Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Door:
Danielle van Beek 10026843
Jeroen Huijbregts 13103601
Sabrina Mohamed
Laura Stolp 11031158
Merel Tulp 11035870
Angela van der Zalm 09048367
School: Haagse Hogeschool, Minor Preventie.. Hoe? Zo!
Toetscode: GZH-HM08-PRVNT Docent: dhr. H. Feenstra
Blok: 1
Datum: 29-10-2013
Subsidievoorstel interventie
Een project van de minor Preventie Hoe?Zo!
1
Voorwoord
Dit subsidievoorstel is tot stand gekomen door de studenten aan de Haagse Hogeschool die de minor ‘Preventie, Hoe? Zo! Doorlopen hebben en een interventie hebben opgesteld voor Spoorwijk. De interventie is gericht op jongeren in Spoorwijk en kan worden uitgevoerd door de opdrachtgever Sabina Jurjewigz. Tevens willen we haar, de bewoners van Spoorwijk en de kerndocenten van de minor bedanken voor de inzet.
2
Inhoudsopgave Voorwoord .................................................................................................................................................... 1
1 Inleiding ................................................................................................................................................. 3
Needs assessment ..................................................................................................................................... 4
Veranderingsdoelen .................................................................................................................................. 5
2 Interventie ............................................................................................................................................. 9
Programmaontwerp .................................................................................................................................. 9
Implementatie en adoptie ...................................................................................................................... 10
3 Onderbouwing interventie aan de hand van intervention mapping .................................................. 12
Methoden en technieken ....................................................................................................................... 12
Analyse van gedrag en omgevingscondities ........................................................................................... 13
Analyse afgenomen interviews ............................................................................................................... 14
ASE model in relatie tot interventies ...................................................................................................... 14
3 Begroting ............................................................................................................................................. 16
5 Proces- en effectevaluatie .................................................................................................................. 17
6 Literatuurlijst ....................................................................................................................................... 19
Bijlagen ........................................................................................................................................................ 20
Bijlage 1 Community Assesment ....................................................................................................... 20
Windshield survey ............................................................................................................................... 20
Needs Assement voor onderzoek ....................................................................................................... 26
Community survey .............................................................................................................................. 28
Bijlage 2 Interviews ............................................................................................................................ 30
3
1 Inleiding
Spoorwijk is een Haagse wijk in het stadsdeel Laak die voor het
grootste gedeelte gebouwd is in de jaren dertig. De wijk ligt ‘in
de spoorbocht’ tussen Rijswijk en Den Haag HS, aan de westkant
van Laak. Na de molenwijk was de spoorwijk de tweede wijk
waar op grote schaal sociale woningbouw door de gemeente is
gerealiseerd. Het stedenbouwkundig plan voor de spoorwijk,
ontleend uit het uit 1910 daterende uitbreidingsplan van de
beroemde architect Berlage was in die tijd een erg vernieuwend concept. Dit vanwege de ruime opzet
en het gevarieerde gebruik van openbare ruimten als straten, pleinen en groen.
‘’Na het einde van de 1e wereldoorlog is het weidegebied tussen het Julialaantje in Rijswijk en het spoor
opgespoten. Eind jaren '20 werden vervolgens vele arbeiderswoningen en portiekwoningen in Spoorwijk
gebouwd. Na de 2e wereldoorlog was Spoorwijk een populaire, nette en betaalbare wijk, maar vanaf de
jaren 80 raakte de wijk echter steeds meer in verval. De huizen waren veelal te klein en trokken een heel
gemengd publiek aan. Vanaf de jaren 90 is begonnen met vernieuwing van Spoorwijk. Het mooie Hof
van Heden werd een stadspark midden in de wijk. De afgebrande Jeroenkerk en Oranjekerk werden
vervangen door het wijkcentrum De Wissel en een moderne supermarkt. En een groot deel van de oude
portiekwoningen werd gesloopt om ruimte te
maken voor grotere nieuwe eengezinswoningen. ‘’
Spoorwijk is een multiculturele wijk, de afgelopen
decennia stond de Spoorwijk vooral bekend in
Den Haag als een berucht achterstandswijk maar
de oude volksbuurt sfeer is er nog altijd te
herkennen.
4
Needs assessment Stap 1.1 De interventie is ontwikkeld door een groep bestaande uit zes studenten aan de Haagse
Hogeschool welke de minor ‘Preventie.. Hoe? Zo’. volgen. In deze minor staat het ontwikkelen van een
interventie gericht op een achterstandswijk in de gemeente Den Haag of Delft centraal. De
planningsgroep heeft een interventie ontwikkeld voor de opdrachtgever Sabina Jurjewicz, werkzaam bij
stichting Mooi in Spoorwijk.
Stap 1.2 Na grondige analyse van de wijk is duidelijk geworden dat Spoorwijk kampt met veel
hangjongeren wat voor overlast in de wijk zorgt, waarbij ook jeugdcriminaliteit en schoolverzuim een
probleem is. Hierbij moet erkend worden dat onder deze jongeren, in de leeftijd van 10 tot 23 jaar oud,
maar een gedeelte hiervan in aanraking komt met criminaliteit. De hangjongeren zijn niet alleen
onderdeel van het probleem, maar ook de buurtbewoners, ouders, wijkagenten en instanties in de wijk.
Stap 1.3 De planningsgroep heeft na zorgvuldig overleg met elkaar en de focusgroepen besloten om zich
te richten op de doelgroep; kinderen van 9 t/m 12 jaar oud. Zo blijkt uit diverse artikelen dat
onderzoekers in het algemeen van mening zijn dat interventies van gedragsproblemen op jonge leeftijd
effectiever zijn dan op oudere leeftijd, dit omdat het onder andere een negatieve spiraal van psychische
problemen waaronder agressie en criminaliteit kan voorkomen. Dit is op latere leeftijd moeilijker om te
buigen. (Hermanns et al., 2005; Schoemaker et al., 2008). Zo wordt ook aangegeven dat interventies op
latere leeftijd met probleemgedrag/criminaliteit moeilijk te realiseren zijn en vaak maar een beperkt
effect teweeg brengen. In dit zelfde artikel wordt ook gesproken over kosteneffectiviteit. Interventies
uitgevoerd op jonge leeftijd blijken kosteneffectiever dan interventies op latere leeftijd. In een ander
artikel wordt hetzelfde aangekaard wat betreft leeftijd en preventie. ‘’Preventie werkt het best op jonge
leeftijd.’’ in dit artikel worden de kosten en baten van preventie en repressie besproken. Zo is de
opbrengst van het investeren in kinderen en jongeren het grootst omdat ’jong geleerd oud gedaan is’.
Kinderen kunnen dus langer de vruchten plukken van de investeringen die gedaan zijn in hen. Dit sluit
prefect aan op Spoorwijk aangezien het hier niet abnormaal is dat jonge kinderen al in aanraking komen
met politie en instanties.
Bron: Meijer S, (23 Juni 2010) "Psychisch functioneren: Wat zijn de effecten?", Nationaal Kompas . URL Bezocht op 06 Oktober 2013. Bron: Bakker, I (maart 2012) "Kosten en baten van preventie en repressie", Verwey-Jonker . URL Bezocht op 06 Oktober 2013.
1.4 Naar aanleiding van boven genoemde stappen is er een passende interventie gevonden genaamd
‘Taakspel’, deze is effectief bewezen. Het doel van deze interventie is om op spelenderwijs/ in
teamverband positief gedrag bij jongeren van 9 t/m 12 jaar in Spoorwijk te bewerkstelligen. Sociale
activiteiten worden hierbij gebruikt als bindmiddel, om overlast en criminaliteit een halt toe te roepen.
5
Veranderingsdoelen Stap 2.1
Als het taakspel succesvol is, dan word beginnend probleemgedrag bij jongeren van 9 t/m 12 jaar in
Spoorwijk in een vroeg stadium verminderd en omgebogen tot positief gedrag.
Stap 2.2 Specifieke doelen
Hieronder staan de doelen beschreven die nodig zijn om het Taakspel te implementeren in Spoorwijk en
uit te laten voeren door een andere partij, in dit geval de opdrachtgever.
1. Op 1 januari 2015 is het taakspel ingevoerd op de twee basisscholen in Spoorwijk voor de jongeren
van 9 t/m 12 jaar, door Sabina Jurjewicz in samenwerking met de docenten van desbetreffende scholen.
2. Drie maanden vóór het invoeren van het taakspel, dienen de ouders van de jongeren van 9 t/m 12
jaar, geïnformeerd te zijn over het invoeren van het taakspel.
3. Voor juni 2015 is het regelovertredend gedrag in de klas van de kinderen van 9 t/m 12 jaar met 30%
verminderd, met behulp van de invoering van het taakspel.
4. Voor 1 januari 2016 jongeren van 9 t/m 12 jaar ervan weerhouden hebben om ‘op straat te hangen’
door sociale activiteiten in teamverband aan te bieden op de basisscholen, waardoor zij bewust worden
gemaakt van positief gedrag.
5. Voor januari 2017 is er een evaluatieonderzoek uitgevoerd over het taakspel, waarbij word nagegaan
of deze het gewenste effect heeft bereikt.
