100
vernis 8 717953 055637 > DE RIJKE HISTORIE VAN HET RIJKS (MET EEN KIJKJE IN HET RESTAURATIE-ATELIER VAN HET MUSEUM) EDINBURGH IN BEELD ITEMS OP WIT OVER DE ORANJES, BLOEMEN EN AMSTERDAM TE KOOP: DE MOOISTE TROUVAILLES UIT DE MARKT KONINKLIJKE KUNST — VAN WILLEM VAN ORANJE TOT WILLEM-ALEXANDER

Vernis Magazine, edition 4

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Vernis Magazine is a magazine about Art

Citation preview

Page 1: Vernis Magazine, edition 4

vernisT

IJDSC

HR

IFT V

AN

DE

ko

NIN

kl

IJkE

VE

RE

EN

IGIN

G V

AN

HA

ND

El

AR

EN

IN o

UD

E k

UN

ST IN

NE

DE

Rl

AN

D (k

VH

ok

) JAA

RG

AN

G 03 V

oo

RJA

AR

/z

om

ER

2013 #04

8 717953 055637 >

De rijke historie van het rijks (met een kijkje in het restaUratie-ateLier van het mUseUm) edinburgh in beeld items oP Wit over De oranjes, BLoemen en amsterDam Te KOOP: de mOOisTe TrOuvailles uiT de marKT koninkLijke kUnst — van WiLLem van oranje tot WiLLem-aLexanDer

Page 2: Vernis Magazine, edition 4

Min./max. gecombineerd verbruik: 7,5-13,8 l/100 km, resp. 13,3-7,2 km/l, CO2-uitstoot resp. 196-322 g/km. 3 jaar fabrieksgarantie tot 100.000 km. Consumentenprijs vanaf € 114.400 incl. BTW en BPM. Leaseprijs vanaf € 2.177 p.m. excl. BTW (bron: Land Rover Financial Services, full operational lease, 48 mnd., 20.000 km/jr.). Prijs- en specificatiewijzigingen voorbehouden. Kijk voor meer informatie op www.landrover.nl

THE NEXT GENERATION RANGE ROVERlandrover.nl/rangerover

LRNLHOC2W022_RR_Nationaal_Vernis_285Hx220_IC.indd 1 14/02/13 13:12

Page 3: Vernis Magazine, edition 4

De eerste keer maakt vaak een onuit-wisbare indruk. Ook op mij. Ik weet het nog heel goed. Ongeveer vier jaar was ik, toen mijn ouders me mee- namen naar het Rijksmuseum. Met de auto. Nog hoor ik het geroffel van de klinkers van wat toen nog het kortste stukje snelweg heette te zijn op het moment dat we het Concertgebouw passeerden richting dat enorme rode gebouw. We parkeerden aan de rechter-zijde en liepen, via de passage, naar de andere ingang. Om die te bereiken moesten we een levensgevaarlijk, maar ó zo karakteristiek fietspad oversteken. De eerste indruk is altijd de belangrijkste. In het museum stonden we oog in oog met die enorme trappen waar de bezoekers in de loop der decennia hun sporen in de treden had-den achtergelaten. Rechtsachter het Chinees porselein. Bovenaan de grote trappen het Delfts aardewerk, enkele zalen diep. En weer verder de grote zalen met Oude Meesters. En natuurlijk de poppenhuizen in de kelder. Ik zou er tijdens de vele bezoeken die volgden steeds weer iets nieuws ontdekken. Door de lange sluiting van het Rijksmuseum heeft een halve generatie helaas deze rite of passage moe-ten missen.

Dat het museum een nauwe verbonden-heid heeft met de kunsthandel en de Ko-ninklijke Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst, laten we u in dit nummer ook zien. In het interview met museumdirecteur Wim Pijbes (p.22-33), maar ook in het artikel over het Restauratie-atelier waar wetenschap en praktijk elkaar ontmoeten (p.40-46). Na-tuurlijk konden we niet voorbijgaan aan de troonswisseling. Een interview met de direc-

teur van Paleis Het Loo, Michel van Maarse-veen, over de invloed van de Oranjes op de kunst, was dan ook een ‘must’ (p.76-80). Dat die invloed er was, is zeker, want we zien haar zelfs terug in de toegepaste kunst (Items op wit, p.87-93).

De kunstwereld is enorm in beweging. Niet alleen in Nederland, maar eigenlijk juist daarbuiten. De wereld lijkt in rap tempo klei-ner te worden. Vroeger dachten we in landen, nu in continenten. Dit geldt voor kunstbeur-zen, die internationaliseren, maar ook voor de veilinghuizen. Sotheby’s bedacht het al een paar jaar geleden, Christie’s volgt nu in rasse schreden. Europa kan worden bediend van-uit Londen en Parijs. Het lijkt in eerste in-stantie een verarming voor Amsterdam, voor Nederland, maar het schept natuurlijk ook kansen. Want daar waar deze multinationale ondernemingen hun hielen lichten, blijven in eerste instantie lacunes over. Maar deze la-cunes zullen worden gevuld. Onder meer door de kunsthandel, die van oudsher een spilfunctie heeft als het gaat om het tot stand brengen van contactmomenten tussen kunst — in de meest brede zin van het woord — en het grote publiek. Want een persoonlijke re-latie, aandacht voor de behoeften van de ver-zamelaar en in het algemeen een diepere kennis zijn nimmer plaatsgebonden. Een laptop en een mobiele telefoon zijn voldoende om de hele wereld over te reizen.

Hetgeen onverlet laat dat we de kunsttem-pel, die wij zó lang zó node hebben moeten missen, met veel enthousiasme zullen bezoe-ken. Elke keer weer.

Mijn eerste keer

Robert D. AronsonVoorzitter van de Koninklijke Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland (KVHOK)

voorwoord

vernis#04 – 03

Page 4: Vernis Magazine, edition 4

Na tien jaar verbouwen heeft het Rijksmu-seum zijn grandeur terug. Een reis door de rijke historie van het Rijksmuseum, die niet los staat van die van de kunsthandel.

De man die van het restaureren van Am-sterdamse monumenten zijn levenswerk maakte, besloot een kleine twintig jaar ge-leden een gok te wagen. Die goed uitpakte.

De rijke historie van het Rijks

Om de collectie van het Rijksmuseum te beschermen tegen de tand des tijds, heeft het Rijksmuseum een task force van restaura-toren die daar een dagtaak aan hebben.

022 040 052De specialisten vanhet restauratieatelier

Va banque

In de 17de eeuw ontstonden innige handelsbetrekkingen tus-sen de Nederlanden en Perzië. Het zou resulteren in een hoog-conjunctuur die vele decennia duurde.

068Tussen Amsterdam en Isfahan

Ninke Bloemberg, conservator Mode & Kostuums van het Centraal Museum in Utrecht, opent voor Vernis de deuren van het depot annex walk-in closet.

060Walhalla voor fashionista’s

vernisInhouD

004 – vernis#04

Page 5: Vernis Magazine, edition 4

Importeur Nederland: HQ-Time - Postbus 75590 - 1070AN Amsterdam - www.hq-time.com - [email protected] - telefoon +31655890504

The Watch for Presidents. 50S PRESIDENTS’ WATCH AUTOMATICLyndon B. Johnson and his presidential Vulcain.Cricket mechanical alarm proprietary Vulcain V-21calibre, equipped with the Exactomatic system. www.vulcain-watches.com

Page 6: Vernis Magazine, edition 4

En verder...003 Voorwoord

004 Inhoud

011 Trouvailles

034 Column-IvoWeyel

050 Column-YvovanRegterenAltena

094 Boeken

096LedenlijstKVHOK

098ToekomstantiekWathebbeneenvla-geleeendenLouisVuittonmetelkaargemeen?

Michel van Maarseveen, directeur vanPaleis Het Loo, geeft een rondleidinglangsdekunstdiezichindeloopdereeu-wenomdeOranjesheenheeftverzameld.

Tergelegenheidvanhet40-jarigjubileumvankunsthandelaar IvoBouwmankwameen bijzondere gelegenheidstentoonstel-lingtotstand.

“Deuitstraling,decompositie,hetenorme formaat,dekleu-ren...Wauw,ditishethelemaal.Liefdeopheteerstegezicht.”

“Eenmammoetheeft340skeletdelen,dievanmijisopgebouwduitdriehonderddelen.”

“Ikhebtweestokkenenmetalenhouderslatenmakenwaarmeeikzetegendewandkanbevestigen,netalsindeVeneto.”

De kunst van het koningshuis

Zowel in aard als herkomst een bonteverzameling antiek, thematisch gerang-schiktentekoopbijledenvandeKVHOK.

076 087084

036Mijn mooiste stuk

048Mijn mooiste stuk

058Mijn mooiste stuk

Items op wit (de vierde editie)

‘Herkomst: Ivo Bouwman’

vernisInHouD

006 – vernis#04

Page 7: Vernis Magazine, edition 4

A. Aardewerk Antiquair Juwelier | Jan van Nassaustraat 76 | 2596 BV Den Haag

www.aardewerk.com | [email protected]

WijnkanMarthinus Logerath, Amsterdam 1780

Advertentie Vernis 2013.indd 1 13-03-13 22:26

Page 8: Vernis Magazine, edition 4

HoofdredactieMischa van de Woestijne

EindredactieLuc Matter

Art directionWolk Ontwerp Haarlem ([email protected])

Uitgever en bladconceptMI-7 Media Intelligence (www.mi-7.nl) | Mischa van de Woestijne ([email protected])

MedewerkerstEkst

Onno Aerden, Robert Aronson, Ali Foumani, Nelleke Koops, Aya Langeveld, Marietta Nollen, Els Quaegebeur, Yvo van Regteren Altena, Marita Smit, Ivo Weyel,

Mischa van de Woestijne

bEEld

Menko ten Cate, Rogier Corbeau, Erik en Petra Hesmerg, Friso Keuris, Sigurd Kranendonk, Marte, Maxim Meekes, Tessa Posthuma de Boer,

Rijksmuseum (Jannes Linders, Pedro Pegenaute), Tekenteam

Met speciale dank aanRobert Aronson, Ali Foumani, Caroline Eschbach, Sir John Leighton, Paul van Rosmalen,

Jettie Rozemond, Nynke van der Ven, Belinda Visser

Advertenties, abonnementen en nabestellingenKoninklijke Vereeniging van Handelaren in

Oude Kunst in NederlandDamrak 375

nl-1012 zj AmsterdamTELEFOON +31 (0)20-6238904

E-MAIL [email protected] www.kvhok.nl

drukVan Aalst Printmanagement, Zaandijk

distributieVernis verschijnt in een oplage van 18.000 exemplaren en wordt verspreid

via de bij de KVHOK aangesloten leden en op de belangrijkste kunstbeurzen in binnen- en buitenland.

© 2013 KVHOK/MI-7VERNIS IS EEN uITgAVE VAN DE KVHOK EN MI-7 MEDIA INTELLIgENCE.

NIETS uIT DEZE uITgAVE MAg WORDEN VERMENIgVuLDIgD, OPgENOMEN IN EEN ELEKTRONISCH DATABESTAND OF WORDEN

gEPuBLICEERD, OP WELKE WIJZE DAN OOK, ZONDER VOORAFgAANDE SCHRIFTELIJKE TOESTEMMINg VAN DE RECHTHEBBENDEN

(ARTIKEL 15 AuTEuRSWET).

ISSN 2211-4017

COVER: EEN OP PERKAMENT gEMAAKTE PASTEL VAN DE ZWITSERSE KuNSTENAAR JEAN-éTIENNE LIOTARD (FOTO: MARTE)

v o o r j a a r / z o m e r 2 0 1 3 | j a a r G a N G 0 3 # 0 4

vernisT

IJDSC

HR

IFT V

AN

DE

KO

NIN

KL

IJKE

VE

RE

EN

IGIN

G V

AN

HA

ND

EL

AR

EN

IN O

UD

E K

UN

ST IN

NE

DE

RL

AN

D (K

VH

OK

) JAA

RG

AN

G 03 V

OO

RJA

AR

/Z

OM

ER

2013 #04

8 717953 055637 >

DE RIJKE HISTORIE VAN HET RIJKS (PLUS: ACHTER DE SCHERMEN VAN HET RESTAURATIEATELIER) EDINBURGH IN BEELD ITEMS OP WIT OVER BLOEMEN, AMSTERDAM EN DE ORANJE’S TE KOOP: DE MOOISTE TROUVAILLES UIT DE MARKT VAN WILLEM VAN ORANJE TOT WILLEM-ALEXANDER: ORANJES IN DE KUNST

001_Cover.indd 1 01-04-13 19:48

008 – vernis#04

colofon...

Page 9: Vernis Magazine, edition 4

Allen WalkerAllen WalkerAllen Walker

E-mail: [email protected] | Web: www.daatselaar.com | Phone: +31 654.394.108agent and advisor for purchasing and selling fi ne arts and antiques | appraisals for probate and insurance purposes

Een Amsterdams staand horloge met speelwerk met 12 melodieën op 13 bellen, volledig kalenderwerk en maanfase vervaardigd door Allen Walker gevestigd in 1755 te Amsterdam aan de Kalverstraat hoek Spaerpotsteeg.

De monumentale wortelnoten kast met rocaille in de voet kan worden beschouwd als een van de mooiste exemplaren uit het midden van de 18e eeuw.

J. Zeeman, De Nederlandse staande klok, Assen, 1977, p. 408 ill.

Fine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and AntiquesFine Arts and Antiques ||| CertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertiCertififififififififified Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraisered Appraiser

KVHOK

advertentie-Vernisklok-4.indd 1 01-04-13 19:54

Page 10: Vernis Magazine, edition 4

B R U I L & B R A N D S M A W O R K S O F A R T b vA M S T E R D A M

BRUIL & BRANDSMA

WORKS OF ART bv

NIEUWE SPIEGELSTRAAT 68

1017 DH AMSTERDAM

JOHANNES COESERMANS - VOC SCHIP HET WAPEN VAN DELFT OP RUWE ZEE

Eerste helft van de zeventiende eeuw, penschilderij, 35 x 25 cm

Gesigneerd op de balk linksonder

TELEFOON +31 (0) 20 4207359

MOBIEL +31 (0) 6 5118 7930

WEBSITE WWW.BB-ART.NL

EMAIL [email protected]

Vanaf 1 mei

gevestigd op de

Nieuwe Spiegelstraat 68

te Amsterdam. Open van

dinsdag t/m zaterdag van

11:00 tot 18:00 uur.

Page 11: Vernis Magazine, edition 4

rubriekTrouvailles

vernis#04 – 011

Trouvailles

In de kunsthandel hebben veel stukken een uniek verhaal, niet zelden het resultaat van een speciale zoekopdracht of van een onverwachte speling van het lot. Opnieuw tonen diverse bij de KVHOK aangesloten leden hun bijzondere

met dank aan Caroline eschbach en Jettie rozemond

k i s t v a n e b b e n h o u t e n a m b o i n a - w o r t e l h o u t , 1 9 , 5 x 1 4 , 4 x

2 0 , 7 c m , b u s s e n e e r s t e g e h a l t e z i l v e r , p r i j s o p a a n v r a a g

Aan het eind van de 17de eeuw, toen in Nederland de eerste zilveren theebusjes werden gemaakt, was thee duur en theedrinken voorbehouden aan de hoogste klassen. In de tweede helft van de 18de eeuw was het nuttigen van thee nog steeds een luxe, maar het

gezelschap werd groter. Er kwamen rijkelijk versierde theekisten met meerdere bussen. Deze kist van de hand van Anthonie Huys uit 1782 past geheel in die traditie.

j o h n e n d l i c h a n t i q u a i r s

Theekist met drie zilveren bussen

Page 12: Vernis Magazine, edition 4

012 – vernis#04

rubriekTrouvailles

foto

: er

ik e

n p

etr

a h

esm

er

g

Bergmannsleuchter

Kandelaren als deze zijn uiterst zeldzaam. Dit exemplaar, gevonden in een Duitse particuliere verzameling, werd

omstreeks 1685 door gieter J. Unger gemaakt voor het mijn-werkersgilde van Johanngeorgenstadt. De voet is aan de

binnenkant gemerkt met het stadsmerk, de initialen IGS voor de stad, tweemaal een gietersmerk 74 en IV, de

initialen van de gieter.T i n , H : 3 3 , 8 c m v o e T ø : 1 8 , 6 c m ,

p r i j s o p a a n v r a a g

j a n B e e k H u i z e n k u n s T - e n a n T i e k H a n d e l

Aboriginal Art

Beatrix-lamp

De onlangs overleden Nyurapaya Nampitjinpa of Mrs. Bennett (1935-

2013) begon midden jaren negentig met schilderen. Haar werk wijkt in stijl af van dat van veel andere aboriginal kunste-naars en refereert vooral aan vrouwen-ceremonies en het leven in de woestijn.

Dit schilderij uit 2008 beeldt een belangrijke waterplaats af.

Dit lampje van Beatrix als 1-jarige uit 1939 is gekocht van een achternicht van

kunstenaar Homme de Vries. Uitgevoerd in ‘plique-à-jour’ in een houder van

gehamerd tombak op een ebbenhouten voet. Beatrix heeft het nooit ontvangen

vanwege het uitbreken van WOII.

1 8 2 x 1 5 2 c m , € 3 9 . 5 0 0

2 8 x 1 5 x 9 c m , € 4 . 7 5 0

l e s l i e s m i T H g a l l e r y

k u n s T H a n d e l

F r a n s l e i d e l m e i j e r

Page 13: Vernis Magazine, edition 4

vernis#04 – 013

rubriekTrouvailles

O l i e v e r f O p k O p e r , 2 8 x 3 4 c m , € 2 8 . 0 0 0

f l O r i s v a n W a n r O i j f i n e a r t

Interieur van een kathedraal bij kaarslicht

Pieter Neefs de Oude (ca. 1578-1660) was één van de belangrijkste architectuurschilders in de eerste helft van de 17de eeuw. Hij schilderde nocturnes: kerkinterieurs bij nacht,

belicht vanuit twee lichtbronnen (doorgaans fakkels of kaarsen). Dit werk is aangekocht als van een onbekende meester, maar op stilistische gronden en na reiniging van de voorheen

moeilijk leesbare signatuur en datering zelfs met zekerheid identificeerbaar als van de hand van Pieter Neefs. Een vrijwel identieke, maar ongesigneerde nocturne door Pieter Neefs de Oude bevindt zich in de collectie van De Jonckheere Gallery (Parijs), en een wat

uitgebreidere versie van zijn hand is te vinden in het Amsterdamse Rijksmuseum.

Page 14: Vernis Magazine, edition 4

014 – vernis#04

rubriekTrouvailles

c . 1 8 5 0 , H x B x D : 1 0 3 x 2 5 x

1 6 c m , p r i j s o p a a n v r a a g

g u D e a n t i q u e c l o c k s

Tijdbewaarder

Dit uurwerk is afkomstig van dezelfde mensen die het twintig jaar geleden bij de

handelaar kochten. Het echtpaar had geen kinderen, en na het overlijden van de weduwe — die haar bezit aan Natuur-

monumenten naliet — meldde de executeur dat het echtpaar de uitdrukke-lijke wens had dat deze Tijdbewaarder van

Alexander Kaiser door Gude uit de boedel moest worden gekocht. De Kaiser nr. 38 is opnieuw in Amsterdam te koop.

Casino de Nice

Het gebouw op de niet meer bestaande Pier Promenade (‘la Jetée-Promenade’) langs de Promenade des Anglais in Nice, is meerdere malen geschilderd door Raoul Dufy. De

pier werd oorspronkelijk gebouwd in dejaren 1882 en 1883, maar het geheel brandde de dag vóór de officiële opening af. In 1891 opende de Pier Promenade alsnog. In het

begin van WOI werden de gebouwen gebruikt voor de opvang van gewonde militairen, maar in 1915 kreeg het zijn oorspronkelijke functie weer terug. Tijdens WOII werd het casino gesloten en gestript door de Duitsers die behoefte hadden aan metaal voor de

oorlogs-industrie. Dufy schilderde dit werk tijdens de hoogtijdagen, rond 1930.o l i e v e r f o p D o e k , 5 0 x 6 1 c m , p r i j s o p a a n v r a a g

k u n s t H a n D e l f r a n s j a c o B s

Page 15: Vernis Magazine, edition 4

vernis#04 – 015

rubriekTrouvailles

1 9 d e e e u w s , e i t e m p e r a o p h o u t , 4 4 x 1 7 , 6 c m ( i n c l u s i e f s t o k ) , € 8 . 8 5 0

t ó t h i k o n e n

Dubbelzijdige processie-icoon

Op bepaalde kerkelijke feestdagen worden in Rusland de zogenaamde ‘processie-iconen’ uit de kast gehaald. Men draagt deze bijzondere iconen — veelal de feestdag van de afgebeelde heilige — dan vooraan in de

processie rond. Van dit exemplaar, met voorstelling van de oudtestamentische profeet Elia (tevens schuts-patroon van de Russische boeren), zijn de stok en de icoon uit één stuk hout vervaardigd. Vermoedelijk

afkomstig uit een Eliaskerk waar de icoon op de naamdag van de heilige — 20 juli — werd gedragen.T/m 4 augustus 2013 vindt in het Utrechtse Museum Catharijneconvent de tentoonstelling ‘Godde-

lijke inspiratie’ plaats, over de iconografische verschillen tussen orthodoxe en westerse schilder-kunst. Hier zijn ook bijzondere ikonen uit particulier bezit te zien (www.catharijneconvent.nl).

Page 16: Vernis Magazine, edition 4

016 – vernis#04

rubriekTrouvailles

In de Gouden Eeuw kende iedereen het verhaal van de Winterkoningin en Winterkoning. Precies 400 jaar geleden, op Valentijnsdag 1613 in Londen, trouwde Elizabeth Stuart, de Britse koningsdochter, met haar droomprins Frederik V van de Palts. Beiden waren 16 jaar oud en beiden hadden toen nog

geen idee dat ze de loop van de geschiedenis zouden beïnvloeden. Ter gelegenheid van de 400ste huwelijksdag brengen Hoogsteder & Hoogsteder de tentoonstelling ‘Elizabeth & Frederik, 400 jaar huwelijk van de Winterkoningin en Winterkoning’ waar voor het eerst de Prinses Sophie Portretserie zal worden getoond die 350 jaar lang achter de muren van een Duits kasteel hing, maar ook persoon-lijke brieven van de Winterkoningin, een Dutch Design-impressie van Elizabeth’s boudoir; heden-daags kant tussen 17de-eeuwse portretten vol kanten kragen, historische objecten en schilderijen,

uitsluitend uit particulier bezit. T/m 31 mei 2013, toegang gratis.P e t e r O l i v e r ( l O n d e n 1 5 9 4 – l O n d e n 1 6 4 7 )

P e r k a m e n t , G e m e r k t ‘ P O ’ , c . 1 6 2 0 , n . t . k .

i s a a c O l i v e r ( r O u e n c . 1 5 6 5 – l O n d e n 1 6 1 7 ) ,

P e r k a m e n t , G e m e r k t ‘ i O ’ , c . 1 6 1 3 , n . t . k .

H O O G s t e d e r & H O O G s t e d e r

Portret van Frederik V van de Palts,

de Winterkoning

Portret van Elizabeth Stuart,

de Winterkoningin

Page 17: Vernis Magazine, edition 4

vernis#04 – 017

rubriekTrouvailles

Die chinesische Jacke (Lotte Pechstein)

Bronzen pendule

Dit vrouwenportret van de Duitse expressionist Max Pechstein is afkomstig uit een privé-collectie. Herkomstgegevens ontbraken, maar een Pechstein-expert — die niet

wist dat dit schilderij bestond — wist te melden dat het zeker gaat om een portret van de eerste vrouw van de kunstenaar. Pechstein ontmoette de piepjonge Charlotte Kaprolat in 1908 in Berlijn. Niet alleen werd ze als model de favoriet van de kunstenaar, in 1911 trad ze ook met hem in het huwelijk. Vooral op de Palau-eilanden, waar het echtpaar in

1914 en 1915 verbleef, vormde Lotte de inspiratiebron voor werk dat een hoogtepunt vormt in het oeuvre van Pechstein. Dit is één van de laatste portretten die hij van haar maakte, want kort daarop scheidde de schilder van zijn muze. Via de met een Neder-

lander getrouwde dochter van de Berlijnse bankier en kunstverzamelaar Carl Steinbart is het werk uiteindelijk in ons land terechtgekomen.

Halverwege de jaren ’20 ontwierp Cris Agterberg (1883-1948) deze sculpturale met een sierlijk vrouwenfiguur bekroon-

de klok. Tot 2002 waren slechts drie exemplaren bekend. De landelijke

publiciteit rondom de presentatie van één van deze klokken leverde echter informa-tie op over een vierde, die nu te koop is.

o l i e o p s c h i l d e r s b o a r d , 3 4 , 9 x 3 0 , 3 c m , c . 1 9 1 8 , € 9 8 . 0 0 0

b r o n s , c . 1 9 2 5 , 3 4 x 2 1 c m ,

p r i j s o p a a n v r a a g

k u n s t h a n d e l s i m o n i s & b u u n k

k u n s t c o n s u l t

h a n d g e k l e u r d e a q u a t i n t ,

c . 1 8 2 5 , 2 0 , 4 x 2 8 , 2 c m , € 9 2 5

i n t e r - a n t i q u a r i a a t

m e f f e r d t & d e j o n g e

De Groote Beurs

De eerste onderneming waarvan de aandelen publiekelijk verhandeld werden,

was de VOC. De handel vond plaats in een imposant, speciaal voor dat doel ontworpen (en rond 1850 gesloopt)

gebouw aan het Amsterdamse Rokin, hetgeen deze gedetailleerde prent van

Ludwig Gottlieb Portman goed laat zien.

Page 18: Vernis Magazine, edition 4

018 – vernis#04

rubriekTrouvailles

K u n s t h a n d e l P . d e B o e r

Capriccio van een Italiaanse stad

Jacob van der Ulft (Gorinchem 1621-Noordwijk 1689) was de zoon van de burgemeester van Gorinchem. Hij werd volgens de biograaf Houbraken geroemd om zijn glassschilderingen.

