1 LES 1 Algemene aspecten. 2 Belastingen functies: •budgettaire functie •instrumentele functie...

Preview:

Citation preview

1

LES 1LES 1Algemene aspecten

2

Belastingen

functies:• budgettaire functie• instrumentele functie

draagkrachtbeginsel:• heffingskorting• persoonsgebonden aftrek

3

Dubbele belasting salaris?

• loon valt zowel onder Wet IB 2001, als Wet LB 1964

• toch geen dubbele belasting• ingehouden loonbelasting is voorheffing op

inkomstenbelasting

ander voorbeeld voorheffing: dividendbelasting

4

Berekeningen

• op examen vaak rekensommetje over berekening van winst, belastingbedrag et cetera

• op examen krijgt men appendix met tarieven (zie syllabus)

• ga dus geen tarieven uit het hoofd leren!

5

Wet IB 2001box I:• winst uit onderneming• loon• resultaat uit overige werkzaamheden• periodieke uitkeringen en verstrekkingen• inkomsten uit eigen woning• negatieve uitgaven voor

inkomensvoorzieningen• negatieve persoonsgebonden aftrekposten• verminderd met: aftrek wegens geen of

geringe eigenwoningschuld, uitgaven voor inkomens-voorzieningen, persoonsgebonden aftrek en verliezen van voorgaande jaren

6

Box I

belastbaar voordeel: reëel inkomen, verliezen aftrekbaar

tarief: progressief, maximaal 52%

moment belastbaarheid: moment van

ontvangst

7

Box II

belast: voordelen uit aanmerkelijk belang

belastbaar voordeel: reëel inkomen,verliezen aftrekbaarvast tarief: 25%moment belastbaarheid: moment vanontvangst of vervreemding

8

Box III

belast: inkomen uit sparen en beleggen

belastbaar voordeel: fictief inkomen voorde rendementsgrondslag, geen verliesmogelijkvast tarief: 30%moment belastbaarheid: einde van het jaar van de peildata

9

Eigen woning

• niet in box III, maar in box I• inkomsten worden forfaitair

berekend• eigenwoningforfait• renten ter verwerving van eigen

woning aftrekbaar• aftrekbaar gedurende dertig jaar

10

Partnerschappartner:1 niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot2 de geregistreerde partner (bijv. homoparen)3 ongehuwd meerderjarige met wie men

gedurende meer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd (bij ouder en kind alleen als kind 27 jaar of ouder is)

gehuwden = partnersongehuwden: kunnen opteren voor partnerschap

11

Inkomenstoerekening

uitgangspunt:inkomensbestanddelen van een belastingplichtige en zijn partner worden inaanmerking genomen bij degene door wieinkomensbestanddelen zijn genoten of opwie zij drukken

12

Inkomenstoerekeningbij gemeenschappelijke

inkomensbestanddelen enbestanddelen van rendementsgrondslag kan

menkiezen voor onderlinge verhouding

toerekening

gemeenschappelijke inkomensbestanddelen:• belastbaar inkomen eigen woning• inkomen aanmerkelijk belang• een aantal aftrekposten

13

LES 2LES 2Arbeid

14

Arbeidtwee voorwaarden bron van inkomen:1. voordeel behaald door deelname aan het

economische verkeer2. voordeel is redelijkerwijze te verwachten

onbelast bronvoordeel: buitenbronnelijk inkomen

voorbeelden:• speculatieve transacties van particulier• gewonnen prijzen in Lotto etc.

15

Dienstbetrekking

echte dienstbetrekking:• werknemer verplicht zich gedurende enige tijd

persoonlijk arbeid te verrichten• werkgever is verplicht loon te betalen• gezagsverhouding

fictieve dienstbetrekking:niet voldaan aan alle voorwaarden echte dienst-betrekking en bij wetsfictie als dienstbetrekkingaangemerkt

16

Inhoudingsplichtige

• inhoudingsplichtige houdt loonbelasting in

• inhoudingsplichtige omvat meer dan de werkgever alleen (ook bijv. verzekeringsmaatschappij bij pensioen)

• inhoudingsplichtige meldt zich bij Belastingdienst aan

• hij moet administratie aanhouden• loonbelastingverklaring

17

Wat is loon?

loon is elk voordeel uit dienstbetrekking:• in geld (euro’s)• niet in geld

Niet in geld genoten loon:• aanspraken (bijv. pensioen)• rechten (bijv. optierecht)• natura (bijv. auto van de zaak)

