24
December 2015 ArchiDoc NEWS Uitgave van de Archief- en documentatiedienst van de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers

Archidoc News, december 2015

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Archidoc News, december 2015

- PB -

December 2015

ArchiDoc NewsUitgave van de Archief- en documentatiedienst van de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers

Page 2: Archidoc News, december 2015

- PB -

Page 3: Archidoc News, december 2015

- PB -

ArchiDoc NewsUitgave van de Archief- en documentatiedienst van de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers

Page 4: Archidoc News, december 2015

- PB -

weigeraars voor de wehrmacht: een studie die mogelijk gemaakt werd dankzij de statutendossiers Op 1 juni 1940 werden verschillende Belgische gemeenten1 naar aanleiding van het decreet van de Führer van 23 mei 1940 ingelijfd bij het Reich. Dit had culturele, taalkundige, politieke en economische gevolgen voor de inwoners van die “tien gemeenten”. Een wezenlijk onderdeel betrof vooral de jeugd van die tien gemeenten: kinderen die geboren werden tussen 1922 en 1926, werden bij de Wehrmacht gerekruteerd. Dit was onaanvaardbaar voor de bevolking van die 10 gemeenten, die zich inzette voor de

1 Gemmenich, Moresnet, Homburg, Montzen, Welkenraedt, Sippenaeken, Henrik-Kapelle, Baelen, Membach en Kelmis; Beho werd als 11e gemeente ingelijfd.

Page 5: Archidoc News, december 2015

- PB -

2 Exacte cijfers over het aantal dienstplichtigen en de facto werkweigeraars bestaan er niet. Op basis van de literatuur wordt het aantal dienstplichtigen tussen 525 en 850 geschat.

3 Vastgesteld bij de besluitwet van 24 december 1946.4 Wanneer een statuut aangevraagd wordt, zoekt de DG ook bewijzen in

haar archieven.

Belgische zaak. De meeste dienstplichtigen2 werden dus werkweigeraars bij de Wehrmacht.

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de werkweigeraars bij de Wehrmacht van die tien gemeenten in aanmerking voor het statuut van nationale erkentelijkheid. Om het statuut van werkweigeraar3 te genieten, moet betrokkene een aanvraag indienen en de bewijzen verzamelen in een dossier4.

Een commissie voor erkenning buigt zich dan over de aanvraag en kent het statuut al dan niet toe. Voor sommige slachtoffers was er om diverse redenen geen dossier beschikbaar. Gelukkig hadden die slachtoffers ook een aanvraag voor de erkenning van het statuut van weerstander tegen het nazisme of politieke gevangene ingediend. Door middel van die twee statuten kon dus informatie over die personen gevonden worden. Die dossiers worden thans bewaard bij de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers.

De dossiers van werkweigeraars bij de Wehrmacht bevatten heel wat uiterst interessante documenten.

Zo bevat het dossier de “procedure”, dit is het verslag over de beslissing van de commissie voor erkenning, dat alle elementen

Page 6: Archidoc News, december 2015

- PB -

- 6 -

bevat waarmee al dan niet aangetoond kan worden dat de aanvrager onderworpen werd aan een militaire dienstplicht waaraan hij zich onttrokken heeft. De aanvrager moet een vragenlijst invullen, die een algemeen beeld van zijn gedrag voor en tijdens de oorlog schetst. Tot slot bevat het dossier ook het verslag van een “onderzoek” dat de rijkswacht in de woonplaats van de aanvrager verricht heeft. Het betreft een algemene vragenlijst die voorgelegd werd aan elke aanvrager om te weten welke activiteiten hij uitoefende tijdens de oorlog. Bij elk dossier zitten eveneens verklaringen van getuigen, die de beweringen van de aanvrager staven.

Die dossiers hebben het dus mogelijk gemaakt terugkerende onderwerpen in de literatuur te analyseren, maar ze zijn niet nauwkeurig: de oproepingsplaatsen, de onderduikdatums en -plaatsen, de al dan niet actieve deelname van werkweigeraars aan het verzet, plaatsen waar mensen gevangen gehouden worden, eventuele vergeldingsmaatregelen voor familieleden van werkweigeraars (Sippenhaft).

Overigens moesten de dossiers geïnventariseerd worden om een statistische gegevensbank te kunnen uitwerken (met in totaal 539 werkweigeraars bij de Wehrmacht) met bijzonder interessante en onuitgegeven geactualiseerde informatie. Op basis van de gegevensbank kon het aandeel van politieke gevangenen, verzetsstrijders, ondergedoken personen in het bezette België of in de tien gemeenten heel precies geschat worden.

