44
Maandblad voor waterprofessionals 30 januari 2014 47ste jaargang 1 www.vakbladh2o.nl WIM KESSELS HEEFT NOG ALTIJD PLEZIER IN DE PUT DE ONGEKENDE KANSEN VAN ENERGIE UIT WATER ROELOF KRUIZE: WATERSECTOR MOET SNEL VERANDEREN HOE LEUK IS HET VAK BIJ DOW EN TATA STEEL?

H2O januari 2014

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: H2O januari 2014

Maandblad voorwaterprofessionals 30 januari 201447ste jaargang

1

www.vakbladh2o.nl

WIM KESSELSHEEFT NOG ALTIJDPLEZIER IN DE PUT

DE ONGEKENDE KANSEN VAN ENERGIE UIT WATER

ROELOF KRUIZE:WATERSECTOR MOETSNEL VERANDEREN

HOE LEUK IS HET VAK BIJ DOW EN TATA STEEL?

• • •

• •

Naamloos-1 1 15-01-14 16:06

Page 2: H2O januari 2014

2

Waar? Bij één van de circa 300 pompputten in het Limburgse landschap. Bovengronds zijn het onopvallende stenen bouwsels van een halve meter hoog en 2,25 meter in het vierkant. Meestal gelegen in natuur-(=waterwin-)gebieden. De meeste wandelaars zullen zich niet realiseren dat het kraanwater thuis hier omhoog komt. Ondergronds opgepompt via een pvc-buis van 30 tot 40 centimeter doorsnee en een lengte van 300 tot 360 meter. “Via de filterspleten onderin stroomt grondwater binnen. Om te voorkomen dat teveel zand meekomt, zijn die filterspleten met grind omstort. Anders raakt het evenwicht in de bodem verstoord. Bovenin de buis hangt – onder water - een pomp. Waaiers, aange-dreven door een elektromotor, sturen het water naar het pompstation.”

Wat?“Om allerlei redenen kunnen de filters in de loop der tijd verstopt raken. Dan maken we de luiken van zo’n bouwsel open en takelen de pomp met een grote hijskraan uit de buis. Daarna laten we een camera in de buis zakken die 360 graden ronddraait en nauwkeurig de wanden inspecteert. Via monitoren in onze servicewagen kunnen we die waarnemingen nauwkeurig volgen. We maken buis, pomp en put met een speciale hoge-drukspuit schoon. Eventueel met behulp van waterstofperoxide of andere chemicaliën om verstopt vuil los te weken. Soms gaan we ‘jutteren’. Daarbij persen we onder hoge druk water in de buis terug de grond in.”

Waarom?“Er kunnen allerlei verzakkings-, verstoppings- of lekkageproblemen ontstaan. De bo-dem in deze provincie verschilt van Noord tot Zuid. Geen twee putten zijn hetzelfde. Vanwege onze expertise huren ook anderen ons in. We onderhouden bijvoorbeeld de grondwaterputten van het Academisch Ziekenhuis in Maastricht. We meten de grond-waterstand bij de mergelafgravingen van cementfabriek ENCI en bij de aanleg van de tunnel onder de A2. Mijn collega’s en ik zijn echte probleemoplossers. Door dit gevarieerde werk zijn geen twee dagen hetzelfde. Dit is de leukste baan die ik me kan voorstellen.”

Wie?Wim Kessels (56), opzichter winmiddelen bij WML, het Limburgse waterleidingbedrijf. Vanuit de installatietech-niek belandde hij 33 jaar geleden bij de toenmalige spuiploeg van WML. “We joegen schuim-rubberen proppen door de leidingen om klach-ten over bruinwater te minimaliseren. Datzelfde systeem gebruiken ze ook om bierleidingen van vat tot pomp schoon te houden.” Via de pro-ductie belandde hij bij de afdeling onderhoud in het Maasdorp Linne. “Daarvandaan werken we aan de installaties, pomp- en waarnemings-putten in heel Limburg.”

Tekst Barbara Schilperoort Fotografie Kees Hummel

ACHTER DE

COVER

Page 3: H2O januari 2014

4 ENERGIEAKKOORD GEEFT IMPULS AAN WATER-ELEKTRICITEIT 10 NIEUWE SERIE‘HOOFDROLSPELERS’, DEEL 1: ROELOF KRUIZE

20 HOE LEUK IS HET VOOR WATERPROFESSIONALS IN DE INDUSTRIE?

32 MISLUKT! FRIESE SAMENWERKING VAN DE BAAN

VASTE RUBRIEKEN

HoogstandjeHunze en Aa’s produceert zandzakken in sneltreinvaart

Waternetwerk• Prijs voor scriptie over oude Romeinen• Jong KNW: hoezo generatiekloof?• Seminar over reststoffen

Op pad met…Corné van der Westen (Essent)

WatertechniekTechnische informatie uit de watersector Waterwetenschap• Nadenken over vaste gewoonten levert waterschap veel op• Snelheid waterstroom meten met kilometerslange glasvezel• Hé, kijk nou: korrelslib in een zoutwaterzuivering

Verder op H2O OnlineOverzicht van alle nieuwe vakinformatie op www.vakbladh20.nl

8

14

24

27

36

42

INHOUD

3

32

4

10

20

NR 1 / JANUARI 2014

COLOFON Maandblad H2O is een uitgave van de Stichting H2O. REDACTIE Monique Bekkenutte (hoofdredacteur), Roel Smit (producent/ eindredacteur), Anne de Boer; Binckhorstlaan 36, M417, 2516 BE Den Haag, 070-3222765, e-mail: [email protected] REDACTIE RAAD René Arninkhof, Matthijs van den Brink, Erwin de Bruin, Roberta Hofman-Caris, Henk Dekker, Daphne de Koeijer, Hans Middendorp, Johan van Mourik, Jos Peters, Jan Roelsma, Joris Schaap, Veerle Sperber, André Struker, Marlies Verhoeven, Marie-José van de Vondervoort, Michiel van Willigen, en Jason Zondag. VORMGEVING Ronald Koopmans BLAD MANAGEMENT Gerrit Holtman ADVERTENTIEVER- KOOP PSH Media Sales, Shahin Habbah, Postbus 30095, 6803 GM Arnhem, 026-7501851, e-mail: [email protected] DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ABONNEMENTEN Secretariaat @vakbladh2o.nl

NR1 / JANUARI 2014

Page 4: H2O januari 2014

4

Naast wind- en zonne-energie stroomt er straks ook waterenergie door het elektriciteitsnet. Er wordt getest met energie uit getijdenstroming en een proef bij de Afsluitdijk moet blue energy opleveren door zoet en zout water te mengen. Volgens het Energieakkoord moet in 2023 maar liefst 16 procent van de energie duurzaam zijn (nu 4 procent). De kansen voor energie uit water groeien.

ENERGIEAKKOORD KAN WATERENERGIE EEN ZETJE GEVEN

ELEKTRICITEIT UIT WATERGRIJPEN WE ONZE KANSEN?

Tekst Marloes Hooimeijer

TFoto Tocardo

Page 5: H2O januari 2014

THEMA 5

NR1 / JANUARI 2014

ENERGIEAKKOORD KAN WATERENERGIE EEN ZETJE GEVENnergie uit water, het wordt ook wel het best bewaarde geheim in duurzaam Nederland genoemd. Want hoewel volgens waterinnovators maar liefst 10 procent van de Nederlandse elektriciteitsvraag uit water gewonnen kan worden, worden de beschikbare technieken nog slechts op kleine schaal toegepast.

Vooral energieopwekking uit getijdenstroming en uit het mengen van zoet en zout water (via omgekeerde elektrodialyse) bieden voor Nederland perspectief. Nederlandse bedrijven als Bluerise en IHC Tidal Energy werken ook aan technieken om energie uit temperatuurverschillen in diepe en ondiepe zeelagen en uit golven op te wekken, maar die zijn voor Nederland niet of nog onvoldoende geschikt voor rendabele toepassing. De temperatuurverschillen en de golfkracht in de Noordzee zijn immers beperkt.

In tegenstelling tot de grillige beschikbaarheid van zonne- en windenergie is energie uit water nagenoeg voorspelbaar. “Daarom tonen elektriciteitsbedrijven zich ook zeer geïnte-resseerd”, zegt Hans van Breugel, directeur van waterturbinebouwer Tocardo en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Energie uit Water (EWA). “Ze zijn ook best bereid een paar cent meer te betalen voor deze duurzame energie met leveringszekerheid. Overigens is de prijs van 15 cent per kilowattuur voor energie uit getijdenturbines op grotere parken (meer dan 50 megawatt) gelijk aan die van offshore-windmolens; dat is al een heel interes-sante prijs voor zo’n nieuwe technologie.”

Met de ondertekening van het ambitieuze Energieakkoord voor duurzame groei in septem-ber 2013 lijken ook de kansen voor energie uit water toe te nemen. Het akkoord, dat de handtekening heeft van meer dan 40 organisaties, behelst een toename van het aandeel van duurzaam opgewekte energie, van ruim 4 procent nu naar14 procent in 2020 en naar 16 procent in 2023, maar schept ook ruimte voor commerciële toepassing van innovatie en schone energietechnologieën en heeft aandacht voor bevordering van werkgelegenheid in de ‘CleanTech’-sector. Van Breugel: “Dit akkoord moeten we koesteren. Het geeft ons als jonge industrie de benodigde houvast en ruimte om door de leercurve heen te komen, die met hoge investeringen gepaard gaat.”

COMMERCIËLE WATERTURBINESDit jaar installeert Tocardo in eigen beheer vijf commerciële waterturbines in de Ooster-schelde. “We hebben een vergunning van Rijkswaterstaat voor twintig jaar en verwachten duizend huishoudens van stroom uit deze turbines te kunnen voorzien”, zegt de directeur. Op de Afsluitdijk draait al vijf jaar een Tocardo-test-/demonstratieturbine van 80 kilowatt in een van de spuisluizen en volgend jaar komen er nog drie testturbines bij. “Het is de bedoeling dat er met de renovatie van de Afsluitdijk over enkele jaren dertig van onze turbines op de Afsluitdijk draaien”, zegt Van Breugel. Samen met het Tidal Test Center start het bedrijf binnenkort ook een proef met een testopstelling voor 500 kilowatt getijdenenergie in het Marsdiep bij Texel. Investering: 4 miljoen euro.

Net als de getijdenturbines van Tocardo valt de OceanMill van IHC Tidal Energy onder de noemer van ‘vrijestromingturbines’. Technisch manager Menno Broers van IHC: “Het verschil is dat onze turbine in tegenstelling tot de meeste andere waterturbines niet om >

ET

Page 6: H2O januari 2014

6

een horizontale as, maar om een verticale as draait, en dat alleen de rotorbladen onder water zitten. Dat scheelt in onderhoud, zeker in zout zeewater, dat alles kapotmaakt.” In de Westerschelde draait sinds 2009 een test- en demonstratiemodel van de OceanMill met een capaciteit van 30 kilowatt. Opschaling komt dichterbij met de bouw volgend jaar van drie commerciële turbines à 1 megawatt in de Oosterscheldekering. Hiervoor krijgt IHC steun van de Europese Unie, de provincie Zeeland en de rijksoverheid en heeft het van 2015 tot 2031 een vergunning van Rijkswaterstaat. Broers: “Met een levering van 6.000 megawattuur aan het net denken wij aan het eind van de rit op een klein plusje rendement uit te komen.”

Omdat zowel Tocardo als IHC in Natura 2000-gebied de Oosterschelde aan de gang wil, moesten zij vooraf een ‘uitgebreide natuurtoets’ doen naar mogelijke ecologische effecten. Beide bedrijven benadrukken dat hun turbines zo langzaam draaien en bovendien vrij in de stroming liggen, dat vissen er geen hinder van ondervinden en er omheen zwemmen. “De OceanMill maakt slechts dertig omwentelingen per minuut”, zegt Broers. “In de Wester-schelde komen vissen weleens nieuwsgierig bij onze turbine kijken, maar een ongeval met vis of zeezoogdieren is er nooit geweest. Wel wordt het getij door de turbine beïnvloed, maar dat is millimeterwerk. De Zeeuwse Milieufederatie vond dit nadeel van de getijdenturbines minder groot dan horizonvervuiling van windmolens.”

WATERKRACHTCENTRALE HEZENBERGERSTUW VOORBEELD VOOR WATERSCHAPPENOok de Unie van Waterschappen zette begin september, met tientallen andere partijen, haar handtekening onder het Energieakkoord voor duurzame groei. In 2020 willen de waterschappen minstens 40 procent van het eigen energieverbruik zelf duurzaam opwekken (dat is nu onge-veer 25 procent). De Waterkrachtcentrale Hezenbergerstuw, in opdracht van het Waterschap Vallei en Veluwe in 2010 gerealiseerd, kan mogelijk als voorbeeld dienen. Toen het waterschap de stuw aan het Apeldoorns Kanaal wegens ouderdom en slijtage moest opknappen, zocht het naar een manier om wat te doen met de vrijkomende waterkracht door het verval van 2,5 meter over de stuw. Een vijzelturbine bleek geschikt: het vallende water drijft de vijzel aan en met een generator wordt energie opgewekt.“De gemiddelde energieopbrengst is 150 megawattuur per jaar; dat staat gelijk aan het ener-gieverbruik van veertig huishoudens per jaar”, vertelt projectleider René Bruggeman. “Er zijn al verschillende waterschappen naar onze vijzelturbine komen kijken. Zulke turbines zijn ge-schikt bij voldoende water, voldoende verval en een beperkte vuilaanvoer. De schroefbladen van de vijzel zijn afgeschermd met een rubberen strip om verwonding van vissen te voorkomen.”

Foto TocardoFoto U

nie van Waterschappen

Artist impression Tocardo

Een testturbine in vol bedrijf (onder water) in een van de spuisluizen bij Den Oever (Afsluitdijk)

Dit jaar installeert Tocardo commerciële turbines in de Oosterschelde

Waterkrachtcentrale Hezenbergerstuw

Page 7: H2O januari 2014

THEMA 7

GETIJDENCENTRALE BROUWERSDAMEnergie uit water kwam via een omweg ook op de kaart te staan toen Rijkswaterstaat op zoek ging naar oplossingen om de verslechterende waterkwaliteit van de Grevelingen aan te pakken. “Die achteruitgang wordt veroorzaakt door de dichte Brouwersdam”, zegt Ben Spiering van Rijkswaterstaat. “Er moest een oplossing komen om per 2027 te voldoen aan de eisen in de Kaderrichtlijn Water. Maar men vond 200 miljoen euro investeren in een ‘doorlaat’ in de dam om uitsluitend de waterkwaliteit te verbeteren wat aan de dure kant. Dus werd gekeken of bij aanpassing van de dam niet direct extra functionaliteiten konden worden toegevoegd. Watertur-bines die enerzijds groene energie kunnen opwekken en anderzijds ingezet kunnen worden om bij hoogwater op de rivieren water weg te pompen via de Grevelingen, zodat ze in Dordrecht ook op de lange termijn droge voeten houden.”

Samen met de provincies Zuid-Holland en Zeeland en de gemeenten Goeree-Overflakkee en Schouwen- Duiveland startte Rijkswaterstaat het project Getijdencentrale Brou-wersdam. Spiering is projectdirecteur: “Mét turbines gaat de renovatie – volgens nog erg onzekere ramingen – 450 miljoen euro kosten, maar dan kun je wel 50.000 huis-houdens van energie uit water voorzien. We gaan ervan uit dat de getijdencentrale circa 60 megawatt kan opleveren.” Daarmee heeft dit project volgens hem de potentie om een bijdrage van ongeveer 0,5 procent aan de doelstelling uit het Energieakkoord te leveren. Maar het is nog geen gelopen race: “Uit de marktconsultatie onder energiebedrijven, water(turbine)bouwers en finan-ciers moet blijken of er commerciële partijen zijn die zo’n project mede willen dragen. Niet alleen de maatschappelijke en innovatieve waarde, maar ook zeker de commerciële haalbaarheid zijn van doorslaggevend belang voor de komst van de getijdencentrale.” Áls die er komt moet die in 2020 in gebruik genomen worden. Het is de eerste centrale bij een dam met een relatief laag getij. Daarom worden in een nog in te richten testcentrum bij de Grevelingendam vanaf 2015 de beschikbare turbinetech-nieken getest. Hierbij is visvriendelijkheid een belangrijk criterium. Broers heeft in ieder geval de OceanMill-techniek al onder de aandacht gebracht tijdens de marktconsultatie: “Wij denken er met onze techniek in plaats van 60 megawatt 100 megawatt aan capaciteit te kunnen realiseren.”

