26

Click here to load reader

H. 1 Inleiding

  • Upload
    vanhanh

  • View
    217

  • Download
    4

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: H. 1 Inleiding

Lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming

Jaarverslag 2009/ Werkplan 2010

Frans MeijersMarinka KuijpersFebruari 2009

Page 2: H. 1 Inleiding

H. 1 Inleiding

In 2000 besluiten de Europese regeringsleiders in Lissabon dat Europa in 2010 de meest concurrerende economie van de wereld moet zijn. Om dat te bereiken moet Europa een kenniseconomie worden. En om een kenniseconomie te realiseren, moeten meer mensen een hogere opleiding voltooien én hun leven lang blijven leren. Het beroepsonderwijs slaagt er anno 2000 echter onvoldoende in om de benodigde talenten te ontwikkelen. Te veel lerenden vallen uit (in het hbo ca. 35% ongediplomeerde uitval) of kiezen niet voor een vervolgopleiding of baan die in het verlengde ligt van hun studie. Daarbij zijn er structurele tekorten aan afgestudeerden in bèta/technische opleidingen. Daarom wordt er sedert enkele jaren gepleit voor een intensieve loopbaanbegeleiding van studenten. Het streven om de loopbaan van de student meer centraal te stellen moet niet alleen een oplossing zijn voor de kwalificatietekorten, maar sluit ook aan bij twee algemene sociaal-economische ontwikkelingen: de flexibilisering van de arbeidsverhoudingen en de individualisering van de samenleving. Flexibilisering is het gevolg van opkomst een diensten- en kenniseconomie waardoor aan steeds minder werknemers een garantie op een vaste baan voor het leven geboden worden (Drucker, 1993). Voor steeds meer werknemers is sprake van een ‘grenzenloze loopbaan’, d.i. een loopbaan waarin zij gedurende hun werkzame leven enkele malen van bedrijf, branche en mogelijk zelfs beroep zullen wisselen (Arthur, 1994). Bovendien is het waarschijnlijk dat binnen een functie in de loop der tijd werkzaamheden veranderen. Individualisering betekent dat ‘zin- en richtinggevende’ kaders steeds meer ter discussie komen te staan zodat individuen zich gedwongen zien tot zelfsturing (Giddens,1991).

Hoewel jongeren regelmatig loopbaankeuzes (moeten) maken, is er echter nog weinig sprake van zelfsturing, in de zin van weloverwogen acties om loopbaanwensen of -ambities te realiseren (Den Boer, Mittendorff & Sjenitzer, 2004; Meijers, Kuijpers en Bakker, 2006; Mittendorff, Jochems, Meijers & Den Brok, 2008; Kuijpers & Meijers, 2009).

Het lectoraat Pedagogiek van de beroepsvorming houdt zich bezig met de vraag hoe de inrichting van het onderwijs en de vorm van begeleiding kan bijdragen aan de zelfsturing van studenten gedurende hun hbo-opleiding en als voorbereiding op een dynamische arbeidsmarkt en een leven lang leren. Om dit te realiseren is het niet alleen belangrijk dat leerprocessen voor studenten veranderen, maar moet er ook een cultuurverandering in school en in de praktijk gerealiseerd worden. Dit vereist leerprocessen op meerdere niveaus:

lerenden moeten loopbaancompetenties ontwikkelen, zodat zij hun leerproces meer zinvol kunnen inrichten en om zich voor te bereiden op ‘levenslang leren’ op de arbeidsmarkt.

er is hiervoor een leeromgeving nodig die eveneens praktijkgestuurd en vraaggericht is;

docenten moeten nieuwe competenties verwerven, zowel wat betreft hun eigen reflectief en zelfsturend gedrag als wat betreft het voeren van een dialoog met studenten en het voeren van een dialoog met bedrijven (c.q. werkgevers);

om deze dialogen te kunnen voeren moeten managers een werkomgeving creëren die voldoende draagkracht en draagvlak voor docenten zorgt

H. 2 Missie en onderzoeksdomein

Centraal in het lectoraat staat de notie dat het beroepsonderwijs in de totale beroepskolom fundamenteel zal moeten veranderen wil het studenten adequaat toerusten voor de huidige samenleving. Tot voor 20 jaar begreep het

Page 3: H. 1 Inleiding

beroepsonderwijs zichzelf vooral als een ‘beroepsopleiding’. Vervolgens brak gaandeweg het besef door dat het onderwijs ten hoogste een initiële kwalificatie kan realiseren die moet worden ‘voltooid’ in de concrete praktijk. Het beroepsonderwijs wordt hiermee in zekere zin beroepsvoorbereidend onderwijs; daarbij wordt duidelijk dat vakbekwaamheid alleen met behulp van levenslang leren op peil gehouden kan worden. Lerenden moeten daarom worden voorbereid op levenslang leren te sturen, ofwel om hun loopbaan actief te ontwikkelen. Hiervoor zijn specifieke competenties voor nodig.1 Het ontwikkelen van vakbekwaamheid in het beroepsonderwijs vindt daarmee plaats in samenspraak met bedrijven en lerenden.Een goede samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven2 is dus essentieel om vervolgens de beroepsopleidende functie te kunnen waarmaken. Zolang deze samenwerking wordt gekarakteriseerd als een taakverdeling, zitten alle betrokkenen nog te zeer vast aan de oude onderwijscultuur en de daarmee verbonden structuren. Noodzakelijk is geen taakverdeling maar echt partnership en dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid met betrekking tot het gehele opleidingstraject. Daarbij komt dat een adequate voorbereiding op functioneren in een diensteneconomie tegelijkertijd ook co-makership vereist met de student. Een adequate beroepskwalificatie voor een diensten- en kenniseconomie is ondenkbaar zonder een actieve betrokkenheid van de lerende bij de vormgeving, de uitvoering én de beoordeling van zijn eigen beroepsvorming of professionalisering. Omdat nieuwe vormen van co-constructie essentieel zijn, is het zaak de inhoud en het doel van het opleidings- en leerproces opnieuw te karakteriseren. Het gaat in een post-industriële samenleving niet meer om het overdragen van vaste gehelen van kennis in hiërarchische/verticale organisaties (de opleidingenfabriek van de industriële economie) maar om het realiseren van beroepsvormingsprocessen in netwerkachtige/horizontale structuren (loopbaancentrum voor de kenniseconomie).

De transformatie van het beroepsonderwijs van een ‘industriële opleidingenfabriek’ naar een ‘loopbaancentrum’ dat zichzelf begrijpt als een dienstverlener vereist een leeromgeving die bestaat uit een combinatie van praktijkgestuurd en vraaggericht onderwijs. Praktijkgestuurd wil zeggen dat ‘levensechte praktijkproblemen’ centraal staan, die een levensechte probleemeigenaar hebben en waaraan leerlingen/studenten op een ontwerpende manier kunnen werken. Nog steeds is vakkennis (de theorie) bijzonder belangrijk, maar deze theorie moet ‘just in time’ en ‘just enough’ worden aangeboden op het moment dat deze kennis relevant blijkt voor de oplossing van praktijkproblemen.3 Praktijkgericht onderwijs geeft lerenden de mogelijkheid om een realistisch werkbeeld te vormen. Zij kunnen kennismaken met de eisen, dilemma’s en ontwikkelingen in werk en dit leren te koppelen aan hun eigen kwaliteiten, waarden en ambities. Dit helpt hen in het maken van keuzes gedurenden hun ‘levenslange leren’. Vraaggericht wil zeggen dat niet de overdracht van vaststaande kennis en vaardigheden op de eerste plaats staat, maar het creëren van leersituaties waarin bij de leerlingen/studenten een eigen leervraag kan ontstaan. Lerenden krijgen hiermee de mogelijkheid om zelfsturing in hun loopbaan 1 Savickas, M.L. (2001). A Developmental Perspective on Vocational Behaviour:Career Patterns, Salience, and Themes. International Journal for Educational and Vocational Guidance, 1, 49–57. 2 Met bedrijfsleven worden alle organisaties op de arbeidsmarkt bedoeld.3 Collins, A. Brown, J.S. & Newman, S.E. (1989). Cognitive apprenticeship: teaching the craft of reading, writing and mathematics. In Resnick, L. B. Knowing, learning and instruction (pp 347-361). Hillsdale/New Jersey: Lawrence Erlbaum; Duffy, T. M., & Cunningham, D. J. (1996). Constructivism: Implications for the design and delivery of instruction. In D. Jonassen (Ed.), Handbook of Research for Educational Communications and Technology (pp. 170-198). New York: Simon & Schuster Macmillan; Lodewijks, J. (1995). Leren in en buiten de school; op weg naar krachtige leeromgevingen. In R. Verwayen-Leijh & F. Studulski (red.), De leerling en zijn zaak (pp.21-57). Utrecht: Adviesraad voor het Onderwijs; Simons, R.J., Linden, J. van der, & Duffy, T. (Eds.). (2000). New learning. Dordrecht: Kluwer Academic publishers; Guile, D. & Young, M. (2003). Transfer and transition in vocational education: Some theoretical considerations. In T. Tuomi-Gröhn & Y. Engeström (eds.), Between school and work: new perspectives on transfer and boundary crossing (pp.63-81). Oxford: Elsevier Science; Bailey, T.R., Hughes, K.L. & Moore, D.T. (2004). Working Knowledge. Work-Based Learning and Education Reform. New York: RoutledgeFarmer

