Upload
hnnlr
View
1.052
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
Ontwikkelingspsychologie 1
De adolescent(12 tot 18 jaar)
1. Lichamelijke ontwikkeling
• Puberteit
1. Lichamelijke ontwikkeling
• Lichaam kind lichaam volwassene
1. Lichamelijke ontwikkeling
• Meisjes < jongens: 1 à 2 j. verschil
• Individuele verschillen – Begin en einde– Tempo en duur
1. Lichamelijke ontwikkeling
• Seksuele rijpingsprocessen– Secundaire geslachtskenmerken
• Borstontwikkeling, pubaire beharing, verlaging van de stem bij jongens
– Primaire geslachtskenmerken• Ontwikkeling van genitaliën
• Biologisch volwassen– Meisjes: 15j– Jongens: 16j
1. Lichamelijke ontwikkeling• Versnelling groei en verandering proportie
– ‘Tweede strekking’– Lengte, gewicht, skelet– Jongens > meisjes: bredere schouders,
smallere heupen, langere benen, meer spieren, minder onderhuidse vetontwikkeling
– Uithoudingsvermogen – Jeugdpuistjes– Zweetklieren
1. Lichamelijke ontwikkeling
• Reacties op lichamelijke veranderingen– Lichamelijk aantrekkelijk = ! voor zelfbeeld– Negatieve gevoelens door:
• Vroege/late rijping• ≠ lichamelijke/psychische ontwikkeling• Ongelijk verloop van ontwikkelingen• Afwijkingen vrouwelijk/mannelijk ideaalbeeld• Jeugdpuistjes• Menarche/spermarche: tegenstrijdige emoties
1. Lichamelijke ontwikkeling
• Acceleratieverschijnsel– Adolescent vandaag > vroeger
• Groter• Eerder geslachtsrijp• Door:
– Betere gezondheidszorg– Afschaffing kinderarbeid– Doorbreken seksuele taboes– …
2. Motorische ontwikkeling
• Spierontwikkeling• Uithoudingsvermogen • Sporten = favoriete bezigheid
– Technieken verbeteren– Lichamelijke aantrekkelijkheid vergroten– Competitie– Just for fun
3. Perceptuele ontwikkeling
• Aandacht en concentratie – Selectieve aandacht
– Verdelen van aandacht
– Langdurige concentratie mogelijk
4. Cognitieve ontwikkeling
• Formeel operationeel stadium– Abstract denken– Propositionele denken– Hypothetisch-deductief denken– Combinatorisch denken
4. Cognitieve ontwikkeling
• Informatieverwerking– Geheugencapaciteit
– Metacognitie
– Planmatig en systematisch werken
– Inhoudelijke kennis
4. Cognitieve ontwikkeling
• Consequenties– Kritische houding– Zelfreflectie – Discussiëren– Idealisme– ≠ Intelligenter
5. Taalontwikkeling• Volwassenentaal
– Gesproken en geschreven taal = begrijpen en voortbrengen
• Maar volwassenen begrijpen niet altijd ‘taal van jongeren’– Bvb. sms’jes en chat-taal
of uitdrukkingen zoals ‘smoren’, ‘iemand binnendraaien’, etc.
• Taalontwikkeling stopt niet
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling• Separatie en individuatie
Separatie = loskomen van ouders- Invloed: ouders , lftgenoten
- Beeld ouders: ouders =
feilbaar- Generatiekloof?
Individuatie = autonome persoon worden
-Verschilt per gezin en cultuur
Rolveranderingen:- Intimiteit en seksualiteit- Relationeel binden- Beroep en studie- Moreel, politiek en levensbeschouwelijk
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Invloed van gezin– Opvoedingsstijl
Parentale warmte
Permissief Autoritatief toegeeflijk
Parentale controle
Permissief Autoritair onverschillig
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Invloed van gezin– Omgang van ouders met ouder worden en
terugkijken op eigen leven
– Onderlinge relatie van de ouders
– Economische situatie in gezin
– Samenstelling van het gezin
– Culturele achtergrond
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Conflicten– Interpersoonlijke conflicten
• Conflict ouders • Gewenst !?!• Oplossing ?