Stap 2.3 Gedragsdeterminanten
Kennis: Jongeren leren dat onrustig, storend en regel overtredend gedrag gestraft word en dat positief
gedrag beloond word.
Risicoperceptie: Jongeren zien in dat vandalisme en criminaliteit (regelovertredend gedrag) hun kansen
op een loopbaan verkleinen
Attitude: Jongeren veranderen hun positieve houding ten opzichte van criminaliteit (regelovertredend
gedrag), zodat ze inzien dat ze kans op een loopbaan in de toekomst hebben
Sociale invloed: de jongeren zijn in staat om het belang van een opleiding voor een goede toekomst in
te zien.
Stap 2.4 Matrix veranderdoelen
Door gedragsdoelen op te stellen in een matrix, komt er een overzichtelijk weergave waarin duidelijk
zichtbaar is wat er voor nodig is om jongeren te laten inzien dat vandalisme en criminaliteit hun kansen
op een loopbaan verkleinen.
6
De onderstaande matrix geeft veranderingsdoelen weer, die toepasbaar zijn na de interventie. Ze zijn zo
opgezet dat de doelgroep ze makkelijk zou kunnen uitvoeren.
Tabel 1: Matrix voor jongeren van 9 t/m 12 jaar
Determinant
Doel (na voorlichting)
Gedragsdoel jongeren Jongeren zien in dat vandalisme en criminaliteit hun kansen op een loopbaan verkleinen
Attitude Jongeren kunnen voordelen noemen van het volgen van een opleiding. Jongeren zien dat een diploma waardevol is. Jongeren kunnen de gevolgen benoemen van regel overtredend gedrag
Sociale norm Leren Jongeren dat het verstandig is niet te spijbelen, maar goed op te letten in de klas.
Sociale invloed Kunnen jongeren beschrijven wat de gevolgen zijn van regel overtredend gedrag. Kunnen jongeren een beschrijving geven hoe er in het algemeen door jongeren over onrustig, regel overtredend en storend gedrag wordt gedacht.
Eigen effectiviteit Jongeren zien in dat aan vandalisme, onrustig en storend gedrag straffen zijn verbonden.
Risicoperceptie Erkennen jongeren dat onrustig, storend en regel overtredend gedrag gerelateerd is aan risicogedrag. Erkennen jongeren dat ook zij in situaties kunnen belanden waarin regel overtredend gedrag en weglopen hiervan, niet mogelijk is.
Tabel 2: Matrix voor Sabina Jurjewicz
Determinant Doel (na voorlichting)
Kennis Kan Sabina de voor haar opgestelde stappenplan
stap voor stap uit gaan voeren
Risicoperceptie Erkent Sabina dat het beter is om met de
basisscholen samen te werken en vanuit hun
positie het taakspel aan te gaan bieden.
Attitudes Kan Sabina navertellen waarom het taakspel
sociaal gedrag bij jongeren van 9 tot met 12 jaar
bevorderd, maar ook inzien dat deze interventie
uitvoeren veel tijd en geld gaat kosten.
7
Tabel 3: Overzichtsmatrix
Gedragsdoelen attitude Sociale norm Sociale druk Eigen eff. Risico perceptie
Individu 1(basisschool kinderen)
Gedragsdoel 1
Sporten tijdens
en na schooltijd
Het leuk
vinden om
tijdens en na
school te
sporten
Klasgenoten
en vriendjes
sporten ook
tijdens en na
schooltijd
Familie/vrienden
vinden dat
sporten goed is
en gezond, en
steunen dit
Initiatief tonen
om zichzelf aan
te melden voor
een sport of
spel
Beargumenteren
waarom sporten
leuk /belangrijk
is en waarom
het ongezond is
als je niet sport.
Gedragsdoel 2
Anderen
aansporen ook
te gaan sporten
na schooltijd
Het is leuk om
samen te
sporten
Sporten is
goed voor de
gezondheid en
dus beter dan
hangen op
straat
Familie/vrienden
vinden dat
sporten beter is
dan hangen op
straat
Vrienden
aansporen om
ook te gaan
sporten
Erkennen dat
het beter is dan
hangen op
straat.
Individu 2(ouders/opvoeders)
Gedragsdoel 1
Ouders
communiceren
beter met school
De school is
een belangrijk
onderdeel in
de opvoeding
van mijn kind.
De school
probeert in
contact te
komen met
ouders
De school en
andere ouders
geven aan dat
een goede
communicatie
belangrijk is
Ouders gaan
actiever naar
ouderavonden
Aangeven dat
het belangrijk is
een goed beeld
te hebben van
de scholing van
het kind
Gedragsdoel 2
Ouders maken
tijd voor hun
kinderen
Kinderen
moeten
aandacht
krijgen
Ouders zien
andere ouders
tijd voor hun
kinderen
maken
Ouders worden
gestimuleerd om
tijd vrij te maken
voor hun
kinderen
Ouders geven
aan dat ze
barrières
doorbroken
hebben en tijd
Ouders geven
aan dat hun kind
aandacht nodig
heeft
Sociale invloed Kan Sabina beargumenteren waarom het
belangrijk is om goede connecties te hebben
met belangrijke personen op basisscholen.
Eigen-effectiviteit Toont Sabina Jurjewicz initiatief om de voor haar
opgestelde interventie uit te gaan voeren.
8
maken voor hun
kind
Individu 3 (Sabina Jurjewicz)
Gedragsdoel 1
Een goed contact
hebben met de
kinderen in de
Spoorwijk
Het is
belangrijk
contact te
hebben met
alle kinderen
in de wijk
Sabina wil alle
kinderen
bereiken,
zodat zij hen
kan betrekken
in de
interventie
Sabina krijgt hulp
vanuit
organisaties en
scholen om alle
kinderen te
bereiken
Sabina geeft
aan dat zij
contact heeft
gevonden met
alle
leeftijdsgroepen
in de wijk
Sabina geeft aan
dat de
interventie pas
goed kan
functioneren als
alle kinderen
bereikt worden
Gedragsdoel 2
Zelf sport- en
spelprogramma’s
organiseren
Het is
belangrijk dat
er een goed
aanbod aan
sporten en
spellen in de
wijk is
In andere
wijken zijn
ook sport-
verenigingen
en worden er
sportdagen
georganiseerd
Sabina krijgt
steun van scholen
en
sportverenigingen
voor het
organiseren van
sportdagen
Sabina is
enthousiast en
organiseert zelf
“kennis maak
dagen” met
sport-
verenigingen
Beargumenteren
waarom sporten
leuk /belangrijk
is en waarom
het ongezond is
als je niet sport.
9
2 Interventie
Programmaontwerp Het ‘Taakspel’ richt zich op jongeren met beginnend probleemgedrag waaronder oppositioneel en/of
agressief gedrag. Kinderen met dergelijk gedrag lopen het risico op negatieve gevolgen in hun
ontwikkeling. Deze negatieve gevolgen omvatten onder meer het ontwikkelen van een gedragsstoornis,
jeugddelinquentie, schooluitval en vroegtijdig middelengebruik.
Het ‘Taakspel is met name gericht op het bevorderen van taakgericht gedrag en het verminderen van
regelovertredend gedrag, zodat een positief onderwijsklimaat gecreëerd wordt. Het uiteindelijke doel
van de interventie is beginnend probleemgedrag bij jongeren in een vroeg stadium te verminderen en
om te buigen naar positief gedrag.
Het ‘Taakspel’ wordt uitgevoerd door de leerkrachten op de basisscholen. De leerkrachten worden
geïnstrueerd en begeleid en zullen in iedere fase training krijgen om de interventie zo optimaal mogelijk
uit te voeren. Tijdens de implementatie van het spel wordt de leerkracht ondersteund bij het toepassen
van de interventie. Deze coaching bestaat uit tien klassenconsultaties, in het begin zal dit wekelijks zijn,
daarna met wat langere tussenpozen. Een begeleider controleert hierbij of de leerkracht het
stappenplan van de interventie correct uitvoert en ondersteunt de leerkracht bij knelpunten die zich
eventueel kunnen voordoen bij het spelen van het spel. Sabine Jurjewicz zou de taak van deze
begeleider op zich kunnen nemen door het behalen van de licentie schoolbegeleider/ambulant
begeleider. De begeleider wordt op zijn beurt getraind door de landelijke projectleider ‘Taakspel’. De rol
van Sabine Jurjewicz zou dan zijn; het introduceren van het ‘Taakspel’ aan de basisscholen in Spoorwijk,
het begeleiden van de leerkrachten op de basisscholen en ook zou zij eventueel kinderen waarbij het
‘Taakspel’ niet voldoende aanslaat verder kunnen begeleiden.
‘Taakspel’ heeft een groepsgerichte werkwijze waarbij leerlingen tijdens de reguliere lessen doormiddel
van een spel leren zich beter aan de regels te houden. Doordat klassenregels beter worden nageleefd,
zou onrustig storend en eventueel regelovertredend/agressief gedrag moeten verminderen. ‘Taakspel’
gaat uit van de leertheoretische principes van operante conditionering.
De implementatie van het ‘Taakspel’ verloopt in drie fasen. Iedere fase duurt ongeveer drie maanden.