Page 4: H. 1 Inleiding

te oefenen. Essentieel hiervoor is de dialoog met docenten en ervaren vaklui over de persoonlijke zin en de maatschappelijke betekenis van die ervaringen. Een dialoog over de persoonlijke zin heeft betrekking op de vraag ‘Wat is mijn levensthema?’ De dialoog over de maatschappelijke betekenis heeft betrekking op de vraag ‘Op welke wijze wil en kan ik via mijn arbeid van betekenis zijn voor anderen?’ De laatste jaren heeft men, onder de vlag van ‘competentiegericht onderwijs’, vooral geïnvesteerd in het meer praktijkgestuurd maken van het onderwijs.4 Tot nu toe is evenwel nauwelijks geïnvesteerd in meer vraaggericht onderwijs5 noch in een nieuwe professionalisering van het beroepsonderwijs 6. Het gevolg daarvan is dat in sommige gevallen de leerlingen/studenten een minder krachtige leeromgeving aantreffen dan toen het ‘oude leren’ nog domineerde. Terug gaan naar het ‘oude leren’, zoals de Vereniging Beter Onderwijs Nederland bepleit (zie www.beteronderwijsnederland.nl ), is echter geen oplossing. De komende jaren zal met kracht gestreefd moeten worden naar het meer vraaggericht maken van het onderwijs, in combinatie met meer praktijksturing. In het kader van het leren voor de loopbaan, zullen mogelijkheden moeten worden gezocht waardoor lerenden hun persoonlijke leerdoelen leren aansluiten op de opleidingsdoelen en hun kwaliteiten leren ontwikkelen binnen de kwalificatie-eisen.

Het meer vraaggericht maken van het onderwijs vereist een cultuurverandering, wat betekent dat docenten, managers en ondersteunend personeel op een andere manier dan tot nu toe met elkaar én met hun leerlingen/studenten en met vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven over het onderwijs en hun taak daarin zullen moeten leren spreken. Dit vereist een andere professionele identiteit en precies daarom zijn cultuurveranderingen bijzonder lastig te managen. Cultuurveranderingen vragen ook om managementcompetenties die op dit moment waarschijnlijk onvoldoende in het beroepsonderwijs aanwezig zijn.

Gegeven deze situatie bestaat bij zowel managers als docenten de - welhaast ‘natuurlijke’- neiging om vraaggerichtheid te organiseren los van het ‘primaire proces’ (= de ontwikkeling van vakbekwaamheid) in een aparte studieloopbaanbegeleiding en in de vorm van instrumenten of structuren van keuzemogelijkheden zonder begeleiding. Dat blijkt echter weinig zin te hebben, vooral als er sprake is van ‘afgedwongen reflectie’ -dat in de praktijk ‘geen reflectie’ impliceert. Het heeft ook weinig zin als de uitkomsten van reflectie niet worden gebruikt om sturing te geven aan het leerproces, waar vraaggerichtheid juist voor bedoeld is. Vraaggerichtheid zal georganiseerd moeten worden in de ‘driehoek’ tussen school, bedrijf en leerling/student, dus als een integraal onderdeel van het primaire proces. Dat impliceert op zijn beurt dat de samenwerking met het bedrijfsleven op een ‘hoger plan’ moet worden gebracht zodat het samen ontwerpen van leersituaties mogelijk wordt.

Deze vorm van samenwerking komt tot nu toe bijna nooit van de grond komt omdat dit buiten de ‘actielogica’ van zowel het bedrijf als de school valt.7 De actielogica van bedrijven komt voort uit het streven naar winst maken en – in het verlengde daarvan 4 Bruijn, E. de, Overmaat, M., Glaude, M., Heemskerk, I., Leeman, Y., Roeleveld, J. & Venne, L. van de (2005). Krachtige leeromgevingen in het middelbaar beroepsonderwijs: vormgeving en effecten. Pedagogische Studiën, 82, 77-95; Bruijn, E. de, Leeman, Y. & Overmaat, M. (2006). Authentiek en zelfgestuurd leren in het mbo. Pedagogiek, 26 (1), 45-63.5 Meijers, F., Kuijpers, M. & Bakker, J. (2006). Over leerloopbanen en loopbaanleren. Loopbaancompetenties in het (v)mbo. Driebergen: Het Platform BeroepsOnderwijs; Kuijpers, M., Meijers, F. & Bakker, J. (2006). Krachtige loopbaangerichte leeromgevingen in het (v)mbo: hoe werkt het? Driebergen: Het Platform BeroepsOnderwijs6 Geurts, J. (2006). Roc als loopbaancentrum. Een beroepspedagogisch perspectief. Den Bosch: Cinop; Basten, F., Geurts, J. (2006). De kenniskring als HRD-instrument. Over het ontwikkelen van een nieuwe professionaliteit. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 24 (1), 13-237 Hövels, B. (2006). Reflecties over de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Cinoptiek, Leren in de regio, p.37-40

Page 5: H. 1 Inleiding

– door een gerichtheid op kostenbeheersing. Structureel investeren in samenwerking met het beroepsonderwijs staat – ondanks mooie intenties – haaks op deze actielogica. De actielogica van scholen (i.c. docenten) wordt tot nu toe gekenmerkt door een grote gerichtheid op het onderwijsproces en een geringe gerichtheid op de wereld van werk en werken. Scholen redeneren nog te vaak ‘van binnen naar buiten’; daardoor zij ze onvoldoende in staat een stabiele en productieve relatie met het bedrijfsleven op te bouwen. Docenten hebben nooit geleerd op een klantvriendelijke en servicegerichte wijze te denken en te handelen; deze deskundigheid moet dus worden opgebouwd. Tenslotte laat onderzoek zien dat het realiseren van een combinatie van praktijkgestuurd en vraaggericht onderwijs stagneert omdat zowel docenten als de praktijkbegeleiders vanuit de bedrijven de deskundigheid missen om apart en tezamen een loopbaangerichte dialoog met leerlingen/studenten te voeren.8

Om van de school een loopbaancentrum te maken, moeten niet alleen leerprocessen voor leerlingen/studenten veranderen, maar moet er ook een cultuurverandering in school en beroepspraktijk gerealiseerd worden. Dit vereist leerprocessen op meerdere niveaus:

lerenden moeten loopbaancompetenties ontwikkelen, zodat zij hun leerproces meer zinvol kunnen inrichten en om zich voor te bereiden op ‘levenslang leren’ op de arbeidsmarkt;

docenten moeten nieuwe competenties verwerven, zowel wat betreft hun eigen reflectief en zelfsturend gedrag als wat betreft het voeren van een dialoog met leerlingen/studenten en het voeren van een dialoog met bedrijven (c.q. werkgevers);

om deze dialogen te kunnen voeren moeten docenten een nieuwe beroepsidentiteit opbouwen. Hiervoor is een leeromgeving nodig die eveneens praktijkgestuurd en vraaggericht is;

het creëren van een dergelijke leeromgeving is slechts mogelijk wanneer managers een nieuwe professionele identiteit verwerven;

al deze nieuwe competenties gaan pas renderen (maar kunnen waarschijnlijk ook slechts verworven worden) in een situatie waarin de samenwerking met bedrijfsleven tenminste het niveau van samen ontwerpen bereikt;

docenten moeten een HRD-aanbod (= scholing als een onderdeel van een bredere loopbaanontwikkeling) ontwikkelen voor bedrijven dat kan worden aangeboden op het moment dat bedrijven daar behoefte aan hebben