BLUE ENERGYNaast getijdenenergie bestaat er ook zogenoemde blue energy, energie die vrijkomt bij het mengen van zoet en zout water. Op de Afsluitdijk leidt het Sneker bedrijf REDstack een project om de opwekking van blue energy vanaf komen-

de maand gedurende enkele jaren uitvoerig te testen. Dit doet het samen met Fuji Film en Wetsus. Er staat een proefinstallatie aan de IJsselmeerzijde van de Afsluitdijk en door de buizen boven de weg stroomt hier per uur straks circa 200 kubieke meter zout water uit de Waddenzee binnen en wordt er evenveel zoet water uit het IJsselmeer aangevoerd. REDstack test er onder meer de voorbehandeling, stackontwerpen, verschillende membranen, stroomsnelheden en levering aan het net. Directeur Rik Siebers van REDstack: “Uiteindelijk willen we met onze toepassing van reverse electrodialyses, RED dus, duurzame energie produceren die kan concurreren met an-dere vormen van energie. Als de proefinstallatie een succes wordt, willen we opschalen naar praktijkschaal en daarmee alle huishoudens van de drie noordelijke provincies van energie voorzien.”

Maar hoe zit het met de ecologische effecten? “Wij vervuilen niks: er komt geen CO2 vrij en we hebben een vergunning om het brakke water dat achterblijft terug te voeren naar de Waddenzee. We willen separaat onderzoeken wat onze tech-niek doet met de organismen in het water, zoals plankton. Blijft dat in leven of moeten we aanvullende maatregelen treffen?”

Als Siebers’ positieve beeld blijkt te kloppen, kan er ook op andere plekken in Nederland (en internationaal) gebruik worden gemaakt van de techniek. “Dat kan overal waar zoet en zout water elkaar ontmoeten. Vooral bij uitmondingen van rivieren in zee, maar ook bij grote rioolwaterzuiverings-installaties die uitkomen op zee zie ik wel mogelijkheden.” |

Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Marcel Bruggers van Deltares en er is gebruikgemaakt van informatie op de website www.innoverenmetwater.nl (energie uit water).

NR1 / JANUARI 2014

Foto REDstack

Bouw van de proefinstallatie voor ‘blue energy’ op de Afsluitdijk

Page 8: H2O januari 2014

Het was half december. Het water stond hoog, maar zandzakken waren nog niet nodig. Voor de fotograaf van maandblad H2O (en voor een waterschap in de buurt dat het apparaat ook wel eens in werking wilde zien) gaf het waterschap Hunze en Aa’s echter graag een demonstratie van zijn zandzakvulmachine.

HUNZE EN AA’SPRODUCEERTZANDZAKKEN INSNELTREINVAART

8

Tekst Roel Smit | Fotografie Marcel Molle

OH2

HOOGSTANDJE

Stalen kegels in de vulopening zorgen voor een gelijkmatige verdeling van het zand

Page 9: H2O januari 2014

NR1 / JANUARI 2014

9

Ze zijn bij Hunze en Aa’s trots op hun machine, die 1.750 tot 2.000 zandzakken per uur kan vullen. Een veelvoud van wat een grote groep vrijwilligers (meestal ondersteund door bereidwillige militairen) met de hand kan produce-ren. Afgelopen zomer werd de zandzakvulmachine met personele ondersteuning beschikbaar gesteld aan de oos-terburen, waar in de strijd tegen het hoge water van de Elbe in vier dagen tijd maar liefst 78.000 zandzakken werden geproduceerd.

Dat was een idee van Klaas de Veen (“ik zag op televisie hoe hoog de nood daar was en dat ze met schepjes de zakken aan het vullen waren”). Samen met collega Wilco Reefman is hij betrokken bij de technische realisatie en de operationele inzet van de machine. De basis is geleverd door een Noord-Hollandse machinebouwer, maar “handi-ge mannen” van het waterschap hebben de machine gron-dig aangepast en de kinderziekten eruit gehaald. Op het ontstane concept ligt octrooi van het waterschap. Reefman: “Dat was dus geen werk van ingenieurs, maar van eigen medewerkers met technisch vernuft.”

Veiligheid en werkhouding speelden een belangrijke rol bij het ontwerp van de machine en het werkproces

Iedere zandzak wordt met dezelfde hoeveelheid zand gevuld. Hierna wordt de zak met professionele machines dichtgenaaid. Door deze manier van werken ontstaan uniforme zandzakken die goed stapelbaar zijn

“De kunst is het zand zeer gelijkmatig via de nauwkeurig te regelen transportband en een grote trechter in de zandzak-ken te krijgen. Technische aanpassingen hadden vooral tot doel verstoppingen tegen te gaan en het zand weg te houden van plekken in de machine waar je het liever niet wilt heb-ben.”

Als de machine op volle toeren draait, dan komen er steeds vier gevulde zakken, elk met een gewicht van 16 tot 17 kilogram, tegelijk uit. “Het dichtnaaien (met behulp van een naaimachine) en het plaatsen van de zakken op pallets blijft mensenwerk”, zegt Klaas de Veen. “Zwaar werk; de mensen die het doen moeten geregeld gewisseld worden.” Dat bleek vorig jaar ook bij de Elbe, een operatie waarvan ze bij het waterschap overigens veel geleerd hebben. Al was het maar werken in een zandgroeve (“waar we nogal wat stenen en keien tegenkwamen”), het samenwerken in een andere werkcultuur en onder sterk wisselende weersom-standigheden.

Dat andere waterschappen nog niet over vergelijkbare apparatuur beschikken, begrijpen ze niet zo goed bij Hunze en Aa’s. “Eigenlijk zou ieder waterschap zo’n machine moe-ten hebben. We kunnen twee vrachtwagens per uur vullen met zandzakken. Daar kun je met een peloton militairen niet tegenop scheppen.”

Page 10: H2O januari 2014

10

ROELOF KRUIZE:‘WATERSECTOR HEEFT INNOVATIE EN VERBREDING KEIHARD NODIG’

Tekst Roel Smit | Fotografie Gabby Louwhoff

HOOFDROLSPELERS

OH2

Page 11: H2O januari 2014

11

De watersector heeft de wind in de rug, maar de verbreding moet doorgaan en de innovatie moet versneld worden. Dat vindt Roelof Kruize, voorzitter van Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Het eerste interview in een reeks met hoofdrolspelers in de Nederlandse watersector.

ij kent de watersector op zijn duimpje en is niet bang een mening te geven. Hij spreekt rechttoe rechtaan en gebruikt geen woord te veel. Roelof Kruize is algemeen directeur van het Amsterdamse watercyclusbedrijf Waternet en voorzitter van de beroepsorganisatie KNW. Directe aanleiding voor het vraaggesprek: KNW bestaat

deze maand precies vijf jaar.

Kruize: “We worden gezien en gewaardeerd, en dat is terecht. Wereldwijd wordt de waterop-gave steeds meer onderkend, kijk alleen al naar de Verenigde Staten. En in Nederland is het belangrijk dat de watersector één van de economische topsectoren is. De huidige koning heeft daar in zijn rol op het gebied van watermanagement ook een belangrijke bijdrage aan geleverd. We hebben veel kennis en innovatieve kracht. De verbazing dat we daarvan qua export maar zo weinig profiteren is ook doorgedrongen tot het kabinet. Gelukkig maar.”

>“De segmentatie, de versnippering van de sector is, denk ik, een belangrijke verklarende factor. Dat verandert maar heel langzaam. Als de Duitse auto-industrie naar het buitenland gaat, dan gaat de Duitse auto-industrie als geheel naar het buitenland. Merknamen als Opel, BMW en Mercedes zijn even ondergeschikt. Als Nederlanders naar het buitenland gaan, dan moet iedereen onder zijn zijn eigen vlag. En als waterschappen en drinkwaterbedrijven erbij betrokken zijn, dan ontstaat er al gauw een publiek debat: mag dat wel, dat werk in het bui-tenland? Wordt belastinggeld op die manier niet ingezet voor commerciële activiteiten? Ik vind Nederland op dit punt te strikt; andere Europese landen zijn – in hun eigen belang – wat soepeler. Juist om die gezamenlijkheid een zwaarder accent te geven, hecht ik ook zoveel belang aan bijvoorbeeld een International Water Week.”

>“Dat is een belangrijk probleem. Ik snap best dat het historisch gegroeid is. Van de 2.500 waterschappen in de Middeleeuwen zijn er nog 25 over. Schaalvergroting en professionali-sering hebben plaatsgevonden, maar het wegnemen van barrières en belemmeringen, het mag van mij allemaal wel iets sneller. We hebben ook kansen gemist. Toen bijvoorbeeld in 1970 de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater werd ingevoerd, is geen duidelijke keuze gemaakt: wie gaat precies wát doen? De gemeente, de provincie, het waterschap, iedereen doet wat. Daarom ben ik ook helemaal niet ongelukkig met het Bestuursakkoord Water en de financiële doelstelling van 450 miljoen euro aan besparingen die daaraan vastzit. Ik denk dat financiële druk helpt om de boel bij elkaar te brengen.”“Ook in het bedrijfsleven is segmentatie een feit: er zijn zo’n 1.700 ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf actief in de watersector, maar soms lijkt er nog altijd een muur te staan tussen deze bedrijven en de kennisinstellingen. De bedrijven in Nederland staan meer en meer onder een Angelsaksische invloed en kijken vooral naar resultaten op korte termijn; managers worden daarop afgerekend. Dat remt investeringen in watertechnologie bij veel bedrijven en dat is jammer. Als dat niet verandert, zijn we onze voorsprong over tien jaar >

HHOE STAAT DE

WATERSECTOR ER VOOR?

WAAROM VERDIENEN WE IN HET BUITENLAND

ZO WEINIG MET ONZE KENNIS OP

WATERGEBIED?

VERSNIPPERING IS HET ENIGE PROBLEEM?

NR1 / JANUARI 2014

Page 12: H2O januari 2014

12

kwijt. Familiebedrijven als Pacques – waar veel wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwik-keling – vormen wat dat betreft een positieve uitzondering, en kijk: die zijn bovendien enorm succesvol. Per saldo geeft de Nederlandse watersector te weinig uit aan innovatie, zeker als je het vergelijkt met Finland of Zweden.”

>“Precies. De watersector kan meer samenwerken en meer investeren in innovatie. Daar moeten we het van hebben. Ook verbreding is belangrijk: er is een relatie tussen water en energie, er is een relatie tussen water en het terugwinnen van grondstoffen, tussen water en ruimtelijke ordening. Neem de energievoorziening: een groot deel van onze energiebe-drijven is verkocht aan het buitenland. Ik denk dat we daarin zijn doorgeschoten. Tegelijk hebben burgers een toenemend wantrouwen ten opzichte van grote instituties. Dus ontstaan steeds meer lokale initiatieven: mensen plaatsen zonnepanelen, warmtewisselaars, doen aan warmte-koudeopslag. Waterbedrijven kunnen hierin een stimulerende rol spelen.”

>“Dat klopt, maar ik zie dat de komende vijf jaar veranderen. Aan functies worden hogere eisen gesteld. Het zal minder gaan om het bouwen van beton en het draaien aan knoppen en meer om processturing, intelligente analyse van data, werken met sociale media. Dat laatste is ook een onderwerp waarop we bij KNW extra het accent willen leggen.”“Bestaande culturele verschillen zullen ook wegvallen. Wie bij een drinkwaterbedrijf werkte, keek vaak neer op de mensen van de rioolwaterzuivering. Maar op de zuivering is het al lang niet meer ‘roeren in de poep’; het is daar hoogwaardige procestechnologie, terugwinnen van waardevolle grondstoffen.”“Ik zie wat dat betreft wel een ander probleem: de arbeidsmarkt. Neem ons eigen bedrijf, Waternet. In 2008, 2009, dus vlak voor de echte crisis, bestond 15 procent van onze formatie uit vacatures. De afgelopen jaren is dat aandeel door de crisis fors gedaald. Mensen kozen toch voor de zekerheid van een bedrijf dat aan de overheid gelieerd is, maar de komende vijf, zes jaar zal toch circa 30 procent van onze medewerkers met pensioen gaan. Het structurele probleem is dus niet opgelost.”

>“KNW staat voor kennisoverdracht: ván elkaar leren, mét elkaar leren. Leren en inspireren is ook het thema voor 2014. De vereniging kan een voortrekkersrol vervullen als het gaat om het versterken en vooral ook het verbreden van de watersector. Wat dat betreft staat ook onze vereniging nog voor grote uitdagingen. We komen voort uit de NVA en de KVWN en beide bloedgroepen van waterschappen en drinkwaterbedrijven domineren de vereniging nog sterk. Ik zou graag meer verbreding zien in de richting van waterprofessionals bij gemeenten, bij industriële bedrijven, maar ook richting ruimtelijke ordening. Daarvoor moeten we ook brede thema’s op de agenda blijven zetten. Ons voorjaarscongres van 2013 over decentrale ontwikkelingen en kleinschalige initiatieven was daarvan een voorbeeld. Ook al trekken zulke onderwerpen nu misschien nog wat minder aandacht.”“Een ander punt is verjonging. Ik ben blij met initiatieven als Jong KNW en de Young Water-professionals. Die zijn hard nodig, waarbij jongeren niet alleen elkaar ontmoeten, maar ook meer in contact komen met ouderen. De gemiddelde leeftijd van onze leden is behoorlijk hoog.”“De belangrijkste uitdaging voor KNW heeft wat mij betreft twee elementen: bestaande leden goed blijven bedienen, maar tegelijk verbreding en verjonging mogelijk maken.” |

DAT IS DUS EEN UITDAGING!

DAN MOETEN WATERPROFESSIONALS

WEL OVER DE EIGEN SCHUTTING KIJKEN.

ER IS BIJVOORBEELD WEINIG UITWISSELING

TUSSEN DRINKWATER-BEDRIJVEN EN

WATERSCHAPPEN.

WAT IS DE ROL VAN KONINKLIJK

NEDERLANDS WATERNETWERK IN

DIT VERBAND?

Roelof Kruize (57) studeerde waterzuivering aan de Universiteit van Wageningen en heeft het water sindsdien niet meer losgelaten. Hij is nu algemeen directeur van Waternet (de gemeenschappelijke organisatie van de gemeente Amsterdam en het waterschap Amstel, Gooi en Vecht). In 2003 werd hij gekozen als Overheidsmanager van het Jaar.

Page 13: H2O januari 2014

• Geaccrediteerde monsterneming

en analyse

• Legionella preventie en advies

• Volledige Legionella ontzorging

met onze webapplicatie LEON

• Uitgebreide analyse pakketten

voor geneesmiddelen

• Vervuilingsonderzoek HF Membranen

• Onderzoek biologische stabiliteit

met Flow Cytometrie

Legionella,mijn zorg!

A N A L Y S E S M E T A A N D A C H T E N A D V I E S

Uw partner in:

(mobiele) slibont watering en

slibDroging

HYDraUlisCH en meCHanisCH baggeren

sCHoonmaken van slib gisting tanks

sCHoonmaken van belUCHting bassins

boUw en verHUUr van app aratUUr en

installaties

kUrstjens is tevens speCialist in extraCtieve gronDreiniging

BeL OnS073 599 66 08

MaiL [email protected]

Meer inFOwww.kurstjens.nl

Page 14: H2O januari 2014

14

De Leidse student Stefan Penders won onlangs de jaarlijkse scriptieprijs van het Inter-nationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en de Volkskrant met een scriptie over riviergoden in het Romeinse Rijk. In de Oudheid dachten mensen heel anders over water dan tegenwoordig. Men had nog weinig verstand van water en waterlopen, het moderne hydraulische model bestond nog niet. Overstromingen leiden soms tot enorme verwoestingen, zonder dat men begreep wat nu precies de oorzaak was.Volgens Stefan Penders, die in 2012 afstudeerde met een scriptie over Roman river god art in context, zorgde dit ervoor dat men rivieren als goden zag. Sommige Romeinse schrijvers dichtten rivieren ook menselijke karaktereigenschappen toe. Zo zou de Eufraat verwikkeld zijn in hevige rivaliteit met het Taurusgebergte, en was de Nijl een corpulente man die vruchtbaarheid bracht. Het was in die context dat de Romeinen veel ontzag konden afdwingen als beheersers van het water. Penders: “Volkeren in Noord-Europa konden in die tijd alleen met vlotjes of primitieve houten bruggen een rivier oversteken. Als dan de Romeinen een stenen brug bouwden, was dat een soort statement om duidelijk te maken dat de beschaving had gewonnen van de natuur.” Om dat nog eens te benadrukken, werd op veel bruggen nog een triomfboog gebouwd. “Alsof de natuur was overwonnen zoals ook barbaars volk werd overwonnen.”

Nabij Antiochië in Turkije groeven de Romeinen een groot kanaal dat parallel liep aan de rivier de Orontes. Om de paar mijl stond er een paal met een inscriptie die meldde dat het kanaal was aangelegd door keizer Vespasianus en zijn zonen. Het kanaal was zo groot, dat ze het omliggende land met een woordspeling omdoopten tot dipotamia: land van de twee rivieren. De Romeinen maakten ook dijken en aquaducten, ‘man-made’ rivieren voor drinkwater-voorziening en badhuizen. Penders: “Het waren dit soort bouwwerken die Romeinen tot Romeinen maakten. Met waterbeheersing zette je de natuur naar je hand. Het woeste, onproductieve water werd omgezet in vredig, rustig en productief water voor irrigatie of voor in het badhuis. Daarmee was waterbeheersing iets dat was weggelegd voor koningen en keizers, voor de machtigen der aarde.”

