46
JAARVERSLAG 2012 Allure, Stichting voor openbaar primair onderwijs

Allure jaarverslag 2012

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Allure jaarverslag 2012

Citation preview

Page 1: Allure jaarverslag 2012

JAARVERSLAG 2012Allure, Stichting voor openbaar primair onderwijs

Page 2: Allure jaarverslag 2012
Page 3: Allure jaarverslag 2012

Jaarverslag 2012

Inhoudsopgave PAGINA

5

1. Kerntaken en organisatie 6 Kerntaak 6 1.2 Organisatie

2. Strategisch beleid 9 2.1 De missie 9 2.2 De visie 9 2.3 Geprioriteerde doelen 2011/2014 12 Externe ontwikkelingen

3. Organisatorische ontwikkelingen en Governance 13 Code Goed Bestuur 13 Besturingsfi losofi e 14 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 15 Start netwerken leerkrachten 16 Ontwikkeling van protocollen 16 Onderzoek gemeente Opmeer 164. Onderwijs en kwaliteitszorg 17 Kwaliteitsonderzoeken door de inspectie 18 Kwaliteitssysteem 18 Eindopbrengsten volgens het Early Warning System 19 School aan Zet 19 iPad project De Dubbele Punt 19 Aantal meldingen en klachten 20 Uitstroom voortgezet onderwijs 21 Externe contacten

5. Personeel 22 Reorganisatie 22 Payroll 22 Mobiliteit 22 Invalpool 22 Procedure aanstellen formatie 23 Arbodienstverlening 23 Invoering digitale gesprekscyclus 23 Deskundigheidsbevordering

6. Huisvesting 24 Onderhoud 25 Nieuwe ontwikkelingen 25 Duurzaamheid

7. Jaarverslag Raad van Toezicht 26 Samenstelling Raad van Toezicht 26 Werkgeversrol 26 Toezichtkader 27 Vergaderingen

8. Financieel beleid 28 Financiële positie per balansdatum 30 Analyse van het exploitatieresultaat 34 Treasuryverslag 35 Risicobeheersings- en controlesysteem 36 Toekomstparagraaf 38 Risicoparagraaf 39 Aansluiting jaarrekening

40

41 Bijlage: Prestatie-indicatoren

Inhoudsopgave

Voorwoord1. Kerntaken en organisatie 1.1 Kerntaak 1.2 Organisatie

2. Strategisch beleid 2.1 De missie 2.2 De visie 2.3 Geprioriteerde doelen 2011/2014 2.4 Externe ontwikkelingen

3. Organisatorische ontwikkelingen en Governance 3.1 Code Goed Bestuur 3.2 Besturingsfi losofi e 3.3 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 3.4 Start netwerken leerkrachten 3.5 Ontwikkeling van protocollen 3.6 Onderzoek van het leerlingaantal 3.7 Onderzoek gemeente Opmeer

4. Onderwijs en kwaliteitszorg 4.1 Kwaliteitsonderzoeken door de inspectie 4.2 Kwaliteitssysteem 4.3 Eindopbrengsten volgens het Early Warning System 4.4 School aan Zet 4.5 iPad project De Dubbele Punt 4.6 Aantal meldingen en klachten 4.7 Uitstroom voortgezet onderwijs 4.8 Externe contacten

5. Personeel 5.1 Reorganisatie 5.2 Payroll 5.3 Mobiliteit 5.4 Invalpool 5.5 Procedure aanstellen formatie 5.6 Arbodienstverlening 5.7 Invoering digitale gesprekscyclus 5.8 Deskundigheidsbevordering

6. Huisvesting 6.1 Onderhoud 6.2 Nieuwe ontwikkelingen 6.3 Duurzaamheid

7. Jaarverslag Raad van Toezicht 7.1 Samenstelling Raad van Toezicht 7.2 Werkgeversrol 7.3 Toezichtkader 7.4 Vergaderingen

8. Financieel beleid 8.1 Financiële positie per balansdatum 8.2 Analyse van het exploitatieresultaat 8.3 Treasuryverslag 8.4 Risicobeheersings- en controlesysteem 8.5 Toekomstparagraaf 8.6 Risicoparagraaf 8.7 Aansluiting jaarrekening

BasisinformatieBijlage: Prestatie-indicatoren

3

Page 4: Allure jaarverslag 2012

4

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

Page 5: Allure jaarverslag 2012

5

Jaarverslag 2012

Voorwoord

Voor u ligt het jaarverslag 2012 van Stichting Allure. Ons doel is kwalitatief hoogstaand openbaar onderwijs aanbieden door de vijftien scholen in de regio West-Friesland, die onder Stichting Allure vallen.

Met dit jaarverslag leggen we verantwoording af aan het ministerie van OC&W, de drie gemeenten (Opmeer, Koggenland en Medemblik) waar onze scholen zijn gehuisvest, de ouders van de kinderen die onze scholen bezoeken, alle medewerkers van onze organisatie en de overige schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs in de brede regio. Het verslag is ook bedoeld voor alle andere belangstellenden die meer van onze organisatie willen weten. Dit verslag concentreert zich op de ontwikkelingen die de organisatie Allure als geheel aangaan. Over de ontwikkelingen op de scholen kunt u lezen in de jaarverslagen van de afzonderlijke scholen. U kunt deze vinden op hun website (via www.stichtingallure.nl) of opvragen bij de directeur van de school.

Afgelopen jaar was het tweede jaar van uitvoering van het beleidsplan “Grensverleg-gend leren” 2011-2014. Dit beleid is erop gericht de organisatie bedrijfsmatig weer gezond te maken. De indicatoren die daarbij gesteld zijn, werden door werkgroepen behaald. Deze werkgroepen bestaan hoofdzakelijk uit directeuren. Het gaat om drie werkgroepen te weten: onderwijs, personeel en ICT. De indicatoren van de overige be-drijfsprocessen: fi nancieel, huisvesting en administratief-organisatorisch werden door de daarvoor nieuw aangetrokken staff unctionarissen behaald. Een overzicht van de behaalde indicatoren vindt u in bijlage 1.

Naast het op orde brengen van de organisatie stond het jaar 2012 in het teken van de reorganisatie. De terugloop van leerlingen (krimp) en het daarop te laat anticiperen door het vorige bestuur maakten een forse ingreep op het vaste personeelsbestand noodzakelijk. Het opstellen van een reorganisatie- en sociaal plan, in overleg met degemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) en vakbonden, vond begin 2012 plaats. Veel van de daarin gestelde doelstellingen zijn bereikt, zonder dat er tot nu toe gedwongen ontslagen hebben plaatsgevonden.

In dit jaarverslag leest u welke stappen we verder hebben gezet en welke concrete resultaten verder nog zijn bereikt.

Wilt u meer weten over onze activiteiten of heeft u nog tips? Laat het ons weten via [email protected]. Uw vragen of reacties zijn van harte welkom!

Wij danken u voor uw interesse in onze organisatie en wensen u veel leesplezier.

Riekje MeijeringDirecteur-bestuurder

Page 6: Allure jaarverslag 2012

6

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

1. KERNTAKEN EN ORGANISATIE

1.1 Kerntaak

Stichting Allure is een stichting voor openbaar primair onderwijs. Onze kerntaak is het verzorgen van kwalitatief goed en aantrekkelijk onderwijs. Binnen de door Allure aan-gegeven kaders bepalen scholen zelf hun onderwijskundig beleid.

1.2 Organisatie

De organisatiestructuur van stichting Allure ziet er als volgt uit:

Raad van ToezichtDe Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op het functioneren van de directeur–be-stuurder en op het functioneren van de organisatie als geheel. De raad adviseert de directeur-bestuurder gevraagd en ongevraagd en functioneert als klankbord voor de directeur-bestuurder. De RvT is werkgever van de directeur-bestuurder. Zijn verdere taken zijn vastgelegd in de statuten van stichting Allure. U vindt deze statuten op onze website www.stichtingallure.nl.

De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende leden: • De heer J. (Jan) Mesu, voorzitter (wethouder Bergen met o.a. onderwijs, welzijn en sociale zaken in zijn portefeuille)• De heer R. (René) van de Guchte (manager ING bank)• De heer R.Chr. (Robert) Viëtor (clusterdirecteur Educatie Hogeschool Leiden)• De heer J.W. (Jan Wolter) Bloem (advocaat)• Mevrouw Y. (Yolanda)Clee (adviseur en interim manager primair onderwijs)

College van Bestuur Het eenhoofdige College van Bestuur (CvB) is bevoegd gezag van stichting Allure. In de praktijk betekent dit dat het CvB als directeur-bestuurder alle portefeuilles beheert en integraal verantwoordelijk is voor het beleid van stichting Allure. De directeur- bestuurder legt verantwoording af aan de RvT. Tot de bestuurlijke en directie taken behoren de verdere professionalisering van de organisatie en de stimulering van de kwaliteit van het onderwijs. De directeur-bestuurder staat in verbinding met de scho-len en behartigt externe belangen. De directeur-bestuurder stuurt de directeuren van de scholen en de medewerkers van het stafbureau aan.

Het college van bestuur bestaat uit:• Mevrouw H.J.K. (Riekje) Meijering, directeur-bestuurder.

Page 7: Allure jaarverslag 2012

7

Jaarverslag 2012

StafbureauIn het stafbureau zijn de secretaris RvT, directeuren en GMR, de staff uncties ICT, huis-vesting, fi nanciën, HRM en administratie ondergebracht. Het gaat om een klein stafbu-reau met senior beleidsmedewerkers met een beperkte werktijdsfactor.

Secretaris RvT, directeuren en GMR (2 dagen)De secretaris RvT, directeuren en GMR ondersteunt de genoemde diensten in bre-de zin. Daarnaast verzorgt deze het secretariaat van de RvT en de GMR.

HRM functionaris (3 dagen)De functionaris HRM, die per 1 augustus 2012, is aangetrokken, is mede verantwoor-delijk voor het personeelsbeleid van stichting Allure. Kortweg kan gesteld worden dat stichting Allure het beste uit haar ongeveer 220 medewerkers wil halen. Als onze medewerkers goed functioneren en met plezier hun werk doen dan straalt dat immers af op onze leerlingen. Professionalisering van de medewerkers is daarbij een sleutelbe-grip. Naast de functionaris HRM verzorgt het externe administratiebureau Akorda ook secretariële en administratieve ondersteuning. Tevens wordt de invalpool leerkrachten door een interne medewerker binnen het stafbureau verzorgd.

Administratie (3 dagen)De personele en fi nanciële administratie worden voor een belangrijk deel verzorgd door het administratiekantoor Akorda (www.Akorda.nl). Ook adviseren zij bij juri-dische vraagstukken. Binnen het stafbureau worden aanvullend secretariële werk-zaamheden verzorgd door de management-assistent. Zij ondersteunt tevens de directeur-bestuurder.

ICT functionaris (1 dag)In het onderwijs speelt ICT een belangrijke rol. De bovenschoolse ICT- functionaris houdt samen met het ICT–netwerk de digitale infrastructuur op peil en ontwik-kelt deze verder. Dit ICT–netwerk bestaat uit leerkrachten met een ICT taak op de school. Elke school heeft een dergelijke ICT’er. De bovenschoolse ICT-functionaris ondersteunt scholen bij ICT werkzaamheden en regelt scholing op ICT gebied. Een ICT-werkgroep, bestaande uit directeuren, maakt (onderwijskundig) beleid op het gebied van ICT.

Huisvesting functionaris (1 dag)Alle zaken die te maken hebben met nieuwbouw, renovatie en onderhoud van de vijftien schoolgebouwen van stichting Allure liggen in handen van de functionaris huisvesting. Deze voert, samen met de directeur-bestuurder, het overleg met de drie betreff ende gemeenten over de huisvesting van de scholen. Daarnaast is er een externe onderhoudsfunctionaris die werkzaamheden verricht die anders door een aannemersbedrijf zouden moeten worden uitgevoerd. Dit gebeurt naast de kleine onderhoudswerkzaamheden die een conciërge op een school uitvoert.

Financieel controller (1 dag)De fi nanciële controle wordt uitgevoerd door een externe controller. Deze geeft leiding aan de fi nanciële administratie, verzorgd door het administratiekantoor Akorda. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de aanlevering van begroting, jaar-rekening en kwartaalrapportages. De fi nanciële commissie van de drie gemeenten heeft, naast de RvT, ook een controlerende en adviserende taak op de fi nanciële stukken van de stichting.

Page 8: Allure jaarverslag 2012

8

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

Stichting Allure schema organisatiestructuur

Directeuren (per 31 december 2012)

Jaarrekening Begroting

Jaarrekening

2012 2012 2011 € € €

Overige overheidsbijdragen en -subsidiesGemeentelijke bijdragen 77.016 75.000 92.905

77.016 75.000 92.905

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Overige batenOpbrengst medegebruik 19.418 45.000 44.857

Detachering personeel 44.619 42.000Ouderbijdragen 5.187 0 348Overige 46.479 0 134.457

115.703 87.000 179.662

Pagina 5 van 11Besproken RvT d.d. 13 maart 2013Verstuurd naar accountant 25 maart 2013

Raad van Toezicht

Directeur

Bestuurskantoor

College van BestuurDirecteur-

Directieberaad

MR

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Financiële commissie gemeenten

Directeuren (per 31 december 2012)Marjolein Schilder De Ieveling Henk van Doorn Geert Holle

Clemens Beemsterboer De Klaverwoid Tsjikke Dijkstra De Langereisschool

Jos Cozijn De Kraaienboom Katja Kranenburg De Koet

Niko Dol De Adelaar/De Akker Irene Ruigentuin De Kelderswerf

Odette Meskers De Vijzel/De Plaats Marjolein Looij locatieleider De Grosthuizer

Marloes Goesinnen De Speelwagen Odette Meskers De Plaats

Wil Bankras locatieleider

De Dubbele Punt

Nadere informatie is te vinden op de website www.stichtingallure.nl

GEMEENTE SCHOOL PLAATS LEERLINGEN

Koggenland OBS De Kelderswerf Obdam 209

OBS De Langereis Ursem 121

OBS De Grosthuizer Grosthuizen 77

OBS De Ieveling Avenhorn 236

OBS Geert Holle Berkhout 192

Medemblik OBS De Speelwagen Wognum 118

OBS De Meridiaan Medemblik 130

OBS De Klaverwoid Twisk 97

OBS De Plaats Abbekerk 188

OBS De Vijzel Hauwert 69

OBS De Koet Midwoud 318

OBS De Kraaienboom Benningbroek 129

Opmeer OBS De Adelaar Hoogwoud 171

OBS De Akker Opmeer 109

OBS De Dubbele Punt Aartswoud 48

Pagina 1 van 11Besproken RvT d.d. 13 maart 2013Verstuurd naar accountant 25 maart 2013

Page 9: Allure jaarverslag 2012

9

Jaarverslag 2012

2. STRATEGISCH BELEID

Na een intensief traject is in 2011 een beleidsplan “Grensverleggend Leren” 2011-2014 vastgesteld. Dit beleidsplan is in nauwe samenwerking met de schooldirecteuren tot stand gekomen. In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste elementen uit dit plan toegelicht. Het beleidsplan wordt verder uitgewerkt in indicatoren per schooljaar. In de volgende hoofdstukken wordt verslag gedaan van de resultaten die zijn behaald op basis van de indicatoren 2012. Zie voor een samenvatting van de indicatoren bijlage 1.

2.1 De missieGrensverleggend onderwijs.Allure beschouwt het als haar missie grensverleggend onderwijs aan te bieden. Dit is overal binnen de organisatie zichtbaar. Leerlingen krijgen een basisopleiding die hen optimaal toerust voor een goed vervolg in het voortgezet onderwijs, waarbij hun spe-cifi eke onderwijsbehoeften centraal staan.

2.2 De Visie Allure wil zich de komende jaren onderscheiden als een professionele, transparante, daadkrachtige organisatie, die zich ten doel stelt, ‘Wereldburgers in West-Friesland’ op te leiden, vanuit verbondenheid met de omgeving en elkaar, opbrengstgericht en vanuit een veilige en respectvolle omgeving.Een sterke fi nanciële basis en deskundige, gedreven medewerkers vormen de funde-ring om de ambities van Allure waar te maken.Kwalitatief hoogstaand onderwijs met de blik op de toekomst en een professionele manier van communiceren en leidinggeven zijn speerpunten.De stichting zorgt voor realistische, actuele en gedragen kaders, waarbinnen elke school invulling kan geven aan haar specifi eke missie.Binnen de context van de stichting zijn wij (vanuit intrinsieke motivatie) verbonden met elkaar. Vanuit deze verbondenheid staat respect voor elkaar centraal. Allure ziet zichzelf als lerende organisatie. Op basis van dit inzicht wordt de kwaliteits-zorg ingericht. Het openbare karakter vormt uitgangspunt en wordt gekenmerkt door aandacht en toegankelijkheid voor alle wereldreligies en maatschappelijke zienswijzen vanuit actieve pluriformiteit.Onderwijs heeft, ondanks een veranderende maatschappij, een centrale positie in de vorming van het kind en streeft daarom proactief naar elkaar versterkende banden met andere maatschappelijke organisaties.

2.3 Geprioriteerde doelen 2011-2014Van alle indicatoren die in het beleidsplan zijn opgenomen hebben de onderstaande vijf indicatoren de hoogste prioriteit. Als we er in slagen om vooral op deze vijf indica-toren merkbaar vooruitgang te boeken, dan sturen we op een fi nancieel en bedrijfs-matig stabiele organisatie die in control is. Voorwaarden om op de best denkbare manier invulling te geven aan de missie en visie van onze organisatie.

• Passend onderwijs• Opbrengstgericht onderwijs• Sluitende (meerjaren)begroting • Professionaliteit • Organisatiestructuur en management.

Page 10: Allure jaarverslag 2012

10

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

2.3.1 Passend onderwijsAllure hanteert voor iedere leerling binnen de scholen een passend arrangement, dat het kind in staat stelt zijn of haar (cognitieve, creatieve, sociale enz.) talenten maxi-maal te ontwikkelen.