Het onderzoeksdomein van het lectoraat ligt op het gebied van analyseren en bevorderen van de leeromgeving, begeleiding en ontwikkeling van studenten in het kader van hun leer- en arbeidsloopbaan, en deskundigheidsontwikkeling van docenten op het gebied van hun begeleiding aan studenten.Vanuit het lectoraat wordt zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek uitgevoerd met als doel:

o inzicht te krijgen over de verbanden die bestaan tussen de leeromgeving en begeleiding van studenten/leerlingen in de beroepskolom enerzijds en de mate waarin zij bezig zijn met hun loopbaan en leermotivatie anderzijds

o inzicht te krijgen over verbanden die bestaan tussen de werk/leeromgeving en persoonseigenschappen van docenten enerzijds en de wijze van begeleiding van studenten anderzijds

o sterktes en zwaktes te inventariseren en kennis te delen binnen De Haagse Hogeschool op het gebied van leeromgeving van docenten en studenten ten opzichte van andere hogescholen in Nederland

8 Meijers, F. (2004). Wat leer je in de praktijk? Een onderzoek naar de mogelijkheden tot beroepsvorming in het kader van de beroepspraktijkvorming. Zoetermeer: Colo

Page 6: H. 1 Inleiding

o ‘good practices’ in het land te detecteren waar De Haagse Hogeschool haar voordeel mee kan doen

o de kennis en praktijk van studieloopbaanbegeleiding verder te ontwikkelen binnen De Haagse Hogeschool

o het bevorderen van deskundigheid van docenten binnen De Haagse Hogeschool op wat betreft het gebruiken, participeren en uitvoeren van onderzoek.

In 2009 hebben dr. M. Kuijpers en dr. F. Meijers, die tezamen het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming vervullen, op verschillende manieren aan deze leerprocessen en onderzoeksdoelen een bijdrage geleverd.

Daarnaast stelt het lectoraat zich tot taak om de relatie tussen hogeschool en de regio Haaglanden te versterken via het stimuleren van onderzoek, het geven van advies en het – op beperkte schaal – verzorgen van onderwijs op het voornoemde domein. Op deze wijze wil het deel uitmaken van de regionale kennisinfrastructuur en zo bijdragen aan een aantrekkelijke en welvarende regio. Ook heeft het lectoraat de functie op landelijk niveau de pedagogiek van de beroepsvorming te stimuleren en te steunen. Hiervoor worden op dit niveau diverse relaties onderhouden (zie verderop).

Tenslotte heeft mw. R. Lengelle, verbonden aan Athabasca University (Canada’s Open Universiteit), in 2009 op uitnodiging van het lectoraat …

H3 Inbedding lectoraat

Inbedding in organisatiestructuur

Op centraal niveau is een algemeen directeur, mevrouw mr. drs. C.M.A. van der Meule, aangesteld die de lectoraten en onderzoek in haar portefeuille heeft en die de lectoren aanstuurt en inhoudelijk zowel als randvoorwaardelijk begeleidt. Zij zorgt tevens voor een goede afstemming en coördinatie tussen de verschillende lectoraten en tussen de lectoraten en academies (clusters van opleidingen) van de hogeschool.Zij wordt operationeel ondersteund door de strategisch adviseur van het college, tevens projectmanager lectoraten, de heer drs. J.H. Jaminon. De algemeen directeur heeft zo’n 9 maal per jaar bilateraal overleg met de lector. In dit overleg komen zowel inhoudelijk als randvoorwaardelijke zaken aan de orde.Twee tot drie maal per jaar vergaderen de gezamenlijke lectoren van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk met de voorzitter van het College van Bestuur, de algemeen directeur lectoraten/onderzoek en de strategisch adviseur over gezamenlijke inhoudelijke thema’s. Afhankelijk van het onderwerp wordt bij dit overleg ook een aantal academiedirecteuren uitgenodigd.

Administratieve en secretariële ondersteuningSecretariële ondersteuning voor het lectoraat wordt geboden door:

- Mw. E.C. van Gelder - Mw. A.L. Legters

De administratieve ondersteuning van het lectoraat wordt verzorgd door de diensten van de hogeschool.

Page 7: H. 1 Inleiding

Inbedding in de regionale en (inter)nationale kennisinfrastructuur, netwerken en relaties

Als indicatoren voor inbedding van het lectoraat in de regionale en (inter)nationale kennisinfrastructuur worden beschouwd lezingen, publicaties, gastdocentschappen, lidmaatschap van redacties en andere gremia. Het lectoraat is onderdeel van het netwerk van lectoren die werkzaam zijn op het gebied van beroepsonderwijs. Daarnaast maakt het deel uit van twee netwerken op het gebied van loopbaanontwikkeling en een netwerk georganiseerd door Euroguidance. Tevens is er een relatie met de Universiteit Twente in het Twente Center of Career research. Ook zijn er regelmatig contacten met Het Platform Beroepsonderwijs, Stichting Platforms vmbo en ministerie OCW Bve. Het lectoraat is lid van Adviesraad Vereniging voor Onderwijs Research divisie Beroepsopleidingen, bedrijfsopleiding en volwasseneneducatie en van de adviesraad van Counselling Magazine. Ook is het lectoraat betrokken bij het vaktijdschrift ‘Opleiding en Ontwikkeling’ als reviewer.

In 2009 zijn presentaties gegeven in de Onderwijs Research dagen te Leuven en JVET conference researching vocational education policy and practice in Finland.

4.1 Werkzaamheden in 2009, evaluatie van het jaarplan

Onderzoek

Onderzoek in het hboNaar aanleiding van van het grootschalige kwantitatieve HBO-onderzoek van 2007/2008 zijn in 2009 de onderzoeksresultaten in negen academies van De Haagse Hogeschool en acht Schools in Windesheim besproken. Observatie van deze bijeenkomsten heeft plaatsgevonden om na te gaan in hoeverre de onderzoekresultaten werken herkend en erkend, en in het kader van onderzoek naar collectief leren. Drie (Frans klopt dit?) ‘good practices’ op het gebied van studieloopbaanbegeleiding zijn middels interviews met actoren onderzocht.Bovendien zijn vier experimenten in vier academies van start gegaan. De uitgangspunten van deze projecten zijn: ze zijn kleinschalig van opzet en worden naast de bestaande slb-praktijk

gerealiseerd, ze zijn niet alleen gericht op het verbeteren van de slb voor studenten maar

ook op de professionalisering van de docenten, ze verschillen op details van elkaar maar worden zoveel mogelijk hetzelfde

opgezet zodat er van en aan elkaar geleerd kan worden, ze worden gedegen onderzocht vanuit het Lectoraat Pedagogiek van de

Beroepsvorming. Omdat expliciet de ontwikkeling van een evidence-based praktijk wordt nagestreefd, zal er in de projecten onderzoek worden verricht gericht op het ondersteunen van de ontwikkeling van de experimenten en op het meten van de resultaten. De centrale onderzoeksvraag luidt: Welke interventies op docentniveau in de organisatie van onderwijs zijn effectief voor het bevorderen van een goede studieloopbaanbegeleiding van studenten?

Academies en opleidingen die betrokken zijn: PABO, GZH, TIS en AFM.

