30
De toekomst van de buurtwinkel Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten januari 2012

De toekomst van de buurtwinkel

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De toekomst van de buurtwinkel

De toekomst van de buurtwinkel Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten

janu

ari 2

012

Page 2: De toekomst van de buurtwinkel

2 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Dit document kunt u terugvinden via www.vvsg.beNiets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/of verspreid zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

Inleiding 31. Buurtwinkels 4

1.1 Verklarende begrippen 4Definitie 4Functies en eigenschappen 4

1.2 Trends en evolutie van de buurtwinkels 5Evolutie in cijfers 5Verklaringen 6Wat met de toekomst van de buurtwinkel? 7

1.3 Overzicht winkellandschap 8Indeling volgens winkeltypologie (AC Nielsen) 8Indeling volgens branchering 8Indeling volgens typologie van het winkelgebied 9

2. Lokaal buurtwinkelbeleid 102.1 Promotie- en imago-ondersteunende projecten 11

Antwerpen: de gouden glimlach 11Mechelen: actieplan buurtwinkels 13Oosterzele: een digitaal netwerk voor buurtwinkels 14Heuvelland en Ieper: Pluspunt 15

2.2 Sociale projecten 16Poperinge: Buurtwinkel tot uw dienst 16Maldegem: De oprichting van een buurtwinkel in de woon- en zorgcampus 16

2.3 Buurt- en wijkontwikkeling 17Stebo: Duurzaam ondernemen in een buurtcontext 17Leuven: behoeftenonderzoek in drie buurtwinkelcentra 19Gent: Streven naar een voldoende verspreid en kwalitatief aanbod op wijkniveau 20

2.4 Financiële stimuli 21Brugge: een vestigingssubsidie voor buurtwinkels 21Gent: financiële ondersteuning voor buurtwinkels 23

3. Innoverende straat: collectieve acties stimuleren buurteconomie 244. Enkele succesfactoren en tips tot slagen 265. Tot slot: een inspiratielijst 28

Page 3: De toekomst van de buurtwinkel

Inleiding

Buurtwinkels zijn een belangrijke schakel in het sociale en economische weefsel van dorpskernen en wijken. De afgelopen decennia daalde het aantal buurtwinkels echter aanzienlijk. Van 10.642 buurtwinkels in 1994 telde men er in 2010 nog slechts 5100 in België. Sinds 2007 is een voorzichtige kentering merkbaar. Het aantal buurtwinkels blijft afnemen maar minder dramatisch dan de periode 1995 - 2005. Belangrijkste redenen die werden opgetekend waren de concurrentie van de super- en hypermarkten en veranderingen in het consumentengedrag. Zo heeft de klant meer behoefte aan variatie en keuzemogelijkheden waardoor hij de grotere winkels verkiest.

Daar tegenover staat dat de behoefte aan buurtwinkels steeds groter wordt. Een aantal maatschappelijke trends zullen het belang van de buurtwinkel opnieuw doen toenemen. Zo zal de vergrijzing de behoefte aan thuisbezorgdiensten en afhaaldiensten en het inzetten van mobiele winkels doen stijgen. Ook het consumentenpatroon verandert opnieuw; voor de aankoop van dagelijkse goederen wenst de klant zich niet ver te verplaatsen waardoor het belang van nabijheid terug groter wordt. De consument wil ook steeds minder vrijetijd opofferen aan boodschappen doen, waardoor flexibele openingsuren en zondagsopening steeds belangrijker worden. Deze trends zijn de nieuwe uitdagingen waar buurtwinkels in de toekomst zullen moeten op inspelen.

Steden en gemeenten kunnen ook een rol spelen in het proces van heropleving en herwaardering van de buurtwinkel. In de volgende hoofdstukken schetsen we de rol, eigenschappen en evolutie van de buurtwinkel. We geven ook een overzicht van een aantal goede praktijkvoorbeelden van buurtwinkelprojecten die inspirerend kunnen zijn om nieuwe acties uit te werken. Tot slot formuleren we een aantal succesfactoren voor het uitwerken van een buurtwinkelacties en verwijzen we naar enkele interessante studies, onderzoeken en model- en voorbeelddocumenten.

Deze praktijkgids kwam tot stand in kader van het project ‘Ondersteuning en begeleiding van lokale besturen bij het uitwerken van een buurtwinkelbeleid’. Een project uit de oproep ‘Ondernemingsvriendelijke gemeente 2009’, uitgevoerd met de steun van het Agentschap Ondernemen. Met dit project wou VVSG lokale besturen aanmoedigen om werk te maken van een beleid rond buurtwinkels. Tijdens het project werden goede praktijken van buurtwinkelprojecten uit steden en gemeenten verzameld. Deze inspirerende voorbeelden vormden de basis voor de begeleiding van acht gemeenten in een traject om zelf een actie rond buurtwinkels uit te werken.

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 3

Page 4: De toekomst van de buurtwinkel

1. Buurtwinkels

4 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

1.1 Verklarende begrippen

Definitie

Een eensluidende definitie voor het begrip ‘buurtwinkels’ bestaat er niet. De buurtwinkel wordt door steden en gemeenten op verschillende manieren ingevuld. Voor sommigen is de buurtwinkel enkel de buurtsuper in woon-wijken, voor anderen zijn dit alle winkels die voorzien in dagelijkse behoeften. Daarenboven zijn er nog diverse benaderingen die werken met oppervlaktecriteria, zoals bij voorbeeld elke kleinhandelszaak kleiner dan 400 m2.

In de literatuur spreekt men van een traditionele buurtwinkel indien aan drie criteria voldaan is: • er wordt voorzien in dagelijkse aankopen: hierbij gaat het hoofdzakelijk over voedingsaankopen maar ook

bepaalde niet-voedingsproducten (vb krant, lichaamsverzorging en drogisterijproducten) kunnen hieronder vallen

• de winkel heeft een buurtverzorgend karakter: de winkel bevoorraadt hoofdzakelijk de plaatselijke bevolking• er wordt een welbepaaldedienstverleningaangeboden: bij voorbeeld een PostPunt, verkooppunt van

buskaarten en gemeentelijke producten, thuisleveringsdienst, strijkpunt,…)

We stellen echter vast dat niet steeds aan elk van deze criteria moet voldaan zijn om tot de categorie buurtwinkels gerekend worden. Vaak zien we dat onder een buurtwinkel verstaan wordt een winkel die voorziet in dagelijkse behoeften en voornamelijk buurtbewoners als klant heeft maar geen extra dienst verleent. In dat geval spreekt men ook van wijkondersteunende of wijkverzorgende detailhandel.

Daarnaast kunnen we ook verschillende categorieën van buurtwinkels onderscheiden. Deze komen voornamelijk voor in stedelijk gebied:• de traditionele buurtwinkel (bakker, slager, kaaswinkel) • de nieuwkomer (Turkse bakker, islamitische slagerij) • de specialist (koffiewinkel, wijnhuis)

Functies en eigenschappen

De primaire rol van de buurtwinkel is economisch – commercieel. Buurtwinkels vervullen een economische behoefte en zijn een belangrijke actor in de detailhandel. Ze zijn de motor voor de ontwikkeling van de lokale economie. Buurtwinkels zorgen bovendien voor duurzame lokale werkgelegenheid en dragen bij tot een gediversifieerd aanbod voor de klanten.

Daarnaast hebben buurtwinkels een aantal secundaire rollen. Zo hebben ze een belangrijke sociale functie. Ze staan in voor de basislevensbehoeften van de lokale bevolking en maken deel uit van een maatschappelijk en buurtverzorgend netwerk. In sommige dorpen of wijken is de buurtwinkel nog de enige toeleveraar van dagelijkse levensmiddelen die de inwoners hebben. Vooral voor oudere en minder mobiele mensen maakt dit hen onmisbaar.

Buurtwinkels kunnen ook bijdragen tot de leefbaarheid van buurten en dorpskernen. Ze fungeren als een ontmoetingsplaats voor buurtbewoners waardoor ze het sociale leven in de wijk stimuleren. Buurtwinkeliers

Page 5: De toekomst van de buurtwinkel

participeren ook vaak actief aan het gemeenschapsleven en nemen deel aan activiteiten en evenementen in de wijk. Hierdoor bevorderen ze de sociale verwevenheid en het evenwicht van de buurt. Een studie van het Planbureau voor de leefomgeving wees uit dat kleinschalige bedrijven zoals buurtwinkels een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid van woonwijken. Ze hebben een hoog percentage klanten uit de buurt en vergroten zo de kans dat buurtbewoners elkaar ontmoeten, wat de sociale cohesie in de wijk ten goede kan komen.1

Ten slotte kunnen buurtwinkels ook een positieve bijdrage aan het milieu leveren. Hun nabijheid helpt mee de mobiliteitsbewegingen te reduceren en bevordert het wooncomfort van de buurtbewoners. Buurtwinkeliers kunnen ook een rol spelen bij het voorlichten van de consument over milieumaatregelen zoals het terugdringen van het verpakkingsafval.

Een recent onderzoek in Nederland, uitgevoerd in opdracht van SPAR Holding, heeft uitgewezen dat consu-menten een buurtwinkel in de eigen buurt erg belangrijk vinden, vóór de huisarts, goed openbaar vervoer en een basisschool. Nog volgens deze studie is een buurtwinkel echter niet per definitie een succes. Een buurtwinkel moet een uitgekiend en compleet assortiment hebben en de betrokkenheid van de ondernemer bij de buurt moet hoog zijn, zodat de winkel optimaal kan inspelen op de behoeften uit de buurt2.

1.2 Trends en evolutie van de buurtwinkels

Evolutie in cijfers

De buurtwinkels kennen sinds de jaren negentig een sterke daling, zowel in aantal als op het vlak van omzet. Het aantal superettes en bedieningswinkels werd op tien jaar tijd gehalveerd ten voordele van de grotere supermarkten en de discounters.3 Tussen 1995 en 2005 noteerden we de sterkste daling. Terwijl België in 1995 nog 10.584 superettes en traditionele buurtwinkels telde, waren dat er in 2005 nog slechts 5.919. Ook het marktaandeel daalde in die periode van 11,4% naar een historisch dieptepunt van 5,8% in 2006.