18

Vergoeding/verstrekking

vergoeding = compensatie van uitgaven voorarbeidsgerelateerde activiteiten of zaken

verstrekking = voorkomen van die uitgaven

• aantal vergoedingen zijn vrijgesteld• wat onbelast kan worden vergoed, kan

onbelast worden verstrekt (en omgekeerd)

19

Loon

aanspraken

hoofdregel: aanspraak vrij, uitkering belast

(bijv. pensioen)

omkeerregel: aanspraak belast, uitkering vrij

(bijv. aanspraak Zorgverzekeringswet)

20

Loon in naturaloon in de hoedanigheid van rechten of goederen:bijv. kerstpakket, privé-gebruik bedrijfswagen

waardering loon in natura:hoofdregel: waardering tegen w.e.v.uitzondering: voorzover loon in natura wordt ge- ofverbruikt voor de verwerving van het loon,bedraagt de waarde maximaal de waarde van debesparingvoor een aantal beloningen in natura bestaanbijzondere waarderingsvoorschriften of

normbedragen

21

Salarisstrook

nadere beschouwing van:• pensioenpremie• premies werknemersverzekeringen• loonheffing (= loonbelasting +

premies volksverzekeringen)• reiskostenvergoeding

22

Jaaropgave

nadere beschouwing van:• loon• ingehouden loonheffing• bijdrage Zorgverzekeringswet• arbeidskorting

23

Beroepskosten

sinds 2001 geen aftrek meer van werkelijke

kosten

alleen nog werknemersaftrek: reisaftrek en

zeedagenaftrek

24

Resultaat overige werkzaamheden

• restcategorie• zit eigenlijk tussen loon en winst in,

voorbeeld avondboekhouder• verklaring arbeidsrelatie• resultaatbepaling• opting-in

25

LES 3LES 3De startende ondernemer

26

Ondernemer

twee vereisten:1 onderneming moet voor rekening van

de ondernemer worden gedreven (met name recht op stille reserves/goodwill bij einde onderneming)

2 ondernemer zal rechtstreeks verbonden moeten worden voor de zaakscrediteuren

27

Ondernemervoorbeeld:• oom van een ondernemer verstrekt lening aan de

ondernemer• tien jaarlijkse aflossingstermijnen• winstafhankelijke rente (6-10%)

conclusie: de oom is geen ondernemer, want deelt niet naar evenredigheid in voor- en nadelen van deonderneming (eerste vereiste) en geenrechtstreekse verbondenheid (tweede vereiste)

28

Ondernemervoorbeeld:• oom van een ondernemer verstrekt

winstafhankelijke lening aan de ondernemer• slechts terugbetaling bij ontbinding

onderneming, mits vermogen toereikend

conclusie: de oom is geen ondernemer, want deeltweliswaar naar evenredigheid in voor- en nadelenvan de onderneming (eerste vereiste), maar is nietrechtstreeks verbonden (tweede vereiste)

29

Inkomstenbelasting

fiscale winst niet gelijk aan commerciële winst

• kleinschaligheidsinvesteringsaftrek• willekeurige afschrijvingen• ondernemersaftrek• fiscale oudedagsreserve• MKB-winstvrijstelling

30

Kleinschaligheids-investeringsaftrek

• fiscale aftrekpost (geen invloed op commerciële winst)

• geen gevolg voor afschrijvingsbasis• instrumentele maatregel (bevordering

investeringen en dus meer werkgelegenheid)

• investeringsbedrag groter, premiepercentage lager

• geen investeringsaftrek over goodwill

31

Willekeurige afschrijving

• afwijking van normaal afschrijvingsregime

• willekeurige afschrijving voor startende ondernemers

• op goodwill kan worden afgeschreven, maar niet willekeurig (tevens geen aanspraak op kleinschaligheids-investeringsaftrek)

32

Ondernemersaftrek

• is ondernemersaftrek, geen ondernemingsaftrek

• bestaat uit vijf posten:1 zelfstandigenaftrek2 aftrek speur- en ontwikkelingswerk3 meewerkaftrek4 startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid5 stakingsaftrek

