3
1 Terugblik Lunchbijeenkomst Expertgroep Publiek Domein Boer & Croon 9 september 2015 Inspirerend, uitnodigend, levendig, en een uitermate goede sfeer zijn slechts een greep uit de positieve reacties op de eerste lunchbijeenkomst van de onlangs opgestarte Expertgroep Publiek Domein van Boer & Croon Management. De eerste lunchbijeenkomst van de Expertgroep Publiek Domein Boer & Croon met als onderwerp ‘Bestuurlijke vernieuwing in Nederland: relevantie en schaal heroverwogen’ ’ vond op 9 september plaats in de IJ-lounge van het EYE-Filmtheater in Amsterdam. Burgemeesters, gemeentesecretarissen, oud Kamerleden en andere deskundigen uit het publiek domein troffen elkaar daar. Johan Remkes – Commissaris van de Koning van de provincie Noord-Holland en onder andere oud-minister van Binnenlandse Zaken – gaf vanuit zijn persoonlijke ervaring een terugblik op de trends van de afgelopen jaren. Vanuit die ervaring deelde hij zijn visie op hoe het openbaar bestuur de komende jaren mogelijkerwijs gaat veranderen. Belangrijke ontwikkelingen zijn aan de ene kant de afname van het aantal gemeenten van meer dan duizend in 1950 tot minder dan vierhonderd in 2015. En die afname zal doorgaan, zo verwacht Remkes, los van nieuwe visies en onderzoeken over schaalgrootte in het openbaar bestuur. Aan de andere kant zien we de forse toename van het aantal gemeenschappelijke samenwerkingen – een gemiddelde gemeente is bij tenminste 15 samenwerkingsverbanden betrokken. Opvallend is dat de impuls voor decentralisatie altijd in het regeerakkoord ligt, zonder dat daar overigens een meer fundamentele visie op het binnenlands bestuur aan ten grondslag ligt. De eerste en dominante invalshoek zijn altijd bezuinigingen geweest. En dat wreekt zich op den duur, met als schrikbeeld de burger die zich niet gehoord voelt en niet de dienstverlening krijgt die hij verwacht. Johan Remkes erkent dat de gemeenteraad als gevolge van het toegenomen aantal gemeenschappelijke regelingen hier en daar buitenspel lijkt te staan. De WGR heeft de naam het democratisch tekort te vergroten. Dat hoeft volgens hem echter niet zo te zijn als je het aan de voorkant goed organiseert. Bij de Rijksoverheid bespeurt hij de neiging toch weer vormen van centrale besturing te introduceren. Als voorbeeld noemt hij de ontwikkeling van de zorgregio’s en de RUD’s. Hij verwacht dat schaalvergroting de komende jaren een primaire focus zal (moeten) zijn en dat dit het meest waarschijnlijk zal gebeuren in de vorm van een organisch proces. Een voorbeeld van dat laatste is het fenomeen Metropoolregio (Rotterdam-Den Haag, het EYE-Filmtheater Johan Remkes

Bestuurlijke vernieuwing in Nederland: relevantie en schaal heroverwogen’

  • Upload
    jo-horn

  • View
    165

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Bestuurlijke vernieuwing in Nederland: relevantie en schaal heroverwogen’

1

Terugblik Lunchbijeenkomst Expertgroep Publiek Domein Boer & Croon

9 september 2015

Inspirerend, uitnodigend, levendig, en een uitermate goede sfeer zijn slechts een greep

uit de positieve reacties op de eerste lunchbijeenkomst van de onlangs opgestarte

Expertgroep Publiek Domein van Boer & Croon Management.

De eerste lunchbijeenkomst van de

Expertgroep Publiek Domein Boer & Croon

met als onderwerp ‘Bestuurlijke

vernieuwing in Nederland: relevantie

en schaal heroverwogen’ ’ vond op 9

september plaats in de IJ-lounge van het

EYE-Filmtheater in Amsterdam.

Burgemeesters, gemeentesecretarissen, oud

Kamerleden en andere deskundigen uit het

publiek domein troffen elkaar daar.