PRIJS VOOR SCRIPTIE OVER BEELD VAN WATER BIJ OUDE ROMEINEN

Riviergod die de Tiber verbeeldt, afkomstig uit de tweede eeuw na Christus, waar-schijnlijk de heer-schappij van Trajanus. De identificatie is onzeker door knutsel-werk van een aantal beeldhouwers uit de Renaissance

KORTNIEUWS

Nederlands team voorkomt rampen Het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu roepen samen met de brede Nederlandse watersector het Dutch Risk Reduction (DRR) Team in het leven. Dit team is een database met de beste Nederlandse waterexperts die snel ingezet kunnen worden bij watergerelateerde rampen in het buitenland. Het betreft geen noodhulp, maar kennis en expertise op gebied van waterbeheer, waterveiligheid en watervoorziening ter ondersteuning van wederopbouw en preventie. Dit creëert ook kansen voor de Nederlandse watersector.Informatie: Sandra Cats ([email protected]) en Koen Overkamp ([email protected])

Waterkennisbank groeit verderIn december heeft Waterschap Roer en Overmaas zich aangesloten bij de Waterkennisbank. Deze organisatie biedt deelnemers mogelijkheden om nieuwe matches te maken. Daarnaast faciliteert de Waterkennisbank nu ook ‘interne job rotation’ bij het Hoogwaterschap Stichtse Rijnlanden. Dit betekent dat interne vacatures voor job rotation op Waterken-nisbank worden geplaatst. Deze vacatures zijn alleen zichtbaar voor werknemers van Stichtse Rijnlanden die een profiel hebben aangemaakt op Waterkennisbank. Voor de projectenpool van het Hoogwater-beschermingsprogramma is de Waterken-nisbank nog op zoek naar deskundigen. Het gaat daarbij in eerste instantie om een vijftal rollen voor integraal projectmanage-ment (IPM), zoals die van projectmanager, manager projectbeheersing, technisch manager, contractmanager en omgevings-manager. Daarnaast wordt gezocht naar kandidaten voor vier specialismen: inkoper, planner, risicomanager en kostendeskun-dige.Geïnteresseerden kunnen contact op-nemen met de Waterkennisbank, Ronald Wielinga ([email protected]). www.waterkennisbank.nl

Page 15: H2O januari 2014

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

15

NR1 / JANUARI 2014

KORTNIEUWS

IJkdijk en Flood Control 2015 gaan samenwerkenVerschillende partijen uit de overheid, het bedrijfsleven en van kennisinstellingen hebben een intentieverklaring getekend. Hiermee geven deze partijen, die alle partner zijn van de Stichting IJkdijk en Flood Control 2015, aan dat ze samen willen werken aan de grote uitdagingen op gebied van de waterveiligheid, zoals dijk-monitoring, omgaan met onzekerheden, besluitvorming, ontwerp, belastingen op waterkeringen, crisisbeheersing en meer-laagse veiligheid. De komende vijf jaar wordt in het kader van de samengevoegde programma’s IJkdijk en Flood Control 2015 gewerkt aan het tot stand brengen en handhaven van voldoende veiligheid tegen overstromingen in Nederland en daarbuiten. www.ijkdijk.nl

Henk van ’t Land (rechts), voorzitter van het bestuur van Stichting IJkdijk, praat minister Melanie Schulz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) bij over IJkdijk en Flood Control 2015. Links van haar Hans Huis in ’t Veld (Topsector Water)

JONG KNW: WAT NOU GENERATION GAP?Jong KNW heeft een nieuwe voorzitter. Op 1 januari heeft Esther Dieker (Waterschap Rivierenland) het stokje overgenomen van Erik de Bruine (Witteveen+Bos), die vier jaar betrokken was bij Jong KNW, waarvan twee jaar als voorzitter. Dieker verheugt zich op haar nieuwe functie en heeft ambitieuze plannen voor de jonge professionals.

Dieker: “Ik werd benaderd vanuit Jong KNW om me aan te sluiten als kernlid. Omdat ik destijds nog bij het Limburgse drinkwaterbedrijf WML werkte, was het voor mij qua reis-tijd niet mogelijk om een actieve rol te spelen. Sinds kort werk ik echter bij Waterschap Rivierenland, centraler in het land. Tegelijkertijd kwam de vacature voor voorzitter van Jong KNW vrij. Daar heb ik toen op gesolliciteerd. Ik was al vaker aanwezig geweest tijdens bijeenkomsten van KNW, maar wilde nu een meer actieve rol op me nemen. Daar krijg ik nu de kans voor.”“Ik wil graag laten zien dat jongeren meer in hun mars hebben dan een hoog knuffel-gehalte. Wij hebben inhoudelijk echt iets te bieden. Het gaat om kennis, competenties en teamsamenstelling, en niet om leeftijd. Jongeren merken dat, hoewel de sector vergrijst, bedrijven vaak nog steeds terughoudend zijn bij het aannemen van jonge medewerkers. Door te laten zien wat wij inhoudelijk te bieden hebben, en actief de samenwerking met andere generaties aan te gaan onder het motto, ‘wat nou generation gap?!’, willen we hierin verandering brengen. Er moet meer een ‘wij-gevoel’ ontstaan onder jongeren in de water-sector, zodat we dit samen kunnen bereiken. Wij willen graag fungeren als een faciliterend platform dat activiteiten voor jongeren in de watersector ondersteunt en promoot, en dat vanzelfsprekend betrokken wordt bij jongerenactiviteiten in de watersector. We zoeken dan ook actief de samenwerking met andere jongerenverenigingen, zoals Jong SKB en Jong Leefomgeving.”“Om te kunnen uitgroeien tot een dergelijk platform moeten we onze zichtbaarheid ver-groten. Daarom gaan we meer gebruik maken van sociale media en frequente mailings en zullen we vaker netwerkbijeenkomsten rondom activiteiten organiseren. Ook willen we actiever aanhaken bij activiteiten van andere themagroepen van KNW, en dan met name het najaarscongres van 2014. Door meer zichtbaar te zijn en te laten zien wat wij in onze mars hebben, kan niemand in de watersector straks nog om ons heen.”

Naast Esther Dieker hebben nog drie enthousiaste mensen Jong KNW versterkt. De kern-groep bestaat nu uit zeven jonge waterprofessionals: Esther Dieker, Twan Brinkhof, Kris Spierings, Maarten Buurmans, Johan Oost, Marjolein de Jong en Emiel Boerma.

Boven (vanaf links): Erik de Bruine en Johan Oost, onder: Kris Spierings, Esther Dieker, Twan Brinkhof en Maarten Buurmans

Page 16: H2O januari 2014

18-20 MAART, GORINCHEMAqua Nederland VakbeursTijdens deze vakbeurs presenteren zich bedrijven gericht op waterbehandeling, legionellapreventie, desinfectie, pompen en meet- en regeltechniek. Gelijktijdig vinden de Rioleringsvakdagen plaats, waar bedrijven die gericht zijn op installatie, inspectie en beheer van rioleringsystemen en afvalwater zich presenteren. Organisatie: Evenementenhal Gorinchem.www.evenementenhal.nl/gorinchem

27 MAART, BOXTELBijeenkomst NicaraguaDiscussiebijeenkomst over (samenwerkings)projecten in Nicara-gua. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk.www.waternetwerk.nl

27 MAARTOWNH-bijeenkomst anaërobieOnder-weg-naar-huisbijeenkomst over anaërobie. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk (locatie nog niet bekend).www.waternetwerk.nl

27 MAART, UTRECHTOWNH-bijeenkomst VrouwenwaternetwerkOnder-weg-naar-huisbijeenkomst van het Vrouwenwaternetwerk. Spreker is Renée Bergkamp, directeur van Vewin. Organisatie: Koninklijk Nederlands Waternetwerk.www.waternetwerk.nl

8-10 APRIL, ROTTERDAMEmergency Expo 2014Platform voor rampenbestrijding en crisisbeheersing. Alle partijen betrokken bij rampenbestrijding, risicomanagement en crisisbe-heersing komen samen op Emergency Expo om kennis en erva-ring uit te wisselen, met als doel gezamenlijk zo goed mogelijk voorbereid te zijn op noodsituaties. Organisatie: Ahoy Rotterdam.www.emergencyexpo.nl

10 APRIL, SOESTERBERG Voorjaarscongres KNWCongres over het waterbeheer van de toekomst naar aanlei-ding van het recent verschenen rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over ‘water governance’ in Nederland. Daarnaast: Inspiratiemiddag in het kader van de leerlijn Vernieuwen. Organisatie: Koninklijk Neder-lands Waternetwerk.www.waternetwerk.nl

16

AGENDA

4-6 FEBRUARI, HARDENBERGInfra Relatiedagen HardenbergTrefpunt voor relaties in de grond-, weg- en waterbouwbranche. Exposanten tonen in Evenementenhal Hardenberg hun producten en/of diensten op het gebied van grond-, weg- en waterbouw en wat aan deze branche gerelateerd is. Organisatie: Evenementen-hal Hardenberg.http://www.evenementenhal.nl/hardenberg

6 FEBRUARI, UTRECHTRioned-dag 2014Deze dag heeft een nieuwe opzet: meer variatie, meer diepgang en meer interactie. Er worden zes verschillende kennispro-gramma’s aangeboden en ’s morgens – tijdens het plenaire deel – spreekt Karla Peijs (voorzitter van de Visitatiecommissie waterketen). Organisatie: Stichting Rioned.www.riool.net

6 FEBRUARI, MAARSSENAid & Trade in a dayBijeenkomst met divers programma, bedoeld om praktische handvatten te bieden en nieuwe ontwikkelingen te delen rondom ondernemen in ontwikkelingslanden. Organisatie: Netherlands Water Partnershipwww.nwp.nl

13 FEBRUARI, NIEUWEGEINWaterinfodag 2014Jaarlijkse podium voor informatievoorziening in het waterbeheer. Ontwikkelaars en gebruikers van informatiesystemen ontmoeten en informeren elkaar op de beurs en in een inspirerend program-ma. Organisatie: Waterinfodag. www.waterinfodag.nl

13 MAART, UTRECHTMini- en maxicursussenCursussen van een dagdeel of een dag met praktijkinformatie voor rioleringsmedewerkers. Keuze uit 21 cursussen op het gebied van techniek, beheer, beleid en regelgeving. Organisatie: Stichting Rioned.www.riool.net

13 MAART, UTRECHTEmissiesymposiumJaarlijkse symposium. Organisatie: Deltares, STOWA, Koninklijk Nederlands Waternetwerk en Rijkswaterstaat Waterdienst. Meer informatie binnenkort beschikbaar. www.stowa.nl

Organiseert u een evenement voor waterprofessionals dat vermelding verdient in de rubriek Agenda? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: [email protected]

Page 17: H2O januari 2014

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

PRIJZENREGEN IN WATERSECTORTijdens het congres Watervisie 2013, dat medio december werd gehouden in Rotterdam, is Aquaver uitgeroepen tot Water Innovator of the Year. Het bedrijf sleepte de prijs bin-nen met de techniek van vacuüm membraan distillatie. Deze waterzuiveringsmethode maakt gebruik van restwarmte. Verontreinigd water met een temperatuur van zestig tot tachtig graden wordt in het systeem gezogen en tussen een folie en een waterafstotend (hydrofoob) membraan geleid. Zo ontstaat een dunne waterfilm die kookt vanwege de lage systeemdruk. Het waterafstotende membraan laat de stoom door, die vervolgens condenseert op een folie aan de andere zijde van het membraan. Het condensaat (gedestilleerd water) wordt opgevangen in een tank.

Eveneens in de maand december heeft de Unie van Water-schappen de winnaars bekend gemaakt van de Waterinnova-tieprijs 2013. Het project van IJssellandschap heeft gewonnen in de categorie ‘Water in de Buurt’. Winnaar in de categorie ‘Voldoende Water’ is de Rainwinner van Brooswater. De TU Delft, Royal HaskoningDHV, de Stichting Toegepast Onder-zoek Waterbeheer (STOWA) en diverse waterschappen zijn bekroond met hun innovatie ‘Productie Alginaat uit Afwal-water/Slib’. Het Waterschap Rivierenland, Deltares, Stichting IJkdijk, Ten Cate en de Programmadirectie van Ruimte voor de Rivier hebben gewonnen in de categorie ‘Droge Voeten’. De inzending Bonte Internationaal (categorie ‘Schoon Water’) kreeg een eervolle vermelding. www.waterinnovatieprijs.nl

17

PERSONALIADanny Traksel is sinds 1 januari commercieel directeur bij Veolia Water Solutions & Technologies. Traksel werkte hiervoor acht jaar bij KWR Water-cycle Research Institute, waar hij de laatste tijd

werkzaam was als teamleider van KWR Industrie, Afvalwater & Hergebruik. Deze rol wordt overgenomen door Frank Oesterholt.

Luc Kohsiek, dijkgraaf van het Hoogheem-raadschap Hollands Noorderkwartier, is benoemd als voorzitter van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa). Hij volgt Hans Oosters op, die in oktober van dit jaar aftrad als voorzitter. Luc Kohsiek is van huis uit fysisch geograaf en begon zijn loopbaan als onderzoeker bij het Waterloop-

kundig Laboratorium en de Universiteit van Utrecht. Daarna bekleedde hij managementfuncties bij Rijkswaterstaat en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Van 2002 tot zijn aantreden als dijkgraaf in 2009 was hij plaatsvervangend directeur-generaal bij Rijkswaterstaat. In die rol was hij onder meer betrokken bij de totstandkoming van de Omgevingswet, het Deltaprogramma en het nieuwe Hoogwaterbeschermings-programma.

De directie van KWT Group is uitgebreid met Daniël ten Hoor, die de functie van algemeen directeur gaat vervullen. Ron den Hertog (voorheen algemeen direc-teur) is aangesteld als directeur Business Development. KWT Group, een onderdeel van de Bergschenhoek Groep, richt zich op de watermarkt en levert producten aan

waterschappen, aannemers, betonproducenten, en gemeenten.

Wilt u in de rubriek Personalia aandacht voor de benoeming of functiewijziging van een waterprofessional? Meld het dan aan de redactie van maandblad H2O: [email protected]

Danny Traksel Frank Oesterholt

De inschrijving voor de derde serie van vijf masterclasses voor waterprofessionals die in het buitenland gaan werken, is geopend. De masterclasses zijn inspirerende, interactieve sessies van vier uur waarbij ‘masters’ (doorgewinterde professionals) on-derwerpen uit de waterwereld met jonge waterprofessionals bespreken. De master-classes zijn gericht op het stimuleren van samenwerking en verandering in de sector, het beter begrijpen van het speelveld en het vergroten van de persoonlijke effectivi-teit. De kickoff heeft plaatsgevonden op 23 januari. www.masterclasseswater.nl

MASTERCLASSES WATER VOOR JONGE PROFESSIONALS

Daniël ten Hoor

Luc Kohsiek

Masterclasses 2012. Trainers Linda Reijerkerk en Paul van Koppen, beiden links op de foto, met vier cursisten

De winnaars van de Waterinnovatieprijs 2013 die op 10 december is uitgereikt door de Unie van Waterschappen

NR1 / JANUARI 2014

Page 18: H2O januari 2014

18

Reststoffen terugwinnen uit de waterketen is een ‘hot topic’. Op 4 december werd een seminar over dit onderwerp gehouden door de Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie (SKIW) en KWR Watercycle Research Institute. Voor een kleine vijftig belangstellenden uit de industrie, van waterschappen, drinkwaterbedrijven en techno-logieleveranciers gaven deskundigen presentaties op het gebied van reststoffen.

Conclusie van de dag was: durf stappen te nemen, kleine stapjes zijn voldoende, maar houdt de grote lijn van een duurzame waterketen in de gaten.Johan Raap (Royal Cosun) was dagvoorzitter en begon het seminar inspirerend, zoals we van hem gewend zijn. Waar vroeger de focus lag op het gebruiken van de stoffen voor je eindproduct – de rest was afval – is nu al een transitie zichtbaar naar processen die worden ingericht op wat erin gaat, met gebruik van alles wat er weer uitkomt.Marthe de Graaff van KWR gaf een inleidende presentatie over de projecten binnen het programma TKI Watertechnologie op het gebied van terugwinnen van reststoffen. Een van deze projecten laat zien dat op de luchthaven Schiphol de fosforcyclus lokaal gesloten kan worden. De passagiers van Schiphol produceren zoveel fosfaat dat Schiphol het eigen groen ermee kan onderhouden.Vervolgens introduceerde Jos Boere van KWR het samenwerkingsverband met de Inter-national Water Association (IWA) over reststoffen. Partijen uit de gehele waterketen zijn welkom om zich aan te sluiten en dit kan op verschillende manieren: financiering van projecten, detachering van personeel of deelname in het samenwerkingsverband. Michiel Adriaanse van Kenniscentrum Papier en karton gaf een presentatie over reststof-fen in de waterketen van de papierindustrie. Wist je dat een blaadje papier soms maar 20 procent vezels kan bevatten? Andere stoffen in papier zijn vulstoffen zoals kalk en zetmeel, en stoffen zoals inkt en lijm. De aanwezigheid van al deze stoffen in gebruikt papier maakt het verwerken van oud papier extra uitdagend.Olaf van der Kolk van de Reststoffenunie benadrukte in zijn presentatie dat huidige product/marktcombinaties hun maximale opbrengst behalen en dat nieuwe combinaties nodig zijn om te blijven innoveren en een belangrijke speler in de markt te blijven. Jan Hofman van KWR liet de eerste resultaten zien van een mogelijk nieuwe product/marktcombinatie: het produceren van ijzerkorrels voor fosfaatbinding in water. Etteke Wypkema van waterschap Brabantse Delta presenteerde namens alle waterschap-pen het initiatief De Grondstoffenfabriek. Ze gaf nadrukkelijk aan dat het nodig is om dit initiatief samen op te pakken. De waterschappen zijn aan het veranderen en staan steeds meer open voor samenwerking buiten de sector. De Grondstoffenfabriek heeft een inven-tarisatie gemaakt van alle grondstoffen in afvalwater en een onderverdeling gemaakt. Veelbelovende nieuwe grondstoffen zijn syngas uit slib, alginaten en metalen.