33

Zelfstandigenaftrek en meewerkaftrek

zelfstandigenaftrek• fiscale aftrek• startende ondernemers: extra aftrek• wel voldoen aan urencriterium: 1225 uur per jaar

besteden aan onderneming (indien andere werkzaamheden: > 50% tijd aan onderneming besteden; geldt niet voor starters)

meewerkaftrek: aftrekpost voor ondernemer, indien

partner meewerkt in onderneming (zonder daarvoor

een vergoeding te ontvangen)

34

Fiscale oudedagsreserve

• reservering van gedeelte winst voor oudedagsvoorziening

• 12% van winst met maximum € 11.590

• FOR staat op balans• wel voldoen aan urencriterium

35

Vragen bij starten onderneming

• aanvangsinvestering• levensvatbaarheid• financiering (over goodwill geen

investeringsaftrek)• ondernemerschap en

dienstbetrekking• verlies in aanloopfase

36

Omzetbelasting• voldoeningsbelasting te betalen door

ondernemer• in wezen betaalt consument omzetbelasting• twee tarieven: 6% en 19%• ondernemer mag aan hem in rekening gebrachte

omzetbelasting aftrekken• ondernemer moet omzetbelasting over zijn

omzet betalen• saldo wordt aan fiscus voldaan• startende ondernemer kan liquiditeitsvoordeel

behalen door teruggave vanwege investeringen

37

LES 4LES 4Winstberekening

38

Huwelijksgoederenregime

keuze huwelijksgoederenregime(gemeenschap van goederen of

huwelijksevoorwaarden) heeft geen gevolgen voorinkomstenbelasting

39

Producten uit eigen onderneming

• het “pakken van spullen” uit de eigen onderneming is een onttrekking

• correctieboeking• voor goederen die te vervangen zijn en

lage waarde hebben: correctie tegen kostprijs

• voor luxegoederen: correctie tegen verkoopprijs

40

Onderscheidprivé en zakelijk

in 1998 twee belangrijke arresten terafbakening:1 sekspsychiater2 scheepspyromaan

41

Onderscheidprivé en zakelijk

toetsingsverbod inspecteur:• geen toetsing van ondernemersbeleid

(uitzondering Cessna-arrest)• wel toetsing motief van bepaalde

uitgave

42

Gemengde kosten

• grensvlak privé en zakelijk• wetgever somt aantal kostenposten op die

geheel of gedeeltelijk uitgesloten zijn

voorbeelden: geldboeten, bepaalde agressieve

dieren, voedsel, drank en genotmiddelen

uitzondering: als kosten onderdeel uitmakenvan omzet (voorbeeld: horeca-onderneming mag drankinkoop aftrekken)

43

Goed koopmansgebruik

Hoge Raad in 1957:bedrijfseconomische winstbepaling is in beginsel in overeenstemming met g.k.g.

uitzonderingen:1 strijd met enig voorschrift van

belastingwet2 strijd met algemene opzet belastingwet3 strijd met beginsel van belastingwet

44

Goed koopmansgebruik

drie beginselen:1 realiteitszin2 voorzichtigheid3 eenvoud

45

Hoofdregels winst- en verliesneming

winstneming:• bij goederen op leveringsmoment• bij diensten uiterlijk op moment dat

prestatie is verricht

verliesneming:kan worden genomen in jaar van

verlies

46

Goed koopmansgebruik

dynamisch begrip, waardoor zaken nietvoor altijd vastliggen

voorbeeld: baksteenarrest van 1998de leer: alleen voorziening als op

balans-datum juridische verhouding bestaatHoge Raad: verlaat deze enge leer

47

Reserves

bepaalde reserves (zijn in wezen voor-zieningen) door Wet IB 2001 toegestaan:1 kostenegalisatiereserve2 herinvesteringsreserve

(FOR en terugkeerreserve zijn ook reserves)

48

Herinvesteringsreserve

• ruimer dan vroegere vervangingsreserve

• verlaging fiscale kostprijs• geringere afschrijvingsbasis• lagere afschrijving dus hogere winst

49

LES 5LES 5van VOF naar BV

50

Afweging wel of geen BV

belangrijkste motief was belastingbesparing

daarom bij hoge winsten snel omzetting vaneenmanszaak in een BV

per 2001: maximumtarief 52% (box I)per 2007: MKB-winstvrijstellingniet snel meer fiscaal voordeel

51

Vennootschapsbelasting

• rechtsgrond erg vaag• Vpb is wel nodig, anders zou iedereen

een BV oprichten voor onbelaste winsten

• Vpb voor een reeks van lichamen, maar niet voor een VOF

52

Dividendbelasting

• bij uitkering dividenden 15% inhouding aan dividendbelasting over brutodividend