Grafiek: aantal superettes en zelfbedieningswinkels

1 Rapport ‘Bedrijvigheid en leefbaarheid in stedelijke woonwijken’, Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven, 20102 Het maatschappelijk belang van de buurtwinkel, SPAR Holding BV, 9 september 20113 Cijfers op basis van Voedingsuniversum AC Nielsen 2011

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 5

12000

10000

8000

6000

4000

2000

094 95

trad bedieningswinkelssuperettes

96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10

12

10

8

6

4

2

094 95

% trad bedieningswinkels% superettes

96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10

Page 6: De toekomst van de buurtwinkel

Sinds 2007 is echter een voorzichtige kentering merkbaar. Het aantal winkels daalde nog steeds maar deze daling werd duidelijk vertraagd. In 2007 en 2008 steeg het marktaandeel van de buurtwinkels voor het eerst opnieuw tot 6,2% van het totale aantal winkels in de voedingssector. De reden hiervoor moet onder meer gezocht worden in de ontwikkeling van buurtwinkels in stadszones. In 2009 en 2010 daalde het marktaandeel echter opnieuw.

Grafiek: marktaandeel superettes en zelfbedieningswinkels

Ook de omzet4 van de superettes en de traditionele bedieningswinkel is sinds 2008 opnieuw in stijgende lijn. Deze stijging zou te verklaren zijn door het duidelijker uitspelen van het buurtwinkelconcept zodat het beter te beantwoordt aan de verwachtingen van de consument.

Verklaringen

De belangrijkste verklaringen voor deze neerwaartse trend moet volgens IFGA (International Federation of Grocers Associations) gezocht te worden in een combinatie van drie factoren: marktwerking en concurrentie, wetgeving en overheidsbeleid en veranderingen in het consumentengedrag5.

Toenemende concurrentieSchaalvergroting bij de grote winkelketens heeft gezorgd voor een sterke toename van hun concurrentiekracht. Het stelde hen in staat om zowel een lagere prijs als een ruimer assortiment aan te bieden. Ook de komst van de (hard) discounters heeft de marktverhoudingen fel veranderd, vooral ten koste van de buurtwinkels en zelfstandige superettes. Buurtwinkels die meegingen in deze prijzenslag werden geconfronteerd met lage winstmarges en een toenemende lastendruk (o.a. wegens sterk gestegen personeelskosten) en kregen het moeilijk om rendabel te blijven.

VestigingsbeleidVóór 2005 stond het beleid rond ruimtelijke ordening en handelsvestigingen toe dat hyper- en supermarkten zich konden vestigen aan de rand van steden en plattelandsgebieden. Een goede bereikbaarheid en voldoende parkeermogelijkheden maakten deze locaties aantrekkelijker dan binnensteden en dorpen waar voornamelijk de buurtwinkels gevestigd zijn. Ook de verruiming van de openingstijden speelde in het nadeel van de buurtwinkels. Grote winkelketens kunnen zich op dat vlak meer flexibel opstellen.De in 2005 geïmplementeerde Wet op de handelsvestigingen moest hierin verandering brengen. De zogeheten

4 Voor een gemiddelde superette 511.000 euro, voor een traditionele buurtwinkel 103.000 euro (Voedingsuniversum AC Nielsen, 2009)5 IFGA-rapport ‘Buurtwinkeliers en hun meerwaarde’, november 2007

6 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

12000

10000

8000

6000

4000

2000

094 95

trad bedieningswinkelssuperettes

96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10

12

10

8

6

4

2

094 95

% trad bedieningswinkels% superettes

96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10

Page 7: De toekomst van de buurtwinkel

IKEA-wet regelt de procedure voor het bekomen van een sociaal-economische vergunning voor grotere handelsvestigingen (> 400m2). De gemeenten kregen hierdoor een grotere beslissingsbevoegdheid en konden zo beter sturend optreden bij de uittekening van hun winkelbeleid. Ook de startnota ‘Winkelen in Vlaanderen’6 geeft de steden en gemeenten meer slagkracht om een kernversterkend beleid te gaan voeren. Deze nota legt de basis om onder meer de ontwikkeling van baanwinkellinten drastisch te beperken en de nieuwe inplanting van grootschalige handelszones meer zorgvuldig te kunnen afwegen. Ook wordt het concept van kernwinkelgebieden ingevoerd waarbinnen lokale besturen een kernversterkend beleid kunnen voeren.

Veranderingen in consumentengedragTenslotte is ook het koopgedrag van de consument aanzienlijk veranderd. De toename van de bestedingsmogelijk-heden heeft een behoefte aan meer variatie in de keuzemogelijkheden gecreëerd. Hierdoor kiest de klant vaker voor grotere winkels waar het aanbod ruimer is. Ook de toegenomen mobiliteit, en dan vooral op het gebied van het autogebruik, heeft ervoor gezorgd dat ook de supermarkten op afgelegen locaties vlot bereikbaar zijn.

VergrijzingEen deel van de daling van het aantal buurtwinkels is toe te schrijven aan de pensionering van zelfstandige buurtwinkeluitbaters, waarbij geen bedrijfsopvolging of overname verzekerd is. Deze trend van vergrijzing en daardoor uitdunnen van het aantal zelfstandige buurtwinkeliers, zal zich in de komende jaren nog verder zetten.

Wat met de toekomst van de buurtwinkel?

De cijfers zijn niet rooskleurig. Is de buurtwinkel dan veroordeeld om uit het winkellandschap te verdwijnen? Daar lijkt het voorlopig niet op. Een aantal nieuwe trends en maatschappelijke ontwikkelingen zouden in de toekomst wel in het voordeel van de buurtwinkel kunnen spelen.

• De vergrijzing van de bevolking zorgt er voor dat de nabijheid van de winkel belangrijker wordt en dat er meer behoefte is aan thuisbezorging van boodschappen, afhaaldiensten en het inzetten van mobiele winkels. Anderzijds zien senioren winkelen als een sociaal gebeuren, wat een belangrijke troef is van de buurtwinkel.

• De veranderendesamenstellingvangezinnen (meer eenoudergezinnen en alleenstaanden) vraagt om een aanpassing van het productengamma. Zo is er meer nood aan kleinere verpakking en porties, meer kant-en-klare gerechten en voorgesneden groenten.

• Het aantal vrijetijdsactiviteiten van de consument stijgt. De klant wenst steeds minder van zijn beschikbare tijd op te offeren aan boodschappen doen. De behoefte aan verruimde winkeltijden (ruimere openingstijden en zondagsopening) en snel winkelen (infrastructuur gericht op efficiënt winkelen) neemt hierdoor toe.

• De branchevervaging neemt toe: winkeliers bieden steeds vaker producten aan die eigenlijk niet tot hun bestaande aanbod horen. Het geeft de consument de mogelijkheid om zijn dagelijkse aankopen te beperken tot het bezoek aan één winkel.

• Daartegenover staat de tendens tot meer specialisatie: het assortiment wordt niet alleen in de breedte maar ook in de diepte uitgebreid. Niet zozeer de prijs maar wel de service en het maatwerk die de winkelier aanbiedt, maakt de speciaalzaak aantrekkelijk voor de consument.

• Ook de multiculturelesamenleving kan een positieve invloed hebben: steeds meer gespecialiseerde allochtone ondernemers duiken op in het straatbeeld (de zogenaamde ‘nieuwkomers’). Daartegenover staat dat de autochtone, traditionele buurtwinkels in snel tempo verdwijnen.

Lokale besturen hebben er alle belang bij aandacht te besteden aan deze nieuwe ontwikkelingen en ze mee te integreren in hun beleid. Zo kunnen initiatieven van buurtwinkels die inspelen op deze trends gestimuleerd worden met een subsidie of extra onder de aandacht gebracht worden.

6 Bisnota aan de Vlaamse Regering, startnota ‘Winkelen in Vlaanderen’, minister-president van de Vlaamse Regering Kris Peeters (23 juni 2010)

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 7

Page 8: De toekomst van de buurtwinkel

8 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

1.3 OverzichtwinkellandschapEen efficiënt beleid ten aanzien van buurtwinkels kan niet los gezien worden van een algemeen detailhandels-beleid. Alvorens een visie uit te werken rond buurtwinkels dient eerst nagegaan te worden welke positie de buurtwinkel inneemt binnen de detailhandelsstructuur. De basis voor een gedegen detailhandelsbeleid is een grondige analyse van het commercieel aanbod en de lokale detailhandelsstructuur. Het vormt de aanzet voor het uitbouwen van een toekomstvisie voor de detailhandel en het uitwerken van een aantal acties die deze visie moeten realiseren.

In onderstaand overzicht schetsen we een aantal invalshoeken van waaruit de analyse van het commercieel aanbod kan gebeuren. De drie hoofdinvalshoeken zijn winkeltypologie, branchering (aanbod van de winkel) en typologie van het winkelgebied. Daarbij geven we telkens ook aan welke plaats de buurtwinkel hierin neemt.

Indeling volgens winkeltypologie (AC Nielsen)

Marktonderzoeksbureau AC Nielsen inventariseert jaarlijks de detailhandel in voedingsmiddelen in haar ‘Voedingsuniversum’. Detailhandelszaken die minstens 40% van hun totale omzet uit voedingsmiddelen halen worden mee opgenomen in de inventaris. Bovendien moeten er minstens vier van de volgende voedingsmiddelencategorieën verkocht worden: eetbare vetten, conserven, gebottelde dranken, dranken in de vorm van vaste stoffen (vb koffie, thee), deegwaren of suikergoed. Uitgesloten zijn winkels die meer dan 50 procent van hun omzet realiseren door de verkoop van vleeswaren of vis en zeevruchten, winkels die gespecialiseerd zijn in dieetvoeding en winkels die deel uitmaken van een benzinestation.