SEMINAR OVER RESTSTOFFEN:‘DURF STAPPEN TE NEMEN’

KORTNIEUWS

YEP Water zoekt kandidatenHet Young Expert Programme Water (YEP Water) zoekt jonge professionals met internatio-nale ambities om voor twee jaar uitgezonden te worden naar één van de 44 landen in het kader van Ontwikkelings-samenwerking & Handel. Je kunt solliciteren op een van de volgende functies:

1. Akvo, Burkina Faso, expert in GIS, water management, international development studies with high IT affinity and skills, WASH sector

2. MDF, Ghana, Entrepreneurial young expert in the WASH sector

3. MAX Foundation, Bangladesh, M&E specialist, WASH sector

4. WWF Zambia, Ecohydrologist, hydrologist or landscape ecologist

5. Royal HaskoningDHV, Colombia, Hydrologist/hydraulic engineer

6. Vitens Evides International, Bangladesh, Dhaka

Belangstellenden kunnen ook solliciteren naar een plek in de pool van YEP Water kandidaten. Dat betekent dat je niet deze ronde ingezet wordt, maar dat je in een volgende ronde gematcht kunt worden met de beschikbare posities. www.yepwater.nl/nl/vacatures

Een voorbeeld van slim reststoffen terugwinnen: luchtreizigers produceren genoeg fosfaat om Schiphol het eigen groen te kunnen laten onderhouden

Page 19: H2O januari 2014

WATERNETWERKNIEUWS UIT HET NETWERK VAN WATERPROFESSIONALS

‘Zuid-Afrika vormt waterschappen naar Nederlandse snit’ luidde de kop boven een artikel in maandblad H2O van decem-ber. Erik Eggers, die jarenlang in Zuid-Afrika werkte (onder andere bij het Department Water Affairs), ziet dat anders.

De prestaties van het Nederlandse waterbeheer wekken terecht veel internationale belangstelling. In H2O van december wordt daaruit de (onjuiste) conclusie getrokken dat dit ook geldt voor het Nederlandse waterschapsmodel. Omdat vele waterschap-pen en gemeenten deel (gaan) nemen aan het Kingfisher- programma van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van WaterschappenVNG een paar corrigerende en toelichtende opmerkingen.

1. In het H2O-artikel wordt een aantal overeenkomsten en ver-schillen tussen de CMA’s (Catchment Management Agencies) in Zuid-Afrika en de waterschappen genoemd. Het grootste (bestuurlijke) verschil wordt echter niet genoemd. Waar de wa-terschappen als regionale overheid in de grondwet zijn veran-kerd met een eigen belastinggebied en bestuurlijke grondslag (belang, betaling, zeggenschap), zijn de CMA’s dat niet. Dat maakt nogal wat uit voor het bestuurlijk functioneren en de ope-rationele taakuitoefening. De CMA’s zijn ook beter te beschou-wen als agentschappen van de centrale overheid in Pretoria, waarbij een aantal gedelegeerde regionale taken, onder andere op het gebied van planvorming en participatief waterbeheer, zijn toegekend. Het is daarom een gemis dat de kennis en ervaring die in Nederland zijn opgedaan met agentschappen (nog) niet in het Kingfisher-programma zijn opgenomen.

2. Zoals in het H2O-artikel terecht wordt genoemd, is in Zuid-Afrika de zorgplicht voor de drinkwatervoorziening en de sanitatie (riolering en zuivering) bij wet opgedragen aan de ge-meenten. Maar voor de drinkwatervoorziening en met name de

problematische sanitatie is tot nu toe weinig aandacht in het Kingfisher-programma. En dat is jammer, want de grootste waterproblemen (met gevolgen voor gezondheid en voedsel-productie) in Zuid-Afrika betreffen de sanitatie, die ver is ach-tergebleven bij de drinkwatervoorziening. Meer dan een kwart van de bevolking heeft geen of onvoldoende sanitaire voor-zieningen. Riolerings- en zuiveringspersoneel is onvoldoende gekwalificeerd. Vervuiling van waterbronnen is alarmerend.Het is jammer dat de grote ervaring in Nederland op het gebied (van de educatie) van waterketenbeheer niet sterker in het Kingfisher-programma doorklinkt.

3. Een aspect dat in het artikel onvoldoende aandacht heeft gekregen is het ontwikkelperspectief voor de Nederlandse deelnemers. Een van de doelstellingen van de CMA’s is sociale en economische ontwikkeling mogelijk te maken in het stroom-gebied. Daarbij wordt ook aandacht gegeven aan de positie van vrouwen en aan die van de armste en minst ontwikkelde bevolkingsgroepen. Dat betekent speciale aandacht in partici-patieprocessen voor deze doelgroepen en het reduceren van de invloed van traditionele (blanke) belangengroeperingen. Het sociale en vooral economische ontwikkelaspect biedt een interessant leerperspectief aan de deelnemende Nederlandse Kingfisher-partijen voor toepassing hier.

Afsluitend: het is van belang dat de middelen en energie uit het Kingfisher-programma beter gebruikt worden voor de oplos-sing van de werkelijke problemen van het Zuidafrikaanse én Nederlandse waterbeheer. Het is duidelijk, ondanks de kop van het H2O-artikel, dat hierbij het Nederlandse waterschapsmodel niet voorop staat.

Erik EggerseWC (eggers Water Consulting)

19

NR1 / JANUARI 2014

De algemene ledenvergadering van Koninklijk Nederlands Waternetwerk heeft eind november ingestemd met vernieuwing en verbreding van de Kring Regionale Secties (KRS). Deze kring gaat functioneren als een themagroep voor de mbo-doelgroep. In de themagroep wordt gezocht naar de breedte, zodat naast de mbo-groep van waterzuivering, ook andere mbo-groepen, zoals die van drinkwater, beter kunnen worden bediend. De sectiebesturen worden omgevormd tot regionale coördinatieteams en leveren hun bijdrage in de landelijke themagroep voor de mbo(+)-doelgroep.De contributie wordt voor bestaande leden in 2014 niet verhoogd,

maar nieuwe leden betalen het standaardtarief. De fondsen van de secties zullen gebruikt worden om meer activiteiten en faciliteiten voor deze doelgroep aan te bieden. Daarbij kunnen alle leden een bijdrage leveren aan de bijeenkomsten en het programma van Koninklijk Nederlands Waternetwerk, waarbij in 2014 wordt gewerkt met een overkoepelend thema: leren en inspireren. Meer hierover in het interview met KNW-voorzitter Roelof Kruize (pagina 10). Er is behoefte aan KNW-leden die zitting willen nemen in de centrale themagroep en aan leden die willen ondersteunen bij het organiseren van activiteiten in de regio in een coördinatieteam. Meer info of aanmelden: [email protected]

NIEUWE THEMAGROEP VOOR MBO(+) ZOEKT VERSTERKING

WAARDE VAN HET NEDERLANDSEWATERSCHAPSMODEL IS RELATIEF

Mijn mening

Erik Eggers

Page 20: H2O januari 2014

20

TEEN COLLEGA ANDERS DAN

DE REST?

WATERSPECIALIST BIJ DE INDUSTRIE

Page 21: H2O januari 2014

THEMA 21

Hoe staat het met de waterprofessionals in industriële bedrijven? Vaak moeten ze knokken om hun bazen te overtuigen van de betekenis van waterbeleid, was laatst de conclusie van een publieke discussie. Niels Groot en Antoine van Hoorn, waterprofessionals van twee grote industriële bedrijven, vertellen over hun eigen praktijkervaring.

TTekst Roel Smit | Beeld iStockphoto

Ik denk dat de meeste mensen die met water bezig zijn een groen hart hebben’

nvesteringen in watertechnologie zijn lastig te verkopen aan topmanagers van grote industriële bedrijven. Dat was kort geleden tijdens het Industial Leaders Forum tijdens de International Water Week in Amsterdam de hartenkreet van verschillende waterprofes-sionals uit de marktsector. “Investeringen in groei zijn in de bestuurskamers populairder

dan investeringen in resource management, zei iemand van de Rabobank. Er werd volop in-stemmend geknikt; het verhaal was bekend. Het topmanagement was wel uitgenodigd, maar niet aanwezig tijdens het debat. Dat zegt misschien ook wat. Op watermanagers rust dus de vaak lastige taak hun bedrijfstop te overtuigen van het fi-nanciële én het maatschappelijke rendement van investeringen in waterbeleid. Hoe is die praktijk? Welke rol speelt waterbeleid bij grote industriële bedrijven, welke betekenis heeft de waterprofessional in zulke commercieel gedreven ondernemingen? Maandblad H2O vroeg het twee waterprofessionals met een ruime werkervaring: Antoine van Hoorn (Tata Steel) en Niels Groot (Dow Chemical).

Investeringen in water zijn in de bestuurskamers niet zo populair, wordt gezegd. Is dat herkenbaar?Van Hoorn (Tata Steel): “Ik zou inderdaad wel eens wat sneller door het management be-grepen willen worden. Het primaire doel van de onderneming is toch het maken van winst; daarop is iedereen gefocust. Investeringen in waterzuiveringsinstallaties leveren meestal niet direct geld op. Ze zeggen bij ons ook wel: als Antoine van Hoorn erbij komt, gaat het geld kosten. Zo is het vanaf de jaren zeventig ook lange tijd geweest; toen hebben we onder druk van regelgeving veel moeten investeren in betere technologie op het gebied van waterzuive-ring en koelwater. Nu komt de wens van duurzaamheid iets meer vanuit het bedrijf zelf, maar druk vanuit de overheid blijft voor dit soort investeringen toch een belangrijke factor.”“En eerlijk gezegd, ik denk dat die druk soms wel eens wat sterker zou kunnen zijn. Ik merk ook dat de deskundigheid bij overheidsinstanties vaak te wensen overlaat. Op het gebied van koelwater zijn talloze nieuwe ontwikkelingen gaande, denk aan het gebruik van meer duur-zame additieven, maar de neiging om deze toe te passen, om ermee aan de slag te gaan, is niet zo groot zolang de overheid er niet achteraan zit. Dat is wel eens frustrerend.” >

I

NR1 / JANUARI 2014

Page 22: H2O januari 2014

22

Hebben waterspecialisten dan een ander belang dan alleen het korte-termijn-bedrijfs-belang voor ogen?Van Hoorn: “Ik denk dat de meeste mensen die met water bezig zijn een groen hart hebben. Anders doe je dit niet. Het gaat ons vaak niet alleen om geld, maar ook om het milieu. Ik heb in mijn loopbaan vaak moeten laveren tussen wat het bedrijf wil, wat de overheid wil en wat ik zelf het liefste zou willen. Haha, zeker toen ik nog wat jonger, linkser en groener was…”“Een ander punt is overigens dat we als onderneming op dit moment ook midden in de crisis zitten; er is maar zeer beperkt geld beschikbaar voor investeringen. Bij investeringen speelt dan ook nog eens de terugverdientijd een doorslaggevende rol. Omdat zeer korte terugver-dientijden worden geëist zijn investeringen vaak niet haalbaar.”

Groot (Dow Chemical): “Water levert vaak een slecht verdienmodel op. De kosten staan vaak in geen verhouding tot de werkelijke waarde van water. Het is lastig om een project te definiëren dat echt leidt tot een kostenbesparing. Dat geldt inderdaad zeker in tijden van crisis: wie wil investeren in infrastructuur als je het geld ook kunt stoppen in nieuwe producten, die direct geld opleveren?”“Toch is er bij Dow op dit punt – denk ik – meer ruimte voor nieuwe dingen. Anders dan in IJmuiden is water – en dan met name zoetwater – schaars in Terneuzen. Dat maakte het mogelijk om te investeren in concepten voor hergebruik, zeker toen productie- installaties toch vervangen moesten worden. Sinds 2007 wordt rioolwater van de gemeente Terneuzen, nadat het op de rioolwaterzuiveringsinstallatie is behandeld, door waterbedrijf Evides Industriewater opgewerkt tot gedemineraliseerd water dat wij kunnen gebruiken. Het drei-gende watertekort was een opportunity, die we konden aangrijpen. Ik denk dat het management van Dow zich ook redelijk bewust is van de kwetsbaarheid van water als productiemiddel.”Van Hoorn: “Juist dit soort initiatieven heeft overigens ook een positieve invloed gehad op het imago van Dow Chemical. Jammer dat het hier bij Tata in IJmuiden niet iets meer leeft. Misschien heeft het ook te maken met het feit dat Dow Chemical zich meer richt op de consu-mentenmarkt en dat het een Amerikaans bedrijf is. Daardoor lopen ze misschien ook meer te koop met dit soort zaken.”

Veel bedrijven zijn wat betreft waterbeleid ‘penny wise pound foolish’?Groot: “Valt bij ons nog wel een beetje mee. We zijn ons bewust van onze kwetsbaarheid. Dat leren we ook in het buitenland; aan de Mexicaanse Golf heeft Dow Chemical veel produc-tielocaties. Daar zijn enorme zoetwaterbekkens beschikbaar, maar die zijn als gevolg van het droogvallen van rivieren soms niet of nauwelijks nog bereikbaar. Dit onderwerp heeft binnen het bedrijf enorm veel aandacht gekregen en veel ogen geopend.”Van Hoorn: “Wij zitten in heel andere omstandigheden. De hoeveelheid water lijkt hier in IJmuiden inderdaad onbeperkt. Dientengevolge is er bij ons ook geen heldere visie over hoe we op lange termijn met water moeten omgaan. Ik heb zelf het vermoeden dat er voor de industrie steeds minder water beschikbaar zal zijn. Als de rivieren minder aanvoeren, dan krijgt de drinkwaterproductie toch voorrang boven de productie voor de industrie.”Groot: “Op zichzelf niet onlogisch. Die wetenschap van naderende schaarste leert ons dat we niet volledig afhankelijk moeten zijn van het landelijke systeem, maar dat we ook voortdurend moeten zoeken naar partners om op regionaal niveau in onze behoefte te voorzien.”

Is het nog wel leuk om waterspecialist te zijn in een industrieel bedrijf?Ze lachen allebei.Groot: Absoluut. Je doet toch een kunstje dat maar weinigen kennen. Het is leuk dat voort-durend mensen naar je toe komen om advies te vragen en te horen hoe je erover denkt. Jazeker, het streelt je ijdelheid.”

Water levert vaak een slecht verdien-model op. De kosten staan vaak in geen verhouding tot de werkelijke waarde van water’

Page 23: H2O januari 2014

THEMA 23

NR1 / JANUARI 2014

Van Hoorn: “Helemaal eens. Ik heb te maken alle denkbare soorten waterzuiveringen: bio-logisch, chemisch, fysisch-chemisch, noem maar op. Dat is toch heel anders dan werken op een gewone rioolwaterzuiveringsinstallatie. Daarnaast heb ik te maken met alle aspecten van het productieproces en ontmoet ik veel, heel veel verschillende mensen.”