Onderzoek in de beroepskolomEen ander onderzoek dat wordt uitgevoerd vanuit het lectoraat betref ontwerp- en evaluatie-onderzoek binnen het project ‘Leerloopbanen in competentiegericht onderwijs’ dat doorloopt tot medio 2010. Dit project is een zogenoemd ‘innovatiearrangement’ vanuit Het Platform Beroepsonderwijs (HPBO). In dit project werkt het lectoraat samen met ROC De Leijgraaf (www.leijgraaf.nl) en de KPC Groep

Page 8: H. 1 Inleiding

(www.kpcgroep.nl). Centraal in dit meerjarige project staat de ontwikkeling van een goed functionerende ‘trialoog’ tussen ROC, regionaal bedrijfsleven en leerling/student. Voor dit onderzoek is € 1.000.000,- subsidie toegekend waarvan €180.000,- bestemd is voor onderzoek dat vanuit het lectoraat wordt verricht. In 2009 is het lectoraat betrokken geweest bij de verwerking van de onderzoeksresultaten uit 2007 en 2008 in de ontwikkeling van de praktijken op het gebied van leerlingbegeleiding in drie sectoren binnen het ROC. Bovendien is een kwanitaitief onderzoek uitgevoerd onder eerste jaar mbo-leerlingen over hun opleidingskeuze en deze zijn gekoppeld op leerlingniveau aan de uitkomsten van het onderzoek uit 2008 bij deze leerlingen op het moment dat zij in het vmbo een keuze voor vervolgopleiding aan het maken waren.

Verder zijn beide lectoren actief betrokken bij een aantal ontwikkelingsprojecten gericht op studieloopbaanbegeleiding, o.a. in het project ‘samen sterk op weg’ van Scholengemeenschap Den Haag Zuidwest, het project ‘Bruggen bouwen in Waterland’ van Regio College te Zaandam, het project ‘Logo’ van PAT Onderwijsinnovatie, landelijke kenniskring doorlopende leerlijnen vmbo-mbo.

Onderzoek vanuit de kenniskringenNaast dit onderzoek is er in 2009 – mede op basis van en geïnspireerd door het extern gefinancierde onderzoek - onderzoek verricht vanuit drie kenniskringen: (a) een kenniskring die zich richt op onderzoek naar de (on)mogelijkheden van een dialoog tussen docenten en studenten binnen de Haagse Hogeschool over de inhoud, de voortgang en de afsluiting van het leerproces van de studenten; (b) een kenniskring die zich richt op het ontwikkelen en onderzoeken van methoden om effectieve (studie)loopbaanbegeleiding in het HBO vorm te geven; en (c) een kenniskring rond mentoring (www.mentoringinonderwijs.nl). Van de eerste en tweede kenniskring zijn alleen docenten van de Haagse Hogeschool lid. Van de derde kenniskring zijn docenten uit het regionale beroepsonderwijs lid. Medio 2009 zijn de twee eerste kenniskringen samengevoegd uit financieel oogpunt, omdat een aantal contracten met kenniskringleden afliepen en om nieuwe kenniskringleden gerichter te kunnen inzetten op vervolgonderzoek. In 2010 wordt een boekje van de bevindingen van onderzoek van deze kenniskringen uitgebracht. Door ziekte en doorloop van onderzoek is de rapportage van de kenniskring van Marinka Kuijpers is uitgesteld en wordt nu als een gezamenlijk product met de kenniskring van Frans Meijers uitgevoerd.

De kenniskring van Marinka Kuijpers bestond begin 2009 uit vijf mensen: J. van Beijnum (ICTM), M. Kock (dienst onderwijs), B.Bos (PABO), W den Boer (SP), M. Aangenendt (dienst studentzaken, promovendus). R. van der Lans is per 1 januari tijdelijk gestopt. De centrale onderzoekvraag van de kenniskring is: ‘Hoe kan effectieve studieloopbaanbegeleiding bevorderd worden? ‘De onderzoeksvragen van de individuele kenniskringleden zijn gebaseerd op de context van de eigen opleiding en op de eigen affiniteit. Momenteel zijn de kenniskringleden data aan het verzamelen.

De kenniskring van Frans Meijers is gestart in februari 2008 en bestaat uit vijf leden waarvan 3 deels door de opleiding gefinancierd. Mw. A. Garabal-Gomez (HEBO) verricht onderzoek naar de ontwikkeling en implementatie van communicatief onderwijs in moderne vreemde talen. De HEBO is mede eigenaar van dit onderzoek dat in nauwe samenspraak met docenten en managers van de HEBO is ontwikkeld. Mw. A. van Ginkel-Boom verricht onderzoek naar de communicatiecultuur binnen de opleiding CMD. Dit onderzoek is een vervolg op het eerder verrichte onderzoek ‘ Wat leren docenten van de stage-ervaringen van studenten?’ dat in 2008 is gepubliceerd in de bundel ‘Praten of (b)laten? Over de behoefte aan dialoog in het onderwijs’. De

Page 9: H. 1 Inleiding

opleiding CMD is mede eigenaar hetgeen onder meer tot uitdrukking komt in het feit dat de deelname aan de kenniskring deels door de opleiding wordt gefinancierd. T. de Keyser verricht binnen de Academie AFM, deels gefinancierd door deze academie, onderzoek naar de inhoud van stagegesprekken met als doel ‘tools’ te ontwikkelen die het rendement van deze gesprekken kunnen verhogen (met name voor wat betreft de loopbaancomponent). Gedurende enkele maanden heeft ook W. Hoogland binnen de opleiding Technische Bedrijfskunde, geheel door het lectoraat gefinancierd, eenzelfde onderzoek gedaan als T. de Keyser. De heer Hoogland heeft de kenniskring per 1 februari 2009 wegens tijdgebrek verlaten. Mw. N. Lodders verricht binnen de opleiding International Business and Management Studies (van de Academie Marketing and Commerce) Onderzoek naar innovatiebarrières in het HBO. Zij is voornemens op dit onderzoek (waarin o.a. case studies worden verricht in het kader van het vervolgonderzoek van het project ‘Loopbaanleren in het HBO’) en reeds eerder verricht onderzoek in 2011 te promoveren aan de EUR. R. Hensel (werkzaam binnen de opleiding P&A binnen de Academie voor Masters & Professional Courses) verricht, tenslotte, al gedurende 3 jaar onderzoek naar de vraag in hoeverre en op welke wijze strategisch HRD gericht op de ontwikkelingen van persoonlijke competentie te managen valt. Hij zal in 2010 promoveren aan de UT.

PromotieonderzoekIn 2009 zijn drie medewerkers van de Haagse Hogeschool begeleid met een promotieonderzoek: Max Aangenendt promoveert aan de Universiteit Twente bij prof. Dr. K. Sanders, Nanda Lodders en Reiner Henzel promoveren aan de Universiteit Twente bij prof. Dr. J. Kessels.In juni 2007 is - tenslotte – gestart met een onderzoek naar de effectiviteit van instrumenten, ontworpen om de trialoog tussen leerling/student, docent en praktijkbegeleider in het bedrijf op gang te brengen en te houden. In dit project wordt samengewerkt met ROC De Leijgraaf en het KPC. Voor dit project is uit landelijke innovatiemiddelen € 180.000,- subsidie verworven; het onderzoek heeft een looptijd van drie jaar. Gedurende deze tijd wordt door beide lectoren en door drs. A. Winters onderzoek gedaan. Mw. Winters zal naar verwachting in 2011 op de onderzoeksresultaten promoveren aan de Universiteit van Leuven bij prof. dr. H. Baert.

Consultatie bij HogeschoolonderzoekHet lectoraat is betrokken bij de hogeschoolbrede enquêtes die worden uitgezet, zoals de reflector, startmonitor en kompas. Bovendien heeft het lectoraat zitting in het centrale MIT voor onderzoek naar loopbaansucces van de Haagse Hogeschool.

CurriculumvernieuwingMomenteel worden gastcolleges gegeven op verzoek van academiedirecteuren. In 2009 zijn presentaties gegeven aan Studieloopbaanbegeleiders, werknemers van het loopbaancentrum van de Haagse Hogeschool en zijn onderzoeksresultaten in negen academies van De Haagse Hogeschool besproken. In vier academies zijn onder begeleiding van het lectoraat en in samenwerking met Onderwijs en Studentzaken vernieuwingactiviteiten gestart in het onderwijs.