De voedingsmiddelensector wordt ingedeeld volgens vier winkeltypes:

• F1 winkels groot distributie (vanaf 1.200 m2)• Hard discounters: Aldi en Lidl• F2 winkels middelgrote distributie (Supermarkten vanaf 400 m²)• F3 winkels: alle zelfbedieningszaken met een verkoopsoppervlakte van minder dan 400 m² en de winkels

met traditionele bediening (waaronder de ‘night shops’)

De buurtwinkel valt uitsluitend onder te brengen onder deze laatste categorie.

Indeling volgens branchering

Bij branchering worden winkels onderverdeeld volgens type product dat aangeboden wordt. Aangezien ons dit voor het positioneren van de buurtwinkel te ver zou leiden, hebben we ons beperkt tot de branches die vallen onder de categorie ‘boodschappen doen’7.

Een voorbeeld van een indeling volgens branchering vinden we in het strategisch commercieel plan van de stad Gent. De branches waaronder zich doorgaans ook de buurtwinkels bevinden werden aangeduid in vet.

• Niet-gespecialiseerdekleinhandelinalgemenevoedingsmiddelen (vvo<100m2)• Superettes(verkoopsvloeroppervlakte100-400m2)• Supermarkten (verkoopsvloeroppervlakte 400-4000 m2)• Overigenietgespecialiseerdekleinhandelinwinkelsoverwegendvoeding

7 We onderscheiden drie soorten koopmotieven: ‘recreatief en vergelijkend winkelen’ (het zogenaamde funshoppen), doelgericht winkelen (doelgerichte aankopen die laag frequent voorkomen) en ‘boodschappen doen’ (de aankoop van dagelijkse benodigdheden)

Page 9: De toekomst van de buurtwinkel

• Nachtwinkels• Automatenshops• Groentenenfruit• Vleesenvleeswaren• Vis• Brood,banketbakkerswerk,suikerwerk• Dranken• Tabaksproducten• Zuivelproducteneneieren• Overigevoedings-engenotmiddeleningespecialiseerdewinkels• Reformartikelen en natuurvoeding• Apotheken• Reukwerk en cosmetica (drogist)• Boeken, kranten, tijdschriften en kantoorbehoeften (type krantenwinkel)• Bloemen en planten• Drogisterijartikelen en onderhoudsproducten• Huisdieren en benodigdheden daarvoor• Banken en postkantoren

Indeling volgens typologie van het winkelgebied

Een derde mogelijke manier van indeling van het winkellandschap is volgens de typologie van het winkelgebied. Als voorbeeld halen we hier de indeling van de stad Antwerpen uit haar detailhandelsnota aan8.

1. Winkelhart of hoofdwinkelcentrum (ook kernwinkelgebied): dit is de belangrijkste winkellocatie van de stad. Deze winkelgebieden hebben de grootste bovenlokale aantrekkingskracht en bieden vooral niet-dagelijkse artikelen en horeca.

2. Stadsdeelcentrum: dit zijn grote, bovenlokaal aantrekkelijke winkelconcentraties maar zij sluiten niet rechtstreeks aan op het hoofdwinkelcentrum of winkelhart. Zij bieden eveneens heel wat niet-dagelijkse artikelen aan, maar het aanbod wordt in bepaalde delen van het winkelgebied aangevuld met dagelijkse en wijkverzorgende handelszaken.

3. Wijkcentrum: dit zijn de commerciële centra die vooral lokaalverzorgend sterk staan; zij richten zich op de omliggende wijk en bieden vooral dagelijkse artikelen en diensten aan.

4. Buurtwinkelconcentraties: buurtwinkelconcentraties zijn wijkcentra van kleinere schaal en gekenmerkt worden door een minder hoge winkeldichtheid. Ze bieden in eerste instantie dagelijkse artikelen aan, gecombineerd met een zeer beperkt aanbod niet-dagelijkse artikelen en diensten.

5. Baanwinkelcentrum: dit zijn de winkellinten aan de rand van de stad, gekenmerkt door grote verkoopsoppervlaktes. Het assortiment bestaat meestal uit woninginrichting, doe-het-zelf, elektro,…

6. Themawinkelgebieden: sommige winkelgebieden worden daarnaast ook themawinkelgebieden genoemd wanneer zij van één bepaalde aanbodcategorie een hoge concentratie hebben

7. Horecaconcentraties: wanneer het horeca-aanbod overheerst in de commerciële concentratie

Buurtwinkels zullen zich hoofdzakelijk situeren in de categorieën 1 tot en met 4.

8 Beleidsnota detailhandel, Antwerpen maart 2006

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 9

Page 10: De toekomst van de buurtwinkel

2. Lokaal buurtwinkelbeleid2Begin 2010 lanceerde de VVSG een oproep naar goede voorbeelden van projecten van lokale besturen rond buurtwinkels. Een aantal steden en gemeenten hebben de afgelopen jaren in hun detailhandelsbeleid een visie uitgebouwd rond buurtwinkels, die zich heeft vertaald in originele en innovatieve acties. Deze praktijkvoorbeelden kunnen, vertaald naar de eigen lokale situatie, een inspiratie vormen voor andere gemeenten die sterk willen inzetten op een efficiënt buurtwinkelbeleid.

Het overzicht werd aangevuld met vier buurtwinkelprojecten van gemeenten die intekenden op de projectoproep ‘Buurtwinkel in een landelijke omgeving’ van toenmalig minister van Plattelandsbeleid Yves Leterme. Het gaat om de projecten van Oosterzele, Poperinge, Maldegem en Heuvelland en Ieper. Voor meer uitgebreide informatie over deze projecten en de andere projecten van gemeenten die hierop hebben ingetekend, verwijzen we graag naar de website van het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg, die de begeleiding van de projecten op zich nam.

Tenslotte werden ook een aantal van de projecten van de gemeenten die deelnamen aan het VVSG-project mee opgenomen in het overzicht.

De voorbeelden in het onderstaande overzicht werden thematisch ingedeeld volgens de verschillende functies van de buurtwinkel.

Promotie-enimago-ondersteunendeprojecten: deze projecten hebben als hoofddoel de economisch-commerciële functie van de buurtwinkel te versterken. Als voorbeeld worden de projecten van Antwerpen, Mechelen, Oosterzele en Heuvelland aangehaald

Socialeprojecten: met deze projecten wil men de sociale rol die de buurtwinkel heeft benadrukken en verder uitbouwen. Ze kaderen ook binnen het sociale economie beleid van de gemeente. Het gaat om de projecten van Poperinge en Maldegem

Buurt-enwijkontwikkeling: deze projecten beogen de leefbaarheid in buurten en wijken te verhogen door te vertrekken vanuit de omgeving van de buurtwinkel, namelijk de buurt of wijk. Voorbeelden zijn Stebo, Leuven en Gent

Tot slot worden nog een aantal financiëlestimuli aangehaald: lokale besturen kunnen buurtwinkels ook ondersteunen aan de hand van een vestigingssubsidie (voorbeeld van Brugge) en een gevelrenovatiepremie (voorbeeld van Gent)

10 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Page 11: De toekomst van de buurtwinkel

2.1 Promotie- en imago-ondersteunende projecten

Antwerpen: de gouden glimlach

‘De Gouden Glimlach’ is de verkiezing van de beste Antwerpse buurtwinkel. De wedstrijd staat open voor alle lokale handelaars van alle Antwerpse districten die een buurtfunctie uitoefenen. Dat betekent dat zij als handelaar instaan voor de dagelijkse en/of niet-dagelijkse behoeften van de consument, waarbij ze zich voornamelijk richten tot klanten uit de buurt. De winnaar van ‘De Gouden Glimlach’ krijgt naast eeuwige roem, een sprankelend buurtfeest voor alle buurtbewoners en een reclamecampagne op atv, Radio 2 Antwerpen en in Gazet van Antwerpen. De verkiezing werd voor de eerste maal georganiseerd in 2010 en is intussen aan de derde editie toe.

Campagnebeeld ‘De Gouden Glimlach 2012

De verkiezing van ‘De Gouden Glimlach’ verloopt in verschillende wedstrijdfasen:

Inschrijvingen (november-december) Midden november worden de winkeliers opgeroepen om zich in te schrijven. Dit gebeurt via advertenties, directe mailings, informatieavonden, persberichten, de website of een bezoekje van het promoteam. De winkeliers krijgen een maand de tijd om zich in te schrijven. Inschrijven kan via een inschrijvingsformulier of via www.degoudenglimlach.be

Stemronde (januari-februari) In deze ronde is het aan de deelnemende handelaars om zelf campagne te voeren d.m.v. hun gepersonaliseerd promotiemateriaal. Buurtbewoners kunnen hun stem uitbrengen op hun favoriete buurtwinkel. Iedereen die stemt maakt naast het buurtfeest ook kans op een leuke fietstas. Stemmen kan online, via sms of via het stemformulier in de winkel.

Bekendmaking districtswinnaars (einde februari) De stemmen worden verzameld en geteld, en 45 genomineerden worden bekend gemaakt. Zij krijgen een mystery shopper over de vloer. Op basis van de motivatiebrief van de handelaars en het objectief verslag van de mystery shopper kiest een vakjury de 9 Zilveren Glimlach winkels (eentje per district) en de uiteindelijke Gouden Glimlach winnaar.De genomineerden worden bekend gemaakt door de ambassadrice van de actie, Marleen Merckx. Op dit moment worden ook onder de stemmers de winnaars van de fietszakken geselecteerd.

Bekendmaking De Gouden Glimlach (maart) De winnaars worden bekendgemaakt tijdens de uitreikingavond en krijgen extra publiciteit (GvA, Radio 2 Antwerpen en ATV + online).De winnaars ontvangen de Zilveren Glimlach en De Gouden Glimlach uit handen van Marleen Merckx en schepen Robert Voorhamme. De Gouden Glimlach winnaar mag de hele buurt trakteren op een spetterend feest waar de

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 11

Page 12: De toekomst van de buurtwinkel

bekende glimlach ook aanwezig zal zijn. Het buurtfeest vindt telkens plaats op ‘Burendag’ (laatste dinsdag van mei). Bovendien wordt de winnende buurtwinkel in de pers in de bloemetjes gezet.