In 2014 treedt de nieuwe Wet Passend Onderwijs in werking. Allure ziet de toekomst van deze wet als een kans om het onderwijs aan haar kinderen te verbeteren, zeker nu de bezuinigingen op het Passend onderwijs niet doorgaan. Gedacht kan worden aan extra aandacht en begeleiding voor kinderen die de basisvaardigheden voor taal en rekenen nog niet machtig zijn. Maar het kan ook gaan om een speciaal onderwijspro-gramma aan excellente leerlingen die op hun eigen niveau uitgedaagd moeten wor-den. Dus we willen de nadruk leggen op ontwikkelen en leren.

2.3.2 Opbrengstgericht werkenAlle scholen van Allure scoren eind 2013 ten minste voldoende tot gemiddeld voor de opbrengsten van rekenen en taal. Ten minste 20% van de Allure scholen scoort gemid-deld en 10 % bovengemiddeld.

Prestaties op het gebied van rekenen en taal neemt Allure zeer serieus. Terecht spre-ken ouders en inspectie de school erop aan als daar aanleiding voor is. Opbrengst-gericht werken betekent dat de gegevens over de vorderingen van leerlingen op met name de gebieden taal en rekenen een grote rol spelen in het handelen van de leerkracht. Wij investeren in opbrengstgericht werken als instrument om het taal- en rekenonderwijs op al onze scholen in de breedte te verbeteren.

Naast taal en rekenen werken alle scholen met Zien waarmee zicht gekregen wordt op de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. Van daaruit kan gericht gestuurd worden op een optimale sociale en emotionele ontwikkeling. Er wordt verder veel aandacht besteed aan de pedagogische veiligheid en indicatoren op het gebied van burgerschap en levensbeschouwing. Kinderen en leerkrachten zijn verbonden met elkaar en met onze omgeving.

2.3.3 Sluitende (meerjaren)begroting De afgelopen vier jaar sloot de stichting af met een steeds verder oplopend verlies. Het hebben van teveel vast personeel in relatie tot de terugloop van leerlingen en daarmee de inkomsten waren de belangrijkste oorzaken. Ingrijpen daarin via een re-organisatie was niet meer te vermijden. Begin dit jaar ging de GMR akkoord met het reorganisatieplan en de vakbonden gingen akkoord met het sociaal plan. Een reductie van 25,4 Fte per 1 augustus 2013 was de doelstelling. Bij de afsluiting van 2012 is er nog ruim 3 fte ondersteunend personeel wat nog geen andere baan heeft gevonden. De anderen zijn of gebleven omdat veel oudere werknemers gebruik hebben gemaakt van de regeling uit het sociaal plan of zij hebben elders een baan gevonden. Dit boven verwachting. Gelukkig hebben er tot nu toe geen gedwongen ontslagen plaatsgevon-den. De (meerjaren)begroting is vanaf 2013 sluitend. Naast de reorganisatie is ook ge-werkt aan een transparante fi nanciële bedrijfsvoering, een planning- en controlcyclus is ontwikkeld en ingevoerd en de risico’s zijn in kaart gebracht.

2.3.4 ProfessionaliteitEen van de kernwaarden uit het beleidsplan is Professionaliteit en Transparantie. In het directieberaad en later op de scholen zijn deze begrippen operationeel vertaald in gedrag zoals het openstaan voor feedback en het geven daarvan. Ook binnen de gesprekscyclus is professioneel gedrag onderwerp van gesprek daar het onderdeel is

Page 11: Allure jaarverslag 2012

11

Jaarverslag 2012

van de competenties waar men op moet scoren. Steeds meer is te merken dat me-dewerkers het gewoon gaan vinden dat afspraak ook echt een afspraak is. Het elkaar daarop blijvend aanspreken blijft belangrijk.

2.3.5 Organisatiestructuur en managementDe afgelopen jaren is afscheid genomen van medewerkers op het stafbureau die een operationele taakinvulling hadden. Daarvoor in de plaats zijn tijdens de reorganisatie-periode tijdelijke krachten ingezet. Eind 2012 is het stafbureau defi nitief ingevuld met een beperkt aantal op seniorniveau functionerende medewerkers. Naast de medewer-kers op het stafbureau is er een managementteam van vier directeuren dat functio-neert als klankbord voor de directeur-bestuurder. Tevens bereiden zij de agenda van het directieberaad voor. In 2012 zijn weer twee directeuren, voortkomend uit de eigen organisatie, gestart als directeur. Dit naast twee directeuren die in 2011 uit de eigen organisatie voortkomend zijn gestart. Alle startende directeuren hebben een eigen ontwikkeltraject, ondersteund door een coach. In de directeurengroep als geheel is geïnvesteerd wat betreft leiderschap, gesprekstechniek en het inzicht krijgen in de ei-gen drijfveren (managementdrives). Allure investeert in de continuïteit van een profes-sioneel management, omdat de directeuren essentieel zijn voor het goed functioneren van een school en organisatie.

Page 12: Allure jaarverslag 2012

12

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

2.4 Externe ontwikkelingenIn de omgeving van Allure speelt zich een aantal ontwikkelingen af die van belang zijn voor onze scholen. De demografi sche ontwikkeling is hiervan de belangrijkste. De komen-de jaren verwachten wij in alle drie de gemeenten waar Allure scholen heeft een verdere daling van het aantal (schoolgaande) kinderen. Deze ontwikkeling is al meerdere ja-ren aan de gang en slaat toe in grote delen van Nederland.Als gevolg hiervan zullen de leer-lingaantallen op de meeste Allure scholen (blijven) dalen. Voor onze scholen en voor de organisatie als geheel heeft dit als gevolg dat het personeelsbestand verder geredu-ceerd zal moeten worden. Ook zal de leegstand in de schoolgebouwen toenemen. Het is in de toekomst mogelijk dat scholen niet zelfstandig meer kunnen voortbestaan en dan moeten fuseren of zelfs sluiten. Op dit moment wordt er kleine scholen

beleid ontwikkeld. dit in samenspraak met partners in de regio, de drie gemeenten, de Raad van Toezicht, GMR en het bestuur. De uitgangspunten bij het bepalen van het beleid zijn; onderwijs en kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid. Het streven is om in het najaar van 2013 dit beleid vast te stellen.

Een andere landelijke ontwikkeling die op ons afkomt, is de Wet Passend Onderwijs. Deze wet maakt schoolbesturen verantwoordelijk voor het verzorgen van goed onder-wijs voor alle leerlingen die zich aandienen. Dit betekent dat de scholen aan elke leer-ling zoveel mogelijk onderwijs op maat moeten aanbieden. In het kader van de Wet Passend Onderwijs worden op dit moment ook de samenwerkingsverbanden opnieuw ingericht. In de praktijk betekent dit dat de drie samenwerkingsverbanden in de regio West-Friesland worden samengevoegd. Hier zullen alle basisscholen en alle scholen voor speciaal onderwijs in West-Friesland onder vallen. In dit samenwerkingsverband wordt de zorg voor leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte gecoördineerd en gefi nancierd.

Tenslotte merken we binnen het primair onderwijs dat door de bezuinigingen de druk op de onderwijsbudgetten toeneemt. De bezuinigingen op het Passend onderwijs zijn van tafel, maar toch zijn er de afgelopen jaren door de landelijke overheid al bezuinigin-gen doorgevoerd die men in het primair onderwijs voelt. Ook op provinciaal en gemeentelijk niveau worden steeds meer bezuinigingen op het onderwijs doorgevoerd. Subsidieregelingen worden versoberd of helemaal afgeschaft. Toch denken wij dat wij met adequate interventies in voldoende mate kunnen inspelen op deze ontwikkelingen. Bijvoorbeeld via netwerken binnen de stichting en daarbuiten kennis delen of via digitale ondersteuning zoals het werken met vooraf vastgestelde di-gitale Klassenplannen die heel effi ciënt werken bijvoorbeeld voor de Internbegeleiders.

Page 13: Allure jaarverslag 2012

13

Jaarverslag 2012

3. ORGANISATORISCHE ONTWIKKE- LINGEN EN GOVERNANCE

3.1 Code Goed BestuurAllure onderschrijft en hanteert de Code Goed Bestuur in het Primair onderwijs die in 2010 door de PO raad is vastgesteld. Allure voldoet aan de bepalingen en richtlijnen die in de Code Goed bestuur zijn opgenomen.

3.2 Besturingsfi losofi eGoed en deugdelijk bestuur is niet alleen van groot belang voor de eigen organisatie maar draagt ook bij aan goed onderwijs voor ieder kind. Allure onderschrijft in dit ver-band de Code voor Goed Bestuur in het primair onderwijs van de PO-Raad.

Bij Allure vinden we daarnaast een vijftal kernwaarden belangrijk. Deze kernwaarden zijn belangrijk voor ons handelen en de wijze waarop de hele organisatie bestuurd wordt. Dit betekent dat zij terug te zien zijn in de vaardigheden en het gedrag en han-delen van alle medewerkers waaronder de leidinggevenden in de organisatie. Het gaat om de volgende kernwaarden:• kwaliteit en focus op resultaat;• professionaliteit en transparantie;• heldere kaders en vrije verantwoordelijkheid;• positief en respectvol;•verbonden met mens en omgeving.

Kwaliteit en focus op resultaatDe eerste voorwaarde voor ons bestaansrecht is kwaliteit. Dat betekent dat wij proactief, stevig en duidelijk, handelen en sturen als scholen binnen onze stichting het risico lopen om als ‘zwak’ aangemerkt te worden. Los hiervan zijn wij voortdu-rend gericht op kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. De kwaliteit wordt struc-tureel geëvalueerd.

Professionaliteit en transparantieWij zijn transparant, open en duidelijk naar elkaar. In ons handelen staat professio-naliteit centraal. Op een respectvolle manier spreken wij elkaar aan op elkaars ge-drag. Wij hanteren een aantal kernafspraken rondom professioneel gedrag. Naast elkaar, spreken wij ook onszelf hierop aan.

Heldere kaders en vrije verantwoordelijkheidWij hechten aan vrijheid en verantwoordelijkheid. Voor de ontwikkeling is het inspi-reren en stimuleren van eigen invulling van belang. Aan scholen wordt een trans-parant Allure kader geboden waarbinnen zij hun eigen visie/missie gestalte kunnen geven. Dit beleidsplan vormt hiervoor een leidraad.

Positief en respectvolWij streven, vanuit een positieve grondhouding, naar optimale resultaten en nemen onszelf daarbij structureel onder de loep. Vertrouwen kenmerkt de groepscultuur en de manier waarop wij leerlingen en ouders tegemoet treden. Wij handelen van-uit kansen. In onze communicatie hanteren wij respect voor meningen.

Page 14: Allure jaarverslag 2012

14

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

Wij verwachten ook van externe instanties en ouders een vergelijkbare grondhou-ding, zodat onze leerlingen zich ontwikkelen tot wereldburgers in West-Friesland.

Verbondenheid met mens en omgevingWij zijn verbonden met elkaar en met onze omgeving. Deze kernwaarde dragen wij te allen tijde uit. Wij zijn hierin introspectief, maar spreken leerlingen (en andere bezoekers van onze school) ook aan op een houding, anders dan in deze kern-waarde beschreven. Aandacht wordt besteed aan de gebouwen en wij gaan duur-zaam om met materialen. Onze verbondenheid met de omgeving kenmerkt zich, zoals in de identiteit omschreven, door stevige banden met relevante organisaties in de gemeente waar de school staat.

3.3 Gemeenschappelijke MedezeggenschapsraadDe Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) kwam in 2012 voor het eerst in haar nieuwe samenstelling bijeen. Bestond daarvoor de GMR nog uit 30 leden (een ouder en leerkracht per school) nu was het aantal gehalveerd. Via een vooraf vast-gesteld rooster werd de school of door een ouder of door een leerkracht vertegen-woordigd. De GMR werkt daarnaast met werkgroepen (communicatie, formatie en fi nanciën, passend onderwijs, huisvesting), die als taak hebben onderwerpen voor te bereiden en de GMR van advies te voorzien.

De GMR kwam in 2012 totaal zevenmaal bijeen. Gesproken werd over onder andere de volgende onderwerpen: reorganisatie, passend onderwijs, (GMR) jaarverslag, meer-schools directeurschap, fi nanciën, communicatie, profi elschets RvT lid, meerjarenplan-ning GMR, kwaliteitszorg, bedrijfsarts, Payroll en protocollen. Verder hebben alle werk-groepen een eigen werkplan opgesteld. Deze zijn besproken in de GMR. Waar nodig zijn ze op elkaar aangepast.

Alle leden van de GMR en de MR op de scholen volgen een cursus medezeggenschap verzorgd door de Vereniging voor Openbaar Onderwijs.Stichting Allure hecht er zwaar aan de medezeggenschap in een openbare en transpa-rante organisatie zo goed mogelijk tot haar recht te laten komen.

De GMR kent een dagelijks bestuur dat overleg voert met de directeur-bestuurder over met name de agenda voor de GMR. In 2012 zaten hierin:• Yuri Pelser (voorzitter), • Jan Karel Buijink (lid), • Marloes Goesinnen(lid), • Corine Dijkhuis (lid)

3.4 Start netwerken leerkrachtenAllure is gestart met netwerkbijeenkomsten om met elkaar ervaringen uit te wisselen. Naast het netwerk voor de Interne begeleiders is er nu ook een netwerk voor leer-krachten van de groepen 1 en 2 en een initiatief voor een netwerk van groep 8.

In het IB-netwerk zijn o.a. de volgende onderwerpen besproken:Groeps- en handelingsplanning en de link met ParnasSys, ontwikkelingsperspectieven (OPP) en de criteria, groeps- en zorgmappen, toetsen en de toetskalender. Nieuwe ontwikkelingen in de leerlingenzorg, bijeenkomst met de inspecteur, format groeps-bespreking, dyslexie en lezen. Verder zijn aan de orde geweest de functie inhoud van de intern begeleider en de scholingsbehoefte, de uitwisseling vanuit de praktijk door middel van intervisie en groepsbezoeken.

Page 15: Allure jaarverslag 2012

15

Jaarverslag 2012

In de kleuterwerkgroep zijn de volgende onderwerpen besproken:Observatiemiddelen, notatiewijze en de eisen hieraan, bronnen en aanbod, werken rond thema’s en uitwisseling praktijkervaringen.Verder de inspectie-eisen ten aanzien van notatie en aanbod c.q. diff erentiatie, Cito en toetsen en de planningen (jaar, week, dag en thema’s), vertalen van ontwikkelings-lijnen naar activiteiten, landelijke ontwikkelingen, de plaats van het kleuteronderwijs binnen onze stichting.

Allure is van plan om ook voor andere leerkrachten dergelijke netwerken op te zetten, zodat iedereen kennis kan delen en van elkaar kan leren. Zo bouwt Allure stukje voor stukje verder aan de lerende organisatie.

3.5 Ontwikkeling van protocollenHet wordt steeds belangrijker om duidelijke kaders te hebben waarbinnen sommige zaken zich dienen af te spelen. Onderwijs is mensenwerk voor en door mensen (ou-ders, leerlingen, leerkrachten etc.). In dat menselijk verkeer van samenwerken is het soms goed om bepaalde regels met elkaar af te spreken. Dat geeft houvast al vraagt elke situatie weer om menselijk maatwerk. De ontwikkelde of bijgestelde procedures zijn:• Klachtenregeling• Regeling vertrouwenspersoon (in 2012 is de externe vertrouwenspersoon één keer be-naderd door een ouder van Allure over schoolbeleid. Er is telefonisch advies gegeven)• Communicatie gescheiden ouders• Schorsing en verwijdering • Medicijngebruik en -toepassing• Kindermishandeling (in ontwikkeling)De procedures zijn op de website van Allure of van elke school geplaatst.

3.6 Ontwikkeling van het leerlingaantal

Page 16: Allure jaarverslag 2012

16

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

3.6 Ontwikkeling van het leerlingaantal.Per 1 oktober 2012 kregen 2.212 leerlingen les op onze scholen. Het jaar daarvoor wa-ren dat nog 2.269 leerlingen.

Dat betekent dat de Allurescholen in 2012 in totaal 57 leerlingen minder hadden dan in 2011. Over de afgelopen vijf jaar bezien is het leerlingaantal van de Allurescholen gedaald met circa 10%. Deze daling kent een demografi sche oorzaak en zal ook de komende jaren doorzetten. Naar verwachting zal een aantal scholen onder de ophef-fi ngsnorm komen. Samen met de betrokken directeuren, gemeenten en RvT zal een gesprek gestart worden in het voorjaar van 2013 over het vast te stellen beleid.

De verdeling van de scholen per gemeente en het aantal leerlingen op 1 oktober 2012 is als volgt:

3.7 Onderzoek gemeente OpmeerIn verband met de aanhoudende negatieve publiciteit over de fi nanciële positie van stichting Allure en de voor hen nog onduidelijke redenen van de fi nanciële verliezen over de afgelopen jaren heeft de gemeente Opmeer een onderzoek laten uitvoeren. Het ging hier om de verliesjaren 2009, 2010 en 2011. Uit het door een extern onder-zoeksbureau uitgevoerde onderzoek werd duidelijk dat er in het verleden te laat was ingespeeld op de terugloop (krimp) van leerlingen en er geen transparante, effi ciënte bedrijfsvoering was. Ook werd duidelijk geconstateerd dat de stichting op de goede weg is voor wat betreft het fi nancieel in controle zijn, maar dat waakzaamheid gebo-den blijft in deze krimpregio.