Zijn Italianiserende landschappen, zoals dit schilderij van uitzonderlijke hoge kwaliteit, moet de schilder gebaseerd hebben op prenten: Van der Ulft is zelf nooit in Italië geweest. Deson-

danks heeft hij het mediterrane, gouden licht prachtig weten te reproduceren.o l i e v e r f o P P a n e e l , G e s i G n e e r d e n G e d a t e e r d

‘ J a c . v a n d e r u l f t f e c . G o r c o m i e n s i s 1 6 6 4 ’ , 4 0 x 6 2 , 6 c m , € 1 8 0 . 0 0 0

Page 19: Vernis Magazine, edition 4

vernis#04 – 019

rubriekTrouvailles

Bolan kelim (c. 1900)

Deze kelim is afkomstig uit de Varamin-regio, gelegen ca. 60 kilometer ten oosten van de hoofdstad Teheran. Dit gebied werd vanaf 1790 bevolkt

door een tiental nomadenstammen, afkomstig uit heel Perzië. Het hoogtepunt was in de tweede helft van de 19de eeuw. Juist uit die periode heeft Foumani Persian Gallery, een collectie kunnen samenstellen die

deels afkomstig is uit een particuliere verzameling.W O L , P L A N T A A R D I G E P I G M E N T E N , 2 7 5 X 1 3 5 C M , P R I j s € 5 . 2 5 0

F O u M A N I P E R s I A N G A L L E R y

Kistje van Kick

Art deco vaas

Willem Kick had in de eerste helft van de 17de eeuw van de Staten-Generaal het

alleenrecht gekregen om kistjes naar het voorbeeld van het destijds zeer populaire

Japans lakwerk te maken. Zeldzaam.

Deze door Charles Schneider ontworpen glazen vaas met opgesmolten plaquettes

wordt door de gebruikte techniek gerekend tot de top: het procédé maakt de

vaas tijdens het maken extra kwetsbaar voor spanningsbarsten. Dit exemplaar is

overigens in onberispelijke staat.

P E R E N / E I k E N h O u T

M E T v E R G u L D s E L ,

2 4 X 1 7 X 2 1 C M , € 1 1 . 5 0 0

F R A N k R I j k , 1 9 2 0 ,

h : 2 2 C M , € 1 7 . 5 0 0

B R u I L & B R A N D s M A

W O R k s O F A R T

G A L E R I E T I N y E s v E L D

Page 20: Vernis Magazine, edition 4

rubriekTrouvailles

020 – vernis#04

K u n s t h a n d e l R o b K a t t e n b u R g

Frans fregat ‘Ariel’ na expeditie op Schelde

Het Franse fregat Ariel was betrokken bij wat de geschiedenis inging als ‘Expeditie op de Schelde’. In 1793 had revolutionair Frankrijk de Republiek der Verenigde Neder-

landen de oorlog verklaard. Na de verovering van Antwerpen wilde de Franse generaal Charles-François Dumouriez een vrije doorvaart over de Schelde forceren. Het paneel

dat deze episode uit onze nationale geschiedenis verbeeldt, was de keerzijde van een 17de-eeuws paneel. Het werd uit een Spaanse particuliere collectie op een Nederlandse veiling ingebracht en miste een leesbare signatuur. Toch kon het schilderij betrekkelijk eenvoudig aan David Kleijne (1753-1805) worden toegeschreven. Kleijne, telg uit het

meest wijdvertakte beulsgeslacht dat Nederland ooit heeft gekend en aan wie de gesel en het scherpzwaard niet waren besteed, was met stads- en tijdgenoot Engel Hoogerhey-den de belangrijkste chroniqueur van Zeelands maritieme geschiedenis rond 1800.

o l i e v e R f o p p a n e e l , 1 7 9 3

4 3 , 2 x 5 6 , 2 c m , p R i j s o p a a n v R a a g

Page 21: Vernis Magazine, edition 4

A N T I Q U A I R SNieuwe Spiegelstraat 39, Amsterdam

T. 020 - 623 3103 • [email protected]

Hoofdsponsor van de expositie'Het Wonder van Delfts Blauw'

Delfts melkaapje, circa 1755Prov. Ivan B. Hart, Monte Carlo

Volg ons ook op: www.facebook.com/Delftware

Wij feliciteren het

met de heropening.

Vernis4_advertentie.indd 1 22/03/2013 16:28

Page 22: Vernis Magazine, edition 4

De rijke historie van het rijks

beeld Marte, kvhok

tekst nelleke koops

Het Rijksmuseum is weer open. Na tien jaar verbouwen heeft het museum de grandeur terug die past bij de indrukwekkende collectie — waarbij de kunsthandel een niet onbelangrijke rol speelde.

Aandachtig turend langs de dakrand in-specteert een man met een typerende baard en baret de lijn van het gebouw. Het is architect Pierre Cuypers die uit het raam leunt en, gadegeslagen door Rembrandt en Van der Helst, nog een laatste goedkeu-rende blik werpt op de renovatie van het door hem ontworpen museum. Zijn Rijksmuseum.

Toen het museum in 2003 dicht ging voor een verbouwing van vijf jaar, had nie-mand kunnen bevroeden dat het proces twee keer zoveel tijd in beslag zou gaan ne-men. Deels door getouwtrek over budget-ten en bouwvergunningen, deels door de vele verrassingen die de verbouwing in petto had. Onder het motto ‘Verder met Cuypers’ werden de twee binnenhoven weer geopend en kwamen vanachter dikke pleisterlagen de oorspronkelijke orna-menten en schilderingen tevoorschijn. Na

jaren waarin alles vooral draaide om het optimaal be-nutten van de ruimte, heeft het gebouw zijn oor-spronkelijke lichtval en ruimte weer terug. Er is weer aandacht voor de pracht en praal van de gotiek en renaissance en de talloze verwijzingen naar de vaderlandse geschie-denis. Cuypers ‘mag’ weer.

GalerijHet is twee weken voor de opening. Wim Pijbes, die in de zomer van 2008 Ronald de Leeuw opvolgde als hoofddirecteur, loopt als een trotse vader door de opnieuw aangelegde tuinen van ‘zijn’ museum. Om hem heen zijn mens en machine druk in de weer om de deadline van de opening te halen. We lopen ergens onder de galerij —

01

1929: het organise-rend comité van de tentoonstelling in het Rijksmuseum.

022 – vernis#04

museumDe rijke historie

Page 23: Vernis Magazine, edition 4

Door KVHOK-leden aan het Rijksmuseum verkochte objecten

de veelbesproken ‘fietstunnel’ waar straks de bezoekers hun weg naar binnen zullen vinden — als hij plots blijft staan. “Daar” wijst hij. Boven zijn hoofd zit in de gewel-ven een groot luik verborgen waardoor de Nachtwacht straks omhoog getakeld zal worden...

Verbeeld ik het me, of glimlacht hij als ik het woord ‘galerij’ noem? De eindeloze discussie met het Amsterdamse stadsdeel-Zuid over de ruimte voor fietsers in het ontwerp was een pijnpunt dat de bouw flink heeft vertraagd. “Wat fijn dat ik ie-mand eens hoor praten over een galerij en

niet over een fietstunnel of onderdoor-gang”, zegt Pijbes. Hij glimlacht.

Aartsbisschoppelijk paleisDe eerste kennismaking van Pijbes met het Rijksmuseum, als jongetje van twaalf uit het Groningse Veendam, maakte veel in-

01

Deze notenhouten stoel heeft een met fluweel beklede zitting, balustervormige poten en geribde, kruislings verbonden bolvoeten. De voorpoten zijn versierd met acanthusblad en kelkbladeren. De hoge rug is prachtig opengewerkt. Hierin is een reliëf met een vrouwenbuste en profil te zien.

StoelAronson AntiquAirs

1949

vernis#04 – 023

museumDe rijke historie

Page 24: Vernis Magazine, edition 4

druk. “Ik herinner me dat ik door de gan-gen rende en dat ik ineens een harde hand op mijn schouder voelde. Het was een sup-poost, die mij met een zware stem bestraf-fend toesprak. Hij wees naar boven en zei: ‘Niet rennen, kijken!’ Zo’n man in zo’n imposant gebouw, dat ben ik nooit verge-ten.”

Het imposante gebouw is als museum gebouwd. De architect Pierre Cuypers, tot dan toe voornamelijk bekend als bouwer van kerken, kreeg in 1876 de opdracht. Zijn ontwerp combineerde gotische torens en ronde kerkramen met strakke renais-sancelijnen. Er kwamen sprookjesachtige decoraties, indrukwekkende tegeltableaus en beelden van de grote schilders uit de 17de eeuw.

De uitbundig-heid van zijn plan-nen kreeg veel kri-tiek en werd door velen als ‘te katho-liek’ beschouwd. Dit weerhield Cuy-pers er niet van nog twee bijgebouwen te ontwerpen en zich intensief te bemoeien met de directe omgeving. Zo liet hij het bouwterrein op-hogen, omdat het lager lag dan de binnen-stad. Zijn museum moest goed te zien zijn, vond hij. Meteen ontwierp hij het Muse-umplein erbij, omdat Cuypers vond dat openbare gebouwen thuishoorden in gro-te, open ruimtes.

02

De architect Pierre Cuypers, tot dan toe voornamelijk bekend als bouwer van kerken, kreeg in 1876 de opdracht voor de bouw van het Rijksmuseum

02

De nieuwe ere-galerij van het Rijksmuseum.03

Het herontdekte Atrium van Pierre Cuypers.

In de jaren ’70 was het Rijksmuseum een goede klant van Kunsthandel Inez Stodel. Vanwege deze goede relatie en de gedeelde passie schonk Inez Stodel het Rijksmuseum in 1975 deze kleine maar fijne neogotische hanger: een 18-karaat gouden beeldhouwwerkje, een schitterend geciseleerde madonna in een nisje in de vorm van een vierpas, omringd door parels en saffieren. Historisme ten top! Het hangertje uit circa 1906 is van de hand van Louis Wièse die met zijn vader Jules tot de belangrijkste edelsmeden uit de 19de eeuw behoren. Louis nam Jules’ werkplaats over in 1880 en werkte in dezelfde traditie. Ook hij gebruikte een speciale techniek waarbij kwikoxide het goudopper-vlak ‘beschadigt’ om ouderdom te imiteren.

Hangertje in de vorm van een Madonna-hoofdje in vierpasKunsthandel Inez stodel

1975

FOTO

: jan

ne

s lind

er

s

024 – vernis#04

museumDe rijke historie

Page 25: Vernis Magazine, edition 4

Ook toen al liepen de discussies over het gebouw hoog op. Koning Willem III noemde het ‘een aartsbisschoppelijk pa-leis’ en weigerde de opening in 1885 bij te wonen. Maar er waren ook positieve gelui-den te beluisteren. In het tijdschrift De Gids schreef Max Rooses in 1886 over het

nieuwe Rijksmuseum: ‘Aan de Nederland-sche kunst is een tempel gebouwd, die door zijn rijkdom getuigenis aflegt van den eerbied, ver-schuldigd aan de goden en helden, die daar in hunne werken tronen. Voortaan zal niemand zich nog hoeven te schamen om het enge en be-scheiden verblijf, waarin de roemrijke scheppin-

gen onzer groote meesters bewaard werden. […] Voortaan mag Nederland roemen op het bezit van een waardig Pantheon.’

Nationale KunstgalerijIn het nieuwe museum kwamen verschil-lende collecties samen. De basis van de col-

03

De Plateelfabriek Rozenburg had een depot in Parijs. Die is er gekomen na de Parijse Wereldten-toonstelling van 1900, waar het Rozenburg eierschaalporselein voor het eerst geïntroduceerd.

Vaas met vier orenkunsthandel

Frans leidelmeijer

Gendi’s in de vorm van een dier werden voor het eerst tijdens de Wanli-periode vervaardigd. Een gendi in draakvorm is echter uiterst zeldzaam.

Schenkkanalgemeene ethnogra-

Fica- en kunsthandel

a alderink

19811979

FOTO

: Pe

dr

O P

eg

en

au

Te

vernis#04 – 025

museumDe rijke historie

Page 26: Vernis Magazine, edition 4

lectie vormde een verzameling Italiaanse schilderijen, portretten van de Oranjes en vaderlandse rariteiten die eerder was on-dergebracht in Huis ten Bosch in Den Haag. Deze voorloper van het Rijksmuse-um geldt als het eerste nationale museum en opende in 1800 zijn deuren als Natio-nale Kunstgalerij. Onder de bezielende leiding van de Amsterdamse kunsthande-laar Cornelis Sebille Roos werd de collec-tie in rap tempo uitgebreid. Zijn eerste aankoop als directeur was het schilderij De bedreigde zwaan van Jan Asselijn, dat hij kocht voor honderd gulden. Dit werk wordt nog steeds beschouwd als een van de topstukken van het museum.

VerhuizingIn 1808 verhuisde de collectie op in-stigatie van koning Lodewijk Napole-on naar het Paleis op de Dam, waar ze werd samenge-voegd met de verza-meling van de stad Amsterdam. De Nachtwacht en de Staalmeesters, maar ook De Schuttersmaaltijd van Van der Helst kregen zo een plek in het Koninklijk Museum. In die jaren kocht het museum nog eens zo’n tweehonderd schilderijen aan uit twee particuliere verzamelingen, waardoor het accent kwam te liggen op de Hollandse 17de-eeuwse school.

04

Het Atrium is aan weerszijden van de fietspassage gelegen en vormt het schitterende middelpunt van het vernieuwde Rijks.

04

Over de graveur Hubert van Lokhorst die in Den Haag werkzaam was is bijna niets bekend, behalve dat hij van 1725 tot 1810 leefde. Het Rijksmuseum had al sinds 1877 een gesigneerd Van Lokhorst-glas in de collectie, tot dan toe het enige gesigneerde glas van deze getalenteerde graveur. 110 jaar later kocht men het enige bekende gave gesigneerde exemplaar met de inscriptie: ‘Het welvaren van de Krimpenze-waand’ in diamantgravure. Bijzonder is de samengestelde stam van het glas, die bestaat uit twee secties met een knoop en een meervoudige luchtspiraal. Van Lokhorst had wellicht een persoonlijke voorkeur voor dit weinig voorkomende type glas, want ook het andere in het Rijksmuseum aanwezige glas heeft eenzelfde stamformatie.

GelegenheidsglasPeter Korf de Gidts AntiquAir

1987

FOTO

: Pe

dr

O P

eg

en

au

Te

026 – vernis#04

museumDe rijke historie

Page 27: Vernis Magazine, edition 4

SpatieMet de terugkeer van Willem I als nieuwe koning kreeg het museum in 1813 zijn huidige naam: ‘Rijks Museum’. Mèt spa-tie. De spatie in het nieuwe logo, waar taal-puristen zoveel kritiek op hadden en die het museum zelfs de ‘grootste spatieblun-der van 2012’ opleverde, is in deze histori-sche context dus zo gek nog niet.

Samen met de nationale prentencollec-tie uit Den Haag, kreeg de collectie een nieuw onderkomen in het Trippenhuis, een 17de-eeuws stadspaleis aan de Amster-damse Kloveniersburgwal. Niet alles kon mee: de historische voorwerpen gingen naar het Kabinet van Zeldzaamheden in Den Haag en de moderne 19de-eeuwse kunst kreeg een eigen museum in Haar-lem.

In de jaren daarna werd het stil rondom het museum. Er werden vrijwel geen grote aankopen gedaan en legaten werden arg-wanend bekeken. Toen de Amsterdamse bankier Adriaan van der Hoop in 1854 zijn indrukwekkende verzameling van ruim 250 schilderijen (waaronder Het Joodse Bruidje van Rembrandt) naliet aan

de stad Amsterdam, ontstond er flinke discussie over de kosten. Het stadsbestuur geloofde nog niet zo in het belang van het werk van Vermeer, Rembrandt, Steen en Ruysdael voor het aantrekken van bezoe-kers naar de stad en voelde er weinig voor de 50.000 gulden aan successierechten voor zijn rekening te nemen. Uiteindelijk voorkwamen een paar rijke burgers ervoor dat de schilderijen naar het buitenland verdwenen, door 40.000 gulden bijeen te brengen, een geste die het gemeentebe-stuur over de streep trok.

De 250 schilderijen kregen aanvanke-lijk een eigen ‘Museum van der Hoop’ in de Oudemanhuispoort, zonder deel uit te maken van de collectie van het Rijksmu-seum. Pas in 1870, dankzij een legaat van de suikerraffinadeur Leendert Dupper Wzn., kon het Rijksmuseum zijn collectie uitbreiden met topstukken uit de Gouden Eeuw.

Omdat het Trippenhuis als museum eigenlijk ongeschikt was, kreeg Pierre Cuypers de opdracht een nieuw gebouw te ontwerpen waar de verschillende collecties zouden worden samengevoegd: die van het

Trippenhuis, de verzameling van Van der Hoop, de ‘moderne’ kunst uit Haarlem en een groot deel van de voorwerpen uit het Haagse Kabinet van Zeldzaamheden. Al gauw was de collectie in het nieuwe gebouw bijna verdrievoudigd, van zevenhonderd tot tweeduizend stukken.

Grote tentoonstellingenIn de tweede helft van de 19de eeuw werd de rol van antiquairs en handelaren steeds belangrijker. Zo was het Rijksmuseum één van de vaste klanten van de Amsterdamse antiquair Julius Boas Berg, wiens naam regelmatig is terug te vinden in de inven-tarisboeken als leverancier van glas, zilver, textiel, meubilair en militaria.

Later speelde de bekende kunsthande-laar en VHOK-voorzitter Jacques Goud-stikker een grote rol in het contact tussen handel en museum. In 1929 organiseerde hij in het Rijksmuseum voor het eerst een expositie van oude kunst, bijeengebracht door de Nederlandse handelaren. Een derde van de schilderijen kwam uit de col-lectie van Goudstikker zelf. De tentoon-stelling werd geopend door koningin Wil-helmina, voor 6 cent kon het publiek naar binnen.

In de zomer van 1936 kreeg de VHOK, nog steeds onder leiding van Goudstikker, opnieuw toestemming voor een grote — ditmaal zelfs internationale — tentoon-stelling in het Rijksmuseum. Hoofddirec-teur Schmidt-Degener stelde een van de binnenhoven van het museum beschik-

Omdat het Trippenhuis als museum eigenlijk ongeschikt was, kreeg Pierre Cuypers de opdracht een nieuw gebouw te ontwerpen

Deze punchkom was één van de pronkstukken en de aanleiding voor de tentoonstelling De ‘lelijke’ tijd, Nederlandse interieurkunst 1835-1895 en had als catalogusnummer 82.

Punchkom KUNSTHANDEL

JAcqUES FiJNAUT Dit specerijenservies is het vroegst bekende Nederlands zilveren ensemble voor wereldlijk gebruik. Dit servies is gemaakt door de uit Augsburg afkomstige Anthonie Grill.

SpecerijenserviesJoHN ENDLicH ANTiqUAirS

1992 1996

vernis#04 – 027

museumDe rijke historie

Page 28: Vernis Magazine, edition 4

baar en overtuigde de verantwoordelijke minister dat het in deze ‘slappe’ tijd van belang was om de aandacht te vestigen op Nederland als internationale kunstmarkt. Bovendien had de tentoonstelling in 1929 geleid tot belangrijke schenkingen aan het Rijk en aan de Vereniging Rembrandt. Op de tentoonstelling zelf mocht niets worden verkocht en prijskaartjes bleven derhalve achterwege.

De opening was spectaculair. Voor het eerst sinds 1885 werd de passage een paar dagen afgesloten voor verkeer en uitbun-dig versierd met Perzische tapijten, schil-derijen, palmen en grote bloemstuk-ken. Dit was de in-gang naar een van de binnenhoven, waar niet alleen Hollandse Mees-ters hingen, maar ook Gainsborou-gh, El Greco en Tintoretto. Ook was er aandacht voor Engelse en Franse meubelen en tapijten en Delfts aardewerk. Afgaande op de tienduizenden bezoekers bewees de samenwerking tussen de handel en het museum zich opnieuw.

VertrouwenNog steeds is de relatie tussen museum en handel erg belangrijk, erkent Wim Pijbes. 05

05 Wim Pijbes vastgelegd door Vincent Mentzel.06

De bedreigde zwaan van Jan Asselijn, de eerste aankoop van de Nationale Kunstga-lerij, voorloper van het Rijksmuseum.

Wouter Kloek van het Rijksprentenkabinet zag het karton in de galerie van Kattenburg. Hij toonde zich direct enthousiast, maar het museum was niet erg liquide: er was een Jan Steen aangekocht en ook voor de verwerving van de collectie-Visser, bestaande uit 17de- en 18de-eeuwse vuurwapens was diep in de buidel getast. Afgesproken werd dat de restauratie zou plaatsvinden in de ateliers van het museum. Naarmate de restauratie vorderde, bleef het budget ontoereikend. Inmiddels had Arthur Wheelock jr., conservator van de National Gallery in Washington, lucht gekregen van het 16de-eeuwse karton. Hij vond een verband tussen de gouache en een tapijt uit de collectie van het Californische Hearst Castle en wilde het verwerven. Dat werd verijdeld door de Vereniging Rembrandt.

Karton voor wandtapijt (Landing van Scipio Africanus)Kunsthandel Rob KattenbuRg

2004

028 – vernis#04

museumDe rijke historie

Page 29: Vernis Magazine, edition 4

“Deze werelden zijn minder gescheiden dan het lijkt: ze groeien juist meer en meer naar elkaar toe. Vertrouwen is daarbij es-sentieel.” Om die reden koopt Pijbes liever van de kunsthandel dan op de veiling. “Een veiling is meer een circus, daar gaat het om the heat of the moment. Met de handel is er meer tijd om een één op één relatie op te bouwen.” Bovendien, zegt Pijpes, biedt zo’n samenwerking ook meer mogelijkhe-den om stukken op zicht te krijgen en voor fondsenwerving. Op die manier verster-ken handel en museum elkaar. Pijbes weet wat hij zegt, want gevraagd naar recente aankopen van het Rijksmuseum bij han-delaren, antwoordt Pijbes, zonder aarze-len: “Het Surinaams plantageglas bij Fri-des Laméris, Japanse prenten bij Ariëns Kappers, de beelden Heilige Familie van Jan van Doorne en Drinkebroers van Jan Pieter van Baurscheit bij Constant Vecht. En dat is dan alleen nog hier in de omgeving. De handel speelt echt een belangrijke rol bij de uitbreiding van onze collectie.”

Bron van informatieDaarnaast zijn de verzamelaars, die vaak begeleid worden door handelaren, voor het museum van onschatbare waarde. “Zonder verzamelaars zou onze collectie er heel anders uitzien”, meent Pijbes. “Denk aan alle schenkingen en legaten die het museum in het verleden heeft ontvan-gen. De schenking Loudon bijvoorbeeld, die de basis vormde voor onze collectie Delfts aardewerk. Dat is een traditie die wij

‘Kunsthandel en musea zijn minder gescheiden dan het lijkt: ze groeien juist meer en meer naar elkaar toe. Vertrouwen is daarbij essentieel’

06

Na aankoop van deze plaquette door het Rijksmuseum, moest kunsthistorisch onderzoek worden verricht om het in parelmoer gegraveerde alliantiewapen te achterhalen. Toevallig bevond zich een porseleinen schotel met hetzelfde alliantiewapen in het Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam. De parelmoeren plaquette is in Canton vervaardigd en heeft als voorbeeld gediend voor de porseleinschilders bij de decoratie van de schotel ter gelegenheid van het huwelijk van Cornelis Schippers met Judith Bartholomeussen in 1732.

Plaquette met wapen C. Schippers en J. BartholomeussenRuben A ARdeweRk Antiques

2008

vernis#04 – 029

museumDe rijke historie

Page 30: Vernis Magazine, edition 4

koesteren. Veel particuliere verzamelaars weten echt alles van een heel klein deelge-bied, zoals Amsterdams zilver, en kunnen ons daar enorm veel over vertellen. Zij vormen een waardevolle bron van infor-

“Volgens de één was het vals, volgens de ander was het laat en volgens weer een an-der klopte het juist precies. Wat te doen? We hebben met het Rijksmuseum een col-lectie van vergelijkbare objecten samenge-steld in het depot in Lelystad en daarin een tijdslijn aangebracht. Het object bleek twintig jaar later dan de handelaar dacht.” Uiteindelijk waren alle partijen tevreden. “Het museum vond het leuk om mee te werken, de keuring had de zekerheid dat het echt was en de handelaar had een goed onderbouwd verhaal.”

Het depot in Lelystad barst van de kunstwerken en objecten die met het oog op documentatie zijn aangekocht. Vooral rond de eeuwwisseling werden veel geda-teerde en gesigneerde werken van onbe-kende schilders verworven om het beeld van de Nederlandse schilderkunst com-pleet te maken.

TopstukkenIn de loop van de 20ste eeuw verschoof de aandacht naar de aankoop van topstuk-ken. Deze ambities kwamen tijdelijk op een zijspoor door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. In augustus 1939 werd het Rijksmuseum voor publiek geslo-ten vanwege de gespannen situatie in Eu-ropa. De schilderijen werden aanvankelijk opgeslagen in dorpen in de kop van Noord-Holland, maar in 1941 werden ze heimelijk overgebracht naar schuilkelders, eerst in de duinen bij Zandvoort, later in de onderaardse gangen van de Sint-Pie-

tersberg bij Maastricht. Het bijna lege museum werd gebruikt voor concerten en tijdelijke tentoonstellingen, zoals de ex-positie Onze kunst van heden in 1939 en 1940.

