de erfgenamen zijn, moet de nalatenschap vereffend worden. Dit wil zeggen dat het moet worden klaargemaakt voor de verdeling. Alle schulden en bezittingen moeten worden bekeken en worden voldaan cq gend. Op deze manier wordt de omvang van de nalatenschap duidelijk. Legaten moeten in handen komen van degenen voor wie ze bestemd zijn.
  • !!Schenkingen benvloeden de omvang van de nalatenschap. De wet ziet in sommige gevallen een schenking als een voorschot op de nalatenschap. Er bestaan wettelijke regels die verbanden leggen tussen schenkingen en nalatenschappen. Schenkingen gedaan na 1 januari 2003 worden niet betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap, tenzij in een testament anders wordt bepaald.!!Als laatste voor de verdeling moeten er ook nog 2 zaken betaalt worden:
  • 1. Boedelkosten 2. Successierechten

probeer toetsvraag 16 opnieuw 54. Afwikkeling nalatenschap

  • WANNEER DOE JE AANGIFTE?
  • Aangifte moet worden gedaan uiterlijk binnen 8 maanden na overlijden. In de praktijk neemt de Belastingdienst het initiatief, door een van de erfgenamen een aangifte toe te sturen. Zo niet dan moeten de erfgenamen er zelf achter aan gaan. Is het een ingewikkelde nalatenschap dan kan men bij de Belastingdienst om uitstel vragen.

55. Afwikkeling nalatenschap

  • WAAROM DOE JE AANGIFTE?
  • Het principe van de aangifte is dat men precies opgeeft wat de bezittingen en schulden op het moment van overlijden waren. De schulden die bestonden op het moment van overlijden zijn aftrekbaar evenals de kosten van begrafenis/crematie, de andere boedelkosten niet! Aan de hand van de aangifte stelt de Belasting de verschuldigde belasting vast.

56. Afwikkeling nalatenschap

  • 3. DEFENITIEVE VERDELING VAN ALLE GOEDEREN
  • Als de nalatenschap is vereffend, dan staat de omvang van de nalatenschap vast. Op dat moment wordt ook duidelijk op welk erfdeel de erfgenamen recht hebben. In veel gevallen loopt zon verdeling soepel en zijn er geen problemen. Maar wat gebeurt er als een van de erfgenamen niet mee wil werken aan de verdeling, of als hij het niet eens is met de waarde van zijn erfdeel?

57. Opdracht 11

  • Ga naarwww.wetboek-online.nl , boek 3 BW en lees artikel 3 : 182 e.v. BW en beantwoordt de vraag wat moet je doen als erfgenaam als iemand niet mee wil werken aan de verdeling.
  • Check je antwoord!

58. Toetsvraag 15

  • Een verklaring van erfrecht geeft aan wie de erfgenamen zijn. Deze verklaringis onder andere nodig bij de afwikkeling van een nalatenschap. Welkefunctionaris geeft deze verklaring af?
  • A. De advocaat
  • B. De notaris
  • C. De rechter
  • D. De executeur

59. Toetsvraag 16

  • De erfgenamen moeten over het door hun verkregen erfdeel belasting betalen. Hoe wordt deze belasting genoemd?
  • A. Inkomstenbelasting
  • B. Erfrechtbelasting
  • C. Nalatenschapbelasting
  • D. Successierechten

60. Einde lesstof Klik op de foto voor de Bright Side of Life 61. Wat moet je kunnen?

  • WAT MOET JE KUNNEN NA DEZE LES?
  • 1. Je kent en begrijpt belangrijke onderwerpen uit het erfrecht en kan deze omschrijven
  • 2. Je kan standaardakten met betrekking tot het erfrecht verwerken
  • 3. Je kan in het erfrecht de volgende begrippen omschrijven: plaatsvervulling legitieme portie schenking-en successierechten legaat legataris testament codicil
  • 4. Je kan het erfrecht toepassen op een eenvoudige casuspositie mbt afwikkeling van een nalatenschap en de berekeningswijze van de verschuldigde successie
  • 5. Je draagt kennis van de praktische gang van zaken bij de afhandeling van een nalatenschap

62. Afsluiting

  • Het was een hele klus het bestuderen van deze interactieve les. Maar je hebt dan ook veel dingen geleerd, die je straks in de praktijk helpen. Heb je alle opdrachten en toetsvragen met succes gemaakt, dan ben je nu ook goed voorbereid op de toets. SUCCES!!!!!!
  • Ga nu naar de docent en haal de afsluitende schriftelijke opdracht om dit project af te ronden.

63. Literatuur

  • 1. Janssen, L. (2007). Burgerlijk Recht. Den Haag : Lemma
  • 2. Schols, F.W.J.M. & van Haare, F.J.P.G. (2006). Erfrecht. Den Haag : Boomjuridische uitgevers
  • 3.www . wetboek-online . nl
  • 4.www .postbus51. nl : Voor het leven geregeld uitgave Ministerie van Jusititie in samenwerking met Koninklijke Notariele Broederschap, (2006)
  • 5.www . centraaltentamenregister . nl
  • 6.www .notaristarieven. nl
  • 7 . Koninklijke Notariele Beroepsorganisatie. (2008).de Notaris en het Erfrecht. Amsterdam : Joh. Enschede BV