36
UITHOUDING UITHOUDING • Link met gezondheid • Link met duursporten • Link met recuperatievermogen van sporters • …

3 uithoudingsvermogen les1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 3 uithoudingsvermogen les1

UITHOUDINGUITHOUDING

• Link met gezondheid

• Link met duursporten

• Link met recuperatievermogen van sporters

• …

Page 2: 3 uithoudingsvermogen les1

= het vermogen om dynamische of statische arbeid = het vermogen om dynamische of statische arbeid zo lang mogelijk vol te houdenzo lang mogelijk vol te houden

UITHOUDINGSVERMOGEN

LOKAAL ALGEMEEN

~ GEBRUIKTE SPIERMASSA

> 1/6 van spiermassa

< 1/6 van spiermassa

AËROOB

ANAËROOB

~ ENERGIELEVERING

STATISCH

DYNAMISCH

~ AARD SPIERCONTRACTIE

Page 3: 3 uithoudingsvermogen les1

In deze cursus…In deze cursus…

Deel 1: algemeen Deel 1: algemeen AËROOBAËROOB uithoudingsvermogen uithoudingsvermogen1.1 Wat?1.1 Wat?

1.2 Meten van het algemeen aëroob uithoudingsvermogen: VO1.2 Meten van het algemeen aëroob uithoudingsvermogen: VO2max2max

1.3 Effect van specifieke training op het aëroob 1.3 Effect van specifieke training op het aëroob uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

Deel 2: algemeen Deel 2: algemeen ANAËROOBANAËROOB uithoudingsvermogen uithoudingsvermogen2.1 Wat?2.1 Wat?2.2 Meten van het algemeen anaëroob uithoudingsvermogen: 2.2 Meten van het algemeen anaëroob uithoudingsvermogen:

vermogens- en capaciteitstestsvermogens- en capaciteitstests2.3 Effect van specifieke training op het anaëroob 2.3 Effect van specifieke training op het anaëroob

uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

Deel 3: de uithoudingsgrens: grens tussen aëroob en Deel 3: de uithoudingsgrens: grens tussen aëroob en anaëroob uithoudingsvermogenanaëroob uithoudingsvermogen

Page 4: 3 uithoudingsvermogen les1

DEEL 1: Algemeen aëroob DEEL 1: Algemeen aëroob uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

• Welke inspanningen?Welke inspanningen?

- Grootmotorisch: > 1/6 vd spieren- Grootmotorisch: > 1/6 vd spieren

- Energielevering: oxidatieve verbranding- Energielevering: oxidatieve verbranding

• Voorbeelden?Voorbeelden?

1.1 Wat?1.1 Wat?

Page 5: 3 uithoudingsvermogen les1

1.2 Meten van het algemeen aëroob 1.2 Meten van het algemeen aëroob uithoudingsvermogen: VOuithoudingsvermogen: VO2max2max

• VOVO22max:max:

= max. zuurstofopname= max. zuurstofopname

= max. hoeveelheid zuurstof die de spieren per = max. hoeveelheid zuurstof die de spieren per tijdseenheid kunnen verbruikentijdseenheid kunnen verbruiken

Page 6: 3 uithoudingsvermogen les1

VO2max = resultante van:VO2max = resultante van:

1. Zuurstoftoevoer (AH)1. Zuurstoftoevoer (AH)- Ademminuutvolume- Ademminuutvolume

(Ademvolume x ademfrequentie)(Ademvolume x ademfrequentie)

2. Zuurstoftransport2. Zuurstoftransport - Hartdebiet - Hartdebiet

(slagvolume x hartfrequentie)(slagvolume x hartfrequentie)

- Bloedsomloop- Bloedsomloop(Vasodilatatie)(Vasodilatatie)

3. Zuurstofverwerking vd spieren3. Zuurstofverwerking vd spieren- Hemoglobinegehalte- Hemoglobinegehalte- O- O22 extractie thv de spieren extractie thv de spieren