Johan Remkes – Commissaris van de Koning van de provincie Noord-Holland en onder

andere oud-minister van Binnenlandse Zaken – gaf vanuit zijn persoonlijke ervaring een

terugblik op de trends van de afgelopen jaren. Vanuit die ervaring deelde hij zijn visie op

hoe het openbaar bestuur de komende jaren mogelijkerwijs gaat veranderen.

Belangrijke ontwikkelingen zijn aan de ene kant de afname van

het aantal gemeenten van meer dan duizend in 1950 tot

minder dan vierhonderd in 2015. En die afname zal doorgaan,

zo verwacht Remkes, los van nieuwe visies en onderzoeken

over schaalgrootte in het openbaar bestuur. Aan de andere

kant zien we de forse toename van het aantal

gemeenschappelijke samenwerkingen – een gemiddelde

gemeente is bij tenminste 15 samenwerkingsverbanden

betrokken. Opvallend is dat de impuls voor decentralisatie

altijd in het regeerakkoord ligt, zonder dat daar overigens een

meer fundamentele visie op het binnenlands bestuur aan ten

grondslag ligt. De eerste en dominante invalshoek zijn altijd

bezuinigingen geweest. En dat wreekt zich op den duur, met

als schrikbeeld de burger die zich niet gehoord voelt en niet de

dienstverlening krijgt die hij verwacht.

Johan Remkes erkent dat de gemeenteraad als gevolge van

het toegenomen aantal gemeenschappelijke regelingen hier en daar buitenspel lijkt te

staan. De WGR heeft de naam het democratisch tekort te vergroten. Dat hoeft volgens

hem echter niet zo te zijn als je het aan de voorkant goed organiseert. Bij de

Rijksoverheid bespeurt hij de neiging toch weer vormen van centrale besturing te

introduceren. Als voorbeeld noemt hij de ontwikkeling van de zorgregio’s en de RUD’s.

Hij verwacht dat schaalvergroting de komende jaren een primaire focus zal (moeten) zijn

en dat dit het meest waarschijnlijk zal gebeuren in de vorm van een organisch proces.

Een voorbeeld van dat laatste is het fenomeen Metropoolregio (Rotterdam-Den Haag,

het EYE-Filmtheater

Johan Remkes

Page 2: Bestuurlijke vernieuwing in Nederland: relevantie en schaal heroverwogen’

2

Eindhoven, Amsterdam), een stedelijk gebied waarin met name op het gebied van

economie, werkgelegenheid, onderwijs en infrastructuur wordt samengewerkt. Dat

betekent dat het in de eerste plaats draait om maatwerk, waarbij groot niet altijd

betekent beter en efficiënter. Ook burgerparticipatie zal de komende jaren meer nadruk

krijgen. Maar dat vergt wel een verandering in de bestuurlijke en ambtelijke attitude. Je

moet je eigen ideeën waar nodig kunnen loslaten. Niet denken vanuit het ‘eindplaatje’,

maar kaders aangeven en daarbinnen ruimte laten voor de eigen inbreng van de burgers

– de zogenoemde ‘Deense aanpak’.

Wat nodig is voor de bestuurlijke vernieuwing, zo besloot Remkes, is niet de aanpak

vanuit de structuur, maar vanuit de cultuur.

Met die constatering waren alle aanwezigen het volmondig eens. Onder leiding van Jo

Horn – lid van de Expertgroep Publiek Domein Boer & Croon Management – ontspon zich

een boeiende dialoog tussen de aanwezigen. Tijdens de discussie kon elke deelnemer

zijn of haar visie laten horen over onderwerpen als “is de veronderstelling dat dit een

organisch proces zal zijn terecht?”, “opschalen of juist down-sizen?”, maar ook “bij wie

ligt het initiatief om de benodigde verandering te starten?”.