Directeuren (per 31 december 2012)Marjolein Schilder De Ieveling Henk van Doorn Geert Holle

Clemens Beemsterboer De Klaverwoid Tsjikke Dijkstra De Langereisschool

Jos Cozijn De Kraaienboom Katja Kranenburg De Koet

Niko Dol De Adelaar/De Akker Irene Ruigentuin De Kelderswerf

Odette Meskers De Vijzel/De Plaats Marjolein Looij locatieleider De Grosthuizer

Marloes Goesinnen De Speelwagen Odette Meskers De Plaats

Wil Bankras locatieleider

De Dubbele Punt

Nadere informatie is te vinden op de website www.stichtingallure.nl

GEMEENTE SCHOOL PLAATS LEERLINGEN

Koggenland OBS De Kelderswerf Obdam 209

OBS De Langereis Ursem 121

OBS De Grosthuizer Grosthuizen 77

OBS De Ieveling Avenhorn 236

OBS Geert Holle Berkhout 192

Medemblik OBS De Speelwagen Wognum 118

OBS De Meridiaan Medemblik 130

OBS De Klaverwoid Twisk 97

OBS De Plaats Abbekerk 188

OBS De Vijzel Hauwert 69

OBS De Koet Midwoud 318

OBS De Kraaienboom Benningbroek 129

Opmeer OBS De Adelaar Hoogwoud 171

OBS De Akker Opmeer 109

OBS De Dubbele Punt Aartswoud 48

Pagina 1 van 11Besproken RvT d.d. 13 maart 2013Verstuurd naar accountant 25 maart 2013

Page 17: Allure jaarverslag 2012

17

Jaarverslag 2012

4. ONDERWIJS EN KWALITEITSZORG

4.1 Kwaliteitsonderzoeken door de inspectieDe onderwijsinspectie heeft in 2012 bij De Akker, De Grosthuizer, De Kelderswerf en De Koet een kwaliteitsonderzoek gedaan. Op de kwaliteitsaspecten scoren de scho-len overwegend voldoende tot goed. Over de Grosthuizer en de Kelderswerf was de inspectie tevreden en over de Koet zeer tevreden.De opbrengsten op sommige scholen en het systeem van kwaliteitszorg blijven be-langrijke aandachtspunten. In het bestuurlijk overleg met de onderwijsinspectie (sep-tember 2012) zijn alle scholen besproken. De inspectie heeft aan alle vijftien scholen het basisarrangement toegekend. Wel waren er bij diverse scholen aandachtspunten. De onderwijsinspectie is landelijk van plan het toezicht te versterken. Besturen worden door de onderwijsinspectie gewaarschuwd als scholen risico’s lopen met betrekking tot de opbrengsten. In december bezocht de inspectie OBS de Akker, omdat de school drie jaar op rij onvoldoende scoorde op de opbrengsten. Hoewel de inspectie zeer te spreken was over de in gang gezette verbeteringen kreeg de school toch het predicaat zwak. De school komt weer in aanmerking voor het basisarrangement als de school de op-brengsten binnen een jaar naar voldoende niveau weet te tillen. De school heeft het onderwijsconcept van ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) voor een belangrijk deel losgelaten. De Akker heeft voor alle leergebieden daarbij behorende onderwijsleerme-thoden aangeschaft en ingevoerd. Een keuze die het team zelf heeft gemaakt.

*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)*Voorbeeld; Niveau omgezet naar waarde tussen 0 en 5 (A=4-5, B=3-4, C=2-3, D=1-2, E=0-1)

Technisch lezen 3,3, 4,4,4, 5,5, 6,6, 7,7, 8, Gem.

2010 / 2011 3,4 B 3,4 B 3,2 B-3,2 B-3,2 B- 2,6 C 2,6 C 2,7 C+2,7 C+ 3,8 B+3,8 B+ 2,5 C 3,02

2011 / 2012 3,6 B 3,6 B 3,0 C+3,0 C+3,0 C+ 2,7 C+2,7 C+ 2,5 C 2,5 C 3,2 B-3,2 B- 4,1 A- 3,07

2012 / 2013 3,1 B-3,1 B- 3,0 C+3,0 C+3,0 C+ 2,7 C+2,7 C+ 3,4 B 3,4 B 3,0 C+3,0 C+ 3,5 B 3,17

Alle jaren 3,453,45 3,083,083,08 2,642,64 2,652,65 3,253,25 3,47

Spelling 3,3, 4,4,4, 5,5, 6,6, 7,7, 8, Gem.

2010 / 2011 3,3 B-3,3 B- 3,2 B-3,2 B-3,2 B- 2,8 C+2,8 C+ 3,0 C+3,0 C+ 2,9 C+2,9 C+ 2,2 C- 2,98

2011 / 2012 3,9 B+3,9 B+ 3,5 B 3,5 B 3,5 B 3,1 B-3,1 B- 2,9 C+2,9 C+ 3,1 B-3,1 B- 2,7 C+ 3,18

2012 / 2013 4,1 A-4,1 A- 4,1 A-4,1 A-4,1 A- 3,1 B-3,1 B- 2,8 C+2,8 C+ 3,4 B 3,4 B 3,4 B 3,53

Alle jaren 3,653,65 3,533,533,53 2,932,93 2,902,90 3,113,11 2,92

Begrijpend lezen 3,3, 4,4,4, 5,5, 6,6, 7,7, 8, Gem.

2010 / 2011 2,6 C 2,6 C 2,6 C 3,4 B 3,4 B 3,3 B-3,3 B- 2,9 C+2,9 C+ 2,5 C 2,95

2011 / 2012 3,7 B+3,7 B+ 3,7 B+3,7 B+3,7 B+ 2,9 C+2,9 C+ 2,8 C+2,8 C+ 3,0 C+3,0 C+ 2,1 C- 3,07

2012 / 2013 3,1 B-3,1 B-3,1 B- 2,4 C 2,4 C 2,8 C+2,8 C+ 2,8 C+2,8 C+ 2,7 C 2,75

Alle jaren 3,733,73 3,183,183,18 3,033,03 2,982,98 2,882,88 2,44

Rekenen en wiskunde

3,3, 4,4,4, 5,5, 6,6, 7,7, 8, Gem.

2010 / 2011 3,6 B 3,6 B 3,8 B+3,8 B+3,8 B+ 3,8 B+3,8 B+ 3,4 B 3,4 B 3,2 B-3,2 B- 3,2 B- 3,40

2011 / 2012 4,1 A-4,1 A- 3,3 B 3,3 B 3,3 B 3,9 B+3,9 B+ 3,9 B+3,9 B+ 3,5 B 3,5 B 3,3 B- 3,72

2012 / 2013 4,3 A-4,3 A- 3,9 B+3,9 B+3,9 B+ 2,8 C+2,8 C+ 3,9 B+3,9 B+ 4,0 A-4,0 A- 3,9 B+ 3,87

Alle jaren 3,983,98 3,643,643,64 3,673,67 3,553,55 3,383,38 3,46

Kleuren < 222 333 44 5

Normering onvoldoendeonvoldoendeonvoldoende matigmatigmatig voldoendevoldoende goedgoed

Pagina 2 van 11Besproken RvT d.d. 13 maart 2013Verstuurd naar accountant 25 maart 2013

Page 18: Allure jaarverslag 2012

18

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

4.2 Kwaliteitssysteem In 2012 is na een brede oriëntatie op de verschillende kwaliteitsinstrumenten gekozen voor het kwaliteitsinstrument WMK (Werken met Kwaliteit). WMK is een webbased kwaliteitssysteem waarmee gemakkelijk de kwaliteit van de school in kaart gebracht kan worden. Daarnaast kan invulling gegeven worden aan het beleid dat ontwikkeld wordt om de kwaliteit van de school gericht te verbeteren. WMK voldoet altijd aan de laatste inspectie-eisen.Het invoeringstraject zal de komende drie jaar onder leiding van de heer Cees Bos plaatsvinden.

4.3 Eindopbrengsten volgens het Early Warning SystemAlle directeuren maken twee keer per jaar een opbrengstanalyse. Zij brengen dan alle risico’s, ontwikkelingen en interventies in kaart. Deze vormen een onderdeel van het cyclisch meerjaren-kwaliteitsbeleid op schoolniveau.Verder wordt twee keer per jaar, na de Cito-toets, op een directieberaad in kaart gebracht welke interventies bovenschools aangepakt kunnen worden. Bijvoorbeeld IB-training, taalbeleid, etc. Directeuren krijgen zo meer inzicht in de sterke kanten van collega’s en collega scholen. Het eff ect is dat de organisatie meer naar een lerende organisatie toegroeit.

Op basis van deze opbrengstenanalyse zal een indeling gemaakt worden en zullen de scholen ingedeeld worden in de drie fasen van het Early Warning System.

Allure zal daarbij haar eigen norm hanteren:Als een school in groen is ingedeeld dan betekent dit dat de school minimaal drie jaren achter elkaar goed scoort.

Oranje betekent dat de opbrengsten over de laatste drie jaar genomen als risicovol aangemerkt worden. De citoscores schommelen daarbij rond de ondergrens van de inspectie. Ook als de opbrengsten na twee goede scores (groen) in het derde jaar onvoldoende zijn, belandt een school in de oranje fase.Als de school de laatste twee jaren, onafhankelijk van de score in het eerste jaar, rood en daarmee onvoldoende scoort, dan wordt de school in de fase rood inge-deeld.

Fase 1 (rood)Deze scholen staan onder intensief toezicht van de directeur-bestuurder.  Er dient een plan van aanpak gemaakt te worden met daarin een duidelijke analyse van de oorzaken van de lage opbrengsten.  Met behulp van een externe wordt het plan van aanpak uitgevoerd. Voor de scholen in fase rood is maandelijks een gesprek met de directeur-bestuurder. Bespreekpunten in deze overleggen zijn: voortgang plan van aanpak, externe en/of interne ondersteuning, personeel en risico’s.

Fase 2 (oranje) Van scholen in de oranje fase wordt gevraagd een analyse te maken van de lage citoscore. Ook wordt aan deze scholen gevraagd de tussenopbrengsten in kaart te brengen. Met name de resultaten van groep 7 zijn hier van belang, omdat de huidi-ge groep 7 de eindresultaten in het komend schooljaar bepaalt. Naast het kritisch analyseren van de opbrengsten wordt de scholen gevraagd gerichte interventies te plegen.

Page 19: Allure jaarverslag 2012

19

Jaarverslag 2012

Fase 3 (groen) Aan de ambitie dat 20% van de scholen in 2014 bovengemiddeld scoort moet intensiever gewerkt worden. Uitgangspunt is dat deze scholen duurzaam, dat wil zeggen jaren achterelkaar, bovengemiddeld scoren. In 2013 dienen deze scholen met een gedetailleerd plan van aanpak te komen.

In maart 2013 zullen de scholen, ook op advies van een externe, ingedeeld worden in bovenstaande fasen.

4.4 School aan ZetSchool aan Zet is een programma dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW. School aan Zet activeert scholen en helpt mee om de kwaliteit van het onderwijs nog ver-der te verbeteren. De school werkt, samen met experts en andere scho-len, toe naar een concrete(re) aanpak, gebaseerd op thema’s en eigen spe-cifi eke leerdoelen. Aan het einde van het traject is er een evaluatie van de resultaten en krijgt de school advies van de experts voor de borging en het vervolg.Er zijn twee scholen binnen stichting Allure die hier aan deelnemen. Aan de andere scholen is gevraagd ook te gaan deelnemen aan dit traject. Deel-name hieraan is kosteloos.

4.5 iPad project De Dubbele Punt Na de zomervakantie is bij de kleinste school van Allure (50 leerlingen) een iPad project van start gegaan. Dit nadat de school zich landelijk had georiënteerd en een projectplan was geschreven. Hierin is duidelijk de monitoring van het project opge-nomen. De ervaringen met de in totaal tien iPads zijn tot nu toe positief, zowel onder-wijskundig als praktisch. Ervaringen, positief en negatief, worden meegenomen binnen de werkgroep ICT en zullen van invloed zijn op het ICT beleidsplan voor de komende jaren. Het project is alleen al om die reden een succes te noemen. Scholen van binnen en buiten Allure bezoeken daarnaast de school om te horen wat de ervaringen zijn.

4.6 Aantal meldingen en klachtenVan vier scholen zijn in 2012 meldingen van klachten geweest bij de directeur-bestuur-der. Dit waren klachten afkomstig van ouders en gingen in alle gevallen over onvrede over leerkrachten of leiding van de school. In de meeste gevallen kon de onvrede via gesprekken of ouderbijeenkomsten worden weggenomen. In één geval hebben de ouders de (drie) kinderen van school genomen.

Daarnaast is een klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie. De klacht die van onderwijskundige aard was, betrof het feit dat één van de (gescheiden) ouders het niet eens was met het doubleren van het kind. De landelijke commissie heeft de klacht ongegrond verklaard en daarbij de stichting wel een aantal aanbevelingen ge-daan. Deze zijn door de stichting overgenomen.

Page 20: Allure jaarverslag 2012

20

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

4.7 Uitstroom voortgezet onderwijs4.7 Uitstroom voortgezet onderwijs

PROVMBO

BLVMBO

KLVMBO

GLVMBO

TL HAVO VWO Overig Totaal

05ZI OBS De Speelwagen 1 6 1 4 4 4 20

06AP OBS De Meridiaan 2 4 1 2 5 2 3 10 29

09GT OBS De Kelderswerf 4 6 6 13 6 7 42

11HN OBS De Adelaar 1 3 4 2 2 8 20

11TI OBS De Akker 1 3 1 2 1 5 13

12DL OBS De Dubbele Punt 2 3 1 1 7

12ES OBS de Klaverwoid 2 2 1 7 5 4 2 23

12NS OBS De Plaats 3 7 5 5 3 11 34

12VS OBS De Langereis 6 8 8 8 3 9 42

12VT OBS De Vijzel 3 1 2 3 1 3 13

13BR OBS De Grosthuizerschool 1 4 3 1 2 11

13BS OBS De Koet 6 5 9 20 5 16 61

13MJ OBS de Ieveling 1 7 7 6 5 6 32

13MK OBS de Kraaienboom 3 7 1 1 3 15

13RD OBS Geert Holle 4 2 4 2 6 1 4 23

Totalen 2 37 53 24 58 80 40 91 385

Procentueel 0,5% 9,6% 13,8% 6,2% 15,1% 20,8% 10,4% 23,6%

Pagina 3 van 11Besproken RvT d.d. 13 maart 2013Verstuurd naar accountant 25 maart 2013

6 5

13MK OBS de Kraaienboom

13RD OBS Geert Holle

37 80

6,2%0,5%Procentueel

Page 21: Allure jaarverslag 2012

21

Jaarverslag 2012

4.8 Externe contactenPassend onderwijsNaast de geëigende werkzaamheden van het samenwerkings-verband is er een basis gelegd voor de ambi-tie: geen kind de regio uit en zoveel mogelijk kinderen thuisnabij pas-send onderwijs bieden waarbij de integratie-gedachte (kind in de groep) centraal staat en ondersteuning is gericht op kind – leerkracht (team) – ouder.

De directeurendag van 3 oktober heeft een bindend eff ect gehad op de vorming van “wijk gebonden clusters” van

scholen. Ook zijn uitspraken gedaan rond de vraag hoe het nieuwe samenwerkingsver-band dit kan ondersteunen en over de zorggrenzen van scholen middels het onderwijs zorgprofi el. Op basis van dit profi el hebben de scholen een ontwikkelplan ingediend dat mede steun kan geven aan de ontwikkeling van het nieuwe samenwerkingsver-band en aan de schoolontwikkeling.In december jl. is de Westfriese Knoop opgericht. Achttien schoolbesturen in West-Friesland werken samen in een nieuw samenwerkingsverband op het gebied van passend onderwijs. De naam, de Westfriese Knoop, is gekozen, omdat het samen-werkingsverband beoogt een knooppunt te zijn waar meer dan 90 scholen terecht kunnen als het gaat om de ondersteuning van leerlingen, leerkrachten, ouders, intern begeleiders en directies. Tevens is het een knooppunt voor onderwijs, jeugdzorg, be-sturen en gemeenten. Alle directeuren van de aangesloten scholen komen af en toe bijeen om te bespreken hoe de invulling van het passend onderwijs er uit moet komen te zien per 1 augustus 2014

LEA ( Lokale Educatieve Agenda) overlegJaarlijks vindt twee keer met de drie gemeenten afzonderlijk LEA overleg plaats. Bij dit overleg zijn inmiddels ook de vertegenwoordigers van de kinderopvang aangescho-ven. Het creëren van een voorschoolse educatie, de samenwerking binnen de brede school en beweging- en taal onderwijs, waren binnen de drie gemeenten belangrijke onderwerpen.

Besturenoverleg Openbaar onderwijs Noord–Holland Noord Vier keer per jaar komen, onder leiding van VOS/ABB, de besturen van het openbaar onderwijs Noord–Holland Noord bijeen. Naast het feit dat dit besturenoverleg een netwerkfunctie heeft, wordt altijd een thema gepresenteerd en bediscussieerd. In dit verslagjaar waren dit; invoering wetgeving Passend onderwijs, toezichtkader Raad van Toezicht, uitgangspunten Openbaar onderwijs en de gewenste samenwerking met de (academische) Pabo’s.

Page 22: Allure jaarverslag 2012

22

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

5. PERSONEEL

5.1 ReorganisatieDe reorganisatie was een belangrijk gebeuren in het jaar 2012. Door de aanhoudende verliezen van de afgelopen vier jaren slonk het vermogen van de stichting snel. Ingrij-pen was noodzakelijk. Dit werd ook door de vakbonden en medewerkers zo ervaren. Er bleek, ook door de zorgvuldige wijze waarop de reorganisatie tot nu toe is uitgevoerd, een groot draagvlak te zijn. De GMR ging op één stem na akkoord met het reorganisa-tieplan en de vakbonden keurden het sociaalplan daaropvolgend goed.Binnen drie maanden kon aan de leerkrachten die op de RDDF lijst geplaatst waren me-degedeeld worden dat zij konden blijven. Vooral oudere leerkrachten hadden plaatsge-maakt voor hen door gebruik te maken van de voorzieningen uit het sociaalplan. Bij de afsluiting van 2012 staat er nog totaal 3.5 fte aan ondersteunend personeel op de RDDF lijst. Via outplacement wordt met hen gezocht naar ander werk buiten de organisatie.