1. In de eerste fase wordt het spel geïntroduceerd bij de leerlingen door middel van introductielessen. De leerlingen stellen samen met de leerkracht positieve regels op en verzinnen beloningen die passend zijn voor de klassensituatie. Vervolgens wordt het spel drie keer per week gespeeld. 2. In de tweede fase van het spel, de uitbreidingsfase wordt het ‘Taakspel’ steeds langer en in diverse
onderwijssituaties gespeeld.
10
3. In de laatste fase, de generalisatiefase wordt vooral veel aandacht besteed aan het in stand houden
van de effecten van het spel, met de bedoeling deze effecten ook in stand te houden wanneer het
Taakspel niet gespeeld wordt.
Het materiaal benodigd om de interventie uit te voeren bestaat uit de volgende onderdelen:
‘’De Taakspeldoos met de docentenhandleiding, 9 pictogrammen, observatieformulieren,
poster, kaarten’’ (Van der Sar, 2004b).
‘’De licentiemap Taakspel met een theoretische verantwoording, drie uitgewerkte trainingen,
een implementatiehandboek en implementatieformulieren’’ (Van der Sar & Goudswaard,
2001).
‘’Een instructievideo Taakspel voor schoolbegeleiders. Een train-de-trainermap Taakspel voor het opleiden van de schoolbegeleiders in Nederland.’’ (www.ced.nlwww.taakspel.nl)
‘Taakspel bevat ook mogelijkheden tot uitbreiding van de interventie op de speelplaats (eventueel na
schooltijd) en dit zou een mooie aanvulling zijn voor de kinderen van 9 t/m 12 jaar in Spoorwijk. Voor
deze mogelijkheid is binnen de interventie een aanvullend pakket ontwikkeld ook hierin zou Sabine
Jurjewicz veel betekenis kunnen hebben.
Bron: http://www.nji.nl/nl/Kennis/Databanken/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Erkende-
interventies/Taakspel
Implementatie en adoptie In dit hoofdstuk beschrijven wij hoe onze opdrachtgever Sabina Jurjewicz te werk zal gaan om het
taakspel te doen slagen. Aan de hand van implementatiedoelen en een stappenplan ondersteunen wij
haar hierin.
Het taakspel wordt door Sabina Jurjewicz werkzaam bij stichting Mooi in Spoorwijk uitgevoerd. Eerst
wordt het taakspel “ op maat gemaakt”, voor Spoorwijk. Dit doet Sabine in overleg met de
contactpersoon, Marjon ten Heggeler van Centrum Educatieve Dienstverlening (CED).
Om het taakspel tot een succes te maken zijn er factoren die van invloed zijn zoals, school, woonbuurt,
jongerengroepen, sportverenigingen. Er wordt een gezamenlijke inzet verwacht van alle instanties.
Alleen zo heeft deze interventie kans van slagen.
Hieronder staan de implementatiedoelen beschreven om het taakspel te doen slagen aan de hand van
een stappenplan uitgevoerd door onze opdrachtgever.
11
Het taakspel wordt ingevoerd op de twee basisscholen in Spoorwijk voor de jongeren van 9 t/m
12 jaar, door Sabina Jurjewicz in samenwerking met de docenten van desbetreffende scholen.
Door Sabine Jurjewicz wordt geïnventariseerd welke nationaliteiten er allemaal op de
basisscholen aanwezig zijn. Aan de hand hiervan kan zij brieven in verschillende talen opstellen.
De ouders worden door deze brieven op de hoogte gesteld van het taakspel en wat de
bedoeling hiervan is. Als de ouders vragen hebben over hoe het taakspel werkt dan nemen zij
contact op met Sabina Jurjewicz.
Door docenten wordt per klas het gedrag van de jongeren van 9 t/m 12 jaar in de gaten
gehouden. Dit wordt gemeten aan de hand van een vragen lijst en bijgehouden per maand.
Hierdoor kunnen zij de veranderingen in gedrag tijdig opmerken.
Door het invoeren van het taakspel voor jongeren van 9 t/m 12 jaar worden zij ervan
weerhouden om ‘op straat te hangen’, door sociale activiteiten in teamverband aan te bieden
op de basisscholen, waardoor zij bewust worden gemaakt van positief gedrag. Door de ouders
een vragenlijst in te laten vullen kan Sabina Jurjewicz bij houden of het gedrag ook na school
verandert.
Na het invoeren van de het takenspel wordt er na verloop van een jaar een evaluatieonderzoek
uitgevoerd waarbij word nagegaan of het gedrag is veranderd. Hierdoor kan Sabina Jurjewicz nagaan of
het taakspel succesvol is geweest. Ook kan Sabina Jurjewicz aan Marjon ten Heggeler van Centrum
Educatieve Dienstverlening (CED) vragen of zij haar kan begeleiden bij het evaluatie van het taakspel.
12
3 Onderbouwing interventie aan de hand van intervention mapping
Methoden en technieken In dit hoofdstuk wordt ingegaan op al bestaande interventies. Om de eerder benoemde veranderingsdoelen daadwerkelijk te kunnen behalen is er een toepasbare
interventie nodig. Er zijn een drietal interventies gevonden die mogelijk bruikbaar zijn. Hieronder
worden deze beschreven en onderbouwd.
Interventies ‘Doelbewust’ en ‘(l) earn respect, yes i will’ zijn interventies van het Centrum Criminaliteit
Preventie Veiligheid (CCV). Het CCV is een organisatie die opgezet is door publieke partijen zoals de
gemeenten en politie en richt zich op een veilige leefomgeving. (www.hetccv.nl)
De interventies die het ccv hebben opgenomen in een publicatie om de leefbaarheid in de wijk te
verbeteren hebben als criteria dat deze toepasbaar moeten zijn in de wijk en gericht op de bewoners
van de wijk.
http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/webwinkel/Overzicht_interventies_wijkveiligheid.pd
f pag. 7.
De interventie ‘Doelbewust’ is gericht op risicojongeren van 10 tot 16 jaar die weinig respect tonen voor
de autoriteiten en grensoverschrijdend gedrag vertonen. De interventie heeft voetbal als bindmiddel en
zorgt op deze manier dat de jongeren op een respectvolle manier met elkaar omgaan en elkaar leren
corrigeren als ze grensoverschrijdend gedrag vertonen. Door elkaar erop aan te spreken is geen verschil
in status en zouden ze het gedrag sneller in positieve zin ombuigen.
De interventie is niet voldoende onderbouwd met theoretische methodieken en niet bewezen effectief
bevonden door het RIVM en door middel van onderzoek. De gebruikte bronnen zijn niet (meer) terug te
vinden. Uit de resultaten van de interventie is gebleken dat “de overlast is verminderd, het gedrag
positief is veranderd en de schoolresultaten zijn verbeterd”.
http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/webwinkel/Overzicht_interventies_wijkveiligheid.pd
f pag. 104, resultaat.
De interventie ‘(l) earn respect, yes i will’ is gericht op respectvol met elkaar omgaan en heeft geen
specifieke doelgroep. De interventie heeft verschillende sporten als bindmiddel en als doel de
leefbaarheid en veiligheid bevorderen in de wijk.
De interventie is niet voldoende onderbouwd met theoretische methodieken en niet effectief bevonden
door het RIVM en door middel van onderzoek. De gebruikte bronnen zijn niet (meer) terug te vinden. Uit
de resultaten van de interventie is gebleken dat kinderen met verschillende etniciteit mee doen aan de
verschillende sporten.
http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/webwinkel/Overzicht_interventies_wijkveiligheid.pd
f pag. 114.
13
Bovenstaande interventies zijn dan wel niet effectief bewezen door het RIVM, maar kunnen wel
toegepast worden op de veranderingsdoelen van stap 2. Zo zijn de sociale invloed en de eigen
effectiviteit veranderbaar.
Om eerder genoemde veranderingsdoelen te laten doen slagen, is er gekozen voor een bestaande
interventie; ‘Taakspel’. ‘Taakspel’ is een interventie die zich richt op kinderen met probleemgedrag zoals
criminaliteit, regel overtredend en onrustig gedrag.
De interventie ‘Taakspel’ is in 2004 uitgevoerd op elf Rotterdamse scholen, die bestonden uit leerlingen
van allochtone en autochtone komaf, en sommige met een lage SES. (sociaal economische status). Het
onderzoek door twee verschillende partijen op twee verschillende manieren getoetst (RCT en
experimenteel onderzoek) en is effectief bewezen. De interventie wordt voortgezet om nog verder
onderzoek te kunnen doen naar psychologische gedragsproblemen bij kinderen.
De gebruikte methode die in de interventie is toegepast is het Teacher’s Report Form (TRF), Child
Behavior Checklist (CBC) en Probleem Gedrag op School Interview(PBSI). ( Taakspel: pag. 8/13)
De CBC is een meetinstrument om te kunnen bepalen of bepaalde problemen in combinatie met
gedragsproblemen voortkomen uit andere problemen. Hierbij valt te denken aan onrustig gedrag,
weinig concentratie in combinatie met nog niet gediagnostiseerde ADD. Het CBC word meestal naast
het TRF gebruikt en heeft als doel een beeld te vormen van de jongere, voor de docent. (waarom
gedraagt het kind zich zo?). Het PBSI is de Nederlandse variant van de eerder genoemde methodes.