CommunicatiecampagneVoor de bekendmaking van de wedstrijd wordt door de stad een uitgebreide communicatiecampagne gevoerd: • alle belangrijke informatie is te vinden op www.degoudenglimlach.be • advertenties, reportages, radiospots en vermelding op de website verschijnen bij de mediapartners (ATV,

Gazet van Antwerpen en Radio 2)• een promotieteam bezoekt alle winkels in stad Antwerpen en levert een affiche en informatiebrochure af.

Geïnteresseerde handelaars worden meteen ingeschreven via een I-pad. • de campagne wordt gepresenteerd op informatieavonden voor handelaars• er is een direct mailing naar adressenbestand van buurtwinkeliers• ook de eigen communicatiekanalen van de stad worden gebruikt: nieuwsbrief Werk en Economie, reportage

in De Nieuwe Antwerpenaar, persberichten en persconferentie, de stedelijke informatiekanalen. • elke deelnemende handelaar kan een gepersonaliseerde affiche aanmaken via de website en krijgt een

gepersonaliseerd promotiepakket (buttons, flyers, stembus, affiche)

Wie kan deelnemen?Een buurtwinkel wordt in deze wedstrijd gedefinieerd als een commerciële onderneming gelegen op het grondgebied van de stad Antwerpen, ingeschreven in de Kruispuntbank Ondernemingen en die als hoofddoel de uitoefening van kleinhandel heeft, namelijk rechtstreekse en persoonlijke verkoop van goederen of diensten die a) zich richt in hoofdzaak op de buurtbewoners (buurtverzorgend) OF b) binnen haar productassortiment hoofdzakelijk focust op dagelijkse behoeften (‘boodschappen doen’).

Doel van ‘De Gouden Glimlach’Met de verkiezing van ‘De Gouden Glimlach’ wil de stad de aandacht vestigen op de inspanningen die buurtwinkels iedere dag leveren. Buurtwinkels dragen in hoge mate bij tot de leefbaarheid van de wijken en districten. Persoonlijk contact met de klanten, de beste producten en service staan centraal bij buurthandelaars. De stad wil met de wedstrijd buurtbewoner kennis laten maken met het potentieel van zijn buurt en hem aanzetten tot de aankoop van dagelijkse goederen en diensten in zijn buurt of bij de lokale handelaars. De lokale handelaars kregen een platform en ondersteuning aangeboden via de promotieactie. De Gouden Glimlach is een positief project waarbij mensen en de relaties tussen mensen een prominente rol spelen. ‘De Gouden Glimlach’ is een ideale actie om handelaars op een ludieke wijze in de spotlights te plaatsen. Bovendien draagt het bij tot de versterking van de relatie tussen handelaars en buurtbewoners, waarmee het ook de sociale cohesie in de stad ten goede komt. De blauwdruk van het project kan rechtstreeks gebruikt worden in andere steden en gemeenten. Of eventueel in een ‘light’-versie.

12 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Meer info nodig? www.degoudenglimlach.be Of neem contact op met de verantwoordelijke binnen de stad Antwerpen: Vanessa Morganti, T 03-338 68 80 of [email protected]

Page 13: De toekomst van de buurtwinkel

Mechelen: actieplan buurtwinkels

Uit het commercieel-strategisch plan Mechelen blijkt dat de stad relatief goed scoort wat betreft het aanbod van dagelijkse goederen in een straal van 800 meter van de Mechelaar. In haar commercieel-strategisch plan wordt dan ook ‘Het behoud van een kwalitatief en kwantitatief voldoende winkelapparaat in de verschillende kernen’ als één van de vier ambitielijnen opgenomen. Om het huidige resultaat te behouden en zelfs te verbeteren wil de stad buurtwinkels extra ondersteunen. Deze ambitie heeft geleid tot het opmaken van een ‘Plan van aanpak voor buurtwinkels’.

In dit plan werd een definitie van de ‘buurtwinkel’ vastgelegd en een inventaris opgemaakt van alle buurtwinkels in Mechelen (inclusief deelgemeenten). De doelstelling die geformuleerd werd is ‘het aanbod van dagelijkse goederen bekend en beschikbaar maken op loopafstand van elke Mechelaar’. Aan alle buurtwinkeliers werd gevraagd een vragenlijst9 in te vullen om inzicht te verwerven in hun behoeften en noden. Daarin werd gepeild naar onder meer het aanbod, klantenbestand, bijkomende

dienstverlening die aangeboden wordt, toekomstplannen en mogelijke bedreigingen. Er werd ook gevraagd op welke manier de stad buurtwinkels bijkomend kan ondersteunen en in welke mate de handelaar daaraan wenst mee te werken.Tot slot werden een aantal doelgerichte acties uitgewerkt: de publicatie van een folder met tips voor buurtwinkeliers en de organisatie van een ‘Dag van de buurtwinkel’. Folder ‘tips & tricks voor buurtwinkels’Door de dienst Economie werd een folder opgemaakt waarmee de stad haar handelaars wil informeren en enkele handige tips meegeven. De folder werd verspreid onder alle buurtwinkeliers en bevat vier delen: • een aantal tips over hoe je als buurtwinkel een meerwaarde kan bieden in vergelijking met de grote

supermarkten (streekproducten aanbieden, een goede band opbouwen met de klant, periodieke acties organiseren, het belang van ‘een praatje’, ondersteunen van buurtactiviteiten, aandacht voor inrichting en presentatie van de winkel,…)

• een verwijzing naar de gevelrenovatiepremie van de stad voor nieuwe buurtwinkels met een aanbod aan dagelijkse levensmiddelen

• hoe als buurtwinkel een servicepunt voor je klanten creëren (verkoop van vervoerbewijzen van De Lijn, fungeren als PostPunt, verkoop van huisvuil- en PMD-zakken)

• aandachtspunten over hoe de winkel comfortabel te maken voor de klant (aandacht voor de toegankelijkheid van de handelszaak, een trap vervangen of combineren met een helling, stoelen of zitbanken plaatsen voor wachtenden, aandacht voor de zichtbaarheid van de etalage,…)

‘Dag van de buurtwinkel’Met de ‘Dag van de Buurtwinkel’ beoogde de stad Mechelen mensen naar de lokaalverzorgende winkels te lokken zodat die hun klantenbestand konden bestendigen en uitbreiden. Klanten die op die dag iets gingen kopen in de buurtwinkel kregen een kleine attentie, aangeboden door de stad. De ‘Dag van de Buurtwinkel’ werd voorafgegaan door een promotiecampagne waarbij de sterke punten van de buurtwinkel naar voren werden gebracht: kwaliteit, service en persoonlijk contact.

9 Zie vragenlijst opgenomen in inspiratielijst, hoofdstuk 6

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 13

Campagnebeeld ‘Dag van de buurtwinkel’

Page 14: De toekomst van de buurtwinkel

De service en de persoonlijke aanpak zijn de belangrijkste troeven van de buurtwinkels. De ‘Dag van de Buurtwinkel’ had als doel de buurtwinkels hiervoor te bedanken en op deze manier het sociale aspect van de buurtwinkels extra in de kijker te plaatsen.

Veertien dagen voor de Dag van de Buurtwinkel werd de promotiecampagne gestart. Het campagnebeeld was een bloem. De consument werd in de campagne aangespoord om “symbolisch” één of meerdere bloemen uit te knippen en op 12 juni af te geven aan hun persoonlijke buurtwinkel. Via deze weg bedanken zij hun buurtwinkel voor de service en de persoonlijke aanpak.

De campagne werd via verschillende kanalen gepromoot:  • advertentie in de Zondag• artikel in de Nieuwe Maan• flyers bij de deelnemende winkels• bedeling van Flyers in de deelgemeenten van Mechelen• www.mechelen.be

Bijkomend werd de Dag van de Buurtwinkel nog gepromoot via affiches bij de deelnemende winkels en een vermelding op de stadspagina’s van De Streekkant

Bedanken werkt in twee richtingen. De buurtwinkel bedankte zijn klanten op 12 juni voor hun trouw. De klanten ontvangen een klein gadget, een opplooibare vaas. Hierbij werd een duidelijke link gemaakt met de bloemen uit de campagne.

Oosterzele: een digitaal netwerk voor buurtwinkels

Met de opstart van een buurtwinkelnetwerk wilde de gemeente Oosterzele de communicatie tussen de buurtwinkels organiseren en opnieuw meer mensen naar de buurtwinkel krijgen. Het project werd uitgevoerd door de gemeente in samenwerking met vertegenwoordigers van UNIZO en de middenstandsraad.

Er werd gestart met een inventarisatie van het aanbod van producten en diensten in de gemeente. De SWOT- en omgevingsanalyses wezen uit dat het aantal buurtwinkels in dorpen omwille van de lage leefbaarheidsdrempel daalde. De resultaten van het onderzoek dienden ter inspiratie van acties ten voordele van de buurtwinkels en de oprichting van een lokaal netwerk. Via het tekenen van een engagementsverklaring konden handelaars aansluiten bij het buurtwinkelnetwerk. Zo konden ze gebruik maken van een gemeenschappelijk logo, deelnemen aan promotieacties,

bijdragen leveren aan het gemeentelijk informatieblad en intekenen op het digitaal netwerk. Voor de bijbehorende campagne werd een communicatiedeskundige ingeschakeld die instond voor het ontwerp van het logo en de opmaak van allerhande promotiemateriaal.

14 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Meer info nodig? Neem contact op met de verantwoordelijke binnen de stad Mechelen: Ingrid Schroyens, T 015-29 78 62 of [email protected]

Het gemeenschappelijk logo van het

buurtwinkelnetwerk en het nieuwe

logo van de ‘Gemeentelijke raad

voor de Lokale Economie’

Page 15: De toekomst van de buurtwinkel

Het digitale platform www.buurtwinkelnetwerk.be maakt het voor de handelaars mogelijk om samen diensten te organiseren en gegevens van klanten uit te wisselen. Ook de klant kan er terecht voor nuttige informatie over het netwerk en de buurtwinkels en kan er zoekopdrachten uitvoeren op het niveau van de deelgemeente of winkelcategorie. Klanten kunnen zich ook laten registeren om op de hoogte gehouden te worden van activiteiten, promoties of evenementen.