Na de oorlog richtte het tentoonstel-lingsbeleid zich vooral op de onderge-waardeerde aspecten van de schilderkunst van de Gouden Eeuw. Schilderijen van onder andere Hendrick Goltzius, Pieter Codde en Cesar van Everdingen kregen een plaats in het museum. Toen er meer fondsen beschikbaar kwamen en het mu-seum minder afhankelijk werd van schen-kingen, werd ook een flink aantal klassieke Hollandse meesterwerken aangekocht, waaronder de grote stillevens van Floris van Dijck, Pieter Claesz. en Willem Heda en monumentale landschappen van Aelbert Cuyp en Philips Koninck.

De afgelopen decennia is de col-lectie aangevuld met karakteristieke werken van laat 17de-eeuwse schil-ders, classicisten en 18de-eeuwers. Ook kocht het museum topstukken aan van bui-tenlandse schilders, waaronder Jacob Jor-daens, Claude Lorrain en Pietro Longhi.

Cuypers in ere hersteldMet iedere uitbreiding van de collectie werd de beschikbare ruimte schaarser.

07

matie voor het museum.’Andersom is ook de kennis van het mu-

seum waardevol voor verzamelaars en handelaren. Robert Aronson, voorzitter van de KVHOK, herinnert zich een keu-ring op de PAN Amsterdam, waarbij er onder de leden van de keuring discussie ontstond over de leeftijd van een object.

07

Hoofddirecteur Wim Pijbes in ‘zijn’ Rijksmuseum.08

Openingsfeest van de VHOK-tentoon-stelling (1936).

Handgemaakte schaalmodellen, zoals deze van een Javaanse marktstal uit 1825-1850, werden vervaardigd voor de Europese markt. De scène is bedoeld als staalkaart van de exotische diversiteit ter plaatse.

SchaalmodelAntiquAriA At FOruM

Op 1 juli 1863, dit jaar 150 jaar geleden, werd de slavernij in Suriname afgeschaft. Op deze zeldzame 18de-eeuwse bokaal zijn slaven en slavenhutjes op een Surinaamse plantage afgebeeld.

BokaalFrides LAMÉris kunst- en

AntiekhAndeL

20102009

030 – vernis#04

museumDe rijke historie

Page 31: Vernis Magazine, edition 4

Aan het begin van de 20ste eeuw werd de huidige Philips-vleugel aangebouwd en in de jaren vijftig en zestig werden de oor-spronkelijke twee binnenhoven volge-bouwd met een labyrint aan kleine zaaltjes. Van de heldere indeling van Cuypers was nog maar weinig over.

In het ontwerp van het Spaanse architec-tenduo Cruz y Ortiz wordt deze indeling in ere hersteld. In de Eregalerij, de Voor-hal, de Nachtwachtzaal en de trappenhui-zen zijn studenten conservering en restau-ratie — een jonge studierichting bij de Universiteit van Amsterdam — de afgelo-

pen jaren bezig geweest om alle versierin-gen met engelengeduld te reconstrueren. Ook de terrazzovloer in de Voorhal, die in de jaren twintig onder het linoleum werd verstopt en vervolgens werd gesloopt, is steentje voor steentje nagemaakt aan de hand van archiefbeelden.

08

Dit soort Art Nouveau-juwelen is uitert zeldzaam. Dirk-Jan Biemond, conservator Metalen van het Rijksmuseum, kon zijn ogen dan ook bijna niet geloven toen hij dit diadeem tijdens de PAN Amsterdam 2011 bij deze galerist ontdekte. Het was namelijk de missing link in de beoogde juwelenpresentie van het museum, die in de vorm van een tijdlijn de ontwikkeling van het juweel door de eeuwen heen weergeeft. Het is nu permanent te zien in de spectaculaire juwelenvitrine van het Rijksmuseum.

Diadeem van Jan Eisenloeffelkunstconsult

2011

vernis#04 – 031

museumDe rijke historie

Page 32: Vernis Magazine, edition 4

Het Rijksmuseum had budget vrijgemaakt speciaal voor het aankopen van ontwerp- en ornamenttekeningen. Deze zeer gedetailleerde ontwerptekening van een vroeg 17de-eeuwse spiegellijst past prachtig binnen de collectie van het Rijksmuseum. De lijst is gedecoreerd met acanthusbladeren, putti, bloem- en vruchtfestoenen. De ontwerper heeft twee ovalen opengelaten aan de bovenkant en aan de onderkant van de lijst. Waarschijnlijk waren deze gereserveerd voor een monogram of het familiewapen van de eigenaar van de lijst. Deze tekening is afkomstig uit de collectie Lodewijk Houthakker, een kunsthandelaar die een indrukwekkende collectie ornamenttekeningen verzamelde.

Ontwerptekening van een lijstBruil & Brandsma Works of art

De bibliotheek, waar Cuypers’ signatuur het mooist bewaard is gebleven, is nu — voor het eerst — voor publiek toegankelijk. Nieuw is verder het Aziatische paviljoen: een gebouw van glas en natuursteen dat uit een vijver in de nieuw aangelegde tuin is verrezen. Tussen de Villa van Cuypers en de Teekenschool hebben de architecten een modern gebouwtje geplaatst voor het studiecentrum en de diensteningang. Over dit ontwerp, dat aanvankelijk even hoog was als de torens van het museum, werd net zo lang geruzied met de wel-standscommissie van het stadsdeel, totdat het in omvang was gehalveerd.

De Nederlandse nuchterheid en prag-matische inslag dreef de Spaanse architec-ten tot wanhoop. Meerdere keren overwo-gen ze om de opdracht terug te geven, met de discussie over de ruimte voor de fietsers in de passage als absoluut dieptepunt. Maar het duo schikte zich naar stadsdeel en fietsersbond en wist met een paar aan-passingen het overweldigende gevoel te behouden, wanneer je als bezoeker voor het eerst het atrium van ruim tweeduizend vierkante meter betreedt.

Van Middeleeuwen tot MondriaanAlleen de Nachtwacht keert terug naar zijn vertrouwde plaats in de Nachtwachtzaal. Alle andere objecten hebben na de ver-bouwing een nieuwe plek gekregen. Schil-derkunst, kunstnijverheid en geschiedenis zijn niet langer aparte afdelingen, maar worden gecombineerd in een chronolo-

gisch geheel van 800 jaar Nederlandse ge-schiedenis.

“We hebben gekozen voor de combina-tie van voorwerpen en schilderijen om een nieuwe look en feel te krijgen”, legt Wim Pijbes uit. “Je moet als bezoeker echt het gevoel hebben dat je door de geschiedenis loopt, dat je je per verdieping kunt laten meevoeren door de tijd: van de Middel-eeuwen tot Mondriaan. Geschiedenis al-leen kan nog wel eens saai zijn, maar op deze manier geef je een lepeltje of een glas veel meer context.”

RococoIn de afdeling Speciale Collecties zien we het ‘bulkwerk’, al is dat volgens Pijbes ei-genlijk te oneerbiedig voor de prachtige stukken die er staan. Het zijn verbluffende hoeveelheden porselein, zilver, juwelen, glas en aardewerk. “Er zitten fantastische verzamelingen bij, zoals toverlantaarn-plaatjes en sleutels. Maar ook een span-nende collectie scheepsmodellen, die spectaculair staan opgesteld.”

Een persoonlijke favoriet van Pijbes is een stijlkamer — inclusief mahoniehouten

dubbele deuren, trap en schouw — uit het Beuninghuis. Dit pand aan de Amster-damse Keizersgracht moest het veld rui-men bij de aanleg van de Raadhuisstraat. Het interieur werd overgebracht naar het Stedelijk Museum, waar het jaren in de opslag stond. Nu is het geheel gerestau-reerd en opgebouwd te zien in het Rijks-museum. “Je kunt echt door het grachten-pand lopen en je in de 18de eeuw wanen”, zegt Pijbes met onverholen enthousiasme. “Het is absoluut de mooiste rococo- stijlkamer van Nederland.”

De reis door de geschiedenis moet lei-den tot ‘besef van tijd en gevoel voor schoonheid’ — het nieuwe motto van het Rijksmuseum. Niet alleen de collectie, maar ook het gebouw zal daar in hoge mate aan bijdragen. Het gigantische glazen dak met stalen constructie doet niet onder voor de piramides van het Louvre en geeft de ingang internationale allure.

Cuypers mag niet alleen weer, hij oogt zelfs bijna modern.

De reis door de geschiedenis moet leiden tot ‘besef van tijd en gevoel voor schoonheid’ — het nieuwe motto van het Rijksmuseum

Rijksmuseum Amsterdamwww.rijksmuseum.nl

2013

032 – vernis#04

museumDe rijke historie

Page 33: Vernis Magazine, edition 4

Ook in 2013 geeft de Koninklijke Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst (KVHOK) in het voorjaar en het najaar de cursus Kunst en Antiek in de Praktijk. Deze praktische en toegankelijke cursus

wordt gegeven door gerenommeerde kunsthandelaren, vaak bekend van het televisieprogramma Tussen Kunst & Kitsch. Op elf dinsdagmiddagen delen zij hun unieke kennis en ervaring met de cursisten. In het programma is ook een aantal excursies opgenomen naar musea, beurzen of

tentoonstellingen. De cursus wordt gegeven in groepen van maximaal 16 deelnemers. Er zijn ook mogelijkheden voor een exclusieve cursus op maat voor uw relaties of vriendengroep.

Neem voor meer informatie contact op met de KVHOK via [email protected] of 020-6238904.

Zie ook www.kvhok.nl

CURSUS KUNST & ANTIEK IN DE PRAKTIJK

GA IN DE lEER bIJ EEN OUDE

MEESTER

Page 34: Vernis Magazine, edition 4

Elke keer als ik de lade opentrek van mijn art deco-bureau zie ik mijn grootvader voor me die hetzelfde deed. Hij pakte dan zijn ivoren Ottomaanse brief-opener — die er trouwens nog steeds in ligt — om zijn post te openen. En als ik aan de antieke gouden parfumverstuiver ruik, een ander erfstuk, ruik ik mijn grootmoeder. Nou ja, Chanel numéro 5 dan, want dat gebruikte ze, haar hele leven lang.

Familieantiek houdt de herinnering levend. Open ik de lade, dan open ik mijn jeugd. Als ik naar het Perzische tapijt kijk dat in mijn grootou-derlijk huis lag, zie ik in een Pavlovreactie het wegennet dat ik langs de lijnen van het patroon aanlegde voor mijn Dinky Toys.

Mijn grootouders woonden hun hele leven in hetzelfde huis. Ze roken hun hele leven hetzelfde. Zo deed men dat toen. Maar als ik straks de spullen van mijn ouders erf, zal dat anders zijn. Hun gene-ratie was er een van vernieuwen en verbouwen. Het nieuwe wonen uit de jaren zestig rekende af met het oude wonen. Keukens en badkamers werden ge-moderniseerd, Biedermeier werd Pastoe, vaders Late Georgian-stoel werd een Charles Eames, het bellenbord voor het personeel ging van de muur — het personeel was immers vertrokken — antiek parket werd kamerbreed moquette, vroeg 19de-eeuws tafelzilver werd roestvrij Zweeds fifties design, het impressionistische bloemstuk een Karel Appel. Zij hadden niet meer hun hele leven dezelfde spul-len. Moeder rook niet meer alleen naar Chanel numéro 5, maar ook naar Shalimar en l’Air du Temps en nu zelfs naar Acqua di Parma.

Mijn herinneringen zullen straks diffuser zijn,

verdeeld over zoveel meer spullen, zoveel meer geuren, zoveel meer plekken ook. Stond grootva-ders bureau zijn hele leven als het ware rotsvast aan de vloer verankerd, de dingen die mijn ouders niet wegdeden, wisselden voortdurend van plaats. Ik kan nog steeds exact de plattegrond van mijn groot-ouderlijk huis uittekenen, maar van het huis van mijn ouders lukt dat al niet meer. Ze braken kamers door waaarbij muren en schuifdeuren sneuvelden en plafonds werden verlaagd. En later weer ver-hoogd.

Hoe zal dat straks gaan, als ik uit de tijd ben en de volgende generatie erft? Ikzelf weet al niet meer hoe mijn huis er vorig jaar uitzag, want woontrends wisselen elkaar sneller op dan de seizoenen, en ik wissel mee. Hoeveel stoelen, banken, tafels en kunst heb ik niet al versleten? Ik ging van Philippe Starck naar zen en van Memphis weer terug naar Pastoe — naar nieuw Pastoe, want Pastoe is weer in. Ik ging ook andersom, van strak Hema-bestek re-tour naar vroeg 19de-eeuws tafelzilver, want revival en vintage zijn je-van-het.

Al die spullen die te kort in mijn leven waren om bij mijn neefje en mijn nichtje herinneringen op te wekken, zou dat verwarrend voor ze zijn? Hoe moet het dan met hun herinneringen?

Aan de andere kant: in hun nog jonge leventjes zijn zij vaker van huisraad gewisseld dan ik. En mijn nichtje ruikt elke dag anders.

Wat dat betreft zijn ze me nu al de baas.

Is verandering altijd goed? Ivo Weyel relativeert onze soms onbedwingbare neiging tot vernieuwing.

oud en nieuwillustratie Tekenteam.nl

tekst ivo weyel

Ivo Weyel is publicist

034 – vernis#04

column

Page 35: Vernis Magazine, edition 4

T 035 69 26 750

www.providencecapital.eu

Providence Capital N.V.

Meerweg 7, 1405 BA Bussum

FiduCiAir VerMogeNsBeheer

iNVesTMeNT CoNsulTiNg

FAMily oFFiCe serViCes

T 035 69 26 750

www.providencecapital.eu

Providence Capital N.V.

Meerweg 7, 1405 BA Bussum

FiduCiAir VerMogeNsBeheer

iNVesTMeNT CoNsulTiNg

FAMily oFFiCe serViCes

T 035 69 26 750

www.providencecapital.eu

Providence Capital N.V.

Meerweg 7, 1405 BA Bussum

FiduCiAir VerMogeNsBeheer

iNVesTMeNT CoNsulTiNg

FAMily oFFiCe serViCes

T 035 69 26 750

www.providencecapital.eu

Providence Capital N.V.

Meerweg 7, 1405 BA Bussum

FiduCiAir VerMogeNsBeheer

iNVesTMeNT CoNsulTiNg

FAMily oFFiCe serViCes

Page 36: Vernis Magazine, edition 4

036 – vernis#04

rubriekMijn mooiste stuk

Page 37: Vernis Magazine, edition 4

PAN “We waren eigenlijk helemaal niet van plan om iets te kopen. Mijn man en ik liepen in november 2008 tijdens het eerste weekend over de PAN Amsterdam toen ik dit schilderij van Sam Drukker zag hangen. Het werk hing in een lange stand met een prikkelend uitzicht op dit enorme schilderij, geplaatst tegen de achterwand. We werden er volledig naar toe getrokken. Je hart slaat over en je voelt meteen: ‘Wauw, dit is het helemaal. Liefde op het eerste gezicht’. De uitstraling, de compositie, het enorme formaat, de kleuren. Hoewel we vrijwel direct wisten dat we dit schilderij zouden aankopen, hebben we eerst een optie genomen. De volgende dag zijn we opnieuw gaan kijken, samen met onze kinderen, waarna we de deal snel hebben beklonken. Je kunt het zien als een soort impulsaankoop, maar wel een van het zeer overtuigende soort.”

betsy “Hoewel de officiële titel van het schilderij Hoepelrok 2006 is, hebben wij de vrouw op het doek de naam Betsy gegeven. Een soort ‘eigen maken’. Ze heeft een mystieke uitstraling en een bijzondere oogopslag, hiermee lijkt onze Betsy alles in de gaten te houden. Toen Museum Fle-hite in Amersfoort vorig jaar een overzichtstentoonstelling van het werk

van Sam Drukker organiseerde hebben we Betsy ruim vijf maanden uitgeleend. Volgens ons is het belangrijk om als eigenaar je steentje bij te dragen aan zo’n grote tentoonstelling. Gelukkig hadden we een voorstudie van ons schilderij aan de muur hangen, waardoor het gemis wat verzacht werd.”

mArkies “Wat het werk voor mij ook zo bijzon-der maakt is de combinatie van modern en klas-siek. Sam Drukker heeft het geschilderd op een oude, oranje markies, zo’n klassieke zonwering. Dat geeft iets hips, met een bijzondere diepgang. De vrouw op de voorgrond heeft daarentegen een hele klassieke uitstraling, wat bovendien wordt ver-sterkt door het feit dat het doek met olieverf is ge-schilderd. Deze combinatie van klassiek en mo-dern geeft een schitterend spanningsveld wat het schilderij extra diepgang geeft.”

rembrANdt “Ik denk niet dat we ooit afstand zullen doen van dit werk. Het hoort bij ons. Ik kan me er nu al op verheugen dat mijn kinderen straks van dit schilderij zullen genieten zoals wij er nu van genieten. En dan heb-ben ze toch de Rembrandt van hun tijd te pakken, want Drukker wordt nu al gezien als een van de meest talentvolle schilders van onze tijd….”

mystieke uitstraling

beeld Friso keuris

tekst mischa van de Woestijne

N A A m

saskia Wibautb e r o e P

communicatieadviseurv o o r w e r P

schilderij van sam drukker

A N N o

2006i N b e z i t s i N d s

2008b i j z o N d e r

‘het Was lieFde op het eerste gezicht’

vernis#04 – 037

rubriekMijn mooiste stuk

Page 38: Vernis Magazine, edition 4

Voorheen het gemeentelijke zwembad, sinds enkele jaren beter bekend als Dovecot Studio’s waar monumentale tapijten worden geweven naar ontwerpen van hedendaagse kunstenaars. De wevers zijn in hun natuurlijke habitat te bewonde-ren, er worden regelmatig ‘vrij aardige’ tentoonstellingen georganiseerd, ‘en er is een leuk inpandig café waar het uitstekend toeven is’ (www.dovecotstudios.com).

De Old Saint Paul’s Church (www.osp.org.uk) werd aan het eind van de 17de eeuw gebouwd. Behalve dat dit kerkje, dat in de nabijheid van het station ligt, een heerlijk rustpunt is om even aan de drukte van alledag te ontsnappen, is er een prachtig monumentaal schilderij te bewonderen (Still) van de hedendaagse kunstenares Alison Watt, wier werk ook al in de National Gallery in Londen werd geëxpo-seerd. ‘Het is groot en intrigeert nogal’, zegt onze gids. Wij kunnen het met hem eens zijn.

Onze guide for the day Sir John Leighton neemt ons mee naar de bibliotheek van de Society of Antiquaries (www.socantscot.org) in Chambers Street, onderdeel van National Museums of Scotland en gevestigd in een prachtig arts and crafts-gebouw. ‘Een prima plek om op adem te komen.’ Wij bewonderen mee en vervolgen de tocht naar het volgende adres.

Society of Antiquaries Old Saint Paul’s Church Dovecot Studio’s

tekst Luc Matter

038 – vernis#04

in beeldEdinburgh

Page 39: Vernis Magazine, edition 4

De Talbot Rice Gallery is gevestigd binnen de muren van de University of Edinburgh. ‘Er worden leuke tentoonstellingen georganiseerd en het is meteen een goede reden om de “Old Quad” te gaan bekij-ken’, zegt onze gids. We vragen even door en ontdekken dat dit de geboortegrond is van de in de 16de eeuw gestichte universi-teit en dat hier vele eeuwen geschiedenis samenkomen (meer informatie op www.ed.ac.uk). Het gebouw is ontworpen door de beroemde Schotse architect Robert Adam (1728-1792).

Ingleby Gallery Royal College of Surgeons Talbot Rice Gallery

Voor mensen met een sterke maag is er het museum van het Royal College of Surgeons of Edinburgh. De collectie schilderijen, instrumenten doorsnedes en ledematen op sterk water was aanvanke-lijk bedoeld voor studenten medicijnen, maar werd in 1832 voor het publiek opengesteld. Dit oudste Schotse museum omvat één der grootste historische pathologische verzamelingen van Groot-Brittannië (www.rcsed.ac.uk).

De grootste en mooiste privé-verzameling van hedendaagse kunst’, zegt Leighton over de Ingleby Gallery (www.inglebygallery.com). ‘Cutting edge en een prachtige plek, precies tegenover de begraafplaats Old Calton.’

Edinburgh (Gaelic: Dùn Èideann), is de hoofdstad van Schotland. Vanaf de 7de eeuw kreeg de dominante Keltische cultuur Germaanse invloeden en in de Middeleeuwen werd de stad de belangrijkste handelsplaats van Schotland. Sir John Leighton, voormalig directeur van het Van Gogh Museum en tegenwoordig algemeen directeur van de National Gallery of Scotland, leidt Vernis rond langs locaties die zelfs voor de gemiddelde Schot niet altijd te vinden zijn.

vernis#04 – 039

in beeldEdinburgh

Page 40: Vernis Magazine, edition 4

restauratie- atelier

beeld Marte

tekst Yvo van Regteren Altena

Om de collectie van het Rijksmuseum te beschermen tegen de tand des tijds en ze voor het publiek toonbaar te houden, heeft het Rijksmuseum een eigen restauratieatelier. Vernis nam er een kijkje en sprak met een aantal restauratoren.

01

040 – vernis#04

de specialistenHet restauratieatelier

Page 41: Vernis Magazine, edition 4

vernis#04 – 041

de specialistenHet restauratieatelier

Page 42: Vernis Magazine, edition 4

02

05

0604

03

Centimeters dikke glazen deuren, gedoe met pasjes en veel andere veiligheidsmaat-regelen: de bezoeker die niet beter weet, zou zich zomaar in het hart van de AIVD kunnen wanen. Maar het Ateliergebouw, een dependance van het Rijksmuseum, is bestemd voor hogere doeleinden. Op de bij elkaar bijna één hectare vloeropper-vlak, wordt het Nederlandse cultureel erf-goed met verve beschermd door de task force die zich hier heeft verschanst. Want de kennis die in Nederland bestaat op het ge-bied van restauratie en conservering komt in dit gebouw samen. Niet toevallig, want restauratie, conservering en onderzoek zijn een wezenlijk onderdeel van de taken die het Rijksmuseum in de loop der tijd naar zich toe heeft getrokken.

Onder het dak van het Ateliergebouw zetelen de specialisten van het Rijksmuse-um, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Universiteit van Amsterdam. Daar-

mee is dit een centrum van expertise ge-worden dat niet alleen uniek is voor Ne-derland, maar ook internationaal een belangrijke rol speelt. Wie een specialist zoekt met kennis van conservering en res-tauratie van textiel, wandtapijten, meube-len, glas, keramiek, steen, tekeningen, prenten, fotografie, metalen, schilderijen of -lijsten, is hier aan het juiste adres.

02, 03, 04, 05 en 06

Diverse materialen in het restauratie-atelier.

042 – vernis#04

de specialistenHet restauratieatelier

Page 43: Vernis Magazine, edition 4

lucht van Post weer bloot te leggen. De twee schilderingen hebben nauwelijks de omvang van een

iPad, maar toch zal het minstens twee we-ken toegewijde aandacht verlangen voor-dat het werk gedaan is.

Wat brengt iemand ertoe het restaure-ren van schilderijen als vak te nemen? Voor Erika Smeenk-Metz was dat een do-cumentaire die zij in haar middelbare-schooltijd zag over schilderijen die tijdens de Roemeense revolutie door kogelgaten waren beschadigd. Na haar studie kunst-geschiedenis aan de Vrije Universiteit van

Amsterdam vertrok ze naar Maastricht voor de vierjarige opleiding tot restaura-tor, specialisme Oude Kunst. “Een lange weg”, vat Smeenk haar studie samen. In-middels heeft zij haar sporen verdiend in diverse ateliers en musea, waaronder het Van Gogh, en werkt ze al weer enige jaren in het Rijksmuseum.

MeekijkenSmeenk is niet bang om een schilderij van wereldfaam te restaureren. ”Voordat je begint, is er altijd eerst zorgvuldig onder-zoek en alles verloopt stap voor stap. Je moet bijna je best doen om een schilderij te beschadigen”, relativeert ze. “Maar als een

ScalpelDe aanblik van de afdeling schilderijen-restauratie heeft iets weg van een Zwitsers horlogeatelier. Ook daar doen mensen in stille concentratie onder ferme lampen minutieus hun werk. Voor een leek is het een openbaring om te zien hoe letterlijk millimeter voor millimeter een schilderij met een scalpel wordt aangepakt. Met het oog op de aanstaande heropening van het Rijksmuseum worden twee kleinere wer-ken van de 17de eeuwse schilder Frans Post onder handen genomen. Als een van de eerste Europeanen die in de Nieuwe We-reld schilderde, vertoefde hij onder meer in Brazilië. ‘Alleen daarom al van kunst-historisch belang’, zegt restaurator Anna Krekeler. Destijds is de lucht van het werk overgeschilderd met een hellere kleur lichtblauw. Het is de taak van de restaura-tor eerst de vernislaag te verwijderden om vervolgens met behulp van microscoop en vaste hand de oorspronkelijke donkere

07

De Blaeu-atlas, een delicaat en kostbaar project.

‘Voordat je begint, is er altijd eerst zorgvuldig onderzoek. Je moet je best doen om een schilderij te beschadigen’

07

vernis#04 – 043

de specialistenHet restauratieatelier

Page 44: Vernis Magazine, edition 4

Na de vernisafname wordt gecontroleerd of alle retouches en overschilderingen zijn verwijderd

schilderij over de hele wereld bekend is, voelt het misschien nét even anders omdat je beseft dat velen met je meekijken.” Dat meekijken is letterlijk: bij dergelijke pro-jecten zijn vaak begeleidingscommissies, kunsthistorici en conservatoren die de voortgang op de voet volgen.