Verder zijn de onderzoeksresultaten vanuit de kenniskring zijn gebruikt als empirische basis voor beleidsnotities (Menger, Kok, Van Ginkel en De Keyser) en hebben geleid tot veranderingen in de praktijk van studieloopbaanbegeleiding door de taak/functieverschuiving de kenniskringleden (den Boer, van Beijnum, van der Lans).

Page 10: H. 1 Inleiding

Ook het onderzoek naar loopbaanleren in het (v)mbo en het hbo werkt direct door – op landelijke schaal – in de vormgeving van loopbaanoriëntatie en –begeleiding in het beroepsonderwijs.

ProfessionaliseringDe resultaten van het onderzoek ‘Loopbaanleren in het HBO’ zijn in januari 2009 teruggekoppeld aan studieloopbaanbegeleiders binnen De Haagse Hogeschool. Zij hebben allemaal het boek ‘Loopbaanleren’ ontvangen dat onder redactie van beide lectoren is gepubliceerd bij Garant. Er is gedurende 2009 steeds overleg met het CvB om samen te werken wat betreft de professionalisering van docenten op het gebied van studieloopbaanbegeleiding.

De kenniskringleden zijn sterk bezig met hun professionalisering en worden in verschillende opleidingen als experts op het gebied van studieloopbaanbegeleiding beschouwd door hun deelname aan de kenniskring.

Er worden momenteel drie medewerkers van De Haagse Hogeschool begeleid in hun promotietraject, namelijk M. Aangenendt en R. Hensel (in samenwerking met de Universiteit Twente) en N. Lodders (in samenwerking met de EUR). Aangenend en Lodders zijn in 2008 gestart; Hensel in 2006.

In de experimenten in de vier academies zijn docenten actief in onderzoek en ontwikkeling van de praktijk van studieloopbaanbegeleiding.

Daarnaast bestaat er een kenniskring ‘mentoring’ onder leiding van Frans Meijers. Docenten uit de gehele beroepskolom in Zuid-Holland doen hieraan mee. De provincie Zuid-Holland subsidieerde deze kenniskring tot 2008; op dit moment is nog onduidelijk of deze subsidie wordt voortgezet.

Tenslotte heeft mw. R. Lengelle, als docent verbonden aan Athabasca University (Canada’s Open Universiteit), op uitnodiging van het lectoraat in mei 2009 twee 2-daagse workshops verzorgen rond creatief en expressief schrijven, voor studieloopbaanbegeleiders en docenten van de HHS. Speciale aandacht zal uitgaan naar de vraag hoe schrijven kan bijdragen aan het bevorderen van reflectie.

KenniscirculatieHet lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming wordt landelijk erkend als een expertisecentrum op het gebied van loopbaanleren en –begeleiding. Dit blijkt uit het feit dat beide lectoren overal in het land veel lezingen verzorgen en ook talloze gastcolleges geven in het HBO (in 2008 naast de Haagse Hogeschool ook de Hogeschool van Amsterdam, de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Hogeschool Zuyd, Fontys Hogescholen, de Hanze Hogeschool, de Christelijke Hogeschool Ede en Hogeschool Windesheim. De lectoren publiceren vaak in belangrijke vak- en wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van loopbaanleren (zie jaarverslag 2008).In 2009 hebben drie kenniskringleden workshop gegeven binnen en buiten de Haagse Hogeschool.

Lezingen in 2009 19/11/09: Studiemiddag over de loopbaandialoog, vmbo-zorgnetwerk, Comenius

College, Capelle a/d Ijssel12/11/09: Studiemiddag over de loopbaandialoog, vmbo-zorgnetwerk, Sonderick,

Veldhoven

Page 11: H. 1 Inleiding

09/11/09: Workshop over het Leijgraafproject, Congres Loopbaanleren: learning for living, Oss

05/11/09: Studiemiddag over de loopbaandialoog, vmbo-zorgnetwerk, Olympuscollege Arnhem

29/10/09: Studiemiddag over de loopbaandialoog, vmbo-zorgnetwerk, Talentstad Zwolle

15/10/09: Studiemiddag over de loopbaandialoog, vmbo-zorgnetwerk, Novacollege Amsterdam

12/10/09: Workshop over ouderparticipatie bij loopbaankeuzes van leerlingen in het vmbo o.l.v. A. Groothuis en forumdiscussie o.l.v. M. Bijsterveld, Vmbo-dag, Hilversum

07/10/09: Lezing over ondernemen in het kader van verbindend leren van school en bedrijfsleven, Schoonhoven

22/09/09: Workshop over de kenniskring doorlopende leerlijnen vmbo-mbo, Schouwingsdag HPBO, Amersfoort

03/06/09: Presentatie onderzoeksresultaten HBO, IAEVG 2009 Conference, Finland

29/05/09: Presentatie literatuurstudie en onderzoeksresultaten, ORD, Leuven14/05/09: Lezing loopbaanbegeleiding, LVO, scholengemeenschap Kwadrant,

Weert 16/04/09: Presentatie onderzoeksresultaten hbo-onderzoek, HALO Den Haag15/04/09: Lezing loopbaanleren, Platform Technologie, Garderen14/04/09: Presentatie onderzoeksresultaten hbo-onderzoek, Academie Finacial

Mangement, Den Haag14/04/09: Presentatie onderzoeksresultaten hbo-onderzoek, HBO-V, De Haagse

Hogeschool27/03/09: Lezing onderzoeksresultaten hbo-onderzoek, eerste exemplaar

aangeboden aan D. Terpstra, De Haagse Hogeschool27/03/09: Presentatie onderzoeksresultaten project Eclib, Amersfoort26/03/09: Inleiding Decanendag, De Haagse Hogeschool19/03/09: Lezing KPC, Kwali-tijd, over begeleiding van talenten bij jongeren, Den

Bosch12/03/09: Lezing VHTO, loopbaanbegeleiding van meisjes in de techniek,

Driehoek, Utrecht05/03/09: Lezing Breuerinstituut, Project Meesterwerk, Noorderpoortcollege,

Groningen04/03/09: Presentatie onderzoeksresultaten PABO, De Haagse Hogeschool05/02/09: Workshop doorlopende leerlijnen vmbo-mbo, SBO-congres, Jaarbeurs

Utrecht29/01/09: Presentatie onderzoeksresultaten aan directeuren en

SLBcoördinatoren, Hogeschool Windesheim, Zwolle28/01/09: Presentatie onderzoeksresultaten aan studieloopbaanbegeleiders, De

Haagse Hogeschool26/01/09: Acht presentaties aan de Schools van Hogeschool Windesheim over de

uitkomsten van onderzoek, Zwolle15/01/09: Presentatie ROC ASA, Conferentei Nel BVE, Amersfoort

Page 12: H. 1 Inleiding

12/01/09: Presentatie onderzoeksresultaten loopbaanleren, Scholengemeenschap Zuidwest, Den Haag

PublicatiesKuijpers, M., F. Meijers & A. Winters (2009). Loopbaanleren in de overgan van vmbo

naar mbo. Handboek Effectief opleiden, 18.4-11. 's-Gravenhage: Elsevier Bedrijfsinformatie  

Meijers, F. & M. Kuijpers (2009). Is integrale loopbaanbegeleiding ethisch? In: A. Kooreman (red). U doet het maar. Ethiek en ethos in arbeid en loopbaan (p163-194). Amsterdam: Pearson Assessment and Infomation B.V.

Kuijpers, M. (2009). Ervaring voorkomt predisposities. Bij de Les. Magazine voor leerlingbegeleiders en schooldecanaat, 5(8), 52-55.

Kuijpers, M. (2009). Uitzicht doorlopende leerlijn motiveert. Bij de Les. Magazine voor leerlingbegeleiders en schooldecanaat, 5(7), 32-33.

Kuijpers, M. & F. Meijers (2009). Loopbaanleren en –begeleiden in het HBO. Handboek Effectief opleiden, 18.4-9. 's-Gravenhage: Elsevier Bedrijfsinformatie  

Kuijpers, M. & P. Bartels (2009). Buddy-systeem kost nauwelijks extra inspanning. Serie over aansluiting vmbo-mbo. Bij de Les. Magazine voor leerlingbegeleiders en schooldecanaat, 5(6), 20-21.