5.2 PayrollStichting Allure is een eigen BV gestart voor Payroll. Hierdoor betaalt de stichting min-der BTW, een constructie die vooraf is overlegd met de accountant en de belasting-dienst. Allure wil voorkomen dat door de terugloop van leerlingen weer teveel vaste leerkrachten in dienst zijn. Het opbouwen van een zogenaamde fl exibele schil is essen-tieel om fi nancieel in de pas te blijven lopen. Temeer ook omdat door de reorganisatie minder natuurlijk verloop is; veel oudere werknemers zijn immers vertrokken. Ook door de economische crisis is merkbaar dat medewerkers minder geneigd zijn minder te gaan werken.

5.3 MobiliteitDoor de reorganisatie ontstonden op de scholen vacatures of overformatie van perso-neel. Hierdoor was interne mobiliteit binnen de stichting noodzakelijk. In overleg met de directeuren is een mobiliteit beslisboom opgesteld die een eerlijke volgorde van mobi-liteit bepaalde. Deze mobiliteit beslisboom heeft instemming verkregen van de GMR. Naar bleek is er niemand van de medewerkers op een school geplaatst tegen zijn zin.

5.4 InvalpoolOm snel en adequaat te kunnen reageren als er op een van de scholen vervanging nodig is, werkt Allure met een digitaal beheerde invalpool. Deze leerkrachten worden vooraf gescreend op geschiktheid. Ook wordt nagegaan of er inmiddels geen cao ver-plichtingen zijn opgebouwd aan deze medewerkers. De samenwerking met twee andere stichtingen via Uniform is niet verder van de grond gekomen.

5.5 Procedure aanstellen formatieNa drie maanden bouwt men binnen de CAO van het Primair onderwijs al verplichtin-gen op. Verplichtingen die Allure met zijn krimpend aantal leerlingen en het relatief lage natuurlijke verloop zich niet kan permitteren.Er is daarom een stappenplan ontwikkeld in het aannemen van tijdelijke medewerkers ook voor wat betreft kortdurende inzet. Deze schriftelijke procedure loopt via de direc-teur van de school, de stafmedewerkster HRM en het administratiekantoor. Indien de tijdelijke aanstelling meerkosten met zich meebrengt dan is daarvoor schrif-telijk toestemming van de directeur-bestuurder nodig. De procedure aanstelling vraagt om veel discipline en een verantwoordelijkheidsbesef van alle partijen.

Page 23: Allure jaarverslag 2012

23

Jaarverslag 2012

5.6 ArbodienstverleningIn 2012 heeft een evaluatie plaatsgevonden over de Arbo dienstverlening. Naar aanleiding daarvan is besloten per 1 januari 2013 te stoppen met de huidige Arbo-dienst. Korte lijnen en een betere communicatie tussen school en Arbodienst lag aan dit besluit ten grondslag. Na een brede oriëntatie heeft Allure er voor gekozen om te gaan samenwerken met een zelfstandige bedrijfsarts. De di-recteuren en de GMR hebben hiermee ingestemd. Naar aanleiding hiervan is de nota Ziekte en re-integratie bijge-steld en zal begin 2013 voorgelegd worden aan de GMR. Wel is er al een herijkt protocol Ziekmelden ingevoerd. Allure gaat er vanuit dat bovenstaande stappen helpen bij het terugdringen van het te hoge ziekteverzuim. Het ziekteverzuim komt in 2012 uit op 9.8 % met een frequen-tie van ziekmelden van 1.7%. Landelijk liggen deze cijfers op ruim 6% met een frequentie van min 1 %. Een analyse van de verzuimcijfers bij stichting Allure wordt gemaakt om vandaaruit gerichte acties te ondernemen.

5.7 Invoering digitale gesprekscyclusBegin 2012 is een pilot geweest onder directeuren met het gebruik van de digitale gesprekscyclus. Deze werd als heel gebruikersvriendelijk, het goed kunnen borgen en bewaken van de gegevens, ervaren. Daarnaast zoomt het programma goed in op de competenties die behoren bij verschillende functies. Naar aanleiding van deze positieve ervaringen is in september de digitale gesprekscy-clus voor alle medewerkers ingevoerd. Doordat deze digitale cyclus ook een bestuurlijke module heeft is goed te inventarise-ren of de gesprekken gevoerd worden, op welk niveau en waar stichting breed ken-nislacunes zijn. Met behulp van deze digitale gesprekscyclus kan scherper gestuurd worden op de ontwikkeling van medewerkers. Daarnaast moet dit ook helpen bij het terugdringen van het ziekteverzuim.

5.8 DeskundigheidsbevorderingDoor de reorganisatie is in 2012 minder aandacht geweest voor de deskundigheidsbe-vordering voor medewerkers. Wel zijn de volgende (verplichte) scholingsactiviteiten uitgevoerd:• cursus voor leden MR;• cursus bedrijfshulpverlening;• training gebruik Digibord voor alle leerkrachten • training 1 en 2 m.b.t. sociaal, emotionele toetsing van leerlingen (programma Zien);• één post HBO opleiding ICT is gevolgd en wordt in 2013 afgerond;• ontwikkeltraject voor directeuren (zie ook 2.4.5) en training gespreksvaardigheden;• training digitale gesprekscyclus voor directeuren;• netwerken voor leerkrachten (zie ook 3.4);• diverse opleidingen voor leerkrachten die in een LB functie zijn geplaatst;• op diverse scholen invoering Kanjertraining en/of Rots en Water.

De Alluredag op 7 november stond naast ontmoeting met elkaar in het teken van ken-nisuitwisseling. Het ochtendprogramma bestond uit stilstaan bij de kernwaarden van het Openbaar onderwijs. Het middagprogramma was rijk gevuld met 16 workshops uitgevoerd door de scholen.

Page 24: Allure jaarverslag 2012

24

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

6. HUISVESTING

6.1 OnderhoudHuisvesting voor alle Allure scholen heeft in 2012 een prominente rol gespeeld.Het schoolbestuur heeft het besluit genomen om al het onderhoud bovenschools aan te sturen. Er is een bovenschoolse onderhoudsman voor klein onderhoud werk-zaam voor Allure.

Het afgelopen jaar heeft zich gekenmerkt door het maken van een inhaalslag van klein en groot onderhoud. Niet alleen op het vlak van het in uitvoering brengen van de onderdelen die genoemd zijn in de MeerJarenOnderhoudsPlanning maar ook op het esthetische vlak. Meerdere scholen zijn aan de buitenkant geheel schoongemaakt en voorzien van nieuw schilderwerk. Ook inpandig heeft bij een aantal scholen opwaardering plaatsge-vonden. Gebruiksvergunningen zijn geactualiseerd. De constateringen uit brandweer en bouw- en woningtoezicht controles zijn opgelost. De verwachting is dat alle vergunningen begin 2013 worden verstrekt.

In 2012 hebben de schoolbesturen van Rijkswege de verplichting opgelegd gekregen tot asbestinventarisaties over te gaan. Allure heeft aan deze verplichting voldaan en is daar waar noodzakelijk overgegaan tot sanering. Hierover wordt op een open wijze naar de belanghebbende gecommuniceerd. Herstel wordt uitgevoerd in vakantieperio-des.

Allure heeft gekeken hoe het groot onderhoud op onderdelen verbeterd zou kunnen worden. Naast de inhaalslag waar Allure momenteel mee bezig is, is de tijd rijp om een visie te ontwikkelen op het onderhoud van haar gebouwen. Voor het jaar 2013 staan de Meridiaan en de Plaats op de planning om gerenoveerd te worden.

Page 25: Allure jaarverslag 2012

25

Jaarverslag 2012

6.2 Nieuwe ontwikkelingenMet de bouw van Brede School Ursem is gestart. Verhuizing moet eind 2013 mogelijk zijn. Het beheersbaar houden van de exploitatielasten is een belangrijk issue.

De Speelwagen draait nu een jaar in haar nieuwe onderkomen.Op huisvestingsgebied worden nog de spreekwoordelijke puntjes op de i gezet en is men bezig om het Vereniging van eigenaren beheer vorm te geven.

De gemeente Koggenland heeft eind 2012 de resultaten van een haalbaarheidsonder-zoek Brede School Avenhorn kenbaar gemaakt. Allure kan hierin een prominente rol spelen. Allure heeft, na overleg met belanghebbenden, voorkeuren uitgesproken en hoopt dat deze ontwikkeling in 2013 een vervolg krijgt.

6.3 DuurzaamheidOok op het duurzame vlak heeft Allure zich laten gelden, in de zomer van 2012 zijn bij een drietal scholen zonnepanelen geplaatst. Dit project is een samenwerking tussen een schoolbestuur uit Den Helder “Kopwerk” en de provincie en heeft een aantal ma-len op een positieve wijze de media gehaald. Daarnaast is op twee scholen de TL verlichting vervangen door LED verlichting. Ver-wacht wordt dat de scholen deze investering binnen 3 tot 4 jaar terugverdienen en dan aanzienlijk kunnen besparen op hun energierekeningen.

Page 26: Allure jaarverslag 2012

26

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

7. JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

7.1 Samenstelling Raad van ToezichtDe Raad van Toezicht was op 31 december 2012 als volgt samengesteld;De heren J. Mesu (voorzitter), R.Chr. Viëtor, R. van de Guchte, J.W. Bloem en mevrouw Y. Clee is voorgedragen om RvT lid te worden bij de betreff ende gemeenten. Zie voor nadere informatie punt 1.2 in dit jaarverslag.

7.2 WerkgeversrolDe Raad van Toezicht vervult de werkgeversrol voor de Directeur-bestuurder. In dat kader hebben de voorzitter en een lid van de Raad van Toezicht een functionerings-en beoordelingsgesprek gehad met de directeur bestuurder. Van deze gesprekken heb-ben zij verslag uitgebracht aan de Raad van Toezicht.

7.3 ToezichtkaderIn 2012 is een toezichtkader ontwikkeld waarin wordt aangegeven welke informatie de Raad van Toezicht nodig heeft om goed toezicht te kunnen houden. Dit toezichtkader bestaat uit de volgende thema’s; • De fi nanciële rapportage per kwartaal (3 keer per jaar).• Managementrapportage per kwartaal (4 keer per jaar).• Bestuursverslag en jaarrekening.• Begroting.• Ziekteverzuim.• Opbrengsten onderwijs.• Marktaandeel–leerlingaantal.• Functioneren directeur-bestuurder.• Vanaf 2013 toegevoegd rapportage inspectie.• Vanaf 2013 toegevoegd een gesprek met de wethouders van de drie gemeenten

De Raad van Toezicht vindt verbinding met de organisatie heel belangrijk. Daarom nodigt zij regelmatig functionarissen uit de organisatie uit of bezoekt een school. In 2012 liet de Raad van Toezicht zich informeren door een functionaris over onderwijs en kwaliteit en over huisvesting. Een aantal leden van de Raad bezochten OBS de Ieveling.

Page 27: Allure jaarverslag 2012

27

Jaarverslag 2012

7.4 VergaderingenDe Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar vier keer bijeen. Naast de onderwerpen die op basis van et toezichtkader waren geagendeerd kwamen o.a. de volgende zaken aan de orde:• Meerjarenbegroting.• Evaluatie van het eigen functioneren van de RvT.• Evalueren van het functioneren van de Directeur-Bestuurder.• Reorganisatie- en sociaalplan.• Jaarrekening.• Treasurystatuut.• Accountant.• Financiën.• Prestatie-indicatoren.• Voordracht vijfde RvT-lid.• Onderzoeksrapport Opmeer.

Page 28: Allure jaarverslag 2012

28

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

8. FINANCIEEL BELEID

8.1 Financiële positie per balansdatumTer beoordeling van de fi nanciële positie van Stichting Allure wordt gekeken naar het vermogensbeheer en het budgetbeheer. Het vermogensbeheer geeft aan wat de kapi-taalbehoefte van de instelling is met als kengetal de kapitalisatiefactor en de krediet-waardigheid van een onderwijsinstelling met als kengetal de solvabiliteit.

Het budgetbeheer geeft de capaciteit aan van de onderwijsinstelling om tegenvallers op korte of middellange termijn op te vangen. Onderdeel van het budgetbeheer is de transactiefunctie, de middelen die benodigd zijn voor een soepele bedrijfsvoering. Een tweede onderdeel van het budgetbeheer is de fi nancieringsfunctie, de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa te zijner tijd te kunnen vervangen. Tot slot wordt gekeken naar de buff erfunctie, dit kengetal geeft aan of een onderwijsinstelling in staat is om risico’s te dekken die niet beheersbaar zijn en niet kunnen worden voorzien. Het gaat om de volgende risico’s:

Fluctuatie in leerlingenaantallen Financiële gevolgen van arbeidsconfl icten Instabiliteit in de bekostiging Onvolledige indexatie van de bekostiging

Per ultimo 2012 is de fi nanciële positie van Allure als volgt:

1. Vermogensbeheer

De solvabiliteit is ook ultimo 2012 ruim voldoende, wat aangeeft dat het eigen vermo-gen toereikend is om de normale fi nanciële risico’s op te vangen.

De kapitalisatiefactor, verhouding balanstotaal minus boekwaarde gebouwen tot de totale baten, beoogt tot uitdrukking te brengen dat onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of ineffi ciënt benutten voor de vervulling van hun taken. Er geldt voor Allure een bovengrens van 35% van de totale baten, deze is ultimo 2012 bij Allure 25,8%. Rekening houdend met de resultaten in de meerjaren exploitatiebegroting, de inves-teringen in de meerjaren investeringsbegroting het verloop van de liquide middelen conform de meerjaren liquiditeitsbegroting zal de kapitalisatiefactor de komende jaren stijgen, wat direct een positieve invloed heeft op de buff erfunctie (zie punt 2 budget-beheer).

8. FINANCIEEL BELEID

8.1 Financiële positie per balansdatumTer beoordeling van de financiële positie van Stichting Allure wordt gekeken naar het vermogensbeheer en het budgetbeheer. Het vermogensbeheer geeft aan wat de kapitaalbehoefte van de instelling is met als kengetal de kapitalisatiefactor en de kredietwaardigheid van een onderwijsinstelling met als kengetal de solvabiliteit.

Het budgetbeheer geeft de capaciteit aan van de onderwijsinstelling om tegenvallers op korte of middellange termijn op te vangen. Onderdeel van het budgetbeheer is de transactiefunctie, de middelen die benodigd zijn voor een soepele bedrijfsvoering. Een tweede onderdeel van het budgetbeheer is de financieringsfunctie, de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa te zijner tijd te kunnen vervangen. Tot slot wordt gekeken naar de bufferfunctie, dit kengetal geeft aan of een onderwijsinstelling in staat is om risico’s te dekken die niet beheersbaar zijn en niet kunnen worden voorzien. Het gaat om de volgende risico’s:

• Fluctuatie in leerlingenaantallen • Financiële gevolgen van arbeidsconflicten • Instabiliteit in de bekostiging • Onvolledige indexatie van de bekostiging

Per ultimo 2012 is de financiële positie van Allure als volgt:

1. Vermogensbeheer

Grens waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Solvabiliteit 20,0% 77,6% 74,2% 68,1% 66,4% 55,9% 58,0%Kapitalisatiefactor 35,0% 40,4% 38,7% 37,3% 30,6% 29,3% 25,8%

De solvabiliteit is ook ultimo 2012 ruim voldoende, wat aangeeft dat het eigen vermogen toereikend is om de normale financiële risico’s op te vangen.

De kapitalisatiefactor, verhouding balanstotaal minus boekwaarde gebouwen tot de totale baten, beoogt tot uitdrukking te brengen dat onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Er geldt voor Allure een bovengrens van 35% van de totale baten, deze is ultimo 2012 bij Allure 25,8%. Rekening houdend met de resultaten in de meerjaren exploitatiebegroting, de investeringen in de meerjaren investeringsbegroting het verloop van de liquide middelen conform de meerjaren liquiditeitsbegroting zal de kapitalisatiefactor de komende jaren stijgen, wat direct een positieve invloed heeft op de bufferfunctie (zie punt 2 budgetbeheer).

2. BudgetbeheerGrens

waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Transactiefunctie 8,8% 9,1% 10,0% 11,9% 10,3% 12,9% 10,9%Financieringsfunctie 21,2% 20,1% 18,5% 19,9% 21,7% 22,9% 25,0%Financiële buffer 5,0% 11,3% 10,3% 5,5% -1,3% -6,6% -10,1%

Zoals in de jaarrekening 2011 was vermeld is de transactiefunctie in 2012, hoewel nog boven de grenswaarde, afgenomen doordat de schulden inzake belastingen en premies

Page 29: Allure jaarverslag 2012

29

Jaarverslag 2012

2. Budgetbeheer

Zoals in de jaarrekening 2011 was vermeld is de transactiefunctie in 2012, hoewel nog boven de grenswaarde, afgenomen doordat de schulden inzake belastingen en pre-mies sociale verzekeringen en pensioenen ook zijn afgenomen. Waar deze post in 2011 nog 54% van de totale kortlopende schuld was, is dat ultimo 2012 nog maar 37%.

De fi nancieringsfunctie ( de middelen die moeten worden aangehouden om de mate-riële vaste activa te zijner tijd te kunnen vervangen) ligt ruim boven de grenswaarde. Dit heeft enerzijds te maken met de lagere baten als gevolg van terugloop in leerlin-gaantallen, anderzijds met de te hoge investeringen die in 2009 en 2010 zijn gedaan met het oog op de krimpsituatie. Bij de berekening van dit kengetal wordt uitgegaan van een vervangingspercentage van 55% in het primair onderwijs, maar gezien de krimp in leerlingaantallen waarmee Allure te maken heeft is dit vervangingspercentage te hoog.

Mede als gevolg van de lage kapitalisatiefactor en de te hoge transactiefunctie en fi -nancieringsfunctie, is de fi nanciële buff er van Allure in 2012 nog onvoldoende. Zoals bij de toelichting op de kapitalisatiefactor reeds is vermeld zal door het huidige beleid de fi nanciële buff er de komende jaren weer worden opgebouwd.