• voorheffing op IB of Vpb• bij IB drie mogelijkheden:

1 aandelen behoren tot onderneming2 aandelen behoren tot aanmerkelijk belang3 aandelen gehouden door particuliere belegger

53

Aanmerkelijk belang

aanmerkelijkbelanghouder:• houdt minimaal 5% van de aandelen in

een vennootschap• dividend wordt belast tegen 25%• bij vervreemding wordt winst ook

belast tegen 25%• is men in dienst van vennootschap,

dan wel progressief tarief ter zake van salaris

54

Terbeschikkingstellings-regeling

• aanmerkelijkbelanghouder die vermogen ter beschikking stelt aan zijn BV

• niet belast in box III, maar box I (tarief dus maximaal 52%)

• winstregime geldt, waardoor vermogens-winsten ook belast zijn

55

Terbeschikkingstellings-regeling

• in praktijk zeer belangrijk• vroeger: DGA hield bedrijfspand in privé,

dan was verkoop fiscaal onbelast• thans: aankoop bijvoorbeeld € 200.000, jaarlijkse

kosten (afschrijving, verzekering etc) € 5.000 en verkoop € 300.000. Dan jaarlijks aftrekbaar€ 5.000 en verkoopwinst € 100.000 belast tegen maximaal 52% (bij hoge verkoopwinst al snel in hoogste tarief)

56

Gebruikelijk loon

• voorkoming geforceerd belastinguitstel in box I

• door afzien van salaris zou men in aanmerking kunnen komen voor inkomensafhankelijke regelingen

• aanmerkelijkbelanghouder moet een fictief loon (in beginsel minimaal € 40.000) nemen

57

Inbreng in een BV

• oprichting BV• voorovereenkomst tot oprichting BV• ondernemers worden

werknemer/aandeelhouder• waardering bij inbreng• goodwill: persoonlijk/zakelijk

58

Omzetting

twee mogelijkheden:

1 ruisend • onderneming wordt gestaakt • boekwaarden komen tegen w.e.v. op BV-balans

2 geruisloos • onderneming wordt geacht niet te zijn gestaakt • fiscale boekwaarden van activa/passiva worden

doorgeschoven

59

Ruisende omzetting

• stakingswinst berekenen• stakingsaftrek • omzetting stakingswinst in

lijfrentepremieaftrek

60

Geruisloze omzetting

• dezelfde gerechtigdheid in BV als in eenmanszaak of VOF

• akkoord gaan met standaardvoorwaarden van de Staatssecretaris van Financiën:1 doorgaan met boekwaarden2 bij uit te geven kapitaal rekening houden met Vpb-claim over goodwill en stille reserves3 beperkte creditering mogelijk

61

LES 6LES 6BV en concern

Verkoop van het concern

62

Winstbepaling bij BV

• systeem van vermogensvergelijking• ook in/bij Vpb-aangifte(biljet)• Winst = eindvermogen minus

beginvermogen minus niet-aftrekbare bedragen (bekendste voorbeeld is de vennootschapsbelasting)

63

Vennootschapsbelasting

• tarief: t/m € 40.000 is het tarief 20%, van € 40.001 t/m € 200.000 23% en vanaf € 200.001 25,5%

• opstapjes is om MKB te ontzien• oplegging van voorlopige aanslag

64

Dividend

• niet aftrekbaar voor vennootschapsbelasting

• dus beschikbaar dividend < winst• dividendbelasting is 15% (bij

rechtspersonen-aandeelhouders geldt soms vrijstelling dividendbelasting)

65

Vermomd dividend

formeel dividend: wordt als dividenduitgekeerd (er zit etiket “dividend” op)

vermomd dividend: geen etiket “dividend”maar wordt als zodanig doelbewust doorvennootschap aan aandeelhouder

uitgekeerd

voorbeeld: aandeelhouder verkoopt auto(waarde 4.000) voor 10.000 aan zijn BV

66

Relatie salaris, dividend en belastingdruk

zie voorbeeld 4 in § 6.5

twee factoren maatgevend:1 hoogte salaris2 mate waarin dividend wordt uitgekeerd

maar niet alleen fiscale factoren spelen een rol

67

Kapitaalstortingen

formele kapitaalstorting: aandelenemissie of

(latere) volstorting van aandelen

informele kapitaalstorting: inbreng vanvermogen in vennootschap buiten verbandvan aandelenemissie/volstortingvoorbeeld: inbreng inventaris door aandeelhouder tegen te lage waarde