Maar toch zijn er zorgen?Van Hoorn: “Ik maak me inderdaad zorgen over het feit dat er steeds minder echte water-specialisten zijn in bedrijven als deze. Vaak moet water gecombineerd worden met andere aandachtsgebieden als kwaliteit, arbeidshygiëne, energie en zo meer. Het netwerk van industriële waterspecialisten lijkt ook minder te functioneren dan vroeger. De belangstelling voor symposia en seminars, waarop we altijd kennis deelden, neemt af. Misschien omdat er minder specialisten zijn, misschien omdat mensen er de tijd niet voor hebben. Het netwerk heeft mij echter altijd erg geholpen. Legionella? Ik ging meteen naar Dow in Terneuzen om te zien hoe ze het probleem daar aanpakten. Maar dan moet je de mensen daar natuurlijk wel kénnen.”Groot: “Dat is inderdaad een probleem. Daarom hebben we bijvoorbeeld bij Dow gekozen voor het opzetten van een intern wereldwijd netwerk dat gespecialiseerd is in kennis op het gebied van koelwater. De een weet alles van koelwaterbehandeling, de ander van het ontwerpen van koeltorens, weer een ander heeft verstand van pakkingen van koeltorens. Door gebruik te maken van zo’n netwerk, kun je op alle locaties meestal binnen enkele dagen een goed advies afgeven.”Van Hoorn: “Het feit dat bedrijven steeds minder echte waterspecialisten hebben, heeft nog een ander risico. Dat hoor ik vaak om me heen. Bedrijven worden te zeer afhankelijk van de externe bureaus, wat als resultaat heeft dat je door gebrek aan eigen kennis van zaken niet meer goed kunt beoordelen of voorgestelde veranderingen wel de juiste zijn. Stel je gaat een fabriek uitbreiden of je moet een installatie aanpassen omdat de overheid andere eisen stelt. Hoe maak je dan een goede keuze tussen bureau A en bureau B, die allebei met eenzelfde mooi verhaal komen? Kijken naar de mooiste blauwe ogen lijkt me niet de beste oplossing.” |

Antoine van Hoorn is bijna 35 jaar actief op het gebied van water en afval-water bij de staalproducent in IJmuiden, die in die tijd onder drie namen bekend was: Koninklijke Hoogovens (tot 1999), Corus (tot 2007) en nu Tata Steel. Tata Steel (wereldwijd 240.000 man personeel) is in Nederland een groot-verbruiker van water: voor de 7,5 miljoen ton staal die jaarlijks in IJmuiden wordt gemaakt, is zo’n 50 miljoen kubieke meter zoetwater nodig. Voor koeling van het productieproces stroomt daarnaast nog eens circa 200 miljoen kubieke meter water (voor 85 procent zoutwater) in en uit.

Niels Groot werkt al 29 jaar bij Dow Chemical (wereldwijd 50.000 man personeel, met een zwaar accent op de VS). Zijn werkplek is in Terneu-zen, waar hij de laatste 22 jaar een rol vervulde op het gebied van water-management. Dow Chemical is een chemisch bedrijf dat uiteenlopende producten maakt en op de vestiging in Terneuzen voor stoom- en koelwater dagelijks ongeveer 1 miljoen kubieke meter inneemt en weer afgeeft.

Page 24: H2O januari 2014

24

IN FEITE DOEN WIJ NIETS MEER DAN WATER RONDPOMPEN’

OP PAD MET...

OH2Corné van der Westen (52) experimenteerde als kind al met een eigen laboratoriumsetje. Voor scheikunde had hij altijd goede cijfers. Hij volgde een beroepsopleiding aan de ‘laboratoriumschool’(zoals die toen heette) en haalde later zijn bachelor in de chemi-sche technologie. In 1984 ging Corné aan de slag in de Amercentrale van Essent in Geertruidenberg, later switchte hij naar de locatie Moerdijk.

CORNÉ VAN DER WESTEN

Tekst Barbara SchilperoortFotografie Joris Schaap

‘DE’ MOERDIJK Het oorspronkelijke vissersdorp – genoemd naar een ‘moer(as) aan de dijk’ – telt nog maar een paar honderd huizen. De gelijknamige Brabantse gemeente is een verzameling van steden, dorpen en buurtschappen. Bekend om zijn bruggen die het strenge calvinistische Nederland van ‘boven’ en het Bourgondisch katholieke van ‘beneden’ De Moerdijk met elkaar verbinden. En natuurlijk om zijn grootschalige industrieterrein aan het Hollandsch Diep, het brede water waar Dordtse Kil en Maas samenstromen.“Hieruit halen we water voor onze twee warmtekrachtcentrales. Vanuit Moerdijk wekken we energie op voor 700 duizend huishoudens, we nemen warmte in van onze ene buur afvalverwerker Attero en leveren warmte aan onze andere buur Shell Nederland Chemie. We verwarmen water, gebruiken de stoom. Zo simpel is het. In feite doen wij niets meer dan water rondpompen,” grapt hij. “Maar het oppervlaktewater moet eerst gereinigd worden, voordat het bruikbaar is. Anders vervuilt je systeem. Ik bewaak de kwaliteit van dit demi(=gedemineraliseerd)water.”

Corné van der Westen in de warmtekrachtcentrale. De centrale wekt elektriciteit en warmte op door het verbranden van aardgas en gebruikt voor dat proces ook stoom van de naastgelegen afvalverwerkingsinstallatie

Page 25: H2O januari 2014

25

O

MONSTERNAMEPUNTEN “Overal in de fabriek hangen monsternamepunten. Op de drums, de stoomuitlaten, de condensor, enzovoort. Gemiddeld eens per maand neem ik bij elk punt monsters. Bij sommige vaker omdat daar de meest cruciale onderdelen van het proces plaats-vinden. In mijn laboratorium analyseer ik de monsters, vergelijk mijn resultaten met de uitkomsten van de digitale metingen. Kijk, in dit krat staan alle monsterflesjes op volgorde genummerd. Elk flesje bevat water; zo op het oog zie je geen verschil. Toch varieert de samenstelling sterk. Dat blijft het fascinerende van laboratoriumwerk.” VAN RIVIERWATER NAAR DEMIWATER

“Eerst verwijderen zandfilters alle zwevende delen. Dan is het water helder, maar nog niet schoon. Vervolgens leiden we het stapsgewijs door onze demiwater-installatie. Om alle aan-wezige zouten te verwijderen, gaat het water via koolfilters, membranen en ionenwisselaars. Zout zet zich af op de schoepen en verlaagt het rende-ment, vandaar. Het ontzoute water verzamelen we in grote opslagtanks. En omdat zuurstof oxidatie veroorzaakt, halen we dat eruit door stoom toe te voegen in de ontgasser. Vervolgens voegen we ammonia toe om de zuurgraad te verhogen. Dat voorkomt dat staal gaat roesten. Pas dan is het water uit het Hollandsch Diep ‘demiwater’ geworden en geschikt als voedingswater voor onze ketels.” Om de loop van het hele proces te volgen vinden voortdurend metingen plaats. “De resultaten zie ook ik op mijn computerscherm. Als een meting afwijkt van de norm, gaat een alarm af. Samen met de bedrijfsvoering kijken we wat aan de hand is, of en zo ja, hoe, actie nodig is.”

EIGEN LABORATORIUM “Die bruíne plastic flesjes dienen voor het nemen van oliemonsters. Alle pompen, transformators, turbines, machines be-vatten olie. Olie kan lekken. Daarom zitten overal in de fabriek olie-afscheiders. Ook die vallen onder mijn verantwoordelijk-heid. Ik neem geregeld monsters en stuur ze vervolgens op voor nader onderzoek. Omdat dat onderzoek maar eens per kwartaal plaatsvindt, is het efficiënter om het uit te besteden. De bruine glazen laboratoriumflesjes met titrator bevatten een oplossing waarmee ik zelfs in heel lage concentraties chloride kan meten. Daarvoor dient ook de natriumfotometer. Als de vlam oranje kleurt, zit er natrium in het water. Denk aan de oranje straatver-lichting. In ons demiwater is de hoeveel-heid zout teruggebracht tot 0,055 micro-siemens. Ter vergelijking: in drinkwater zit rond de 400 microsiemens! Wat we doen met die afgescheiden zouten? Die gaan terug naar het Hollandsch Diep.”

NR1 / JANUARI 2014

Corné volgt de monitoringgegevens van de energiecentrale

In de centrale hal zijn aftappunten voor het nemen van watermonsters

Chemische analyses bij de titratiemachine

Warmte in de vorm van stoom wordt uit-gewisseld met de naastgelegen bedrijven Attero (afvalverbranding) en Shell

Page 26: H2O januari 2014

Omdat water nietvanzelfsprekend water is.

Door middel van het ISA-systeem van GO System-

elektronik bent u in staat om uw waterkwaliteit in

situ te monitoren op b.v. CZV, TOC, Nitraat en SAK.

Ook is het mogelijk om een zogenaamde

“fingerprint” van water te bewaken.

Dit alles “real-time” zonder verbruik van reagens

en toepasbaar voor o.a. drinkwater, proceswater,

oppervlaktewater, grondwater en afvalwater.

Wilt u meer weten over dit meetsysteem neem

dan contact met ons op, wij vertellen u er graag

meer over zodat u precies weet wat voor eh…

water u in de kuip heeft.

Pro Water B.V. | Lansinkesweg 4 | 7553AE Hengelo | 074-2915150 | www.prowater.nl | [email protected]

Draadloze grondwater monitoringDiver-NETZ Static is een draadloze oplossing voor het monitoren van grond-water. Dagelijks heeft u inzicht in de grondwaterstanden, -temperatuur en geleidbaarheid. Daarnaast verstuurt Diver-NETZ Static informatie omtrent het functioneren van de apparatuur in het veld. Dit resulteert in kwalitatief hoogwaardige grondwaterstanden.

Belangrijkste voordelen

• Dagelijks inzicht in alle grondwaterstanden en functioneren meetapparatuur• Nauwkeurige en betrouwbare data verzamelen van grondwaterstanden, temperatuur en geleidbaarheid • Minimaal energieverbruik door innovatief ontwerp• Kosten-effectieve oplossing door het combineren van één gateway voor meerdere meetpunten

Belangrijkste kenmerken

• Volledig compatibel met alle bestaande Diver data- loggers welke zijn gefabriceerd sinds 2002• De Diver-Gate(S) en Diver-DXT hebben een batterij levensduur van respectievelijk 2 en 5 jaar, afhankelijk van het gebruik• Snel en eenvoudig te installeren in een 1 inch peilbuis• Antenne met een bereik van 500 m LOS (Line ofSight), afhankelijk van obstakels en weersomstandigheden • Herprogrammeren van dataloggers in het veld direct vanaf kantoorwww.swstechnology.com

Copyright © 2013 Schlumberger. All rights reserved.

Bezoek ons op de

Aqua Nederland

vakbeurs in

Gorinchem

18-20 maart 2014

Page 27: H2O januari 2014

WATERTECHNIEKTECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTOR

27

NR1 / JANUARI 2014

WATERZUIVERINGENPRESTEREN BETERDe zuiveringsprestaties van de water-schappen zijn de afgelopen jaren verbeterd, terwijl de kosten voor het zuiveringsbeheer licht zijn gedaald. Ook de prestaties op het gebied van duurzaam-heid en dienstverlening zijn verbeterd. Dit blijkt uit de landelijke Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2012, die de Unie van Waterschappen heeft gepresenteerd.De 24 waterschappen beheren in totaal 348 rioolwaterzuiveringsinstallaties, 2.200 rioolgemalen en ruim 7.750 kilometer transportleiding. Op jaarbasis wordt er in totaal ruim 2 miljard kubieke meter afval-water gezuiverd. Sinds 2008 is in totaal ruim 13 procent aan verbetering van energie-efficiency gere-aliseerd. Het aandeel duurzame energie dat de waterschappen zelf produceren bedraagt inmiddels ruim 28 procent van het totale verbruik.

De rioolwaterzuivering in Epe die in mei 2011 door de toenmalige kroonprins Willem Alexander werd geopend, verbruikt 40 procent minder energie dan een ‘ouderwetse‘ zuivering. Dat blijkt uit onderzoek van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). De Nereda-technologie is nieuw en werd voor het eerst op de rioolwaterzui-vering van Waterschap Vallei en Veluwe in Epe toegepast. De zuivering verbruikt ook minder chemische stoffen en neemt minder ruimte in. De technologie werd ontwikkeld door de TU Delft en geschikt gemaakt voor groot gebruik door ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Bij de Nereda-zuivering wordt gebruik gemaakt van bacteriën die korrels vormen en snel bezinken. Hierdoor kan het gehele proces in een hoge tank plaatsvinden. Bij het klassieke proces worden vlokvormige bacteriën gevormd die moeilijk bezinken.

De Nereda-zuivering in Epe

Op donderdag 6 maart (van 13.00 tot 16.00 uur) wordt bij kennisinstituut Deltares in Utrecht een informatiemiddag gehouden over het innovatieve grondwatermodel AZURE 1.0. Modelleurs die geïnteresseerd zijn in werken met AZURE kunnen bovendien op woensdag 12 maart en op dinsdag 18 maart (van 13.00 tot 16.00 uur) terecht op een vrij toegankelijke trainingsmiddag, eveneens bij Deltares in Utrecht.

Eind vorig jaar is het innovatieve grondwatermodel AZURE 1.0 afgerond. Aan het instrumentarium is drie jaar gewerkt door een consortium van de kennisinstellingen Deltares en Alterra, en de adviesbureaus Grontmij, Royal HaskoningDHV, Tauw en Acacia Water. Het model is ontwikkeld in opdracht van Rijkswaterstaat, drinkwaterbedrijf Vitens, de provin-cies Flevoland, Gelderland en Utrecht en de waterschappen Vallei & Eem, Veluwe en Zuiderzeeland.AZURE 1.0 is een regionaal consensusmodel voor het gebied Veluwe tot aan de Utrechtse heuvelrug, Flevoland en het IJsselmeer. Het model zal in de toekomst gebruikt worden voor bijvoorbeeld peilbesluiten, GGOR-studies, studies naar drinkwaterwinningen, klimaatstudies of effectberekeningen van maatregelen uit het Deltaprogramma.

Belangstellenden worden uitgenodigd kennis te nemen van het model, en het te gaan gebruiken voor hun hydrologische vraagstukken. Het is de wens van het consortium dat AZURE 1.0 zo breed mogelijk wordt toegepast door een zo groot mogelijke groep van gebruikers, met het doel het model te verbeteren. Het model kan daarvoor om niet ter beschikking worden gesteld aan overheden in het modelgebied.Voor vertegenwoordigers van deze overheden zijn de bijeen-komsten in maart bedoeld. Voor deelname aan de trainings-middag is kennis van iMod vereist. Voor ervaren modelleurs zonder kennis van iMod wordt in de ochtend voorafgaand aan de trainingsmiddag een introductiecursus aangeboden tegen kostprijs (die nog nader wordt bepaald).Het kan zijn dat bij een groot aantal geïnteresseerden er een maximum wordt gesteld aan het aantal deelnemers per organisatie. Informatie is verkrijgbaar bij AZURE-proces-manager Alex Hekman ([email protected]).

Een uitgebreid artikel over AZURE is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op de website: www.vakbladh2o.nl

KENNISMAKING MET NIEUW GRONDWATERMODEL AZURE

NEREDA BESPAART IN EPE 40 PROCENTAAN ENERGIE

Page 28: H2O januari 2014

28

Het experiment in volle gang bij het Boetelerveld in Overijssel

Kennisinstituut Alterra deed onderzoek naar de nauwkeu-righeid van handmatig meten in opdracht van de provincie Overijssel en in samenwerking met vrijwilligers van Land-schap Overijssel en professionele meetnetbeheerders. In Overijssel werden door deze groep in zestien waterdichte peilbuizen in totaal 256 metingen verricht.Waterbeheerders willen weten hoe diep het grondwater zit, omdat deze waterstand van belang voor de groei van ge-wassen, voor de uitspoeling van nutriënten, voor de aanvoer van zout en voor de bewerkbaarheid van de bodem. Al sinds halverwege de vorige eeuw worden grondwaterstanden gemeten in landelijke en regionale meetnetten, waardoor er een netwerk van inmiddels ruim 20.000 filters is ontstaan.Metingen worden vaak uitgevoerd door een klokje, bevestigd aan een meetlint, in een buis met een filter te laten zakken. Zodra het klokje het wateroppervlak in de buis raakt klinkt er een ‘plop’ en kun je op het meetlint de diepte van het wateroppervlak ten opzichte van de bovenkant van de buis aflezen. In plaats van een klokje kan ook een elektronisch peilapparaat worden gebruikt dat een geluidssignaal afgeeft zodra de sensor het wateroppervlak raakt. De laatste jaren zijn in veel buizen automatische drukop-nemers geïnstalleerd, waarmee met hoge frequentie standen kunnen worden gemeten. Om deze metingen te kalibreren en te controleren blijven handmatige waarne-mingen met een meetlint en klokje of met een elektronisch

peilapparaat noodzakelijk. Het experiment op een veldje in Overijssel was bedoeld om de fout die gemaakt wordt bij handmatig meten vast te stellen. Uit de analyse blijkt dat 95 procent van de meetfouten die met een dompelklokje worden gemaakt ligt tussen - 2,85 centimeter en + 1,2 cen-timeter, en dat 95 procent van de meetfouten die met een elektronisch peilapparaat worden gemaakt ligt tussen - 0,90  centimeter en + 2,15 centimeter. Verder blijkt dat bij dompelklokjes de helft van de meetfouten lager is dan 0,15 centimeter; bij het gebruik van elektronische peilapparaten ligt de helft van de fouten onder de 0,25 centimeter.

Het experiment liet verder zien dat de grootste fouten wor-den gemaakt bij het aflezen van het meetlint. De meetlinten die aan de elektronische peilapparaten zijn bevestigd gaven regelmatig aanleiding tot waarnemingsfouten van circa 100 centimeter. De meetlinten waaraan de dompelklokjes waren bevestigd waren veel duidelijker, en hiermee werden dergelijke fouten niet gemaakt.