3. Overige kengetallen

De current ratio (verhouding vlottende activa en kortlopende schulden) is afgenomen, doordat de liquide middelen in 2012 sterker zijn afgenomen dan de kortlopende schul-den. Dit ligt gelegen in het feit dat in 2012 het sociaal plan is uitgevoerd met de daarbij behorende fi nanciële verplichtingen. Dit zijn eenmalige uitgaven geweest die een posi-tief eff ect hebben op de reductie van de loonkosten in meerjarenperspectief.

In 2012 is nog een negatief exploitatieresultaat behaald (zie volgende paragraaf voor verdere toelichting), in meerjarenperspectief wordt vanaf 2013 met een sluitende be-groting gewerkt.

1. Vermogensbeheer

Grens waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Solvabiliteit 20,0% 77,6% 74,2% 68,1% 66,4% 55,9% 58,0%Kapitalisatiefactor 35,0% 40,4% 38,7% 37,3% 30,6% 29,3% 25,8%

2. BudgetbeheerGrens

waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Transactiefunctie 8,8% 9,1% 10,0% 11,9% 10,3% 12,9% 10,9%Financieringsfunctie 21,2% 20,1% 18,5% 19,9% 21,7% 22,9% 25,0%Financiële buffer 5,0% 11,3% 10,3% 5,5% -1,3% -6,6% -10,1%

3. Overige kengetallen

Grens waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Current ratio 0,5-1,5 2,02 2,05 1,50 1,34 1,07 0,97

Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering

0%-5% -0,1% -0,4% -2,2% -4,0% -6,5% -1,1%

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

RijksbijdragenRijksbijdragen OCW personeel 8.604.455 8.396.000 8.753.227Rijksbijdragen OCW materiële instandhouding 1.541.260 1.540.000 1.550.801Overige subsidies OCW geoormerkt 31.325 59.200 45.036Overige subsidies OCW niet geoormerkt 433.579 120.800 416.492

10.610.619 10.116.000 10.765.556

1. Vermogensbeheer

Grens waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Solvabiliteit 20,0% 77,6% 74,2% 68,1% 66,4% 55,9% 58,0%Kapitalisatiefactor 35,0% 40,4% 38,7% 37,3% 30,6% 29,3% 25,8%

2. BudgetbeheerGrens

waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Transactiefunctie 8,8% 9,1% 10,0% 11,9% 10,3% 12,9% 10,9%Financieringsfunctie 21,2% 20,1% 18,5% 19,9% 21,7% 22,9% 25,0%Financiële buffer 5,0% 11,3% 10,3% 5,5% -1,3% -6,6% -10,1%

3. Overige kengetallen

Grens waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Current ratio 0,5-1,5 2,02 2,05 1,50 1,34 1,07 0,97

Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering

0%-5% -0,1% -0,4% -2,2% -4,0% -6,5% -1,1%

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

RijksbijdragenRijksbijdragen OCW personeel 8.604.455 8.396.000 8.753.227Rijksbijdragen OCW materiële instandhouding 1.541.260 1.540.000 1.550.801Overige subsidies OCW geoormerkt 31.325 59.200 45.036Overige subsidies OCW niet geoormerkt 433.579 120.800 416.492

10.610.619 10.116.000 10.765.556

krimp in leerlingaantallen waarmee Allure te maken heeft is dit vervangingspercentage krimp in leerlingaantallen waarmee Allure te maken heeft is dit vervangingspercentage

Mede als gevolg van de lage kapitalisatiefactor en de te hoge transactiefunctie en fi -Mede als gevolg van de lage kapitalisatiefactor en de te hoge transactiefunctie en fi -nancieringsfunctie, is de fi nanciële buff er van Allure in 2012 nog onvoldoende. Zoals bij nancieringsfunctie, is de fi nanciële buff er van Allure in 2012 nog onvoldoende. Zoals bij de toelichting op de kapitalisatiefactor reeds is vermeld zal door het huidige beleid de fi nanciële buff er de komende jaren weer worden opgebouwd.

201120092007

0,971,07

-6,5%-2,2%-0,1% -4,0% -1,1%

De current ratio (verhouding vlottende activa en kortlopende schulden) is afgenomen, doordat de liquide middelen in 2012 sterker zijn afgenomen dan de kortlopende schul-De current ratio (verhouding vlottende activa en kortlopende schulden) is afgenomen, doordat de liquide middelen in 2012 sterker zijn afgenomen dan de kortlopende schul-den. Dit ligt gelegen in het feit dat in 2012 het sociaal plan is uitgevoerd met de daarbij

De current ratio (verhouding vlottende activa en kortlopende schulden) is afgenomen, doordat de liquide middelen in 2012 sterker zijn afgenomen dan de kortlopende schul-doordat de liquide middelen in 2012 sterker zijn afgenomen dan de kortlopende schul-den. Dit ligt gelegen in het feit dat in 2012 het sociaal plan is uitgevoerd met de daarbij behorende fi nanciële verplichtingen. Dit zijn eenmalige uitgaven geweest die een posi-tief eff ect hebben op de reductie van de loonkosten in meerjarenperspectief.

In 2012 is nog een negatief exploitatieresultaat behaald (zie volgende paragraaf voor verdere toelichting), in meerjarenperspectief wordt vanaf 2013 met een sluitende be-

Page 30: Allure jaarverslag 2012

30

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

8.2 Analyse van het exploitatieresultaatAllure heeft in 2012 een negatief exploitatieresultaat behaald van - € 116.956,- ten op-zichte van een begroot verlies van - €319.100,-. Het resultaat van 2012 bestaat uit een negatief resultaat van - € 165.406,- uit reguliere bedrijfsvoering en een positief exploi-tatieresultaat uit voorgaande jaren van € 48.449,-.

De analyse van het exploitatieresultaat 2012 van Stichting Allure wordt gehouden op de geldstromen baten, lasten, fi nanciële baten & lasten en baten & lasten voorgaande jaren. Daarbij wordt de realisatie 2012 afgezet tegen de begroting 2012 zoals dat ge-durende het jaar in de kwartaalrapportages is gedaan. Hieraan worden de vergelijken-de cijfers uit de jaarrekening 2011 toegevoegd.Deze rapportages wijken qua indeling enigszins af van de te verantwoorden posten zoals opgesteld in de jaarrekening. Aan het eind van deze paragraaf wordt de aanslui-ting met de jaarrekening weergegeven.

De personele rijksbijdragen OC&W zijn hoger dan begroot als gevolg van een aanpas-sing van de genormeerde vergoeding ter compensatie van de gestegen loonkosten per april 2012.Daarnaast heeft een nabetaling plaatsgevonden over het schooljaar 2011-2012.De invoering van de prestatiebox in maart 2012, welke niet was voorzien, leidt tot een verhoogde vergoeding van de niet geoormerkte subsidies met € 168.900,-.De bekostiging is bestemd voor de uitwerking van het bestuursakkoord primair on-derwijs. Het bestuursakkoord gaat over landelijke ambities met betrekking tot kwaliteit van het onderwijs. De middelen voor de “prestatiebox” zijn bedoeld voor opbrengst-gericht werken, professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie. Het volledige bestuursakkoord is te vinden op schoolaanzet.nl.

Stichting Allure heeft de middelen ingezet op de volgende onderdelen:

Verdere professionalisering van de Personeel- en organisatiedienst;• Investeringen op gebied van externe ondersteuning bij opbrengstgericht werken;• Het vormen van een extra groep op wat tot voor kort een zwakke school was;• Invoering van digitale gesprekstechnieken;• Schoolbegeleiding;• Pilot digitalisering onderwijsmethode om tot nadere ontwikkeling te komen;

De geoormerkte subsidie cultuureducatie zoals begroot, is in de prestatiebox opgeno-men waardoor een verschuiving heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn de niet geoor-merkte subsidies hoger als gevolg van extra toekenning LGF-leerlingen (Rugzak-gelden) en impulsgebieden.

1. Vermogensbeheer

Grens waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Solvabiliteit 20,0% 77,6% 74,2% 68,1% 66,4% 55,9% 58,0%Kapitalisatiefactor 35,0% 40,4% 38,7% 37,3% 30,6% 29,3% 25,8%

2. BudgetbeheerGrens

waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Transactiefunctie 8,8% 9,1% 10,0% 11,9% 10,3% 12,9% 10,9%Financieringsfunctie 21,2% 20,1% 18,5% 19,9% 21,7% 22,9% 25,0%Financiële buffer 5,0% 11,3% 10,3% 5,5% -1,3% -6,6% -10,1%

3. Overige kengetallen

Grens waarde 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Current ratio 0,5-1,5 2,02 2,05 1,50 1,34 1,07 0,97

Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering

0%-5% -0,1% -0,4% -2,2% -4,0% -6,5% -1,1%

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

RijksbijdragenRijksbijdragen OCW personeel 8.604.455 8.396.000 8.753.227Rijksbijdragen OCW materiële instandhouding 1.541.260 1.540.000 1.550.801Overige subsidies OCW geoormerkt 31.325 59.200 45.036Overige subsidies OCW niet geoormerkt 433.579 120.800 416.492

10.610.619 10.116.000 10.765.556

jaren. Daarbij wordt de realisatie 2012 afgezet tegen de begroting 2012 zoals dat ge-jaren. Daarbij wordt de realisatie 2012 afgezet tegen de begroting 2012 zoals dat ge-durende het jaar in de kwartaalrapportages is gedaan. Hieraan worden de vergelijken-jaren. Daarbij wordt de realisatie 2012 afgezet tegen de begroting 2012 zoals dat ge-durende het jaar in de kwartaalrapportages is gedaan. Hieraan worden de vergelijken-durende het jaar in de kwartaalrapportages is gedaan. Hieraan worden de vergelijken-de cijfers uit de jaarrekening 2011 toegevoegd.de cijfers uit de jaarrekening 2011 toegevoegd.Deze rapportages wijken qua indeling enigszins af van de te verantwoorden posten zoals opgesteld in de jaarrekening. Aan het eind van deze paragraaf wordt de aanslui-Deze rapportages wijken qua indeling enigszins af van de te verantwoorden posten zoals opgesteld in de jaarrekening. Aan het eind van deze paragraaf wordt de aanslui-ting met de jaarrekening weergegeven.

Jaarrekening 2012

Rijksbijdragen OCW personeelRijksbijdragen OCW materiële Rijksbijdragen OCW personeelRijksbijdragen OCW materiële

1.541.260Overige subsidies OCW geoormerktOverige subsidies OCW niet geoormerktOverige subsidies OCW niet geoormerkt

De personele rijksbijdragen OC&W zijn hoger dan begroot als gevolg van een aanpas-De personele rijksbijdragen OC&W zijn hoger dan begroot als gevolg van een aanpas-sing van de genormeerde vergoeding ter compensatie van de gestegen loonkosten sing van de genormeerde vergoeding ter compensatie van de gestegen loonkosten

Daarnaast heeft een nabetaling plaatsgevonden over het schooljaar 2011-2012.per april 2012.Daarnaast heeft een nabetaling plaatsgevonden over het schooljaar 2011-2012.De invoering van de prestatiebox in maart 2012, welke niet was voorzien, leidt tot een De invoering van de prestatiebox in maart 2012, welke niet was voorzien, leidt tot een verhoogde vergoeding van de niet geoormerkte subsidies met € 168.900,-.De invoering van de prestatiebox in maart 2012, welke niet was voorzien, leidt tot een verhoogde vergoeding van de niet geoormerkte subsidies met € 168.900,-.De bekostiging is bestemd voor de uitwerking van het bestuursakkoord primair on-verhoogde vergoeding van de niet geoormerkte subsidies met € 168.900,-.De bekostiging is bestemd voor de uitwerking van het bestuursakkoord primair on-De bekostiging is bestemd voor de uitwerking van het bestuursakkoord primair on-derwijs. Het bestuursakkoord gaat over landelijke ambities met betrekking tot kwaliteit De bekostiging is bestemd voor de uitwerking van het bestuursakkoord primair on-derwijs. Het bestuursakkoord gaat over landelijke ambities met betrekking tot kwaliteit De bekostiging is bestemd voor de uitwerking van het bestuursakkoord primair on-derwijs. Het bestuursakkoord gaat over landelijke ambities met betrekking tot kwaliteit

Page 31: Allure jaarverslag 2012

31

Jaarverslag 2012

De gemeentelijke bijdragen zijn conform de begroting en betreff en de subsidie OBD.

De opbrengsten van medegebruik zijn lager dan begroot. De overeenkomsten wor-den momenteel herzien waarbij nieuwe afspraken worden gemaakt met ingang van schooljaar 2013-2014.De overige baten betreff en niet begrote vergoedingen zoals de aanvullende subsidie van het Vervangingsfonds voor het begeleiden en coachen van het personeel.

Het verschil in loonkosten wordt enerzijds negatief veroorzaakt door de hogere werk-geverslasten als gevolg van de gestegen ABP-premie in april, daartegenover staat het inverdieneff ect van de reorganisatie vanaf 1 augustus 2012. Daarnaast is er een ver-schuiving van vast personeel naar personeel niet in loondienst (payroll) om zodoende een fl exibele schil te vormen waarmee geanticipeerd kan worden op de verwachte krimp van leerlingaantallen in de regio en bezuinigingen van de overheid.

De dotatie voor de personele voorziening betreft een hogere dotatie ad € 31.105,- voor jubileumgratifi caties (was € 7.500,- begroot), toezeggingen aan personeelsleden op basis van het sociaal plan welke doorschuiven naar 2013 voor een bedrag van € 30.000.

Jaarrekening Begroting

Jaarrekening

2012 2012 2011 € € €

Overige overheidsbijdragen en -subsidiesGemeentelijke bijdragen 77.016 75.000 92.905

77.016 75.000 92.905

De gemeentelijke bijdragen zijn conform de begroting en betreffen de subsidie OBD.

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Overige batenOpbrengst medegebruik 19.418 45.000 44.857

Detachering personeel 44.619 42.000Ouderbijdragen 5.187 0 348Overige 46.479 0 134.457

115.703 87.000 179.662

De overeenkomsten in medegebruik zijn lager dan begroot. Deze worden momenteel herzien waarbij nieuwe afspraken worden gemaakt met ingang van schooljaar 2013-2014. Dit zal dus zijn financiële weerslag krijgen 2013.De overige baten betreffen niet begrootte vergoedingen zoals de aanvullende subsidie van het Vervangingsfonds voor het begeleiden en coachen van het personeel.

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

PersoneelslastenLonen en salarissen 8.820.976 8.749.300 9.605.588Dotatie personele voorzieningen 61.105 7.500 225.605Personeel niet in loondienst 420.115 70.000 296.636Overige personele lasten 422.380 329.800 324.301Uitkeringen -646.569 -500.000 -595.360

9.078.006 8.656.600 9.856.770

Het verschil in loonkosten wordt enerzijds negatief veroorzaakt door de hogere werkgeverslasten als gevolg van de gestegen ABP-premie in april, daartegenover staat het inverdieneffect van de reorganisatie vanaf 1 augustus 2012. Daarnaast is er een verschuiving van vast personeel naar personeel niet in loondienst (payroll) om zodoende een flexibele schil te vormen waarmee geanticipeerd kan worden op de verwachte krimp van leerlingaantallen in de regio en bezuinigingen van de overheid.

De dotatie voor de personele voorziening betreft een hogere dotatie ad € 31.105,- voor jubileumgratificaties (was € 7.500,- begroot), toezeggingen aan personeelsleden op basis van het sociaal plan welke doorschuiven naar 2013 voor een bedrag van € 30.000.

De kosten voor personeel niet in loondienst zijn naast de genoemde Payrollers de kosten voor het vormen van een extra groep op één van de scholen en de kosten voor verlengde dienstverlening van de financieel adviseur.

Jaarrekening Begroting

Jaarrekening

2012 2012 2011 € € €

Overige overheidsbijdragen en -subsidiesGemeentelijke bijdragen 77.016 75.000 92.905

77.016 75.000 92.905

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Overige batenOpbrengst medegebruik 19.418 45.000 44.857

Detachering personeel 44.619 42.000Ouderbijdragen 5.187 0 348Overige 46.479 0 134.457

115.703 87.000 179.662

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

PersoneelslastenLonen en salarissen 8.820.976 8.749.300 9.605.588Dotatie personele voorzieningen 61.105 7.500 225.605Personeel niet in loondienst 420.115 70.000 296.636Overige personele lasten 422.380 329.800 324.301Uitkeringen -646.569 -500.000 -595.360

9.078.006 8.656.600 9.856.770

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

AfschrijvingenGebouwen 1.811 800 825Inventaris en apparatuur 156.486 165.800 164.556Leermiddelen 61.207 65.600 63.897

219.504 232.200 229.278

Jaarrekening Begroting

Jaarrekening

2012 2012 2011 € € €

Overige overheidsbijdragen en -subsidiesGemeentelijke bijdragen 77.016 75.000 92.905

77.016 75.000 92.905

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Overige batenOpbrengst medegebruik 19.418 45.000 44.857

Detachering personeel 44.619 42.000Ouderbijdragen 5.187 0 348Overige 46.479 0 134.457

115.703 87.000 179.662

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

PersoneelslastenLonen en salarissen 8.820.976 8.749.300 9.605.588Dotatie personele voorzieningen 61.105 7.500 225.605Personeel niet in loondienst 420.115 70.000 296.636Overige personele lasten 422.380 329.800 324.301Uitkeringen -646.569 -500.000 -595.360

9.078.006 8.656.600 9.856.770

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

AfschrijvingenGebouwen 1.811 800 825Inventaris en apparatuur 156.486 165.800 164.556Leermiddelen 61.207 65.600 63.897

219.504 232.200 229.278

Jaarrekening Begroting

Jaarrekening

2012 2012 2011 € € €

Overige overheidsbijdragen en -subsidiesGemeentelijke bijdragen 77.016 75.000 92.905

77.016 75.000 92.905

De gemeentelijke bijdragen zijn conform de begroting en betreffen de subsidie OBD.