Page 7: Archidoc News, december 2015

- PB -

Deze dossiers bevatten een schat aan informatie: naast een kwantitatieve analyse was ook een kwaliteitsanalyse op basis van getuigenissen mogelijk. En zo kon een bijzonder genuanceerd en uitgebreid overzicht van een bladzijde uit de geschiedenis van de tien gemeenten ontstaan.

Olivier Radermacher

De masterthesis van de heer Radermacher kan geraadpleegd worden bij de DG Oorlogsslachtoffers of de Universiteit van Luik: O. RaDERMacHER, Les réfractaires à la Wehrmacht dans les « dix communes » annexées par le Reich (1940-1945), Mémoire de Master, Université de Liège, 2014-2015.

- 7 -

Foto: Bewijsmateriaal met betrekking tot de militaire

verplichtingen, bezorgd door de aanvrager,

SVG-DOS-R512527/20053

Page 8: Archidoc News, december 2015

- PB -

onze virtuele tentoon-stelling over de Belgische Burgerslachtoffers van de oorlog ‘14 - ‘18 is online!Op 17 september 2015 heeft de DG Oorlogs-slachtoffers in aanwezigheid van minister De Block en een vertegenwoordiger van minister Vandeput haar virtuele tentoonstelling over de Belgische burgerslachtoffers van de oorlog ‘14 - ‘18 geopend. 100 jaar na de oorlog wilden wij deze tentoonstelling als herinnering hieraan organiseren. Want de tragische gebeurtenissen werden meestal binnenskamers gehouden. De slachtoffers waren vaak zwaar getraumatiseerd. Hoe konden zij vertellen over de oorlogsgruwelen? Hoe konden zij hun ervaringen, die buiten hun context onvoorstelbaar leken, delen met hun gezin?

Printscreen van de start pagina van de website

http://belgischeburgers14-18.be

Page 9: Archidoc News, december 2015

- PB -

onze virtuele tentoon-stelling over de Belgische Burgerslachtoffers van de oorlog ‘14 - ‘18 is online!

Page 10: Archidoc News, december 2015

- PB -

Hoofdidee van onze virtuele tentoonstelling is het delen van wat de “gewone” Belgische burgers meegemaakt hebben en het doen herleven van een deel van hun levensverhaal, op alle plaatsen waar zij kunnen geleden hebben, hoofdzakelijk Duitsland en Frankrijk. Geschiedenis is immers een aaneenschakeling van verhalen. Zo zal u op onze website naakte, anonieme feiten vinden die weer in hun context geplaatst zijn, representatieve verhalen, soms hard, soms aangrijpend, maar allemaal diep menselijk.

Hoe zijn wij te werk gegaan? Wij hebben een beroep gedaan op vier historici, met uiteenlopende achtergronden, hebben honderden archiefdozen geopend en zochten naar de burgers die tussen 1919 en 1928 een vergoeding vroegen voor wat zij meegemaakt hadden. De keuze van sommige verhalen leek ons evident. andere verhalen, documenten of foto’s, vonden wij niet passen voor een publieke website – hoewel wij enigszins gehard waren. Maar de gekozen verhalen hebben wij niet verbloemd, omdat de realiteit van de oorlog getoond moet worden, ook de gevolgen ervan op lange termijn.

Wij wilden dat het ontwerp aansloot bij ons uitgangspunt. Hoewel de DG Oorlogsslachtoffers een overheidsinstantie is, stond het van meet af aan vast dat het geen wetenschappelijke, officiële, stijve of autoritaire voorstelling zou worden. Wij konden ook niet vertrekken vanuit iets ludieks of lichtvaardigs. Maandenlang zochten wij naar

- 10 -

Page 11: Archidoc News, december 2015

- PB -

Foto: Voorbeeld van een dossier

burgerlijke invalide van de oorlog 14-18

een goede balans. Uiteindelijk hebben wij gekozen voor het bekende concept “het gewicht van de woorden en de schok van de foto’s”, een evenwicht tussen foto’s en documenten van toen, eenvoudig vertelde verhalen, met de nadruk op de meest treffende en representatieve zinnen en passages.

- 11 -

Page 12: Archidoc News, december 2015

- PB -

Onze virtuele tentoonstelling telt 5 thema’s. Zij werden verfijnd naarmate wij de verhalen aan elkaar verbonden om rekening te houden met de individuele situaties die beschreven worden in de archieven van de DG Oorlogsslachtoffers:

• wegvoering naar kampen voor dwangarbeid, in Duitsland, op het Franse front en in het bezette België;

• oorlogsfeiten, met andere woorden massamoorden, slachtpartijen en criminele feiten, de gevolgen van de bombardementen en gifgassen voor de burgers;

• zieken en gewonden, of hoe de geneeskunde in die jaren een antwoord kon geven op de enorme uitdaging om zowel lichaam als geest van al die ontredderde burgers te verzorgen, met de nadruk op de kinderen;

• verzet, waarbij een fundamentele rol weggelegd was voor heel wat anoniemen en vooral vrouwen die ondergronds gingen;

• de moeizame heropbouw van het land, die aantoont in welke mate het middenveld zich zowel economisch als collectief en individueel moest heruitvinden.