Martin Knotters (Alterra, Wageningen UR)Thomas de Meij (Provincie Overijssel)Matheijs Pleijter (Alterra, Wageningen UR)

Een meer uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op de website: www.vakbladh2o.nl

Het valt reuze mee met de nauwkeurigheid van handmatig gemeten grondwaterstanden. Wie de grondwaterstand op een zeer traditio-nele manier meet (door een dompelklokje aan een meetlint in een peilbuis te laten zakken) of met een elektronisch peilapparaat met geluidssignaal, maakt meetfouten van hooguit enkele centimeters.

GRONDWATERSTAND HANDMATIGMETEN BLIJKT BEST NAUWKEURIG

Page 29: H2O januari 2014

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTORWATERTECHNIEK 29

BREDA KRIJGT ENERGIE UIT RIOOLWATER Waterschap Brabantse Delta en de gemeente Breda hebben in de Bredase wijk Haagse Beemden een ‘groen warmtestation’ in bedrijf genomen. In dit station gebruikt het waterschap biogas, opgewekt uit het reinigen van afvalwater op de rioolwaterzuivering Nieuwveer, voor de productie van groene stroom voor het eigen zuiveringsproces. Het waterschap levert de warmte die bij de productie van deze groene stroom vrijkomt, via het warmtenet van de gemeente aan de (toekomstige) bewoners van de wijk Bouverijen. Het station gaat zorgen voor de warmwatervoorziening en verwarming van ongeveer 450 woningen in deze wijk.Omdat rioolwaterzuiveringen vaak ver van grote warmtegebruikers verwijderd liggen, is het economisch vaak niet haalbaar de warmte via warmteleidingen naar mogelijke eindgebruikers te transporteren. Het waterschap en de gemeente hebben daarom besloten één warmtestation zo dicht mogelijk bij een bestaand warmtenet te zetten. Het station bestaat uit een transformator en een WKK-installatie. De transformator zorgt ervoor dat de elektriciteit zonder grote energieverliezen getransporteerd kan worden. De warmtekrachtkoppeling produceert uit biogas, warmte en kracht (elektriciteit) en bestaat uit een gasturbine met daaraan gekoppeld een generator. De generator produceert de elektriciteit. Bij de interne verbranding in de gasmotor of turbine ontstaat warmte die de motor via de uitlaatgassen en het koelwater van de installatie verlaat. Door gebruik te maken van warmtewisselaren kan deze warmte nuttig gebruikt worden.

Het ‘groene warmtestation’ in Breda moet 450 woningen verwarmen

Bepaalde typen natte luchtwassers die door de industrie en door veehouderijen worden gebruikt, kunnen zich ontwikkelen tot verspreiders van legionella. Dit blijkt uit een onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Industrieën en veehouderijen gebruiken luchtwassers om ongewenste chemi-sche of organische stoffen, gassen of geuren te verwijderen uit lucht of gas. Onderbepaalde condities (temperatuur en zuurgraad), kan legionella in bepaalde typen natte luchtwassers uitgroeien. Als waternevel het systeem kan verlaten, is niet uit te sluiten dat legionella zich naar de omgeving kan verspreiden. Of legionella daadwerkelijk bij deze luchtwassers groeit en zich verspreidt, moet nader worden onderzocht, aldus het RIVM, dat literatuuronderzoek deed en een groot aantal deskundigen interviewde. Aanleiding voor dit onderzoek waren vragen van GGD-en en milieudiensten over mogelijke gezondheidsrisico’s voor omwonenden door verspreiding van legionella via natte luchtwassers. Met deze installaties worden ongewenste componenten in de lucht verwijderd door de lucht in contact te brengen met verneveld water. Ook worden hiervoor in sommige typen wassers chemicaliën (zure en basische wassers) of bacteriën (biowassers) aan het was-water toegevoegd. Het waswater wordt vaak opgevangen en hergebruikt.Legionella kan groeien in water als dat een neutrale zuurgraad heeft en een temperatuur van tussen de 20 en 50 graden Celsius. Stofwassers, biowassers en biofilters hebben een neutrale zuurgraad. De temperatuur kan onbedoeld stijgen als de luchtwassers bijvoorbeeld worden opgewarmd door apparaten in de directe omgeving of door een hoge buitentemperatuur. Bij zure luchtwassers met een zuurgraad onder de 4 en basische luchtwassers met een zuurgraad boven de 9 is legionellagroei niet waarschijnlijk, aldus het RIVM.Van de ongeveer 1.500 luchtwassers in de veehouderij bestaat circa 90 procent uit zure wassers met een zuurgraad van 4 of lager, waarin legionellagroei niet waarschijnlijk is. De overige 10 procent bestaat voornamelijk uit biowassers. In deze wassers is groei van legionella niet uit te sluiten als de watertempe-ratuur in de wassers hoger dan 20 graden Celsius wordt. In de industrie wordt ook gebruik gemaakt van biowassers en stofwassers, waarbij legionella-groei

en - verspreiding niet uit te sluiten is. Op basis van het onderzoek kon niet worden vastgesteld bij hoeveel industriële luchtwassers dit het ge-val is.Het rapport ‘Kunnen luchtwassers legionella verspreiden naar de om-geving’ (nummer 150017001/2013) is eind 2013 door het RIVM gepubli-ceerd. www.rivm.nl

LUCHTWASSERS KUNNENLEGIONELLA VERSPREIDEN

NR1 / JANUARI 2014

Page 30: H2O januari 2014

30

Eind vorig jaar is Evides Industriewater voor Dow Chemical in Terneuzen begonnen met een pilot, waarbij brak water vanuit drie verschillende zoetwaterstromen wordt opge-werkt tot industriewater. De pilot past in het streven van het bedrijf om zoveel mogelijk onafhankelijk te zijn van de lokale drinkwatervoorziening.

Op de locatie Terneuzen worden al verschillende andere waterstromen ingezet; van Dow’s eigen afvalwaterzuive-ring, Belgisch polderwater en van de afvalwaterzuivering Terneuzen. Met de pilot in het kader van het Europese E4Water project, is een nieuwe stap gezet naar zoveel mo-gelijk inzet van lokaal water. Drie verschillende stromen zijn geselecteerd om uit te testen: het spuiwater van een koeltoren, regenwater uit de spuikom en effluent van de (relatief) zoete afvalwaterzuivering van Dow. Het doel is om deze stromen om te zetten in een multifunc-tioneel inzetbare waterkwaliteit. Het water kan dan ingezet worden voor bijvoorbeeld koeltoren suppletie water, voor de landbouw of verder opgewerkt worden tot demiwater.Hoewel Terneuzen is omgeven door water, is zoet drinkwater een schaarse bron die vanuit vooral de Biesbosch wordt ingevoerd. Regionale partners werken daarom al langer samen aan een model voor watermanagement, dat uitgaat van een geïntegreerd waterbeheer. De vijf betrokken partners in dit E4Water project (Evides, Dow, FHNW, TUD en TNO), dat met Europese subsidie wordt uitgevoerd, hebben de diverse ontzoutingstechnologieën via een deskstudie met elkaar vergeleken. Vijf technologieën zijn verder bekeken en voor enkele zijn er ook laboratorium-testen uitgevoerd. De vijf geselecteerde ontzoutingstech-nologieën zijn: NF (nanofiltratie), EDR (Electro Dialyse Reversal), CapDI (Capacitieve DeIonisatie), MD (Membraan-Destillatie) en IX (Ionenwisseling). Deze technologieën zijn vervolgens beoordeeld op onder meer kosten, robuustheid, te bereiken eindkwaliteit water, reststromen, chemicaliën- en energieverbruik. Uiteindelijk zijn er twee ontzoutings-technologieën geselecteerd om te testen in de pilot. Dit zijn NF en EDR. Deze ontzoutingstechnologieën hebben een voorzuivering nodig om goed te kunnen functioneren. In de pilot is gekozen voor één voorzuivering bestaande uit een coagulatie met ijzerchloride, een bezinkstap met een lamel-lenbezinker en een ultrafiltratiestap. Zie ook het artikel op pagina 20. >

DOW ZOEKT VERDER NAARNIEUWE WATEROPLOSSINGEN

In december werden door gemeenten en waterschappen ver-schillende acties op touw gezet om te voorkomen dat producten die er niet in thuis horen toch via het riool worden weggespoeld. Een supermarkt in Schiedam kreeg bezoek van twee als toilet - dames uitgedoste vrouwen, die verpakkingen van frituurvet, billendoekjes, schoonmaakdoekjes en chemicaliën beplakten met stickers met de boodschap: ‘Niet in het riool!’ De ‘stickeroverval’ vormt onderdeel van een landelijke campagne.www.nietinhetriool.nl

NEDERLANDS CONSORTIUMAAN DE SLAG IN GHANAEen consortium bestaande uit Witteveen+Bos, Simavi en Be-renschot gaat een project uitvoeren op het gebied van water, sanitatie en hygiëne (WASH) in het kader van het Ghana Nether-lands WASH Programme. Dit programma wordt gefinancierd uit het budget voor handel en ontwikkelingssamenwerking van minister Ploumen in samenwerking met de Ghanese overheid. Het overkoepelende doel van dit project is het verbeteren van de technische en institutionele infrastructuur voor water en sanitatie in vijf Ghanese gemeenten. In deze eerste fase van het programma wordt met vijf gemeen-ten een lange termijnplan vastgesteld en worden de investerin-gen voor de eerste maatregelen voorbereid met ontwerpen en tenders. Een belangrijk onderdeel in deze eerste fase is ook het ‘WASH for schools’ programma, waarbij jongeren bewust worden gemaakt van het belang van water, sanitatie en hygiëne. Ook wor-den er op de scholen verbeterde voorzieningen aangelegd.

ACTIE ‘NIET IN HET RIOOL’Twee ‘toiletdames’ in actie in Schiedam

Page 31: H2O januari 2014

TECHNISCHE INFORMATIE UIT DE WATERSECTORWATERTECHNIEK

Waterschap Groot Salland heeft energiegebruik opgenomen als criterium bij de aankoop van grootmaterieel, zoals tractoren en kranen. Omdat er volgens het waterschap geen goede testen bestaan, heeft het waterschap zelf een ‘innovatieve inkoopprocedure’ en een testmethode ontwikkeld om het brand-stofgebruik te kunnen vergelijken. De praktijktest is uitgevoerd door een eigen kraanmachinist.

Deze werkwijze is nieuw en staat inmiddels ook in de belangstelling van andere waterschappen en overheden. Groot Salland zal de methode in de toekomst vaker inzetten.In het voortraject worden bedrijven via een openbare procedure uitgenodigd om mee te doen en een prijs te geven voor de aankoop van bepaald materieel. Een prijsverschil van 20 procent of meer is reden om niet verder met een leverancier in gesprek te gaan. Dat verschil is volgens het waterschap te groot om via zuinig brandstofgebruik terug te verdienen. De overblijvende ondernemingen worden vervolgens uitgenodigd om een praktijktest in de vorm van een brandstofproef te doen. Waterschap Groot Salland had voor de buitendienst een nieuwe rupskraan nodig. Na het voortraject voldeden uiteindelijk twee bedrijven qua aanschafwaarde aan de gestelde eisen en deden mee aan de praktijktest. Die bestond uit het verplaat-sen van zand gedurende drie uur. Uiteindelijk bleek de zuinigste machine ook de economisch meest voordelige inschrijving. “Dit scheelt ons 320 liter diesel per jaar”, zegt inkoopadviseur Job Looijenga. “Alle betrokkenen zijn enthousiast over deze aanpak. Het is dan ook zeker geen eenmalig gebeuren. We gaan dit vaker op deze manier doen. In ieder geval voor de dieselgebruikende machines.” Groot Salland wil de energie-efficiëntie voor het hele waterschap (voor de periode 2005-2020) met 30 procent verbeteren. Investeringen in energiebesparende maatregelen moeten zich binnen de verwachte gebruiksduur terugverdienen. Het brandstofgebruik van het machinepark voor het onderhoud van de watergangen bedraagt ongeveer 300.000 liter per jaar. Dit is 20 procent van het energiegebruik van het watersysteem.

31

RISICO’S VAN ‘PIPING’ WORDEN LANDELIJK IN KAART GEBRACHTDe waterschappen en het Rijk zijn begon-nen met een ‘projectoverschrijdende ver-kenning’ naar het probleem van piping. Deze verkenning is een onderdeel van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogram-ma. Piping is een faalmechanisme waarbij water door of onder de dijk stroomt. Als zand meespoelt, wordt de dijk uitgehold, dreigt een dijkdoorbraak en overstroming.De verkenning heeft twee doelen. De eerste is het – op basis van pilots – nauw-keuriger in beeld brengen van het areaal van de te verbeteren waterkeringen met pipingproblemen. Dit kan door betere toepassing van de rekenregels en door theorie en praktijk dichter bij elkaar te brengen. Het tweede doel is het uitvoe-ren van pilots met nieuwe (innovatieve) maatregelen die het probleem van piping oplossen én haalbaar én efficiënt zijn. Het gevaar van piping speelt bij circa 200 kilometer dijken die nu zijn afgekeurd, overal in Nederland. Hiervan is circa 50 kilometer door waterkeringbeheerders aangemeld voor het eerste programma van het nieuwe Hoogwaterbeschermings-programma. De landelijke toetsing is uitgevoerd met de bestaande rekenregels.Zes waterschappen hebben echter op basis van de in ontwikkeling zijnde nieuwe rekenregels een quickscan uitgevoerd. Zij kwamen tot de conclusie het beeld dat van de ruim 940 kilometer onderzochte dijk ongeveer 540 kilometer mogelijk niet voldoet aan de nieuwe rekenregels. Ook de mate waarin de dijken niet voldoen neemt dan fors toe. Dit kan grote consequenties hebben. Traditionele dijkverbeteringen kunnen gaan leiden tot de aanleg van forse pipingbermen van enkele tientallen meters tot zelfs meer dan honderd meter breed. Of tot dure technische constructies zoals damwanden.

NR1 / JANUARI 2014

GROOT SALLAND MAAKT PRAKTIJKTEST BRANDSTOFVERBRUIK GROOTMATERIEEL

Waterschap Groot Salland wil de 300.000 liter diesel die verstookt wordt bij het onderhoud van watergangen drastisch verminderen

Page 32: H2O januari 2014

32

MISTIG SPEL ROND FRIES BEDRIJF VOORAFVALWATER-KETEN

Het leek veelbelovend, maar het plan om de rioleringstaken van de gemeente Súdwest-Fryslân en de zuiveringstaken van het Wetterskip Fryslân in één organisatie onder te brengen zijn van de baan. De teleurstelling is groot bij het Friese waterschap. Het is de gemeente Súdwest-Fryslân die plotseling de stekker uit de pilot trok. Wat ging er mis?

Tekst Wendy Braanker | Illustratie Ronald Koopmans

T

Page 33: H2O januari 2014

THEMA 33

NR1 / JANUARI 2014

uni 2012. Het Friese waterschap Wetterskip Fryslân en de gemeente Súdwest- Fryslân maken bekend samen een pilot aan te gaan en onderzoeken vanaf dat moment hoe ze die samen willen gaan inrichten. Ze bestempelen het experiment als een unieke gebeurtenis in de waterketensector. Nog niet eerder hadden een

gemeente en een waterschap plannen om samen een compleet nieuwe organisatie op te bouwen voor de afvalwaterketen. Het initiatief kwam op gang nadat de overheid in 2011 samenwerking tussen gemeenten en waterschappen als één van de doelen had opgenomen in het Bestuursakkoord Water. Dat alles met het idee om forse besparingen in de waterketen te kunnen realiseren. Of in ieder geval te voorkomen dat de kosten te veel gaan oplopen.

Friesland werd geroemd om zijn voortrekkersrol als het gaat om de vorming van een gezamenlijk afvalketenbedrijf. Er was veel aandacht. Ook van de kant van Karla Peijs, de voorzitter van de Visitatiecommissie Waterketen, die in opdracht van minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) de vorderingen in de gaten houdt als het gaat om samenwerking in de waterketen. Een week voor het afketsen van de samenwerking tussen de gemeente Súdwest-Fryslân en het Friese waterschap vroeg de commissie nog om een update over het verloop van de gesprekken. Het zag er nog veelbelovend uit. Op 4 december 2013 kwamen beide partijen echter met een gezamenlijk persbericht om aan te geven dat de geplande samenwerking van tafel was, de pilot komt niet verder dan de onderzoeksfase. “Het college van B&W van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft geen groen licht gegeven voor de oprichting van Afvalwaterketenbedrijf Fryslân.” Ja, er zijn zeker grote besparingen mogelijk in de waterketen, zo luidde het persbericht. Maar volgens de gemeente konden deze net zo goed binnen de eigen gemeentelijke organisatie worden behaald.