Page 7: 3 uithoudingsvermogen les1

• VOVO22max:max:

= max. hoeveelheid zuurstof die de spieren per = max. hoeveelheid zuurstof die de spieren per tijdseenheid kunnen verbruikentijdseenheid kunnen verbruiken

= is maat voor het algemeen aëroob = is maat voor het algemeen aëroob uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

= bepaalt in sterke mate hoe lang een aërobe = bepaalt in sterke mate hoe lang een aërobe inspanning kan volgehouden wordeninspanning kan volgehouden worden

Maximale zuurstofopname (VOMaximale zuurstofopname (VO22max)max)

Page 8: 3 uithoudingsvermogen les1

Bepaling van VOBepaling van VO22maxmax

tijd

vVO2max

3’

12’

9’

6’

Page 9: 3 uithoudingsvermogen les1

Directe bepaling van VODirecte bepaling van VO22max: metingmax: meting

Snelheid (m/sec)

VO2

VO2max

30 454035

Progressief stijgende belasting

OPGAVE

Page 10: 3 uithoudingsvermogen les1

Absolute en relatieve VO2maxAbsolute en relatieve VO2max

► Absoluut:Absoluut:- Uitgedrukt in liter/min- Uitgedrukt in liter/min- Sedentair: 3-3.5 l/min- Sedentair: 3-3.5 l/min Topatleten: 5-6 l/minTopatleten: 5-6 l/min

► Relatief:Relatief:- Uitgedrukt in milliliter/min/kg lichaamsgewicht- Uitgedrukt in milliliter/min/kg lichaamsgewicht- Belangrijk bij: - Belangrijk bij:

* sporten waarbij het eigen LG moet * sporten waarbij het eigen LG moet overwonnen worden (lopen, basketbal,overwonnen worden (lopen, basketbal,

…)…)* vergelijking van 2 atleten met andere * vergelijking van 2 atleten met andere lichaamsbouw (geslacht, grootte,…) lichaamsbouw (geslacht, grootte,…)

- Sedentair: 25-45 ml/min/kg- Sedentair: 25-45 ml/min/kg Topatleten: 75-80 ml/min/kgTopatleten: 75-80 ml/min/kg

Page 11: 3 uithoudingsvermogen les1

Specificiteit van het uithoudingsvermogenSpecificiteit van het uithoudingsvermogen

► Hogere VO2max waarden bij “specifieke inspanning”:Hogere VO2max waarden bij “specifieke inspanning”:

- Roeiers: meten op roeiergometer- Roeiers: meten op roeiergometer

- Fietsers: meten op fietsergometer- Fietsers: meten op fietsergometer

- …- …

Page 12: 3 uithoudingsvermogen les1

► Als er geen specifieke ergometers zijn…:Als er geen specifieke ergometers zijn…:

- Specifieke inspanningstests (zwemmolen, specifieke - Specifieke inspanningstests (zwemmolen, specifieke

inspanningstests,…)inspanningstests,…)

- Draagbare meetsystemen: meten tijdens wedstrijd - Draagbare meetsystemen: meten tijdens wedstrijd

tennis, schermen,…tennis, schermen,…

Page 13: 3 uithoudingsvermogen les1

1.3 Effect van specifieke training op het 1.3 Effect van specifieke training op het aëroob uithoudingsvermogenaëroob uithoudingsvermogen

• Drie trainingseffecten:Drie trainingseffecten:

1. Aanpassingen op het cardiovasculair stelsel1. Aanpassingen op het cardiovasculair stelsel

2. Aanpassingen ter hoogte van de longen2. Aanpassingen ter hoogte van de longen

3. Aanpassingen ter hoogte van de spieren3. Aanpassingen ter hoogte van de spieren

Page 14: 3 uithoudingsvermogen les1

Slagvolume : (70 120ml)

- Sporthart: dikkere wand krachtiger

- Sporthart: grotere holtes meer bloed

Aanpassingen tijdens RUSTAanpassingen tijdens RUST

Rust HF (“bradycardie”): (70 40 sl/min)

