Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Vraag 1: Voelt u zich thuis in de medische besliskunde of
diagnostische logica?
1.Ja
2.Redelijk
3.Een beetje
4.Nee
1
De dochter van Jeanne (78 jaar) heeft een afspraak gemaakt om met haar moeder op raadpleging te komen. Ze vertelde erbij dat haar moeder last heeft van dikke onderbenen en voeten.
Welke mogelijke hypotheses schieten er nu allemaal door uw hoofd?
2
Diagnostisch landschap
3
Vraag 2: In een diagnostisch landschap zet je de hypothesen die
het meest ernstig en het best behandelbaar zijn in de binnencirkel
1.Juist
2.Fout
4
Een diagnostisch landschap is een visuele voorstelling van competitieve verklaringenvoor een klacht van een patiënt, een bevinding of een cluster van beide
5
Diagnostisch landschap
A B C
A = centrale klacht; voornaamste aanmeldingsklacht B = ernstige of levensbedreigende, behandelbare aandoeningen C = andere in overweging genomen aandoeningen 6
Diagnostisch landschapVuistregels
Centraal : niet-pluis symptoom of cluster Binnencirkel :
ernstig en behandelbaar abstractie van frequentieverantwoord tijdsbestek
Buitencirkel : wel volgens frequentie
7
Vraag 2: In een diagnostisch landschap zet je de hypothesen die
het meest ernstig en het best behandelbaar zijn in de binnencirkel
1.Juist
2.Fout
8
♀ 78oedeembeide
onderbenen
9
♀ 78oedeembeide
onderbenen
Hypothyroïdie
Glomerulonephritis
Veneuze insufficiëntie
Hart-Decompensatie
Lever-cirrose
Nefrotischsyndroom
10
Diagnostisch landschapValkuilen
Centraal teveel symptomen of argumenten
Frequentie op de binnenste cirkel
Het syndroom van Harrisson
Enkel urgenties op de binnenste cirkel
11
Oedeembeide onderbenen
Pre-eclampsia
Eclampsia
Hypothyroidism
Glomerulonephritis
Sleeping sicknessrhodesiense
Diffuse cutaneousLeishmaniasis
Lymphatic filariasis
Varicose veins
Kwashiorkor
Beriberi
Heart failure
Cirrhosis
Nephroticsyndrome
12
Vraag 3: Bij deze patiënte van 78 j in mijn praktijk is de kans op hartdecompensatie even groot als de kans bij alle vrouwen van 78 in de bevolking
1. Juist
2 . Fout
13
Voorkans: hoeveel kans heeft de patiënt op ….?
• Voorkans op een bepaalde aandoening • Wachtkamerkans • Correct inschatten op basis van
registratiegegevens (eigen praktijk, morbiditeitsgegevens van eerste lijn, …cfrinfo op het einde van de presentatie)
14
15
De voorkans is de waarschijnlijkheid van een
werkhypothese in een bepaalde populatie,
alvorens een argument in rekening wordt genomen.
16
VoorkansVoorafkansa priori kans
klinisch vermoeden(in de praktijkpopulatie)
Prevalentie(het aantal gevallen in de bevolking in een bepaalde
periode)
Incidentie(Aantal nieuwe gevallen in de bevolking in een bepaalde
periode)
Ziekte / tijdPatiënten / tijd
ZiektePatiënten=
17
VoorkansVoorafkansa priori kans
klinisch vermoeden(in de praktijkpopulatie)
6 pat. met HD / jr1500 pat./jr(3/4 populatie)
6 pat. met HD1500 pat .=
Voorkans 1/250
18
De voorkans is afhankelijk van de populatie, waarbinnen je werkt en waartoe de patiënt behoort
Bevolkingselectie
Huisartszeeffunctie
2° en 3° lijn
“Door bij de dokter over de drempel te gaan, verhoogt meteen uw kans op ziekte”
19
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
99,999 %
99,99 %
99,9 %
99 %
90 %
50 %
10 %
1%
1/1000
1/10.000
1/100.000
zeker bijna zeker waarschijnlijk mogelijk onwaarschijnlijk zeer onwaarschijnlijk onmogelijk
20
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
99,999 %
99,99 %
99,9 %
99 %
90 %
50 %
10 %
1%
1/1000
1/10.000
1/100.000
zeker bijna zeker waarschijnlijk mogelijk onwaarschijnlijk zeer onwaarschijnlijk onmogelijk
Vraag 3: De voorkans voor hartdecompensatie bij deze patiënte
van 78 j in mijn praktijk is even groot als de kans bij alle vrouwen
van 78 in de bevolking
1. Juist
2 . Fout
21
22
Idea
Mijn dochter maakt zich voor niets ongerustIk denk dat het van te veel koffie drinken komtIk weet ook niet wat daarvan de oorzaak kan zijn
Concern
Ik heb schrik dat mijn hart het gaat begevenIk heb volgende maand nog een grote reis geplandIk maak me niet ongerust, het is alleen vervelend
Expectations
Geef me maar snel een pilletje dat het geneestIk wil graag een scan zo’n laatste nieuweIk wil graag naar de kliniekIk wil naar de hartspecialist
23
argument
voorkans nakans(A) prior(i) kans (A) posterior(i) kansMate van zekerheid
Aantonen: kans verhogenUitsluiten: kans verlagen
24
VOORKANS
NAKANS NAKANS
ARGUMENTENuitsluiten aantonen
25
Argumenten
• Gegevens uit de anamnese
• Bevindingen uit het klinisch onderzoek
• Bevindingen uit technisch onderzoek
• De tijd als diagnosticum
26
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
99,999 %
99,99 %
99,9 %
99 %
90 %
50 %
10 %
1%
1/1000
1/10.000
1/100.000
zwak zeer sterk goed sterk
zeker bijna zeker waarschijnlijk mogelijk onwaarschijnlijk zeer onwaarschijnlijk onmogelijk
zekerheidsschaal
27
28
Vraag 4: Bij mensen die geen HD hebben komt orthopnoe zeer zelden voor. Daarom is de afwezigheid van orthopnoe bij onze patiënte een goede uitsluiter voor HD.