Naast kennis is ook de techniek om een schilderij in kaart te brengen en te restau-reren aan verandering onderhevig. Er worden stabielere vernissen gemaakt die niet vergelen. En voor het onderzoek naar schilderijen worden nieuwe gimmicks be-dacht. Smeenk noemt een ‘röntgenfluo-rescentiespectrometer’ of XRF waarmee het mogelijk is te zien wat zich onder het

zichtbare oppervlak bevindt. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk te zien of een schilder onder de huidige voor-

stelling eerst iets anders had geschilderd.Een uniforme methode om een schil-

derij aan te pakken, bestaat niet. “Binnen een atelier heb je min of meer dezelfde zienswijze en wensen over hoe ver je wil gaan met een restauratie. Onze ethiek is redelijk hetzelfde, maar de manier waarop je je doel bereikt, kan per persoon ver-schillen”, zegt Smeenk, die in 2005 met collega Barbara Schoonhoven anderhalf

jaar in de weer was met een groot 16de-eeuws schuttersstuk, Het korporaalschap van kapitein Dirck Jacobsz. Rosecrans door Cornelis Ketel. de restauratie van het uit 1588 date-rende doek met de imposante afmetingen van ruim twee bij vier meter was noodza-kelijk, omdat de oude vernislagen sterk waren vergeeld. De helderheid van de kleuren, de licht-donkerwerking en de detaillering in de voorstelling kwamen hierdoor niet meer tot hun recht.

Met behulp van een zesstappenplan werd het schuttersstuk aangepakt. Alleen al de eerste stap, die van de verwijdering van de vernislaag en het vastzetten van los-zittende verfdeeltjes, vergde zes maanden. Na de vernisafname wordt met ultraviolet licht gecontroleerd of alle vernis, oude re-touches en overschilderingen geheel zijn verwijderd. Dat is stap twee. Stap drie is het aanbrengen van een nieuwe vernislaag, dat een buffer moet vormen tussen het origi-nele schilderij en de toevoegingen die de

08

Erika Smeenk-Metz, restaurator van schilderijen bij het Rijksmuseum.

08

044 – vernis#04

de specialistenHet restauratieatelier

Page 45: Vernis Magazine, edition 4

restauratoren zullen aanbrengen. Vervol-gens worden de gaatjes in de verflaag of het doek op hetzelfde niveau gebracht als het verfoppervlak en wordt het oppervlak ge-retoucheerd. Tot slot wordt het slotvernis aangebracht met als doel het egaliseren van de glans, het optimaal integreren van de retouches en het verzadigen van de kleu-ren. Toch verloopt een restauratie zelden volgens plan. Vrijwel altijd zijn er onver-wachte zaken waar niemand rekening mee heeft gehouden.

Het klinkt als een wonderlijke ambitie, maar kort samengevat is het voor Smeenk een uitdaging om onzichtbaarheid na te streven. Iemand die oog in oog staat met een gerestaureerd schilderij moet het ge-voel hebben dat hij kijkt naar een oor-spronkelijk schilderij en mag niet gestoord

worden door de opgeheven bescha-digingen. “Het handwerk, maar daarnaast ook het besef dat je letterlijk met een uniek ob-

ject in de weer bent, houdt ons werk zo spannend”, zegt Smeenk.

PapierDat onderschrijft ook Leila Sauvage op de afdeling papier. De jonge Française heeft zowel een scheikundige als een kunsthis-torische achtergrond en heeft daarna nog een gespecialiseerde opleiding gevolgd voor boek- en papierrestauratie. Op haar afdeling belanden ook gravures, foto’s, et-sen en boeken. Met het oog op de herope-ning van de Wetenschapszaal wordt er op het moment hard gewerkt aan de omvang-rijke delen van de 17de eeuwse Blaeu-atlas. En jaarlijks komen er honderden stukken binnen. Nieuwe acquisities en natuurlijk de eigen collectie van het Rijksmuseum.

Sauvage is al van jongs af aan in de ban van papier. Het restaureren van pastelwerk heeft haar bijzondere belangstelling. Ze schrijft zelfs haar dissertatie over het ver-voer van zeer trillinggevoelige pastelwer-ken, waarvoor nog niet alle gegevens in

09

11

10

09, 10 en 11

Joosje van Benne-kom restaureert zilver en andere metalen.

Ook binnen de KVHOK is veel kennis en kunde aanwezig over het conserveren en restaureren van kunst en antiek. De meeste handelaren hebben nauwe contacten met gerenommeerde restaura-toren, sommige handelaren restaureren zelf. Zo restaureert Jan Ruitenberg alle door hem gele-verde 17de- en 18de-eeuwse meubels zelf. Door zijn jarenlange ervaring en zijn atelier met een uitgebreide voorraad antiek hout en fineer, is hij in staat meubels op een unieke wijze te restaureren, waarbij het originele patina zoveel mogelijk behou-den blijft.

Antiquair Jacob J. Roosjen doet in zijn Silver Research Institute (SRI®) veel onderzoek en begeleidt restauraties van zilver, zodat de restau-raties correct worden uitgevoerd. Ook voor educatie, publicatie, beschrijving en waardering van collecties kan men zich tot het SRI® wenden. De verkochte voorwerpen krijgen bij aflevering een rapport mee, voorzien van het SRI® nummer.

RestauRatie binnen de KVHOK

vernis#04 – 045

de specialistenHet restauratieatelier

Page 46: Vernis Magazine, edition 4

kaart zijn gebracht. Onder haar handen ligt een op perkament gemaakte pastel van de bereisde Zwitserse kunstenaar Jean Eti-enne Liotard. Het Rijksmuseum heeft een van de grootste verzamelingen van deze kunstenaar. “Naar mijn idee is hij de beste pastellist die er heeft geleefd en het gege-ven dat je het werk niet mag aanraken, maakt het zo spannend. Je moet echt heel inventief zijn tijdens een restauratie.” Omdat er geen vloeistof mag worden ge-bruikt, is de restaurator aangewezen op mechanisch reinigingmethoden met hulp van onder meer een ingenieus zuigappa-raatje. Net als Smeenk wimpelt ook Sau-vage de vraag of ze vrees heeft om een price-less piece zoals de Liotard aan te pakken: “Als je bang bent, kom je tot niks en het is nu juist de uitdaging om het zonder spo-ren te herstellen. Ik weet precies wat ik doe, net als een dokter.” Sauvages moment of glory is als zij haar gerestaureer-de werk weer terug-ziet in het museum.

ZwaardHeel anders is de sfeer op de afdeling me-taalrestauratie, die rijkelijk is gevuld met zulke uiteenlopende zaken als oude wa-pens, juwelen, bronzen beelden, fraaie bestekfoedralen en middeleeuws zilver. Onder de stukken ook de nodige zaken die letterlijk historie hebben gemaakt. Zo is er de grote tinnen plaat die ontdekkingsrei-ziger Dirck Hartog, die als eerste Europe-aan de westkust van Australië bij Sharksbay ontdekte en in kaart heeft gebracht. Als triomf liet hij er het tinnen bord achter met eigen geschreven inscriptie. Onder handen van de restauratoren kwam ook het harnas van Piet Hein en het zwaard waarmee Johan van Oldenbarnevelt in 1619 werd onthoofd.

Als vaste medewerker van de afdeling werkt Joosje van Bennekom aan diverse projecten. Met een achtergrond als biolo-ge, belangstelling voor kunstgeschiedenis en een opleiding als metaalrestaurator

12

14

1513

12, 13, 14 en 15

Leila Sauvage, restaurator op de afdeling Papier.

046 – vernis#04

de specialistenHet restauratieatelier

Page 47: Vernis Magazine, edition 4

16

16

Pigmenten voor de restauratie van schilderijen.

werkte ze onder meer aan het grafmonu-ment van Willem van Oranje in Delft. Ze is ook nauw betrokken geweest bij de res-tauratie van een van de absolute hoogte-punten van de verzameling Europese edelsmeedkunst van het Rijksmuseum. Het betreft een zogenaamd tafelstuk uit 1549 van de beroemde humanist en zil-versmid Wenzel Jamnitzer. Het werk is één meter hoog en bestaat volledig uit (ver-guld) zilver.

Het tafelstuk bezingt moeder natuur en alles wat zij voortbrengt en is gemaakt in zilverstad Neurenberg. Volgens Van Ben-nekom heeft het object met zijn prachtige uitwerking van slangetjes, hagedissen en plantjes in Renaissance-stijl. “Er gebeurt van alles en de uitgebeelde voortwoekerde natuur is bijzonder mooi gedetailleerd uitgebeeld”, zegt ze. De veelzijdige kunste-naar Jamnitzer kon volgens Van Benne-kom ook prachtig tekenen, was wiskundige en heeft ook allerlei uitvindingen gedaan.

Indertijd was zijn status zo groot dat talloze hoven en vorstendommen projecten van hem

wilden hebben, maar zelfs persoonlijke verzoeken van de Duitse Aartshertog moest hij wegens een teveel aan werk af-wimpelen.

Alleen al met het vooronderzoek was ze een jaar lang één dag per week bezig. “Er was niet veel documentatie, maar tenslotte komt op basis van diverse bronnen toch het verleden bovendrijven. Misschien is het stuk zelfs oorspronkelijk gemaakt als cadeau voor Karel V. Tot 1808 stond het stuk in Neurenberg bij de stadsraad die het door geldnood gedwongen aan de familie Rothschilds verkocht om later te belanden in de Collectie Mannheimer en tenslotte in het Rijksmuseum”, zegt de restaurator, die de taak kreeg om het zwart geworden object terug te brengen in zijn oude staat.

Omdat het geheel zo fragiel is uitgevoerd, moest er zelfs een speciale methode wor-den ontwikkeld zonder druk. Vooral de gegoten planten en diertjes op het stuk, de zogenaamde ‘life casts’, vergen precisie en subtiliteit. “Planten en dieren werden ge-plukt en gevangen, in een mal van gips gegoten, uitgestookt in de oven, waarna het as eruit werd gehaald. De leegte in het gips werd dan volgegoten met zilver. Maar al snel bleek dat de traditionele methoden om de oxidatie te verwijderen niet goed aansloegen”, zegt Van Bennekom. En ook een behandeling met zeepkruit en laser waren verre van ideaal. Een commercieel bekend middel als silver dip — bestaande uit een zuur en een stof die graag zwavel wil vangen, ‘thiourea’ — bleek te heftig en zou teveel van de tere zilveren plantjes aantasten.

Een methode die het zilver wel veilig kon reinigen was de electrolytische me-thode: hier werd zilversulfide door middel van stroom gereduceerd tot zilver en wa-terstofsulfide. Lokaal met een pennetje kon het zwart verwijderd worden op proef-stukjes. Maar dat bleek op het object zelf niet te werken. Vermoedelijk is er door vroegere behandelingen een residu ach-tergebleven, waardoor behandeling op deze manier onmogelijk was geworden.

Pas op de plaatsOnder de microscoop ontdekte Van Ben-nekom dat het stuk brozer was dan ge-dacht. Daarmee zou de ideale aanpak voor het compleet verwijderen van het zwart vooralsnog buiten bereik blijven. “Het stuk moet echt voor de eeuwigheid be-waard blijven en daarom moet je soms pas op de plaats maken.”

Misschien bestaan er over tien jaar nieuwere technieken en in het museum wordt uitgelegd waarom het zwart niet he-lemaal is verdwenen. Daar heeft ze vrede mee. “Het hele proces is een combinatie van geschiedenis die aan je voorbij trekt, de verhalen die er aan vastzitten en de mystiek die het voor ons restauratoren zo spannend maakt.”

vernis#04 – 047

de specialistenHet restauratieatelier

Page 48: Vernis Magazine, edition 4

048 – vernis#04

rubriekMijn mooiste stuk

Page 49: Vernis Magazine, edition 4

30.000 “Wat nu de Noordzee is, was vroeger land, en op dit land heb-ben gedurende tienduizenden jaren honderdduizenden wolharige mammoeten rondgelopen. De laatste is hier circa 21.000 jaar geleden overleden, maar de zeebodem ligt nog vol met ‘harde resten’: botten en tanden. Ik ben talloze keren gaan vissen naar deze overblijfselen en heb ongeveer 30.000 objecten, waaronder vier mammoetschedels.”

samengesteld “Net als veel andere jongens verzamelde ik ik in mijn jeugd fossielen, maar ik raakte al gauw gegrepen door de mammoet. In-

middels besteed ik er in ieder geval de afgelopen 45 jaar al mijn vrije tijd aan. Ondanks de overvloed aan mammoetbotten is een geheel skelet van een dier heel zeldzaam. In Europa zijn er nog geen tien, in Nederland geen enkele. Maar er zijn ook weinig samengestelde skeletten die kloppen. Een mam-moet heeft 340 skeletdelen, die van mij is opge-bouwd uit 300 delen; de resterende 40 zijn zo klein dat ze de tand des tijds niet hebben doorstaan. Be-langrijk daarbij is dat alle botten van onze wolharige mammoet uit hetzelfde tijdvak komen – 30.000 tot 40.000 jaar oud – en dat het allemaal botten zijn van een stier. Ter vergelijking: er zijn in Nederland andere samengestelde skeletten, maar niet een is zo nauwkeurig als het onze. En ondanks bood iemand een samengesteld skelet aan voor pakweg tweeën-halve ton; jammer daarbij is alleen dat het de kop van een mannetje is en het lijf van een vrouwtje.”

build your own “Ik geef binnenkort een le-zing over deze mammoet op een conferentie in Po-len. De titel van mijn presentatie is What to do with 100.000 bones; how to build your own mammoth. De gevestigde wetenschap kijkt daar overigens met eni-ge bevreemding naar. Daar is het gebruikelijk om elk botje te conserveren, te beschrijven en diep in een la op te bergen. Het is natuurlijk goed om een

bepaalde hoeveelheid botten te bewaren voor het nageslacht, maar ik wil het grote publiek ook kennis laten maken met deze fantastische dieren. Daar-om ben ik ook zo blij dat deze mammoet vanaf het einde van dit jaar voor iedereen te zien is in een nieuw te openen historisch museum in Hellevoet-sluis. Daar wordt ook het hele verhaal van de mammoeten in de prehistorie verteld en getoond.”

harde resten

beeld Friso Keuris

tekst Mischa van de Woestijne

n a a m

dicK Molb e r o e p

douanebeaMbte op luchthaven schiphol

Maar vooral aMateur-paleontoloog en

honorair onderzoeKs-MedeWerKer van het

natuurhistorisch MuseuM rotterdaM

v o o r w e r p

sKelet van een Wolha-rige MaMMoet

a n n o

30.000 tot 40.000 jaar oudi n b e z i t s i n d s

aFgelopen 10 jaar saMengesteld

b i j z o n d e r

Mol heeFt de botten zelF opgevist uit de

noordzee

vernis#04 – 049

rubriekMijn mooiste stuk

Page 50: Vernis Magazine, edition 4

Maandenlang konden Amsterdammers en passanten reusachtige neoncijfers op de gevel van het Rijksmuseum zien. Het symboliseerde de dagen tot de grand opening, alsof we, net als vroeger, de nachtjes slapen tot onze eigen verjaardag afvink-ten. Maar deden we dat wel?

Natuurlijk, door de opening zal een bezoek aan de hoofdstad weer hoog op het wensenlijstje staan van de internationale kunstliefhebber. Met dank aan onze Grote Meesters zullen de van heinde en verre ingevlogen Japanners, Amerikanen, Chine-zen en Europeanen de wachtrijen, volle toonzalen en de geur van broeierige garderobes willen door-staan. Maar zonder op deze grootse transformatie van het Rijksmuseum te willen afdingen, een en-quête onder Rome-gangers heeft aangetoond dat reeds een maand na thuiskomst het musea- en ba-siliekbezoek vrijwel volledig is vervaagd, laat staan dat één van de driehonderd Romeinse kerken bij naam kan worden genoemd. Kortom, er beklijft aan cultuur maar bitter weinig bij de gemiddelde reiziger en het is dus nog maar de vraag of die lange reis uit New York, Tokio of Hongkong naar het Rijksmuseum überhaupt wel zin heeft voor dat con-tingent cultuurzoekers. Om de Britse auteur G.K. Chesterton te citeren: ‘They say travel broadens the mind; but you must have the mind.’

Opvallend was dat het Romeinse onderzoek ook liet zien dat de cultuurreiziger zich wèl triviale de-tails wist te herinneren. Neem de befaamde Trevi-fontein. De naam van de bouwer, historische data en andere relevante informatie waren verdampt, maar vrijwel iedereen wist zich het verhaal van de speciale Trevi-stofzuiger te herinneren, die elke

maand zo’n tienduizend euro en vijftienduizend euro in buitenlandse valuta naar de oppervlakte haalt en dat de opgezogen euro’s naar het jaarlijkse onderhoud vloeien terwijl de opbrengst uit buiten-landse valuta naar het Rode Kruis gaat. Het vormt een aardig bewijs dat mensen te prikkelen zijn met trivialiteiten.

Kunsthistorische verhandelingen en complexe exposés zullen bij de meeste reizigers direct na de incheckbalie op Schiphol vervliegen. Maar onbe-nullige details en anekdoten over een stad, een kunstwerk of een Grote Meester maken een veel grotere kans mee terug te reizen naar het thuisland. Zo laat het onderzoek ook zien wat reizigers ont-houden hebben van hun bezoek aan de Chiesa di Santa Maria della Concezione, waar hun in het kne-kelhuis een stevige stapel botten wacht van vierdui-zend kapucijner monniken. Hoe oud de kerk was, de namen van de beeldhouwers en de bouwperiode, na een maand kon hoegenaamd niemand meer iets daarvan reproduceren. Het enige dat bij velen nog wèl in het geheugen stond gegrift, was die stapel en de verwijzing van de gids naar een roestig bordje met als opschrift ‘Quello che voi seite noi eravamo; quello che noi siamo, voi sarete.’ Wat u nu bent, waren wij; wat wij nu zijn, zult u worden.

Daarom een goedbedoelde aanbeveling van deze columnist voor de organisatoren en gidsen van het Rijksmuseum: voed de culturele reiziger vooral met triviale details en bewaar complexe kunsthistori-sche verhandelingen voor die enkele geëngageerde kunstminnaar die daadwerkelijk heeft afgeteld.

Na tien jaar verbouwen, opent het Amsterdamse Rijksmuseum zijn poorten. Waarom, vraagt Yvo van Regteren Altena zich hardop af.

het grote aftellenillustratie tekenteam.nl

tekst Yvo van regteren altena

Yvo van Regteren Altena is journalist en schrijver

050 – vernis#04

column

Page 51: Vernis Magazine, edition 4

Classicus Private Insurance levert uitsluitend verzekeringen op maat en is dé onafhankelijke specialist voor het verzekeren van exclusieve en bijzondere bezittingen van verzamelaars alsmede galeries, kunsthandelaren en musea.

Op basis van onze risicoanalyse sluiten de door ons geselecteerde verzekeringen naadloos aan bij een specifiek risicoprofiel. Hiervoor werken wij samen met gerenommeerde verzekeraars in Nederland, Engeland en de Verenigde Staten. Classicus Private Insurance is door Lloyd’s of London benoemd tot Open Market Correspondent. en door Chubb Insurance Company aangewezen als exclusief aanbieder van het Masterpiece® concept. Naast ons verzekeringsaanbod op maat beschikken wij tevens over een uitgebreid netwerk van verschillende adviseurs en bedrijven. Als het gaat om taxatie, beurzen, transport, aan- en verkoop van kunstobjecten bieden wij u een breed scala aan eersteklas bedrijven. Kortom, u kunt altijd een beroep op ons doen.Wilt u dat uw kunst wel goed verzekerd is? Dan kiest u voor Classicus Private Insurance. U kunt ons bereiken op 020-7949048.

En u denkt dat uw kunstwél goed is verzekerd?

Uw exclusieve kunst verdient een even bijzondere verzekering

Page 52: Vernis Magazine, edition 4

Va banquebeeld Sigurd Kranendonk

tekst Onno aerden

Rudolf Booker woont in een voormalig bankgebouw. Wie binnentreedt, ontwaart luister die ouder is dan het pand zelf. Dit is de woonstede van een man die van het restaureren van Amsterdamse monumenten zijn levenswerk heeft gemaakt. En die een kleine twintig jaar geleden een gok nam die goed uitpakte.

052 – vernis#04

portretBooker

Page 53: Vernis Magazine, edition 4

Op een mooie winterochtend, begin 1995, fietst Rudolf Booker over de gracht. Dat is niet zo vreemd, hij doet dat bijna elke dag. Maar vandaag is niet als andere dagen. Vandaag stopt de rijzige Amster-dammer op de brede brug die de Vijzel-straat over de Keizersgracht leidt. Hij kijkt in oostelijke richting, waar het voorname huis van de regentenfamilie Van Loon staat. Hij weet dat de bewoner, Maurits van Loon — nazaat van één der oprichters van de VOC — nog steeds het bezit van zijn fa-milie beheert. Booker, ooit uitgever en inmiddels ondernemer, schaft monu-mentale panden aan die hij vakkundig laat restaureren door een vast team van am-bachtslieden en vervolgens verhuurt.

Zijn onderneming loopt goed. Het on-roerend-goedbestand neemt in omvang toe en omvat inmiddels ook kantoorpan-den en zelfs een hotel op de Nieuwezijds Voorburgwal. Na de geboorte van zijn zoon hebben Booker en zijn echtgenote zelf echter de ruimte gezocht. Op een per-ceel bij Broek in Waterland verrees een fraai landhuis waar ze en famille genieten van de zegeningen van het platteland.

Toch blijft de stad trekken. Op deze winterse morgen laat Booker zijn oog gaan over het imposante buurpand van Van Loon. Een neoklassiek gebouw, dat ooit dienst deed als bank en al jaren leeg staat. Zijn secretaresse had hem getipt. Of liever gezegd, ze had hem meermalen de vraag doorgegeven van de eigenaar van het pand: “Waarom koopt jouw baas het niet?” Ja, waarom niet eigenlijk? Omdat het een

onwaarschijnlijk groot pand is. Om-dat het heel veel werk is om de systeemplafonds, de ouderwetse lei-

dingen en de bejaarde bedrading te ver-vangen. Omdat de indeling onmogelijk is en het nog méér werk zou zijn om die zo-danig te wijzigen dat het pand stijl zou uit-stralen, de historie zou laten herleven.

Hij denkt na. Zijn zoon is nu achttien. Volwassen. Had hij niet laatst zelf aangege-

01

Een motorfiets in de entree overbrugt plaats en tijd.

01

vernis#04 – 053

portretBooker

Page 54: Vernis Magazine, edition 4

‘Soms komen hier mensen binnen die het een prachtig monument vinden. Maar het was helemaal geen monument’

ven dat hij liever zou wonen in de stad waar hij straks gaat studeren? En zou het hem lukken dit bijkantoor van de voormalige Javasche Bank om te bouwen tot een woonhuis? Het zou het pièce de résistance zijn van zijn carrière. Booker neemt, intuïtief, de gok.

Het is 2013, bijna twee decennia later. “Neem plaats. Ik blijf even zitten, als je het niet erg vindt”, zegt Rudolf Booker (73). Hij is gevallen met skiën en teruggekomen met vier gebroken ribben. Het heelt van-zelf, wuift de gastheer bij voorbaat eventu-ele bezorgde opmerkingen weg. Ik vlij me op een prachtige sofa en onwillekeurig grijpt mijn hand naar de stof waarop ik zit. “Een zijde-katoenweefsel”, zegt Booker. “Zestig centimeter brede banen. Met de

hand geweven in een 400 jaar oud Florentijns atelier. Ik ben er geweest, uiteraard.”

Uiteraard. Alle decoraties en meu-belstukken in de grote woonzaal met uitzicht op een ge-weldige Toscaanse grachtentuin zijn

hand picked. Een van de blikvangers is een enorme schouw. “Meteen geplaatst, ge-

kocht bij een antiquair uit Heemstede. Oorspronkelijk gestookt met echt haard-hout, maar daar ging het hele huis naar ruiken. Een gashaard is wel zo handig. Met afstandsbediening, zelfs, haha.”

Het vuurtje geeft een intieme touch aan de ruimte. Dit was dus ooit de typekamer waar de meisjes van de bank driekwart eeuw geleden de boekingen verwerkten. Een zaal van hardboard. Je kunt het je niet meer voorstellen.

“Dit pand is in 1938 gebouwd in neo-klassieke stijl door de architect Christiaan Posthumus Meyjes”, zegt mijn gastheer. “Hij ontwierp het met zijn collega Jacob van der Linden. Ik zal laten zien hoe ze het hier aanpakten.”

Hij vraagt me uit het Empire-bureau een dikke map met foto’s, tekeningen en zelfs een originele blauwdruk van het ont-werp uit de jaren ’30 te pakken. En meer. Krantenknipsels en foto’s van het leggen van de eerste steen. Twee bleke bankdirec-teuren, twee nog blekere dames, vaag la-chend tussen het beton. Beton? “Jazeker. Het was een modern gebouw, met een neoklassieke façade. Het oogde ouder dan

het was, meteen al. Soms komen hier mensen binnen die het een prachtig mo-nument vinden. Maar het was helemaal geen monument. Ja, de buitenkant, die wel. Maar de sfeer hier is zo geworden ná de verbouwing.”

Er valt een stokoud fotootje uit de map. Een gelambriseerd interieur met een groot hemelbed in het midden. “Dat was op de plek van deze kamer”, zegt Booker, het beeld bestuderend. “Voordat de bank

02

02

Een passie voor klassieke vormen en materialen.03

Met de vele stijlmeubelen wordt een sfeer gecreëerd die het pand als bankgebouw nimmer had.

054 – vernis#04

Page 55: Vernis Magazine, edition 4

rommelt wat met een klapper. “Hier: Par-ker Williams. Aardige jongen.”

Bij wie het pand voor het eerst betreedt, stokt onwillekeurig de adem. De impo-sante hal met enorme afmetingen, de sier-lijk langs de wand kolkende trap, de blik-vanger in de vorm van het glas-in-loodraam van elf meter hoog van de hand van Hein-rich Campendonk, die deel uitmaakte van Der Blaue Reiter, de expressionistische stroming waartoe onder anderen Kandinsky en Klee behoorden.

Volgens de beschrijving van Monu-mentenzorg herinnerde het raam aan het schilderij De behouden thuiskomst uit Indië van Cornelis de Houtman (1597). De bakste-nen van de voor de bouw van het pand ge-sloopte percelen werden door de beeld-houwer Gerrit van der Veen in een mozaïek verwerkt, voorstellende Jan Pie-tersz. Coen. Verder afgebeeld: de wapens

van Hoorn, Batavia en de Oostindische Compagnie. Het oogt groots.