Wij hebben ook willen aantonen hoe die archieven gebruikt kunnen worden als administratieve documenten met een hoge historische waarde. Zo kozen wij twee steden, aalst in Oost-Vlaanderen en Lessines in Henegouwen, waaraan we de archieven van de DG Oorlogsslachtoffers gekoppeld hebben door middel van twee bijzondere verhalen.

- 12 -

Page 13: Archidoc News, december 2015

- PB -

Op de tab “Na de oorlog” leert u meer over de archieven (welke procedures werden ontwikkeld om de burgerslachtoffers te erkennen en te vergoeden, welke elementen niet mogen ontbreken in een vergoedingsdossier, welk soort documenten u er kan vinden, …) en hoe ze tot hun recht komen (de manier waarop de archieven geïnventariseerd en bewaard worden).

Geïnteresseerden kunnen trouwens met een onlineformulier meer informatie vragen. De dossiers zijn slechts na reservatie vrij toegankelijk omdat ze zo fragiel en uniek zijn, maar het team van de dienst archieven en documentatie bezorgt u met plezier de gevraagde informatie.

En in de toekomst? Wij hopen dat dit werk de mensen doet nadenken. Dat het dit beroep aantrekkelijk maakt. Dat zij er meer over willen weten. Dat de overheidsinstanties hun oude administratieve documenten, in het bijzonder over de sleutelmomenten in de geschiedenis van ons land, op een andere manier gaan bekijken. Wij kunnen nog heel wat over onszelf opsteken van die taaie documenten!

De recente tragische gebeurtenissen tonen dagelijks aan dat de herinnering hieraan altijd levendig gehouden moet worden. Deze virtuele tentoonstelling is de eerste schakel van een ketting die wij heel graag zouden zien uitbreiden, meer bepaald tot het onderwijs. In een tweede fase willen

- 13 -

Page 14: Archidoc News, december 2015

- PB -

- 14 -

Page 15: Archidoc News, december 2015

- PB -

- 15 -

wij immers pedagogisch materiaal uitwerken voor de laatste twee jaar van het secundair onderwijs. Wij zijn ook aan het bekijken hoe wij het brede publiek het best kunnen bereiken. alle opties zijn momenteel nog open.

Bezoek dus zeker onze site! Wij wensen u een interessante ontdekkingsreis.

www.civilsbelges14-18.bewww.belgischeburgers14-18.bewww.belgiancivilians14-18.be

Volg ons ook op Facebook: civils & Guerre – BE – Burgers & Oorlog

Foto: Maggie De Block, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en aline Goossens, beheerder van het project, tijdens de lancering van de virtuele tentoonstelling op 17/09, foto FOD Sociale Zekerheid

Page 16: Archidoc News, december 2015

- PB -

Tijdens mijn twee weken stage in oktober 2014 onder leiding van Marie Lejeune heb ik een nog niet zo bekend fonds verwerkt, dat bewaard wordt bij de dienst archieven en documentatie: het fonds voor repatriëring van Belgen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het buitenland woonden. Dankzij die stage kon ik ervaren wat het werk van archivaris inhoudt, aangezien ik rekening moest houden met welbepaalde doelstellingen voor de toekomstige openstelling van dit archieffonds voor opzoekingen, problemen moest evalueren, en geschikte oplossingen moest zoeken.

rePatriËringsfondstussentijdse inventarisatie

archieven van de oorlogsslachtoffers

Page 17: Archidoc News, december 2015

- PB -

De voornaamste opdrachten van mijn stage waren meer over het fonds te weten komen, het fonds sorteren met het oog op een geschikte classificatie en, tot slot, grosso modo de periode bepalen waarop dit fonds sloeg. Het bestudeerde fonds bestaat uit 91 ordners (dat is ongeveer 7,5 strekkende meter voordat ze in dozen gestoken werden). Gezien hun drager en de slechte staat van bewaring moesten de documenten zeer voorzichtig behandeld worden.

Na analyse van de aard van de verschillende documenten ben ik tot de slotsom gekomen dat:

• het onmogelijk was de inhoud van een ordner gedetailleerd toe te lichten;

• de documenten in elke ordner alfabetisch volgens naam sorteren omslachtig en tijdrovend was, en niet zou voldoen aan de vereisten van wetenschappelijk onderzoek waarvoor een systematische inventarisatie nodig is.