Maar daarmee was het verhaal niet af. Om te beginnen was er de teleurstelling van het waterschap. Het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân had immers al wel zijn akkoord gegeven. Wietze de Haan, lid van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân: “We hebben een slag verloren, maar zeker niet de oorlog. Maar de samenwerking met de gemeente Súdwest-Fryslân is voor wat dit betreft, op dit moment van de baan.”

‘MASSA IS KASSA’Het Friese waterschap had gehoopt op een zwaan-kleef-aan effect. De samenwerking van Wetterskip Fryslân met Súdwest-Fryslân had de eerste stap moeten zijn in een reeks. “Massa is kassa”, zegt bestuurslid de Haan. “Hoe meer gemeenten meedoen, hoe groter de besparingen.” De gemeente Súdwest-Fryslân denkt hetzelfde resultaat aan bezuinigingen te kunnen bereiken zonder dat daarvoor een samenwerking op touw gezet hoeft te worden. Wij kijken daar echt anders tegenaan.”Hoe anders blijkt moeilijk te achterhalen. Maarten Offinga, de wethouder die onder andere water in zijn portefeuille heeft, is in december te druk om te reageren. In het persbericht stelt hij dat door de opschaling van zijn gemeente naar de huidige omvang de voordelen van een nieuw bedrijf niet opwegen tegen het behalen van efficiencyvoordelen binnen zijn organisatie. “Het synergie-effect blijkt te beperkt”, volgens de wethouder, iets wat door het >

TJ

Friesland werd geroemd om zijn voortrek-kersrol als het gaat om de vorming van een gezamenlijk afvalketen- bedrijf

Page 34: H2O januari 2014

THEMA34

waterschap dus keihard wordt tegengesproken. Gemeente Súdwest-Fryslân (80.0000 in-woners) is op 1 januari 2011 ontstaan door een fusie van onder andere Bolsward, Sneek, Makkum en Stavoren en is qua oppervlakte de grootste gemeente van Nederland.

Ondertussen schrijft de Leeuwarder Courant dat de schipbreuk van het afvalwaterketen-bedrijfsplan op een beroerd moment komt voor Aquario Watermanagement, een gezamenlijke onderneming van het waterschap en het drinkwaterbedrijf Vitens. Aquario, opgericht in 2001, verzorgt rioleringsbeheer voor gemeenten in deze Friese regio. Als de samenwerking met de gemeente Súdwest-Fryslân van de grond was gekomen, had Aquario kunnen doorgroeien. De Haan van het waterschap vertelt dat het bedrijf dan een opwaardeerstap had kunnen maken. Hij voorziet op dit moment geen nadelige gevolgen voor Aquario. Maar de Leeuwarder Courant ziet het anders: “Súdwest-Fryslân (één van de klanten van Aquario) wil de riolering weer in eigen hand nemen of het beheer als opdrachtgever uitbesteden.” Volgens de krant heeft het bedrijf naast de fusiegemeente Súdwest-Fryslân nog maar vijf andere Friese gemeenten aan zich weten te binden. Volgens De Haan blijft Aquario Watermanagement komend jaar ook werk verrichten voor de gemeente Súdwest-Fryslân.

VOORTGANGBegin januari meldt wethouder Maarten Offinga via de telefoon dat de besparing voor de gemeente jaarlijks zo’n half miljoen euro zouden hebben bedragen als de samenwerking wel van de grond was gekomen met het Friese waterschap. Een bezuiniging in deze orde van grootte is ook binnen de eigen ambtelijke organisatie mogelijk, volgens de wethouder. “Door bedrijfsprocessen binnen de eigen organisatie te optimaliseren zoals de inkoop en andere exercities.” Er was volgens wethouder Offringa “geen gedegen basis in het college – geen unanimiteit – om te zeggen we gaan die stap maken. Dus begin december was het antwoord van het college: we stoppen.”

In de tweede week van januari hadden lokale politici van de gemeente Súdwest- Fryslân nog geen toelichting gekregen op het besluit van het college. Er is slechts een notitie van de Commissiegriffier Doarp, Sted en Omkriten waarin staat dat wethouder Leo Pieter Stoel (lokale VVD-wethouder) op 3 december heeft meegedeeld dat het proces rondom het afvalwaterketenbedrijf wordt afgerond door niet deel te nemen aan de pilot en dat de raad op korte termijn via actieve info over dit besluit nader wordt geïnformeerd. “Het actieve stuk info is vervolgens in het college van 17 december behandeld en nog niet akkoord gevonden. Het wachten is dus nu op de eindversie van het college die naar de raad gaat.”Raadslid Sicco Rypma van de Friese Nationale Partij (FNP) vindt dat op zijn zachtst gezegd vreemd dat de uitleg zo lang op zich laat wachten: “Er is immers een, hopelijk weloverwogen, besluit genomen niet deel te nemen. Het stuk informatie van 17 december was blijkbaar te onvolledig of te duidelijk.”

HERKANSINGOok de stuurgroep van het Fries Bestuursakkoord Waterketen (FBWK) hoopt snel meer duidelijkheid te krijgen over de redenen om de samenwerking af te blazen. Het FBWK, een samenwerkingsverband van Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân, waterbedrijf Vitens en de provincie Fryslân, was warm voorstander van de eerder zo bejubelde samenwerking. Volgens voorzitter Roelof Bos van de stuurgroep FBWK is het belangrijk om te weten wat de plussen en de minnen waren van het business model dat was opgesteld door het waterschap en de gemeente Súdwest-Fryslân. “Ik zou het toejuichen als andere gemeenten op zijn minst kennis nemen van het businessplan zodat ze zich kunnen afvragen of een samenwerking met Wetterskip misschien iets voor hun is.” |

Begin december was het antwoord van het college: we stoppen”

• WaterstandendraadloosbeschikbaarperemailenFTP

• Compatiblemetglobalenetwerkfrequenties

• Tot5sensorenpermodem(grondwaterversie)

• SMSAlarmfunctionaliteit

• Geïntegreerderealtimeluchtdrukcompensatie

• Batterijlevensduurtot10jaar

• Volledigopafstandherprogrammeerbaar

• Uitstekendedatazekerheid

• DataopslaginuweigenSQLdatabase(geenhosting)

• Automatischeberekeningen(o.a.overstort,stijghoogte)

• Automatischeexportnaardiversebestandsformaten

GSM2Modemloggergrondwater en riooloverstort data draadloos beschikbaar

KELLER

KELLERMeettechniekBVPostbus592810ABREEUWIJK-HOLLAND

Tel+31182399840Fax+31182399841

[email protected]

WWW.KELLER-HOLLAND.NL

subsidiaryofKELLERAGfürDruckmesstechnik

Nivosensoren - Grondwater Dataloggers - Riooloverstort Dataloggers - Telemetrie

Naamloos-12 1 07-01-14 16:13

Page 35: H2O januari 2014

• WaterstandendraadloosbeschikbaarperemailenFTP

• Compatiblemetglobalenetwerkfrequenties

• Tot5sensorenpermodem(grondwaterversie)

• SMSAlarmfunctionaliteit

• Geïntegreerderealtimeluchtdrukcompensatie

• Batterijlevensduurtot10jaar

• Volledigopafstandherprogrammeerbaar

• Uitstekendedatazekerheid

• DataopslaginuweigenSQLdatabase(geenhosting)

• Automatischeberekeningen(o.a.overstort,stijghoogte)

• Automatischeexportnaardiversebestandsformaten

GSM2Modemloggergrondwater en riooloverstort data draadloos beschikbaar

KELLER

KELLERMeettechniekBVPostbus592810ABREEUWIJK-HOLLAND

Tel+31182399840Fax+31182399841

[email protected]

WWW.KELLER-HOLLAND.NL

subsidiaryofKELLERAGfürDruckmesstechnik

Nivosensoren - Grondwater Dataloggers - Riooloverstort Dataloggers - Telemetrie

Naamloos-12 1 07-01-14 16:13

Page 36: H2O januari 2014

36

Sinds 2008 staat op het Chemiepark in Delfzijl een zoutafvalwaterzuivering (ZAWZI). Deze is eigendom van North Water, een joint venture van Waterbedrijf Groningen en Evides Industrie-water. De installatie zuivert industrieel afvalwater van het Chemiepark en van omliggende industrie. In 2009 ontving North Water hiervoor de Red de Eems-Award van de Wadden-vereniging.De zuiveringsinstallatie ontvangt via een rioolstelsel zout industrieel afvalwater van dertig aangesloten bedrijven. Daarnaast wordt er afvalwater uit de regio met tankwagens aange-voerd. Het afvalwater wordt biologisch gereinigd, waarna het zuiveringsslib bezinkt in een grote nabezinktank. Het geklaarde water wordt geloosd op het Eems-Dollard estuarium. Het bezonken slib wordt retour gepompt, en het surplus gaat na indikking naar de slibvergisting op de rioolwaterzuivering in Garmerwolde.

BEZINKINGBelangrijk punt van zorg bij de start was de invloed van fluctuerende zoutgehaltes op de bezinking van het slib. Gevreesd werd voor perioden met een zekere slibuitspoeling door verslechterde bezinking. De installatie functioneert echter goed, ook bij incidentele pieken in de slibbelasting.Na het opstartjaar 2008 ging het slib geleidelijk steeds beter bezinken, veel beter dan waarop de ZAWZI is ontworpen. In de huidige situatie ligt het slib vrij snel op de bodem van de nabezinktank. Deze ontwikkeling, in combinatie met de probleemloze verwerking van incidentele hoge slibbelastingen, leidde begin 2013 tot de veronderstelling dat er in plaats van slibvlokken wellicht slibkorrels aanwezig zouden zijn. Kort daarna, in maart 2013, nam de bezinkingssnelheid plotseling en onverklaarbaar sterk af tot schrikbarend lage waarden. Na ongeveer twee maanden was de bezinkbaarheid weer op het hoge niveau van daarvoor. In oktober 2013 is het slib met medewerking van de TU Delft geanalyseerd met de micro-scoop. Er bleek inderdaad sprake van korrelslib.

SLIBKORRELSNet als slibvlokken bestaan slibkorrels uit bacteriën. Het slib ziet er onder de microscoop korrelig uit, daarnaast is de bezinking na vijf minuten vrijwel gelijk aan die na dertig minuten.

Een verrassing op een biologische zoutwater-zuivering in Groningen: het aerobe slib blijkt niet uit vlokken, maar uit korrels te bestaan. Dat maakt de zuivering goedkoper en energie-zuiniger. Slibkorrels bezinken immers gemakkelijker dan slibvlokken. Hierdoor verandert het perspec-tief van de installatie. Korrelslibtechnologie voor zout afvalwater was tot nu toe het laboratorium nog niet ontstegen.

HÉ, KIJK NOU: KORRELSLIB IN EEN ZUIVERING VAN ZOUT AFVALWATER

Foto Matthijs Pronk, TU

Delft

Korrelslib uit de ZAWZI onder de microscoop

Page 37: H2O januari 2014

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

37

SAMENVATTING

Op de zoutafvalwaterzuivering (ZAWZI) in Delfzijl blijkt het slib na vijf jaar onverwacht uit korrels te bestaan. De capaciteit van de installatie, gebruikmakend van de eigenschappen van korrelslib, is in potentie groter dan waar in het ontwerp van is uitgegaan. Daardoor kan de ZAWZI wellicht zonder grote investeringen voorzien in de stijgende vraag naar zuiveringscapaciteit. Er is nog wel onderzoek nodig, omdat er incidentele verstoringen in het slibbeeld zijn geweest die afbreuk doen aan de robuustheid. Wetenschappelijk is het belangrijk de unieke ervaringen van een full-scale korrelslibreactor op zoutwater en het onderliggende selectiemechanisme te begrijpen.

De ZAWZI is in 2008 opgestart met actief slib uit een zoete conventionele zuivering. Het aangevoerde zoute afvalwater en de procesvoering van de ZAWZI hebben in de loop van de jaren kennelijk voor een selectieproces gezorgd, waardoor slibkorrels konden ontstaan. Daarbij is vooral de nabezink-tank belangrijk, waar de zwaardere slibdeeltjes gescheiden worden van de lichtere, die uitspoelen. Het zout in het afvalwater speelt geen rol in de bezinking; ook de zoutfluc-tuaties, bijvoorbeeld bij een productiestop in zout lozende bedrijven of bij veel of juist heel weinig neerslag, hebben geen invloed.

WETENSCHAPAfgezien van een aantal incidenten (hick-ups) verbeterde de bezinking van het slib geleidelijk over een periode van drie jaar. De procesvoering die in de ZAWZI tot het korrelslib heeft geleid, verschilt sterk van het zogenoemde Nereda- procedé in korrelslibreactoren. Het korrelvormingsproces in de ZAWZI duurt veel langer, opvallend is verder de vrij kleine korrelgrootte. Wetenschappelijk gezien is het belangrijk om het ontstaan van korrelslib in de ZAWZI goed te begrijpen. Ook is het interessant om de mechanismen en de microbiële samenstelling van het slib in de ZAWZI en het Nereda-slib te vergelijken. Temeer daar het hier een zoute industriële afvalwaterzuivering betreft.

De installatie in Delfzijl kan wellicht een toekomst krijgen als korrelslibreactor. Dan zou de ZAWZI bij toename van de bedrijvigheid op het Chemiepark niet hoeven uit te breiden. Voorwaarde is dan dat het zuiveringsproces robuust is. Daarvoor is nader onderzoek nodig. Zo wijst het incident in maart 2013 op een verstorende factor die nog niet gevon-den is. Los van het onderzoek aan de slibkorrels kan ook terugwinning van waardevolle stoffen een rol spelen in de

toekomst van de ZAWZI. In 2011 bleek namelijk dat het slib vrij veel poly-ß-hydroxyalkanoaten (PHA) bevatte. Eén kilo PHA heeft een marktwaarde van 5 tot 10 euro. Dergelijke terugwinning zou de kosten van de slibverwerking omlaag kunnen brengen.

Perry van der Marel (North Water, WLN)Piet de Boks (North Water, Evides Industriewater)

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op www.vakbladh2o.nl

NR1 / JANUARI 2014

Page 38: H2O januari 2014

38

Voorheen was het ook bij waterschappen – en dat geldt voor veel beheerorganisaties – de gewoonte om onderhoudsactiviteiten met een vaste frequentie uit te voeren. Een gewoonte die was afgeleid uit een ‘ervaringsgevoel’ voor wat bijvoorbeeld nodig is om de kans op wateroverlast te minimaliseren. Met andere woorden: op safe spelen, zonder de vraag te stellen wat nodig is om een bepaald effect te behalen.Dat is vreemd in een tijd dat scherper op de kosten gelet moet worden. Die kosten kunnen beperkt worden door efficiënter te werken, maar ook door taken scherper af te bakenen en ambities bij te stellen. Wat willen we per se bereiken en wat is minder noodzakelijk? En welke kosten zijn daar eigenlijk precies mee gemoeid? Inzicht in de kostenstructuur en kostenverhoudingen is daarbij essentieel.

Een jaar geleden heeft waterschap Rijn en IJssel zich bezonnen op zijn ambities met betrek-king tot de primaire processen. Het waterschap werkte tot nu toe – zoals de meeste water-schappen – met een totaalbudget voor onderhoud, waarbij onvoldoende inzicht bestond in de kostenopbouw.Wat zijn vaste kosten en wat variabele? Wat zijn de kosten per soort onderhoud (bijvoorbeeld maaionderhoud) en wat de kosten per type watergang? Ook de verdeling van de verantwoor-delijkheid voor verschillende onderdelen van het onderhoud over diverse geledingen in de organisatie maakte het lastig om snel overzicht te krijgen. Om een duidelijker beeld te krijgen, zette het waterschap het zogeheten ‘knoppenmodel’ in. Deze benadering gebruikt advies- en ingenieursbureau Oranjewoud (sinds 1 januari Antea Group) al langer, vooral bij gemeenten. Door het samen met Oranjewoud aan te passen, is het model nu specifiek toegesneden op waterschap Rijn en IJssel. MODELHet knoppenmodel legt een koppeling tussen het beoogde effect, dat is de ambitie (bijvoor-beeld ‘geen wateroverlast’), het daartoe benodigde resultaat van het gevoerde beheer en onderhoud (hoe de watergang erbij ligt) en de maatregelen op gebied van beheer en onder-houd die nodig zijn om dat resultaat te bereiken. Bewust omgaan met risico’s staat hierbij centraal:• Voor het bereiken van een effect (bijvoorbeeld geen wateroverlast) moet een onderhouds-

activiteit (bijvoorbeeld maaien) een bepaald resultaat/kwaliteitsniveau opleveren (bijvoor-beeld een niet begroeid nat profiel).

• Er zijn verschillende kwaliteitsniveaus van onderhoud mogelijk (hoog, basis of laag), met als consequentie verschillende effecten/risico’s. Je kunt daarin bewust in kiezen en variëren per watergang of per onderdeel van het onderhoud.

NADENKEN OVER VASTE GEWOONTEN LEVERT WATERSCHAP HEEL VEEL OP

Doe je als waterschap onderhoud aan watergangen omdat het nu eenmaal de gewoonte is? Of stem je het werk af op het doel dat je wilt bereiken? Heb je een concrete ambitie voor ogen? Vragen die waterschap Rijn en IJssel zich heeft ge-steld. Werken met een ‘knoppenmodel’ bracht nieuwe inzichten.