Bijna verscholen in de gelambriseerde wand geeft een deur toegang tot de woon-kamer. Of liever, gezien de afmetingen, de woonzaal. Ze omvat een vleugel, een zit-hoek, een bureau, en, om de hoek, een eettafel. Adembenemend is vooral de ruimte. En het licht dat door de zes ramen van elk vijfenhalve meter hoog aan de zuidzijde naar binnen valt.

“Ik wist meteen: In deze ruimte ga ik wo-nen”, zegt de eigenaar. “Van hieruit heb ik bedacht hoe het pand eruit moest gaan zien. Belangrijk principe: symmetrie. De gulden snede, die de Grieken hadden uit-gedokterd en toegepast op bouwstijlen. Een perfecte vlakverdeling en maatvoe-

hier ging bouwen, stond hier een dubbel huis: ‘Huize Zeerust’, uit de 17de eeuw. De gevelsteen herinnert nog aan die periode. De voorgevel is verder nog exact als bij de oplevering. Maar binnen…” Meer foto’s volgen. Bouwwerken. Grote bouwwer-ken. Kale ruimtes. Wanden van tufsteen. “Het is een grote klus geweest. Achter elke gesloopte wand kwam géén verrassing naar voren, haha. Van top tot teen hebben we alles aangepakt — dat duurde twee jaar. We verkochten het huis in Broek in Water-land en trokken in de woning hiernaast, die we ook konden kopen. Nu bewoon ik deze beletage en een halve etage hier bo-ven, en een gedeelte van het souterrain met daaronder, naast de kluizen, een zwembad. Acht meter onder de grond. Heerlijk. De rest verhuur ik. Net als mijn andere huizen. Wie in een monument wil wonen, belt mijn makelaar. Eh…” Hij

03

vernis#04 – 055

portretBooker

Page 56: Vernis Magazine, edition 4

Kunst vormt, net als stenen, een vaste waarde in Bookers leven. Hij schuimt kunst- en antiek-

beurzen af, veilinghuizen in binnen- en buitenland, al dan niet in het gezelschap van kunstminnende vrienden. De mooi-ste stukken verschijnen op zeker moment in dit huis. “In de rode kamer, aan de grachtkant, hangen de meeste maritieme werken. Maritieme schilderijen doen iets met me. Ik ben zeiler. Met een scherp jacht zeil ik vanuit de haven in Zuid-Frankrijk

elk jaar over de Middellandse Zee. Overi-gens uitsluitend naar landen waar de Guide Michelin over schrijft... ik vermijd plaatsen zonder goede keuken. Marokko? Welnee. Nou ja, het Mamounia Hotel in Marrak-ech is natuurlijk geweldig. Ik vaar alleen, of met mijn partner Saskia. Sta vaak te koken in een keukentje aan boord, kleiner dan de bank waarop jij nu zit. Verse vis, met mijn vouwfietsje eerder die dag in de ha-ven gekocht. Dat is leven.”

Een zeeslag boven de vleugel — een me-tershoog doek — beheerst de woonzaal: De Slag bij Scheveningen in 1653, geschilderd

Hij schuimt veilinghuizen en kunst- en antiekbeurzen af, al dan niet in het gezelschap van vrienden.

04

Herinneringen aan lang vervlogen tijden.

ring. Wist je dat Bach componeerde vol-gens de gulden snede?”

Zijn voorliefde voor klassieke vormen en materialen leidde Booker meer dan eens naar Italië. “Dat land is het grootste monument ter wereld. Dat merk je al zo-dra je voorbij Menton de grens over gaat. De stijl, de finesse, de zorg voor smaak en kleur. Ik was twintig en zal nooit vergeten hoe ik in mijn MG-A voor het eerst, al-leen, die grens over reed, San Remo in. Een openbaring. Met de Vereniging De Poorters van Venetië, waar ik bestuurslid van was, ontfermden we ons destijds over de laat 15de-eeuwse San Zaccariakerk, de oudste kerk van Venetië, die ernstig in ver-val was geraakt. Enkele kostbare schilde-rijen werden gerestaureerd — werken van Giovanni Bellini en Vassilacchi. Plus het interieur, de marmeren vloer, het Callido Orgel en het houten Christusbeeld.”

04

Dit jaar viert Amsterdam het 400- jarig bestaan van de grachtengordel, vanaf het begin van de 17de eeuw het kloppende hart van de hoofdstad. Vooral in de 18de eeuw is vanaf de (voor Amsterdammers: het) Singel ‘naar buiten toe’ tot aan de Prinsen-gracht gebouwd. Bureau Monumenten en Archeologie Amsterdam organi-seert kort voor de (landelijke) Open Monumentendag op 14 en 15 septem-ber drie extra open dagen: de Amster-dam Heritage Days. Verschillende grachtenpanden zullen dan vrij toegankelijk zijn, onder het motto Macht & Pracht. Het Grachtenfestival, van 16 t/m 25 augustus, staat dit jaar eveneens in het teken van het jubileum, met 150 concerten op 50 locaties, onder meer in grachtenpanden.

Meer informatie: www.canonvanamsterdam.nl | www.hetgrachtenhuis.nl | www.grachtenfestival.nl

macht & pracht

056 – vernis#04

Page 57: Vernis Magazine, edition 4

Botterwijnseweg 11272 EG HuizenTel: + 31 (0) 6 53 468236

[email protected]

TÓTH IKONENADRESWIJZIGING

NIEUW ADRES

Page 58: Vernis Magazine, edition 4

door A. Levolger. Twee trompe l’œuils van Hendrik Willem Schweickhardt, aan weerszijden van de ruimte. “Zie je? Dan is het vol. Gevoelsmatig. De gulden snede, hè.”

De wanden zijn bekleed met zijde: ver-schillende handgemaakte Italiaanse appli-qués van lindenhout en bladgoud. Twee kroonluchters, vuurverguld, een grote boven het zitgedeelte en een kleinere bo-ven de eettafel. “Die kronen komen uit Rusland. Mooi verhaal trouwens. Ik bood bij Christie’s op deze grote. Ik was enige bieder. Ik had net gemijnd, toen verzame-laar Alexander Orlov binnen liep. Geluk-kig maar, het was een bloedbad geworden, haha. En nu wil het uitzonderlijke toeval dat ik een half jaar later met vriend en klokkenspecialist Bert Degenaar door Londen liep, een beetje op zoek naar bij-zondere stukken. Pats boem: een exact ge-

lijk exemplaar, in een kelder. Meteen gekocht natuurlijk: dat ze hier samen hangen, maakt het echt uniek.”

De ene anekdote volgt de andere op. Over de eettafel: “Jaren was ik op zoek naar een Époque-tafel, eind 18de-eeuws, met twaalf stoelen. Zo’n complete set is onbe-taalbaar, dan ga je naar de half miljoen euro. Over de hele wereld heb ik gekeken, gewikt en gewogen... en het telkens níét gedaan. Op zo veel geld kan ik niet rustig

zitten. Nu fiets ik al jaren regelmatig langs een antiekrestaurator op de Lijnbaans-gracht. Had die man ineens een tafel met twaalf stoelen staan. ‘Ga maar eens zitten’, zegt hij. Ik ga zitten. Hier kan ik wel een avond vertoeven, inderdaad. Directoire-stijl, vlak voor Napoleon. In Nederland gemaakt. Af.” Over moderne kunst: “Nee, moderne kunst komt het huis aan de gracht niet in. Mensen willen dat zo graag. Moderne kunst hier? Een koekoeksei. Snap je?”

Booker kookt graag, entertaint regelma-tig. Als oprichter van de Stichting Jazz Ta-lent reikt hij in zijn huis elk jaar in novem-ber aan een talentvol musicus een stipendium uit, gefinancierd door jazz-liefhebbers en in samenwerking met het Amsterdamse conservatorium. Hij spon-sort de stoelen, de happen en de drank voor tweehonderd gasten. “Dat zijn erg mooie middagen. Verder zijn hier regel-matig fundraisers, zoals bijvoorbeeld voor de renovatie van de Portugees-Israëlitische

‘Ik ga hier nooit meer weg. Ook toen mijn huwelijk over was, had ik besloten dat ik zou blijven’

05

Tijdens diners vormt de Russische kroon het stralende middelpunt.

Synagoge. En het strijkorkest Combatti-mento Consort treedt hier regelmatig op. Twintig mannen en vrouwen, zo mooi.”

De gastheer zit achterover in zijn fau-teuil en glimlacht. “Ik ga hier nooit meer weg. Ook toen mijn huwelijk over was, had ik besloten dat ik zou blijven. Mensen zeg-gen: ‘Jij, alleen, in zo’n ruimte?’ Ga toch weg. Ik voel me helemaal verweven met dit huis.”

De map die herinnert aan de bouw van een levenswerk, een goed gecalculeerde gok, gaat dicht. Een levenswerk is ver-wezenlijkt.

05

058 – vernis#04

Page 59: Vernis Magazine, edition 4

HoteiJapanesePrints

ART2013

20-28 April 2013Jaarbeurs Utrecht

Stand 61

Page 60: Vernis Magazine, edition 4

balans “Ik verzamel antiek en objets d’art, maar streef niet een verza-meling na in de klassieke zin van het woord. Ik heb geen acht lantaarns of zestien stoelen. Ik houd van Franse en Noord-Italiaanse meubels en voorwerpen uit de 18de eeuw. Het samenbindende element vormen de lijnen en de beeldtaal die in deze periode volledig in balans was. De ver-houdingen, de maten en stijlelementen kloppen.”

vorm “Tien jaar geleden was ik voor mijn werk veel in Zuid-Duitsland. In de vrije uren ging ik vaak naar antiekzaken. In de buurt van Bamberg kwam ik in een antiekwinkel zoals je ze vaak ziet: enigszins onoverzichte-lijk, vol met meubels, een vitrine met enkele objecten en een paar schil-derijen, waarbij het bovendien niet duidelijk was wat te koop was en wat niet. Ver achterin de winkel stonden deze Venetiaanse lantaarns op knullige stokken. De ruitjes hadden die specifieke Italiaanse vorm, de patina was niet verpest door een quasi-restaurator. Ik vond ze meteen prachtig maar kocht ze niet onmiddellijk.”

veneto “Ik had een paar jaar eerder een reis gemaakt door de Noord-Italiaanse regio Veneto. Ik heb toen prachtige villa’s bezocht en heb daar

de liefde opgevat voor de Italiaanse Barok. Wat ik in die villa’s had gezien zag ik terug in deze lan-taarns. Het is een kwestie van detaillering, ver-houdingen, balans en kleur. Ik heb meer objecten uit die periode, en ondanks het feit dat er een enor-me variatie in zit, is het één geheel, een eenheid.”

kaarslampje “Toen ik een paar maanden la-ter weer in Zuid-Duitsland was, ben ik opnieuw langs die winkel gegaan. De lantaarns stonden daar nog steeds, en opnieuw was ik getroffen door de prachtige vorm van de ruitjes, de verhoudingen, de balans en de prachtige ongerestaureerde staat. Deze lantaarns zijn een perfect voorbeeld van de rijkheid van objecten uit de 18de eeuw, zonder de kitsch die een eeuw later zijn intrede deed. Oor-spronkelijk werden in dit soort lantaarns natuurlijk kaarsen gebrand, wat een betoverende lichtgloed

geeft. Dit is nu niet doenlijk, maar een subtiele fitting en dito kaarsgloei-lampje zullen de authenticiteit geen geweld aandoen. Ik heb twee stokken en metalen houders laten maken waarmee ik ze tegen de wand kan beves-tigen, net als in die prachtige villa’s in de Veneto. Ik hoop dat ze nog lang bij ons blijven en ons vaak terugvoeren naar hun oorsprong.”

Objets d’art

beeld Friso Keuris

tekst Mischa van de Woestijne

n a a m

PatricK stOPPelManb e r o e p

Manager tOegePaste satelliettechnOlOgie

v o o r w e r p

Venetiaanse lantaarnsa n n o

18de-eeuWsi n b e z i t s i n d s

2004b i j z o n d e r

KaraKteristieKe Venstertjes

060 – vernis#04

rubriekMijn mooiste stuk

Page 61: Vernis Magazine, edition 4

vernis#04 – 061

rubriekMijn mooiste stuk

Page 62: Vernis Magazine, edition 4

062 – vernis#04

het depotCentraal Museum

Page 63: Vernis Magazine, edition 4

Walhalla voor

beeld Tessa Posthuma de Boer

tekst Aya langeveld

Ninke Bloemberg, conservator Mode & Kostuums van het Centraal Museum in Utrecht, opende voor Vernis de kledingkasten in het depot.

fashionisTa’s

vernis#04 – 063

het depotCentraal Museum

Page 64: Vernis Magazine, edition 4

Het depot van het Centraal Museum is geen blikvanger. Ver verwijderd van het museum in de Utrechtse binnen-stad, worden zo’n vijftigduizend ob-jecten veilig be-waard tussen be-tonnen muren. De collectie Mode & Kostuums is één van de in totaal vijf deelcollecties van het Centraal Museum. Met negenduizend ac-cessoires en kledingstukken in alle soorten en maten is het de ultieme walk-in closet voor kunsthistorici. Kasten vol jurken en

01

04

02

03

jasjes, stellingen met genummerde schoenendozen. Soort bij soort, van top tot teen en door de eeuwen heen. Van schoenen van Jan Jansen, nieuw in doos, tot een 16de-eeuws kin-dermutsje, van waaiers en parasol-letjes tot recent

werk van hedendaagse, jonge ontwerpers als Iris van Herpen. En stukken uit de ja-ren ’90 van Viktor & Rolf, die het begin-punt markeren van de opmars van het Dutch Design.

03

Parasolletjes vragen om een speciale manier van opbergen. 04

De witte hand-schoenen worden gedragen om direct contact tussen huid en voorwerp te vermijden.

01

Conservator Ninke Bloemberg toont een selectie japonnen van rond 1770 tot circa 1925.02

Schoen uit 1988 van de hand van Lola Pagola (uit de serie ‘Harig’).

064 – vernis#04

Page 65: Vernis Magazine, edition 4

Naast de vriezer be-vindt zich een aan-recht waarop fles-sen gedestilleerd water staan. Toch worden vlekken en vuil meestal niet verwijderd uit oude

stoffen, omdat die vaak te kwetsbaar zijn. Dat vraagt dus om bijzondere voorzorgs-maatregelen. Zo zijn de kleerhangers bij-

voorbeeld met de hand gemaakt, en groot en breed zodat de stof van de voor- en ach-terzijde van een item elkaar niet kunnen raken.

Voor sommige stukken kan zelfs de zwaartekracht al te veel zijn. Die worden daarom in kasten opgeborgen waar ze tus-sen zuurvrij karton op de planken liggen. Items die in lades worden opgeborgen, verpakt men eerst in ongebleekt katoen. Als extra bescherming.

Vlekken en vuil worden meestal niet verwijderd uit oude stoffen, omdat die vaak te kwetsbaar zijn

05

05

Caraco (damesjak) gemaakt van hergebruikte zijde; het patroon werd zo goed mogelijk voortgezet.

Europeana FashionDe kledingcollectie wordt digitaal ontslo-ten in kader van het ‘Europeana Fashion’-project. Daar komen, online, de kleding-collecties samen van diverse internationale musea, waaronder het Engelse Victoria and Albert Museum. “Het is interessant om de geschiedenis van de kleding vanuit een breder perspectief te kunnen bekij-ken”, zegt conservator Mode & Kostuums Ninke Bloemberg. “Frankrijk heeft in de 18de eeuw bijvoorbeeld de mode in Ne-derland op een andere manier beïnvloed dan Engeland. Zulk soort ontwikkelingen kun je straks goed bestuderen.”

Dat mag zo zijn, in het echt is het leuker. Opwindender vooral. De geheimzinnige sfeer, de geur, het gedimde licht, de over-weldigende hoeveelheid objecten die je te-gelijkertijd aanstaren... En alles systema-tisch geordend, zonder de context van een tentoonstelling. Een depot wakkert iets aan, vooral de nieuwsgierigheid naar meer, het gevoel dat je alle laatjes en dozen wel open zou willen maken. Dit is een wal-halla voor fashionista’s.

KoudNet als dat voor andere museale objecten geldt, vraagt het conserveren van textiel en kleding om zorg op maat. Tot 1996, het moment dat het huidige centrale depot werd betrokken, werden de collecties be-waard op verschillende locaties in de stad en onder minder ideale omstandigheden. Licht, tocht en vocht zijn de natuurlijke vijanden die in een depot zoveel mogelijk vermeden dienen te worden. Hier kan dat. Toch dreigen er nog andere gevaren. Motten en andere beestjes kunnen alsnog voor een waar ‘kostuumdrama’ zorgen. Vandaar de grote diepvrieskast die in digi-tale cijfers de temperatuur aangeeft. Min 22. Voor die motten en die andere beestjes te koud. Als de conservator de deur opent, liggen er diverse kledingstukken in diep-vrieszakken. “Sommige objecten laten we vijf weken liggen voordat ze opgeslagen worden, zoals bont. Het kan lang duren voordat dat vrij is van ongenode gasten.”

vernis#04 – 065

het depotCentraal Museum

Page 66: Vernis Magazine, edition 4

BovenklasseHet mag bijna een wonder heten dat de kledingstukken — sommige zelfs na hon-derden jaren nog — intact zijn. Het zijn museumstukken en niet zonder reden: in de tijd waarin ze gedragen werden, waren ze al bijzonder. Gemaakt voor gegoede da-mes en heren en met een prijskaartje waar je ook u tegen zegt. “De historische kle-ding van de ‘gewone man’ zul je hier niet vinden, simpelweg omdat die niet bewaard

is gebleven”, zegt Bloemberg. “Dat soort kleding werd in het verleden ge-dragen tot die op de

draad versleten was. Bovendien was het materiaal van mindere kwaliteit. Textiel was duur. Daar was men zuinig op. Ook de bovenklasse trouwens. Kijk maar naar deze ‘caraco’, een 18de-eeuws damesjakje. Je ziet hier duidelijk dat hij een keer uitge-

legd is en gemaakt is van stof uit een ander kledingstuk.”

Tijdsbeeld“De geschiedenis van de kleding verwijst naar de geschiedenis van de mens”, zegt Bloemberg tussen twee rekken met veel-kleurige jurken. “Kleding is meer dan een gebruiksvoorwerp. Mode is alles tegelijk: kunst, cultuur, geschiedenis, sociologie, de weerslag van een tijdsbeeld. Je kunt het op zoveel verschillende manieren zien en interpreteren. Dat is ook meteen de uitda-ging bij het samenstellen van een tentoon-stelling. Het gaat niet om het geven van een lineair overzicht of een modeshow. Vroe-ger werd mode vooral getoond om de ge-schiedenis van de beschaving te illustre-ren, de laatste decennia is het — en terecht — een zelfstandige discipline geworden die volop in ontwikkeling is. Door combina-ties te maken met de andere deelcollecties van het museum kun je kledingstukken in een andere context een groter verhaal la-ten vertellen. Maar het kan ook gaan om het presenteren van nieuwe inzichten door onderzoek. In de tentoonstelling Blue jeans bijvoorbeeld, hebben we een belangrijke aanvulling willen geven op de bestaande kennis over de alledaagse spijkerbroek. We hebben de geschiedenis van de spijker-broek heel breed geïllustreerd. Aan de hand van bijvoorbeeld een 17de-eeuws schilderij, opdrachten aan hedendaagse ontwerpers, maar ook een atelier, waar het publiek — midden in de tentoonstelling — zelf achter de naaimachine kon kruipen. Dat spreekt een heel uiteenlopend publiek aan, dat is leuk.”

Helaas duren de modetentoonstellin-gen — die in verhouding erg goed bezocht worden — nooit lang en dat is hoofdzake-lijk vanwege de kwetsbaarheid van het ma-teriaal. Het tentoonstellen van textiel is beperkt mogelijk, zelden langer dan drie maanden.

Nieuw talentEr wordt door het de conservator en haar collega’s doorlopend gezocht naar nieuw

De modetentoonstellingen duren nooit lang en dat is hoofdzakelijk vanwege de kwetsbaarheid van het materiaal

06

Bordeauxrode fluwelen luifelhoed uit circa 1845.

06

066 – vernis#04

het depotCentraal Museum

Page 67: Vernis Magazine, edition 4

Het Centraal Museum, dat dit jaar als instituut 175 jaar bestaat, is het oudste stedelijk museum van Nederland. Aanvankelijk omvatte de collectie vooral archeologische voorwerpen die direct met de stad Utrecht te maken hadden. De collectie werd bewaard en sinds 1838 getoond in de bovenste verdieping van het stadhuis. In 1921 verhuisde collectie naar het voormalige Agnieten-klooster op het Nicolaaskerkhof, waar ze werd samengevoegd met de collecties van het genootschap Kunstliefde, het Aartsbisschoppelijk Museum en het Utrechtsch Museum van Kunstnijver-heid. Sindsdien draagt het museum de naam Centraal Museum. De collectie kan inmiddels worden onderverdeeld in

EEn bEEtjE historiEde hoofddisciplines Stadsgeschiedenis, Oude Schilderkunst, Moderne Kunst, Toegepaste Kunst en Mode & Kostuums. Het museum heeft de grootste collectie Rietveld-objecten ter wereld, waaronder het Rietveld Schröderhuis. Ook het huis van Dick Bruna is onderdeel van het museum. De collectie is alles behalve verstopt: vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week kunnen belang-stellenden via de site van het museum (www.centraalmuseum.nl) opzoeken wat er allemaal te zien is. Dat wil zeggen, het deel dat is gefotografeerd en beschre-ven, want het project om de museumob-jecten en archiefstukken te digitaliseren loopt nog. Vrijwel alles zal straks digitaal te benaderen zijn.

talent. Al dan niet aanstormende coutu-riers krijgen opdrachten om speciaal iets voor het museum te ontwerpen. Dat is on-derdeel van het collectieplan, waardoor er veel hedendaags werk te vinden is in het depot. “Bij hedendaagse ontwerpers wil je er het liefst zo vroeg mogelijk bij zijn”, zegt Bloemberg. “Maar je weet natuurlijk nooit zeker of iemand zal doorbreken. Het be-sluit om iets in de collectie op te nemen, is soms best lastig. Het is eerder een Fingerspit-zengefühl dan een wetenschap. Met mode is het net als met schilderijen of andere kunst, de handtekening van de maker is van in-

07

vloed op de waarde. Maar wie de nieuwe iconen zijn, kun je vaak pas achteraf vaststellen. Een kledingstuk kan overigens natuur-lijk om veel meer redenen interes-sant zijn om in de collectie op te ne-men. Vanwege het

tijdsbeeld dat het neerzet. Of de bijzondere manier waarop het vervaardigd is.”

07

Deze Jan Jansen is uit 1989, maar past ook prima in het modebeeld van 2013.08

Schoenendozen vol met bijzondere paren ‘oud’ en modern schoeisel.

Centraal MuseumNicolaaskerkhof 103512 XC Utrecht

08

vernis#04 – 067

het depotCentraal Museum

Page 68: Vernis Magazine, edition 4

Maar weinigen weten dat Nederland en Perzië een gemeenschappelijke ge-schiedenis delen die begon bij de Tachtigjarige Oorlog. Of liever gezegd, vlak na het einde ervan. Wat formeel een religieuze twist was tussen katholie-ken en protestanten, was feitelijk een protest tegen de aankondiging van de invoering van een zogenaamde ‘tiende penning’ (een omzetbelasting van 10 procent). De bestuurlijke eenheid die daarna was ontstaan en die de Re-publiek der Zeven Vereenigde Nederlanden of de Vereenigde Provinciën werd genoemd, zag zich geconfronteerd met de in 1580 aangetreden Spaan-se koning Filips II die ons — achteraf — nog een lesje wilde leren. De Hol-landers hadden de Spanjaarden namelijk behoorlijk gezichtsverlies bezorgd door ze het land uit te werken, hetgeen voor de Spaanse koning voldoende reden was hen buiten de zeer lucratieve handel in specerijen te willen hou-den. Om die reden liet hij de haven van Lissabon voor de Hollandse schepen sluiten, wat hem overigens maar ten dele lukte omdat de Hollanders zich handig om de boycot heen wisten te manoeuvreren en dusdoende de voor ons land belangrijke handel in specerijen, thee, katoen, porselein en derge-lijke te laten continueren.

VOCDe Hollanders waren, naast de Spanjaarden, Portugezen, Fransen en Engelsen, een suc-cesvol zeevarend volk geworden. Ooit leefden we van landbouw, veeteelt en visserij, maar

Tussen AmsTerdAm en IsfAhAn

beeld foumani Persian Gallery

tekst Ali foumani

In de 17de eeuw ontstonden innige handelsbetrekkingen tussen de Nederlanden en Perzië. Dit resulteerde in een versterking van de positie van Nederland als zeevarende natie en een hoogconjunctuur die vele decennia duurde.

01

068 – vernis#04

historieTussen Amsterdam en Isfahan

Page 69: Vernis Magazine, edition 4

door onze kwalitatief hoogstaande scheepsbouw en de opgebouwde kennis van maritieme navigatie, hadden we ons in de loop der tijd opgewerkt tot de grootste vervoerders van West- en Noord-Europa: de Hollanders hadden een indrukwek-kende vloot van meer dan tweeduizend schepen — meer dan die van de Engelsen en Fransen samen.

Toen in 1594 alle Spaanse mazen ge-dicht waren, viel de handel voor de Neder-landse schepen stil. Inmiddels was wel steeds meer bekend geworden over de rou-tes naar de Oost, waarop de Portugezen — die hun zeekaarten altijd angstvallig ge-heim hadden gehouden — tot dusver in de praktijk een monopolie hadden. De Hol-landers zetten handelscompagnieën op om de koopwaar zelf uit het Verre Oosten te halen. Omdat ze vooral elkaar becon-curreerden, werd al snel besloten de ver-

schillende compagnieën samen te voegen. Vanaf 1602 handelden ze onder één vlag: die van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC, zie het kader).