68

Concernopbouw• men kan vennootschappen verkopen

zonder belastingheffing • beperking aansprakelijkheid• deelnemingsvrijstelling:

1 objectieve vrijstelling2 aandelenbezit minimaal 5%3 winsten niet belast (dividend en

verkoopwinsten)4 verliezen niet aftrekbaar

69

Fiscale eenheidals moeder 95% of meer van de aandelen indochter bezit, dan is fiscale eenheid voor vennoot-schapsbelasting mogelijkbelangrijkste voordelen: • verlies van ene vennootschap kan met winst van

andere vennootschap worden verrekend• geen belastingheffing over intercompany-winsten

let op! er bestaat ook een fiscale eenheid voor deomzetbelasting: andere voorwaarden, anderevoordelen (wordt in deze cursus niet behandeld)

70

Waardebepaling aandelen

koper zal zich door vele factoren laten leiden:• politieke stabiliteit van het land• arbeidsmoraal werknemers• enzovoort

stille reserves (activa zijn meer waard of passiva zijn

lager, bijvoorbeeld te hoge pensioenverplichtingen)

spelen bij waardebepaling een belangrijke rol

71

Twee vormen van transactieactivatransactie:winst = verkoopprijs – boekwaarde

geen beroep op deelnemingsvrijstelling, omdater geen aandelen worden verkocht

koper kan activa en passiva herwaarderennaar waarde economisch verkeer

aandelentransactie:• beroep op deelnemingsvrijstelling is mogelijk• binnen BV verandert niets• aandelen gaan in andere handen over• boekwaarden veranderen niet

72

Realisatie winstreserves• er komt een tijd waarin de

aandeelhouders afscheid nemen van hun bedrijf

• zowel bij verkoop als bij uitkering van winstreserves als dividend kan het gaan om een behoorlijke belastingheffing (zie § 9.6)

• vroeger was emigratie een befaamde fiscale truc

• thans worden conserverende belastingaanslagen opgelegd

73

LES 7LES 7Star Pizza BV gaat internationaal

74

Dubbele heffing

drie oorzaken van dubbele heffing:1 woonplaats-/vestigingsplaatsbeginsel

2 bronstaatbeginsel (=situsbeginsel)3 nationaliteitsbeginsel

75

Heffingsbevoegdheid Nederland

twee soorten belastingplichtigen:1 binnenlandse belastingplichtigen, bij

wie het/de wereldinkomen/winst belast is

2 buitenlandse belastingplichtigen worden alleen belast als binnenlands(e) inkomen/winst wordt genoten

76

Vestigingsplaats

vestigingsplaats relateert aan ondernemingenwoonplaats relateert aan natuurlijke personen

in hoofdstuk 8 staat de onderneming centraal

waar is een onderneming gevestigd?beoordeling naar de omstandighedenvestigingsplaatsfictie in Wet Vpb kanrelevant zijn

77

Vaste inrichtingbuitenland mag heffen als er een vaste inrichting is,ondanks dat de vennootschap niet in dat landis gevestigd

wat is een vaste inrichting? geen eenduidige definitie, wel moeten er eenaantal kenmerken zijn:• fysieke constructie• constructie moet duurzaam ter beschikking staan• constructie moet ingericht zijn voor onderneming

78

Heffing huuropbrengstenstel dat Peter, een Nederlander, een privé-pandheeft in Brugge en hij verhuurt dat pandNL: Peter is binnenlands belastingplichtige en dusbelast (wereldinkomen)B: bron is gelegen in ons land (bronstaatbeginsel)

oplossing: het belastingverdrag tussen NL en Bhet gaat erom waar verhuurd pand is gelegenin casu in B, dus B mag heffen

79

Voorkomendubbele belasting

• verdragen ter voorkoming van dubbele belasting

• eenzijdige maatregelenvoor Nederland: besluit ter voorkoming van dubbele belasting

80

Besluit ter voorkoming van dubbele belasting

voor toepassing vier eisen:1 geen verdrag tussen staten (verdragen

gaan dus voor)2 voor bepaalde met naam en toenaam

genoemde belastingen3 alleen voor inwoners van Nederland4 indien inwoner in buitenland

daadwerkelijk aan belastingheffing is onderworpen

81

Methode ter voorkoming van dubbele belasting

1 vrijstellingsmethode2 verrekeningsmethode

(voorbeelden in § 8.8)