Spieren:

- Aantal bloedvaten (4 7 blvn/spv)

- Meer en grotere mitochondrieën/vezel

- Meer myoglobine in spieren

- Meer oxidatieve enzymen

- Groter glycogeengehalte

- Meer vetgebruik, minder glycogeen

Longen: grotere longen, meer bloedvaten, betere O2 uitwisseling

Page 15: 3 uithoudingsvermogen les1

Aanpassingen tijdens Aanpassingen tijdens SUBMAXIMALE INSPANNINGSUBMAXIMALE INSPANNING

Lagere HF bij zelfde intensiteit: efficiëntere werking van het hart!

Slagvolume (zie rust)

Minder bloed nodig voor zelfde spiercontracties:

- Spieren kunnen betere O2 verwerken

(meer mitochondrieën)

- Meer aërobe enzymen

Longen: grotere longen, meer bloedvaten, betere O2 uitwisseling

Page 16: 3 uithoudingsvermogen les1

- Kan met 20-40% toenemen!!- Kan met 20-40% toenemen!!

- Hogere VO2max bij uithoudingssporters:- Hogere VO2max bij uithoudingssporters:Marathonlopers: 75-80 ml/min/kgMarathonlopers: 75-80 ml/min/kgVolleybal: 55-60 ml/min/kgVolleybal: 55-60 ml/min/kgVerspringen: 50-55 ml/min/kgVerspringen: 50-55 ml/min/kgGymnastiek: 45-50 ml/min/kgGymnastiek: 45-50 ml/min/kg

- Invloed van trainingsprogramma: afhankelijk - Invloed van trainingsprogramma: afhankelijk van erfelijkheidvan erfelijkheid

“ “Responders” & “Non-responders”Responders” & “Non-responders”

Aanpassingen tijdens Aanpassingen tijdens SUBMAXIMALE INSPANNING: SUBMAXIMALE INSPANNING:

VO2maxVO2max

Page 17: 3 uithoudingsvermogen les1

1. Zuurstoftoevoer (AH)1. Zuurstoftoevoer (AH)- Ademminuutvolume- Ademminuutvolume

((Ademvolume Ademvolume x ademfrequentie)x ademfrequentie)

2. Zuurstoftransport2. Zuurstoftransport - - Hartdebiet Hartdebiet

((slagvolumeslagvolume x hartfrequentie) x hartfrequentie)

- Bloedsomloop- Bloedsomloop(Vasodilatatie)(Vasodilatatie)

3. Zuurstofverwerking vd spieren3. Zuurstofverwerking vd spieren- Hemoglobinegehalte- Hemoglobinegehalte- - OO22 extractie thv de spieren extractie thv de spieren

Aanpassingen tijdens Aanpassingen tijdens MAXIMALE INSPANNING: VO2maxMAXIMALE INSPANNING: VO2max

Page 18: 3 uithoudingsvermogen les1

In deze cursus…In deze cursus…

Deel 1: algemeen Deel 1: algemeen AËROOBAËROOB uithoudingsvermogen uithoudingsvermogen1.1 Wat?1.1 Wat?

1.2 Meten van het algemeen aëroob uithoudingsvermogen: VO1.2 Meten van het algemeen aëroob uithoudingsvermogen: VO2max2max

1.3 Effect van specifieke training op het aëroob 1.3 Effect van specifieke training op het aëroob uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

Deel 2: algemeen Deel 2: algemeen ANAËROOBANAËROOB uithoudingsvermogen uithoudingsvermogen2.1 Wat?2.1 Wat?2.2 Meten van het algemeen anaëroob uithoudingsvermogen: 2.2 Meten van het algemeen anaëroob uithoudingsvermogen:

vermogens- en capaciteitstestsvermogens- en capaciteitstests2.3 Effect van specifieke training op het anaëroob 2.3 Effect van specifieke training op het anaëroob

uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

Deel 3: de uithoudingsgrens: grens tussen aëroob en Deel 3: de uithoudingsgrens: grens tussen aëroob en anaëroob uithoudingsvermogenanaëroob uithoudingsvermogen