Perzische GolfDe wereld was destijds een stuk minder overzichtelijk dan nu. Boottochten waren lang en gevaarlijk, de concurrentiestrijd was hevig en werd niet zelden met wapens uitgevochten. In een door de Perzen on-bewaakt ogenblik hadden de Portugezen het eiland Hormoz bezet en daarmee de feitelijke controle van de Perzische Golf in

handen gekregen. Zinde dat de Per-zen niet, andere zeevarende naties die geen verbond hadden met de Portugezen waren er zo mogelijk nog minder over te

spreken. Met name de Engelsen waren erop gebrand de Portugezen van het eiland te verdrijven, wat in 1622 lukte dankzij een innige militair-diplomatieke samenwer-king met de Perzen. Hiermee hadden de

Toen in 1594 alle Spaanse mazen gedicht waren, viel de handel voor de Nederlandse schepen stil

02

01

Shah Abbas (1571-1629) besteeg de troon in 1587.02

Gezicht op Isfahan (1656, door Adam Olearius).

vernis#04 – 069

historieTussen Amsterdam en Isfahan

Page 70: Vernis Magazine, edition 4

Engelsen weliswaar goede sier gemaakt bij de Perzen, voor het bestendigen van de handel in zijde — in die periode behalve het voornaamste Perzische exportproduct vooral een zeer gewilde en kostbare han-delswaar — hadden ze onvoldoende finan-ciële middelen, niet in de laatste plaats omdat hun vloot in deze regio te zwak was om de Portugezen blijvend onder controle te houden. Om die reden vroegen de En-gelsen de Hollanders deel te nemen aan deze in potentie bijzonder lucratieve han-del met de Perzen.

Zo kon het gebeuren dat de VOC in 1623 vanuit de VOC-handelspost in India een handelsdelegatie onder leiding van een zekere Huybert Visnich naar Perzië stuurde, die tot taak had te bekijken of de handel met dat land zo veelbelovend was als de Engelsen altijd beweerden.

SchilderlesPerzië had nauwelijks zilver- en goudmij-nen om zelf geld te kunnen munten. Dat geld was wel hard nodig, want het land was in permanente staat van oorlog met de Ot-tomanen en soldaten vechten niet gratis. De handel in zijde, die werd geteeld in de kuststreek bij de Kaspische Zee, was dus een goed middel om buitenlands geld naar Perzië te halen. Met de heerser van Perzië, sjah Abbas I, werd een handelsovereen-komst gesloten. Er kwam een handelspost in Bandar Abbas (in het Westen meestal Gamron genoemd, naar het Perzische Kamaron), dat de positie van het eiland Hormoz als belangrijkste handelsplaats had overgenomen.

De Safaviden-dynastie waartoe sjah Abbas I behoorde, heerste over Perzië van 1501 tot 1722. Afgezien van gewoonten en religie waren de verschillen in levensstan-daard tussen de Perzen en Europeanen aan het begin van de 17de eeuw niet erg groot. De gezondheidszorg lag in die tijd op een hoger niveau dan in Europa. Sjah Abbas I liet strenge straffen uitdelen voor beroving en diefstal en gaf opdracht tot het bouwen van een groot aantal rustplaatsen voor karavanen — de ‘karavanserais’—,

waardoor de door-gaande wegen in Perzië veiliger wa-ren dan destijds bij ons.

Het intellectuele klimaat in Perzië werd gestimuleerd door de tegenstelling tussen de orthodoxe theologen en de pantheïsten en de vele honderden jaren van bloeiende cultuur en wetenschap in de regio maak-ten Perzië ook in dat opzicht superieur aan Europa, dat zich eigenlijk nog maar een paar eeuwen aan de donkere Middeleeu-wen had weten te ontworstelen.

In Perzië werd Visnich ‘Directeur’, de titel voor de plaatselijke vertegenwoordiger van de VOC. Na diverse avontuurlijke rei-zen trad in diezelfde periode Jan Lucasz. van Hasselt in dienst als hofschilder van Sjah Abbas I en verbleef enkele jaren later ook een andere Hollandse kunstenaar, Philip Angel, aan het hof. De laatste gaf de sjah zelfs schilderles (in archieven zijn di-verse bestellingen van de sjah voor kwasten en verf teruggevonden). Net als andere kunstenaars en handwerkslieden aan het hof van de Safavidische vorsten stonden de Hollanders hoog in aanzien. Vijf kleine portretten van Angel leverden niet min-der dan 6.000 gulden op: uitgaande van

het gemiddelde weekloon van een am-bachtsman van 15 gulden destijds, is dat het equivalent van ongeveer 150.000 euro nu. In 1640 bood een nieuwe Directeur een schilderij aan, de ‘Zeeslag bij Gibraltar onder bevel van van Heemskerk’, met een waarde van 1.230 gulden. Er was de Hol-landers kennelijk veel aan gelegen de rela-tie met de Perzen goed te houden.

Mousa BeigIn 1626 werd met de Perzen een overeen-komst gesloten om jaarlijks peper, andere specerijen en textiel uit India te leveren tot een bedrag van 30.000 toman, plus 10.000 toman contant. Toen was de waarde van één toman 40 gulden, maar de Hollanders zouden betaald worden in zij-de. De aankopen dat jaar liepen op tot meer dan 1.500.000 gulden (in heden-daags geld zo’n 40 miljoen euro). De goe-deren werden verkocht in Europa. In dat-zelfde jaar had de VOC een winst van honderd procent.

Niet alleen was 1626 een topjaar voor bestuurders en aandeelhouders van de VOC, het was ook het jaar dat gezant Mou-sa Beig — ‘beig’ wordt uitgesproken als ‘beek’ en is een aanspreektitel voor hoog-waardigheidsbekleders, enigszins verge-lijkbaar met de Engelse titel ‘Sir’ — werd ontvangen door de prins Frederik Hen-drik en de regering van de Republiek. Hun overhandigde hij zijn geloofsbrieven, tapij-ten en andere kostbare geschenken uit zijn vaderland. Na een lange reis arriveerde hij op 9 februari van dat jaar in Nederland. Hij vestigde zich in ’s-Gravenhage waar hij zich mengde tussen de Hollandse adel en feesten en banketten bezocht. Het tijdelijke verblijf van de Perzische gezant had moge-lijk een effect op de Hollandse schilder-kunst, in het bijzonder die van Rembrandt, die in diezelfde periode ten minste twee maal een schilderij met een ‘man in Oos-terse Kleding’ vervaardigde. Sommigen geloven dat de man in het schilderij is ge-inspireerd op Mousa Beig, maar in de tijd van Sjah Abbas I droegen hoogwaardig-heidsbekleders nooit een baard.

03

03

Stichter van de Safaviden-dynastie Shah Ismael I.

070 – vernis#04

historieTussen Amsterdam en Isfahan

Page 71: Vernis Magazine, edition 4

overstelpt, zo vermaakt en doorlopend betaald is als deze Mousa.”Opvallend was dat de Hollandse be-langen zeer goed

behartigd werden door hofschilder Van Hasselt. In 1630 sloot hij namens — de overigens inmiddels overleden — Sjah Ab-bas I een verdrag met de Staten-Generaal over de positie van Perzische onderdanen in de Republiek, waarin hun vrije handel en vrijheid van religie werd verleend. Door

dit verdrag werden de diplomatieke ban-den verder aangehaald. De Engelsen pak-ten het intussen minder goed aan. In de-zelfde periode zond de Perzische Vorst een delegatie naar Engeland met aan het hoofd een zekere Naqdi Beig. Zijn ontvangst stond in schril contrast met die van zijn Perzische tegenvoeter in de Hofstad en op de terugreis beroofde Naqdi Beig zich zelfs van het leven, uit angst voor de toorn van de Sjah wegens het falen van zijn missie.

ConcurrentieDe Hollanders trachtten altijd door mid-

Dat de aanwezigheid van Mousa Beig niet altijd zonder problemen verliep, blijkt uit een in de archieven teruggevonden brief van de Heren XVII:

“Zijn eigenaardige gedrag met betrekking tot drank en vrouwen, en het uiten van krenkende beschuldigingen, niet alleen tegen de Compag-nie als geheel en tegen zijn individuele leden, maar ook tegen de overheid van het land en zijn ambtenaren, is te erg om hier te beschrijven, uit respect voor de hoge positie, toevertrouwd aan hem door de Koning [Shah], in wiens belang wij er van afzien verder op de zaak in te gaan.

Van tijd tot tijd dreigde hij naar Engeland en zelfs naar Spanje te gaan, onze vijanden, want naar zijn mening werd hij met onvol-doende hoffelijkheid behandeld, terwijl wij oprecht kunnen verklaren dat geen andere gezant van vorsten van buurlanden of bondgenoten met zoveel hoffelijkheid is

Met de Perzen werd een overeenkomst gesloten voor de levering van peper, andere specerijen en textiel uit India

04

04

Isfahan: het Naghsh-e Jahan-plein met zijn Savafidische gebouwen.

vernis#04 – 071

historieTussen Amsterdam en Isfahan

Page 72: Vernis Magazine, edition 4

del van monopolies de inkoopprijzen laag te houden. Ze slaagden daarin in enkele delen van Indonesië, zoals op de Moluk-ken waar de nootmuskaat vandaan kwam, maar in Perzië lukte dat niet. Daar werden concurrerende partijen tegen elkaar uit-gespeeld en de prijzen zomaar verhoogd. Dit leidde enkele malen tot conflicten, die twee keer uitmondden in Hollandse acties tegen het eiland Kisj en die in beide geval-len werden opgelost door eindeloze on-derhandelingen: de eerste maal in 1652 (de Cunaeus-delegatie), de tweede in 1684-1685 (de Van den Heuvel en de Ja-ger-delegatie). De delegaties hebben hier-over uitgebreide rapporten uitgebracht die bewaard zijn gebleven. Er is zelfs een over-zicht van alle geschenken aan de verschil-lende hovelingen, en uit de documenten blijkt ook dat de Hollanders verontwaar-digd zijn omdat tevens over de geschenken 15 procent ‘tol’ betaald moest worden.

Waren Engeland en Holland soms bondgenoten tegen een gezamenlijke vij-and, zoals Spanje, ze waren af en toe ook onderling in oorlog (1652-1654, 1665-1667 en 1672-1674, waarvan de laatste tot de Vrede van Westminster leidde. Niette-min waren de contacten tussen de leiding van de VOC en de English East India Company over het algemeen zeer vriend-schappelijk. Ze ondersteunden elkaar bij financiële en andere problemen en stuur-den elkaars post door. Tegelijkertijd waren ze in een hevige concurrentiestrijd gewik-keld en probeerden ze elkaar aan het Perzi-sche hof en bij plaatselijke hoogwaardig-heidbekleders zwart te maken. De Hollanders accepteerden zelfs verliezen om de concurrentie te ondermijnen. Zij kon-den het zich veroorloven door de financiële rugdekking van de VOC en, indirect, de Republiek, terwijl de Engelsen moesten le-nen tegen hoge marktrentes. Bovendien moest de EEIC wedijveren met andere En-gelse handelscompagnieën, in tegenstel-ling tot de VOC, wier oprichting de onder-linge concurrentie van de diverse handelscompagnieën tot nul had weten te reduceren. In 1664 richtten de Fransen

De Vereenigde Oost-Indische Compagniebe-stond uit zes Kamers van de steden Amsterdam, Rotterdam, Delft, Hoorn, Enkhuizen en Middel-burg. De deelnemende kooplieden waren verdeeld in bewindheb-bers en aandeelhouders. De aandeelhouders hadden geen zeggen-schap in het beleid, maar deelden wel in de winst.

Het centrale orgaan — de Vergadering der Heren XVII — werd samengesteld uit zeventien gekozen afgevaardigden van de Kamers. Het startkapi-taal bedroeg 6,44 miljoen gulden, waarvan de helft voor rekening van de Am-sterdamse Kamer kwam (Amsterdam was niet alleen het belangrijkste centrum voor handel en scheepvaart in Europa, maar ook een financieel centrum vanwege zijn wisselbanken en beurs-handel).

De VOCDe Staten-Generaal, het in ’s-Gravenhage zetelende bestuur der zeven provinciën, verleende aan de VOC het monopolie op de handel met Azië. De VOC mocht handelsposten stichten, forten bouwen, vijandelijke schepen kapen (met de zoge-naamde ‘kapersbrieven’), had een eigen militaire macht om in den vreemde de belangen te bescher-men of handel met de lokale bevolking af te dwingen. Ook kon zij zelfstandig verdragen sluiten met de Oosterse vorsten.

De residentie van de Gouverneur-Generaal der VOC bevond zich in Batavia, het huidige Jakarta. Hij had de leiding over een wijdver-spreid netwerk van handelsposten maar ook over het ambtenaren-corps. Was de primaire taak van de Heren XVII het maken van winst, de

Gouverneur-Generaal was belast met de diplomatie en belangen-behartiging van de Hollandse handelsposten.

Elke handelspost had een eigen Directeur, wiens salaris 200 gulden per maand bedroeg. Ter vergelijking: dat van een junior-koopman bedroeg 36 gulden en dat van een assistent 25 gulden, kost en inwoning inbegrepen. Ook voor die tijd geen royale salarissen, dus er werd ook voor eigen rekening gehandeld, in eigen spullen of handel van de VOC.

De VOC, die in de 17de eeuw zou uitgroeien tot de grootste commerci-ele onderneming ter wereld, werd krap twee eeuwen na haar oprich-ting opgeheven, verzwakt door interne corruptie en ook omdat handelswijze en structuur niet meer in overeenstemming werden geacht met de toen heersende denkbeelden.

072 – vernis#04

historieTussen Amsterdam en Isfahan

Page 73: Vernis Magazine, edition 4

hun eigen Compagnie des Indes op en ver-voegden zij zich aan het Perzische hof in Isfahan. Maar op het gebied van de handel was hun aanwezigheid ter plaatse onbelang-rijk. De Engelsen en de Hollanders hadden in de hoofdvestiging te Gamron, het cen-trum voor overzeese handel waar Perzische, Armeense, Arabische, Indiase en Europese kooplieden de touwtjes in handen.

ArmeniërsIn Isfahan hadden de Hollandse kooplie-den wel een handelskantoor, maar de Di-recteur verbleef gewoonlijk in Gamron. De Hollanders realiseerden zich vrij snel dat iemands rang en positie in Perzië zeer belangrijk was en met uiterlijkheden moest worden bevestigd. De positie van de Di-recteur was vergelijkbaar met die van de Gouverneur van Shiraz en dus waren het tuig van zijn paard en zijn waterpijp van

goud en had hij een lijfwacht, ordon-nansen en tolken in vaste dienst. Als de Directeur zich

verplaatste door de straten bestond zijn gevolg uit ten minste een dertigtal perso-nen. Het ‘hoofd’ van de kooplieden in Is-fahan evenaarde de Directeur in uiterlijk vertoon, aangezien hij dikwijls aan het Perzische hof zijn opwachting moest ma-ken. Ook de andere Nederlanders kleed-den zich als Perzen. Dat was niet alleen praktischer gezien het moordend hete en

vochtige klimaat, het trok ook minder aandacht van passanten.

Hier stopte de integratie overigens wel. Sommige Hollandse kooplieden spraken wel een beetje Perzisch, maar het was uit-zonderlijk als iemand de taal goed be-heerste. In de handel maakten ze daarom gebruik van tussenpersonen, de zoge-naamde ‘makelaars’, meestal Armeniërs die fungeerden als bemiddelaar en tolk.

Armeniërs zaten overal, van Londen tot de Filippijnen. Het feit dat ze christe-nen waren, gaf hun bij rivaliserende isla-mitische twisten een grote voorsprong. Zo

De contacten tussen de VOC en de English East India Company waren over het algemeen zeer vriendschappelijk

05

05

Gezicht op Gamron door Cornelis de Bruijn (1704).

vernis#04 – 073

historieTussen Amsterdam en Isfahan

Page 74: Vernis Magazine, edition 4

kon, ondanks de permanente vijandelijk-heden tussen de Ottomanen en de Perzen, de handel via het Ottomaanse Rijk plaats blijven vinden. Tussen de christelijke Ar-meniërs en de Hollanders ontwikkelden zich hechte relaties. Hollanders trouwden soms met Armeense vrouwen in Perzië, maar ook in Amsterdam ontstond een Armeense gemeenschap: het verdrag van 1630 gaf hun immers als Perzische onder-danen dezelfde rechten als de Hollanders in Perzië. Eerder al had Sjah Abbas I trou-wens Armeniërs naar Amsterdam ge-stuurd. Hij had zelfs geld gedoneerd om ter plaatse een Armeense kerk te laten bouwen.

MosselsteinAan het einde van de 17de eeuw bekoelde de relatie tussen de Perzen en de Hollan-ders. Niet alleen als gevolg van de toegeno-men concurrentie, die maakte dat andere partijen elkaar bij Perzische hoogwaardig-heidsbekleders zwart probeerden te ma-ken, maar ook door communicatiestoor-nissen en door Perzische machtsspelletjes waar de Hollanders de vinger niet achter wisten te krijgen. De diplomatieke vaar-digheid om de in de loop der tijd bij de Perzen ontstane wrevel over onze handel

en wandel geheel glad te strijken, ontbrak. Bovendien verloor het hof zijn grip op het land. De heersende sjahs vonden staatsza-ken steeds minder belangrijk en het leger werd verwaarloosd, met alle gevolgen van

Dit artikel is een bewerking van

a. FouMani’s onDerzoek ‘Perzisch-

hollanDse betrekkingen in De 17e eeuw’

oP te vragen via [email protected]. Met

Dank aan De heer w. beuMer voor

aanvullenD bronnenonDerzoek.

06

dien. De eens zo veilige handelsroutes werden geteisterd door overvallen van struikrovers en de inval van de Afghanen deed de handel geheel stilvallen. Na en-kele maanden van beleg werd Sjah Sultan Husein in 1722 uit Isfahan verdreven, de stad die onder Sjah Abbas I in 1598 de hoofdstad van het Perzische rijk was ge-worden. In 1740 — de niet langer door de sjah beschermde kooplieden werden ja-renlang door plaatselijke potentaten afge-perst — besloot men de VOC-vestiging in Isfahan, Kirman en Shiraz te sluiten.

genadeklapHalverwege de 18de eeuw was de bezet-ting in Gamron, de enig overgebleven

handelspost, inmiddels tot de helft gere-duceerd. Hierdoor was de handel welis-waar nog enigszins winstgevend, deson-danks wilde Batavia ook de VOC-vestiging in Gamron opheffen. De plaatselijke VOC-resident, een zekere Tido von Inn- und Kniphausen, wist Gouveneur-Generaal Mossel echter te overtuigen van het belang van het handhaven van een bruggehoofd in Perzië. Op het eiland Khark zou daartoe een nieuw fort worden gebouwd, dat de slim gekozen naam ‘Mos-selstein’ moest gaan dragen.

Mossel ging akkoord, maar toen Von Kniphausen in 1760 naar Europa terug-keerde en Mossel een jaar later overleed, was het lot van Fort Mosselstein feitelijk al bezegeld. Nog voor de VOC het eiland goed en wel had kunnen verlaten, werden het fort en de loodsen in 1766 door Perzi-sche troepen geplunderd. Dit bleek de ge-nadeklap voor de relatie tussen de VOC en Perzië: het doek voor de handel was defi-nitief gevallen.

De islamitische cultuur vormt al eeuwenlang een bron van inspiratie voor westerse kunstenaars. zo ook voor de nederlandse kunstenaar Marc Mulders (1958), die veel van zijn motieven aan de christelijke én islamitische cultuur ontleent.

ter gelegenheid van de heropening van het geheel verbouwde en uitge-breide noordbrabants Museum in ‘s-hertogenbosch is er van 25 mei de tentoonstelling the Moonlight garden te zien. in deze grote overzichts- tentoonstelling zijn 80 werken uit alle door Mulders beoefende genres te zien: schilderijen, glaskunst, aquarel-len, natuurfotografie, politieke collages en tapijten.expositie the Moonlight garden (25 mei t/m 21 september 2013).

marc mulders

06

Man in oosterse kledij, door rembrandt (1635).

074 – vernis#04

historieTussen Amsterdam en Isfahan

Page 75: Vernis Magazine, edition 4

www.art2013.n l

De nieuwe voorjaarbeurs ART 2013 toont moderne- en oude kunst,antiek en design van ruim 75 deelnemers uit binnen- en buitenland.Genieten van schilderijen, beelden en juwelen om te bewonderen ofmee naar huis te nemen. Laat u verrassen door de tentoonstellingFEEST! naar aanleiding van de aanstaande troonswisseling en laat uw zintuigen prikkelen op ART 2013!

Page 76: Vernis Magazine, edition 4

076 – vernis#04

portretPaleis Het Loo

Page 77: Vernis Magazine, edition 4

In zijn Politeia (geschreven rond 380 v. Chr.) waarschuwde de Griekse wijsgeer Plato al voor de emoties en begeerten die kunst kan oproepen. Machtige figuren maakten gebruik van die wetenschap. Door de eeuwen heen hebben ze zicb altijd via de beeldende kunst geprofileerd als dapper, opgewekt, vriendelijk, aantrekkelijk en wijs. Als de kunst gecontroleerd wordt ingezet, kun je er je onderda-nen zelfs mee betoveren. Dat hebben de Spaanse, Britse en Franse vorsten wel bewezen, met hun praalpaleizen, paradijstuinen, kostbare juwelen en gewaden.

We lopen met Michel van Maarseveen, directeur van Paleis Het Loo, langs de portretten van Willem van Oranje,

van de vele Willems die volgden en die van Beatrix, haar moeder en haar grootmoeder. De eerste stad-houders tonen nog bescheiden, met hier en daar een — ongetwijfeld gewichtige — onderscheiding, maar in de loop der eeuwen worden de portretten steeds zelfverzekerder, vorstelijker ook. Ze zijn dui-delijk gemaakt om de Oranjes status en gezag te geven. Het kunstwerk als kunstje van de monarchie.

“De Oranjes begrepen wat Plato bedoelde, maar waren vergeleken met de andere Europese vorsten-huizen opvallend bescheiden”, relativeert Van Maarseveen. “Hun portretten waren kleiner en hun kleding minder decadent. Een enkeling heeft geposeerd als mythische held, maar vooral omdat dat in de 17de eeuw mode was.”

De kunst van hetkoningshuis

beeld sigurd kranendonk

tekst Mariëtta nollen

Wat hebben stadhouders, koningen en kunst met elkaar te maken? Michel van Maarseveen, directeur van Paleis Het Loo,

leidt Vernis rond langs de kunst die zich in de loop der eeuwen om de Oranjes heen heeft verzameld.

01

02

01

Koning Willem I in hermelijnen koningsmantel.02-03

Exterieur Paleis Het Loo.

vernis#04 – 077

museumPaleis Het Loo

Page 78: Vernis Magazine, edition 4

Die bescheidenheid laat zich eenvoudig verklaren. De Oranjes begonnen hun loopbaan immers als republikeinen. En toen ze zich in de 19de eeuw eindelijk ko-ning mochten noemen, kregen ze niet de kans zich te ontwikkelen tot despoten: Ne-derland transformeerde toen al naar een parlementaire democratie. In de decennia daarna brokkelde de macht van de Oranjes verder af. Momenteel bekleden ze vooral een ceremoniële functie en bestaat de mo-narchie bij de gratie van hun populariteit.

De eerste OranjesHet begon allemaal in 1581, toen de Staten van Holland en Zeeland zich achter de opstandige prins Willem van Oranje schaarden en met het Plakkaat van Verla-tinghe afstand namen van de ‘koning van Hispanje’. “Dat was het feitelijke begin van Nederland als natie”, doceert Van Maarse-veen. Willem werd toen al als held gezien, want na zijn ontijdige dood als gevolg van de aanslag door Balthasar Gerards, beslo-ten de Staten-Generaal dat hij een praal-

‘Wie in de Europese vorstenwereld aan het eind van de 17de eeuw iemand wilde zijn, bouwde zijn eigen Versailles’

03

05

04

graf verdiende. Hendrick de Key-ser werd gevraagd voor het ontwerp en ook de benodigde financiën werden alvast geregeld.

Met de Tachtig-jarige Oorlog in volle gang hadden de eerste Oranjes wei-nig tijd voor vorstelijke ambities. Vechters-bazen en rokkenjagers waren het, vooral Willems zonen Maurits en ‘Stedendwin-ger’ Frederik Hendrik. Maar in de 17de eeuw kwam er rust en ruimte. Ook al werd de strijd na het Twaalfjarig Bestand weer

04

Van Maarseveen toont portret van Koning Willem II.05

Koning Willem II door Charles Pieter Verhulst (1817).

078 – vernis#04

museumPaleis Het Loo

Page 79: Vernis Magazine, edition 4

dood besloot Amalia van Solms haar nieuwe buitenhuis op te dragen aan de herinnering van haar echtgenoot: De Oranjezaal in Huis ten Bosch. Het pro-ject, bestaande uit 31 grote doeken, was één van de belangrijkste opdrachten uit de Gouden Eeuw.

Lodewijk XIVAmalia’s plannen leken te mislukken toen haar zoon, stadhouder Willem II, jong overleed. Nederland dacht het toen even zonder de Oranjes te kunnen stellen. Maar na het Eerste Stadhouderloze Tijd-perk kwam er toch weer een Oranje aan de macht. “Dat was in het rampjaar 1672”, vertelt van Maarseveen. “Toen werd de re-publiek van alle kanten aangevallen. Wil-lem III, die nog niet eens was geboren toen zijn vader stierf, was inmiddels oud genoeg om te vechten en het stadhouderschap op zich te nemen. Hij werd als als ‘redder des vaderlands’ binnengehaald.” En hij werd

koning, alleen niet hier: de Glorious Revolution van 1688 leverde hem de koningstitel van

Engeland, Schotland en Ierland op.Als hoogste in rang van een republiek

zou Willem III nooit kunnen tippen aan de grandeur en decadentie van het Franse hof, waar op dat moment Lodwewijk XIV de scepter zwaait. Toch was Paleis Het Loo daar wel een afspiegeling van. Van Maar-seveen: “Wie aan het eind van de 17de eeuw ‘iemand’ wilde zijn in de Europese vor-stenwereld, bouwde zijn eigen Versailles. Hofarchitect Jacob Roman liet zich door het Franse paleis inspireren en ook de symmetrische tuin van Marot leek op die van Versailles, maar dan kleiner. Met zijn Koningssprong-fontein — met een straal van maar liefst dertien meter hoog de hoogste van heel Europa — wist hij de Zonnekoning zelfs te overtroeven.”