Door deze methodes toe te passen, wordt niet alleen het gedrag van de jongere aangepakt, maar ook
het probleem, wat resulteert in een betere toekomst voor de jongere. (Nederlands Jeugd instituut.
http://www.nji.nl/nl/Kennis/Databanken/Databank-Instrumenten-en-Richtlijnen/Teachers-Report-
Form-(TRF) )
Dit zijn allen methodieken waarin de basis de peer-model-stories zijn. (Gezondheidsvoorlichting en
gedragsverandering: een planmatige aanpak. H6, pag. 124) Peer-model-stories zijn ‘rolmodelverhalen’
waarin de jongere inziet waar hij/ zij mee bezig is. Door deze methodieken en technieken toe te passen
wordt hierbij zowel gebruik gemaakt van methode en techniek voor gedragsverandering. Uit de eerder
genoemde gedragsveranderingsdoelen, kunnen via deze methodieken de attitude, eigen effectiviteit en
het risicoperceptie van de jongere worden veranderd. De twee veranderingsdoelen met betrekking tot
sociale norm en invloed, zijn moeilijk te meten, omdat deze niet alleen betrekking hebben op de
jongere, maar ook op de omgeving van de jongere.
De interventie is bruikbaar voor de Haagse doelgroep. Deze jongeren tonen soortgelijk gedrag en zitten
in een soortgelijke krachtwijk, alleen in een andere stad.
Analyse van gedrag en omgevingscondities
Aan de hand van het Wind Shield Survey formulier (WSS) en interviews met bewoners uit Spoorwijk, is
er een analyse opgesteld van gedrag en zijn de omgevingscondities in kaart gebracht.
14
Analyse van gedrag:
De bewoners van Spoorwijken lijken op het oog gesloten mensen, die vooral bezig zijn met zichzelf
en niet met de mensen om hen heen. Het is een wijk die bestaat uit een mix van allochtonen en
autochtonen, waarvan de autochtonen al generaties lang in de wijk/ bepaalde straten wonen. Na
het voeren van gesprekken met buurtbewoners kan de conclusie getrokken worden dat de mensen
open staan voor een gesprek, behulpzaam zijn, maar voor gelijkwaardig aan elkaar zijn.
Analyse van omgevingscondities:
De omgevingscondities zijn tweemaal onderzocht op verschillende dagen en tijdstippen door
verschillende onderzoekers. Om de omgevingscondities in kaart te brengen is er gebruik gemaakt
van een WindShield Survey-formulier (WSS). In combinatie met de gelopen route is Spoorwijk in
kaart gebracht. De volledig ingevulde WSS zijn terug te vinden in de bijlage.
In het algemeen bevatten de straten van Spoorwijk een mix tussen nieuw- en oudbouw rijtjeshuizen
die aan relatief brede straten staan, waarin zich her en der wat groen bevind. In de wijk is een
groenstrook aanwezig en een klein parkje wat het Hof van Heden wordt genoemd.
De meeste huizen zijn redelijk onderhouden, in sommige straten zijn de huizen verloederd.
De kwaliteit van de ruimte wordt redelijk goed benut, er zijn een boel (eenmans) zaken van diversen
etnische komaf (slager, bakkerij e.d.) inclusief een lange winkelstraat waar zich een grote
supermarktketen heeft gevestigd,. Daarnaast bevinden zich een aantal speeltuinen en
speelpleintjes in de wijk, er zijn diversen koffiehuizen en buurtcentra voor jong en oud en de straten
zijn kaal maar wel schoon.
Analyse afgenomen interviews In onderstaande paragraaf staan alle bevindingen uit interviews en enquêtes in een samenvatting.
De volledige uitwerking hiervan is terug te vinden in bijlage 3.
ASE model in relatie tot interventies Attitude: Het is belangrijk om te kijken hoe de jongeren in de spoorwijk tegen het probleem aankijken.
Ze moeten zelf gaan inzien dat regelovertredend gedrag fout is en wat de gevolgen hiervan zijn. Pas als
ze zelf in gaan zien dat fout gedrag niet acceptabel is en dat daarnaast een opleiding volgen erg
belangrijk is zal hun attitude veraderen hier tegenover.
Sociale invloed: Bij het proces van verandering van de jongeren spelen omgevingsfactoren waaronder
sociale invloed ook een hele belangrijke rol. Ouders, school maar ook vrienden zijn hierbij van belang.
Echter wanneer de attitude van de ouders of vrienden niet overeenkomen is het van belang dat de
jongeren dit gedrag doorbeken en hun eigen weg volgen. Wat ook blijkt uit onderzoek is dat veel
jongeren in de spoorwijk door hun ouders aangezet worden tot regelovertredend gedrag. Ook scholen
kunnen in dit proces een belangrijke rol spelen, door positief gedrag aan te moedigen en mogelijkheden
15
te laten zien voor de toekomst. Het is wel belangrijk om dit in een vroeg stadium te doen omdat
kinderen zich in deze periode nog laten vormen door sociale invloeden.
Eigen effectiviteit: Het is van belang dat de kinderen in Spoorwijk kennis hebben over de risico’s van
regelovertredend gedrag en dat hier conciquenties aan verbonden zijn. Ze moeten inzien dat ze door dit
gedrag te vertonen in situaties kunnen belanden waar ze niet meer zomaar voor kunnen weglopen. Ook
is het van belang dat de kinderen de mogelijkheden zien voor in de toekomst, dat ze weten dat er een
mogelijkheid is om een opleiding te doen en later een baan kunnen.
16
3 Begroting
De begroting is een schatting van de kosten die komen kijken bij de invoering van het Taakspel. Hierbij is
uitgegaan van het opleiden van één leerkracht om het Taakspel uit te kunnen voeren en het huren van
een taakspelbegeleider van buitenaf.
Deze begroting bevat de inkomsten en kosten voor de invoering van het Taakspel op één basisschool. In
Spoorwijk zijn twee basisscholen, waarvoor deze begroting voor allebei geld.
De tijd van de leerkracht die verstrijkt om het Taakspel uit te voeren is niet in kosten berekend, omdat
dit binnen de reguliere lesuren valt.
Begroting invoeren interventie ‘Taakspel’ over het jaar 2014
Inkomsten Uitgaven
Subsidie Materialen
Trainen van één leerkracht * €1300 Taakspeldoos €149,50
Personeelskosten
In huren taakspelbegeleider CED** €500
Training één leerkracht *** €2600
Totaal: €1300 €3249,50
* Trainen van één leerkracht kost €2600 euro, waarvan de helft wordt vergoed. Men krijgt hiervoor
€1300 euro vanuit het RIVM wat onder het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport valt.
(RIVM, 2013)
** In plaats van het inhuren van een taakspelbegeleider is het ook mogelijk om een ambulant
hulpverlener/schoolbegeleider/onderwijsadviseur op te leiden tot taakspelbegeleider, die daarvoor
word beloond met een licentie. De training volgen bij het Centrum Educatieve Dienst kost dan €395
euro. (RIVM, 2013)
*** Het trainen van meerdere leerkrachten is ook mogelijk. De maximale vergoeding bedraagt dan
€2000 euro. Er kan ook een factuur op maat gemaakt worden. (RIVM, 2013)
1. RIVM (10-2013)Geraadpleegd op 31-10-2013. http://www.gezondeschool.info/advies-en-
ondersteuning/ondersteuningsaanbod-2013/versterking-activiteit/activiteiten-jeugdimpuls-po/
2. RIVM (7-2013) Geraadpleegd op: 31-10-2013.
http://www.gezondeschool.nl/activiteiten/t/taakspel/?schooltype=po
3. RIVM (10-2013) Geraadpleegd op 31-10-2013. http://www.gezondeschool.info/advies-en-
ondersteuning/ondersteuningsaanbod-2013/versterking-activiteit/activiteiten-jeugdimpuls-po/
17
5 Proces- en effectevaluatie
Na de periode van de interventie moet er gekeken worden wat het effect geweest is. Hiervoor is een
bepaald evaluatie proces nodig. Dit proces van evalueren bestaat uit 2 stappen: effect evaluatie en een
proces evaluatie. Echter nemen wij een bestaande interventie (het taakspel) en zullen wij geen
onderzoek doen naar het gebruik van materialen. Dit is al getest en dus niet meer nodig.
We beginnen met de effect evaluatie. Bij deze stap van evalueren is het van belang dat er door middel
van selecteren 2 groepen worden vastgesteld, dit noemen we ook wel randomisatie. Deze 2 groepen
worden de hoofdgroepen van de evaluatie naar het de interventie die gehouden word. Deze groepen
bestaan uit een controle groep(zonder interventie) en een experimentele groep(met interventie). Het is
bij randomisatie van belang dat de 2 groepen de interventie in dezelfde omstandigheden uit zullen
voeren. Het is dus van belang dat er gekeken word naar samenstelling van de groepen: leeftijd(9-12),
etniciteit, sekse. Wanneer deze omstandigheden bijna gelijk aan elkaar zullen zijn, zullen de uitkomsten
het betrouwbaarste zijn.