Eerst heb ik de inhoud van het fonds bestudeerd om de structuur van een eerste sortering vast te stellen. Ik heb ervoor gekozen de oorspronkelijke nummering van dit fonds (dat ik Repatriëringsfonds genoemd heb) te behouden. Die nummering werd toegekend door ambtenaren van het Belgisch Repatriëringscommissariaat, dat belast was met repatriërings- of visumaanvragen.

archieven van de oorlogsslachtoffers

Page 18: Archidoc News, december 2015

- PB -

Vervolgens heb ik 3 reeksen en 13 deelreeksen geïdentificeerd en geïnventariseerd, met zo veel mogelijk respect voor de reden waarom het fonds opgericht werd. De inventaris beschrijft de verschillende archiefeenheden en is gebaseerd op de algemene beschrijving van het fonds zoals voorgeschreven door de ISaD(G )1 -norm.

Sommige ordners werden gedetailleerd toegelicht en op het einde van de stage in dozen gestoken (aanvragen tot repatriëring vanuit Engeland en aanvragen voor een inreis- of uitreisvisum voor België). De aantekeningen in blauw potlood op de ordners wijzen erop dat ze reeds gesorteerd waren. De nummering lijkt op de universele decimale classificatie (UDC), die reeds lang in de bibliotheken gebruikt wordt.

In de jaren ‘50 werd de inhoud van het fonds waarschijnlijk gedeeltelijk gereorganiseerd. Niet alle geïdentificeerde documenten betreffen immers repatriëringsaanvragen, hoewel zij allemaal betrekking hebben op mensen die naar België kwamen of België verlieten naar aanleiding van de gebeurtenissen op het einde van de Tweede Wereldoorlog. afhankelijk van de ordners kunnen de documenten alfabetisch volgens naam, of volgens oplopende of

1 Beschrijving van de ISaD(G)-norm: http://www.ica.org/10225/normes/isadg-norme-gnrale-en-internationale-de-description-archivistique-deuxime-dition.html

- 18 -

Page 19: Archidoc News, december 2015

- PB -

aflopende datum gerangschikt zijn. Bovendien blijkt uit de nummering duidelijk dat er documenten ontbreken. aldus hebben wij besloten de oorspronkelijke sortering te behouden voor het geval verdwenen documenten alsnog zouden opduiken.

Hopelijk vormt dit werk een interessante basis voor historisch onderzoek en voor een grondige en gedetailleerde inventarisatie.

antoine D’haeseStagiair/Master in de geschiedenis (ULB)

- 19 -

Foto: aanvraagformulier voor repatriëring – repatriëringfonds,

SVG-DOS

Page 20: Archidoc News, december 2015

- PB -

oPen monumentendagen 2015Thema van de open monumentendagen dit jaar waren ateliers, fabrieken of kantoren die hun oorspronkelijke functie behouden hebben ofwel een nieuwe bestemming gekregen hebben.

Het gebouw in art-nouveaustijl, waarin vandaag de DG Oorlogsslachtoffers ondergebracht is, was van 1913 tot 1957 de zetel van de Prévoyance sociale, een levensverzekeringsmaatschappij voor de arbeiders. Het was dus vanzelfsprekend dat de DG, samen met het cegeSoma (Studie- en documentatiecentrum oorlog en hedendaagse maatschappij), aan deze editie van de open monumentendagen deelnam.

500 mensen hebben een bezoek gebracht aan het gebouw; 220 onder hen namen deel aan de geleide bezoeken, waar de archivarissen hun een woordje uitleg gaven over de geschiedenis van het gebouw, de vroegere en huidige opdracht van de DG en de rol van de archieven. De bezoekers konden ook een voorstelling van de virtuele tentoonstelling over de Belgische burgers in de Eerste Wereldoorlog bijwonen.

Foto: Rondleiding in de archieftoren,

foto SVG-DOS

- 20 -

Page 21: Archidoc News, december 2015

- PB -

oPen monumentendagen 2015

- 21 -

Page 22: Archidoc News, december 2015

- PB -

Page 23: Archidoc News, december 2015

- PB -

Page 24: Archidoc News, december 2015

- PB -

FOD Sociale ZekerheidDirectie-generaal OorlogsslachtoffersLuchtvaartsquare 311070 BrusselTel: 02/528.91.00Fax: 02/528.91.75E-mail: [email protected]: http://warvictims.fgov.be

Hebben aan deze editie meegewerktGert De Prins, antoine D’Haese (ULB), aline Goosens, Marie Lejeune, alexandra Matagne, Olivier Radermacher (ULg), Heidi Vanhoudt

OpmaakDienst communicatie, FOD Sociale Zekerheid

VertalingVertaaldienst, FOD Sociale Zekerheid

Verantwoordelijke uitgeverGeneviève Lurquin – december 2015

Papier: D/2015/10.770/48Elektronisch: D/2015/10.770/49