06

06-07

Bedkamer en bibli-otheek (stadhouder Willem III).

hervat, de welvaart in de steden groeide. Van Maarseveen: “Er werd alleen nog maar in de randgewesten gevochten. In de Gouden Eeuw floreerde de kunst. Rijke burgers lieten zich portretteren en bestel-den stillevens en landschappen op huis-kamerformaat. De Oranjes deden precies hetzelfde. Ook zij kozen voor burgerlijke onderwerpen of poseerden zelf voor schil-ders uit hun tijd. Maar ze lieten zich daar-bij als statige bestuurders neerzetten, niet als vorstelijke heersers. Willem van Oranje liet graag zien dat hij lid was van de Orde van het Gulden Vlies. Zijn zoon Maurits was lid van de Orde van de Kousenband. Die onderscheidingen werden soms later nog aan de schilderijen toegevoegd.”

Kunst voor een koningStadhouder Maurits leefde zowat op het slagveld en bleef vrijgezel. Zijn veel jongere halfbroer Frederik Hendrik (1584-1647) trouwde pas op latere leeftijd met de ambi-tieuze gravin Amalia van Solms (1602-1675). In de Gouden Eeuw steeg de waarde van aandelen explosief en zo ook het in- komen van het paar. Hierdoor slaagde de stadhouder er in voor zijn kinderen voorname huwelijken te regelen. Hoogte-punt was het huwelijk van zoon Willem met de Engelse prinses Maria Stuart, de doch-ter van koning Karel I. Frederik Hendrik regelde verder dat het stadhouderschap erfelijk werd verklaard.

“Frederik Hendrik was de eerste Oran-je die echt tijd en geld investeerde in kunst”, vertelt Van Maarseveen. “In de vele paleizen die hij liet bouwen, had hij werken van Rembrandt, Rubens, Van Honthorst, Poelenburgh en Van Dyck. Verder gaf hij ook geld uit aan tuinen, wandtapijten, juwelen en kunstwerken die het roemrijke Oranjeverleden belichtten. Hofschilder Michiel Jansz. van Mierevelt schilderde bijvoorbeeld veel portretten van helden uit de Tachtigjarige Oorlog. Eerder — in 1607 — portretteerde hij prins Maurits, die niet van stilzitten hield.”

Frederik Hendrik overleed in 1647, één jaar voor de Vrede van Münster. Na zijn

vernis#04 – 079

museumPaleis Het Loo

Page 80: Vernis Magazine, edition 4

PatriottenOp de schilderijen uit de tweede helft van de 17de eeuw verdween de oorlog steeds meer naar de achtergrond en werden de Oranjes geportretteerd in prachtige gewa-den. Ze ontleenden hun status toen vooral aan hun rijkdom.

Willem III stierf kinderloos in 1702. Zijn erfgenaam, Prins Johan Willem Friso, was dan wel stadhouder van Fries-land, maar de andere gewesten hadden weinig met hem op. Toen de Fransen weer eens oprukten, kwam de eigen bevolking echter in opstand. Opnieuw moest een Oranje de boel sussen en in 1747 werd de zoon van Johan Willem Friso, Willem IV, de nieuwe stadhouder.

In de 18de eeuw moesten de Oranjes meer op de centen letten. Er werden min-der portretten geschilderd, minder palei-zen gebouwd. De kunstnijverheid floreer-de nog wel, maar vooral omdat Orangisten en Patriotten hun politiek tegengestelde loyaliteit verpakten in aardewerk en glas. Van Maarseveen toont ons borden en gla-

zen in de vitrine-kasten met de Oranjeboom, het symbool van de Orangisten, en

keeshondjes, waar de Patriotten zich mee vereenzelvigden. Tussen het vaatwerk ont-waren we een glas waarop een keeshondje tegen een Oranjeboom watert. “Dat was in die tijd natuurlijk een inkoppertje.”

OlifantenInmiddels zijn we bij Willem V aanbeland, die leefde van 1748 tot 1806. “Een zwakke stadhouder”, zegt Van Maarseveen. “Maar hij kocht wel weer veel kunst. En hij hield,

hier op Het Loo, exotische dieren. Oli-fanten, apen, giraffen, die na de Franse bezetting naar Frankrijk verhuisden.”

Met de Franse inval in 1795 kwam een einde aan het stadhouderschap en de Re-publiek. Willem V vluchtte naar Engeland, verdween roemloos van het toneel en overleed in Braunschweig (Brunswijk), ruim voordat in 1813 het Koninkrijk der Nederlanden zou worden uitgeroepen.

Drie koningenIn 1813 werd de zoon van stadhouder Wil-lem V tot koning gekroond. Van Maarse-veen wijst op een staatsieportret zoals die veel van Willem I — de eerste Nederlandse

In de 18de eeuw werden minder portretten geschilderd, minder paleizen gebouwd

07

08

Koningin-Moeder Emma (Pieter Pander, c. 1930).

08

080 – vernis#04

museumPaleis Het Loo

Page 81: Vernis Magazine, edition 4

NEDERLANDSE TURMUHR - gesigneerd ‘Francois de Mey Amsterdam’ - Circa 1675 - Nederland

Het uurwerk is voorzien van gaandwerk op spillegang met slinger en slagwerk op sluitschijf dat de hele uren voluit slaat op een bel. Op de hoeken van de vuurvergulde messing kast zijn zuiltjes geplaatst met

daarbovenop een van de vier jaargetijden, voorzien van de gravure ‘Winter’ ‘Lenten’ ‘Somer’ ‘Herst’.Loopduur: 24 uur

Afmetingen: 45 x 29 x 29 cm.

Molenstraat 22 - 4031 JS Ingen - The Netherlands - P +31 344 603 [email protected] - www.mentinkenroest.com

advertentie-Mentink&Roest2.indd 1 28-03-13 14:54

Page 82: Vernis Magazine, edition 4

koning — zijn gemaakt. Hij poseert trots en koninklijk, staand en in vol militair ornaat. Zijn zoon, Willem II, trouwde met de schatrijke Russische prinses Anna Paulowna. Hij liet paleizen verbouwen in neogotische stijl en verzamelde kunst, onder andere werken van Oude Meesters als Rembrandt, Van Ruysdael, Hobbema, Raphaël, Titiaan en Van Eyk. Maar Wil-lem II had bij zijn dood in 1849 nog een miljoen gulden aan schulden uitstaan, met zijn kunstcollectie als onderpand. Zijn nabestaanden besloten de verzame-ling te veilen. “En de Staat der Neder-landen stak geen vinger uit om de kost-bare schilderijen voor het land te behouden”, zegt Van Maarseveen, met enige understatement.

In de 19de eeuw vond men het tijd de eeuwenlang beschreven en geschilderde heldhaftigheid der Oranjes te bekronen. In 1824 maakte hofschilder Jan Willem Pieneman (1779-1853) De slag bij Waterloo. De Nederlandse kroonprins, de latere Willem II wiens moedige optreden hem de bijnaam ‘De Held van Waterloo’ bezorgde, ligt gewond op een brancard. De macht van de koning is dan al tanen-de, Nederland ontwikkelt zich tot parle-mentaire democratie. Zijn opvolger, de impopulaire Willem III wiens bijnaam ‘Koning Gorilla’ luidde, zorgt niet bepaald voor een positief beeld van de monarchie. “Toch stond het voortbestaan van het instituut eigenlijk nooit ter dis-cussie”, zegt Van Maarseveen. “Met de koloniale expansie groeide het Neder-landse zelfbewustzijn en de nationale trots. Beïnvloed door de Romantiek werden de helden van weleer opnieuw vereeuwigd, bijvoorbeeld als standbeeld, zoals dat van Willem van Oranje te paard tegenover Paleis Noordeinde.”

Drie vorstinnenDe 20ste eeuw was van de vorstinnen: Wil-helmina, Juliana en Beatrix. De industri-ele revolutie, de modernisering en de de-mocratisering van de samenleving veranderden hun rol en maakten het ko-

ningschap vooral tot een ceremoniële functie. Er kwam meer tijd voor andere dan staatszaken. Van Maarseveen neemt ons mee naar het kantoorgedeelte van het paleis. Hier hangen onder meer werken van de hand van Wilhelmina, zoals een landschap van een fjord in Noorwegen. “Wilhelmina schilderde vooral land-schappen. Op Het Loo, in Noorwegen of in de duinen. Ze schilderde soms ook ’s nachts, bij volle maan. En ze had talent, dat werd herkend toen ze in 1932 werd toegelaten als lid van het Haagse schilder-kunstig genootschap Pulchri Studio.”

Met haar grove streken heeft de vorstin zich duidelijk laten beïnvloeden door

Thérèse Schwartze (1851-1918), de Amsterdamse schil-deres die de beau monde van Neder-

land en verschillende leden van het koningshuis portretteerde, waaronder koningin-moeder Emma, Wilhelmina, en later ook Juliana als kind.

Van Juliana weten we dat ze wel eens tekende en schilderde, maar Beatrix was veel intensiever met kunst bezig. De kunst-zinnige aspiraties van de Oranjes bleven meestal privé, vertelt Van Maarseveen. “Beatrix doet aan beeldhouwen. Bij uit-zondering maakte ze het beeldje voor de

In de 19de eeuw vond men het tijd de eeuwenlang beschreven en geschilderde heldhaftigheid der Oranjes te bekronen

09

09

Prins Hendrik (Maria Margaretha van Rees, 1936).

082 – vernis#04

museumPaleis Het Loo

Page 83: Vernis Magazine, edition 4

Een paar uitzonderlijke girandole oorbellen van zilver met roosdiamanten, Portugal, 18e eeuw. (ware grootte)

Kunsthandel Inez Stodelperiod jewellery - antiques

Nieuwe Spiegelstraat 65 - 1017 DD Amsterdamwww.inezstodel.com * [email protected]

stichting Jantje Beton en boetseerde ze ook De Appeltjes van Oranje voor het Oranje-fonds. En in 2000 was ze gastconservator van het Rijksmuseum en toonde ze een voorkeur voor abstracte kunst.”

Het beroemdste kunstwerk uit de 20ste eeuw met een Oranje in de hoofdrol is wellicht de serie zeefdrukken van Andy Warhol. In 1985 portretteerde hij de vier regerende vorstinnen van dat moment: Beatrix, Elizabeth II van Groot-Brittan-nië, Margarethe van Denemarken en koningin-regentes Ntombi van Swazi-land. “Paleis Het Loo heeft in 1986 de — zeldzame — Royal Edition van deze reeks gekocht, met contourlijnen die zijn afgezet met diamantstof”, vertelt Van Maarse-veen. “Warhol zei later dat hij met het

portret van Beatrix het meeste plezier had beleefd — ze was ‘the best-looking of the bunch.’ ”

Een nieuwe koningMet Willem-Alexander I en Máxima breekt er een nieuwe tijd aan voor het koningshuis. En voor de detailhandel, want rondom de troonswisseling gaan de herdenkingsproducten als warme brood-jes over de toonbank. Dat is overigens van alle tijden. Bij elke troonsopvolging wor-den er herdenkingsborden, -serviezen, -munten en -zegels gemaakt. Sommige spullen hebben antiquarische waarde, andere zijn al populaire collectors’ items geworden. Daarnaast moeten de staatsie-portretten van Beatrix in alle ambtelijke ruimten worden vervangen voor die van

Willem-Alexander en Máxima.Liet Beatrix zich officieel portretteren

door kunstenaars als Marthe Röling en Jeroen Henneman, het nieuwe vorstelijke paar zal ongetwijfeld voor kunstenaars van de eigen generatie kiezen. Dat kan een schilder zijn, maar noodzakelijk is dat niet. Máxima heeft zich al eens laten ver-eeuwigen door fotograaf Erwin Olaf. Hoe dan ook, het moet wel iemand zijn die de magie begrijpt. Want de Oranjes kunnen hun mythe alleen handhaven, als ze ons keer op keer weten te betoveren. Of dat is gelukt, weten we als we over enkele decen-nia Paleis Het Loo bezoeken.

Paleis Het Loo, Koninklijk Park 1,Apeldoorn (www.paleishetloo.nl)

museumPaleis Het Loo

Page 84: Vernis Magazine, edition 4

Vele werken van Van Gogh, Monet, Isaac Israels, Van Dongen, Jongkind en Breit-ner gingen door zijn handen en verlieten hun tijdelijke opslag met het predicaat ‘Herkomst: Ivo Bouwman’. Bij het grote publiek verwierf hij bekendheid als expert bij het televisieprogramma Tussen kunst en kitsch. En de kunsthandelaar, beëdigd taxa-teur en vooral specialist op het gebied van Nederlandse en Franse kunst uit het fin de siècle, zit dit jaar veertig jaar in het vak.

SluijtersOp zijn zestiende koopt Ivo Bouwman zijn eerste kunstwerk. Hij loopt mee met Hans Cramer, handelaar in oude meesters, en bezoekt tentoonstellingen. Maar het is een bevlogen lerares kunstgeschiedenis op de Koninklijke Academie die hem inspireert voor de kunsthandel te kiezen. Als assi-stent van Cramer reist hij vervolgens de wereld over om zijn oog te oefenen op vei-lingen, in musea en galeries. In 1972 be-

‘herkomst:ivo bouwman’

beeld Gemeentemuseum Den haag

tekst marita smit

Ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van kunsthandelaar Ivo Bouwman kwam een bijzondere gelegenheidstentoonstelling tot stand: vijfentwintig meesterwerken uit het fin de siècle, voor het eerst samen in het Gemeentemuseum Den Haag.

gint hij voor zichzelf. Zijn zaak neemt een grote vlucht, onder andere dankzij een grote tentoonstelling over Jan Sluijters, één van de vele beroemde schilders die een rol zullen spelen in zijn leven.

02

01

084 – vernis#04

profielIvo Bouwman

Page 85: Vernis Magazine, edition 4

KwaliteitNaar aanleiding van Bouwman’s 40-jarig jubileum heeft het Gemeentemuseum Den Haag hem gevraagd van de topstuk-ken die hij in de loop der jaren heeft ver-kocht, een selectie te maken. Daar zitten pareltjes bij, zoals Kustlandschap in Normandië (Claude Monet), twee prachtige portretten van Kees van Dongen en een klein, maar prachtig werk van G.H. Breitner: Drie schoolmeisjes. Andere grote namen: J.B. Jongkind, Jan Toorop, Marc Chagall en Jan Sluijters.

Doede Hardeman is conservator Mo-derne Kunst van het museum en erg en-thousiast over de gelegenheidstentoon-stelling. “Door de jaren heen heeft Ivo Bouwman prachtige werken verkocht. Schilderijen van een kwaliteit die je nu zel-den in de handel tegenkomt. Neem bij-voorbeeld Les femmes qui s’embrassent van Jan Sluijters. Schilderijen als deze verdwijnen in de loop der jaren veelal in museale col-lecties — dit doek ook: het is aangekocht door het Van Gogh Museum.” Een andere persoonlijke favoriet is het schilderij Vrouw

met perzik van Leo Gestel. “Een schit-terend voorbeeld van vroeg moder-nisme in Neder-land.”

Ondanks de warme banden tus-sen Bouwman en het museum, heeft hij hun nooit iets verkocht. “Wij ko-pen kunst als de kunstenaars nog keven”, zegt de conservator. “Maar we zijn ontzettend blij dat we deze fan-

tastische schilderijen kunnen tonen.”

de tentoonstelling ‘HerKomst: ivo

Bouwman’ is nog t/m 12 mei 2013 te zien

in Het gemeentemuseum den Haag

(www.gemeentemuseum.nl)

03

04

01

ivo Bouwman tijdens de teFaF, dit jaar.02

leo gestel (1881-1941):‘vrouw met perzik’.03

Kees van dongen (1877-1968): ‘de blauwe japon’.04

Kees van dongen:‘Femme rose sur fond rouge’.

vernis#04 – 085

profielIvo Bouwman

Page 86: Vernis Magazine, edition 4

Sl

ing

er

va

ze

n, C

hin

a, K

an

gx

i Pe

rio

de

, ca

. 172

0

porcelain • terracotta • works of art

Nachtegaalslaantje 1 ’s-Hertogenbosch

Tel. +31 (0)73 - 614 62 51 www.vanderven.com [email protected]

wij wensen het

rijksmuseum & het

noordbrabants museum

een wervelende

opening!

4212014 VEN Vernis mrt 220x285 mrt.indd 1 27-03-13 14:06

Page 87: Vernis Magazine, edition 4

fotografie

Maxim Meekes

iteMsstyling

rogier Corbeau

opproduCtie

Caroline eschbach en Jettie rozemond

wit

De kunsthandel is van oudsher een bron van inspiratie. Oud en nieuw, rijp en groen, door Vernis op thema gerangschikt

en tegen neutrale achtergrond voor de eeuwigheid vastgelegd. Voor deze editie werd gekozen voor de thema’s

‘Floraal’, ‘Oranje boven’ en ‘Amestelledamme’.

vernis#04 – 087

rubriekitems op wit

Page 88: Vernis Magazine, edition 4

Van links naar rechts: 1 Van nie antiquairs ‘Petit Feu’ KraanKan met FiguratieF teKen van FabrieK ‘De roos’, DelFt c. 1740, Polychroom DelFts aarDewerK, h 32 cm, €34.000 2 Bruil & Brandsma Works of art tulP met vlinDer, neDerlanDen, einD 17De eeuw, inKt en aquarel oP PaPier, 24,5 x 15 cm (exclusieF lijst), €8.500 3 VanderVen oriental art ‘Famille verte’-Pul met DeKsel, china, Kangxi-PerioDe (1662-1722), Porselein met tinnen montuur, h 17,3 cm, Prijs oP aanvraag 4 VerBeek schuttelaar broche belles Feuilles ‘van cleeF & arPels’, FranKrijK, 1956, 18-Karaat geelgouD, Diamant, saFFier en smaragD, De Diamant is briljantgeslePen, 5 x 8 cm, €19.000 5 frides laméris kunst- en antiekhandel twee taFelversieringen Die Deel uitmaaKten van een tuin waarmee in De 18De eeuw tijDens Diners taFels werDen versierD, venetië, DerDe Kwart 18De eeuw, glas in verschillenDe Kleuren, hout en ijzerDraaD, h 8,5 cm, Prijs oP aanvraag 6 firma p. hoogendijk een Paar Kwam yin-KanDelaars, china, qianlong-PerioDe (1736-1795), monturen

1

2

34

5

6

088 – vernis#04

rubriekitems op wit

Page 89: Vernis Magazine, edition 4

tweede helft 18de eeuw, porselein en brons, h 30,5 cm, €50.000 7 Kunstconsult plateel vaas met rozendecor van theo colenbrander voor plateelfabriek ram, 1920-1922, keramiek, h 26 cm, €3.500 8 A. AArdewerK AntiquAir Juwelier zilveren bierpul van Johannes schiotling, amsterdam 1770, h 22 cm, 1.529 gram, priJs op aanvraag 9 douwes Fine Art bloemstilleven van Jacques de claeuw (c.1620-dordrecht na 1689), olieverf op paneel, b 22,5 x h 20 cm, €24.000 10 Gude Antique clocKs carriageclock gesigneerd h.l. (waarschiJnliJk henry- lepaute), frankriJk, 1870, email cloisonné, hxbxd 18 x 10,2 x 8,7 cm, €12.500 11 A. AArdewerK AntiquAir Juwelier diamanten bloembroche, frankriJk, c. 1860 zilver op goud bezet met brilJant oud sliJpsel, ø 5,2 cm, priJs op aanvraag 12 robert schreuder AntiquAir paar kandelaars in vaasvorm met drie bloemtakken (frankriJk of zweden) c. 1780, vuurverguld en gepatineerd brons met wit marmer h 37 cm, €6.200

7

8

9

1011

12

Floraal

De mens houdt van bloemen en laat zich er graag door inspireren. Dat is nauwelijks aan tijd, plaats of cultuur gebonden,

zoals deze bloemlezing laat zien...

vernis#04 – 089

rubriekitems op wit

Page 90: Vernis Magazine, edition 4

Van links naar rechts: 1 Jan Beekhuizen kunst en antiekhandel GeGraveerd Glas met wapen van willem van Oranje, duitsland, derde kwart 18de eeuw, sOdaGlas H 19 cm, €2.500 2 kunstconsult dOOr cris aGterberG OntwOrpen jubileumbeker t.G.v. 25-jariG reGerinGsjubileum van kOninGin wilHelmina, 1923, Glas en emailverf, H 11 cm, €450 3 kunstconsult Oranjevaas, OntwOrpen dOOr a.d. cOpier vOOr Glasfabriek leerdam. in 1926, Het jaar waarin kOninGin wilHelmina en prins Hendrik Hun zilveren Huwelijksfeest vierden, werd Het eerste Oranje vaasje uitGebracHt. bij die GeleGenHeid verscHeen OOk deze vaas in kleine OplaGe. H 25,5 cm, €2.100 4 roBert schreuder antiquair brOnzen leeuw met spOren van Oude verGuldinG Op rOOdmarmeren sOkkel, frankrijk, c. 1800, H 15,5 cm x b 23 cm, €1.950 5 Frides laméris kunst- en antiek- handel GeleGenHeidsGlas Om te drinken Op willem v (1748-1806), GesiGneerd dOOr jacOb sanG, nederland Of enGeland, lOOdGlas met radGravure (amsterdam 1757), H 19 cm, prijs Op aanvraaG 6 Frides laméris kunst- en antiekhandel GeleGenHeidsGlas Om te drinken Op willem v en zijn vrOuw wilHelmina van pruisen (1751-1820), GesiGneerd i. spaan 1787, lOOdGlas enGels, 1690-1700, diamantlijnGravure nederlands, 1787, H 15,2 cm, prijs Op aanvraaG 7 Frides laméris kunst- en antiekhandel GeleGenHeidsGlas Om te drinken Op de GezOndHeid van stadHOuder

Oranje boven

Niet altijd waren de Oranjes even populair, maar in zware tijden werden ze als helden en bevrijders ontvangen,

ook buiten de grenzen van hun rijk...

1

2

37

8

6

5

4

090 – vernis#04

rubriekitems op wit

Page 91: Vernis Magazine, edition 4

Willem  iii  (1650-1702)  en  de  Zeven  verenigde  Provinciën,  nederlands  glas  met  nederlandse  gravure  1672-1689,  kristallijn  met  radgravure,  H  19,8  cm, Prijs oP aanvraag 8 Aronson AntiquAirs  Portretbord, delft, 1749, aardeWerk, ø 22,3 cm, €8.750 9 VAnderVen orientAl Art Zegel van jade met  de met de karakters van keiZer guangxu (1875-1908), cHina, eind 19de eeuW, Hxbxd: 10 x 11 x 11 cm, Prijs oP aanvraag 10 AntiquAriAAt ForuM boek in kalfsleer  met  goudversierde  rug,  getiteld  ‘komste  van  Zyne  majesteit  Willem  iii.  koning  van  groot  britanje,  enZ.  in  Holland;  ofte  omstandelyke bescHryving van alles, Het Welke oP des Zelfs komste en geduurende Zyn verblyf, in ’s graavenHaage en elders, ten teeken van vreugde en eere, is oPgerecHt en voorgevallen’, govert bidloo / romeyn de HoogHe, den Haag, 1691, b 26,5 x H 41,5 cm, €5.850 11 VAnderVen orientAl Art een Paar Peervormige  Porseleinen  vaZen  met  ijZerrode  sPiraaldecoratie,  cHina,  kangxi  Periode  (1662-1722),  c.  1720,  Porselein,  H  25,2  cm,  Prijs  oP  aanvraag 12 JAn Beekhuizen kunst en AntiekhAndel tinnen drinkbeker met William en mary door andreas rentroP, amsterdam, 1711-1728, H 14,9 cm, €1.500 13 ruBen AArdewerk Antiques Portret-miniatuur van martinus verbrugge (1802-1888), aquarel oP ivoor in een ZWart Houten lijstje met verguld 

metalen binnenrand, nederland, c. 1832, ø Portretje 7,5 cm, lijstje 14 x 13,5 cm, €875

9

10

11

12

13

vernis#04 – 091

rubriekitems op wit

Page 92: Vernis Magazine, edition 4

Van links naar rechts: 1 Bruil & Brandsma Works of art Laat 19de-eeuwse amsterdamse Lantaarn van bLik, H 41 cm, €450 2 inter-antiquariaat mefferdt & de Jonge kopergravure van corneLis brouwer naar Het ontwerp van Jurriaan andriessen, getiteLd ‘Het te water Loopen, der drie scHeepen, van de werff der oostindiscHe compagnie te amsterdam, op den 2de JuLy 1783’, uitgegeven door p. yver, f.w. greebe en J.w. smit, 1783, Hxb 35 x 44,5 cm, €1.350 3 a. aardeWerk antiquair JuWelier ZeLdZame terrine met onderscHoteL, JoHannes scHiotLing, amsterdam, 1786, gegoten ZiLver met gedreven Hoogte van 13,5 cm, priJs op aanvraag 4 mathieu hart antiquiteiten deLftse HengseLbak met portret van Jan wagenaar, deLft, c. 1766, faïence LxbxH 30 x 22 x 10 cm, €7.800 5 a. aardeWerk antiquair JuWelier ZiLveren wiJnkan martinus LogeratH, amsterdam, 1780, H 29,5 cm, gewicHt 1.142 gram, priJs op aanvraag 6 kunsthandel Jacques fiJnaut ZiLveren kaarsensnuiter in standaard, Jacob van den bergH ii, amsterdam, 1700, H 20 cm, priJs op aanvraag 7 frides laméris kunst- en antiekhandel geLegenHeidsgLas om een dronk mee uit te brengen op

1

3

4

2

092 – vernis#04

rubriekitems op wit

Page 93: Vernis Magazine, edition 4

‘HET WELVAREN VAN DE PRINSSEGRAFS BUERT 27-10-1771’, NEDERLANDS oF ENGELS LooDGLAS mET NEDERLANDSE DIAmANTLIjNGRAVURE, H 18,3 cm, PRIjS oP AANVRAAG 8 Kunstzalen a. Vecht GLAzEN BokAAL mET GEGRAVEERD WESTERkERk TE AmSTERDAm, EERSTE HELFT 18DE EEUW, H 25,2 cm, €7.500 9 Frides laméris Kunst- en antieKhandel GELEGENHEIDSGLAS om EEN DRoNk UIT TE BRENGEN oP HET AmSTERDAmSE DokTERSGEzELScHAP ‘UNo ANImo’, NEDERLANDS oF ENGELS LooDGLAS mET AmSTERDAmSE RADGRAVURE, DERDE kWART 18DE EEUW, H 22 cm, PRIjS oP AANVRAAG 10 Frides laméris Kunst- en antieKhandel GELEGENHEIDSGLAS om EEN DRoNk mEE UIT TE BRENGEN oP HET AmSTERDAmSE EcHTPAAR VAN DE STADT, ToEGEScHREVEN AAN jAcoB SANG (ERFURT c.1720-NIGTEVEcHT 1786, WERkEND IN AmSTERDAm VAN 1748-1785), INScRIPTIE ‘j. SANG FEc. 1757’, ENGELS oF NEDERLANDS LooDGLAS mET AmSTERDAmSE RADGRAVURE, H19,8 cm, PRIjS oP AANVRAAG 11 Jan BeeKhuizen Kunst en antieKhandel TINNEN mAATkAN VAN DE HAND VAN ANDRIES jILDENS, AmSTERDAm, 1776-1797, H 24,6 cm, €9.500 12 aronson antiquairs TABAkSPoT VAN AARDEWERk VAN DE DRIE kLokjES, DELFT, c. 1845, H 28,3 cm zoNDER DEkSEL, €5.750

Amestelledamme

De stad die ooit begon als dam, heeft zich in de ruim zeven eeuwen van haar bestaan op velerlei vlak bewezen.