Het buurtwinkelnetwerk is intussen veranderd van naam en logo en heet voortaan ‘Gemeentelijke Raad voor de Lokale Economie’. Het aantal leden is gevoelig uitgebreid en zeer geregeld worden er activiteiten georganiseerd, zoals een netwerkmoment ‘Ken je buur en buren’, een eindejaarsactie en een braderie in de zomer.

Heuvelland en Ieper: Pluspunt

‘Pluspunt’ is een samenwerking tussen de gemeente Heuvelland en de deelgemeenten van Ieper waarbij de link tussen de buurtwinkel en streektoerisme en -producten gemaakt werd. Een dorpsmanagementcomité onder begeleiding van UNIZO zorgde voor de aansturing van het project.

Een eerste onderdeel van het project was een begeleidings- en opleidingsprogramma voor handelaars. Het programma bestond uit een SWOT-analyse van de deelnemende buurtwinkels, voorstellen van collectieve en individuele verbeterpunten en een uitwisseling van ervaringen.Een tweede projectonderdeel was de uitbreiding van het buurtwinkelaanbod met een rayon die de publieke dienstverlening versterkte en streekproducten promootte. Er werd een logo ‘Couleur Locale’ ontwikkeld dat werd afgebeeld op de rayons, windbanners en tafelvlaggetjes voor de promotie van de streekproducten. De bevoorrading van de winkels gebeurde door De Pelgrim, een dagcentrum voor volwassenen met een mentale beperking.Tenslotte werden ook een buurtwinkelgids (verspreid op 15.000 exemplaren) en www.debuurtwinkel.be ontwikkeld met informatie op maat van de buurt-winkels uit de regio. Klanten vinden er foto’s, de contactgegevens, de ope-ningsuren, het aanbod, de betaalmogelijkheden, of de winkel extra diensten aanbiedt (kansspelen, een PostPunt, thuislevering…) en de afstand tot de dichtstbijzijnde bushalte.

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 15

Het campagnebeeld van de

buurtwinkelgids met het logo

‘Couleur locale’

Meer info nodig? Neem contact op met de verantwoordelijke binnen de gemeente Oosterzele: Gertrude Van de Weghe, [email protected] Of lees een uitgebreide beschrijving van het project in de praktijkgids Buurtwinkel in een landelijke omgeving

Meer info nodig? www.debuurtwinkel.be of neem contact op met de verantwoordelijke van UNIZO: Petra Breyne Of lees een uitgebreide beschrijving van het project in de praktijkgids Buurtwinkel in een landelijke omgeving

Page 16: De toekomst van de buurtwinkel

2.2 Sociale projecten

Poperinge: Buurtwinkel tot uw dienst

Met het project ‘Buurtwinkel tot uw dienst’ wilde de stad Poperinge de functies van de buurtwinkel als vervuller van gemeenschapsdiensten en als centraal ontmoetingspunt versterken. Voor het project werd nauw samen gewerkt met het OCMW, de dorpsdienst Nestor, UNIZO Westhoek en de handelaars zelf.

Het project werd uitgewerkt volgens drie pijlers. Een eerste pijler betrof de uitbreiding van de publieke dienst-verlening door de installatie van een aantal strijkdepots of -ophaalpunten in buurtwinkels. Zo wilde men het bestaande dienstenaanbod verruimen en de lokale dagelijkse dienstverlening versterken. Voor het transport van de strijk tussen de buurtwinkel en de strijkwinkel werd een beroep gedaan op de buurtdienst van het OCMW.Met de tweede pijler wilde de stad de sociale rol van de buurtwinkels versterken. Samen met vrijwilligersnetwerk en dorpsdienst Nestor werd ondersteuning geboden aan geïsoleerde zorgbehoevenden op het platteland. Men bood hen diensten aan zoals huisbezoeken, leeshulp, vervoer van en naar de winkel, boodschappen doen, klusjes uitvoeren,…De derde pijler was de buurtwinkel als actieve partner betrekken bij de werking van de bewonersplatforms. Aandachtspunten en knelpunten werden informeel besproken in de buurtwinkel en uitnodigingen, agenda’s en verslagen konden er door de klant ingekeken worden.Tenslotte werd ook een buurtwinkelgids uitgegeven met informatiefiches van de buurtwinkels uit de streek. De fiches bevatten naast een foto van de winkel ook een overzicht van contactgegevens, openingsuren, betalingsmogelijkheden, het dienstenaanbod en een omschrijving van het productenaanbod.

Maldegem: De oprichting van een buurtwinkel in de woon- en zorgcampus

In Maldegem werd een buurtwinkel ingericht binnen de nieuwe woon- en zorgcampus Warmhof. Het project werd uitgevoerd via een samenwerking tussen het OCMW van Maldegem, enkele vrijwilligers en een bestaande buurtwinkel.

In 2005 startte het OCMW van Maldegem met de bouw van een woon- en zorgcampus in het centrum van de gemeente. In het ontwerp werd een ruimte voorzien voor een buurtwinkel en een kapperszaak, beide ingeplant aan de rand van de centrale ontmoetingsplaats. De winkel had als doelpubliek de bewoners van de campus, de personeelsleden en de particuliere buurtbewoners. De uitbating gebeurt door een vijftal vrijwilligers die de winkel in de week openhouden tijdens vaste openingsuren. De toelevering van de kruidenierswaren wordt verzorgd door een plaatselijke handelaar. Het aanbod in de buurtwinkel bestaat hoofdzakelijk uit algemene voeding. Via een boodschappendienst, verzorgd door de plaatselijke buurtwinkel, kan een uitgebreider gamma van producten besteld kon worden zoals verzorgingsproducten, dag- en weekbladen edm.

Het project speelt sterk in op de sociale rol die de buurtwinkel heeft. De winkel geeft de bewoners de kans om hun persoonlijke gewoonten, zoals winkelen, te behouden en het stimuleert hun zelfstandigheid. Door de centrale inplanting van de buurtwinkel wordt het sociaal contact verhoogd, zowel onder de bewoners als met

16 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Meer info nodig? Neem contact op met de verantwoordelijke binnen de gemeente Poperinge: Annemie Deschodt, T 057-34 66 93 of [email protected] Of lees een uitgebreide beschrijving van het project in de praktijkgids Buurtwinkel in een landelijke omgeving

Page 17: De toekomst van de buurtwinkel

de buurtbewoners, voor wie de buurtwinkel drempelverlagend werkt om de campus te bezoeken. Ook de vrijwilligers die de winkel uitbaten bouwen daarmee een sterk sociaal contact op met de klanten.

De winkel blijkt een groot succes te zijn en wordt vaak bezocht door bewoners, personeelsleden en bezoekers van het zorgcentrum. De openingsuren zijn intussen uitgebreid en er werden ook bijkomende vrijwilligers gevonden om een optimaler schuifsysteem in de uitbating te bekomen.

2.3 Buurt- en wijkontwikkeling

Stebo: Duurzaam ondernemen in een buurtcontext

De Limburgse vzw Stebo ontwikkeltsinds 1987vernieuwende projecten en diensten in het kader van samenlevingsopbouw en sociaal-economische streekontwikkeling. Stebo is actief op verschillende domeinen waaronder samenlevingsopbouw, buurtopbouwwerk, wonen, ondernemen, tewerkstelling en energiebeheer. Binnen het domein ‘ondernemen’ bouwde Stebo een werking uit waarin de economische ontwikkeling en het bevorderen van de leefbaarheid van straten en buurten centraal staan. Het project ‘Duurzaam ondernemen in buurtcontext’, ook gekend onder de naam ‘BuurtZaken’, heeft ondernemers en bestuur in Heusden-Zolder samengebracht en doen nadenken over de rol en functie van zelfstandig ondernemerschap in de buurten. Hierna omschrijven we beknopt het proces dat gezorgd heeft voor een gelijkwaardig partnerschap en een open communicatie tussen gemeentebestuur en ondernemers.

Het uitgangspunt in het proces was streven naar duurzaamondernemerschap, met aandacht dus voor mens, milieu en economie. Voor zelfstandige ondernemers is de omgeving waarin de onderneming ligt een belangrijke factor: de buurt als belanghebbende. De strategieën die in het kader van het proces werden ontwikkeld hadden steeds tot doel constructieve relatie met de buurt uit te bouwen.

Bij duurzaam ondernemen in de context van een buurt ligt de focus naast de onderneming ook op de belanghebbenden, de stakeholders van zowel onderneming als buurt. Stebo benoemde zes groepen van belanghebbenden, de ‘6 B’s’, die bij het proces betrokken werden: buurtzaken, bestuur, beambten, bewoners, buurtverenigingen en bezoekers. Om inzicht te verwerven in de behoeften van deze belanghebbenden werden verschillende bevragingen uitgevoerd: klanten- en ondernemersbevragingen en een leefbaarheidsonderzoek. Door de analyse van de gegevens die daarmee verzameld werden, konden prioriteitenwordenvastgelegdenactieswordenvoorbereidenuitgevoerd. De belanghebbenden werden in alle fasen van dit proces betrokken in onderling verbonden netwerken.

Een niet onbelangrijke stap in het proces was de eerder theoretische verklaringen rond duurzaam ondernemen en het beheer van de relaties met belanghebbenden te vertalen naar het praktijkniveau. Met andere woorden hoe kunnen we de plaatselijke ondernemers tot een mentaliteitswijziging en gedragsverandering brengen, en

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 17

Meer info nodig? Neem contact op met de verantwoordelijke binnen OCMW Maldegem: Piet Allewaert, T 050-40 36 00 of [email protected] Of lees een uitgebreide beschrijving van het project in de praktijkgids Buurtwinkel in een landelijke omgeving

Page 18: De toekomst van de buurtwinkel

een gezamenlijkeverantwoordelijkheidtotstandbrengen. Een aantal tips die daarbij geformuleerd werden zijn: • ondernemers aanspreken op hun bekommernissen, • eerst streven naar begrijpen en dan naar begrepen worden, • een groepsgevoel creëren, • duurzaam ondernemen als een oplossing introduceren, • zorgen voor voldoende ruimte voor ieders inbreng, • samen doelstellingen, strategieën en activiteiten uitwerken, • hen laten scoren, • oog hebben voor bijkomende vormingsbehoeften, • voorrang geven aan storingen.