82

Winstberekeningvaste inrichting

• indirecte methode• directe methode

(voorbeelden in § 8.9.2)

83

Keuzeinternationaal opereren

1 deelneming2 vaste inrichting

84

Deelnemingsvrijstelling en buitenland

deelnemingsvrijstelling geldt ook voor buitenlandsedochters (mogen echter niet beleggen)

gevolg: veel buitenlandse bedrijven in Nederland

moeder-dochterrichtlijn (geldt in EG): bij 15% vande aandelen moet moeder vrijstelling krijgen voorwinsten (dividenden) en koerswinsten

85

LES 8LES 8Schenkings- en

successiebelasting

86

Schenking

belastingplichtige = begiftigde

belastbaar feit = schenking + schenker

woont of wordt geacht in Nederland te

wonen

87

Waarde schenking• waarde schenking = waarde in het

economische verkeer• in praktijk kan discussie over waarde

ontstaan, bijvoorbeeld bij incourante aandelen

• compromis over waarde tussen partijen is mogelijk

• voor bepaalde vermogensbestanddelen gelden bij de wet waarderingsregels

• waarderingsregels gelden alleen voor Sw (vruchtgebruik IB box III 4% en voor Sw 6%)

88

Vrijstellingen schenking

drie categorieën:

a volledig vrijgesteldb voor bepaald gedeelte vrijgesteld

(voetvrijstelling)c volledig vrijgesteld, mits schenking

bepaald bedrag van vrijstelling niet te boven gaat (drempelvrijstelling)

89

Tarieven schenking

in twee opzichten progressief:1 tarief hoger naarmate verwantschap

tussen schenker en begiftigde kleiner/minder is

2 tarief hoger naarmate bedrag schenking hoger wordt

samentellen van verkrijgingen om bepaald gedrag

van belastingplichtigen te voorkomen (voorcijfervoorbeelden zie § 11.1.4.3)

90

Successierechten

belastingplichtige = degene die verkrijgt krachtenserfrecht (erfgenaam, legataris)

belastbaar feit = verkrijging van erfrecht door hetoverlijden van iemand die ten tijde van datoverlijden in Nederland woont of wordt geacht inNederland te wonen

ook fictieve erfrechtelijke verkrijgingen

91

Nieuw erfrechtnieuw erfrecht per 1 januari 2003:

• echtgenoot en kind ieder voor gelijke delen gerechtigd

• langstlevende echtgenoot geen recht op helft plus kindsdeel (alleen bij gemeenschap van goederen)

• goederen en schulden gaan automatisch naar langstlevende echtgenoot en kind krijgt vordering op deze echtgenoot

92

Object van heffing en waardebepaling

• gaat om successierechtelijke waarde nalatenschap = saldo van bezittingen en schulden

• aftrekbaar alleen rechtens afdwingbare schulden erflater en bepaalde latente belastingschulden

• waardemaatstaf is waarde in het economische verkeer

• feitelijke verdeling nalatenschap heeft in beginsel geen invloed op verschuldigd successierecht

93

Vrijstellingen successierechten

• eveneens drie categorieën (als bij schenkingsrechten)

• voetvrijstelling bij overleden echtgenoot/levensgezel

• bij levensgezel twee categorieëncategorie 1: “dagelijkse partner”categorie 2: tweerelatie en meerrelatie

94

Tarieven successierechten

• tariefstructuur successierechten = tariefstructuur schenkingsrechten

• uitzondering: levensgezellen uit twee- of meerrelaties

• samenvoegbepalingen

95

Latente belastingschulden

belangrijkste latente belastingschuld is die terzake van verkrijging van tot de nalatenschapbehorende ab-aandelen of van een IB-

onderneming

in § 11.3 wordt voorbeeld gegeven van verkrijgingvan ab-aandelen. Twee mogelijkheden:1 doorschuiven2 afrekenen

96

Bedrijfsopvolgings-faciliteiten

verkrijging van ondernemingsvermogenkan in beginsel worden belast met schenkings-of successierechten

twee aspecten:verkrijger moet onderneming voortzetten (navijf jaar wordt vrijstelling definitief)voortzettingstermijn voor uitstel beloopt tien

jaar

Recommended