De volgende stap van de effect evaluatie is experimentele manipulatie. Hierbij word dus de
experimentele groep(met interventie) blootgesteld aan de interventie. Na de hand worden de 2 groepen
geobserveerd en gekeken naar de verschillen. Het taakspel is een bestaande interventie en er is al een
een manier van observeren gebruikt toen de interventie voor het eerste is uitgevoerd. Om de resultaten
ook te kunnen vergelijken met deze groep zullen wij deze manier van observeren overnemen. (Zie tabel)
Doel evaluatie Neemt het taakgerichte gedrag van de leerlingen
met het taakspel toe? En neemt het regel
overtredende gedrag van leerlingen met het
taakspel af?
Methode observatie
Meetinstrument intervalmetingen
Taakgericht gedrag Observeren en aantal minuten bijhouden wanneer
dit plaats vind
Regel overtedend gedrag Het aantal keer turven wanneer dit plaats vind
(Nederlandse Jeugd instituut, 2003)
18
Daarna volgt er nog een proces evaluatie. Deze evaluatie dient in het veld te worden gedaan omdat je
hierbij gaat kijken of de interventie zelf goed verlopen is en of iedereen de taken heeft volbracht die hij
of zei moest volbrengen. Bij ons is het dus van belang om te kijken of de scholen zich aan de
afgesproken uren hebben gehouden waaraan het taakspel zich moet voldoen en of de leraren zich aan
de juiste lesmaterialen hebben gebruikt. Het is dus van belang om te kijken of de interventie niet is
veranderd. Hierdoor zullen de cijfers de effect evaluatie ook niet meer kloppen en zou er een andere
inschatting gemaakt moeten worden.
Bron: Nederlandse Jeugd instituut(2003) http://www.nji.nl/nl/Kennis/Databanken/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Erkende-interventies/Taakspel Geraadpleegd op 29-10-2013
19
6 Literatuurlijst
http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/webwinkel/Overzicht_interventies_wijkveiligheid.pdf http://www.denhaag.nl/home/bewoners/stadsdelen-en-wijken/laak/laakkwartier-poorwijk-en-binckhorst.htm http://www.spoorwijk.org/ Centrum voor Jeugd en Gezin Den Haag(december 2011) http://www.anababa.nl/ontwikkeling/kind/tussen-9-en-12-jaar Geraadpleegd op 2-10-2013 Centrum voor Jeugd en Gezin Maasland(2012) http://www.centrumjeugdengezin-maasland.nl/ontwikkeling-basisschoolleeftijd.html Geraadpleegd op 2-10-2013 SLO (2013) http://sociaalemotioneel.slo.nl/thema/algemeen/soc-emot_ontw/ontwikkelschets_7-8/ Geraadpleegd op 3-10-2013
Bron: Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering, een planmatige aanpak
Website:http://mens-en-samenleving.infonu.nl.
http://www.loketgezondleven.nl/i-database/interventies/t/13207/
Bron: Meijer S, (23 Juni 2010) "Psychisch functioneren: Wat zijn de effecten?", Nationaal Kompas . URL Bezocht op 06 Oktober 2013. Bron: Bakker, I (maart 2012) "Kosten en baten van preventie en repressie", Verwey-Jonker . URL Bezocht op 06 Oktober 2013.
Nederlandse Jeugd instituut(2003) http://www.nji.nl/nl/Kennis/Databanken/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Erkende-interventies/Taakspel Geraadpleegd op 29-10-2013
20
Bijlagen
Bijlage 1 Community Assesment
Windshield survey
Huizen en gebieden:
Hoe zijn de buurten hetzelfde (of niet) in architect, materie en constructie?
-dit varieert heel erg van straat tot straat.
-dit varieert heel erg van straat tot straat. Het contrast tussen nieuw en oud is groot.
-Opvallend is dat het grootste gedeelte van de huizen in de straten van de Spoorwijk erg veel op elkaar
lijken. Er zijn dezelfde kleuren bakstenen gebruikt bij de huizen. De meeste woningen zijn
portiekwoningen en Maisonnettes. Er zijn een aantal nieuwbouwhuizen in sommige delen van de
Spoorwijk, maar dit zijn er in verhouding erg weinig.
Hoe zijn de huizen geplaatst? (aan elkaar, afhankelijk, gras gebieden, veel ruimte?)
-er is veel groen aanwezig, de huizen bouw is hier ook heel verschillend. Een mix van nieuw en oud
bouw variëren van elkaar.
-de huizen zijn voornamelijk aan elkaar geplaatst, toch ziet de buurt er wel vrij ruimtelijk uit. Veel groen
is er niet maar er zijn wel groenstreken.
- De huizen zijn vooral aan elkaar geplaatst. Er zijn hier en daar wat parkjes aangelegd, maar er is erg
weinig ‘groen’ in de wijk. Het is vooral volgebouwd met huizen. Bij de nieuwbouwhuizen is wat meer
ruimte en groen in de omgeving.
Wat is de generale conditie van de huizen?
-zoals boven gezegd is het een combinatie van nieuw en oud bouw, maar voornamelijk typerend wel
oude woning die zich in goede staat bevinden.
-hierin kun je een duidelijk onderscheid zien. In een gedeelte van de wijk staan vooral wat verouderde
en verloederde portieken. Daarnaast zijn er ook huizen die wat nieuwer zijn en er over het algemeen
ook wat beter uit zien.
- Het grootste gedeelte van de huizen is slecht onderhouden. Dit valt op aan het houtwerk aan de
buitenkant van de woningen (kozijnen, deuren en deurposten). Het ziet er allemaal een beetje oud uit.
Ruimte gebruik
21
Hoe wordt het land gebruikt? (open ruimte, voor commercie, industrie etc.)
- wat opvalt zijn de eenmanszaken, dit is van Poolse supermarkt tot cafés. Veel verschillende winkeltjes
bevinden zich in Spoorwijk.
- Naast veel woningen en portieken wordt het land vooral gebruikt voor eenmanszaken, slagers,
kapperszaken, Turkse winkels. Ook zijn er een aantal vrij nieuwe speelplaatsen te vinden. Scholen en
kinderdagverblijven zie ik tot mijn verbazing niet terwijl de statistische gegevens toch aangeven dat er
veel jongeren zijn in de wijk.
- Er zijn vooral woningen in de spoorwijk. Er is een hoofdstraat waar veel winkeltjes naast elkaar zitten.
Het zijn veelal eenmanszaken. Deze zitten ook verdeeld over de rest van de wijk, op elke hoek van de
straat zit wel iets zoals een kapper, slager of supermarktje. Verder staan er wat pandjes leeg, maar niet
extreem veel. Opvallend was dat er niet veel industrie in de wijk aanwezig is.
Wat is het kwaliteit van de ruimte? (parken, bloemen of juist vuil op straat)
-het hof van heden bevindt zich in Spoorwijk, door een van de maatschappelijke werkers genaamd
Renée kregen wij te horen dat het de duurste park is in Europa.
Belangrijk buurtcentra in de wijk zijn wijkcentrum De Wissel, de Oase (diaconaal werk) ende Wijkplaats;
zij bieden een uitgebreid aanbod voor verschillende doelgroepen. Voor jongeren is er het
jongerencentrum De Keet.
-de winkeltjes zien er niet allemaal even onderhouden uit, net zoals het grootste gedeelte van de
woningen eigenlijk in Spoorwijk. Groen of bloemen is bijna niet te zien, de straten zien er vrij kaal uit,
wel is het erg schoon op straat viel mij op. Er is bijna geen straatvuil te bekennen.
- Er zijn een aantal parkjes, deze zijn goed onderhouden. Verder zijn er naast de twee parkjes die wij
gezien hebben, weinig bloemen, struiken en bomen in de straten te vinden. Het is verder niet vuil op
straat, juist erg schoon. In de sloten is wel wat afval te vinden.
Wat voor effect heeft dit op de wijkbewoners leven?
-wat ons opvalt is dat de oudere bewoners zich terugtrekken in de buurthuizen waar ze elkaar wekelijks
ontmoeten en waar er tijdvermaak wordt georganiseerd.
- Waarschijnlijk hebben zij niet echt de behoefte om buiten te komen, omdat er niet echt een mooie
omgeving is waar je even lekker kunt wandelen of zitten (behalve dat ene parkje/groenstrookje).
Grenzen
Waar begint de wijk Spoorwijk en waar eindigt het en hoe wordt dit gekenmerkt?
-Spoorwijk begint waar Laakkwartier grenst, tevens grens het ook aan Escamp en Moerwijk.
Er zijn geen zichtbare scheidingen, behalve een spoor dat de grens aan geeft.
-Spoorwijk ligt in de zogeheten ‘spoorbocht’, tussen Rijswijk en Den Haag HS. Aan de westkant van Laak.
Er is verder geen duidelijk kenmerk van waar Spoorwijk begint en waar Spoorwijk eindigt.
22
- De wijk Laak begint naast station Moerwijk en eindigt ongeveer bij de Genestestraat vlakbij het
politiebureau. Dit is een doorgaande drukke weg, met veel auto’s. Verder is het in Spoorwijk zelf vrij
rustig op straat overdag.
Algemene gebieden
Waar zijn de plaatsen waar mensen bij elkaar komen en wat zijn de kenmerken ervan?
-de oudere bewoners komen in de buurthuizen bij elkaar en van de wijkagent hebben we begrepen dat
de jeugd zich terugtrekt op parken , voetbalvelden en hangen op de hoeken.