1. Juist
2 . Fout
29
Vraag 5: Omdat de meeste patiënten met HD dyspnoeisch zijn is afwezigheid van dyspnoe een goed argument om HD uit te sluiten
1. Juist
2 . Fout
Epidemioloog / onderzoeker
30
Epidemioloog / onderzoeker
Hartdecompensatie Geen hartdecompensatie
31
Epidemioloog / onderzoekerHartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
50 % 10 %
Gee
n oe
deem
90 %50 %
32
Epidemioloog / onderzoekerHartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
Gee
n oe
deem
terecht positieven vals positieven
terecht negatievenvals negatieven
33
Epidemioloog / onderzoekerHartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
Gee
n oe
deem
Sensitiviteit = 50%
34
Sensitiviteit
bepaald door het aantal terecht positieven
afhankelijk van het aantal vals negatieven
wordt bepaald in de « zieke » populatie
35
Epidemioloog / onderzoekerHartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
Gee
n oe
deem
Sensitiviteit = 50%
Specificiteit = 90%
36
Specificiteit
Bepaald door het aantal terecht negatieven
Afhankelijk van het aantal vals positieven
Wordt bepaald in de « niet-zieke » populatie
37
Epidemioloog / onderzoekerHartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
Gee
n oe
deem
Verhouding TP/VP = 5 tegen 1
Verhouding TN/VN = 9 tegen 5 38
Clinicus
39
Clinicus
Oed
eem
Gee
n oe
deem
40
Clinicus
Hartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
Gee
n oe
deem
Verhouding TP/VP = 5 tegen 1
41
Clinicus
Hartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
Gee
n oe
deem
Verhouding TP/VP = 5 tegen 1
Verhouding TN/VN = 9 tegen 5 42
Clinicus
Hartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
Gee
n oe
deem
Verhouding TP/VP = 5 tegen 1
Verhouding TN/VN = 9 tegen 5 43
Hartdecompensatie Geen hartdecompensatie
Oed
eem
Gee
n oe
deem
Aantonende kracht = 5 tegen 1 = 5
Uitsluitende kracht = 9 tegen 5 = 244
45
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
1/1000
1/100.000
99,999%
99,99%
99,9%
99%
90%
50%
10 %
1%
1/10.000
1/1.000.000
99,9999%
Aantonen en uitsluiten van werkhypothesen via argumenten
KRACHT
46
is de ‘omvang’ waarmee een bepaaldeklinische (klacht, anamnese) of paraklinischebevinding (onderzoek, test) bijdraagt tot het
aantonen of uitsluiten van een bepaaldewerkhypothese.
DE KRACHT VAN EEN ARGUMENT
47
Kracht van argumenten
Woord-score aantonend uitsluitend LHR’s
onbr.baar ~ ~ 0 tot 1 1
zwak (+) (-) 2 tot 5 3
goed + - 6 tot 16 10
sterk + (+) - (-) 17 tot 57 30
zeer sterk + + - - 58 tot 200 of + 100
48
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
99,999 %
99,99 %
99,9 %
99 %
90 %
50 %
10 %
1%
1/1000
1/10.000
1/100.000
zwak zeer sterk goed sterk
zeker bijna zeker waarschijnlijk mogelijk onwaarschijnlijk zeer onwaarschijnlijk onmogelijk
zekerheidsschaal
49
Aantonende kracht
Terecht positievenVals positieven
50
De aantonende kracht is vooral afhankelijk van het
aantal vals positieven (specificiteit).