Werken tussen ondernemers vraagt volgens Stebo om een V.I.P.-behandeling, waarbij de V staat voor verbinden en vrijwilligersmanagement, de I voor irritatiemanagement en individuele ondersteuning en de P voor procesaanpak en projectmanagement. Verbinden speelt zich af op twee niveaus: enerzijds tussen de verschillende belanghebbenden en anderzijds tussen de drie pijlers van duurzaam ondernemen (mens, milieu en economie). Verbinden wil ook zeggen de verbondenheid tussen de belanghebbenden stimuleren en onderhouden: vrijwilligersmanagement. Daarnaast is het ook belangrijk om rekening te houden met de realiteit van mensen, met hun leefwereld, hun wensen en hun noden en problemen. Vandaar het belang van individuele ondersteuning en het wegwerken van irritaties. Tot slot biedt een procesmatige benadering de beste garantie op diepgaande analyse en het creëren van haalbare en innovatieve toekomstbeelden. Dit betekent zorgen voor een methodische omkadering, het bewaken van projectstappen en tussentijdse resultaten, terugkoppeling van informatie naar belanghebbenden organiseren en waar nodig voorstellen tot bijsturing doen.

In een proces met meerdere belanghebbenden is het belangrijk dat één partij de regie opneemt. Het lokale bestuur is de voor de hand liggende regisseur: de uitbouw van een overkoepelende visie en de uiteindelijke verantwoordelijkheid en de besluitvorming liggen bij het gemeentebestuur. Ook de organisatorischeimplementatie van het hele proces gebeurt door het lokale bestuur. De gemeente Heusden-Zolder bouwde in dit kader het gemeentelijk kmo-loket grondig uit. Daarnaast werd ook een werkcel ‘BuurtZaken’ georganiseerd, die tot kerntaak heeft het duurzaam ondernemen in buurtcontext te ondersteunen.

Een van de voorwaarden en tegelijk een troef van duurzaam ondernemen in relatie tot de leefbaarheid van buurten is de onderlinge communicatie tussen alle belanghebbenden. Betrokkenheid van de belanghebbenden creëer je door een goede informatiedoorstroming te organiseren. Technieken die daarvoor gebruikt kunnen worden zijn persoonlijke contacten, vergaderingen, nieuwsbrieven en rechtstreekse consultaties. Ook de communicatie naar de buitenwereld, de marketing, is een belangrijk aspect. In het kader van het project BuurtZaken werden een aantal marketinginstrumenten ontwikkeld: een gemeentelijke brochure, de website www.buurtzaken.be en een digitale kmo-gids.

18 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Meer info nodig? Voor een meer uitgebreide omschrijving van het proces verwijzen we graag naar de ‘Wegwijzer voor buurtzaken’, verkrijgbaar via www.stebo.be. U vindt er eveneens voorbeelden van ondernemers- en klantenbevragingen en een leefbaarheidsonderzoek. Contact: Jos Put, T 011-57 19 27 of [email protected]

Page 19: De toekomst van de buurtwinkel

Leuven: behoeftenonderzoek in drie buurtwinkelcentra

Geïnspireerd door het project ‘Duurzaam ondernemen in een buurtcontext’ van Stebo, voerde het Centrummanagement in Leuven een onderzoek uit in drie buurtwinkelcentra. Het was de bedoeling commerciële sterktes en zwaktes van drie buurtcentra (Centrum Kessel-Lo, Centrum Heverlee en Wilsele Putkapel) bloot te leggen. Twee laatstejaarsstudenten van de K.H.Leuven die hun eindstage voor het Centrummanagement uitvoerden kregen de opdracht om een buurtonderzoek in de drie centra uit te voeren. In de studie werden zowel handelaars als klanten bevraagd. De centrale aandachtspunten van het onderzoek waren: waarom komt een klant winkelen in een buurtcentrum, hoe tevreden is hij daarmee en wat zijn zijn verwachtingen?

Waarom wordt er gewinkeld in een buurtcentrum?Volgens de handelaars is ‘nabijheid’ de eerste troef, gevolgd door de persoonlijke contacten, bereikbaarheid en dienstverlening. Ook voor klanten is nabijheid de grootste troef, op afstand gevolgd door ‘keuze’ en ‘bereikbaarheid’. Het persoonlijke contact wordt door slechts 14% van de kanten vernoemd.Het is niet verrassend dat het nabijheidskarakter de onbetwiste troef is. Wel opvallend is dat de handelaar de neiging heeft om zijn belang in het ‘aankoopproces’ te overschatten. Meerdere handelaars denken dat de klant er vooral voor hen komt, voor hun dienstverlening en het persoonlijke contact.Klanten daarentegen denken meer in termen van ‘het moet de moeite lonen om naar een centrum te gaan’. ‘De moeite lonen’ staat dan voor keuze en bereikbaarheid. Het winkelcentrum dichtbij wordt daarbovenop des te aantrekkelijker naarmate de branchering ervan evenwichtig is uitgebouwd.

Hoe kan een buurtwinkelcentrum verbeterd worden?Klanten beoordelen een winkelcentrum niet op basis van individuele parameters (zoals netheid, veiligheid, zitbanken, parkeermogelijkheden…) maar op basis van clusters van parameters die samen de perceptie vorm geven. Via een factoranalyse werd vastgesteld welke de factoren zijn die leven en wat hun inhoud is. Uit de analyse bleek dat er vijf factoren een rol spelen: het aanbod, de herbergzaamheid, de infrastructuur van het centrum, de dynamiek en de sfeer10.

Aanbod: onder deze factor verstaat de klant: variatie in winkels, aanwezigheid van horeca, gemakkelijk parkeren en openingsuren. Er moet een verscheidenheid aan winkels en aan horeca zijn. Bezoekers van een winkelcentrum koppelen hun winkelbezoek vaak aan een horecabezoek. Daarnaast volstaat nabijheid niet, de winkels moeten open zijn op de momenten dat de klant er naartoe gaat en makkelijk kunnen parkeren is een noodzaak. Opvallend is dat de klant ‘makkelijk parkeren als een onderdeel van het commerciële aanbod ziet en niet van het parkeerbeleid of van het stadsontwikkelingsbeleid.

Herbergzaamheid: hieronder verstaat de klant: straatverlichting, de kwaliteit van de voetpaden, de locatie van de winkels en een aangenaam gevoel. Een goede straatverlichting en de kwaliteit van de voetpaden dragen bij tot een comfortgevoel. Onder de locatie van winkels moet men vooral de nabijheid en de concentratie ervan verstaan. De factor herbergzaamheid is ook een synoniem voor ‘goed gevoel’

Infrastructuur: hieronder verstaat de klant: de verkeersdrukte, de aanwezigheid van groen, zitbanken en fietsstallingen. De koppeling van ‘verkeersdrukte’ met ‘groen’ en ‘zitbanken’ geeft aan dat in de geest van de klant de notie ‘verkeersdrukte’ niet zozeer gezien wordt als een element van onveiligheid maar eerder als een element van rustgevend comfort dat bijdraagt tot gezelligheid. Infrastructuur en gezelligheid gaan hand in hand.

10 De factor sfeer werd niet verder uitgewerkt omdat er te weinig elementen zijn die de inhoud ervan kunnen duiden.

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 19

Page 20: De toekomst van de buurtwinkel

Dynamiek: onder deze factor verstaat de klant: politiecontrole, animatie van de centra en de prijs van de producten. De ‘dynamiek van de handelaars’ en de ‘dynamiek van de politie’ worden door de klant onder dezelfde noemer gebracht. Uit de bevraging blijkt ook dat eenmalige jaaracties (braderieën) niet afstralen op de perceptie van de wijk als ‘levendige buurt. Deze perceptie treedt pas op als er constante promotionele activiteiten zijn. Net zomin wordt ‘verkeersdrukte’ met veiligheid’ geassocieerd maar wel met een comfortgevoel. Zo roept politiecontrole eerder een gevoel op van ‘er gebeurt daar wat!’

Gent: Streven naar een voldoende verspreid en kwalitatief aanbod op wijkniveau

Gents Winkel- en Horecaplan In het Gents Winkel- en Horecaplan 2011-2020, goedgekeurd in 2011, wordt heel wat aandacht besteed aan buurtwinkels. Dit plan is opgebouwd uit 10 strategische doelstellingen met daaraan gekoppeld meer dan 100 mogelijke acties. Het is de visie en ambitie om Gent als winkel- en horecastad tegen 2020 nog verder te versterken. Voor buurtwinkels wordt er gestreefd naar een voldoende verspreid, kwalitatief aanbod in de diverse wijken en buurten van de stad. Diverse acties op vlak van acquisitie, promotie en ondersteuning zullen worden ingezet voor het verder versterken van het aanbod buurtwinkels. Een aantal van deze acties worden concreet toegelicht in deze praktijkgids.

Pro-actief aantrekken van (buurt)winkels op wijkniveauDoor de Stad Gent is een pilootproject uitgewerkt om ondernemingen en winkels aan te trekken op wijkniveau. Dit pilootproject situeert zich specifiek in de wijk Rabot-Blaisantvest welke valt onder het stadsvernieuwingsproject “Bruggen naar Rabot”. Het pilootproject steunt op 3 pijlers:1 Tegengaan van commerciële leegstand in de wijk2 Promotie van het handelsaanbod in de wijk 3 Acquisitie van potentiële investeerders naar de wijk op vlak van detailhandel en horecaDe methodiek van dit pilootproject zal worden uitgebreid naar andere wijken en buurten.