Page 39: H2O januari 2014

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

39

SAMENVATTING

Samen met advies- en ingenieursbureau Oranjewoud (sinds 1 januari Antea Group) heeft waterschap Rijn en IJssel een model ontwikkeld om de uitgaven aan beheer en onderhoud beter af te stemmen op de eigen ambities en de beleidsmatig gewenste resulta-ten. Het zogeheten ‘knoppenmodel’ legt een koppeling tussen het beoogde effect, dat is de ambitie (bijvoor-beeld ‘geen wateroverlast’), het daartoe benodigde resultaat van het gevoerde beheer en onderhoud (hoe de watergang erbij ligt) en de maatregelen op gebied van beheer en onderhoud die nodig zijn om dat resultaat te bereiken. Het waterschap heeft hierdoor extra inzicht gekregen in de huidige bedrijfsvoering en in de kostenverhoudingen. Het model maakt een fundamenteel andere werkwijze mogelijk, namelijk outputgericht werken (welk resultaat willen we be-halen) in plaats van inputgericht (hoe vaak doen we onderhoudsactiviteiten).

Op basis van de keuzes die de organisatie zelf moet maken, vertaalt het model vervolgens elk gewenst kwaliteitsniveau in maatregelen/activiteiten die jaarlijks nodig zijn om dit re-sultaat te behalen en wat de daar bij behorende kosten zijn.

INZICHTENHet project heeft het waterschap veel inzichten opgeleverd. We noemen er enkele:

• Het waterschap heeft extra inzicht gekregen in de huidige bedrijfsvoering, het huishoudboekje. Dit betreft de verde-ling van de kosten over onderdelen van het onderhoud en over de verschillende watertypen, en ook de opbouw van kosten: is een kostenpost bijvoorbeeld hoog doordat de eenheidsprijs voor het gekozen kwaliteitsniveau hoog is of is sprake van een groot areaal (veel kilometers) waar dit type onderhoud aan de orde is?

• Het model kan ondersteuning bieden bij vraagstukken op het gebied van de operationele bedrijfsvoering. Voorbeeld: de inzet van ander materieel voor maaien van het onder-houdspad geeft een andere eenheidsprijs voor elk van de drie kwaliteitsniveaus. Door deze andere eenheidsprijs in te voeren in het model en de kwaliteitsniveaus gelijk te laten, is direct af te lezen hoeveel dit scheelt in de totale kosten voor het maaien van de onderhoudspaden. Concreet verwacht het waterschap bijvoorbeeld de komende jaren een besparing van uiteindelijk 650.000 euro per jaar door het reduceren van het onderhoud van kleine watergangen (dat is een areaalvermindering) en door onderhoudsarm beheer van natuurlijke watergangen (dat is kiezen voor een ander kwaliteitsniveau met een lagere eenheidsprijs).

• Sommige keuzes in beheer en onderhoud blijken een on-verwacht geringe invloed te hebben op het totale budget, terwijl een bijkomend effect – bijvoorbeeld de zichtbaar-heid van het waterschap – groot is. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderhoud aan stedelijk water, dat voor veel burgers goed zichtbaar is: in verhouding tot de totale kosten is het kiezen voor het hoogste kwaliteitsniveau relatief weinig duurder.

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op: www.vakbladh2o.nl

• Door het werken vanuit een kwaliteitscatalogus met beel-den, slaat het waterschap een nieuwe weg in, namelijk outputgericht werken (welk resultaat willen we behalen) in plaats van inputgericht (hoe vaak doen we onderhouds-activiteiten).

Marcel BleumerAlfred te Pas (Waterschap Rijn en IJssel)Hermine KoskampFrank van Berkum(Oranjewoud, sinds 1 januari Antea Group)

NR1 / JANUARI 2014

Page 40: H2O januari 2014

40

Distributed Temperature Sensing (DTS) wordt op veel manieren toegepast: van het detecteren van brand in tunnels tot het meten van bodemtemperaturen. De DTS-techniek maakt nauw-keurige temperatuurmetingen mogelijk met behulp van glasvezelkabels. De kabels waarmee Deltares stroomsnelheden wil meten, zijn zogenaamde ‘opwarm-glas-vezelkabels’. Dat zijn kabels met koperdraden en glasvezels: de kabels kunnen kilometers lang zijn. Met de koperdraden is het mogelijk om gecontroleerde warmtepulsen af te geven over de hele lengte van de kabel. De glasvezelcomponent meet tegelijkertijd, ook over de gehele lengte, de temperatuurverandering van de kabel. Het bepalen van de stroomsnelheid van water is een nieuwe toepassing van DTS. Het idee is eenvoudig: bij een constant elektrisch vermogen wordt bij snellere waterstroming de warm-te sneller afgevoerd en heeft de kabel een lagere eindtemperatuur. Uit de temperatuurver-schillen kunnen dan verschillen in stroomsnelheden worden afgeleid.Met een glasvezelkabel is in principe elke 12,5 centimeter een temperatuurmeting mogelijk met een nauwkeurigheid van 0,01 graad Celsius. De kabels en de DTS-apparaten zijn in ver-gelijking met andere meettechnieken niet duur en zouden in principe het continu en real time bepalen van de stroomsnelheid mogelijk maken. Om te bepalen of stroomsnelheid-metingen met DTS inderdaad mogelijk zijn, heeft Deltares zowel computersimulaties als proeven in het laboratorium uitgevoerd.

VELDPROEFIn de simulaties én in de laboratoriumexperimenten werd uitgegaan van een opwarm-glas-vezelkabel met een doorsnede van bijna een 0,5 cm en een constante warmtepuls. Bij de simulatie (met de programma’s Modflow en MT3DMS) werd bij verschillende stroomsnelheden bekeken wat de temperatuur van de (virtuele) glasvezelkabel zou doen. In alle gevallen bleek de temperatuur toe te nemen tot een constante waarde. Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe lager de eindtemperatuur.

SNELHEID WATERSTROOM METEN MET KILOMETERSLANGE GLASVEZEL

Het meten van temperatuur met glasvezelkabels kent vele toepassingen. Deltares bedacht een nieuwe: het meten van de stroomsnelheid van oppervlaktewater. Als deze toepassing werkelijkheid wordt, zijn continue en nauwkeurige metingen van rivierafvoeren mogelijk, en betere voorspellingen.

Foto iStockphoto

Page 41: H2O januari 2014

WATERWETENSCHAPTOEGEPASTE WETENSCHAP IN DE WATERSECTOR

41

SAMENVATTING

Deltares doet onderzoek naar het meten van de stroomsnelheid van oppervlaktewater met Distributed Temperature Sensing (DTS). Als deze toepassing werkelijkheid wordt, zijn continue en nauwkeurige real time metingen van rivierafvoeren mogelijk, en betere voorspellingen. Het onderzoek maakt gebruik van opwarm-glasvezelkabels. Dat zijn lange kabels met koperdraden en glasvezels. De koperdraden voeren warmte toe over de hele lengte van de kabel, de glasvezels meten de temperatuur van de kabel even-eens over de hele lengte. Uit computersimulaties en laboratoriumexperimenten blijkt dat bij een bekende warmtepuls de eindtemperatuur van de kabel afhangt van de stroomsnelheid van het water: hoe hoger de stroomsnelheid, hoe lager de eindtemperatuur. Dit verband maakt het mogelijk om door het meten van een temperatuurverandering de stroomsnelheid te bepalen.

De opstelling in het laboratorium bestond uit een doorzich-tige plastic buis. In deze buis bevonden zich drie kleinere buizen, omwikkeld met opwarm-glasvezelkabel. Er werd water door de buis gevoerd met stroomsnelheden tussen de 1 en 25 millimeter per seconde.Net als de simulaties lieten de proeven zien dat de tem-peratuur van de kabel toeneemt totdat er een constante temperatuur wordt bereikt (opwarmcyclus). Als de stroom wordt uitgezet, daalt de temperatuur van de glasvezelkabel weer totdat deze gelijk is aan de temperatuur van het water (afkoelcyclus). De sleutel voor de toepassing van DTS in het veld ligt in het verband tussen de eindtemperatuur en de stroomsnelheid. De temperatuurverandering in de opwarm-glasvezelkabel blijkt omgekeerd evenredig met de stroomsnelheid. En de trend is liniair: hoe hoger de stroomsnelheid, hoe minder de temperatuur verandert, zowel bij opwarmen als bij afkoelen.Dit verband maakt het mogelijk om door het meten van een temperatuurverandering de stroomsnelheid te bepalen. Omdat in de Nederlandse grote rivieren de stroomsnelheden vele malen hoger zijn dan in het experiment, zijn in een veld-proef andere kabels en een ander elektrisch vermogen (c.q. warmtepuls) nodig.

GLASVEZELGRIDOp dit moment worden bij hoge waterstanden de hoeveel-heden water die door de uiterwaarden stromen, geschat. Metingen met opwarm-glasvezelkabels zouden betere debietmetingen en verwachtingen kunnen opleveren. Een glasvezelgrid maakt metingen over een zeer grote opper-vlakte mogelijk. Om een idee te geven: Deltares werkt met een DTS-apparaat waarop 4 kabels van ieder 5 kilometer aangesloten kunnen worden. Als voorbeeld is op de afbeelding een verticaal grid in een uiterwaard weergegeven. Tussen twee palen met een afstand van 100 meter wordt één 500 meter lange glas-vezelkabel gespannen, een aantal keren heen en terug,

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen door gebruik te maken van de QR-code of te kijken op: www.vakbladh2o.nl

Lay-out van de opwarmglasvezelkabel in een uiterwaard tijdens hoogwater. Rechts een mogelijk patroon van stroomsnelheden in de uiterwaard

met als resultaat een verticaal raster van glasvezelkabel dwars op de stroomrichting. De kabel is verbonden met het DTS-meetapparaat op de dijk.

Pieter DoornenbalWijb SommerMiguel Dionisio PiresChris Mesdag(Deltares)

NR1 / JANUARI 2014

Page 42: H2O januari 2014

VERDER OP H2O-ONLINEWie aan dit maandblad niet genoeg heeft en de verdieping zoekt, heeft altijd nog de website H2O-Online: www.vakbladh2o.nl. Daar vindt u onder andere vakartikelen op het gebied van wetenschap en techniek. Op deze pagina enkele van de meest recente artikelen die op de site zijn verschenen.

42

LEKKAGE LANGS EN DOOR WATER­PUTTEN OPSPOREN, HOE DOE JE DAT?In het oosten en zuiden van het land wordt veel drinkwater gewonnen uit diepe bodemlagen. Als de putconstructie lekt kan vervuild water in een pompput komen. Waterleidingmaatschappij Limburg ont-wikkelde een succesvolle aanpak voor het opsporen van lekkages, ook van particu-liere putten.M.H A. Juhász-Holterman (WML/Juhász Advies), R. Prevoo (WML)

KORRELSLIB IN EEN INDUSTRIËLE ZOUTAFVALWATERZUIVERING De zoutafvalwaterzuivering van North Water in Delfzijl zuivert het zoute af-valwater, afkomstig van de aangesloten bedrijven. Na vijf jaar laat de biologische zuivering een verrassing zien: het aerobe slib blijkt niet langer te bestaan uit vlokken, maar uit korrels. Dat is interes-sant voor het opvangen van de groei in benodigde verwerkingscapaciteit. Perry van der Marel (North Water, WLN), Piet de Boks (North Water, Evides Industriewater)

NAUWKEURIGHEID VAN HANDMATIG GEMETEN GRONDWATERSTANDENGrondwaterstanden worden vanouds hand-matig gemeten met een dompelklokje aan een meetlint of, geavanceerder, met een elektronisch peilapparaat met geluids-signaal. Hoe nauwkeurig is dat eigenlijk? Meetfouten variëren van enkele centime-ters tot wel een meter.Martin Knotters, Matheijs Pleijter (Alterra Wage-ningen UR), Thomas de Meij (provincie Overijssel)

INZICHT EN STUURBAARHEID IN KOSTEN VAN BEHEER EN ONDERHOUD WATERSYSTEEMWaterschap Rijn en IJssel hield afgelopen voorjaar zijn ambities en taakopvatting tegen het licht. Hulpmiddel in de discus-sie was een ‘knoppenmodel’. Dit model brengt voor beheer en onderhoud van het watersysteem de relatie tussen ambitie en kosten in beeld. Met opvallende resultaten.Marcel Bleumer, Alfred te Pas (Waterschap Rijn en IJssel), Hermine Koskamp, Frank van Berkum (Antea Group)

SPOELWATER ALS VERANTWOORDE DUURZAME BASIS VOOR DRINKWATERWaterbedrijf Groningen renoveerde een van de oudste drinkwaterzuiverings-locaties in Nederland: productielocatie De Punt. Duurzaamheid was leidraad. Dat betekent: minder grondwater gebrui-ken, meer oppervlaktewater, extra zuive-ring, en hergebruik van het spoelwater.Anne Heeroma, Carla Melessen (Waterbedrijf Groningen), Gerhard Wubbels (WLN)

BEEKDALHERSTEL SUCCESVOL VOOR WATEROPGAVEN, NATUUR ÉN BOEREN­BEDRIJFWaterschap Vechtstromen (voorheen Regge & Dinkel) richtte het beekdal van de Hagmolenbeek opnieuw in. Het ontwerp integreert de wensen van water, landbouw en natuur. De eerste resultaten zijn ver-rassend. Meer dan 60.000 kubieke meter water kan nu worden geborgen. Pieter Jelle Damsté, Friso Koop (Waterschap Vechtstromen), Fons Eysink (Boeren voor Natuur Twente, Unie van Bosgroepen)

AKOESTISCHE METINGEN BRENGEN DE LEIDINGCONDITIE IN BEELDEen deel van het drinkwaterleidingnet in Nederland moet de komende decennia vervangen worden. De vraag prangt: welke leidingen vervangen en op welk moment? Een nieuwe techniek schept meer duide-lijkheid.Ralph Beuken, George Mesman, Ronald van Eijk (KWR Watercycle Research Institute), Peter Horst (PWN)

DESINFECTIE VAN DRINKWATER MET BEHULP VAN UV­C: EEN VEILIGE METHODEUV-C-straling wordt steeds meer toe-gepast voor desinfectie van drinkwater. In aanwezigheid van waterstofperoxide kunnen hierbij mutagene bijproducten ontstaan. Aangezien UV-desinfectie geheel berust op fotolyse is onderzocht of derge-lijke bijproducten ook kunnen ontstaan in full scale drinkwaterzuivering. Dit blijkt niet het geval te zijn.Roberta Hofman-Caris, Kirsten Baken, Danny Harmsen, Erwin Beerendonk (KWR Watercycle Research Institute), Sander Nugteren (Evides)

Van elk nieuw artikel op H2O-Online een melding krijgen? Volg ons dan op Twitter:

@vakbladh2o.U kunt ook elke maand onze nieuwsbrief met attenderingen ontvangen. Meld u aan via de website, www.vakbladH2O.nl, pagina H2O-Online/recente artikelen.

Zelf een artikel schrijven voor H2O-Online? Kijk op onze website voor de auteursinstructies en/of neem contact op met de redactie via [email protected]

MEER WETEN? KIJK OP DE SITE

VAN H2O!

Page 43: H2O januari 2014

Dé nationale vakbeurs voor waterbehandeling, watermanagement & watertechnologie

Evenementen

HALHARDENBERG

GORINCHEM VENRAY Ons evenement. UW MOMENT.

Dé nationale vakbeurs voor waterbehandeling, watermanagement & watertechnologieDé nationale vakbeurs voor waterbehandeling, watermanagement & watertechnologie

Gorinchem 18, 19 en 20 maart 2014

Openingstijden:12.00 - 20.00 uur

Tijdens Aqua Nederland Vakbeurs

vindt tegelijkertijd RioleringsVakdagen

plaats.

Kennis delen, netwerken en zaken doenTijdens Aqua Nederland Vakbeurs presenteren zich

bedrijven gericht op waterbehandeling, legionella,

preventie, desinfectie, pompen en meet- en

regeltechniek. Dit is voor u als bezoeker hét moment

om in een sfeervolle ambiance te netwerken

en zaken te doen.

KennisprogrammaOok dit jaar verzorgt branchevereniging Aqua

Nederland een interessant kennisprogramma.

Het thema voor het kennisprogramma is dit jaar

Water & Energie, gerelateerd aan de World Water Day 2014.

Kijk voor de onderwerpen op

www.evenementenhal.nl/gorinchem.

Bezoek Aqua Nederland Vakbeurs!Registreer u nu via www.evenementenhal.nl/aquario-go

met onderstaande code en ontvang

twee gratis entreebewijzen.

Evenementenhal GorinchemFranklinweg 2 4207 HZ GorinchemT 0183 - 68 06 80I www.evenementenhal.nlE [email protected]

@Aqua_Rio_EH

7140005708

Page 44: H2O januari 2014

• • •

• •

Naamloos-1 1 15-01-14 16:06