Die worden bepaald in de « niet-zieke » populatie
51
Specificity(false ) PositivesRules in
52
Uitsluitende kracht
Terecht negatievenVals negatieven
53
De uitsluitende kracht isvooral afhankelijk van het
aantal vals negatieven(sensitiviteit).
Die worden bepaald in de « zieke » populatie
54
Sensitivity(false ) NegativesRules out
55
SNOUT
SPIN
56
57
Vraag 4: Bij mensen die geen HD hebben komt orthopnoe zeer zelden voor. Daarom is de afwezigheid van orthopnoe bij onze patiënte een goede uitsluiter voor HD.
1. Juist
2 . Fout
58
Vraag 5: Omdat de meeste patiënten met HD dyspnoeïsch zijn is afwezigheid van dyspnoe een goed argument om HD uit te sluiten
1. Juist
2 . Fout
59
Vraag 6:Omdat een gestegen CVD ons vermoeden op HD sterk doet stijgen, doet een normale CVD ons vermoeden op HD ook sterk dalen.
1. Juist
2 . Fout
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
1/1000
1/100.000
99,999%
99,99%
99,9%
99%
90%
50%
10 %
1%
1/10.000
1/1.000.000
99,9999%
Asymmetrisch argument
60
61
Vraag 6:Omdat een gestegen CVD ons vermoeden op HD sterk doet stijgen, doet een normale CVD ons vermoeden op HD ook sterk dalen.
1. Juist
2 . Fout
Weinig vals positieven : Aantonende kracht ++
Veel vals negatieven : Uitsluitende kracht -
62
63
Vraag 7: Voor we een behandeling van HD starten proberen we onze zekerheid d.m.v. argumenten boven onze actiedrempel te krijgen
1. omdat we anders veel patiënten die geen HD hebben onterecht zullen behandelen
2. omdat we anders veel patiënten met een HD onbehandeld zullen laten rondlopen
64
komt overeen met een ziektewaarschijnlijkheid waarbij twee keuzes even verantwoord zijn
(bijvoorbeeld behandelen versus verder observeren)
DREMPEL
65
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
99,999 %
99,99 %
99,9 %
99 %
90 %
50 %
10 %
1%
1/1000
1/10.000
1/100.000
zeker
bijna zeker
waarschijnlijk
mogelijk
onwaarsch
zeeronwaarsch
onmogelijk
ACTIE
GEEN ACTIE
66
67
Vraag 7: Voor we een behandeling van HD starten proberen we onze zekerheid d.m.v. argumenten boven onze actiedrempel te krijgen
1. omdat we anders veel patiënten die geen HD hebben onterecht zullen behandelen
2. omdat we anders veel patiënten met een HD onbehandeld zullen laten rondlopen
68
Vraag 8: als we bij een vermoeden op een infarct van 10% overgaan tot verwijzen, dan wil dat zeggen dat we misschien 90% patiënten zonder infarct verwijzen.
1. Juist
2 . Fout
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
1/1000
1/100.000
99,999%
99,99%
99,9%99%90%
50%10 %1%
1/10.000
1/1.000.000
99,9999%
Man 35 jaar
69
70
Vraag 8: als we bij een vermoeden op een infarct van 10% overgaan tot verwijzen, dan wil dat zeggen dat we misschien 90% patiënten zonder infarct verwijzen.
1. Juist
2 . Fout
71
Vraag 9: Als we bij een vermoeden op een infarct van 10% overgaan tot verwijzen, dan wil dat zeggen dat er bij onderzoek nadien zal blijken dat 10% van die verwezen patiënten een infarct bleken te hebben.
1. Juist
2 . Fout
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
1/1000
1/100.000
99,999%
99,99%
99,9%99%90%
50%10 %1%
1/10.000
1/1.000.000
99,9999%
72
73
Vraag 9: Als we bij een vermoeden op een infarct van 10% overgaan tot verwijzen, dan wil dat zeggen dat er bij onderzoek nadien zal blijken dat 10% van de verwezen patiënten een infarct bleken te hebben.
1. Juist
2 . Fout
WAT BEINVLOEDT DE DREMPEL?
1. ARTSGEBONDEN FACTOREN
2. PATIENTGEBONDEN FACTOREN
3. ZIEKTEGEBONDEN FACTOREN
74
Enkele belangrijke bronnen
Kabisa (www.itg.be)
Aanbevelingen voor huisartsen (Domus Medica)
Standaarden NHG
www.intego.be
Artikels uit Huisarts Nu 2004
Advanced course (www.itg.be)75
76
Vraag 10: Wie voelt zich nu thuis in de medische besliskunde?
1.Ja
2.Redelijk
3.Een beetje
4.Nee
77