-tijdens het lopen in de Spoorwijk ben ik een aantal buurthuizen voor ouderen tegen gekomen. De jeugd
hangt vooral in de groenstrook en bij de voetbalvereniging bij laakkwartier.
- Wij denken dat de mensen vooral bij elkaar komen in de seniorenhuizen, de koffiehuizen, andere
buurtverenigingen en op straat voor de Albert Heijn.
De koffiehuizen zitten vooral op de hoeken van straten. De seniorenhuizen zijn ook aardig in het
zicht/vallen op als je voorbij loopt. De uitstraling die het heeft als je er zo voorbij loopt is ‘ouderwets
ingericht’.
Transportatie
Wat zijn de transportatie methodes in de wijk?
-er wordt gebruik gemaakt van tram, bus, auto , scooters en fietsen om zich te verplaatsen. Wat
kenmerkend is voor Spoorwijk dat er op loopafstand een trein halte bevindt namelijk station Moerwijk.
-de wijk ligt op loopafstand van Moerwijk en er rijden trams en bussen door de wijk. Verder zie je veel
mensen op de fiets en brommer.
- Er zijn allemaal goed en net onderhouden wegen aangelegd. Van stenen straten tot fietspaden,
wandelpaden en asfaltwegen. Er is overal goed te komen te voet, met fiets/scooter of auto. Daarnaast
rijd er een tram dwars door de wijk heen en is station Moerwijk erg dichtbij. Ook kan men op een aantal
plaatsen de bus nemen.
Hoe beïnvloeden de transportatiemethodes de leven van de mensen? (kans op ongeluk etc.)
- De doorgaande wegen die leiden naar andere wijken en gebieden zijn breed en voorzien van
stoplichten, zebrapaden, voetgangers- en fietspaden. De straten die naast de doorgaande
wegen liggen zijn smal, hebben verkeersdrempels en zijn niet erg overzichtelijk.
- De doorgaande wegen die leiden naar andere wijken en gebieden zijn breed en voorzien van
stoplichten, zebrapaden, voetgangers- en fietspaden. De straten die naast de doorgaande
wegen liggen zijn smal, hebben verkeersdrempels en zijn niet erg overzichtelijk.
23
- De transportatiemethodes zijn goed aangelegd. De kans op ongelukken lijkt klein, omdat er bijna
overal netjes fietspaden en wandelpaden zijn aangelegd.
Service Centra
Zijn er service centra in de wijk Spoorwijk en zo ja welke? ( recreatiecentrum,
gezondheidscentrum etc. maar ook praktijken van dokters, tandartsen, fysiotherapeuten etc.)
- Buurtcentrum de Wissel is een centrum waar diverse buurtbewoners samen komen. Er bevinden zich
in verschillende straten, veel al naast elkaar, tandartsen, apotheken en kapperszaken. Dokterpraktijken
zijn niet opgevallen.
- Buurtcentrum de Wissel is een centrum waar diverse buurtbewoners samen komen. Er bevinden zich
in verschillende straten, veel al naast elkaar, tandartsen, apotheken en kapperszaken. Dokterpraktijken
zijn niet opgevallen.
- Er zijn in ieder geval fysiotherapeuten in de Spoorwijk te vinden. Hier zijn we langs gelopen. Ons is niet
opgevallen dat er een gezondheidscentrum aanwezig is, hoewel het mogelijk is dat deze wel bestaat.
Recreatiecentrums zijn er genoeg. We zijn drie seniorencentra tegen gekomen en een aantal
koffiehuizen.
Winkels
Waar winkelen de bewoners?
- De wijk bevat een lange winkelstraat, maar het is er erg stil. Het is voor ons nog niet bekend of hier ook
daadwerkelijk mensen komen om te winkelen. De straat wordt gekenmerkt door vlagen waarop staat
dat het een winkelstraat is.
- in de wijk bevind zich één duidelijke winkelstraat.
- Waarschijnlijk winkelen de bewoners in de hoofdstraat van Spoorwijk. Hier zijn aan weerszijden veel
winkeltjes aanwezig. Verder zullen zij hun eigen vaste winkeltjes hebben waar zij heen gaan, aangezien
in veel straten eenmanszaakjes zitten. Om echt goed te winkelen denken wij dat de mensen naar het
centrum van Den Haag gaan. Hier zitten meer kledingwinkels en andere winkelketens.
Hoe reizen zij om te winkelen?
- Bewoners bewegen zich vooral voort door een hulpmiddel zoals scootmobiel, te voet of met de
auto. Fiets kom je weinig tegen.
- op de fiets, brommer en lopend.
- Als zij in de Spoorwijk blijven waarschijnlijk te voet of met de fiets. Als zij naar het centrum van
Den Haag willen, lijkt de trein of tram ons het meest logisch.
24
Wat voor winkels en goederen zijn beschikbaar in de Spoorwijk?
- Er is een grote supermarkt van een bekend supermarktketen, verder in de wijk bevinden zich kleinere
gespecialiseerde zaakjes zoals groenteboeren, kaasboeren, slagerijen, allen met een andere kom af.
(Turks, Marokkaans, Pools, e.d. )
- de winkelstraat bestaat voornamelijk uit eenmanszaken en opvallend 1 Albert Heijn. De
eenmanszaken zijn voornamelijk slagers, groentezaakjes, kappers en Turkse winkeltjes. Echt kleding
zaken zijn er niet te vinden, wel van die ‘markt’ kleding winkeltjes.
- Vooral eenmanszaakjes. Hierbij moet je denken aan kleine kleding boetiekjes, elektronicazaakjes,
slagers, bakkers, kappers en supermarktjes. Alle goederen zijn te verkrijgen in de Spoorwijk.
Straat scene
Wat zie je op straat? Denk aan moeder met baby’s, tieners, werkloze mannen, door tot door
verkooppersonen.
- Er waren weinig mensen op straat. Een enkele moeder moet kinderwagen en wat mensen op leeftijd
(bejaarde).
- opvallend genoeg waren er vrij weinig mensen op straat, zo af en toe zag je iemand voorbij rijden op
de scooter of fiets, hier en daar zag je wat mensen op straat, maar het zag er erg rustig uit. Opvallend
was dat er ook vrij weinig jonge kinderen te zien waren op straat, en zelfs in de speeltuintjes zag je maar
1 of 2 kinderen spelen. Het zag er uitgestorven uit.
- Overdag zijn er vooral veel bejaarden mensen te vinden op straat. Verder is het erg leeg/stil op straat.
Waarschijnlijk zijn de meeste mensen aan het werk en de kinderen op school.
Zie je ook dieren als huisdieren, straatkatten en honden, wachthonden?
- Er loopt een enkeling met een hond over straat.
- Bijna niet.
- Opvallend was dat we eigenlijk zeer weinig tot geen huisdieren op straat hebben gezien. Ook
geen mensen die bijvoorbeeld hun hond aan het uitlaten waren.
Gemeenschap groei
Zie je tekens van gemeenschap groei als makelaar borden, nieuwe constructies,
remodelleren, straat reparatie, politieke posters, wijkbijeenkomst posters.
- Er staan maar weinig huizen te koop in Spoorwijk. Bij navraag aan de secretaris van de
voetbalvereniging is gebleken dat een hoop huizen in onderhuur wordt geplaatst, omdat het toch niet
verkocht word. Het contrast tussen nieuwbouw en oudbouw is enorm groot.
- nee. Er staan geen huizen leeg, er is geen aanname dat er projecten qua nieuwbouw zijn. Ook posters
zijn niet te zien.
- Er waren wat ‘te koop’ borden te vinden. Verder waren er weinig nieuwe constructies/nieuwbouw te
vinden. Wel waren er wat nieuw aangelegde speeltuintjes. Geen tekenen van remodelleren. Wel was te
25
zien dat het asfalt, de strepen op de weg en de fietspaden goed onderhouden waren.
Verder hebben we geen politieke posters/wijkbijeenkomst posters gezien. Wel posters voor
festivals/dancefeesten.
Zie je tekens van wijk vermindering als vuil?
- Het huisvuil word wekelijks opgehaald en de wijk ziet er netjes en schoon uit.
-de wijk ziet er netjes uit, er is bijna geen zwerfafval of straatvuil te zien.
-Dat viel erg mee. Vooral de (huur)huizen zagen er wat slechter uit aan de buitenkant. Verder was het
netjes op straat.
Etniciteit en religie Spoorwijk telt op het moment van onderzoek 3.407 inwoners Etniciteit in procenten in Spoorwijk. Nederlands 31 Turks 14 Marokkaans 10 Surinaams 26 Antilliaans en Arubaans 4 overig-geindustrialiseerd 9 overig niet-geindustrialiseerd 6
Welk bewijs zie je van etnische karakteristieken van de mensen? (winkels, religieuze
instanties, informatie welk niet in het Nederlands getoond word)?
-wij zagen een hindoestaanse tempel toen we door het buurt liepen.
-etnische karakteristieken zijn vooral terug te zien aan de winkels, ik heb veel Turkse winkels gezien
maar ook Poolse winkels. In de groenstrook zag ik bordjes waarop een verbod van alcohol werd
aangeduid op een manier waarop niet Nederlands sprekende mensen het ook begrepen. Ook heb ik een
kerk gezien en een aantal gebedsruimten. In de flats zag ik ook een hoop schotels waar je uit op zou
kunnen maken dat er veel allochtone mensen wonen.