In een studie, uitgevoerd door het studiebureau WES, werd, op basis van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse van het aanbod in de wijk, een visie en marketingplan uitgewerkt voor de wijk Rabot-Blaisantvest. Bij deze studie werden de lokale dekenij en handelaars nauw betrokken.

Op basis van deze studie is onder meer een concrete campagne opgezet om ondernemingen en winkels aan te trekken naar de wijk. Er werd een promotiefolder uitgewerkt welke verspreid is geworden via diverse kanalen (onder meer de middenstandsorganisaties en beroepsfederaties). In deze promotiefolder worden de troeven van de wijk belicht en wordt er indicatief aangegeven welke winkels worden gezocht voor de wijk. Op 2 jaar tijd zijn diverse kwalitatieve winkels bijgekomen in deze wijk en is de leegstand met meer dan de helft gedaald.

Om de bestaande lokale handelaars uit de wijk extra te promoten, is een campagne uitgewerkt naar de consument. Hiervoor werd een herbruikbare boodschappentas ontworpen specifiek op maat van de wijk, welke de handelaars verspreid hebben bij hun klanten.

20 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Meer info nodig? Neem contact op met de verantwoordelijke binnen het Centrummanagement Leuven: Michel Warlop, T 016-27 23 77 of [email protected]

Page 21: De toekomst van de buurtwinkel

BuurtwinkelindexDe buurtwinkelindex is een instrument waarmee de evolutie van de buurtwinkels op geregelde tijdstippen in kaart zal worden gebracht op wijk- en buurtniveau. Onder buurtwinkel wordt verstaan elke handelszaak die kleiner is dan 400m² en die valt onder één van de onderstaande branches:• groenten-/fruithandel • bakkerij • kaashandel • slagerij • vishandel • superette (0-400m²) • natuurvoeding Op die manier zullen er op wijkniveau verder acties kunnen worden uitgewerkt in functie van de evolutie van buurtwinkels in de verschillende wijken van Gent.

2.4 Financiële stimuli

Brugge: een vestigingssubsidie voor buurtwinkels

‘Een buurtwinkel voor alle Bruggelingen’ zo luidt één van de ambities in de beleidsnota detailhandel van de stad Brugge. De stad wenst de rol van de buurtwinkel te bestendigen en waar mogelijk te versterken. Zo is het de expliciete doelstelling om in elke kern een minimaal aanbod van dagelijkse goederen te krijgen. Concreet is het de bedoeling om slagers, bakkers en superettes in alle kernen en wijken op wandelafstand voor elke Bruggeling te hebben. Om deze ambitie te verwezenlijken werd het subsidiereglement ‘vestiging van een buurtwinkel om een minimumaanbod te voorzien’ in het leven geroepen.

De subsidie wordt verleend aan buurtwinkels die zich willen vestigen in een woonkern waar het aan een minimumaanbod van dagelijkse producten ontbreekt. Buurtwinkels die in aanmerking komen zijn bakkerijen, slagerijen of superettes.

Aan het verkrijgen van de subsidie zijn een aantal voorwaarden verbonden. Zo mag de nieuwe buurtwinkel niet concurrentieverstorend zijn en aldus een behoefte invullen die in de betrokken woonwijk nog niet aanwezig is. Winkels met een netto-verkoopoppervlakte groter dan 150 m2 komen niet in aanmerking en ook ketenfilialen worden uitgesloten. Zelfstandige concessiehouders of franchisenemers komen dan weer wel in aanmerking. Ook als het gaat om een verhuizing van een buurtwinkel waarbij op de oorspronkelijke locatie een nieuw tekort aan minimumaanbod wordt gecreëerd, wordt geen subsidie verleend.

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 21

Meer info nodig? Neem contact op met de verantwoordelijke dienst binnen de stad Gent: OOG Ondersteuningspunt Ondernemers Gent, T 09-210 10 60 of www.investingent.be

Page 22: De toekomst van de buurtwinkel

De vestigingssubsidie bedraagt 10.000 euro en kan gebruikt worden voor noodzakelijke investeringen om een zaak te kunnen opstarten. Het gaat hierbij om allerhande verfraaiingswerken en uitbatingskosten: • de aankoop van rekken en toonbank• machines en toestellen noodzakelijk om de zaak uit te baten • het plaatsen en de aanschaf van reclame- en uithangborden• alle werken die de toegang tot het handelspand voor personen met een handicap verbeteren of mogelijk

maken• investeringen in soft- en hardware• administratieve oprichtingskosten• startersadvies• …

Aanvragen worden schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. De dienst Lokale Economie onderzoekt of er in de omgeving van de voorgestelde locatie een dergelijk type buurtwinkel (bakkerij, slagerij, superette) ontbreekt en laat een haalbaarheidsstudie uitvoeren door het Agentschap Ondernemen. Vervolgens wordt een gemotiveerd advies geformuleerd en op basis daarvan beslist het college over de toekenning van de subsidie.

De stad Brugge maakt jaarlijks 40.000 euro vrij voor het toekennen van deze vestigingssubsidies.

22 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Meer info nodig? Neem contact op met de verantwoordelijke binnen de stad Brugge: Nicolas Bogaert, T 050-44 46 70 of [email protected]

Een aantal gemeenten volgden intussen het voorbeeld van Brugge en schreven zelf ook een vestigingssubsidie voor buurtwinkels uit:

Boom Reglement in voege sinds 1 september 2011 Subsidiereglement + aanvraagformulier Contact: Dany Mampaey, T 03-880 18 67 of [email protected]

Torhout Reglement in voege sinds 1 juli 2011 Subsidiereglement Contact: Geert Van Nieuwenhuyse, [email protected]

Page 23: De toekomst van de buurtwinkel

Gent: financiële ondersteuning voor buurtwinkels

Subsidiereglement voor het verfraaien van handelspandenDe stad Gent heeft al jaren een subsidiereglement voor het verfraaien van handelspanden. Dit reglement bestaat uit drie belangrijke onderdelen:• het verfraaien van de gevel en interne verbeteringswerken van handelspanden • het betreedbaar maken van de ruimte boven winkels door het voorzien van een aparte toegang• het stimuleren van wonen boven winkels

Voor het onderdeel verfraaien van de gevel en interne verbeteringswerken van handelspanden wordt voorzien in een tussenkomst van 30% van de totale investeringen met een maximum van 12.500 euro. Voor energiezuinige maatregelen wordt er nog in een extra betoelaging voorzien van maximaal 3.000 euro.

Sinds 2012 is er een bijkomend subsidiereglement van kracht in het kader van het goedgekeurde EFRO-project “Gevelrenovatie en renovatie van leegstaande handelspanden”. Dit reglement heeft specifiek als doelstelling het zelfstandig ondernemerschap te stimuleren, langdurige leegstand te bestrijden en buurtwinkels extra te ondersteunen.

Als buurtwinkel wordt hier beschouwd iedere handelszaak met als hoofdactiviteit bakkerij, slagerij, groenten- en fruithandel, kaashandel, vishandel, natuurvoedingshandel of superette met een maximale netto handelsoppervlakte van 200m². Deze buurtwinkel dient uitgebaat te worden door een zelfstandige ondernemer.

Met dit reglement wordt de maximale tussenkomst opgetrokken tot 50% van de totale investeringen. met een maximum van 12.000 euro. Ook hier is er nog een extra betoelaging van maximaal 3.000 euro indien voldaan wordt aan energiezuinige criteria.

StarterscontractenDe Stad Gent ondersteunt beginnende ondernemers ook met een starterscontract. Met dat contract kunnen ondernemers ondersteuning krijgen voor opleiding, professionele begeleiding en voor investeringen. Deze ondersteuning bedraagt tot maximaal 5.000 euro. Startende ondernemers die een buurtwinkel wensen uit te baten komen hiervoor dus ook in aanmerking.

Meer info nodig? Neem contact op met de verantwoordelijke dienst binnen de stad Gent: OOG Ondersteuningspunt Ondernemers Gent, T 09-210 10 60

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 23

Page 24: De toekomst van de buurtwinkel

3. Innoverende straat: collectieve acties stimuleren buurteconomie

Met het project ‘Innoverende Straat’ had Unizo West-Vlaanderen de ambitie om in een 30-tal West-Vlaamse handelszones een innovatieve actie, die de handelszone commercieel versterkt, uit te werken. ‘Innoverende Straat’ is ontstaan vanuit het project ‘Commerciële innovatie’, dat in 2006 werd ontwikkeld door het Ondernemerscentrum Kortrijk, in samenwerking met het Innovatiecentrum West-Vlaanderen en waarbij een innovatietraject voor kleinhandelaars werd ontwikkeld die hen informeert over de huidige trends en helpt om nieuwe ideeën in hun zaak binnen te brengen. De vraag naar een collectieve begeleiding werd echter groter, waardoor in het kader van de oproep ‘Ondernemingsvriendelijke gemeente 2009’ een project werd ingediend door Unizo West-Vlaanderen onder de noemer ‘Innoverende Straat’. Unizo werd hiertoe bijgestaan door het Innovatiecentrum West-Vlaanderen, het Ondernemerscentrum Kortrijk en de vijf RESOC’s in de provincie West-Vlaanderen.

De sterkte van het project ligt in de samenwerking die tot stand komt tussen de handelaars. Handelaars stimuleren daarmee niet alleen hun eigen zaak, maar ook de buurt of handelszone waarin ze gelegen zijn. Als handelaars gemeenschappelijk naar buiten treden, kunnen ze een echt handelscentrum vormen. Samenwerken zorgt immers voor een verhoogde dosis creativiteit. En net die creativiteit is heel erg belangrijk om te helpen bij het oplossen en voorkomen van problemen. Het draagt immers bij tot een sterk merk, een positief imago en meer winst.

Izegem

In het handelscentrum van Izegem kwamen de afgelopen jaren steeds meer panden leeg te staan. De actie die hier werd uitgewerkt had tot doel het opwaarderen van de leegstaande panden. Concreet werden tien leegstaande panden bestickerd. Op de stickers stonden mogelijke invullingen van de handelspanden afgebeeld om handelaars te overtuigen om zich te vestigen in Izegem.