Winters, A., F. Meijers, M. Kuijpers & H. Baert (2009). What are vocational training conversations about? Analysis of vocational training conversations in Dutch vocational education from a career learning perspective. Journal of Vocational Education and Training, 61 (3) 247-266.

Carduck, F. & M. Kuijpers (2009). Kaderlycea, beroepslycea en beroepscolleges. Serie over aansluiting vmbo-mbo. Bij de Les. Magazine voor leerlingbegeleiders en schooldecanaat, 5(5), 28-29.

Meijers, F., M. Kuijpers & A. Winters (2009). Loopbaanleren in theorie en praktijk. ORD 2009 Proceedings (pp.378-383). Leuven: K.U.Leuven

Kuijpers, M. & F. Meijers (2009). Studieloopbaanbegeleiding in het hbo. Expertise, 3 (4) 12-13.

Meijers, F. & Kuijpers, M. (2009). Onderwijs plus arbeidsloopbaan: loopbaanleren in het hoger beroepsonderwijs. Windesheim Kennis en onderzoek. Onderwijs Plus, markering van vijf jaar lectoraat (pp. 37-46). Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim

Kuijpers, M., F. Meijers & A. Winters (2009). Guidance on career development in vocational education in the Netherlands (paper). International Association for Educational and Vocational Guidance Conference 2009, Finland

Kuijpers, M. & F. Meijers (2009). Leeromgeving voor loopbaanleren. Onderzoek naar relaties tussen de leeromgeving en loopbaancompetenties van vmbo en mbo leerlingen. Pedagogische Studiën, 86 (2) 93-109.

Kuijpers, M. (2009). Experimenten (v)mbo: de tussenstand. Serie over aansluiting vmbo-mbo. Bij de Les. Magazine voor leerlingbegeleiding en schooldecanaat, 5(3) 28-31.

Kuijpers, M., Segers, M. & Wit, G. de (2009). Vmbo-mbo-campus in Waterland. Serie over aansluiting vmbo-mbo. Bij de Les. Magazine voor leerlingbegeleiding en schooldecanaat, 4(2) 28-30

Page 13: H. 1 Inleiding

Kuijpers, M. & F. Meijers (2009). Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Den Haag: De Haagse Hogeschool, Lectoraten en onderzoek.

Meijers, F. Winters, A. & Kuijpers, M. (2009). Loopbaanleren in het stagegesprek. In B. van Oers, Y. Leeman & M. Volman (red). Burgerschapsvorming en identiteitsontwikkeling. Een bijdrage aan pedagogische kwaliteit in het onderwijs (pp 90-100). Assen: Van Gorcum

Kuijpers, M.A.C.T. (2009). Human Technology: een moment van creatief samen leren en oriënteren. Serie over aansluiting vmbo-mbo. Bij de Les. Magazine voor leerlingbegeleiding en schooldecanaat, 5(1) 26-29

Kuijpers, M. (2009). Career dialogue: about learning to talk (and) about learning to choose. In M. Kuijpers & F. Meijers (Red.). Career learning. Research and practice in education (pp. 175-189). ’s Hertogenbosch: Euroguadance The Netherlands.

4.2Streefsituatie

OnderzoekIn 2009 zal een terugkoppeling plaatsvinden in minimaal 10 teams van de Haagse Hogeschool door beide lectoren en in tenminste 3 opleidingen binnen de Haagse Hogeschool en tenminste 1 opleiding in een andere hogeschool vervolgonderzoek worden gestart. Er zal actieonderzoek worden uitgevoerd waarbij interventies worden ontwikkeld en de ontwikkeling wordt onderzocht.

De onderzoeksresultaten worden verder verspreid door het publiceren van een boek, het schrijven van artikelen, en het geven van interviews en lezingen. Dit jaar zal ook een conferentie worden georganiseerd.

Het HPBO-project ‘Loopbaanleren in competentiegericht onderwijs’ zal worden gecontinueerd. Het komende jaar zullen verschillende verdiepingsonderzoeken plaatsvinden. Kennis over het proces van dergelijk onderzoek en over effectieve interventies voor loopbaanontwikkeling van lerenden, zullen worden gebruikt in de verdiepingsonderzoeken binnen De Haagse Hogeschool. Onderzoeksresultaten zullen tot tenminste 1 artikel in een wetenschappelijk tijdschrift resulteren. Dit onderzoek moet leiden tot ontwikkeling van instrumenten, bijvoorbeeld: DVD met trialoog- gesprekken als instructie materiaal voor bij scholing. Bovendien zijn de uitkomsten van het onderzoek input voor de landelijke conferentie die in 2009 wordt gepland.

Over het project ‘Lerende wijkcentra’ moet duidelijkheid komen over het vervolg.

Het onderzoek van de leden van de kenniskringen zal worden gecontinueerd en in tenminste 1 artikel in een vakblad resulteren. In de zomer 2009 worden resultaten van de kenniskring van Marinka Kuijpers gebundeld en naar aanleiding hiervan wordt een studiemiddag georganiseerd.

CurriculumvernieuwingHet streven is om de begeleiding van de studieloopbaan van studenten te verbeteren. Hierin richten we ons vooral op de drie opleidingen waarmee een structurele relatie wordt nagestreefd. We verwachten hier tenminste tien

Page 14: H. 1 Inleiding

studieloopbaanbegeleiders/docenten bij te betrekken. Ook studenten zullen bij dit ontwikkelingsproces worden betrokken.

In 2009 wordt een relatie met de Pabo aangegaan en zal worden nagegaan wat het lectoraat kan betekenen voor de curriculumvernieuwing. Te denken valt aan gastcolleges en begeleiden van docenten die afstudeerders begeleiden op het onderwerp van loopbaanontwikkeling van kinderen.

In andere academies worden gastcolleges gegeven op aanvraag. Verwacht wordt dat dit er tenminste 4 zullen zijn.

ProfessionaliseringDit jaar houdt het lectoraat zich bezig met het professionaliseren van docenten op het gebied van studieloopbaanbegeleiding. De dialoog tussen docenten en student staat hierin centraal. Managers van docenten zullen hier expliciet in worden betrokken om een bijdrage te leveren aan een cultuurverandering binnen De Haagse Hogeschool.

Voor de kenniskring van Marinka Kuijpers zullen leden worden geselecteerd die een bijdrage gaan leveren aan het onderzoek naar effectieve studieloopbaanbegeleiding in de drie opleidingen waarmee een structurele relatie wordt nagestreefd.

Professionalisering van de kenniskringleden wordt bewerkstelligd door intensieve begeleiding op het doen van onderzoek, het publiceren van de onderzoeksresultaten en het leveren van bijdragen aan congressen.

Promovendi die worden begeleid zullen dit jaar een tussenrapportage verzorgen over het eerste onderzoeksdeel.

De kenniskring Mentoring zal dit jaar worden gecontinueerd. 6 a 8 bijeenkomsten zullen worden gehouden waarin docenten worden bijgeschoold.

KenniscirculatieOm te zorgen voor kenniscirculatie zullen artikelen worden gepubliceerd (zie boven). Ook wordt er maandelijks een lezing gegeven door een van de lectoren.Het lectoraat is ook pro-actief in het verspreiden van kennis door het organiseren van een studiemiddag en congres.

4.3Activiteiten en Werkwijze

Eigenaarschap en urgentiebesefMinimaal drie opleidingen zouden zich aan de doelen van het lectoraat moeten verbinden. Zij denken mee over te onderzoeken interventies en verwachtte uitkomsten. Zij committeren zich tot bijdrage aan onderzoek en het gebruiken van de onderzoekresultaten.

Verder wordt vanuit het CVB een werkgroep opgericht die zich bezig gaat houden met het verbeteren van de kwaliteit van studieloopbaanbegeleiding, waaraan het lectoraat ook een bijdrage gaat leveren. Hierin wordt uitgegaan van de onderzoeksresultaten van het hbo-onderzoek.

In het komende jaar wordt onderzocht of samenwerking met het lectoraat HRM van Ton Korver zinnig is in het kader van professionalisering van docenten, waarin ook

Page 15: H. 1 Inleiding

een link wordt gemaakt met TCCR (Twente Center of Career Research). Onduidelijk is nog wat de mogelijkheden hierin zijn.