Page 19: 3 uithoudingsvermogen les1

Algemeen anaëroob Algemeen anaëroob uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

• Welke inspanningen?Welke inspanningen?- Grootmotorisch: > 1/6 vd spieren- Grootmotorisch: > 1/6 vd spieren- Energielevering: anaërobe energielevering- Energielevering: anaërobe energielevering AlactischAlactisch LactischLactisch

• Voorbeelden?Voorbeelden?- Zuiver anaërobe inspanning:- Zuiver anaërobe inspanning: max. 120 sec.max. 120 sec.

2.1 Wat?2.1 Wat?

Page 20: 3 uithoudingsvermogen les1

2.2 Meten van het algemeen anaëroob 2.2 Meten van het algemeen anaëroob uithoudingsvermogen: vermogens- en uithoudingsvermogen: vermogens- en

capaciteitstestencapaciteitstesten► Alactisch anaëroob uithoudingsvermogen: Alactisch anaëroob uithoudingsvermogen:

VERMOGENVERMOGEN► Lactisch anaëroob uithoudingsvermogen: Lactisch anaëroob uithoudingsvermogen:

CAPACITEITCAPACITEIT

Capaciteit

Arbeid

t

Vermogen

Page 21: 3 uithoudingsvermogen les1

► AlactischAlactisch: : Dus kort, maar maximaal!Dus kort, maar maximaal!

► VermogenstestVermogenstest: meet hoogste geleverde arbeid : meet hoogste geleverde arbeid tijdens korte maximale inspanning waarbij het tijdens korte maximale inspanning waarbij het alactisch systeem wordt uitgeputalactisch systeem wordt uitgeput

► VoorbeeldenVoorbeelden: hoogtesprong, krachtenplatform,…: hoogtesprong, krachtenplatform,…

CapaciteitArbeid

t

Vermogen

VERMOGENSTEST: alactischVERMOGENSTEST: alactisch

Page 22: 3 uithoudingsvermogen les1

► LactischLactisch: : Dus middellang (30-120 sec.), maar Dus middellang (30-120 sec.), maar

maximaal!maximaal!

► CapaciteitstestCapaciteitstest: meet hoogste geleverde arbeid : meet hoogste geleverde arbeid tijdens een middellange maximale inspanning waarbij tijdens een middellange maximale inspanning waarbij het ATP-CP en vnl het lactische systeem wordt het ATP-CP en vnl het lactische systeem wordt uitgeputuitgeput

► VoorbeeldenVoorbeelden: wingate test,…: wingate test,…CapaciteitArbeid

t

Vermogen

CAPACITEITSTEST: lactischCAPACITEITSTEST: lactisch

Page 23: 3 uithoudingsvermogen les1

► LactaatmetingenLactaatmetingen: : Meting in bloed: vingerprik of oorprikMeting in bloed: vingerprik of oorprik Meting in de spier: biopsieMeting in de spier: biopsie Bloedwaarden << spierwaardenBloedwaarden << spierwaarden

LACTAATMETINGEN bij LACTAATMETINGEN bij CAPACITEITSTESTSCAPACITEITSTESTS

Page 24: 3 uithoudingsvermogen les1

► LactaatconcentratieLactaatconcentratie:: Afhankelijk van de duur vd inspanningAfhankelijk van de duur vd inspanning

LACTAATMETINGEN bij LACTAATMETINGEN bij CAPACITEITSTESTSCAPACITEITSTESTS

Page 25: 3 uithoudingsvermogen les1

► LactaatafbraakLactaatafbraak:: Lever, nieren, hart, hersenen,…Lever, nieren, hart, hersenen,… Resynthese van glycogeen Resynthese van glycogeen Metingen: na insp lang genoeg wachtenMetingen: na insp lang genoeg wachten Herstel tot rustwaarden: kan tot 1u duren!Herstel tot rustwaarden: kan tot 1u duren! Afhankelijk van soort recuperatie!!Afhankelijk van soort recuperatie!!