Een greep uit de vele besproken onderwerpen:

Is het grootste probleem het democratisch gat? Samenwerken tussen gemeenten brengt

met zich mee dat de eigen zeggenschap van de individuele gemeenten een beetje wordt

uitgehold. Door de vele gemeentelijke samenwerkingen kun je in een

afhankelijkheidspositie van elkaar komen. Samenwerken is nodig omdat een individuele

gemeente bepaalde vraagstukken niet meer alleen aan kan of omdat een gemeente zelf

niet de capaciteit en/of kwaliteit in huis heeft. Maar de individuele invloed van die

gemeente verwatert daardoor wel. In het verleden was er voor dit soort onderwerpen te

weinig aandacht. Dat zal nu op de agenda van zowel de Gemeenteraad als het College

Page 3: Bestuurlijke vernieuwing in Nederland: relevantie en schaal heroverwogen’

3

moeten komen. Tijdens de discussie werd meermaals opgemerkt dat wethouders en

Colleges ook bestuurlijke moed moeten tonen. Niet altijd kan worden volstaan met de

opmerking “helaas, het is niet gelukt, maar ik heb als een leeuw gevochten”. Dan is er

meer nodig. “Het heeft geen zin om met 25 burgemeesters bij elkaar te gaan zitten en

iets proberen te bepalen. Dan moet je zorgen voor slagkracht in zo’n regionaal

samenwerkingsorgaan. De CdK kan daarbij een belangrijke rol spelen.”

“Er wordt bij de inrichting en implementatie van samenwerking, en ook bij de drie D’s,

onevenredig veel aandacht besteed aan de bedrijfsvoering.” Dat is natuurlijk wel

begrijpelijk, want de uitvoeringsprocessen moeten betrouwbaar en kostenefficiënt

verlopen, maar daardoor raakt het belang van ‘de klant’ (burgers, instellingen, bedrijven)

ondergesneeuwd. De gemeente is ‘het eerste bestuur’ en daarom moet schaalvergroting

(samenwerking, fusie) naar buiten altijd gepaard gaan met schaalverkleining naar binnen

(sterke buurten, burgerparticipatie).

“Samenwerken moet geen doel op zich zijn, laten we eerst bepalen waarom en waartoe

we willen samenwerken, en welk probleem we moeten oplossen?” Hier is nog veel

onduidelijkheid over. Gaat het over de economische agenda? Gaat het over de kwaliteit

van de ambtelijke organisatie? Gaat het over de uitvoering van de 3D’s? Opgemerkt

werd dat elke gemeente vanuit de eigen plaats en positie moet nadenken op welke wijze

de belangen van burger, organisaties en bedrijven bediend kan worden. Geen blauwdruk,

maar maatwerk. De omvang en complexiteit van het gemeentelijk takenpakket wordt

steeds groter. Dat vraagt om een goede organisatie, effectieve samenwerking met elkaar

en met externe partners. Dat wordt een uitdaging voor de komende jaren.

Iedereen was het er over eens dat de discussie niet vanuit de schaal, maar vanuit de

inhoud gevoerd moet worden. Daarbij gaat het om de opgaven van de gemeente als

‘eerste overheid’. Op sociaal, economisch, infrastructureel terrein. Maar er zal ook – meer

dan in het verleden – aandacht moeten zijn voor het feit dat de mensen zich moeten

kunnen identificeren met het dorp, de wijk, de buurt waarin ze leven. Versterking van de

gemeenten betekent niet alleen schaalvergroting, maar ook aandacht voor de kleine

schaal. Organiseren naar boven en naar beneden.

“Hoeveel invloed wil de burger nu eigenlijk?” Aangesneden wordt verder dat burgers

inderdaad willen dat alles gewoon werkt, maar dat ze wel degelijk last ervan ondervinden

als het op regionaal bestuurlijk niveau niet goed geregeld is. Er wordt hierbij een

voorbeeld aangehaald dat de wijkteams niet overal congruent zijn met de WMO

deelgemeenten en wie gaat daar dan over. Het antwoord hierop vanuit de zaal is

eenduidig; dit moet de gemeente zelf regelen.

Tijdens de informele afsluiting onder het genot van een kop koffie, bleek al snel dat de

lunchbijeenkomst als zeer geslaagd werd ervaren. De setting was zodanig dat alle

aanwezigen aan bod kwamen en dat er een echte dialoog tot stand kwam. Nieuwe

contacten zijn opgedaan, meningen zijn gedeeld, afspraken gemaakt en we zijn met zijn

allen weer een stapje verder gekomen in de goede richting.

Het Expertteam Publiek Domein komt er op terug.