Gezamenlijke ontwikkeling visie en ambitieIn 2009 zal binnen De Haagse Hogeschool een visie en ambitie worden geformuleerd met betrekking tot studieloopbaanbegeleiding. Hierin zal het lectoraat een bijdrage leveren.

Verder wordt via verschillende netwerken contacten onderhouden met experts en organisaties die zich bezig houden met loopbaanontwikkeling.

Professionele aanpakEr zal onderzoek worden gedaan in de Haagse Hogeschool, bij ‘good practices’ in andere Hogescholen en in het project HPBO. Verder zullen promovendi en kenniskringleden worden begeleid.

Bij elke fase van onderzoek zal worden zorggedragen voor kennisuitwisseling binnen en buiten De Haagse Hogeschool. De lectoren geven leiding aan een eigen kenniskring. De projecten worden onder gezamenlijke leiding vormgegeven.

4.4 Condities en randvoorwaardenOf er een structurele samenwerking met minimaal 3 opleidingen gerealiseerd wordt is afhankelijk van de inzet van beide kanten (lectoraat en academie). De lectoren zullen het initiatief nemen. Tevens zou het positief werken als deze samenwerking gestimuleerd wordt door het CvB.Samen met de portefeuillehouder van het CvB kijken hoe resultaten uit het onderzoek gebruikt kunnen worden voor verbetering van het ingezette beleid, de Haagse bachelor.

Of de kenniskringleden op tijd hun onderzoek af hebben zal zeer sterk afhangen van het ziekteverloop. Momenteel zijn drie kenniskringleden langdurig ziek.

5. Inkomsten uit contractactiviteiten en onderzoeksopdrachten

Naast de reeds verworven subsidies zullen dit jaar naar verwachting geen nieuwe contracten worden aangegaan.

6. Overzicht Personele samenstelling

Onderzoek van de kenniskring van Marinka Kuijpers, gestart juli 2007Aantal: 5

a. ‘Hoe hangen motieven van begeleiders samen met de vormgeving van slb?’ - kenniskringlid: J. Van Beijnum. ICTM- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: Deels door de opleiding

b. ‘Wat is de invloed van een lesgevende versus een lerende organisatie op de uitvoering van slb?’ - kenniskringlid: B. Bos PABO- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: Deels door de opleiding

Page 16: H. 1 Inleiding

c. ‘Hoe worden instrumenten als portfolio gebruikt en begeleid in het leerproces?’ - kenniskringlid: W. de Boer, SPW- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: Deels door de opleiding

d. ‘Hoe worden Antilliaanse studenten begeleid in hun leerproces en wat is hiervoor nodig?’ - kenniskringlid: M. Kock, dienst onderwijs- mede eigenaar: Dienst onderwijs- Financiering: Deels door dienst onderwijs

e. Hoe ontwikkelen docenten een professionele identiteit en wat is de invloed van de organisatie hierop?’- kenniskringlid: M.Aangenendt, dienst studentzaken- mede eigenaar: Dienst studentzaken- Financiering: Deels door dienst studentzaken-promotietraject

Onderzoek door de kenniskring van Frans. Gestart in februari 2008Aantal: 5, waarvan 2 deels door de opleiding gefinancierd.

a. ‘Is communicatief taalonderwijs mogelijk?’- kenniskringlid: A. Garabal Gomes, HEBO- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: lectoraat

b. ‘ Wat leren docenten van stage?’ - kenniskringlid: A. van Ginkel- Boom, CMD- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: Deels door de opleiding- vervolg onderzoek

c. ‘De trialoog’ - kringlid: T. de Keyser, AFM- mede eigenaar: opleiding- Financiering: deels opleiding d. ‘Innovatie barrières in het HBO.’- kenniskringlid: N. Lodders, M&C - mede eigenaar: opleiding- promotietraject

e. ‘Competentiemanagement’- kringlid: Rainer Hensel, MPC - mede eigenaar: opleiding- promotietraject

6. Bijdrage aan ontwikkeling van onderzoeksinterventies binnen de HHS (reflector, instroommonitor etc)

Page 17: H. 1 Inleiding

LECTORAAT PvdB – Marinka Kuijpers en Frans Meijers– 15 december 2008Start: Lector: Marinka Kuijpers en Frans MeijersKenniskringleden

- Aantal: 8- Opleidingen: Pabo, Academie voor Technology,Innovation & Society, Studentzaken, Academie AFM, Hebo, afd. C&M, Academie

Marketing and Commerce (International Business and Management Studies) - Visie: professionalisering van docenten via praktijkgestuurd onderzoek, vooral op het gebied van loopbaanleren- Ambitie: uitgroeien tot een landelijk erkend expertisecentrum op het gebied van onderzoek naar en ontwikkeling van

loopbaanlerenHuidige situatie & prestaties Werkwijze/activiteiten

(professionele aanpak, eigenaarschap, ambitie)

Streef situatie & prestaties (februari 2010)

Onderzoek

1. HBO-onderzoek naar ‘loopbaanleren’: resultaten zijn besproken in negen academies in De Haagse Hogeschool. Op basis va de uitkomsten worden ‘good practices’ geanalyseerd en beschreven.Eigenaar: Lectoraat waaronder een promovendaLector: Meijers en Kuijpers

2. Actie-onderzoek in vier academies waar SLB-interventies gaan plaatsvinden is in gang gezet.Eigenaar: opleidingen: AFM, IPO, Voeding en dietitiek, Pabo, Onderwijs en Studentzaken, Lectoren Meijers en Kuijpers

3. Ontwerp- en evaluatieonderzoek/ Leijgraaf. Een nulmeting is in 2008 gedaan, in 2009 is onderzoek gedaan rondom de transitie van vmbo naar mbo.Eigenaar: Lectoraat, waaronder een promovenda.Lector: Meijers en KuijpersPartners: Leijgraaf en KPC groep. Subsidie van HPBO: 3x 60.000Looptijd: tot 2010

4. Onderzoek door de kenniskring Thema: Hoe kan je effectieve

1. Resultaten bespreken met opleidingen.Op die manier bijdrage leveren aan verbetering van SLB.

Good practices van andere hogescholen beschrijven

2. aanpak voor het actie-onderzoek-inventarisatie van probleem, -nagaan wat mogelijke interventies zijn waar draagkracht en draagvlak voor is in de opleidingen-nagaan waar opleidingen nieuwsgierig naar zijn met betrekking tot het onderzoek-zorgen voor vergelijkbaarheid, dus een deel van het onderzoek hetzelfde-interventies organiseren en uitvoeren-coaching door lectoraat, ondersteuning van OSZ bij ontwikkeling-voor- en nameting uitvoeren

3. Monitoren van voortgang van project op basis van de onderzoeksresultaten.

Onderzoek

1.Good practices beschrijven en een studiemiddag organiseren in juni om hierover kennisuitwisseling te organiseren

2. Het onderzoek is van start gegaan, vervolgens:-organiseren van professionalisering-ontwikkelen van instrumenten-uitwisseling organiseren van verschillende experimenten-voor- en nameting uitvoeren

Bij de ontwikkeling van interventies bij De Haagse Hogeschool zal gebruik worden gemaakt van de ervaringen in dit project, bijvoorbeeld hoe te monitoren en hoe te begeleiden.