- Er waren veel buitenlandse winkels, zoals islamitische slagerijen, Poolse supermarkten, buitenlandse
groenteboeren en koffiehuizen aanwezig.
Media
Zijn er TV antennes?
- Tv antennes zijn nauwelijks aanwezig in de wijk.
- dit is me niet opgevallen.
- Ja, vooral bij de wat oudere (huur)huizen waren vele antennes aanwezig.
Welk media lijkt het meest belangrijke te zijn voor de bewoners?
- n.n.b.
26
- ik heb op een aantal plaatsen de radio gehoord terwijl ik langs een woning of portiek liep, dus ik
denk dat de radio een grote rol speelt in het leven van deze mensen.
- De televisie/radio.
Wijkpersoonlijkheid
Hoe beïnvloedt de wijk je zintuigen?
Geeft de wijk jou een comfortabel gevoel of oncomfortabel niveau?
- de wijk gaf mij opvallend genoeg geen oncomfortabel gevoel. Ik voelde me vrij op mijn gemak terwijl ik door de wijk liep en had eigenlijk verwacht dat ik me erg oncomfortabel zou voelen. Toch zou ik zelf niet in een dergelijke wijk willen wonen, want ik kan me voorstellen dat er ’s avonds in de wijk een andere sfeer hangt en je over het algemeen toch ziet dat het een achterstandswijk is.
- Het is vooral een beetje een saaie wijk, waar weinig gebeurd en waar het er allemaal wat
somber uit ziet. Het is overdag niet een hele vervelende wijk om in rond te lopen. Ons lijkt het ’s
avonds minder prettig om daar alleen rond te lopen.
Needs Assement voor onderzoek
In de gemeente Den Haag is in de wijk Spoorwijk onderzoek verricht naar kwaliteit van leven en
gezondheid, gedrag en omgevingscondities en determinanten. Deze drie zijn nodig om te kunnen
analyseren hoe Spoorwijk in elkaar zit en welke interventie toegepast zou kunnen worden.
Analyse kwaliteit van leven en gezondheid
Om een analyse te kunnen maken voor de kwaliteit van leven en gezondheid, zullen er eerst een aantal
demografische kenmerken worden uitgelicht waaronder, geboorte- sterftecijfer, bewonersaantal,
etniciteitsgroepen, leeftijd, huishoudensamenstelling en inkomen. Ook word er gekeken naar de
criminaliteit in de wijk in vergelijking met de rest van Den Haag en schoolverzuim onder jongeren, zodat
hieruit verder gekeken kan worden hoe dit aangepakt kan worden.
Spoorwijk t telde op 01 januari 2013 4161,de prognose voor de bevolkingsgroei van deze wijk is
dat het af zal nemen tot 2020. In vergelijking met Laak en de overige delen van Den Haag loopt
Spoorwijk achter op het bewonersaantal.
Aan de hand van een community analyse is er onderzoek verricht naar de wijk Spoorwijk te Den Haag.
Dit onderzoek bestaat uit drie fases;
Het identificeren van de wijk
Community survey
Afgenomen interviews en enquêtes inclusief de uitwerking hiervan.
27
Identificeren van de wijk Spoorwijk is een Haagse wijk in het stadsdeel Laak die voor het grootste gedeelte gebouwd is in de jaren
dertig. De wijk ligt ‘in de spoorbocht’ tussen Rijswijk en Den Haag HS, aan de westkant van Laak.
Het onderzoek is een gericht onderzoek op een probleem wat zich speelt in Spoorwijk; een hoog
criminaliteit percentage in vergelijking met overige delen van Den Haag. De vraag van de opdrachtgever
luidt dan ook: ‘zet een interventie op voor jongeren tussen de 9 en 12 jaar oud, ter voorkoming dat zij
het criminele pad op gaan’.
Uit een interview is gebleken dat de jongeren in Spoorwijk al op jonge leeftijd het criminele pad opgaan.
Om een goed beeld te kunnen creëren is er literatuuronderzoek verricht naar de SES van de bewoners
van Spoorwijk, etniciteit en de criminaliteitscijfers.
Spoorwijk telde op 01 januari 2013 4161 bewoners, waarvan in de categorie jongeren (0-19 jaar), 63,2%
in de categorie overige bewoners (20 tot 64 jaar) en 6,2% ouderen (65 jaar en ouder) zich bevinden.
Sinds 2002 is het aantal jongeren en ouderen gestegen, alleen de categorie overige bewoners is gedaald.
De gemiddelde leeftijd van de bewoners is 32,8 jaar, dit ligt lager dan het gemiddelde van Den Haag.
(Bijlage 2, grafiek 1 en 2.)
Ruim driekwart van de bewoners van Spoorwijk is allochtoon. Van deze groep mensen bestaat bijna de
helft uit Surinamers. Turken en Marokkanen hebben een kleiner aandeel, de overige etniciteitgroepen
komen uit andere Niet Westerse landen. Uitgespreken met bewoners is gebleken dat de kleine groep
bewoners van Nederlandse komaf, voornamelijk families zijn die er al decennia lang wonen. (Bijlage 2,
grafiek 3.)
Van de 1804 huishoudens die werden geteld op 01 januari 2013 bestaat ruim de helft uit alleenstaand
en iets minder dan de helft uit samenwonend met kinderen. (Bijlage 2, grafiek 4.)
Van al deze bewoners werkt 61%. De helft van alle werkende heeft laag inkomen, waarvan het
gemiddelde inkomen €22.100 bedraagt per inkomstenontvanger. Hieruit kan geconcludeerd worden
dat Spoorwijk een ‘arme wijk’ is. (Bron: CBS, 2010. Geraadpleegd op 18 september 2013)
Omdat Spoorwijk een arme wijk is, is er ook gekeken naar de criminaliteit in de wijk, onder criminaliteit
word in dit onderzoek vernieling, mishandeling, diefstal, straatroof en zakkenrollerij verstaan.
Spoorwijk is een te kleine wijk om een goed beeld te kunnen creëren van de criminaliteit die er wordt
gepleegd, daarom is deze samengevoegd met Laakkwartier.
Als al deze gegevens bij elkaar gezet worden, is duidelijk zichtbaar dat de criminaliteit in Spoorwijk en
Laakkwartier in sommige gevallen in viervoud verdubbeld is in vergelijking met de overige wijken in Den
Haag. In 2012 werden er 4362 aangifte gedaan van criminaliteit. (Bijlage 2, grafiek 5 en 6.)
Naast de inkomsten- en criminaliteitsstatistieken is er ook gekeken naar het gemiddelde
opleidingsniveau van de bewoners en schooluitval onder jongeren.
Om een indicatie te geven welk opleidingsniveau de bewoners van Spoorwijk hebben, is er gekeken naar
wat het hoogst afgeronde opleidingsniveau is van de stadsdelen. Er zijn geen specifieke cijfers bekend
van Spoorwijk. In vergelijking met de stadsdelen waar ook cijfers van bekend zijn, doet het stadsdeel
Laak het redelijk. Ongeveer 37% van de bewoners heeft het middelbaar onderwijs afgerond, 25% heeft
28
het lager onderwijs afgerond, 12% heeft geen opleiding genoten en 26% heeft hoger onderwijs afgerond
Spoorwijk behoort tot ‘krachtwijken van Den Haag’. Dit houdt in dat deze wijken extra subsidie krijgen
voor diversen projecten. Een van deze projecten zijn ‘Voorscholen’. Dit zijn scholen voor kinderen met
een leer/ schoolachterstand. Op voorscholen wordt er gewerkt om peuters en kleuters om de
achterstand m.b.t. het basisonderwijs zo veel mogelijk in te halen. Daarnaast wordt er gekeken naar het
leerlingengewicht. Dit is een soort van ‘achterstandsrugzakje’ . Deze gewichten worden gemeten aan de
hand van het opleidingsniveau van de ouders. Hoe hoger het gewicht, hoe meer subsidie de school krijgt
voor deze kinderen. In de onderstaande grafiek is duidelijk zichtbaar dat de jongeren in Spoorwijk van 0
tot 6 jaar in vergelijking met de rest van Den Haag een hoge achterstand hebben. (bron:
denhaagbuurtmonitor.nl geraadpleegd op 18 september 2013) (Bijlage 2, grafiek 8.)
Community survey
Aan de hand van het Wind Shield Survey formulier (WSS) en interviews met bewoners uit Spoorwijk, is
er een analyse opgesteld van gedrag en zijn de omgevingscondities in kaart gebracht. (bijlage 2.)
Analyse van gedrag:
De bewoners van Spoorwijken lijken op het oog gesloten mensen, die vooral bezig zijn met zichzelf en
niet met de mensen om hen heen. Het is een wijk die bestaat uit een mix van allochtonen en
autochtonen, waarvan de autochtonen al generaties lang in de wijk/ bepaalde straten wonen. Na het
voeren van gesprekken met buurtbewoners kan de conclusie getrokken worden dat de mensen open
staan voor een gesprek, behulpzaam zijn, maar voor gelijkwaardig aan elkaar zijn.