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Overige batenOpbrengst medegebruik 19.418 45.000 44.857

Detachering personeel 44.619 42.000Ouderbijdragen 5.187 0 348Overige 46.479 0 134.457

115.703 87.000 179.662

De overeenkomsten in medegebruik zijn lager dan begroot. Deze worden momenteel herzien waarbij nieuwe afspraken worden gemaakt met ingang van schooljaar 2013-2014. Dit zal dus zijn financiële weerslag krijgen 2013.De overige baten betreffen niet begrootte vergoedingen zoals de aanvullende subsidie van het Vervangingsfonds voor het begeleiden en coachen van het personeel.

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

PersoneelslastenLonen en salarissen 8.820.976 8.749.300 9.605.588Dotatie personele voorzieningen 61.105 7.500 225.605Personeel niet in loondienst 420.115 70.000 296.636Overige personele lasten 422.380 329.800 324.301Uitkeringen -646.569 -500.000 -595.360

9.078.006 8.656.600 9.856.770

Het verschil in loonkosten wordt enerzijds negatief veroorzaakt door de hogere werkgeverslasten als gevolg van de gestegen ABP-premie in april, daartegenover staat het inverdieneffect van de reorganisatie vanaf 1 augustus 2012. Daarnaast is er een verschuiving van vast personeel naar personeel niet in loondienst (payroll) om zodoende een flexibele schil te vormen waarmee geanticipeerd kan worden op de verwachte krimp van leerlingaantallen in de regio en bezuinigingen van de overheid.

De dotatie voor de personele voorziening betreft een hogere dotatie ad € 31.105,- voor jubileumgratificaties (was € 7.500,- begroot), toezeggingen aan personeelsleden op basis van het sociaal plan welke doorschuiven naar 2013 voor een bedrag van € 30.000.

De kosten voor personeel niet in loondienst zijn naast de genoemde Payrollers de kosten voor het vormen van een extra groep op één van de scholen en de kosten voor verlengde dienstverlening van de financieel adviseur.

Page 32: Allure jaarverslag 2012

32

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

De kosten voor personeel niet in loondienst zijn naast de genoemde Payrollers de kosten voor het vormen van een extra groep op één van de scholen en de kosten voor verlengde dienstverlening van de fi nancieel adviseur. De overige personele lasten zijn hoger dan begroot als gevolg van de kosten voor OBD uit 2011, extra kosten voor uitvoering van het sociaal plan ad € 130.000,- en de extra kosten ingezet vanuit de prestatiebox middelen.

De afschrijvingen zijn lager dan begroot doordat er fi nancieel gunstigere afspraken gemaakt bij de begrote investering van PC’s. Tevens is een deel van de geplande investeringen doorgeschoven naar 2013 vanuit liquiditeitsbeheer. In 2013 wordt een “nulmeting” gehouden op het meubilair om zodoende een verdere actualisering te krijgen van de meerjaren investeringsbegroting, rekening houdend met de verwachte leerlingaantallen.

De dotatie aan de onderhoudsvoorziening is gebaseerd op het herziene meerjaren on-derhoudsplan, waarbij tevens een bedrag is opgenomen voor inrichting van de Lange-reis. In 2013 zal hiervoor nog een dotatie ad € 40.000,- plaatsvinden.De post klein onderhoud en exploitatie is lager dan begroot mede door de effi ciency inhaalslag van het inzetten van een “eigen” klusjesman. De energiekosten zijn lager dan begroot als gevolg van het herziene contract en ener-giebesparende maatregelen in de scholen.De schoonmaakkosten zijn lager dan begroot als gevolg van het afsluiten van een nieuw schoonmaakcontract tegen gunstige fi nanciële voorwaarden. De inkoop van schoonmaakartikelen is gecentraliseerd wat eveneens een positief fi nancieel eff ect heeft op de kosten.De post heffi ngen bestaat uit zowel de publiekrechtelijke heffi ngen vanuit de gemeen-ten alsmede het ledigen van de rolcontainers. De overige huisvestingslasten zijn hoger dan begroot, deze bestaan voornamelijk uit kosten voor beveiliging en hebben te maken met alarmopvolging.

Jaarrekening Begroting

Jaarrekening

2012 2012 2011 € € €

Overige overheidsbijdragen en -subsidiesGemeentelijke bijdragen 77.016 75.000 92.905

77.016 75.000 92.905

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Overige batenOpbrengst medegebruik 19.418 45.000 44.857

Detachering personeel 44.619 42.000Ouderbijdragen 5.187 0 348Overige 46.479 0 134.457

115.703 87.000 179.662

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

PersoneelslastenLonen en salarissen 8.820.976 8.749.300 9.605.588Dotatie personele voorzieningen 61.105 7.500 225.605Personeel niet in loondienst 420.115 70.000 296.636Overige personele lasten 422.380 329.800 324.301Uitkeringen -646.569 -500.000 -595.360

9.078.006 8.656.600 9.856.770

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

AfschrijvingenGebouwen 1.811 800 825Inventaris en apparatuur 156.486 165.800 164.556Leermiddelen 61.207 65.600 63.897

219.504 232.200 229.278

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

HuisvestingslastenHuur 23.513 22.500 20.448Dotatie onderhoudsvoorziening 210.000 210.000 150.002Klein onderhoud en exploitatie 60.293 76.900 74.138Energie en water 226.608 252.700 239.575Schoonmaakkosten 265.849 305.600 291.307Heffingen 29.719 33.700 31.586Overige huisvestingslasten 22.193 12.300 10.713

838.175 913.700 817.769

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

Overige lastenAdministratie- en beheerslasten 232.443 245.000 324.153Inventaris, apparatuur en leermiddelen 450.459 409.500 342.202Overige lasten 166.227 157.100 218.883

849.129 811.600 885.238

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Financiële batenRentebaten 27.814 20.000 33.680Waardeveranderingen effecten -7.819 -2.605

19.996 20.000 31.075

Financiële lastenRentelasten 3.925 3.000 3.825

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

Baten voorgaande jaren 91.342 0Lasten voorgaande jaren 42.893Saldo baten en lasten voorgaande jaren 48.449 0 0

De kosten voor personeel niet in loondienst zijn naast de genoemde Payrollers de De kosten voor personeel niet in loondienst zijn naast de genoemde Payrollers de kosten voor het vormen van een extra groep op één van de scholen en de kosten voor kosten voor het vormen van een extra groep op één van de scholen en de kosten voor verlengde dienstverlening van de fi nancieel adviseur.verlengde dienstverlening van de fi nancieel adviseur.

De overige personele lasten zijn hoger dan begroot als gevolg van de kosten voor De overige personele lasten zijn hoger dan begroot als gevolg van de kosten voor OBD uit 2011, extra kosten voor uitvoering van het sociaal plan ad € 130.000,- en de De overige personele lasten zijn hoger dan begroot als gevolg van de kosten voor OBD uit 2011, extra kosten voor uitvoering van het sociaal plan ad € 130.000,- en de extra kosten ingezet vanuit de prestatiebox middelen.OBD uit 2011, extra kosten voor uitvoering van het sociaal plan ad € 130.000,- en de extra kosten ingezet vanuit de prestatiebox middelen.extra kosten ingezet vanuit de prestatiebox middelen.

Jaarrekening 2012€

Afschrijvingen

Inventaris en apparatuur

De afschrijvingen zijn lager dan begroot doordat er fi nancieel gunstigere afspraken De afschrijvingen zijn lager dan begroot doordat er fi nancieel gunstigere afspraken gemaakt bij de begrote investering van PC’s. Tevens is een deel van de geplande gemaakt bij de begrote investering van PC’s. Tevens is een deel van de geplande investeringen doorgeschoven naar 2013 vanuit liquiditeitsbeheer. In 2013 wordt een “nulmeting” gehouden op het meubilair om zodoende een verdere actualisering te investeringen doorgeschoven naar 2013 vanuit liquiditeitsbeheer. In 2013 wordt een “nulmeting” gehouden op het meubilair om zodoende een verdere actualisering te “nulmeting” gehouden op het meubilair om zodoende een verdere actualisering te krijgen van de meerjaren investeringsbegroting, rekening houdend met de verwachte krijgen van de meerjaren investeringsbegroting, rekening houdend met de verwachte leerlingaantallen.

Jaarrekening Jaarrekening

Page 33: Allure jaarverslag 2012

33

Jaarverslag 2012

De administratie- en beheerslasten zijn voor 2012 lager dan begroot, hoewel er op onderdelen hogere uitgaven zijn gedaan zoals de accountantskosten 2011, deskun-digheidsadvies VOS/ABB inzake de reorganisatie en extra kosten van het voormalig administratiekantoor Dyade. Er zijn met name besparingen geweest op de reguliere bedrijfsvoering, onder andere op abonnementen.

De reguliere kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn hoger dan be-groot. Er is op de onderliggende posten een duidelijke verschuiving van kosten voor leermiddelen naar ICT kosten (licenties) en kopieerkosten (werkboekjes, lesmateriaal). Dit zal in 2013 in de schoolbegrotingen worden verwerkt. Tevens zal in 2013 het net-werkbeheer naar een andere leverancier overgaan waardoor een jaarlijkse besparing op de structurele licentiekosten zal ontstaan van € 23.000,- per jaar. Daartegenover staat een éénmalige investering in de migratie naar het nieuwe systeem in 2013 waar-voor in 2012 een voorziening is gevormd. De overige lasten zijn hoger dan begroot, het gaat hierbij om de post dienstreizen en inhuur van deskundigen ten behoeve van de Medezeggenschapsraad.

De baten van voorgaande jaren betreff en afrekeningen met de gemeente inzake huis-vestingsaanvragen. Daarnaast zijn verrekeningen met UWV van voor 2012 afgehan-deld, dit betrof zowel baten als lasten.

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

HuisvestingslastenHuur 23.513 22.500 20.448Dotatie onderhoudsvoorziening 210.000 210.000 150.002Klein onderhoud en exploitatie 60.293 76.900 74.138Energie en water 226.608 252.700 239.575Schoonmaakkosten 265.849 305.600 291.307Heffingen 29.719 33.700 31.586Overige huisvestingslasten 22.193 12.300 10.713

838.175 913.700 817.769

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

Overige lastenAdministratie- en beheerslasten 232.443 245.000 324.153Inventaris, apparatuur en leermiddelen 450.459 409.500 342.202Overige lasten 166.227 157.100 218.883

849.129 811.600 885.238

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Financiële batenRentebaten 27.814 20.000 33.680Waardeveranderingen effecten -7.819 -2.605

19.996 20.000 31.075

Financiële lastenRentelasten 3.925 3.000 3.825

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

Baten voorgaande jaren 91.342 0Lasten voorgaande jaren 42.893Saldo baten en lasten voorgaande jaren 48.449 0 0

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

HuisvestingslastenHuur 23.513 22.500 20.448Dotatie onderhoudsvoorziening 210.000 210.000 150.002Klein onderhoud en exploitatie 60.293 76.900 74.138Energie en water 226.608 252.700 239.575Schoonmaakkosten 265.849 305.600 291.307Heffingen 29.719 33.700 31.586Overige huisvestingslasten 22.193 12.300 10.713

838.175 913.700 817.769

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

Overige lastenAdministratie- en beheerslasten 232.443 245.000 324.153Inventaris, apparatuur en leermiddelen 450.459 409.500 342.202Overige lasten 166.227 157.100 218.883

849.129 811.600 885.238

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Financiële batenRentebaten 27.814 20.000 33.680Waardeveranderingen effecten -7.819 -2.605

19.996 20.000 31.075

Financiële lastenRentelasten 3.925 3.000 3.825

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

Baten voorgaande jaren 91.342 0Lasten voorgaande jaren 42.893Saldo baten en lasten voorgaande jaren 48.449 0 0

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

HuisvestingslastenHuur 23.513 22.500 20.448Dotatie onderhoudsvoorziening 210.000 210.000 150.002Klein onderhoud en exploitatie 60.293 76.900 74.138Energie en water 226.608 252.700 239.575Schoonmaakkosten 265.849 305.600 291.307Heffingen 29.719 33.700 31.586Overige huisvestingslasten 22.193 12.300 10.713

838.175 913.700 817.769

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

Overige lastenAdministratie- en beheerslasten 232.443 245.000 324.153Inventaris, apparatuur en leermiddelen 450.459 409.500 342.202Overige lasten 166.227 157.100 218.883

849.129 811.600 885.238

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € € Financiële batenRentebaten 27.814 20.000 33.680Waardeveranderingen effecten -7.819 -2.605

19.996 20.000 31.075

Financiële lastenRentelasten 3.925 3.000 3.825

Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2012 2012 2011

€ € €

Baten voorgaande jaren 91.342 0Lasten voorgaande jaren 42.893Saldo baten en lasten voorgaande jaren 48.449 0 0

-2.605

De reguliere kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn hoger dan be-De reguliere kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn hoger dan be-groot. Er is op de onderliggende posten een duidelijke verschuiving van kosten voor De reguliere kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn hoger dan be-groot. Er is op de onderliggende posten een duidelijke verschuiving van kosten voor leermiddelen naar ICT kosten (licenties) en kopieerkosten (werkboekjes, lesmateriaal). groot. Er is op de onderliggende posten een duidelijke verschuiving van kosten voor leermiddelen naar ICT kosten (licenties) en kopieerkosten (werkboekjes, lesmateriaal). leermiddelen naar ICT kosten (licenties) en kopieerkosten (werkboekjes, lesmateriaal). Dit zal in 2013 in de schoolbegrotingen worden verwerkt. Tevens zal in 2013 het net-werkbeheer naar een andere leverancier overgaan waardoor een jaarlijkse besparing Dit zal in 2013 in de schoolbegrotingen worden verwerkt. Tevens zal in 2013 het net-werkbeheer naar een andere leverancier overgaan waardoor een jaarlijkse besparing op de structurele licentiekosten zal ontstaan van € 23.000,- per jaar. Daartegenover op de structurele licentiekosten zal ontstaan van € 23.000,- per jaar. Daartegenover staat een éénmalige investering in de migratie naar het nieuwe systeem in 2013 waar-voor in 2012 een voorziening is gevormd. staat een éénmalige investering in de migratie naar het nieuwe systeem in 2013 waar-voor in 2012 een voorziening is gevormd. staat een éénmalige investering in de migratie naar het nieuwe systeem in 2013 waar-voor in 2012 een voorziening is gevormd. staat een éénmalige investering in de migratie naar het nieuwe systeem in 2013 waar-

De overige lasten zijn hoger dan begroot, het gaat hierbij om de post dienstreizen en De overige lasten zijn hoger dan begroot, het gaat hierbij om de post dienstreizen en inhuur van deskundigen ten behoeve van de Medezeggenschapsraad.De overige lasten zijn hoger dan begroot, het gaat hierbij om de post dienstreizen en inhuur van deskundigen ten behoeve van de Medezeggenschapsraad.De overige lasten zijn hoger dan begroot, het gaat hierbij om de post dienstreizen en inhuur van deskundigen ten behoeve van de Medezeggenschapsraad.

Begroting Jaarrekening 2012

RentebatenWaardeveranderingen effecten

27.814-7.819

Financiële lasten

Begroting Begroting 20122012

inhuur van deskundigen ten behoeve van de Medezeggenschapsraad.

Page 34: Allure jaarverslag 2012

34

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

8.3 TreasuryverslagTreasury heeft bij Stichting Allure als primaire functie het verzorgen van de be-taalfunctie van Stichting Allure. Secundair is het beheersen van het fi nanciële risico en tertiair het reduceren van fi nancieringskosten.De primaire doelstelling van Stichting Allure is werkzaam zijn op het gebied van het primair onderwijs, een en ander vastgelegd in artikel 2 van de statuten van de stich-ting. Als gevolg hiervan is het fi nancieren en eventueel beleggen ondergeschikt aan de primaire doelstelling.

De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie bij Stichting Allure is dat deze de fi nanciële continuïteit van de organisatie waarborgt. Dit wordt in de volgende doelstel-lingen en voorwaarden gesplitst:

• Liquiditeit op korte en lange termijn• Lage fi nancieringskosten• Liquideerbare en risicomijdende beleggingen• Kosteneff ectief betalingsverkeer• Inzet rente-instrumenten

Op 1 januari 2012 had Stichting Allure een tweetal beleggingen:• ING MSP World BSKT note• Nederlandse Waterschapsbank

De balanswaarde van de beleggingen is tegen geamortiseerde kostprijs, dat is het bedrag waarvoor het fi nancieel actief bij eerste verwerking in de balans is opgenomen (verkrijgingsprijs) gecorrigeerd met nog niet toegerekend agio of disagio. In 2012 is de belegging ING MSP World BSKT note geëxpireerd met een verkoopwaar-de van € 100.000,-.

Op 31 december 2012 heeft Stichting Allure de volgende beleggingen:

Financieel Actief Expiratiedatum• Nederlandse Waterschapsbank augustus-13

De treasurycommissie is in 2012 eenmaal bijeengeweest om de beleggingsportefeuille te bespreken en de plannen voor 2013 uiteen te zetten.

Page 35: Allure jaarverslag 2012

35

Jaarverslag 2012

8.4 Risicobeheersings- en controlesysteemDe in 2012 ingezette verbetering van de interne controle heeft plaatsgevonden op het gebied van management informatie en administratieve organisatie. Maandelijks wordt door de algemeen directeur, het hoofd fi nanciën en de medewerker van het adminis-tratiekantoor het exploitatieoverzicht geanalyseerd en vergeleken met de begroting, waarbij tevens een “doorkijk” naar ultimo boekjaar wordt gemaakt. Hierbij worden ook de investeringen en de onttrekkingen van desbetreff ende voorzieningen betrokken in samenhang met de liquiditeitsbegroting. Tevens vindt maandelijks een controle plaats op de personele bezetting en de daarbij gerealiseerde loonkosten. Dit gebeurt aan de hand van een zogeheten standenregister. Per kwartaal vindt er met de individuele schooldirecteuren een analyse plaats op de realisatie versus de schoolbegroting. Per kwartaal wordt verantwoording afgelegd aan de RvT, de GMR en de fi nanciële commissie van de drie toezichthoudende gemeenten. Ten aanzien van de administratieve organisatie worden off ertes en investeringsvoor-stellen voorgelegd ter toetsing aan het hoofd fi nanciën en ter akkoord aan het CvB. Facturen dienen zowel geparafeerd te worden door de portefeuillehouder als het CvB.