3. Onderzoek loopt, vervolgens:-onderzoeken van professionaliseringstraject-ontwikkelen van instrumenten

Effect op professionalisering en daardoor een bijdrage aan het vernieuwen van het curriculum

Page 18: H. 1 Inleiding

studieloopbaan begeleiding bevorderen. Onderzoeksvragen gebaseerd op context van eigen opleiding en eigen affiniteit.

a. ‘Wat is de invloed van een lesgevende versus een lerende organisatie op de uitvoering van slb?’ - kenniskringlid: B. Bos PABO- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: Deels door de opleiding

b. ‘wat is het resultaat van keuzemogelijkheden en –begeleiding in het onderwijs?’- kenniskringlid: R. van der Lans, Academie voor Technology,Innovation & Society- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: Deels door de opleiding

c. ‘Is communicatief taalonderwijs mogelijk?’- kenniskringlid: A. Garabal Gomes, HEBO- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: lectoraat

d. b. ‘ Wat leren docenten van stage?’ - kenniskringlid: A. van Ginkel- Boom, CMD- mede eigenaar: Opleiding- Financiering: Deels door de opleiding- vervolg onderzoek

e. ‘De trialoog’ - kringlid: T. de Keyser, AFM- mede eigenaar: opleiding- Financiering: deels opleiding

5. Promotieonderzoeka. Hoe ontwikkelen docenten een professionele identiteit en wat is de invloed van de organisatie hierop?’- kenniskringlid: M.Aangenendt, dienst studentzaken- mede eigenaar: Dienst studentzaken

Ondersteunen ontwikkelingsgroepen en participatie in projectgroepKortcyclisch onderzoek bij interventies op het gebied van SLB Nameting organiseren en uitvoeren

4. Begeleiding van onderzoek van kenniskringledenzonodig opleiden in analysetechniekenbegeleiding bij publicatie

5-Begeleiding bij onderzoeksopzet-contacten met Universiteiten-opleiding in analysetechnieken-begeleiden bij interpretatie van resultaten en vervolgstappen bepalen in het onderzoek-begeleiding bij publicatie-begeleiding bij voorbereiding

bijvoorbeeld: DVD met trialoog- gesprekken als instructie materiaal voor bij scholing-nameting organiseren: vragenlijst, interviews en observatie van gesprekken

4. – In de loop van 2010 bundel uitbrengen- studiemiddag organiseren nav bundel-publicatie in vaktijdschriften-evaluatie van kenniskringen

5. -uitvoeren van het onderzoek-elke promovendus biedt een artikel aan voor een internationaal tijdschrift-elke promovendus geeft een presentatie op een internationaal congres in 2010 of 2011

effect opcurriculum vernieuwing:- door onderzoeksresultaten van de kringleden en hun rol binnen de opleiding.

professionalisering:- leren onderzoek doen- publiceren- inhoudelijke verbeteringkenniscirculatie- publicaties- studiemiddag

Page 19: H. 1 Inleiding

- Financiering: Deels door dienst studentzaken-promotietraject

b. ‘Innovatie barrières in het HBO.’- kenniskringlid: N. Lodders, M&C - mede eigenaar: opleiding- promotietraject

c. ‘Competentiemanagement’- kringlid: Rainer Hensel, MPC - mede eigenaar: opleiding- promotietraject

d. ‘Begeleiding bij competentie gericht opleiden’- A. Winters - promotietraject

6. Bijdrage aan ontwikkeling van onderzoeksinterventies binnen de HHS (MIT, reflector, startmonitor, instroommonitor)

presentatie op internationaal congres

6. –inbreng in de bijeenkomsten -consultatie door het project studiesucces- consultatie door C&M betreffende hogeschoolbrede enquetes-overleg over bijdrage aan de evaluatie van de decentrale MIT activiteiten

6. –bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het centrale MIT door inbreng in de bijeenkomsten en consultatie door het project studiesucces-bijdrage leveren aan de ontwikkeling en analyses van de hogeschoolbrede enquêtes middels consultatie door C&M-mogelijk een bijdrage leveren aan de evaluatie van de decentrale MIT activiteiten (is slechts in een oriënterende fase) in opdracht van het project studiesucces

Curriculum vernieuwingonderzoeksresultaten vertalen naar curriculumvernieuwing samen met opleidingen

Gastcolleges over het doen van onderzoek

- 3 a 4 per jaar

Activiteiten:professionalisering van docenten op het SLB traject, dit draagt bij aan het vernieuwen van het curriculum.

organiseren van studiebijeenkomst en conferentie

deelname aan onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten

Curriculum vernieuwingBegeleiding van SLBers verbeteren

- met name richten op de 4 opleidingen waarmee een structurele relatie nagestreefd wordt.

- aantal SLBers: 20- aantal teamleiders en academiedirecteuren: 8- Aantal gastcolleges: tenminste 4

Studenten van de 4 opleidingen waarmee een structurele relatie nagestreefd wordt, betrekken bij de ontwikkeling van de interventies of als klankbord- aantal studenten: 30

Professionalisering1. Werken aan verbetering van SLBer’s:-docenten in vier academies gaan een ontwikkelings- en professionaliseringstraject in, waarin zij hun deskundigheid kunnen bevorderen en bijdragen aan onderzoek.

- kk-leden worden binnen opleiding erkend als experts op gebied van SLB.: 3 kringleden

1. de kenniskring is hiervoor een belangrijk voortuig. Een kenniskringlid is bijvoorbeeld SLBer. Kenniskringlid is de verbinding tussen lectoraat en opleiding.

-Werken aan een cultuur verandering op het gebied van SLB

Professionalisering1. SLBs professionaliseren, wat tot uiting moet komen in een andere werkwijze. Op een andere manier spreken met de studenten.

- Met name bij de 4 opleidingen waarmee een structurele relatie nagestreefd wordt

- Zicht krijgen op wat er aanslaat, verschillende manieren proberen.

- Bijdragen aan gebruik en uitvoeren van onderzoek- Cultuurverandering/ beweging zin in de HHS

Effect op samenwerking met academies.

Effect op samenwerking met academies.

Page 20: H. 1 Inleiding

2. Kringleden hebben een evaluatierapport samengesteld over het nut, van hun lidmaatschap aan de kenniskring, voor hun professionalisering. Positieve ervaring:- onderzoekskwaliteiten- assertiever- inhoudelijk

3. Begeleiding van een promovendi werkzaam in de HHS

4. COP/kenniskring Mentoring- docenten uit de hele beroepskolom in Zuid-Holland doen mee.- provincie Zuid-Holland heeft gesubsidieerd- 6 a 8x per jaar bijeenkomsten- eigenaar: Frans Meijers

- relatie met academies versterken en meer structureel.

2. na 2 jaar kunnen kringleden doorgaan, mits ze financiering vanuit hun opleiding kunnen organiseren. Met die inkomsten worden nieuwe kringleden weer gefinancierd.Op deze manier blijven onderzoekers gekoppeld aan het lectoraat en kunnen nieuwe kringleden van hen leren. Ook oud kringelden worden vanuit het lectoraat aangemoedigd om te (blijven) publiceren.

3. mogelijke samenwerking met Lectoraat Ton Korver of Ellen Sjoer

2. Door werkzaamheden binnen het lectoraat docenten blijven professionaliseren:- leren onderzoek doen- publiceren- bijdragen aan congres- inhoudelijke verbetering-evaluatie van kenniskringen

3. Begeleiding bij opzet onderzoek-opleiden op het gebied van analysetechnieken-begeleiden bij publicatie

4. voort blijven zetten- 6 a 8 bijeenkomsten per jaar waarin docenten bijgeschoold worden.

KenniscirculatieErkenning als landelijk aanspreekpunt voor loopbaan begeleiding.

gastcollege, lezingen, workshops, consultatie

publicatiesCOP/kenniskring Mentoring (zie professionalisering)

verder blijven ontwikkelen, onder andere door deelname in landelijke samenwerkingsverbanden.

Publicaties kwalitatief goed houden

1x per maand een lezing/ gastcollege geven Als uitkomst van HBO-onderzoek en Leijgraaf:- publicaties- studiemiddagen- artikels/interviews

Bijdragen aan de week van onderzoek- workshop/lezing van lector en/of promovendi

Context:- Of er een structurele samenwerking met minimaal 4 opleidingen gerealiseerd wordt is afhankelijk van de inzet van beide kanten

(lectoraat en academie). De lectoren zullen het initiatief nemen. Tevens zou het positief werken als deze samenwerking gestimuleerd wordt door het CvB.

- Samen met de portefeuillehouder van het CvB kijken hoe resultaten uit het onderzoek gebruikt kunnen worden voor verbetering van het ingezette beleid, de Haagse bachelor.

- Of de kenniskringleden op tijd hun onderzoek af hebben zal zeer sterk afhangen van het ziekteverloop. Momenteel is nog een kenniskringlid langdurig ziek.