– Intrapsychische conflicten• = Stimulans voor
ontwikkeling
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Stress
• Tgv gebeurtenissen die ons bedreigen of uitdagen
• Coping– Probleemgericht– Emotiegericht– Onbewust, defensief
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling• Omgang leeftijdgenoten
– Meer omgang, ook buiten school– Informele ontmoetingen, ook met andere sekse– Grote en kleine groepen
• Belang??– Zelfwaardering, want onzekere periode– Sociale vaardigheden – Experimenteren met nieuwe rollen– Integratie volwassenenwereld voorbereiden– Sociale vergelijking
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling• De jeugdcultuur
– Ze hebben een eigen cultuur, met eigen opvattingen en gedragingen
• Verschillende subculturen= Basis voor ‘imago’– Geen groep van vrienden, hoewel die er wel
kunnen uit voortkomen– ‘Conformisme’
Bvb. skaters, emo’s, jumpers, tecktonik fans, …
Voorbeeld subcultuur
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Kliekjes of vriendengroepen– ‘Wij’-gevoel– Intense omgang: café, sport, uitgaan, …
• Via selectie en socialisatie
• Eén-sekse-groep gemengde groepen
• Interculturele vriendschappen
6. Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Vriendschap tss ‘boezemvriend(inn)en’– Speciale band: intimiteit, gelijkwaardigheid en
wederkerigheid
– Invulling: wederzijds vertrouwen, steun en zorg, gesprekken over alledaagse en intieme zaken
– Nadruk: • Jongens: vaak samen dingen doen
• Meisjes: vertrouwensfiguur
– Tegenwicht voor gevoelens van eenzaamheid
7. Seksuele ontwikkeling
• Ontdekking eigen/ander lichaam Seksuele omgang met eigen/ander lichaam
• Genitale fase (Freud)– Geslachtscontact = centraal– Volwassen seksualiteit, gericht op seksuele
omgang met persoon buiten het gezin
• Grote openheid versus taboesfeer
7. Seksuele ontwikkeling
• Vorming van romantische relaties– Meerdere functies– 4 stadia:
• Initiatie• Status• Affectie• Relatievorming
7. Seksuele ontwikkeling
Seksuele thema’s
1. Zelfbevrediging– Verwondering, ongemak, schuld– Zelfs bij kleine kinderen– Jongens > meisjes
2. ‘De eerste keer’– Van vasthouden, via tongzoenen, aanrakingen lichaam en
geslachtsdelen tot ‘de eerste keer’– Opleidingsniveau: hoe lager, hoe vroeger; en viceversa– Motieven: nieuwsgierigheid, affectie, status volwassene– Gemengde emoties: jongens positiever dan meisjes
7. Seksuele ontwikkeling
7. Seksuele ontwikkeling
3. Anticonceptie en veilig vrijen– Waarom condoom?
• Meisjes: zwangerschap voorkomen• Jongens: geslachtsziekten voorkomen• Hoe jonger, hoe minder anticonceptiegebruik• Hoe meer seksuele ervaring, hoe meer
anticonceptiegebruik
– Tienerzwangerschap• Belang van externe factoren: steun familie, steun
partner, economische en culturele factoren
7. Seksuele ontwikkeling
4. Homoseksueel gedrag– Drie reacties op ontdekking:
• Verzet en maskeren• Acceptatie en dubbelleven• Volledige aanvaarding en openheid
– Spanningen en angsten• Zelfmoord > gemiddelde
– Reacties omgeving meestal positief
8. Persoonlijkheidsontwikkeling
• Egocentrisme= ‘anderen zijn ook met mij bezig, omdat ik met
mezelf bezig ben’
– Imaginair publiek– Wanneer een adolescent (kritisch of bewonderend) over
zichzelf denkt, denkt hij dat de anderen dit ook doen op dezelfde manier (zoals een publiek).
8. Persoonlijkheidsontwikkeling
• Egocentrisme– Persoonlijke fabel
– ‘Ik ben uniek, er is geen tweede zoals ik. Ik heb unieke gedachten en gevoelens.’ Ze voelen zich onkwetsbaar en hebben vaak het gevoel dat niemand hen begrijpt.
• Oplossing – Imaginair publiek: Contact met leeftijdsgenoten – Persoonlijke fabel: Realisatie van
vriendschappen
8. Persoonlijkheidsontwikkeling
• Conformisme– In zoektocht naar eigen persoonlijkheid– Met jeugdcultuur, subcultuur, vriendengroep
• Bvb. kleding, muziekkeuze, taalgebruik
– Met volwassenen• Bvb. oplossen van problemen, kiezen van een beroep
• Einde adolescentie– Conformisme
8. Persoonlijkheidsontwikkeling• Identificatie
– Zelfontdekking van ‘buiten naar binnen’• Lichamelijke aantrekkelijkheid = !!!• Persoonlijkheidseigenschappen en vaardigheden
– Modellen• Personen waaraan adolescent gedrag wil oriënteren
Bvb. verre, nabije, abstracte modellen
– Idealen• Waardeopvattingen, ontwerpen voor toekomst
8. Persoonlijkheidsontwikkeling• Experimenteren met sociale rollen
– Bvb. vakantiejob, animator in jeugdwerk, lid van muziekband, partner/lief, roken/drinken, brommerrijden, etc.
– Toetsen van gedrag aan rolverwachtingen
8. Persoonlijkheidsontwikkeling
• Identiteitsstatus– Ontdekken van identiteit versus
identiteitsverwarring (Erikson)
– 4 statussen• Verkennen van alternatieven (Experiment) • Kiezen van positie (Identificatie)
8. Persoonlijkheidsontwikkeling
• Identiteitsstatussen
Exploratie identiteitsalternatieven Moratorium Achievement
IdentificatieIdentiteitsdiffusie Foreclosure
• Identiteitsvorming meestal niet voltooid aan einde adolescentie
• Opvoedingsstijl heeft invloed• Genderidentiteit: verhoogde differentiatie
8. Persoonlijkheidsontwikkeling
• Zelfbeeld– Hoe zie ik mezelf?