LACTAATMETINGEN bij LACTAATMETINGEN bij CAPACITEITSTESTSCAPACITEITSTESTS

Page 26: 3 uithoudingsvermogen les1

► Zie boek: beschrijvingen van:Zie boek: beschrijvingen van: ZwemmenZwemmen RoeienRoeien BoksenBoksen SchermenSchermen TennisTennis GewichtheffenGewichtheffen WielrennenWielrennen LanglaufenLanglaufen AutosportAutosport ValschermspringenValschermspringen

Eigen sportEigen sport

Te kennen en kunnen uitleggen waarom er al dan niet hoge lactaatwaarden gevonden worden.Te kennen en kunnen uitleggen waarom er al dan niet hoge lactaatwaarden gevonden worden.

LACTAATMETINGEN LACTAATMETINGEN bij VERSCHILLENDE SPORTENbij VERSCHILLENDE SPORTEN

Page 27: 3 uithoudingsvermogen les1

1. Kleinere lactaatophoping voor zelfde 1. Kleinere lactaatophoping voor zelfde

submaximale belastingsubmaximale belasting Lager zuurstofdeficietLager zuurstofdeficiet Verbeterde lactaateliminatieVerbeterde lactaateliminatie

2. Grotere lactaatophoping bij maximale inspanning2. Grotere lactaatophoping bij maximale inspanning Atleet kan de lactaatophoping beter verdragenAtleet kan de lactaatophoping beter verdragen

2.3 Effect van specifieke training op het 2.3 Effect van specifieke training op het anaërobe uithoudingsvermogenanaërobe uithoudingsvermogen

Page 28: 3 uithoudingsvermogen les1

In deze cursus…In deze cursus…

Deel 1: algemeen Deel 1: algemeen AËROOBAËROOB uithoudingsvermogen uithoudingsvermogen1.1 Wat?1.1 Wat?

1.2 Meten van het algemeen aëroob uithoudingsvermogen: VO1.2 Meten van het algemeen aëroob uithoudingsvermogen: VO2max2max

1.3 Effect van specifieke training op het aëroob 1.3 Effect van specifieke training op het aëroob uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

Deel 2: algemeen Deel 2: algemeen ANAËROOBANAËROOB uithoudingsvermogen uithoudingsvermogen2.1 Wat?2.1 Wat?2.2 Meten van het algemeen anaëroob uithoudingsvermogen: 2.2 Meten van het algemeen anaëroob uithoudingsvermogen:

vermogens- en capaciteitstestsvermogens- en capaciteitstests2.3 Effect van specifieke training op het anaëroob 2.3 Effect van specifieke training op het anaëroob

uithoudingsvermogenuithoudingsvermogen

Deel 3: de uithoudingsgrens: grens tussen aëroob en Deel 3: de uithoudingsgrens: grens tussen aëroob en anaëroob uithoudingsvermogenanaëroob uithoudingsvermogen

Page 29: 3 uithoudingsvermogen les1

De uithoudingsgrens: grens tussen aëroob De uithoudingsgrens: grens tussen aëroob en anaëroob uithoudingsvermogenen anaëroob uithoudingsvermogen

= intensiteit (snelheid) waaraan een inspanning = intensiteit (snelheid) waaraan een inspanning kan volgehouden worden (“niet in het rood gaan”)kan volgehouden worden (“niet in het rood gaan”)

vb: marathonlopers, wielrenners,… houden HF in het oogvb: marathonlopers, wielrenners,… houden HF in het oog

= wordt uitgedrukt in = wordt uitgedrukt in

- % van de VO2max- % van de VO2max

- % van de HFmax- % van de HFmax

= stérk afhankelijk van soort energielevering = stérk afhankelijk van soort energielevering (aëroob of anaëroob)(aëroob of anaëroob)

Hoe snel mag/moet ik lopen om een bepaalde inspanning lang vol te houden?Hoe snel mag/moet ik lopen om een bepaalde inspanning lang vol te houden?