Daarnaast zijn duidelijke afspraken gemaakt met het administratiekantoor ten aanzien van:

A. Personeels- en salarisadministratieMaandelijks aanleveren managementinformatie op gebied van bezetting, loonkos-ten en budgetuitputting niet structurele subsidies;Autorisatie aanleveren personeels- en salarismutaties;Doorrekenen CAO-afspraken en Aktieplan Leerkracht.

B. Financiële administratieDe onder A genoemde gegevens moeten tevens in fi nanciële administratie zicht-baar zijn;De factuurstroom is gedigitaliseerd met daaraan gekoppeld een autorisatiemodule. Hiermee vindt functiescheiding plaats;Rekeningschema sluit aan met informatiebehoefte van Stichting Allure. Hierbij valt te denken aan projecten, kosten t.l.v. subsidies die verantwoord moeten worden;Controle op tijdigheid en volledigheid van aan te leveren fi nanciële gegevens.

Page 36: Allure jaarverslag 2012

36

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

8.5 Toekomstparagraaf2013 wordt het derde jaar van uitvoering van het beleidsplan “Grensverleggend leren” 2011-2014. Allure staat nu voor de uitdaging de stichting verder fi nancieel gezond te krijgen, met behoud van goede scholen, verschillende onderwijsconcepten en goede resultaten. Het in 2012 ingezette optimaliseren van het fi nancieel beheer rust voor een belangrijk deel op een adequate planning & control cyclus. Ook voor 2013 geldt daarvoor:

Periodieke fi nanciële afsluiting per school, waarbij budget en werkelijkheid worden vergeleken en, daar waar noodzakelijk, corrigerende actie wordt voorgesteld en opge-volgd. Een adequate cashfl ow planning. Het beoordelen van investeringen/initiatieven op inhoud, resultaat en fi nanciële haal-baarheid. Het leveren van inzicht door middel van kwalitatieve en tijdige management rapporta-ges voor de verschillende betrokkenen, zoals RvT, CvB, gemeenten, de GMR schooldi-recteuren en het ministerie van OWC.

Meerjaren exploitatiebegroting stichting Allure 2013-2016

Op 31 december 2012 heeft Stichting Allure de volgende beleggingen:

Financieel Actief Expiratiedatum

Nederlandse Waterschapsbank augustus-13

Meerjaren exploitatiebegroting stichting Allure 2013-2016

Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016

€ € € € BatenRijksbijdragen 10.205.000 9.780.000 9.337.000 8.718.000Overige overheidsbijdragen en -subsidies 82.000 60.000 46.000 36.000

Overige baten 79.000 79.000 79.000 79.000

Totaal baten 10.366.000 9.919.000 9.462.000 8.833.000

LastenPersoneelslasten 8.474.000 8.028.000 7.603.000 7.009.000

Afschrijvingen 221.000 221.000 221.000 221.000

Huisvestingslasten 908.000 959.000 960.000 963.000

Overige lasten 770.000 718.000 685.000 647.000

Totaal lasten 10.373.000 9.926.000 9.469.000 8.840.000

Saldo baten en lasten -7.000 -7.000 -7.000 -7.000

Financiële baten en lasten 7.000 7.000 7.000 7.000

Resultaat 0 0 0 0

Pagina 8 van 11Besproken RvT d.d. 13 maart 2013Verstuurd naar accountant 25 maart 2013

Page 37: Allure jaarverslag 2012

37

Jaarverslag 2012

Onderstaande beknopte investeringsbegroting is een samenvatting van de fi nanciële ruimte binnen stichting Allure ten aanzien van de investeringen in de komende 4 jaren:

Onderstaande beknopte investeringsbegroting is een samenvatting van de financiële ruimte binnen stichting Allure ten aanzien van de investeringen in de komende 4 jaren:

Investeringen 2013 2014 2015 2016

OLP 86.120 42.500 15.000 24.000

Meubilair 3.750 0 70.000 0

ICT 64.400 84.000 76.050 87.100

Stelpost 65.000 50.000 20.000 70.000

Totaal 219.270 176.500 181.050 181.100

Pagina 9 van 11Besproken RvT d.d. 13 maart 2013Verstuurd naar accountant 25 maart 2013

Page 38: Allure jaarverslag 2012

38

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

8.6 RisicoparagraafHet risicomanagement (of risicobeheer) dat Allure hanteert is een continu proces dat ten aanzien van de doelstelling zoals geformuleerd in paragraaf 2.4 risico’s identifi -ceert en beoordeeld. De voornaamste risico’s waar Allure zich de komende jaren voor geplaatst ziet, zijn in onderstaande opsomming gecategoriseerd:

Politiek• Onvoldoende bekostiging• Bezuiniging• Opheffi ngsnorm• Hogere eisen

Onderwijs• Breedte van het aanbod• Kwaliteit van het onderwijs• Intensiteit noodzakelijke vernieuwingen

Organisatie• Kwaliteit van management en middenmanagement• Kwaliteit beheersorganisatie/ secundaire processen• Structuur en effi ciency• Kwetsbaarheid van eenpersoons bezetting op bedrijfsprocessen

Leerlingen• Ontwikkeling leerlingaantallen• Opbrengsten • Concurrentiepositie• Onzekere fi nancieringsstromen leerlingen (bv. passend onderwijs)

Personeel• Gemiddelde leeftijd• Ziekteverzuim• Wachtgeldrisico/-claims• Sociaal statuut• Deskundigheid• Verloop

Gebouwen• Doordecentralisatie onderhoud• Bezettingsgraad• Aantrekkelijkheid• Aangepast aan actuele onderwijskundige eisen• Onderhoudsbehoefte

Inventaris• Aangepast aan actuele onderwijskundige eisen• Wijzigingen in het toekomstige investeringsniveau

Voornoemd overzicht heeft een dynamisch karakter en wordt daar waar ontwikkelin-gen zich voordoen aangepast.

• Hogere eisen• Hogere eisen

OnderwijsOnderwijs• Breedte van het aanbod• Kwaliteit van het onderwijs• Intensiteit noodzakelijke vernieuwingen

• Kwaliteit van management en middenmanagement• Kwaliteit van management en middenmanagement• Kwaliteit beheersorganisatie/ secundaire processen• Kwaliteit van management en middenmanagement• Kwaliteit beheersorganisatie/ secundaire processen• Structuur en effi ciency• Kwetsbaarheid van eenpersoons bezetting op bedrijfsprocessen• Kwetsbaarheid van eenpersoons bezetting op bedrijfsprocessen

Leerlingen• Ontwikkeling leerlingaantallen• Opbrengsten • Concurrentiepositie• Onzekere fi nancieringsstromen leerlingen (bv. passend onderwijs)• Onzekere fi nancieringsstromen leerlingen (bv. passend onderwijs)

• Ziekteverzuim• Wachtgeldrisico/-claims• Sociaal statuut• Deskundigheid

• Structuur en effi ciency

Page 39: Allure jaarverslag 2012

39

Jaarverslag 2012

8.7 Aansluiting jaarrekeningOnderstaande posten hebben in het verslag een andere rubricering dan in de jaarreke-ning. In 2013 zullen de kwartaalrapportages en het jaarverslag conform de rubricering van de jaarrekening zijn.

Post Jaarverslag Jaarrekening Bedrag

Vergoeding Overige subsidies Rijksbijdragentaal-rekenen OCW niet geoormerkt OCW personeel 15.355

Gemeentelijke Baten Gemeentelijkebijdrage huisvesting voorgaande jaren bijdragen 22.195

Overige inkomsten Overige baten DetacheringPAB personeel 4.342

Vergoeding WSNS Detachering Overige baten 44.619

Uitkering levensloop Uitkeringen Overige baten 4.055

Projecten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige lasten 10.550

Leermiddelen LGF Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige lasten 11.965

Kopieerkosten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige lasten 87.380

Verzekeringen Administratie- en beheerslasten Overige lasten 5.868

Culturele vorming Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige lasten 3.727

Representatie Administratie- en beheerslasten Overige lasten 6.275

PR/Marketing Administratie- en beheerslasten Overige lasten 499

Contributies Administratie- en beheerslasten Overige lasten 21.617

Bestuursbijdrage Administratie- en beheerslasten Overige lasten 4.652

Baten en lasten Baten en lastenvoorgaande jaren voorgaande jaren Overige lasten 26.254

Page 40: Allure jaarverslag 2012

40

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

Allure is bevoegd gezag van de volgende scholen;

Gemeente Brinnr School Adres Telefoon E-mail

Koggenland 13RD Geert Holle Kerkebuurt 1561647 MD Berkhout

0229-551357 [email protected]

Koggenland 13BR Grosthuizer Grosthuizen 74-75A1633 EP Avenhorn

0229-541273 [email protected]

Koggenland 13MJ Ieveling Het Veer 901633 HE Avenhorn

0229-541491 [email protected]

Koggenland 09GT Kelderswerf Weerestraat 701713 VC ObdamPostbus 411713 ZG Obdam

0226-451967 [email protected]

Koggenland 12VS Langereis Noorddijkerweg 521645 VG Ursem

072-5021817 [email protected]

Medemblik 12ES Klaverwoid Beukenlaan 791676 GS Twisk

0227-542443 [email protected]

Medemblik 13BS Koet Tripkouw 361679 GJ Midwoud

0229-201528 [email protected]

Medemblik 13MK Kraaienboom Kreek 141654 JX Benningbroek

0229-591408 [email protected]

Medemblik 06AP Meridiaan Schuitevoerderslaan 181671 JZ Medemblik

0227-542215 [email protected]

Medemblik 12NS Plaats Schoolwerf 11657 LD Abbekerk

0229-581278 [email protected]

Medemblik 05ZI Speelwagen Conferencelaan 11687 RA Wognum

0229-571837 [email protected]

Medemblik 12VT Vijzel Hauwert 801691 EJ Hauwert

0229-201535 [email protected]

Opmeer 11HN Adelaar Burg. Heijmanstraat 21718 AN Hoogwoud

0226-352325 [email protected]

Opmeer 11TI Akker Meibloem 46-481716 VA Opmeer

0226-352410 [email protected]

Opmeer 12DL Dubbele Punt Koetenburg 141719 AR Aartswoud

0229-582068 [email protected]

Pagina 11 van 11Besproken RvT d.d. 13 maart 2013Verstuurd naar accountant 25 maart 2013

[email protected]

[email protected]

AdresBrinnr

13RD

School

Geert Holle Kerkebuurt 1561647 MD BerkhoutGrosthuizen 74-75A13BR Grosthuizer1633 EP AvenhornHet Veer 90Ieveling

[email protected]

072-5021817Koggenland

0227-54244312ES

Koet Tripkouw 361679 GJ Midwoud

Basisinformatie

Gegevens over de rechtspersoon

Bestuursnummer: 41421Naam instelling: Allure, Stichting voor openbaar primair onderwijsAdres: De Veken 207 C11Telefoon: 0226-357230Fax: 0226-359628E-mailadres: [email protected]: www.stichtingallure.nl

Allure is bevoegd gezag van de volgende scholen;

Nadere gegevens met betrekking tot de stichting en de scholen zijn te vinden via de website www.stichtingallure.nl.

Page 41: Allure jaarverslag 2012

41

Bijlage / Jaarverslag 2012

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

Prestatie-indicatoren

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

Page 42: Allure jaarverslag 2012

42

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het

De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag

De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald

Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-

In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument.

In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft.

wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1 augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als

wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1 augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als

Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met

Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden

Gesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer, Ursem en Wognum. OpmerkingenH6

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats.

De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft.

Page 43: Allure jaarverslag 2012

43

Bijlage / Jaarverslag 2012

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

Page 44: Allure jaarverslag 2012

44

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust

Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid).functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid).

De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende

enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

HuisvestingEr vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP).Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP).

basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een

Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld.

jaarlijkse scholenschouw.

Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld.

Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats, gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het

Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld.

Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats, Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats, gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het

Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de

Hernieuwd analyse loopt nog.Opmerkingen

x4 hoofdstuk 6.5)

Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven.

Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven.

Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP).

Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op

Page 45: Allure jaarverslag 2012

45

Bijlage / Jaarverslag 2012

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

SchooljaarSchooljaarSchooljaarSchooljaar opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012opmerkingen: december 2012

10-11 11-12 12-13 13-14

Prestatie-indicator

H3 Trends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingenTrends, landelijke en regionale ontwikkelingen Opmerkingen3.1 Wanneer de maatregelen rondom ‘passend onderwijs’ op landelijk niveau

vatgesteld zijn formuleert Allure beleid t.a.v. de gevolgen rondom ‘passend onderwijs’ voor de 15 specifieke basisscholen en in het bijzonder het zorgaanbod.

Directeur-bestuurder heeft zitting in het bestuur van het nieuwe samenwerkingsverband de West-Friese Knoop. De achterban (directeuren en IB-ers) worden betrokken in dit proces van verandering.

3.2 Het bestuur formuleert beleid hoe om te gaan met de terugloop van leerlingen. Dit wat betreft financiën, het aantal locaties, huisvesting en bestuurlijke samenwerkingsvormen.

Beleid rondom terugloop (zie ook reorganisatieplan). Het ontwikkelen van het beleid komende loopt nog.

3.3 Beleid wordt geformuleerd t.a.v. de verplichte invoer van de CITO-eindtoets x3.4 Op basis van een gedegen analyse van de krimp zal Allure kritisch kijken

naar het bestaansrecht van kleine scholen in relatie tot de opheffingsnorm

zie 3.2H5 Onderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteitOnderwijs; vernieuwing en kwaliteit Opmerkingen5.1 Leerkrachten zijn aanspreekbaar op een onderwijsplanning conform

genormeerde onderwijstijd. x

5.2 Elke Allure-groep heeft een geactualiseerde groeps- en zorgmap, die opgesteld is volgens de Allure breed vastgestelde normen.. x

5.3 Elke Allure-leerkracht werkt volgens gedifferentieerde instructie op de gebieden spelling (SP), technisch lezen (TL), begrijpend lezen (BL) en rekenen/wiskunde (RW) volgens het daarvoor Allure-breed vastgestelde model.

Wordt in 2013 gedaan. Groepsplannen zijn leidend m.i.v.komend schooljaar

5.4 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen betreffende pedagogische veiligheid. Elke groep heeft een set “regels in de groep” zichtbaar opgehangen in het klaslokaal.

x

5.5 Leerkrachten gebruiken, vanaf eind groep 5, de ontwikkelingsperspectieven bij de oudergesprekken.

5.6 Er is een totaallijst van methodes, inclusief “te vervangen methodes”, beschikbaar en wordt aangaande nieuwe methodes uitgegaan van de beschikbare Allure-lijst.

xLoopt in WG onderwijs, inventarisatie gaande. Indicator wordt gehaald. Afschrijvingsoverzicht moet helderheid verschaffen.

5.7 Er is per Allure-school een overzicht beschikbaar van de methodegebonden toetsing per leerjaar die ingevoerd wordt in ParnasSys. Vanaf schooljaar 2012-2013 wordt actief gescreend of de methodegebonden toetsen die conform overzichten ingevoerd worden.

x

Toetsingskader is vastgesteld.5.8 Het onderwerp “activiteiten & projecten” staat vast op de agenda van het

directieberaad en worden impressies aangeleverd bij het Allure stafbureau ter interne publicatie.

5.9 Voor elke Allure-school is een notitie “Analyse van opbrengsten” beschikbaar op basis waarvan de scholen opbrengsten tweemaal per jaar in teamverband analyseren en evalueren. Eenmaal per jaar wordt op directieniveau een analyse van opbrengsten opgesteld..

x

Toename analysebijeenkomsten. Wordt onderwerp IB netwerkbijeenkomsten. Analyses en kwaliteit nemen toe

5.10 Verbeteracties op basis van de analyse van de “Analyse van opbrengsten” zijn een vast onderdeel van het schooljaarplan.

Loopt5.11 Op stichtingsniveau zijn de prestatienormen (streefcijfers) per individuele

Allure-school vastgesteld. x via het doelstellingengesprek ( gesprekscyclus ) dus maatwerk per school

5.12 Alle Allure-scholen werken minimaal met de CITO-toetsen, zoals vermeld in de toetskalender. x

5.13 Alle Allure-scholen werken met Zien!, waarbij de sociaal emotionele opbrengsten uit Zien! worden opgenomen in de analyse van opbrengsten. x

5.14 De Allure-scholen verantwoorden zich over hun opbrengsten naar ouders in de (jaarlijks geactualiseerde) schoolgids. x

5.15 Eventueel additioneel opgevraagde informatie door de inspectie wordt direct vanuit de stichting verstrekt. x

5.16 Het vanaf schooljaar 2010-2011 ingestelde IB-netwerk Allure, dat gedurende het schooljaar 2010-2011 een zorgplan opstelt en vastgesteld aanlevert bij de onderwijsinspectie, komt zesmaal per jaar samen. Het IB-netwerk heeft een adviserende functie t.a.v. beleid op gebied van leerlingenzorg.

x

5.17 Op de Allure-scholen wordt gewerkt volgens een vastgestelde zorgstructuur, waarbij door iedere Allure-school een zorgjaarverslag wordt geschreven (onderdeel vormend van het schooljaarverslag)

x

5.18 Er wordt gewerkt met groepsplannen op de gebieden TL, BL, SP en RW. x5.19 Elke Allure-school heeft een gekwalificeerde intern begeleider, die

deelneemt aan het IB-netwerk.