Analyse van omgevingscondities:
De omgevingscondities zijn tweemaal onderzocht op verschillende dagen en tijdstippen door
verschillende onderzoekers. Om de omgevingscondities in kaart te brengen is er gebruik gemaakt van
een WindShield Survey-formulier (WSS). In combinatie met de gelopen route is Spoorwijk in kaart
gebracht. De volledig ingevulde WSS zijn terug te vinden in de bijlage.
In het algemeen bevatten de straten van Spoorwijk een mix tussen nieuw- en oudbouw rijtjeshuizen die
aan relatief brede straten staan, waarin zich her en der wat groen bevind. In de wijk is een groenstrook
aanwezig en een klein parkje wat het Hof van Heden wordt genoemd.
De meeste huizen zijn redelijk onderhouden, in sommige straten zijn de huizen verloederd.
De kwaliteit van de ruimte wordt redelijk goed benut, er zijn een boel (eenmans) zaken van diversen
etnische komaf (slager, bakkerij e.d.) inclusief een lange winkelstraat waar zich een grote
supermarktketen heeft gevestigd,. Daarnaast bevinden zich een aantal speeltuinen en speelpleintjes in
de wijk, er zijn diversen koffiehuizen en buurtcentra voor jong en oud en de straten zijn kaal maar wel
29
schoon.
30
Bijlage 2 Interviews
Interview 1. Jeroenschool
Interview met de JeroenSchool te Spoorwijk Den Haag
Door: Merel en Sabrina
Dag: 01-10-2013
Tijd 12.00-12.30
Gesproken met: Paul Stolk(maatschappelijk werker in dienst van Jeroen School)
Contactgegevens: [email protected]
1. Wat voor school is de Jeroenschool?
Wij zijn een multiculturele basisschool. Er wordt prisma-onderwijs gegeven voor kinderen in de
leeftijd van 9 tot 12 jaar. (Het prisma-onderwijs is onderwijs voor leerlingen die een
taalachterstand hebben, omdat ze op late(re) leeftijd naar Nederland zijn gekomen. In dit
onderwijs wordt er 4uur in de ochtend keihard gewerkt om de Nederlandse taal op niveau te
krijgen, ’s middags krijgen de kinderen spelenderwijs les om te kijken welke cognitieve
vaardigheden ze verder kunnen ontwikkelen. Zo wordt er muziekles gegeven, zijn er drama
(toneel)lessen en tekenlessen. Deze lessen hebben als doel, om naast hun Nederlands ook te
kijken waarin ze nog meer goed zijn en zich verder kunnen ontwikkelen m.b.t. overgang naar de
middelbare school. Deze lessen zijn ook handig voor de sociale contacten die gelegd kunnen
worden.)
2. Wat voor leerlingen heeft de Jeroenschool?
De Jeroenschool telt 370 leerlingen met 43 nationaliteiten. De leerlingen komen uit diversen
landen zoals Italië, Somalië, Spanje, België en Polen.
Veelal trekken de ouders van deze kinderen naar Nederland door de economische crisis in hun
land in de hoop op een betere toekomst hier.
3. Met welke instellingen werkt de Jeroenschool samen?
Ik zelf ben in dienst van de Jeroenschool( 4 dagen per week), daarnaast werken wij samen met
wijkagent, stichting Oase en de Stek.
De jeroensschool is in gesprek met de gemeente om een Brede Buurt School te worden, hierin
wordt de school niet alleen gebruikt als school maar word het gebouw ook na lestijd gebruikt.
Verder is het druk bezig om contacten te leggen met de Oase en nog een aantal instellingen, het
werkt veel al samen met politie, maatschappelijk werker, jeugdzorg e.d. Ook vragen wij inzet
van de ouders en wat zij kunnen betekenen voor de school en buurt.
4. Op welk gebied(en) doen problemen zich voor?
De meeste kinderen hier op school zijn kinderen met een ‘rugzakje’. Deze kinderen hebben veel
al problemen op sociaal gebied, emotionele situaties, cognitieve problemen, een taalbarrière of
ouders worden door de verhuurder van hun woning volledig uitgebuit zodat ze geen financiële
middelen meer overhouden om hun kinderen iets te bieden.
31
5. Welke kinderen zitten hierop school?
Het zijn voornamelijk kinderen die in Spoorwijk woonachtig zijn
6. Wie nemen jullie aan op school?
Wij maken geen onderscheid, iedereen wordt aangenomen er is geen selectie hierin.
7. Wat doen kinderen in vrije tijd?
Veel ouders hebben het financieel niet breed , of ze zijn niet op de hoogte van de activiteiten die
plaatsvinden in de buurt hierdoor missen kinderen vaak de activiteiten die er zijn. Wij proberen
ouder en kind te betrekken bij deze activiteiten door stichting Oase en de Stek te gebruiken als
locatie. Daarnaast zijn we bezig om het schoolgebouw na 16.00uur open te stellen, zodat het
gebruikt kan worden als plek waar veel gedaan kan worden voor de ouders van deze kinderen.
Hierbij valt te denken aan extra taallessen, maar ook les op het gebied van kunst, muziek en
cultuur.
Wij bieden als Jeroenschool ook schoolzwemmen aan, aan kinderen die in groep 5 zitten. Alle
kinderen die later op deze school terecht zijn gekomen, hebben helaas niet deze mogelijkheid
om zich nog aan te melden voor schoolzwemmen.
8. Kunt u iets vertellen over de criminaliteit in de wijk?
de criminaliteit in Spoorwijk is behoorlijk hoog. De meeste ouders van de kinderen hebben geen
geld voor de activiteiten die voor de kinderen worden georganiseerd of zijn er niet van op de
hoogte. Veelal gaan de kinderen op straat spelen of hangen. In sommige gevallen komen deze
kinderen al op zeer jonge leeftijd (10 jaar) in aanraking met criminaliteit. Hier valt te denken aan
bijvoorbeeld het stelen van autoradio’s e.d. Ik raad het jullie dan ook af om in de avonduren
door de wijk te lopen. Sommige delen van de wijk zijn ’s avonds niet veilig. In de gehele wijk is er
24uur bewaking van camera’s.
9. Wat kunnen de kinderen nog meer doen in de wijk?
Voor de jongens die voetballen kunnen ze terecht bij ’ t Zandje, of voetbalvereniging van Laak.
Daarnaast zijn er veel verschillende kleine organisaties die heel veel willen doen, maar niet
duidelijk communiceren, waardoor veel acitiviteiten gemist worden en het erg onoverzichtelijk
wordt. Als advies zou voor de gemeente zou ik stoppen met de verschillende subsidies aan alle
kleine organisaties en stop deze allemaal bij elkaar zodat alles overzichtelijker wordt en laat de
school zelf alles beslissen.
10. Werken jullie met de basisschool ‘De Spoorzoeker’ samen?
Wij hebben geen contact met elkaar, het is iets uit het verleden. Het kan misschien ook liggen
aan dat wij SBO kunnen bieden. (SBO is speciaal onderwijs voor kinderen met een handicap,
chronische ziekte of stoornis.)
32
Interview 2.
Samenvatting interview met politie te Spoorwijk, Den Haag
Door: Laura en Angela
Dag: 09-09-2013
Tijd 12.00-12.30
Gesproken met: Eric Borst, wijkagent Spoorwijk
Contactgegevens: [email protected] twitter: @WijkagentEric.
Gegevens bureau Laak: Slachthuislaan 25 2521 SB Den Haag. Gegevens Eric Borst: 0800-7000.
Politie Haaglanden bureau Laak – interview met wijkagent Spoorwijk Eric Borst.
Maandag 9 september hebben wij het politiebureau Laak bezocht. Tot ons genoegen was er een
wijkagent actief in de spoorwijk aanwezig, hier hebben wij ongeveer een half uur mee kunnen praten.
Eric Borst is een zeer actieve wijkagent met liefde voor de wijk. Hij verteld ons dat de Spoorwijk een erg
interessante wijk is. Naast de duidelijke problematiek waar de wijk om bekend staat, is het ook een erg
leuke wijk met vooral ook leuke mensen. Hij dat hij het erg leuk vind om in Spoorwijk te werken. Een van
de aandachtspunten waar de politie zich op richt zijn de woninginbraken. Vooral in het nieuwere
gedeelte van Spoorwijk word veel ingebroken. Dit verbaasde ons eigenlijk, want het oudere gedeelte
van de wijk zag er naar onze mening juist zo ‘aantrekkelijk’ uit voor inbraken, aangezien de huizen er wat
verloederd uit zagen. Een ander grootschalig project waar bureau laak mee bezig is, is de overlast van
(hang)jongeren. Deze jongeren variërend van leeftijd 13 tot 24 ongeveer hangen vooral rond
laakkwartier rond, dit is volgens Eric wel degelijk Spoorwijk. Deze jongeren hangen hier op een soort
openbare ruimte, omheind met een hek. Deze ruimte wordt beheerd door de gemeente. Ze zorgen voor
overlast aan omliggende woningen door daar met grote groepen tot laat te hangen. Ze zijn daar vaak
het grootste gedeelte van de dag en zelfs ’s nachts blijven ze daar hangen. Ook het spijbelen van een
gedeelte van de jongeren probeert Eric aan te pakken. Hij verteld ons dat een aantal van de
buurtbewoners zich bedreigt voelen door de vrij grote groep jongeren.