Page 30: 3 uithoudingsvermogen les1

Het typisch verloop van de Het typisch verloop van de lactaatcurvelactaatcurve

OPGAVE

Anaërobe drempel

OMSLAGPUNT 2

Aërobe energielevering

Aërobe + anaërobe energielevering

Anaërobe energielevering

Aërobe drempel

OMSLAGPUNT 1

Page 31: 3 uithoudingsvermogen les1

Aërobe drempel – anaërobe drempelAërobe drempel – anaërobe drempel

• Inspanning aan de aërobe drempel:Inspanning aan de aërobe drempel:

- 2 mM lactaat in bloed- 2 mM lactaat in bloed

- Inspanning die “oneindig lang” kan - Inspanning die “oneindig lang” kan volgehouden worden (erg weinig lactaat)volgehouden worden (erg weinig lactaat)

• Inspanning aan de anaërobe drempel:Inspanning aan de anaërobe drempel:

- 4 mM lactaat in bloed- 4 mM lactaat in bloed

- Inspanning die “relatief lang” kan - Inspanning die “relatief lang” kan

volgehouden worden (20min-1u)volgehouden worden (20min-1u)

- Tempo waaraan marathons,… ideaal worden - Tempo waaraan marathons,… ideaal worden

gelopen gelopen

Page 32: 3 uithoudingsvermogen les1

• Inspanning boven de anaërobe drempel:Inspanning boven de anaërobe drempel:

- Meer dan 4 mM lactaat in het bloed- Meer dan 4 mM lactaat in het bloed

- Inspanning die slechts kort kan - Inspanning die slechts kort kan volgehouden worden (erg veel lactaat)volgehouden worden (erg veel lactaat)

Page 33: 3 uithoudingsvermogen les1

Belang van lactaatcurve? Belang van lactaatcurve? TRAININGSZONESTRAININGSZONES

► Boven anäerobe drempel (+4mM):Boven anäerobe drempel (+4mM):

- Maximale intensiteit- Maximale intensiteit

- Verleggen tolerantiegrens lactaat- Verleggen tolerantiegrens lactaat

- WEERSTANDSTRAINING - WEERSTANDSTRAINING

► Aan anaërobe drempel (4mM):Aan anaërobe drempel (4mM):

- Submaximaal, maar wel intensief- Submaximaal, maar wel intensief

- INTENSIEVE DUURTRAINING- INTENSIEVE DUURTRAINING

► Aan aërobe drempel (2mM):Aan aërobe drempel (2mM):

- Submaximaal, extensief- Submaximaal, extensief

- EXTENSIEVE DUURTRAINING: basisuithouding- EXTENSIEVE DUURTRAINING: basisuithouding

Page 34: 3 uithoudingsvermogen les1

Belang van lactaatcurve? Belang van lactaatcurve? TRAININGSZONES: PRAKTISCHTRAININGSZONES: PRAKTISCH

► Labo-onderzoek, progressief stijgende belastingLabo-onderzoek, progressief stijgende belasting► HF-meting (“polar”) én lactaat-metingHF-meting (“polar”) én lactaat-meting► Curve: HF tov LaCurve: HF tov La

OPGAVE

HF (sl/min)120 180160140 200100

Extensieve duurtr.: 140-160 sl/min

Intensieve duurtr.: 160-180 sl/min

Weerstandtr.: 180-200 sl/min

Page 35: 3 uithoudingsvermogen les1

Belang van lactaatcurve? Belang van lactaatcurve? TRAININGSZONES: PRAKTISCHTRAININGSZONES: PRAKTISCH

Page 36: 3 uithoudingsvermogen les1

Belang van lactaatcurve? Belang van lactaatcurve? EVALUATIE VAN GETRAINDHEIDEVALUATIE VAN GETRAINDHEID

Op anaërobe drempel: aan hogere snelheid lopen

Meer verzuring aankunnen, later opgeven