24 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

3

Page 25: De toekomst van de buurtwinkel

Sijsele

De stad Damme, UNIZO en de handelaars uit Sijsele werkten voor deze actie samen om de handelszone in Sijsele te promoten. Het winkelgebied in Sijsele werd omgetoverd tot een sfeervol handelscentrum aan de hand van verlichte bloempotten. Daarnaast werden een aantal kleurrijke infoborden geïnstalleerd om het centrum op te fleuren. 31 handelaars uit de Dorpsstraat namen deel aan de actie, goed voor 33 verlicht bloempotten.

Beveren

In samenwerking met de Beverse handelaars, stad Roeselare en UNIZO West-Vlaanderen werd ‘Beveren Bruist’ in het leven geroepen, de opvolger van het succesvolle ‘Beveren Buust’. De Beverse handelaars groepeerden zich om sterker naar buiten te kunnen komen als dynamische gemeente en dit onder het motto ‘Beveren Bruist’. Er werden twee acties uitgewerkt: een handelaarskalender 2012 met tal van kortingen én een nocturne. De nocturne vond plaats op vrijdag 21 oktober 2011. De Beverse handelszaken waren open tot 20u. Deelnemers maakten kans op een leuke prijs mits het oplossen van een rebus. Daarnaast werd een nieuwe website aangemaakt www.beverenbruist.be waarop alles rond ‘Beveren Bruist’ te volgen is.

Ruddervoorde

Innoverende Straat bracht de handelaars op het idee om kunstkoeien aan te kopen en in en rond de gemeente Ruddervoorde-Waardamme te plaatsen. Zo werd een sfeervol handelscentrum gecreëerd en werd Ruddervoorde-Waardamme als gemeente in de kijker geplaatst. Elke handelaar kreeg de kans om een kunstkoe aan te kopen en volledig te personaliseren. De gemeente Oostkamp, UNIZO en enkele lokale handelaars sloegen daarvoor enthousiast de handen in elkaar.

Kortrijkse deelgemeenten

De handelaars uit de Kortrijkse deelgemeenten ervaarden een gebrek aan naambekendheid over groot Kortrijk tegenover het centrum van Kortrijk. In kader van innoverende straat werd een handelaarsboekje ‘kortRand’ uitgebracht dat verspreid werd over groot Kortrijk en waarin de handelaars hun eigen handelszaak en deelgemeente in de picture kunnen plaatsen. Weinigen weten immers dat de Kortrijkse deelgemeenten ook een groot en breed aanbod kennen. Via deze actie wil men het winkelen in de deelgemeenten stimuleren.

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 25

Meer info nodig? www.innoverendestraat.be Neem contact op met de verantwoordelijke binnen Unizo West-Vlaanderen: Jitske Leroy, T 056-26 44 44 of [email protected]

Page 26: De toekomst van de buurtwinkel

26 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

In de vorige hoofdstukken schetsten we enkele succesvolle acties rond buurtwinkels. Hieruit distilleren we een aantal succesfactoren en tips die de slaagkansen van dergelijke acties kunnen vergroten.

Focus op de belanghebbenden

Definiëren: Stebo definieerde zes categorieën van belanghebbenden, de zogenaamde 6 B’s: buurtwinkels, bestuur, beambten, bewoners, buurtverenigingen en bezoekers. Leg vast welke belanghebbenden bij het uitwerken van een buurtwinkelactieplan betrokken moeten zijn. Betrekken: Betrek de belanghebbenden bij het uitwerken van acties. Gebruik hiervoor bestaande overlegorganen (adviesraad lokale economie, dorps- en wijkraden, handelsverenigingen,…)Communiceren: Zorg voor een voldoende duidelijke en open communicatie met de belanghebbenden. Doe dit via zo veel mogelijk verschillende kanalen: persoonlijk contact, mailings, nieuwsbrieven, werkvergaderingen, infoavonden,…Een goede informatiedoorstroming verhoogd de betrokkenheid.Engageren: Probeer een gezamenlijk verantwoordelijkheidsgevoel onder de belanghebbenden te creëren, dit geeft de acties meer kansen tot slagen. Besteed aandacht aan hun bekommernissen en tracht een groepsgevoel te creëren.

Een actieplan uitwerken: ga procesmatig te werk

Inventariseren: Definieer het begrip buurtwinkel en maak een inventarisatie van de aanwezige detailhandel/buurtwinkelsDoel bepalen: Werk een visie rond buurtwinkelbeleid uit. Bepaal welke minimumvoorzieningen je wenst te voorzien in de buurten. Welke branches ontbreken er? En op welke locaties willen we die? Waar kan er gestimuleerd worden? Hou daarbij rekening met randvoorzieningen (parkeerbeleid, bevoorrading) en de aanwezigheid van voldoende afzetpotentieel.

InventarisatieDefiniëren

buurtwinkel

Doel bepalen en

acties uitwerken

Terugkoppeling met belanghebbenden

Visie implementeren

en acties uitvoeren

Bijsturen en

evalueren

4. Enkele succesfactoren en tips tot slagen4

Page 27: De toekomst van de buurtwinkel

De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid 27

Acties uitwerken: Bedenk doelgerichte, haalbare acties. Laat ideeën groeien van uit de belanghebbenden (bij voorbeeld aan de hand van een vragenlijst of brainstormsessies). Haal inspiratie uit elders uitgevoerde projecten en vertaal die naar de lokale situatie. Stel een stappenplan op gekoppeld aan een tijdstabel.Implementeren: Implementeer de visie rond buurtwinkels in het beleid en ga over tot het uitvoeren van de acties.Evalueren: procesmatig werken betekent ook tussentijds evalueren en indien nodig bijsturen. Zorg ook hier voor voldoende terugkoppeling met de belanghebbenden.

Het belang van marketing

Besteed voldoende aandacht het marketingaspect en probeer een gezamenlijke promotiecampagne uit te werken:• Creëer een campagnebeeld (zie bij voorbeeld de Gouden Glimlach of de Dag van de buurtwinkel) of laat een

gezamenlijk logo ontwerpen (bij voorbeeld het buurtwinkelnetwerk-logo van Oosterzele) • Ontwerp een gezamenlijke website (zie www.debuurtwinkel.be van Heuvelland en Ieper)• Plaats gezamenlijke advertenties in lokale media (streekkrant, lokale radio)• Schakel de bestaande communicatiekanalen in: nieuwsbrieven, gemeentelijk infoblad, website,

persberichten.• Ontwikkel nieuwe kanalen: ontwerp een brochure of folder, organiseer infoavonden

Enkele nuttige tips:

Besteed extra aandacht aan de handelaars. Het is niet altijd evident om handelaars te engageren om mee te stappen in een actie. Nochtans is hun input van cruciaal belang voor het welslagen van een project. Persoonlijk contact en individuele bezoeken zijn dus noodzakelijk. Benadruk de economische voordelen die handelaars kunnen halen door mee te stappen in het project.

Let op met initiatieven waar een inspanning van de burger gevraagd wordt. Initiatieven zoals een ideeënbus plaatsen in een buurtwinkel werkten niet, een actie zoals de Gouden Glimlach waar gestemd moet worden dan weer wel.

Laat u inspireren door nieuwe concepten in winkelbeleid (inzetten van mobiele winkels, e-commerce, branchevervaging, opkomst van beleveniswinkels, winkelen als vrijetijdsbeleving…) en probeer deze te vertalen naar een bruikbaar concept voor de buurtwinkelier.

Denk integraal en betrek andere beleidsthema’s bij het project: schakel sociale economie initiatieven in om een extra dienstverlening in buurtwinkels te realiseren, verspreid toeristische infobrochures of gemeentelijke producten via de buurtwinkel.

Page 28: De toekomst van de buurtwinkel

28 De toekomst van de buurtwinkel – Praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid

Er verschenen reeds heel wat interessante studies en onderzoeken naar buurtwinkels en de leefbaarheid van buurten. Naar een aantal van hen werd eerder in de praktijkgids verwezen. We lijsten ze hier nog even op:

• Buurtwinkels: analyse en UNIZO-actieplan, UNIZO-Studiedienst, 31 mei 2005• Een onderzoek naar de behoeftes van steden en gemeenten in verband met buurtwinkelbeleid, uitgevoerd

door Vlerick Leuven Gent Management School, in opdracht van het Vlaams kabinet van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en buitenlandse handel, januari 2006.

• Buurtwinkeliers en hun meerwaarde, rapport IFGA, november 2007• Bedrijvigheid en leefbaarheid in stedelijke woonwijken, Planbureau voor de Leefomgeving, 2010• Praktijkgids Buurtwinkel in een landelijke omgeving, Vlaamse Landmaatschappij, 2009• Het maatschappelijk belang van de buurtwinkel, uitgave van SPAR Holding B.V, 9 september 2011.

Inspiratie vind je ook bij collega-besturen: maak gebruik van onderstaande model- en voorbeelddocumenten:

•Model vragenlijst leefbaarheidsonderzoek• Model vragenlijst klantenbevraging• Model vragenlijst ondernemersbevraging• Model vragenlijst dienstverlening buurtwinkels• Vragenlijst buurtwinkeliers Mechelen• Behoeftenonderzoek Leuven• Behoeftenonderzoek Diepenbeek• Premiereglement ‘Vestiging van een buurtwinkel om een minimumaanbod te voorzien’ Brugge • Subsidiereglement ‘Vestiging van een buurtwinkel om een minimumaanbod te voorzien’ Boom + aanvraagformulier• Gemeentelijk subsidiereglement ‘Vestiging van een buurtwinkel om een minimumaanbod te voorzien’

Torhout

Nuttige links• www.buurtsuper.be • www.ipo-online.be• www.vvsg.be

5. Tot slot: een inspiratielijst5

Page 29: De toekomst van de buurtwinkel

Leidraad Regie en Coördinatie - Samenwerken rond diversiteit 29

Page 30: De toekomst van de buurtwinkel