12
EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten + Algemene kosten + Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde van de omzet) Berekenen van de verkoopprijs per product: Inkoopprijs + Opslag Brutowinst = Verkoopprijs excl. BTW + BTW = Verkoopprijs incl. BTW LET OP: WAAR IS DE BRUTOWINSTMARGE EEN PERCENTAGE VAN?

EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

EMZ2 H1 De functionele indeling

Verkoopkosten+ Algemene kosten+ Interestkosten= Overheadkosten+ Inkoopkosten= Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde van de omzet)

Berekenen van de verkoopprijs per product:Inkoopprijs

+ Opslag Brutowinst= Verkoopprijs excl. BTW+ BTW = Verkoopprijs incl. BTW

LET OP: WAAR IS DE BRUTOWINSTMARGE EEN PERCENTAGE VAN?

Page 2: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

EMZ2 H1 De functionele indelingBerekenen van de nettowinst bij voorcalculatie:

Begrote omzet – begrote inkoopwaarde v/d omzet = Verwachte brutowinst

Verkoopkosten+ Algemene kosten+ Interestkosten= Overheadkosten+ Inkoopkosten= - Begrote

Bedrijfskosten+ Begrote ov.

Opbrengst= Verwachte

nettowinst

Bij nacalculatie doe je precies hetzelfde maar dan met de werkelijke cijfers.

Voor- en nacalculatie is voor het interne verslag.Bij extern verslag worden dezelfde cijfers op een andere manier gepresenteerd.

Page 3: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

EMZ2 H1 De functionele indeling

Presentatie cijfers bij extern verslag:

Netto omzet- Inkoopwaarde v/d omzet incl. inkoopkosten= Brutoresultaat

Algemene kosten+Verkoopkosten= - Overheadkosten

= Netto omzetresultaat

Interestopbrengsten-Interestkosten= -/+ Financieringsresultaat = Resultaat uit gewone bedrijfsvoering

- Belasting over de winst= Nettowinst uit gewone bedrijfsvoering

Page 4: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H2 De voorraadwaarderingVoorraadkosten bestaan uit:• Opslagkosten• Bestelkosten

Doel: voorraadkosten zo laag mogelijk houden. Tegenstrijdigheid?

Aanhouden van voorraad brengt risico’s met zich mee:• Kwantiteitsrisico• Kwaliteitsrisico• Incourante voorraden• Prijsrisico

Technische voorraad = de voorraad die daadwerkelijk in magazijn, winkel aanwezig is.

Economische voorraad = technische voorraad + voorinkopen – voorverkopen.

Page 5: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H2 De voorraadwaarderingOp balans staat altijd de technische voorraad.

Voorraadwaardering: Tegen welke prijs moet de voorraad worden gewaardeerd (op de balans komen te staan)?

Drie methoden:

1. De FIFO- methode

2. De LIFO- methode

3. VVP-methode

Dit zijn administratieve systemen.

Historische prijzen: prijzen die destijds voor het product zijn betaald.

Page 6: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H2 De voorraadwaarderingDe FIFO- methode

De goederen die het eerst worden ingekocht (first in), worden ook het eerste verkocht (first out).

Bij verkoop hanteert men als inkoopprijs als eerste de prijs van de oudste partij goederen , enz.

De LIFO- methode

De goederen die het laatst zijn ingekocht (last in), worden als eerste verkocht (first out) .

Bij verkoop hanteert men als inkoopprijs eerst de inkoopprijs van de laatste partij goederen, vervolgens de op een na nieuwste partij goederen, enz.

Page 7: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H2 De voorraadwaarderingNadeel gebruik van historische prijzen: kost veel tijd

Voorraadwaardering op basis van een vaste verrekenprijs• Werkt met schatting van de gemiddelde inkoopprijs en inkoopkosten voor

het komend jaar• Kijkt in de toekomst• Alle in- en verkochte goederen worden gewaardeerd tegen vvp• (bij verkoop noem je de waarde van de verkochte goederen ook wel

……………..)• Verschil tussen werkelijke inkoopprijs en vvp = prijsverschil• Waarde van de voorraad/ vvp = aantal stuks op voorraad• Belangrijk om de vvp regelmatig te herzien.

• Opg 21,22,23

Page 8: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H3 Quitte spelenBreak- even : geen winst, geen verlies

Berekenen met behulp van constante en variabele kosten

Constante kosten: veranderen niet als de productie of omzet verandert

Variabele kosten: kosten zijn afhankelijk van omzet/productie

Drie soorten variabele kosten:

1. Proportioneel: kosten veranderen rechtevenredig met productie of omzet

2. Degressief: veranderen minder dan evenredig

3. Progressief: veranderen meer dan evenredig

Page 9: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H3 Quitte spelenProductiecapaciteit: wat onderneming kan produceren met beschikbare prod.

middelen

Bezettingsgraad: de mate waarin je prod. Cap. wordt benut

Break-even bij niet-productieonderneming:

Mogelijke kosten:

Break-even afzet: Omzet – totale kosten = 0

Of nettowinst = 0

Dekkingsbijdrage: wat overblijft van de omzet na aftrek van variabele kosten om de constante kosten te dekken.

Break-even omzet wordt ook wel kritische omzet genoemd.

Page 10: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H4 NettowinstopslagmethodeHerhaling H1 brutowinstopslag methode:

inkoopprijs + winstopslag = verkoopprijs

Berekening voorcalculatorische nettowinst:

Begrote afzet x verkoopprijs = Begrote omzet

- Begrote afzet x inkoopprijs = Inkoopwaarde v/d omzet

Brutowinst

Verkoopkosten

+ Algemene kosten

+ Interestkosten

= Overheadkosten

+ Inkoopkosten

= - Bedrijfskosten

+ Overige Opbrengsten

Nettowinst

Page 11: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H4 NettowinstopslagmethodeKostprijs = kosten per stuk

Berekening voor een niet-productie onderneming

Geschatte inkoopprijs

+ Opslag inkoopkosten

= VVP

+ Opslag overheadkosten

= Kostprijs

+ Nettowinstopslag

= Verkoopprijs excl. BTW

+BTW

= Verkoopprijs incl. BTW

Opgaven 35, 37, 38

Page 12: EMZ2 H1 De functionele indeling Verkoopkosten +Algemene kosten +Interestkosten = Overheadkosten + Inkoopkosten = Bedrijfskosten (= alle kosten – inkoopwaarde

H4 Nettowinstopslagmethode

Berekening voorcalculatorische nettowinst mbv de kostprijs:

Begrote afzet x verkoopprijs (excl BTW)= Begrote omzet

- Begrote afzet x kostprijs = Verw. Omzet tegen kp

Verw.Verkoopresultaat

+ Verw. Overige opbrengsten

+/- Verw. Begrotingsafwijkingen

= Voorcalc. nettowinst