Ze bloeit en groeit, vrijwel onafgebroken…

5

6

7

8

9

10

11

12

vernis#04 – 093

rubriekitems op wit

Page 94: Vernis Magazine, edition 4

boeken

Wat lezen professionals, verzamelaars en natuurlijk ook de geïnteresseerde leek? Een overzicht van naslagwerken die de laatste tijd aan het firmament verschenen.

met dank aan Caroline eschbach

A collection of filigrana glass

K i t t y L a m é r i s

u i t g . : F r i d e s L a m é r i s

€ 2 0

101 Netsuket o n & m i e s B e c K e r

u i t g . : m e i j e r i n g a r t B o o K s

i s B n 9 7 8 9 0 7 9 9 2 0 0 2 0 ,

€ 9 5

Er is al veel over 16de- en 17de-eeuws filigraanglas geschreven. Toch weet de

auteur een aantal nieuwe elementen toe te voegen. Niet alleen omdat veel teksten voor het eerst uit het Italiaans in het

Engels zijn vertaald, maar ook omdat ze ontdekte dat bepaalde technieken pas rond 1700 werden gebruikt, hetgeen

nieuwe mogelijkheden biedt om filigraan glas te dateren.

In de afgelopen 15 jaar wisten de auteurs — gepensioneerde artsen met een passie voor kunst en kunstvoorwerpen India,

Nepal, Tibet, China en Japan — een grote collectie Japanse gordelknopen bij elkaar

te brengen. In dit boek nemen ze 101 topstukken uit hun ‘netsuke’-verzameling

onder de loep, met nadruk op vak- bekwaamheid en schoonheid. Tweetalige

uitgave met verzorgde fotografie.

Cultuurgoederen, een praktische handleidinga n t o o n o t t

u i t g . : K v h o K , i s B n 9 7 8 9 4 9 0 7 8 2 0 6 1 , € 2 4 , 9 5 .

t e B e s t e L L e n v i a i n F o @ K v h o K . n L

Met het vervoer, de handel en het bezit van kunstvoorwerpen zijn tal van nationale en internationale regels gemoeid. Hoe unieker het voorwerp,

des te strenger de regels. Voor musea, vervoerders, handelaren of verzamelaars is lang niet altijd duidelijk wanneer je een object mag

uitvoeren en aan welke voorwaarden moet worden voldaan. Vandaar het initiatief van de KVHOK tot deze publicatie, waarin ook voor niet-juris-ten wet- en regelgeving op een begrijpelijke manier worden behandeld.

094 – vernis#04

RUBRIEKBoeken

Page 95: Vernis Magazine, edition 4

Engraving and EtchingA d S t i j n m A n

u i t g . : h e S & d e g r A A f

i S B n 9 7 8 9 0 6 1 9 4 5 9 1 8

€ 1 5 0

Dordts en Weerter Tinj . f . h . h . B e e k h u i z e n

u i t g e g e v e n i n e i g e n B e h e e r

i n f o @ j A n B e e k h u i z e n . n l

€ 4 5

Dit boek is de weerslag van meer dan een kwart eeuw onderzoek door de auteur

naar de geschiedenis van alle aspecten van manuele diepdruktechnieken, vanaf de uitvinding rond 1430-1440 tot nu. In NRC schreef Paul Steenhuis dat “Stijn-man met deze omvangrijke studie een

nieuw internationaal standaardwerk voor de geschiedenis van de manuele diepdruk

[heeft] geschreven.” In het Engels.

Jan Beekhuizen is antiekhandelaar en voorzitter van de Nederlandse Tin

Vereniging. Zijn specialisme leidde tot diverse publicaties, waaronder dit

boekwerk over twee privéverzamelingen met respectievelijk Dordts en Weerter tin.

In het boek zijn twaalf stuks Dordts en drieëntwintig stuks Weerter tin opgeno-

men, beide collecties met merken. In totaal 134 pagina’s full-colour.

The Atlas Blaeu-Van der Hem of the AustrianNational Library (facsimile)

j o A n B l A e u / l A u r e n S v A n d e r h e m

u i t g . : h e S & d e g r A A f ( 2 0 1 1 ) , v i A A n t i q u A r i A A t f o r u m

p r i j S o p A A n v r A A g

Het origineel van de even unieke als kostbare Atlas Blaeu-Van der Hem wordt bewaard in de Österreichische Nationalbibliothek in Wenen. Deze door Laurens van der Hem (1621-1678) onder meer met een verzameling originele VOC-kaarten uitgebreide versie van Joan Blaeu’s Atlas Maior (verschenen tussen 1660 en 1663) is de enige collectie in zijn soort die

intact is overgeleverd vanuit de 17de eeuw. In 2004 werd de Atlas opgenomen in de Memory of the World Register van de Unesco. Deze schitte-rende en tot slechts honderd exemplaren gelimiteerde facsimile maakt het werk voor een breder publiek bereikbaar. Deze serie bestaat uit acht banden van 58 x 44 cm, gebonden in vellum en in vier drukgangen

(inclusief een gouddruk) vervaardigd op Mellotext Natural White papier.

vernis#04 – 095

RUBRIEKBoeken

Page 96: Vernis Magazine, edition 4

Alle contactgegevens van de leden der Koninklijke Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland, plus informatie

over hun specialisme.

amsterdam

algemeene ethnografica- en Kunsthandel

aalderinKSpiegelgracht 15

1017 Jp amSterdam020-6230211

info@aalderinkorientalart.nlwww.aalderinkorientalart.nlaziatiSche kunSt, etnografica,

pre-columbiaanSe kunSt

archea ancient artnieuwe SpiegelStraat 37

1017 dc amSterdam020-6250552

[email protected]

archeologie

e.h. ariëns KappersprinSengracht 6771017 Jt amSterdam

[email protected]

oude (JapanSe) prenten, land- en zeekaarten

aronson antiquairsnieuwe SpiegelStraat 39

1017 dg amSterdam020-6233103

[email protected] aardewerk

Kunst en antieKhandel Jan BeeKhuizen

nieuwe SpiegelStraat 491017 dd amSterdam

020 [email protected]

europeeS tin, Sculpturen, volkSkunSt

J.p. Beelingvan eeghenStraat 20

1071 gg amSterdam06-24905541

[email protected] porSelein)

Kunsthandel p. de Boerherengracht 512

1017 cc amSterdam020-623684906-21520044

[email protected]

oude meeSterS

Borzo KunsthandelkeizerSgracht 5161017 eJ amSterdam

020-626330306-53163808

[email protected]

moderne en hedendaagSe kunSt

Bruil & Brandsma worKs of art

nieuwe SpiegelStraat 681017 dh amSterdam

[email protected]

www.bb-art.comkunSt uit middeleeuwen en renaiSSance, volkSkunSt

gallery delaive modern and contemporary art

Spiegelgracht 231017 Jp amSterdam

[email protected]

www.delaive.commoderne en hedendaagSe

kunSt

douwes fine art (anno 1805)

StadhouderSkade 401071 zd amSterdam

[email protected]

oude meeSterS, 19de- en 20Ste-eeuwSe SchilderiJen

Kunsthandel Jacques fiJnaut

nieuwe SpiegelStraat 311017 dc amSterdam

[email protected]

www.kunSthandelfiJnaut.nlalgemeen antiquair

foumani persian gallerybeethovenStraat 107a

1077 hx amSterdam020-6797430

[email protected]

tapiJten, kelimS

gude antique clocKsovertoom 150

1054 hp amSterdam020-6129742

[email protected]

klokken, barometerS, inStrumentaria

mathieu hart antiquiteiten sinds 1878

rokin 1221012 lc amSterdam

[email protected]

www.hartantiqueS.comalgemeen antiquair

Kunsthandel frans JacoBs

the terraze buildingemmy andrieSSeStraat 582

1087 ne amSterdam020-6381729

[email protected]

20Ste- en 21Ste-eeuwSe SchilderiJen

peter Korf de gidts antiquair

brouwerSgracht 869

1015 gk amSterdam

020-6252625

[email protected]

glaS, aardewerk, porSelein

frides laméris Kunst en antieKhandel

nieuwe SpiegelStraat 55

1017 dd amSterdam

020-6264066

[email protected]

www.frideSlameriS.nl

glaS, aardewerk,

(aziatiSch) porSelein

Kunsthandel frans leidelmeiJerliJnbaanSgracht 369h

1017 xb amSterdam

020-6254627

[email protected]

www.leidelmeiJer.nl

art nouveau, art deco,

20Ste-eeuwS deSign

inter-antiquariaat mefferdt & de Jongebernard zweerSkade 18

1077 tz amSterdam

020-6640841

[email protected]

www.inter-antiquariaat.nl

antiquariSche boeken,

tekeningen, prenten,

land- en zeekaarten

Joseph m. morpurgoherengracht 119

(rechter deur)

1015 bg amSterdam

020-6235883

[email protected]

www.antiqueartmorpurgo.com

algemeen antiquair,

aziatiSche kunSt

Jan morsinK iKonenkeizerSgracht 454

1016 ge amSterdam

020-6200411

[email protected]

www.morSink.com

ikonen

van nie antiquairskeizerSgracht 600

1017 ep amSterdam

020-6261594

[email protected]

i www.vannieantiquairS.com

algemeen antiquair

noortman master paintingsvan eeghenStraat 82

1071 gk amSterdam

020-3332222

[email protected]

www.noortman.com

oude meeSterS, 19de- en

20Ste-eeuwSe SchilderiJen

Kunsthandel peter pappot

nieuwe SpiegelStraat 30-34

1017 dg amSterdam

020-6242637

[email protected]

www.peterpappot.com

19de- en 20Ste-eeuwSe

SchilderiJen

polaK worKs of artSpiegelgracht 3

1017 Jp amSterdam

020-6279009

[email protected]

www.fineartdealerS.info/

Jaappolak

aziatiSche kunSt, etnografica

premsela & hamBurgerrokin 98

1012 kz amSterdam

020-6275454

[email protected]

www.premSela.com

Juwelen, goud, zilver

antiquair van rossum & co.

amSterdam

020-6221010

[email protected]

algemeen antiquair

Kunsthandel rueBbanStraat 4

1071 Jz amSterdam

020-6767566 e [email protected]

www.rueb.nl

20Ste-eeuwSe SchilderiJen

paul rutten asiatic & triBal art

keizerSgracht 574

1071 bn amSterdam

020-6277057

[email protected]

www.aSiatic-art.nl

aziatiSche kunSt, etnografica

Kunsthandel schlichte Bergenp.c. hooftStraat 53

1071 bn amSterdam

020-6751701

[email protected]

oude meeSterS

roBert schreuder antiquair

ceintuurbaan 368hS

1073 el amSterdam

020-6754867

[email protected]

www.robertSchreuder.nl

grand tour SouvenirS,

18de- en 19de-eeuwSe meubelen

leslie smith galleryminervaplein 10h

1077 tp amSterdam

020-6265945

[email protected]

www.leSlieSmith.nl

19de- en 20Ste-eeuwSe

SchilderiJen, hedendaagSe

aboriginal kunSt

marJan sterK antiquair-Juwelier

nieuwe SpiegelStraat 631017 dd amSterdam

[email protected]

Juwelen, zilver

Kunsthandel inez stodel

nieuwe SpiegelStraat 651017 dd amSterdam

[email protected]

Juwelen

salomon stodel antiquités

rokin 701012 kw amSterdam

[email protected]

www.SalomonStodel.comalgemeen antiquair

Kunstzalen a. vechtnieuwe SpiegelStraat 40

1017 dg amSterdam020-6234748

[email protected]

algemeen antiquair

verBeeK-schuttelaarkeizerSgracht 6421017 eS amSterdam

[email protected]

Juwelen, zilver

dr. a. wieg fine artminervalaan 77-1

1077 nt amSterdam020 6762094

[email protected] meeSterS, 19de- en

20Ste-eeuwSe SchilderiJen

Kunsthandel m. zilverBerg

rokin 601012 kv amSterdam

[email protected]

archeologie, antieke numiSmatiek

noord-holland (overige)

John endlich antiquairsSpekStraat 10

2011 hm haarlem023-5320274

[email protected]

zilver

fontiJn antieKStellingmolen 51

1444 gv purmerend0299-436493

[email protected]

barometerS

096 – vernis#04

Ledenlijst

Page 97: Vernis Magazine, edition 4

kijk ook op www.kvhok.nl/leden

Firma p. hoogendijkAmsterdAmsestrAAtweg 31

1411 Aw NAArdeN035-5420459

[email protected]

AlgemeeN ANtiquAir

gallery rob kattenburgeeuwigelAAN 61861 cm BergeN

[email protected]

mAriNeschilderijeN, -tekeNiNgeN, -preNteN

d.a. kinébaniangrAAf willem de oudelAAN 123

1412 Ar NAArdeN035-6953002

[email protected]

kunstconsultfort A/d middeNweg

Zuiddijk 13-fort1461 eB ZuidoostBeemster

(Beemster)0299-690858

[email protected] NouveAu, Art deco,

20ste-eeuws desigN

tóth ikonenBotterwijNseweg 1

1272 eg huiZeN06-53468236

[email protected]

ikoNeN

kunsthandel e.j. van wisselingh & co

BAAN 412012 dc hAArlem

[email protected]

www.wisseliNgh.com19de- eN 20ste-eeuwse

schilderijeN eN tekeNiNgeN

’s-gravenhage

a. aardewerk antiquair juwelier

jAN vAN NAssAustrAAt 762596 Bv ‘s-grAveNhAge

[email protected]

Zilver, juweleN

kunsthandel ivo bouwman

jAN vAN NAssAustrAAt 802596 Bw ’s-grAveNhAge

[email protected] eN 20ste-eeuwse

schilderijeN

hoogsteder & hoogstederlANge vijverBerg 15

2513 Ac ‘s-grAveNhAge070-3615575

[email protected]

oude meesters

Firma s. van leeuwenNoordeiNde 164-164A

2514 gr ‘s-grAveNhAge070-3653907

[email protected]

17de- eN 18de-eeuws ANtiek, (AZiAtisch) porseleiNdirk en

dirk-jan limburgdeNNeweg 45

2514 cd ‘s-grAveNhAge070-3455103

[email protected]

AlgemeeN ANtiquAir

simons juweliersplAAts 16

2513 Ae ‘s-grAveNhAge070-3658800

[email protected]

juweleN

zuid-holland (overige)

ruben aardewerk antiques

ZwAluwlAAN 9A2261 Bp leidscheNdAm

[email protected]

17de-, 18de- eN 19de-eeuwse kuNstvoorwerpeN eN

verZAmeloBjecteN

adriaan groenewoud antiquiteiten & oude

kunstAelBrechtskolk 3B3025 hA rotterdAm

[email protected]

16de-, 17de- eN 18de-eeuwse meuBeleN

kunsthandel F.a. ennekingmArevistA 22

2202 Bx Noordwijk071-3647645

oude meesters

hotei japanese printsrApeNBurg 192311 ge leideN

[email protected]

www.hotei-jApANese-priNts.comjApANse preNteN,

schilderkuNst eN BoekeN

kunsthandel pieter overduin

dorpsstrAAt 283381 Ag giesseNBurg

0184-652652iNfo@kuNsthANdelpieteroverduiN.Nlwww.kuNsthANdelpieteroverduiN.Nl

19de- eN 20ste-eeuwse schilderijeN

utrecht

antiquariaat Forum“westreNeN” tuurdijk 16

3997 ms ’t goy houteN030-6011955

[email protected]

ANtiquArische BoekeN, lANd- eN ZeekAArteN

jacob j. roosjen, sri®eeNdrAchtlAAN 333621 dd BreukeleN

[email protected]

www.jAcoBroosjeN.comwww.silverreseArchiNstitute.com

Zilver

groningen

bernard c.m. grijpma kunst en antiek

gedempte Zuiderdiep 121-1239711 he groNiNgeN

[email protected]

ANtieke wApeNs, NAuticA, Zilver

drenthe

wijermars Fine artdorpsstrAAt 107957 Av de wijk

[email protected]

sculptureN

overijssel

heutink ikonenAhNemstrAAt 218043 re Zwolle

[email protected]

www.heutiNkikoNeN.NlikoNeN

Firma jan ruitenbergspoorstrAAt 18012 Av Zwolle

[email protected]

www.ruiteNBergANtiquAir.comAlgemeeN ANtiquAir

gelderland

doornhoF antiquairsschApeNhoek 12/14

3841 Bm hArderwijk0341-421015

[email protected]

meuBeleN, AZiAtisch porseleiN, klokkeN, schilderijeN

theo daatselaar antiquairs

oeNselsestrAAt 505301 ep ZAltBommel

[email protected]

AlgemeeN ANtiquAir

de eenhoornwAterstrAAt 33

5301 Ah ZAltBommel0418-515233

[email protected] uit middeleeuweN eN

reNAissANce, meuBeleN

mentink & roestmoleNstrAAt 22

4031 js iNgeN0344-603606

[email protected]

klokkeN, horloges, BArometers

peter van os antiques & Fine art

kAstANjelAAN 38

6828 gm ArNhem

026-4422009

[email protected]

www.petervANos.com

AlgemeeN ANtiquAir

simonis & buunk kunsthandel

NotAris fischerstrAAt 30

6711 Bd ede

0318-652888

[email protected]

www.simoNis-BuuNk.Nl

19de- eN 20ste-eeuwse

schilderijeN

noord-brabant

bastings & van tuijlmoleNstrAAt 60

5341 ge oss

0412-623843

[email protected]

www.BAstiNgsANtiquAirs.com

AArdewerk, AZiAtisch porseleiN

kunsthandel a.h. biesBoschdijk 221A

5612 hc eiNdhoveN

040-2431377

[email protected]

www.kuNsthANdelBies.Nl

19de- eN 20ste-eeuwse

schilderijeN

crijns & stenderlANdgoed “oosterheide”

tilBurgseBAAN 1

4904 sp oosterhout

076-5875700

[email protected]

www.crijNs.iNfo

klokkeN, horloges,

BArometers, iNstrumeNtAriA

essing antiquairskerkstrAAt 12

5386 Ac geffeN

073-5322457

[email protected]

www.essiNg-ANtiquAirs.Nl

AlgemeeN ANtiquAir

kollenburg antiquairspostBus 171

5688 Zk oirschot

0499-578037

[email protected]

www.kolleNBurgANtiquAirs.com

AlgemeeN ANtiquAir

vanderven oriental art

NAchtegAAlslAANtje 1

5211 le ’s-hertogeNBosch

073-6146251

[email protected]

www.vANderveN.com

AZiAtische kuNst

Floris van wanroij Fine art

BergstrAAt 525551 Ax dommeleN

[email protected]

oude meesters, kuNst uit middeleeuweN eN reNAissANce

zeeland

Fabery de jongeroNdweg 144524 kc sluis06-53923227

[email protected]

limburg

jan roeloFs antiquairs & contemporary arts

BAtterijstrAAt 21c6211 se mAAstricht

+32(0)12-394534iNfo@jANroelofsANtiquAirs.comwww.jANroelofsANtiquAirs.com

AlgemeeN ANtiquAir

buitenlandse leden

blue elephant oriental art

(pArt of Blue Art)oude jekerweg 10

B-3770 kANNe (riemst), België+41(0)78-8839887

[email protected] kuNst, Archeologie

galerie tiny esveldfriliNglei 9

B-2930 BrAsschAAt, België+32(0)3-3125190

[email protected]

Art NoveAu, Art deco, glAs, meuBeleN

jan van kranendonk duFFels

jAN vAN rijswijcklAAN 58B-2018 ANtwerpeN, België

+32(0)[email protected]

juweleN

limburggleN proseN lodgekirriemuir dd8 4sd

gleN proseN, schotlANd+44(0)1575-540207

[email protected] ANtiquAir

ereleden:mevrouw A. wAfelmAN-

morpurgo

de heer A.c. BeeliNg

vernis#04 – 097

Ledenlijst

Page 98: Vernis Magazine, edition 4

hutkoffersbeeld Collectie Menko ten Cate

tekst Yvo van regteren Altena

Sommige steamer trunks en andere vintage koffershebben alles in zich om gewild antiek te worden, steltverzamelaar Yvo van Regteren Altena. Mits goedgeconserveerd en in het bezit van een stamboom.

In de jaren ’70 tufte ik als jonge verzame-laar van oude koffers in een vla-gele eend van nog geen vijfhonderd gulden met een paar vrienden naar Parijs. Daar viel op een vlooienmarkt mijn oog op een oude Louis Vuitton steamer trunk. De spreekwoorde-lijke Nederlandse handelsgeest ontbrak, want toen ik 1.200 francs bood in plaats van de gevraagde 1.500, trok de verkoper minzaam één wenkbrauw op. Dat werd dus 1.500 francs. De koffer, even duur als de

eend en bijna even groot, ruilde ik vele ja-ren later in voor een nog fraaier exem-plaar. Mijn vlooienmarkt-Vuitton bleek een waarde te vertegenwoordigen van ze-venduizend euro, dertig keer meer dan ik er dertig jaar geleden voor betaalde.

Mits goed geconserveerd en met pedi-gree — Goyard, Hermès of Vuitton — zijn koffers in de nabije toekomst handel, en ik zal u uitleggen waarom. Met een historie van meer dan anderhalve eeuw is Louis Vuitton nog altijd aan het expanderen, dwars tegen alle recessiegolven in en onge-twijfeld tot genoegen van Vuitton-baas Bernard Arnault. Om de versgeopende Aziatische flagship stores de juiste allure te verschaffen, schuimen Arnaults vazallen internationale veilingen af om de nog te openen winkels op te tuigen met vintage modellen, hetgeen de prijzen niet onbe-roerd laat.

Voor liefhebbers van vintage luggage zonder financiële belemmeringen is Bentleys in Londen (www.bentleyslon don.com) het ultieme adres. Nederland heeft Vuitton-liefhebbers weinig te bie-den, met uitzondering van Pinth Vintage Luggage (Haarlem) en Fitzroy & Everest (Kralingen).

Weet overigens wel waaraan u begint met dit ‘antiek van de toekomst’. Voor de immens grote Vuitton-hutkoffer van wij-len krantenmagnaat William Randolph Hearst vragen ze bij Bentleys tegenwoordig vijftigduizend pond. De prijs van, inder-daad, een goede tweedehands Bentley.

098 – vernis#04

rubriekToekomstantiek

Page 99: Vernis Magazine, edition 4

Dirck HalsHaarlem 1591 – 1656 HaarlemA merry company playing tric-trac in an interiorOil on panel 31 x 40,5 cm

ProvenanceDr. Ernst Hölscher, Mülheim

His deceased sale, Berlin Lepke, 5 December 1916, lot 23Collection Camillo Castiglioni Vienna

His sale, Amsterdam Frederik Muller, 17-20 November 1925, lot 62 (3400)Private collection Italy

Page 100: Vernis Magazine, edition 4

Gude Antieke klokken

Gude Antieke klokkenovertoom 150

1054 HP AmsterdAm nederlAnd

tel. +31 (0) 20 - 612 97 42mob. +31 (0) 653 162 962

[email protected]

Gude Antieke Klokken is al sinds 1980 toonaangevende op het gebied van

antieke klokken en barometers. De collectie bestaat uit Europese klokken

en barometers van de 17e t/m begin 20e eeuw en wordt gekenmerkt door

hoogwaardige kwaliteit en originaliteit. Al onze klokken en barometers zijn

vakkundig gerestaureerd en worden gegarandeerd.

tijdbewAArder vAn AlexAnder kAiser nummer 38, (103 x 25 x 16 cm), circA 1850