5.20 Er wordt gewerkt met vastgestelde protocollen leerlingenzorg. x5.21 Er wordt beleid gemaakt op de specifieke aandacht voor (hoog)begaafde

leerlingen. Dit beleid wordt vertaald in praktijkgerichte aanpakken, op basis van een zorgvuldige oriëntatie.

xInventarisatie afgerond. Directeur aangetrokken met ervaring in het werken met hoogbegaafden. Beleid wordt ontwikkeld

5.22 De directeur van een school bezoekt op jaarbasis de groepen en beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van op stichtingsniveau vastgestelde kijkwijzers, die ingevuld worden opgeslagen in het personeelsdossier. Er wordt gesproken met onderwijsgevende personeelsleden over speerpunten voor het jaar en de daaraan gekoppelde inhoud van het groepsbezoek.

x

5.23 Alle Allure-scholen werken met ParnasSys ten behoeve van het volgen van de leerlingenresultaten, het administreren van leerlinggegevens en het informeren van ouders/verzorgers. Hiertoe wordt het ouderportaal opengesteld.

x

5.24 De individuele Allure-scholen leveren ieder een onderwijskundig jaarverslag op dat op stichtingsniveau wordt goedgekeurd. x

5.25 De kwaliteitszorg binnen elke afzonderlijke Allure-school wordt vormgegeven volgens de PDCA-systematiek, die vanaf 2013-2014 vertaald wordt in de jaarplannen.

5.26 Op het vlak van kwaliteitszorg wordt gewerkt met een kwaliteits-zorginstrument. x Er is gekozen voor het WMK ( werken met kwaliteit) model.

Implementatie van dit model loopt5.27 In elke afzonderlijke school wordt een leerlingenraad ingericht, die primair

een feedbackfunctie betreffende onderwijsproces heeft. x

5.28 Er wordt een ouder-betrokkenheidsprotocol vastgesteld, waarin de wederzijdse rechten en plichten, en communicatievormen, opgenomen zijn.

In ontwikkeling. Nog niet gereed.5.29 De samenwerking met het (nu nog te noemen) SWV Hoorn1 (per 1

augustus 2012 gefuseerd) wordt op basis van het Allure-zorgplan geëvalueerd en geactualiseerd, waarbij intensieve samenwerking als primaire doelstelling gekozen is.

x

5.30 Er wordt op stichtingsniveau samengewerkt met andere stichtingen in een daartoe in te richten overlegstructuur (bijv. op gebied van omgaan met krimp)

x

5.31 Oud-leerlingen worden in hun VO-loopbaan gevolgd en worden de banden met de afnemende VO-scholen verstevigd en geborgd. x

5.32 Er wordt gezocht naar mogelijkheden voor gestructureerde samenwerking met (regionale) opleidingscentra om de kwaliteit van leerkrachteninstroom te optimaliseren.

xGesprekken hierover lopen met diverse stichtingen. Eerste uitwisselingen van medewerkers heeft plaats gevonden.

5.33 De ontwikkeling van ‘brede scholen’ wordt gestimuleerd. Hierin wordt actief beleid vanuit Allure gevoerd. x Krijgt verder vorm bij de ontwikkeling van Brede scholen te Opmeer,

Ursem en Wognum. H6 Management en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteitManagement en organisatie; structuur en professionaliteit Opmerkingen6.1 Het professionaliseringstraject GMR wordt door de GMR vastgesteld.

Uitvoering van dit plan vindt de komende beleidsjaren gefaseerd plaats. x x

6.2 De voorzitter CvB rapporteert via kwartaalrapportages aan de Raad van Toezicht. De rapportages refereren aan de opgestelde beleidsdoelen en bijbehorende prestatie-indicatoren.

x

6.3 De jaarlijkse cyclus van planning en control (of ook wel de kwaliteitscyclus) is gemeengoed geworden in onze organisatie. Gestart met de invoering van de nota kwaliteitszorgcyclus en

aanschaf WMK (kwaliteitsinstrument).6.4 Iedere schooldirecteur voert binnen de cyclus van functioneren en

beoordelen een gesprek met de voorzitter CvB x

6.5 Iedere schooldirecteur een managementcontract af met de voorzitter CvB, wat in de gesprekken binnen de cyclus van functioneren en beoordelen ter sprake komt.

x

6.6 Er wordt een keuze gemaakt voor een kwaliteitszorgsysteem met daarin duidelijk onderscheid tussen onderwijs en bedrijfsvoering x

6.7 Door een aantoonbaar verbeterde communicatie is er een toenemende, positieve betrokkenheid van alle medewerkers bij de organisatie als geheel. ‘Aantoonbaarheid’ wordt geëxpliciteerd

x Er zijn steeds meer positieve geluiden uit de organisatie van medewerkers, bijvoorbeeld ook op de Alluredag november 2012 . In het voorjaar van 2013 zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsvinden.

6.8 Iedere drie jaar wordt, afwisselend, een tevredenheidsmeting voor ouders, leerlingen en personeel afgenomen. Ook vormen de uitkomsten inspectierapporten een indicatie voor kwaliteit.

I.v. de reorganisatie uitgesteld , nu voorjaar 2013. 6.9 Iedere school scoort op de kwaliteitskenmerken van het eigen

kwaliteitszorgsysteem en dat van de Inspectie minimaal voldoende. Inspectienormen zijn hierin leidend.

6.10 Jaarlijks worden actuele kengetallen opgeleverd door iedere school.

6.11 De kengetallen van iedere school voldoen aan de, in 2011, vast te stellen kaders. Op basis van deze kengetallen worden streefgetallen en actiepunten geformuleerd.

6.12 De professionaliteitskenmerken zijn aantoonbaar verbeterd, op basis van de geformuleerde Allure-kernwaarden (H2.4). Deze kernwaarden worden vastgelegd en vinden we terug in het dagelijks handelen in onze scholen.

xEerste aanzet tot professionele cultuur is gegeven in het directieberaad en op de scholen. Toetsen ook via medewerkerstevredenheidsonderzoek voorjaar 2013.

6.13 Op de agenda van het directieberaad worden vaste punten opgenomen ten einde de professionaliteit te borgen en elkaar op een adequate manier aan te spreken.

6.14 Beleid wordt ontwikkeld voor meerschoolse directiefuncties. x6.15 De structuur en inhoud van het schooldossier wordt beschreven en

ingevoerd. x6.16 Intervisie wordt binnen het directieberaad op regelmatige basis ingezet. xH7 Personeel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteitPersoneel; verbinding en kwaliteit Opmerkingen7.1 Op basis van objectieve gegevens wordt kwantitatief en kwalitatief beleid

omschreven rondom mobiliteit en gedifferentieerde inzetbaarheid van medewerkers.

xJa er is een mobiliteitsprocedure vastgesteld .

7.2 Uit de verslagen van de functioneringgesprekken blijkt dat er een groepsbezoek plaats gevonden heeft, interne en externe mobiliteit aan de orde is gesteld en conform wet BIO een (zelf)analyse op competentieniveau gemaakt is.

7.3 De gesprekkencyclus wordt een vanzelfsprekendheid. Functioneringsgesprekken, persoonlijk ontwikkelplan (POP) en beoordelingsgesprekken worden competentiegericht (in relatie tot de wet BIO) en meer opbrengstgericht van opzet. De instrumenten daarop worden bijgesteld.

x

7.4 Ten behoeve van groepsbezoeken is een basiskijkwijzer vastgesteld met uitbreidingsmogelijkheden op specifieke onderwijskundige terreinen. x

Ja, is vastgesteld7.5 Functioneringsgesprekken en vanaf schooljaar 2012-2013

beoordelingsgesprekken met directeuren en CvB vinden jaarlijks plaats. x De uitvoering van de totale gesprekscyclus loopt over een periode van twee jaar ipv een jaar . Beoordelingsgespreken vinden plaats in mei 2014.

7.6 In het personeelsdossier is zichtbaar op welke verschillende scholen en in welke verschillende groepen het betrokken personeelslid gedurende welke periode werkzaam is geweest. Ook wordt, gebaseerd op het POP, vastgelegd welke scholing is gevolgd.

Loopt7.7 Op stichtingsniveau zijn van alle Allure-medewerkers wettelijk vereiste

documenten geadministreerd; diploma’s, getuigschiften, certificaten en een VOG (Verklaring Omtrent Goed gedrag).

xGereed.

7.8 Er is een geactualiseerd scholingsplan ontwikkeld waarin het nascholingsbeleid is beschreven, alsmede de uitvoerende partijen, verantwoord conform de 10%-regeling.

x

7.9 Het externe scholingsaanbod wordt kritisch bekeken en waar nodig herzien op basis van verbinding en marktwerking. x

7.10 In de begroting is voor scholing een bovenschools en schoolspecifiek budget opgenomen; scholing op basis van bovenschools onderwijskundig beleid valt binnen het bovenschools budget.

x

7.11 Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor IB-ers, ICT-ers en eventuele andere specialisten binnen de scholen. x

7.12 Alle directeuren zijn onderdeel van het directieberaad. Alle directeuren maken tevens deel uit van gerichte werkgroepen die (her)ingericht worden op basis van prestatie-indicatoren in het Allure-beleidsplan.

x

7.13 Het College van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door een aantal daartoe benoemde/gevraagde schooldirecteuren, ondergebracht in een MT. Resultaten uit het MT worden in het directieberaad geagendeerd.

x x

7.14 Met alle directeuren worden prestatieafspraken geagendeerd in de functioneringsgesprekken; prestatieafspraken worden opgenomen in een managementcontract.

x

7.15 Er is eens per twee jaar een Allure-dag, waar leerkrachten elkaar ontmoeten en kennis delen. De schooldirecteuren zijn (inhoudelijk) verantwoordelijk voor het organiseren daarvan.

xNovember 2012 een uitstekende Allure dag

7.16 In het functiegebouw zijn tenminste de functies van onderwijsassistent, leerkracht LA, leerkracht LB, directeur en algemeen directeur beschreven. Er wordt beleid gemaakt m.b.t. de uitbreiding van het functiegebouw (bijv. administratief medewerker, conciërge, leerkrachtondersteuner en IB-er).

x

Ligt gereed voor besluitvorming 7.17 De functiemix wordt conform nationale richtlijnen over de gehele

beleidsperiode geïnitieerd, geïmplementeerd en gemonitord. Draagvlak en communicatie van en naar de medewerkers is een voorwaarde voor gedegen implementatie.

x

7.18 In het verlengde van de invoering van de functiemix, zijn er minimaal vier talenten geselecteerd als getalenteerde toekomstige leidinggevende.

7.19 Er is een visie op evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand, en een visie op de verhouding vaste – en tijdelijke contracten gedefinieerd. deze indicator wordt op dit moment bepaalt door de gevolgen van de

reorganisatie. Beleid zal verder nog ontwikkelt worden. 7.20 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. invalkrachten, waarin

verwachtingen (rechten/plichten & beoordeling) voor invaller en school beschreven worden. Loopt nog.

7.21 Er wordt een draaiboek opgesteld t.b.v. nieuwe (startende) collega’s.idem

7.22 Het geheel aan punten in dit beleidshoofdstuk resulteert in een personeelsbeleidsplan (met als primaire items: scholingsplan, functiebouwwerk, gesprekscyclus, beoordeling, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ziekteverzuim en invallersbeleid). Gereed; gesprekscyclus, beleidsnota ziekte en reintegratie,

scholingsplan en procedure aanstelling formatie.7.23 Op Allure-niveau wordt (in kader van krimp) een sociaal statuut opgesteld

en vastgesteld (in samenspraak met de GMR). xOndervangen door Sociaal plan.

7.24 De, in schooljaar 2010-2011 uitgevoerd, tevredenheidenquête onder ouders en personeel had een dramatische uitkomst. Op basis van de verschillende schoolspecifieke plannen van aanpak dient de uitkomst van de volgende enquête minimaal op landelijk gemiddeld niveau te zijn, met een minimale 80%-respons bij medewerkers en 50%-respons bij ouders.

Voorjaar 2013. H8 HuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvestingHuisvesting Opmerkingen8.1 Er vindt een structurele aanpak van het buiten- en binnenonderhoud van de

scholen plaats op basis van een meerjaren onderhoudsplan (MOP). xMJOP is aanwezig tot 2030.

8.2 Binnen het MOP dienen geprioriteerde keuzes gemaakt te worden (op basis van financiële middelen, leidend tot jaarlijkse rapportage en een jaarlijkse scholenschouw.

x8.3 Er wordt een stafmedewerker huisvesting worden aangesteld. x8.4 Er vindt een voortdurende actualisatie van de schoolgebouwen plaats,

gericht op de ontwikkelingen in de maatschappij (mede op basis van het MOP)

x8.5 Door middel van prognoses en onderzoek van de basisgeneratie en

basisschool- leerlingen op de langere termijn is inzicht verkregen in de huisvestingsbehoefte in bestaande wijken en dorpen.

x

8.6 Op basis van de 0-meting betreffende schoonmaak wordt op de aanbevelingen gestuurd. Scholen nemen verantwoordelijkheid op gebied van hygiëne en zorgen voor een controle door een externe partij, 4 maal per jaar.

x

8.7 Op basis van de huidig lopende ARBO-riscicoanalyse worden de aanbevelingen geëffectueerd in de individuele scholen.

Hernieuwd analyse loopt nog.H9 Financiën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggerichtFinanciën; transparant en vraaggericht Opmerkingen9.1 Er wordt een sluitende (deel) begroting(en) vastgesteld. x9.2 Risico’s worden gekwantificeerd in een risicomanagement rapportage (stap

4 hoofdstuk 6.5) x9.3 Er wordt een senior medewerker/ster financiën geworven. x9.4 Administratieve organisatie ontwikkeld en vastgelegd in het financiële deel

van het AO- handboek (Taakverdeling en werkafspraken planning en controlecyclus ).

xvastgestelde procedures wat betreft financien en personeel

9.5 (Financiële) Management Informatie Systeem met rapportages wordt ontwikkeld.

9.6 Schooldirecteuren worden geschoold in financieel beleid en beheer. x9.7 Het AO-handboek, secretariaatsgedeelte inclusief S.O.S., is beschikbaar.

Termijnen, vervat in het handboek, worden niet overschreden.

9.8 Er vindt jaarlijks een evaluatiegesprek plaats tussen college van bestuur en het secretariaat; x

9.9 Er vindt tweejaarlijks een tevredenheidsmeting onder de afnemers plaats.

9.10 Iedere betrokkene (alle budgethouders) werkt volgens de afgesproken plannen en is hierop aanspreekbaar. x x Indicator wordt gehaald dit ondermeer door het houden van

begrotingsgesprekken met de directeuren. 9.11 De professionaliseringsslag is aantoonbaar, blijkend uit de evaluaties en de

tevredenheidsmetingen

H10 ICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerprocesICT; communicatie & onderwijsleerproces Opmerkingen10.1 Alle individuele scholen binnen Allure werken met een schoolwebsite, die

vorm gegeven is conform de richtlijnen van Allure. x10.2 De richtlijnen voor de inrichting en het gebruik van de website (stichting en

afzonderlijke scholen) zijn vastgesteld en voor elke school beschikbaar. x10.3 Op reguliere basis worden door de bovenschools ICT-er workshops

verzorgd over het gebruik van digiborden. x x Er worden jaarlijks een aantal beginners en verdiepingscursussen gegeven. Schooljaar 2013-2014 overgang van eigen digibordsoftware (interwrite) naar gynzy. Scholen krijgen gynzy cursussen.

10.4 Er is sprake van gerichte samenwerking op ICT-gebied; bovenschools (ICT-netwerk), met andere stichtingen, provinciaal (BICNH) en landelijk (kennisnet)

x10.5 ICT-Coördinatoren werken volgens een vaste taak (LA) of

functieomschrijving (LB). x De LA competenties voor icters staan in de competenties die opgenomen zijn in de ict-plannen van de scholen.

10.6 ICT-coordinatoren zijn/worden geschoold. Hiertoe volgen zij de post HBO netwijs-opleiding van ‘Station to Station’, welke in de praktijk toegepast wordt.

x x10.7 In alle scholen wordt digitale informatieverstrekking aan ouders ingevoerd

d.m.v. het ouderportaal van ParnasSys. x10.8 Alle scholen maken optimaal gebruik van LVS ParnasSys; dit geldt voor

leerlingadministratie, opbrengstregistratie, zorgadministratie en ouderinformatie.

x

10.9 Er wordt gewerkt richting een ‘1 op 5’-regeling rondom computers binnen de scholen. In de toeleiding naar deze beleidsmatige regeling wordt rekening gehouden met de schoolspecifieke praktijksituatie.

10.10 Scholen wisselen documenten met elkaar uit binnen een gedeelde documentomgeving als onderdeel van de Allure-website. x

10.11 Sofwarepakketten t.b.v. het onderwijsleerproces (met nadruk op taal- en rekenontwikkeling) maken deel uit van de Allurebrede ‘methode & werkwijzelijst’.

10.12 Alle scholen (leerlingen, OP, OOP en directies) werken binnen de daartoe beschikbare elektronische leeromgeving C3LO. x ivm wisseling netwerkbeheerder, het woord c3lo weghalen en er

webbased electronische leeromgeving van maken.10.13 Alle leerlingen van Allure scholen behalen in groep 6 het diploma veilig

internet van kennisnet. Er worden afspraken gemaakt over de gedrag op internet en hoe je omgaat met de media die beschikbaar zijn in de klas.

x x

10.14 De ict-coördinator behandelt de grote lijnen van het diploma veilig internet met het leerkrachtenteam en er worden afspraken gemaakt op schoolniveau over het gedrag op internet en de omgang met alle media die voorhanden is in de klas en op de school.

10.15 Jaarlijks vindt bovenschoolse evaluatie van ICT-behoeften plaats en wordt het ICT-budget afgestemd op landelijke, regionale en schoolspecifieke ontwikkelingen. Onderwijskundige uitgangspunten vormen hiervoor altijd de basis.

x

10.16 Leerkrachten krijgen de mogelijkheid tot publiceren op de website. Dit wordt ondersteund door de ICT-coördinator. x

Versie 04-03-2013

Page 46: Allure jaarverslag 2012

Allure Stichting voor openbaar primair onderwijs

Allure, Stichting voor openbaar primair onderwijsDe Veken 207 C11Telefoon: 0226-357230Fax: 0226-359628E-mailadres: [email protected]: www.stichtingallure.nl