Voor wie houdt men mij?
– Differentiatie zelfbeeld
+ zelfwaardegevoel
– Genderverschillen
meisjes < jongens
9. Morele ontwikkeling
• Universele menselijke waarden
9. Morele ontwikkeling
• ‘Afwegingen’ – Formeel oper. denken = basisvoorwaarde
– Empathie/inlevingsvermogen
– Afwegingen = daden ???
Postconventioneel stadium bereikt!
10. Schoolse ontwikkeling
• Leerlingenbegeleiding– ‘Leerling zijn’– ‘Kind/jongere zijn’– Zorg voor alle leerlingen
• 3-lijnenmodel– Leerkracht– Leerlingenbegeleider– Externe diensten
10. Schoolse ontwikkeling
1. Leren leren= verwerven van kennis, vaardigheden en
attitudes; gemotiveerd en zelfstandig informatie verwerken en toepassen
– 4 leerstijlen:• Doeners• Waarnemers• Denkers• Toepassers
Combinatie: beste garantie!
10. Schoolse ontwikkeling
1. Leren leren
– 3 componenten voor zelfstandig leren
• Hoe voel ik mij? (Sociaal-emotioneel)
• Hoe verwerk ik informatie? (Cognitief)
• Hoe stuur ik mezelf bij? (Metacognitief)
Alle 3 = essentieel, niet alleen cognitief.
10. Schoolse ontwikkeling2. Leren kiezen
– Vaak verkeerde keuzes• Watervaleffect!
– Daarom: keuzebegeleiding• 4 scharniermomenten• Constant
– Beter zicht op zichzelf– Breed perspectief op de wereld– Zelf plannen en sturen
– Belang van positieve keuze
10. Schoolse ontwikkeling
3. Leren leven– ‘Leerschool’, maar ook ‘leefschool’
– Begeleidingsplan
12. Tekenontwikkeling
• Kritische houding tov eigen tekentalenten
Stoppen
Toevlucht in:• Kalmerend tekenen
• Karikaturen
• Herbeginnen
• Aftekenen
• Tekentechnieken verfijnen (= enkelingen)
Indien ontwikkeling anders loopt …
• Adolescentie = gevoelige periode• Meestal zonder ernstige problemen• Indien wel problemen:
– Verschil in aard• Externaliserend• Internaliserend
– Verschil in gradaties
Indien ontwikkeling anders loopt …
• Jeugdcriminaliteit– Meestal lichte vormen
Bvb. fietsen zonder verlichting, protesteren in betoging, niet teruggeven van te veel ontvangen wisselgeld
– Hoogtepunt: 17-18 jaar– Oorzaak: Wensen goedkeuring lftgenoten– Gesocialiseerd versus ondergesocialiseerd
Stoppen criminaliteit Gaan er mee door
Indien ontwikkeling anders loopt …
• Middelengebruik en –verslaving– Biologische en psychische afhankelijkheid
– Alcohol, roken, andere (illegale) drugs
– Waarom? • Spanningen wegnemen, plezierige emotionele
toestand,…
– Problemen?• Identificatie met drugcultuur, fysieke achteruitgang,
schoolprestaties , gedragsveranderingen
Indien ontwikkeling anders loopt …• Depressiviteit
– Sombere stemming, minder plezier beleven, eetlust of , verstoord slaappatroon, concentratie , …
– Stijgt in adolescentie– Oorzaak: genetisch of omgeving
• Suïcide– Oorzaak: depressie, stress, perfectionisme,
conflicten, …
Indien ontwikkeling anders loopt …• Eetproblemen
– Obesitas• Gevolgen voor psyche en gezondheid
• Eetstoornis– Anorexia nervosa
• Onderdrukte eetlust, slank willen zijn, ontkenning van vermagering, buitengewone invloed van gewicht op zelfbeeld
– Boulimia nervosa• Vreetbuien owv eetdrang versus slank willen zijn (braken,
dieethouden, …), gewicht blijft normaal, buitengewone invloed van gewicht op zelfbeeld
– Oorzaak: biologisch, psychisch, sociaal, cultureel
Samengevat
• Overgang kind – volwassene
• Tweede strekking – seksuele rijpingsprocessen
• Waarnemen van meerdere dingen tegelijk
• Formeel operationeel denken
• Jongerentaal
• Separatie en individuatie
• Belang leeftijdgenoten , ook andere sekse
• Jeugd- en subcultuur, vrienschappen
Samengevat
• Genitale fase: geslachtscontact = centraal• Egocentrisme, conformisme, identiteitsvinding• Richt zich naar universele menselijke
waarden, met afwegingen• Belang van leerlingenbegeleiding• Sport/hobby’s/samen zijn ipv spel• Kritisch tov tekentalent• Externaliserende en internaliserende
problemen